This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61978CJ0119
Judgment of the Court of 13 March 1979. # SA des grandes distilleries Peureux v Directeur des Services fiscaux de la Haute-Saône et du territoire de Belfort. # Reference for a preliminary ruling: Tribunal de grande instance de Lure - France. # Case 119/78.
Arrest van het Hof van 13 maart 1979.
SA des grandes distilleries Peureux tegen Directeur des Services fiscaux de la Haute-Saône et du territoire de Belfort.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Tribunal de grande instance te Lure - Frankrijk.
Zaak 119/78.
Arrest van het Hof van 13 maart 1979.
SA des grandes distilleries Peureux tegen Directeur des Services fiscaux de la Haute-Saône et du territoire de Belfort.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Tribunal de grande instance te Lure - Frankrijk.
Zaak 119/78.
Jurisprudentie 1979 -00975
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1979:66
ARREST VAN HET HOF VAN 13 MAART 1979. - SOCIETE ANONYME DES GRANDES DISTILLERIES PEUREUX TEGEN DIRECTEUR DES SERVICES FISCAUX DE LA HAUTE - SAONE ET DU TERRITOIRE DE BELFORT. - (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE LURE). - ZAAK NO. 119/78.
Jurisprudentie 1979 bladzijde 00975
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00545
Portugese bijz. uitgave bladzijde 00531
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00399
Finse bijz. uitgave bladzijde 00429
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00591
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
1 . PREJUDICIELE VRAGEN- BEVOEGDHEID VAN HET HOF - GRENZEN
( EEG-VERDRAG , ART . 177 )
2 . KWANTITATIEVE BEPERKINGEN - MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING - BEGRIP
( EEG-VERDRAG , ART . 30 )
3 . KWANTITATIEVE BEPERKINGEN - MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING - NATIONALE MONOPOLIES VAN COMMERCIELE AARD - GRONDSTOFFEN VAN OORSPRONG OF VAN HERKOMST UIT EEN ANDERE LID-STAAT - DISTILLATIE VOOR DE VERVAARDING VAN ONDER HET MONOPOLIE VALLENDE PRODUKTEN - VERBOD - VRIJSTELLING VAN GRONDSTOFFEN VAN NATIONALE OORSPRONG - ONTOELAATBAARHEID
( EEG-VERDRAG , ART . 9 , 10 , 30 EN 37 )
1 . HOEWEL HET HOF IN HET KADER VAN ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG ONBEVOEGD IS OM ZICH UIT TE SPREKEN OVER DE VERENIGBAARHEID VAN EEN NATIONALE BEPALING MET HET GEMEENSCHAPSRECHT , KAN HET TOCH UIT DE BEWOORDINGEN VAN DE DOOR DE NATIONALE RECHTER GESTELDE VRAAG EN GELET OP DE DOOR DEZE UITEENGEZETTE FEITEN , DE ELEMENTEN AFLEIDEN DIE DE UITLEGGING VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT BETREFFEN .
2 . ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG , DAT MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING ALS KWANTITATIEVE INVOERBEPERKINGEN TUSSEN LID-STATEN VERBIEDT , DOELT OP IEDERE HANDELSREGELING VAN DE LID-STATEN DIE DE INTRACOMMUNAUTAIRE HANDEL AL DAN NIET RECHTSTREEKS , DAADWERKELIJK OF POTENTIEEL KAN BELEMMEREN .
3 . EEN NATIONALE BEPALING WAARBIJ HET IS VERBODEN OM VOOR DE VERVAARDIGING VAN ONDER EEN NATIONAAL HANDELSMONOPOLIE VALLENDE PRODUKTEN GRONDSTOFFEN UIT ANDERE LID-STATEN TE DISTILLEREN , TERWIJL DAT VERBOD NIET GELDT TEN AANZIEN VAN IDENTIEKE , OP HET NATIONALE GRONDGEBIED GEPRODUCEERDE GRONDSTOFFEN , IS EEN MAATREGEL VAN GELIJKE WERKING ALS EEN KWANTITATIEVE BEPERKING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG EN EEN DISCRIMINATIE MET BETREKKING TOT DE VOORWAARDEN VAN VOORZIENING EN AFZET , ALS BEDOELD IN ARTIKEL 37 , LID 1 , VAN HET VERDRAG .
