Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61976CJ0064

Arrest van het Hof van 4 oktober 1979.
P. Dumortier frères SA en anderen tegen Raad van de Europese Gemeenschappen.
Maïsgries - Aansprakelijkheid.
Gevoegde zaken 64 en 113/76, 167 en 239/78, 27, 28 en 45/79.

Jurisprudentie 1979 -03091

ECLI identifier: ECLI:EU:C:1979:223

61976J0064

ARREST VAN HET HOF VAN 4 OKTOBER 1979. - P. DUMORTIER FRERES SA EN ANDEREN TEGEN RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - (" MAISGRIES - AANSPRAKELIJKHEID "). - GEVOEGDE ZAKEN NOS. 64 EN 113/76, 167 EN 239/78, 27, 28 EN 45/79.

Jurisprudentie 1979 bladzijde 03091
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00515


Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


1 . SCHADEVERGOEDINGSACTIE - ONDERWERP - VERGOEDING VAN SCHADE , AAN BETROKKENE DOOR INTREKKING VAN RESTITUTIES OPGEKOMEN - EXCEPTIE VAN NIET-ONTVANKELIJKHEID , OPGEWORPEN OP GROND DAT ER BIJ DE NATIONALE RECHTER GEEN TOT BETALING STREKKENDE VORDERING WERD INGESTELD - VERWERPING DIER EXCEPTIE

( EEG-VERDRAG , ARTT . 178 EN 215 , TWEEDE ALINEA )

2 . SCHADEVERGOEDINGSACTIE - VORDERING TOT BETALING VAN KRACHTENS HET GEMEENSCHAPSRECHT VERSCHULDIGDE BEDRAGEN - NIET-ONTVANKELIJKHEID

( EEG-VERDRAG , ARTT . 178 EN 215 , TWEEDE ALINEA )

3 . SCHADEVERGOEDINGSACTIE - PARALLELLE VORDERING INGESTELD BIJ DE NATIONALE RECHTER - ONDERWERP EN RECHTSGRONDSLAG VERSCHILLEND - EXCEPTIE VAN LITISPENDENTIE - VERWERPING DIER EXCEPTIE

( EEG-VERDRAG , ARTT . 178 EN 215 , TWEEDE ALINEA )

4 . NIET-CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID - NORMATIEVE HANDELING DIE ECONOMISCHE BELEIDSKEUZEN IMPLICEERT - AANSPRAKELIJKHEID DER GEMEENSCHAP - VOORWAARDEN - VOLDOENDE GEKWALIFICEERDE SCHENDING ENER TER BESCHERMING VAN PARTICULIEREN GEGEVEN HOGERE RECHTSREGEL - ABNORMALE EN SPECIALE SCHADE

( EEG-VERDRAG , ART . 215 , TWEEDE ALINEA )

5 . NIET-CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID - SCHADE - SCHATTING - CRITERIA - SCHADE IN VERKOOPPRIJZEN VERDISCONTEERD - INAANMERKINGNEMING VAN ZULK EEN AFWENTELING

( EEG-VERDRAG , ART . 215 , TWEEDE ALINEA )

6 . NIET-CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID - SCHADE DOOR EEN ONRECHTMATIG GENOMEN BESLUIT - VERGOEDING - VOORWAARDEN - RECHTSTREEKS TOEGEBRACHTE SCHADE

( EEG-VERDRAG , ART . 215 , TWEEDE ALINEA )

7 . NIET-CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID - SCHADE - VERGOEDING - RENTEVORDERING - GEOORLOOFDHEID

( EEG-VERDRAG , ART . 215 , TWEEDE ALINEA )

Samenvatting


1 . AAN EEN KRACHTENS DE ARTIKELEN 178 EN 215 , TWEEDE ALINEA , VAN HET EEG-VERDRAG INGESTELDE VORDERING , STREKKENDE TOT VERGOEDING VAN SCHADE AAN BETROKKENE DOOR DE INTREKKING VAN RESTITUTIES OPGEKOMEN , MAG NIET DE EXCEPTIE WORDEN TEGENGEWORPEN DAT DE VORDERING NIET ONTVANKELIJK ZOU ZIJN OMDAT BETROKKENE DE BEVOEGDE NATIONALE BUREAUS VOOR DE NATIONALE RECHTER TOT BETALING DER RESTITUTIES HAD MOETEN AANSPREKEN : ZULK EEN VORDERING STREKT IN WEZEN NIET TOT BETALING VAN KRACHTENS HET GEMEENSCHAPSRECHT VERSCHULDIGDE BEDRAGEN , TERWIJL VOORTS VASTSTAAT DAT EEN NATIONALE RECHTER EEN TOT BETALING STREKKENDE VORDERING NIET HAD KUNNEN TOEWIJZEN , OMDAT IN HET GEMEENSCHAPSRECHT GEEN BEPALINGEN TE VINDEN ZIJN KRACHTENS WELKE DE NATIONALE BUREAUS TOT BETALING VAN DE GEVORDERDE BEDRAGEN HADDEN MOGEN OVERGAAN .