IN DIT OPZICHT ZIJN ER GEEN TERMEN AANWEZIG OM ONDERSCHEID TE MAKEN TUSSEN PRODUKTEN DIE , NA INVOER UIT EEN DERDE LAND , IN EEN ANDERE LID-STAAT REGELMATIG IN HET VRIJE VERKEER ZIJN GEBRACHT , EN PRODUKTEN DIE VAN OORSPRONG ZIJN UIT DIE LID-STAAT .
IN ZAAK 119/78 ,
BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE LURE , IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN
SOCIETE ANONYME DES GRANDES DISTILLERIES PEUREUX , TE FOUGEROLLES ( HAUTE-SAONE ),
EN
DIRECTEUR DES SERVICES FISCAUX DE LA HAUTE-SAONE ET DU TERRITOIRE DE BELFORT , TE VESOUL ,
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING VAN DE ARTIKELEN 10 , EN 30 TOT EN MET 37 EEG-VERDRAG ,
1BIJ VONNIS VAN 21 APRIL 1978 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 19 MEI 1978 , HEEFT HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE LURE KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG EEN VRAAG GESTELD OVER DE UITLEGGING VAN DE ARTIKELEN 10 EN 37 ALSMEDE VAN DE ANDERE BEPALINGEN VAN HET VERDRAG INZAKE HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN .
2DEZE VRAAG IS OPGEWORPEN IN EEN IN 1976 TUSSEN VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING EN DE BEVOEGDE FRANSE INSTANTIE GEREZEN GESCHIL OVER VERZOEKSTERS RECHT OM VOOR DISTILLATIE IN FRANKRIJK SINAASAPPELEN OP ALCOHOL IN TE VOEREN UIT ITA- 3LIE , WAAR ZIJ ZICH IN HET VRIJE VERKEER ZOUDEN HEBBEN BEVONDEN . TOEN VERZOEKSTER AAN DIE INSTANTIE MEEDEELDE , BEDOELD PRODUKT MET HET OOG OP DISTILLATIE TE ZULLEN INVOEREN , KREEG ZIJ TEN ANTWOORD DAT NIETS ZICH TEGEN DE INVOER ERVAN VERZETTE , MAAR DAT ZIJ VOOR HET DISTILLEREN GEEN VERGUNNING ZOU KRIJGEN , DAAR ARTIKEL 268 VAN BIJLAGE II BIJ DE CODE GENERAL DES IMPOTS ( CGI ) ZICH 4ERTEGEN VERZETTE EEN DERGELIJK VERZOEK IN TE WILLIGEN . LUIDENS DAT ARTIKEL , ZOALS GEWIJZIGD DOOR ARTIKEL 2 VAN DECREET NR . 74/91 VAN 6 FEBRUARI 1974 ( JORF , 8 FEBRUARI 1974 ), ' ' IS HET DISTILLEREN VAN ALLE INGEVOERDE GRONDSTOFFEN , UITGEZONDERD ANDER VERS FRUIT DAN APPELEN , PEREN OF DRUIVEN VERBODEN ' ' .
5ARTIKEL 268 MAAKT DEEL UIT VAN EEN GEHEEL VAN BEPALINGEN INZAKE HET HANDELSMONOPOLIE VOOR ETHYLALCOHOL , IN HOOFDZAAK OPGENOMEN IN DE CGI ( BOEK 1 , DEEL 1 , TITEL III , INDIRECTE BELASTINGEN EN FISCALE MONOPOLIES , HOOFDSTUK I , AFDELING 1 ( ALCOHOL ), SUB B , ECONOMISCHE REGELING ( ARTIKELEN 358-399 ), ALSMEDE IN 6BIJLAGE II ( ARTIKELEN 268-275 ) BIJ DAT WETBOEK ). LUIDENS DE ARTIKELEN 358 EN VOLGENDE CGI BRENGT HET MONOPOLIE VOOR DE IN FRANKRIJK , ALTHANS IN HET FRANSE MOEDERLAND GEVESTIGDE PRODUCENTEN VAN ETHYLALCOHOL DE VERPLICHTING MEE HUN PRODUKTIE VAN ETHYLALCOHOL , UITGEZONDERD BEPAALDE , IN DAT ARTIKEL 358 UITDRUKKELIJK OPGESOMDE ALCOHOLSOORTEN , AAN DE STAAT VOOR TE BEHOUDEN . 7DE OMVANG VAN DEZE PRODUKTIE WORDT BEPAALD DOOR JAARLIJKS VASTGESTELDE CON- 8TINGENTEN DIE DE BEVOEGDE MINISTER , REKENING HOUDEND MET HUN TECHNISCHE MOGELIJKHEDEN , OVER DE PRODUCERENDE FABRIEKEN VERDEELT . TEGENOVER DEZE LEVERINGSPLICHT STAAT DE VERPLICHTING VAN HET MONOPOLIE OM DE BETROKKEN ALCOHOL TEGEN DOOR DE MINISTER VAN FINANCIEN PERIODIEK VASTGESTELDE PRIJZEN IN TE 9KOPEN . DE INGEKOCHTE ALCOHOL WORDT DOOR DE STAAT VOOR ELK GEBRUIK TEGEN EVENEENS VAN OVERHEIDSWEGE VASTGESTELDE PRIJZEN DOORVERKOCHT .
10KRACHTENS ARTIKEL 385 CGI IS DE INVOER VAN ALCOHOL UIT HET BUITENLAND EVEN- 11EENS AAN DE STAAT VOORBEHOUDEN . WAT EVENWEL DE ALS ZODANIG BRUIKBARE OF VERBRUIKBARE ETHYLALCOHOL , BRANDEWIJNEN EN STERKE DRANKEN UIT DE ANDERE LID-STATEN BETREFT , IS HET INVOERMONOPOLIE AFGESCHAFT , MET NAME BIJ DECREET NR . 74/91 VAN 6 FEBRUARI 1974 , VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE AANPASSING VAN HET MONOPOLIE INGEVOLGE ARTIKEL 37 EEG-VERDRAG . BEDOELDE ALCOHOL , BRANDEWIJNEN EN STERKE DRANKEN KUNNEN SINDS DE INWERKINGTREDING VAN DAT DECREET UIT DE ANDERE LID-STATEN WORDEN INGEVOERD EN IN FRANKRIJK IN DE HANDEL GEBRACHT TEGEN BETALING VAN BEPAALDE RECHTEN , DIE EVENWEL IN HET HOOFDGEDING NIET WORDEN BETWIST .
12HET IN ARTIKEL 268 VAN BIJLAGE II GESTELDE VERBOD OP DE DISTILLATIE VAN BEPAALDE INGEVOERDE GRONDSTOFFEN MOET IN VERBAND WORDEN GEBRACHT MET HET IN ARTIKEL 358 CGI GEMAAKTE ONDERSCHEID TUSSEN AAN DE STAAT VOORBEHOUDEN ALCOHOLSOORTEN ( MONOPOLIE-ALCOHOL ), EN ALCOHOL DIE NIET ONDER HET MONOPOLIE 13VALT ( VRIJE ALCOHOL ). BIJ VERGELIJKING VAN BEIDE BEPALINGEN BLIJKT IMMERS DAT KRACHTENS ARTIKEL 268 DE DISTILLATIE VAN INGEVOERDE GRONDSTOFFEN VERBODEN IS , WANNEER DIE GESCHIKT ZIJN VOOR DE PRODUKTIE VAN VERPLICHT AAN HET MONOPOLIE VOORBEHOUDEN ALCOHOLSOORTEN , TERWIJL GRONDSTOFFEN GESCHIKT VOOR DE PRODUKTIE VAN ALCOHOLSOORTEN DIE VAN DE VERPLICHTING TOT LEVERING AAN HET MONOPOLIE ZIJN VRIJGESTELD , VRIJ KUNNEN WORDEN GEBRUIKT .