2 . DE ARTIKELEN 178 EN 215 , TWEEDE ALINEA , VAN HET EEG-VERDRAG MOGEN NIET ALS DEKMANTEL WORDEN GEBRUIKT VOOR EEN VORDERING , STREKKENDE TOT BETALING VAN BEDRAGEN KRACHTENS DE COMMUNAUTAIRE REGELING VERSCHULDIGD .

3 . DE IN HET NATIONALE PROCESRECHT DER VERSCHILLENDE LANDEN ERKENDE BEGINSELEN BETREFFENDE DE LITISPENDENTIE , KUNNEN NIET WORDEN INGEROEPEN TENEINDE , IN VERBAND MET HET FEIT DAT DEZELFDE VERZOEKER VOOR EEN NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE EEN PARALLELLE VORDERING HEEFT INGESTELD , DE ONTVANKELIJKHEID TE BETWISTEN VAN EEN BIJ HET HOF INGEDIEND BEROEP , IMMERS NAAR ONDERWERP EN RECHTSGRONDSLAG ZIJN BEIDE VORDERINGEN VERSCHEIDEN .

DIT GEVAL DOET ZICH VOOR WANNEER IEMAND ZICH ENERZIJDS KRACHTENS DE ARTIKELEN 178 EN 215 , TWEEDE ALINEA , VAN HET EEG-VERDRAG TOT HET HOF VAN JUSTITIE WENDT MET EEN ACTIE TOT VERGOEDING VAN SCHADE , BEWEERDELIJK GELEDEN DOORDAT EEN RESTITUTIE WERD INGETROKKEN , EN ZICH ANDERZIJDS TOT DE NATIONALE RECHTER HEEFT GEWEND MET EEN VORDERING , STREKKENDE TOT NIETIGVERKLARING VAN DE WEIGERING VAN HET TEN DEZE BEVOEGDE BUREAU DE RESTITUTIE TE BETALEN . DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIES ZIJN IMMERS ONBEVOEGD ZICH OVER DE NIET-CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE GEMEENSCHAP UIT TE SPREKEN .

4 . DE VASTSTELLING DAT EEN RECHTENS BESTAANDE SITUATIE WELKE DOOR NORMATIEVE HANDELINGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN HET LEVEN WERD GEROEPEN , NIET RECHTMATIG IS , IS OP ZICHZELF NIET VOLDOENDE OM DE GEMEENSCHAP KRACHTENS ARTIKEL 215 , TWEEDE ALINEA , VAN HET EEG-VERDRAG AANSPRAKELIJK TE DOEN ZIJN . IMPLICEERT ZULK EEN HANDELING ECONOMISCHE BELEIDSKEUZEN , DAN MOET ER VOORTS SPRAKE ZIJN VAN EEN VOLDOENDE GEKWALIFICEERDE SCHENDING VAN EEN TER BESCHERMING VAN PARTICULIEREN GEGEVEN HOGERE RECHTSREGEL .

IN EEN GEMEENSCHAPSRECHTELIJK KADER , GEKENMERKT DOOR DE UITOEFENING VAN EEN VOOR DE UITOEFENING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID ONONTBEERLIJKE RUIME DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID , KAN DE GEMEENSCHAP SLECHTS AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD IN HET UITZONDERLIJKE GEVAL DAT DE BETROKKEN INSTELLING DE GRENZEN HARER BEVOEGDHEDEN KLAARBLIJKELIJK ERNSTIG HEEFT MISKEND .

DAARVAN KAN SPRAKE ZIJN , WANNEER DE INSTELLING HET MET NAME IN ARTIKEL 40 , LID 3 , TWEEDE ALINEA , VAN HET EEG-VERDRAG GEHULDIGD GELIJKHEIDSBEGINSEL HEEFT GESCHONDEN EN DIE MISKENNING EEN BEPERKT , MAAR DUIDELIJK AFGEBAKENDE GROEP VAN ONDERNEMINGEN HEEFT GETROFFEN , TERWIJL DE HUN ALDUS OPGEKOMEN SCHADE DE GRENZEN TE BUITEN GAAT VAN DE ECONOMISCHE RISICO ' S WELKE AAN DE ONDERNEMERSACTIVITEITEN IN DE BETROKKEN SECTOR INHERENT ZIJN EN DE INSTELLING DE BEHANDELING OP VOET VAN GELIJKHEID , ZOALS DIE VOOR DE GEWRAAKTE HANDELING BESTOND , ZONDER AANNEMELIJKE REDENEN HEEFT DOORBROKEN .

5 . IN HET KADER VAN EEN SCHADEVERGOEDINGSACTIE DIENT ER , TER BEOORDELING OF EN IN HOEVERRE DE DOOR DE ONDERNEMER GESTELDE SCHADE ZICH HEEFT VOORGEDAAN , EVENTUEEL REKENING TE WORDEN GEHOUDEN MET HET FEIT DAT HIJ DE SCHADE DIE HIJ ZICH WENST TE ZIEN VERGOED , IN ZIJN VERKOOPPRIJZEN HEEFT VERDISCONTEERD .

6 . IS DE NIET-CONTRACTUELE OVERHEIDSAANSPRAKELIJKHEID WEGENS NORMATIEVE HANDELINGEN IN HET GEDING , DAN KUNNEN DE AAN HET RECHT DER LID-STATEN GEMEENSCHAPPELIJKE BEGINSELEN BEDOELD IN ARTIKEL 215 , TWEEDE ALINEA , VAN HET EEG-VERDRAG , NIET WORDEN INGEROEPEN TEN BETOGE DAT ER EEN VERPLICHTING ZOU BESTAAN ALLE NADELIGE GEVOLGEN VAN EEN ONRECHTMATIGE NORMATIEVE SITUATIE , HOE VERWIJDERD OOK , TE VERGOEDEN ; TUSSEN DE GESTELDE SCHADE EN HET ONRECHTMATIG GEDRAG VAN DE BETROKKEN INSTELLING DIENT EEN VOLDOENDE RECHTSTREEKS VERBAND TE BESTAAN .

7 . BLIJKENS DE AAN HET RECHT DER LID-STATEN GEMEENSCHAPPELIJKE BEGINSELEN , WAARNAAR IN ARTIKEL 215 , TWEEDE ALINEA , VAN HET EEG-VERDRAG WORDT VERWEZEN , MAG ER IN EEN SCHADEVERGOEDINGSACTIE IN DEN REGEL RENTE WORDEN GEVORDERD .

Partijen


IN DE GEVOEGDE ZAKEN 64 EN 113/76 , 167 EN 239/78 , 27 , 28 EN 45/79 ,

P . DUMORTIER FRERES , SA TE TOURCOING ( ZAAK 64/76 ),

MAISERIES DU NORD , SA TE MARQUETTE-LEZ-LILLE ( ZAAK 113/76 ),

MOULINS & HUILERIES DE PONT-A-MOUSSON , SA TE PONT-A-MOUSSON ( ZAAK 167/78 ),

LES MAISERIES DE BEAUCE , SARL ( MOULIN DE MARBOUE ) TE MARBOUE ( ZAAK 239/78 ),

COSTIMEX , SA TE STRASBOURG ( ZAAK 27/79 ),

' ' LA PROVIDENCE AGRICOLE DE LA CHAMPAGNE ' ' , COOPERATIEVE LANDBOUWVERENIGING , GEVESTIGD TE REIMS ( ZAAK 28/79 ),

MAISERIES ALSACIENNES SA TE COLMAR ( ZAAK 45/79 ),

VERTEGENWOORDIGD DOOR G . LESOURD , ADVOCAAT BIJ DE CONSEIL D ' ETAT EN DE COUR DE CASSATION TE PARIJS EN E . JAUDEL , ADVOCAAT BIJ DE COUR D ' APPEL TE PARIJS , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ E . ARENDT , CENTRE LOUVIGNY , 34/B/IV , RUE PHILIPPE II ,

VERZOEKERS ,

TEGEN

RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , VERTEGENWOORDIGD DOOR D . VIGNES , DIRECTEUR VAN DE JURIDISCHE DIENST , ALS GEMACHTIGDE , BIJGESTAAN DOOR Y . CRETIEN , ADMINISTRATEUR BIJ DIE DIENST , ALS MEDE-GEMACHTIGDE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ J . N . VAN DEN HOUTEN , DIRECTEUR VAN DE JURIDISCHE DIENST VAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK , 2 , PLACE DE METZ ,

VERWEERDER ,

Onderwerp


BETREFFENDE EEN PROCEDURE KRACHTENS DE ARTIKELEN 178 EN 215 , TWEEDE ALINEA , VAN HET EEG-VERDRAG ,

Overwegingen van het arrest


1 VERZOEKERS WENSEN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , VERTEGENWOORDIGD DOOR DE RAAD , KRACHTENS ARTIKEL 215 , TWEEDE ALINEA , VAN HET EEG-VERDRAG TE ZIEN VEROORDEELD HUN DE SCHADE TE VERGOEDEN DIE ZIJ ZOUDEN HEBBEN GELEDEN ALS GEVOLG VAN HET FEIT DAT DE RESTITUTIES VOOR DE PRODUKTIE VAN GRIES EN GRIESMEEL ( ' ' GRITZ ' ' ) VAN MAIS BESTEMD VOOR BROUWERIJEN , BIJ ' S RAADS VERORDENING NR . 665/76 TOT WIJZIGING VAN VERORDENING NR . 120/67 HOUDENDE EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR GRANEN ( PB L 72 VAN 1975 , BLZ . 14 ), ZIJN INGETROKKEN .