14VERZOEKSTER HEEFT DE VERENIGBAARHEID MET HET GEMEENSCHAPSRECHT BETWIST VAN HET IN VOORNOEMD ARTIKEL 268 VERVATTE VERBOD EN HEEFT HET GESCHIL AANHANGIG GEMAAKT BIJ HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE LURE DAT , ALVORENS UITSPRAAK TE DOEN , EEN VRAAG HEEFT GESTELD DIE LUIDT ALS VOLGT :
' ' IS HET VERBOD IN FRANKRIJK VAN DISTILLATIE VAN INGEVOERDE GRONDSTOFFEN , MET UITZONDERING VAN VERS FRUIT ANDERS DAN APPELEN , PEREN EN DRUIVEN ( ARTIKEL 268 VAN BIJLAGE II BIJ DE CODE GENERAL DES IMPOTS ) VERENIGBAAR MET DE ARTIKELEN 10 EN 37 OF ENIGE ANDERE TEKST VAN HET EEG-VERDRAG INZAKE HET VRIJE VERKEER VAN PRODUKTEN UIT DERDE LANDEN , MET NAME MET BETREKKING TOT DE DISTILLATIE VAN SINAASAPPELEN OP ALCOHOL UIT ITALIE?
' '
15UIT DE BESLISSING VAN DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE BLIJKT DAARENBOVEN DAT VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING STRAFRECHTELIJK WORDT VERVOLGD WEGENS OVERTREDING VAN BEDOELD VERBOD , EN DAT VAN HAAR EEN BOETE VAN FF 17 804 343,19 WORDT GEVORDERD WEGENS INBREUK OP DE ECONOMISCHE REGELING VOOR ALCOHOL .
16HOEWEL HET HOF IN HET KADER VAN ARTIKEL 177 ONBEVOEGD IS OM ZICH UIT TE SPREKEN OVER DE VERENIGBAARHEID VAN EEN NATIONALE BEPALING MET HET GEMEENSCHAPSRECHT , KAN HET TOCH UIT DE BEWOORDINGEN VAN DE DOOR DE NATIONALE RECHTER GESTELDE VRAAG EN GELET OP DE DOOR DEZE UITEENGEZETTE FEITEN , DE ELEMENTEN AFLEIDEN DIE DE UITLEGGING VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT BETREFFEN .
17ZO BEGREPEN STREKT DE GESTELDE VRAAG ER IN HOOFDZAAK TOE TE VERNEMEN OF HET EEN LID-STAAT MET EEN HANDELSMONOPOLIE VOOR ALCOHOL , KRACHTENS ENERZIJDS ARTIKEL 37 VAN HET VERDRAG EN ANDERZIJDS ARTIKEL 30 JUNCTO ARTIKEL 10 IS TOEGESTAAN DAN WEL VERBODEN , BEPERKINGEN TE HANDHAVEN OP DE DISTILLATIE VAN BEPAALDE , UIT ANDERE LID-STATEN INGEVOERDE GRONDSTOFFEN DIE IN ALCOHOL KUNNEN WORDEN OMGEZET , WANNEER DIE BEPERKINGEN NIET ZOUDEN GELDEN VOOR GELIJKSOORTIGE , OP HET GRONDGEBIED VAN DIEZELFDE LID-STAAT GEPRODUCEERDE GRONDSTOFFEN , IN CASU SINAASAPPELEN OP ALCOHOL .
18WAAR DE VRAAG MELDING MAAKT VAN DE VERDRAGSTEKSTEN INZAKE ' ' HET VRIJE VERKEER VAN PRODUKTEN ' ' , STREKT ZIJ ERTOE TE VERNEMEN OF EEN MAATREGEL ALS BEDOELD IN DE BETWISTE NATIONALE BEPALING , EEN MAATREGEL VORMT VAN GELIJKE WERKING ALS EEN KWANTITATIEVE BEPERKING IN DE ZIN VAN ARTIKEL 30 VAN HET VERDRAG .
19MET HAAR VERWIJZING NAAR ARTIKEL 10 SCHIJNT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OPHELDERING TE WILLEN OVER DE VRAAG OF DE OMSTANDIGHEID DAT DE SINAASAPPELEN OP ALCOHOL VAN OORSPRONG ZOUDEN ZIJN UIT EEN DERDE LAND EN ZICH IN ITALIE IN HET VRIJE VERKEER ZOUDEN BEVINDEN , VAN INVLOED KAN ZIJN OP DE OPLOSSING VAN HET GESCHIL .