2 DE ZAKEN ZIJN VOOR DE BEHANDELING GEVOEGD EN ER ZIJN TERMEN AANWEZIG DIE VOEGING VOOR DE UITSPRAAK TE HANDHAVEN .

3 BIJ HET ARREST , OP 19 OKTOBER 1977 OP VERZOEK VAN TWEE IN FRANKRIJK MET ADMINISTRATIEVE RECHTSPRAAK BELASTE INSTANTIES GEWEZEN IN DE GEVOEGDE ZAKEN 124/76 EN 20/77 , SA MOULINS ET HUILERIES DE PONT-A-MOUSSON EN SOCIETE COOPERATIVE ' ' PROVIDENCE AGRICOLE DE LA CHAMPAGNE ' ' T . OFFICE NATIONAL INTERPROFESSIONNEL DES CEREALES ( JURISPR . BLZ . 1795 ) HEEFT HET HOF VOOR RECHT VERKLAARD DAT DE OMSTREDEN BEPALINGEN VAN ' S RAADS VERORDENINGEN MET HET GELIJKHEIDSBEGINSEL ONVERENIGBAAR ZIJN , VOORZOVER ZIJ LEIDEN TOT EEN VERSCHIL IN BEHANDELING VAN MAISGRITZ BESTEMD VOOR BROUWERIJEN EN MAISZETMEEL . HET HOF HEEFT VOORTS UITGESPROKEN , DAT HET AAN DE TERZAKE VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID BEVOEGDE INSTELLINGEN STAAT DE NODIGE MAATREGELEN TE NEMEN OM DIE ONVERENIGBAARHEID OP TE HEFFEN .

4 NA HET ARREST ZIJN DE RESTITUTIES BIJ DE PRODUKTIE VAN GRITZ VOOR BROUWERIJEN BIJ ' S RAADS VERORDENING NR . 1125/78 VAN 22 MEI 1978 TOT WIJZIGING VAN VERORDENING NR . 2727/75 HOUDENDE EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR GRANEN ( PB L 142 VAN 1978 , BLZ . 21 ) OPNIEUW INGEVOERD . HET RESTITUTIEBEDRAG IS VASTGELEGD IN ' S RAADS VERORDENING NR . 1127/78 , DIE OP DEZELFDE DATA WERD VASTGESTELD EN GEPUBLICEERD ALS VERORDENING NR . 1125/78 ( PB L 142 VAN 1978 , BLZ . 24 ). DE BEIDE VERORDENINGEN ZIJN OP DE DERDE DAG NA HUN PLAATSING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN IN WERKING GETREDEN . NAAR LUID VAN ARTIKEL 1 , LAATSTE ALINEA , VAN VERORDENING NR . 1125/78 EN ARTIKEL 6 VAN VERORDENING NR . 1127/78 ZIJN DE RESTITUTIES EVENWEL TEN VERZOEKE VAN BETROKKENE BETAALBAAR GESTELD PER 19 OKTOBER 1977 , DAT WIL ZEGGEN MET TERUGWERKENDE KRACHT TOT DE DATUM VAN HET ARREST , DOOR HET HOF IN VOORMELDE PREJUDICIELE ZAKEN GEWEZEN .

5 VERZOEKERS WENSEN ZICH DAN OOK DE SCHADE TE ZIEN VERGOED WELKE HUN DOOR HET ACHTERWEGE BLIJVEN VAN RESTITUTIES IN HET TIJDVAK VAN 1 AUGUSTUS 1975 - TOEN VERORDENING NR . 665/75 TOEPASSELIJK WERD - EN 19 OKTOBER 1977 ZOU ZIJN OPGEKOMEN . ALLE VERZOEKERS ACHTEN ZICH BENADEELD DOORDAT ZIJ VERSTOKEN ZIJN GEBLEVEN VAN DE BEDRAGEN DIE HUN AAN RESTITUTIES ZOUDEN ZIJN TOEGEVLOEID , INDIEN ER VOOR MAISGRITZ DEZELFDE RESTITUTIES ZOUDEN ZIJN UITGEKEERD ALS VOOR ZETMEEL , TERWIJL EEN AANTAL HUNNER VOORAL DOOR DE TERUGGANG VAN HUN VERKOPEN EN EXPLOITATIETEKORTEN NADERE VERLIEZEN ZOUDEN HEBBEN GELEDEN .

DE ONTVANKELIJKHEID

6 DE RAAD , VERWEERDER , HEEFT TEN EXCEPTIEVE BETOOGD DAT VERZOEKERS , OM IN HET GENOT VAN DE VERLANGDE RESTITUTIES TE WORDEN GESTELD , DE BEVOEGDE NATIONALE BUREAUS VOOR DE IN HUN LANDEN MET ADMINISTRATIEVE RECHTSPRAAK BELASTE INSTANTIES TOT BETALING DER RESTITUTIES HADDEN MOETEN AANSPREKEN . DEZE EXCEPTIE FAALT EVENWEL . OFSCHOON DE ARTIKELEN 178 EN 215 , TWEEDE ALINEA , VAN HET EEG-VERDRAG NIET ALS DEKMANTEL MOGEN WORDEN GEBRUIKT VOOR EEN VORDERING , STREKKENDE TOT BETALING VAN BEDRAGEN KRACHTENS DE COMMUNAUTAIRE REGE LING VERSCHULDIGD , BLIJKEN DE ONDERHAVIGE VORDERINGEN NIET TOT BETALING VAN ALDUS VERSCHULDIGDE BEDRAGEN TE STREKKEN , DOCH TOT VERGOEDING VAN SCHADE , BETROKKENEN OPGEKOMEN DOOR DE ONRECHTMATIGHEID WELKE HET HOF IN ZIJN ARREST VAN 19 OKTOBER 1977 HEEFT VASTGESTELD . DIE SCHADE VALT VOLGENS DE VERZOEKERS VOORTS NIET HELEMAAL SAMEN MET HET NIET UITGEKEERDE RESTITUTIEBEDRAG . BOVENDIEN IS HET IN CASU ZO GELEGEN , DAT EEN NATIONALE RECHTER BLIJKENS ' S HOFS VOORMELD ARREST EEN TOT BETALING STREKKENDE VORDERING NIET HAD KUNNEN TOEWIJZEN OMDAT IN HET GEMEENSCHAPSRECHT GEEN BEPALINGEN TE VINDEN ZIJN KRACHTENS WELKE DE NATIONALE BUREAUS TOT BETALING VAN DE GEVORDERDE BEDRAGEN HADDEN MOGEN OVERGAAN .

7 HETZELFDE GELDT VOOR EEN DOOR DE RAAD OPGEWORPEN EXCEPTIE VAN LITISPENDENTIE . DE VOOR DE FRANSE ADMINISTRATIEVE RECHTER HANGENDE BEROEPEN STREKKEN TOT NIETIGVERKLARING VAN DE WEIGERING VAN HET TE DEZEN BEVOEGDE NATIONALE BUREAU DE RESTITUTIES TE BETALEN . DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIES ZIJN ONBEVOEGD ZICH OVER DE NIET-CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE GEMEENSCHAP UIT TE SPREKEN . WAAR DE VOOR DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIES EN VOOR HET HOF INGESTELDE VORDERINGEN DERHALVE NAAR ONDERWERP EN RECHTSGRONDSLAG VERSCHEIDEN ZIJN , KUNNEN DE IN HET NATIONALE PROCESRECHT DER VERSCHILLENDE LANDEN ERKENDE BEGINSELEN BETREFFENDE DE LITISPENDENTIE , NIET WORDEN INGEROEPEN TER BETWISTING VAN DE ONTVANKELIJKHEID DER IN CASU BIJ HET HOF INGEDIENDE BEROEPEN .

DE ZAAK TEN PRINCIPALE

8 NU HET HOF IN ZIJN ARREST VAN 19 OKTOBER 1977 REEDS HEEFT VASTGESTELD DAT DE INTREKKING VAN DE RESTITUTIE BIJ DE PRODUKTIE VAN GRITZ VOOR BROUWERIJDOELEINDEN - MET HANDHAVING VAN DE RESTITUTIES VOOR MAISZETMEEL - NIET MET HET GELIJKHEIDSBEGINSEL VERENIGBAAR WAS , RIJST IN DE ONDERHAVIGE ZAKEN ALLEREERST DE VRAAG OF DE GEMEENSCHAP TER ZAKE VAN DIE ONRECHTMATIGHEID KRACHTENS ARTIKEL 215 , TWEEDE ALINEA , VAN HET EEG-VERDRAG AANSPRAKELIJK KAN WORDEN GESTELD .