20VERWIJZEND NAAR ARTIKEL 37 VAN HET VERDRAG VRAAGT DIE RECHTERLIJKE INSTANTIE TEN SLOTTE OF MAATREGELEN ZOALS DIE VAN ARTIKEL 268 VAN BIJLAGE II , INGEVAL ZIJ ALS MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING ALS KWANTITATIEVE INVOERBEPERKINGEN WAREN TE BESCHOUWEN , TOCH TOELAATBAAR KUNNEN WORDEN GEACHT IN HET KADER VAN EEN HANDELSMONOPOLIE , DAT OVEREENKOMSTIG DE IN ARTIKEL 37 AAN DE LID-STATEN OPGELEGDE VERPLICHTING IS AANGEPAST .
21HET IS IN DE BOVEN AANGEGEVEN VOLGORDE DAT DE VRAAG MOET WORDEN BEANTWOORD .
ARTIKEL 30 VAN HET VERDRAG
22ARTIKEL 30 , DAT MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING ALS KWANTITATIEVE INVOERBEPERKINGEN TUSSEN LID-STATEN VERBIEDT , DOELT OP IEDERE HANDELSREGELING VAN DE LID-STATEN DIE DE INTRACOMMUNAUTAIRE HANDEL AL DAN NIET RECHTSTREEKS , DAADWERKELIJK OF POTENTIEEL KAN BELEMMEREN .
23BELEMMERINGEN VAN DE INTRACOMMUNAUTAIRE HANDEL TEN GEVOLGE VAN VERSCHILLEN TUSSEN NOG NIET GEHARMONISEERDE WETTELIJKE REGELINGEN BETREFFENDE HET IN DE HANDEL BRENGEN EN HET GEBRUIK VAN BEPAALDE PRODUKTEN , ZIJN IN BEGINSEL GEEN MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING ALS KWANTITATIEVE BEPERKINGEN , DOCH DIT GELDT SLECHTS ONDER DE UITDRUKKELIJKE VOORWAARDE DAT DIE BEPALINGEN ZONDER ONDERSCHEID WORDEN TOEGEPAST OP PRODUKTEN INGEVOERD UIT DE ANDERE LID-STATEN , EN OP PRODUKTEN VOORTGEBRACHT OF VERVAARDIGD OP HET EIGEN GRONDGEBIED .
ARTIKEL 10 VAN HET VERDRAG
24VOLGENS ARTIKEL 10 , LID 1 , ' ' WORDEN ALS ZICH BEVINDEND IN HET VRIJE VERKEER IN EEN LID-STAAT BESCHOUWD : DE PRODUKTEN UIT DERDE LANDEN WAARVOOR IN GENOEMDE STAAT DE INVOERFORMALITEITEN ZIJN VERRICHT EN DE VERSCHULDIGDE DOUANERECHTEN EN HEFFINGEN VAN GELIJKE WERKING ZIJN VOLDAAN EN WAARVOOR GEEN GE- 25 HELE OF GEDEELTELIJKE TERUGGAVE VAN DIE RECHTEN EN HEFFINGEN IS VERLEEND ' ' . LUIDENS ARTIKEL 9 , LID 2 , ZIJN DE VERDRAGSBEPALINGEN INZAKE DE AFSCHAFFING VAN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN TUSSEN LID-STATEN ( TITEL I , HOOFDSTUK 2 VAN HET TWEEDE DEEL VAN HET VERDRAG ) VAN TOEPASSING OP DE PRODUKTEN VAN OORSPRONG UIT DERDE LANDEN , DIE ZICH IN EEN LID-STAAT IN HET VRIJE VERKEER BEVINDEN .