9 DE VASTSTELLING DAT EEN RECHTENS BESTAANDE SITUATIE WELKE DOOR NORMATIEVE HANDELINGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN HET LEVEN WERD GEROEPEN , NIET RECHTMATIG IS , IS OP ZICHZELF NIET VOLDOENDE OM DE GEMEENSCHAP AANSPRAKELIJK TE DOEN ZIJN . HET HOF HEEFT ZICH IN DIE ZIN REEDS UITGESPROKEN IN HET ARREST , OP 25 MEI 1978 GEWEZEN IN DE GEVOEGDE ZAKEN 83/76 E . A ., BAYERISCHE HNL VERMEHRUNGSBETRIEBE E . A . T . RAAD EN COMMISSIE ( JURISPR . BLZ . 1209 ). HET HOF HERINNERDE AAN ZIJN EIGEN VASTE JURISPRUDENTIE , VOLGENS WELKE DE GE MEENSCHAP TERZAKE VAN EEN NORMATIEVE HANDELING WELKE ECONOMISCHE BELEIDSKEUZEN IMPLICEERT , SLECHTS AANSPRAKELIJK KAN WORDEN GESTELD WANNEER ER SPRAKE IS VAN EEN VOLDOENDE GEKWALIFICEERDE SCHENDING VAN EEN TER BESCHERMING VAN PARTICULIEREN GEGEVEN HOGERE RECHTSREGEL . AAN DE HAND VAN DE BEGINSELEN DIE IN DE RECHTSSTELSELS DER LID-STATEN DE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE OVERHEID - VOOR DOOR NORMATIEVE HANDELINGEN AAN PARTICULIEREN TOEGEBRACHTE SCHADEN - BEHEERSEN , OVERWOOG HET HOF DAT IN EEN GEMEENSCHAPSRECHTELIJK KADER , GEKENMERKT DOOR DE UITOEFENING VAN EEN - VOOR DE UITOEFENING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID ONONTBEERLIJKE - RUIME DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID , DE GEMEENSCHAP SLECHTS AANSPRAKELIJK KAN WORDEN GESTELD IN HET UITZONDERLIJKE GEVAL DAT DE BETROKKEN INSTELLING DE GRENZEN HARER BEVOEGDHEDEN KLAARBLIJKELIJK ERNSTIG HEEFT MISKEND .

10 IN CASU IS ER NAAR ' S HOFS OORDEEL INDERDAAD SPRAKE VAN ZULK EEN KENNELIJKE , ERNSTIGE MISKENNING VAN DE GRENZEN WELKE DE RAAD BIJ DE UITOEFENING VAN DE DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEDEN WAAROVER HIJ IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID BESCHIKT , HAD MOETEN INACHTNEMEN . HET HOF ACHT TE DEZEN DE NAVOLGENDE FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN VAN BELANG .

11 ALLEREERST DIENT TE WORDEN BEDACHT DAT HET GELIJKHEIDSBEGINSEL , ZOALS HET MET NAME IN ARTIKEL 40 , LID 3 , TWEEDE ALINEA , VAN HET EEG-VERDRAG WORDT GEHULDIGD - EN DAT IEDERE DISCRIMINATIE BIJ DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER LANDBOUWMARKTEN VERBIEDT - , TE MIDDEN VAN DE COMMUNAUTAIRE RECHTSREGELEN WELKE TER BESCHERMING VAN DE BELANGEN VAN PARTICULIEREN WERDEN VASTGESTELD , VAN BIJZONDER GEWICHT IS . IN DE TWEEDE PLAATS HEEFT DE MISKENNING VAN DIT BEGINSEL IN CASU EEN BEPERKTE , DUIDELIJK AFGEBAKENDE GROEP VAN ONDERNEMERS GETROFFEN . VERZOEKERS IN DE ONDERHAVIGE ZAKEN EN IN DE ERMEDE PARALLEL LOPENDE ZAKEN 241/78 E . A ., DEUTSCHE GETREIDEVERWERTUNG UND RHEINISCHE KRAFTFUTTERWERKE GMBH E . A . T . RAAD EN COMMISSIE , BLIJKEN DE GEZAMENLIJKE PRODUCENTEN VAN MAISGRITZ IN DE GEMEENSCHAP TE ZIJN . VOORTS GAAT DE DOOR VERZOEKERS GESTELDE SCHADE DE GRENZEN TE BUITEN VAN DE ECONOMISCHE RISICO ' S WELKE AAN DE ONDERNEMERSACTIVITEITEN IN DE BETROKKEN SECTOR INHERENT ZIJN . TENSLOTTE WERD DE BEHANDELING VAN DEZE ONDERNEMERS OP VOET VAN GELIJKHEID MET DE PRODUCENTEN VAN MAISZETMEEL , ZOALS DIE SINDS DE AANVANG VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR GRANEN WAS IN ACHT GENOMEN , DOOR DE RAAD IN 1975 ZONDER AANNEMELIJKE REDENEN DOORBROKEN .

12 ' S RAADS MISKENNING VAN DE GRENZEN , AAN ZIJN DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID GESTELD , SPREEKT TE MEER NU HIJ , NAAR HET HOF IN ZIJN ARREST VAN 19 OKTOBER 1977 OVERWOOG , IN HET GEHEEL NIET IS INGEGAAN OP EEN DOOR DE COMMISSIE IN JUNI 1975 GEDAAN VOORSTEL , STREKKENDE TOT EEN WEDERINVOERING VAN DE GRITZRESTITUTIES - OP GROND DAT HET IN VOORZIENBARE OMSTANDIGHEDEN BIJ GEBREKE VAN ZULKE RESTITUTIES ZOU KUNNEN KOMEN TOT EEN VERSTORING VAN HET EVENWICHT TUSSEN DE KOSTEN WAARTEGEN DE BROUWERIJEN ZICH MET GRITZ ONDERSCHEIDENLIJK MET MAISZETMEEL KUNNEN BEVOORRADEN - .

13 OP GROND VAN EEN EN ANDER IS HET HOF VAN OORDEEL DAT DE GEMEENSCHAP TERZAKE VAN DE IN ' S RAADS VERORDENING NR . 665/75 BESLOTEN LIGGENDE INTREKKING VAN DE GRITZRESTITUTIES AANSPRAKELIJK KAN WORDEN GESTELD .

14 VERVOLGENS DIENT DE SCHADE TE WORDEN BESPROKEN , WELKE AAN DE GRITZPRODUCENTEN DOOR VOORMELDE DISCRIMINATIE IS OPGEKOMEN . DE DOOR VERZOEKERS INGEROEPEN SCHADE VINDT HAAR OORSPRONG IN HET FEIT DAT DE RAAD DE RESTITUTIES HEEFT INGETROKKEN WELKE AAN DE GRITZPRODUCENTEN HADDEN MOETEN WORDEN UITGEKEERD , INDIEN EEN BEHANDELING DIER PRODUCENTEN OP VOET VAN GELIJKHEID MET DE PRODUCENTEN VAN MAISZETMEEL ZOU ZIJN GEEERBIEDIGD . BIJ EEN BEREKENING VAN DE GELEDEN SCHADE ZAL DERHALVE VAN HET RESTITUTIEBEDRAG MOETEN WORDEN UITGEGAAN .

15 DE RAAD HEEFT TEGEN DIE WIJZE VAN BEREKENING INGEBRACHT DAT DE GRITZPRODUCENTEN DE SCHADE IN HUN VERKOOPPRIJZEN ZOUDEN HEBBEN DOORBEREKEND EN DERHALVE DOOR DE INTREKKING DER RESTITUTIES UITEINDELIJK NIET ZOUDEN ZIJN BENADEELD . IN BEGINSEL KAN AAN ZULK EEN TEGENWERPING IN HET KADER VAN EEN AANSPRAKELIJKHEIDSACTIE NIET ZONDER MEER WORDEN VOORBIJGEGAAN . MOCHT DE INTREKKING DER RESTITUTIES INDERDAAD IN DE PRIJZEN ZIJN VERDISCONTEERD , DAN ZOU DE SCHADE NIET AAN DE NIET BETAALDE RESTITUTIES KUNNEN WORDEN AFGEMETEN . DE PRODUCENT ZOU DAN DOOR EEN VERHOGING ZIJNER PRIJZEN IN PLAATS VAN DOOR DE TOEKENNING VAN RESTITUTIES SCHADELOOS ZIJN GESTELD .

16 VERZOEKERS HEBBEN HUNNERZIJDS , BEHALVE VOOR EEN KORTE PERIODE AAN HET BEGIN VAN HET SEIZOEN 1975/1976 , BETWIST HUN SCHADE IN VOEGE ALS DOOR DE RAAD GESTELD TE HEBBEN AFGEWENTELD : OM HET HOOFD TE BIEDEN AAN DE CONCURRENTIE VAN DE ZETMEELPRODUCENTEN AAN WIE DE RESTITUTIES WEL WERDEN UITGEKEERD , ZONDEN ZIJ HET UIT EEN OOGPUNT VAN HANDELSBELEID VERKIESLIJK HEBBEN GEACHT DE GRITZ TEGEN VERLIES TE VERKOPEN - TENEINDE HUN MARKTEN TE BEHOUDEN - IN PLAATS VAN HUN PRIJZEN TE VERHOGEN OP GEVAAR AF HUN MARKTEN TE VERLIEZEN . DE DOOR DE RAAD GESIGNALEERDE PRIJSVERHOGINGEN MOESTEN VOLGENS VERZOEKERS WORDEN TOEGESCHREVEN AAN EEN VERHOGING VAN DE DREMPELPRIJS VOOR MAIS EN AAN DE STIJGING DER PRODUKTIEKOSTEN .