26DAARUIT VOLGT DAT HET VERBOD VAN MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING ALS KWANTITATIEVE BEPERKINGEN IN DE INTRACOMMUNAUTAIRE HANDEL DEZELFDE DRAAGWIJDTE HEEFT VOOR PRODUKTEN INGEVOERD UIT EEN ANDERE LID-STAAT NA DAAR TOT HET VRIJE VERKEER TE ZIJN TOEGELATEN , ALS VOOR DIE VAN OORSPRONG UIT BEDOELDE LID-STAAT .
ARTIKEL 37 VAN HET VERDRAG
27ARTIKEL 37 VAN HET VERDRAG VORMT EEN SPECIFIEKE BEPALING WAARMEE NIET DE AFSCHAFFING VAN NATIONALE HANDELSMONOPOLIES WORDT BEOOGD , MAAR WEL HUN AANPASSING IN DIER VOEGE , DAT ENERZIJDS AAN HET EINDE VAN DE OVERGANGSPERIODE ELKE DISCRIMINATIE TUSSEN DE ONDERDANEN VAN DE LID-STATEN WAT DE VOORWAARDEN VAN DE VOORZIENING EN AFZET BETREFT , IS UITGESLOTEN ( ARTIKEL 37 , LID 1 ) EN ANDERZIJDS DE LID-STATEN HUN VERPLICHTING NALEVEN , BIJ HET BEHEER EN DE AANPASSING VAN EEN HANDELSMONOPOLIE GEEN NIEUWE MAATREGELEN TE TREFFEN DIE TEGEN DE IN LID 1 VERMELDE BEGINSELEN INDRUISEN OF DE DRAAGWIJDTE VAN DE ARTIKELEN INZAKE DE AFSCHAFFING DER DOUANERECHTEN EN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN TUSSEN DE LID-STATEN BEPERKEN ( ARTIKEL 37 , LID 2 ).
28DE BEPALINGEN VAN ARTIKEL 37 , LEDEN 1 EN 2 , ZIEN ENKEL OP DE ACTIVITEITEN DIE WEZENLIJK MET DE SPECIFIEKE FUNCTIE VAN HET MONOPOLIE SAMENHANGEN , MAAR GELDEN NIET VOOR NATIONALE VOORSCHRIFTEN DIE GEEN VERBAND HOUDEN MET HET VERVULLEN VAN DEZE SPECIFIEKE FUNCTIE .
29DE GESTELDE VRAAG BETREFT EEN HANDELSMONOPOLIE WAARVAN DE SPECIFIEKE FUNCTIE LIGT IN DE VERPLICHTING VAN DE NATIONALE PRODUCENTEN VAN BEPAALDE ALCOHOLSOORTEN OM DE PRODUKTIE VAN DIE ALCOHOL BINNEN DE GRENZEN VAN JAARLIJKS DOOR DE OVERHEID VASTGESTELDE CONTINGENTEN TE HOUDEN EN HUN PRODUKTIE SLECHTS AAN HET MONOPOLIE TE LEVEREN , MET DAARTEGENOVER DE VERPLICHTING VAN HET MONOPOLIE OM BEDOELDE PRODUKTEN TEGEN VAN OVERHEIDSWEGE VASTGESTELDE PRIJZEN IN TE KOPEN .
30WELISWAAR VOLGT UIT HET NATIONALE KARAKTER VAN DE IN ARTIKEL 37 BEDOELDE HANDELSMONOPOLIES EN UIT DE DOOR DEZE BEPALING GEBODEN MOGELIJKHEID ZE NA AANPASSING IN STAND TE HOUDEN , DAT DE OMSTANDIGHEID DAT DE VERPLICHTING TOT LEVERING AAN HET MONOPOLIE EN DE DAARAAN BEANTWOORDENDE INKOOPVERPLICHTING VAN HET MONOPOLIE SLECHTS NATIONALE ALCOHOL BETREFT , NIET KAN WORDEN BESCHOUWD ALS EEN DISCRIMINATIE IN DE ZIN VAN ARTIKEL 37 , LID 1 , EN EVENMIN ALS EEN KWANTITATIEVE BEPERKING IN DE ZIN VAN ARTIKEL 37 , LID 2 . HET VERBOD VAN ELKE DISCRIMINATIE TUSSEN DE ONDERDANEN VAN DE LID-STATEN WAT DE VOORWAARDEN VAN DE VOORZIENING EN AFZET BETREFT , BELET ECHTER ONDERSCHEID TE MAKEN TUSSEN IN HET BINNENLAND GEPRODUCEERDE ALCOHOL VAN EEN ZELFDE SOORT , NAAR GELANG HIJ IS VERKREGEN DOOR DISTILLATIE VAN BINNENLANDSE GRONDSTOFFEN DAN 31WEL DOOR DISTILLATIE VAN UIT EEN ANDERE LID-STAAT AFKOMSTIGE GRONDSTOFFEN . DIT KLEMT TEMEER , WANNEER DE AUTORITEITEN VAN EEN LID-STAAT KRACHTENS HET STELSEL DAT HET MONOPOLIE REGELT , BEVOEGD ZIJN OM JAARLIJKS TE BEPALEN HOEVEEL ALCOHOL MAG WORDEN GEPRODUCEERD EN AAN HET MONOPOLIE MOET WORDEN GELEVERD .
32OP DE DOOR DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE GESTELDE VRAAG MOET MITSDIEN WORDEN GEANTWOORD DAT :
A ) EEN NATIONALE BEPALING WAARBIJ HET IS VERBODEN OM VOOR DE VERVAARDIGING VAN ONDER EEN NATIONAAL HANDELSMONOPOLIE VALLENDE PRODUKTEN GRONDSTOFFEN UIT ANDERE LID-STATEN TE DISTILLEREN , TERWIJL DAT VERBOD NIET GELDT TEN AANZIEN VAN IDENTIEKE , OP HET NATIONALE GRONDGEBIED GEPRODUCEERDE GRONDSTOFFEN , EEN MAATREGEL IS VAN GELIJKE WERKING ALS EEN KWANTITATIEVE BEPERKING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG EN EEN DISCRIMINATIE MET BETREKKING TOT DE VOORWAARDEN VAN VOORZIENING EN AFZET , ALS BEDOELD IN ARTIKEL 37 , LID 1 , VAN HET VERDRAG .
B)ER IN DIT OPZICHT GEEN TERMEN AANWEZIG ZIJN OM ONDERSCHEID TE MAKEN TUSSEN PRODUKTEN DIE , NA INVOER UIT EEN DERDE LAND , IN EEN ANDERE LID-STAAT REGELMATIG IN HET VRIJE VERKEER ZIJN GEBRACHT , EN PRODUKTEN DIE VAN OORSPRONG ZIJN UIT DIE LID-STAAT .
KOSTEN
33DE KOSTEN DOOR DE COMMISSIE WEGENS INDIENING HARER OPMERKINGEN BIJ HET 34 HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ,
UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE LURE BIJ VONNIS VAN 21 APRIL 1978 GESTELDE VRAGEN ,
VERKLAART VOOR RECHT :
1 . EEN NATIONALE BEPALING WAARBIJ HET IS VERBODEN OM VOOR DE VERVAARDIGING VAN ONDER EEN NATIONAAL HANDELSMONOPOLIE VALLENDE PRODUKTEN GRONDSTOFFEN UIT ANDERE LID-STATEN TE DISTILLEREN , TERWIJL DAT VERBOD NIET GELDT TEN AANZIEN VAN IDENTIEKE , OP HET NATIONALE GRONDGEBIED GEPRODUCEERDE GRONDSTOFFEN , IS EEN MAATREGEL VAN GELIJKE WERKING ALS EEN KWANTITATIEVE BEPERKING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG EN EEN DISCRIMINATIE MET BETREKKING TOT DE VOORWAARDEN VAN VOORZIENING EN AFZET , ALS BEDOELD IN ARTIKEL 37 , LID 1 , VAN HET VERDRAG .
2 . ER ZIJN GEEN TERMEN AANWEZIG OM ONDERSCHEID TE MAKEN TUSSEN PRODUKTEN DIE , NA INVOER UIT EEN DERDE LAND , IN EEN ANDERE LID-STAAT REGELMATIG IN HET VRIJE VERKEER ZIJN GEBRACHT , EN PRODUKTEN DIE VAN OORSPRONG ZIJN UIT DIE LID-STAAT .