17 PARTIJEN HEBBEN TOT STAVING HUNNER POSITA STATISTIEKEN EN ANDERE GEGEVENS OVERGELEGD . AAN DIE GEGEVENS KUNNEN NIET DE DOOR DE RAAD GEWENSTE CONCLUSIES WORDEN VERBONDEN . VEELEER BLIJKT ERUIT DAT DE PRIJZEN VAN GRITZ EN ZETMEEL IN HET OMSTREDEN TIJDVAK EEN GELIJK OPGAANDE ONTWIKKELING HEBBEN DOORGEMAAKT , TERWIJL DE INTREKKING DER RESTITUTIES VOOR GRITZ ER NIET IN WAS TERUG TE VINDEN . DE ENIGE UITZONDERING BETREFT EEN TIJDVAK DAT DE LAATSTE MAANDEN VAN 1975 EN HET BEGIN VAN 1976 OMSPANT : IN DIE PERIODE ZIJN DE GRITZPRIJZEN OPGETROKKEN NAAR RATO VAN DE NIET UITGEKEERDE RESTITUTIEBEDRAGEN . VERZOEKERS VERKLAARDEN EVENWEL DAT DEZE VERHOGINGEN DOOR DE BROUWERIJEN VOORLOPIG WAREN AANVAARD , OP VOORWAARDE DAT ER IN DE VERKOOPCONTRACTEN EEN CLAUSULE ZOU WORDEN OPGENOMEN WAARIN AAN DE KOPER , VOOR HET GEVAL DAT DE GEMEENSCHAP EEN NIEUWE RESTITUTIE MOCHT TOEKENNEN , HET PROFIJT DAARVAN - EVENTUEEL MET TERUGWERKENDE KRACHT - WORDT TOEGEZEGD .

18 DE AAN VERZOEKERS TE VERGOEDEN SCHADE ZAL DERHALVE MOETEN WORDEN BEREKEND OP EEN BEDRAG , OVEREENKOMENDE MET DE RESTITUTIES WELKE HUN ZOUDEN ZIJN UITGEKEERD , INDIEN MEN IN HET TIJDVAK VAN 1 AUGUSTUS 1975 TOT 19 OKTOBER 1977 WEGENS HET VERBRUIK VAN MAIS VOOR DE FABRICAGE VAN BIERBROUWERIJGRITZ OP DEZELFDE RESTITUTIES AANSPRAAK HAD KUNNEN MAKEN ALS WEGENS HET GEBRUIK VAN MAIS VOOR DE ZETMEELFABRICAGE , MET DIEN VERSTANDE DAT ER EEN UITZONDERING ZAL MOETEN WORDEN GEMAAKT VOOR TER VERVAARDIGING VAN GRITZ GEBRUIKTE HOEVEELHEDEN MAIS , DIE OP GROND VAN OVEREENKOMSTEN WAARBIJ AAN DE KOPER HET PROFIJT VAN EEN EVENTUELE WEDERINVOERING DER RESTITUTIES WERD TOEGEZEGD , ZIJN VERKOCHT TEGEN PRIJZEN DIE MET DE BEDRAGEN DER NIET UITGEKEERDE RESTITUTIES WAREN VERHOOGD .

19 SOMMIGE VERZOEKERS WENSEN ZICH EVENWEL OOK BEWEERDELIJK DOOR HEN GELEDEN NADERE SCHADEN TE ZIEN VERGOED .

20 DIE NADERE SCHADEN ZOUDEN , WAT BETREFT DE TWEE IN NOORD-FRANKRIJK GEVESTIGDE MAISINDUSTRIEEN , MET NAME HEBBEN BESTAAN IN EEN AANZIENLIJKE TERUGGANG VAN DE DOOR HEN AAN BROUWERIJEN VERKOCHTE HOEVEELHEDEN GRITZ . AL BLIJKT UIT DE DOOR VERZOEKERS OVERGELEGDE CIJFERS ONTEGENZEGLIJK VAN TERUGLOPENDE VERKOPEN , AAN HET UITBLIJVEN VAN RESTITUTIES KAN DIE TERUGGANG NAUWELIJKS WORDEN TOEGESCHREVEN . VERZOEKERS HIELDEN , ALS GEZEGD , VOL DAT DE VERKOOPPRIJZEN VAN GRITZ NIET - VANWEGE DE INTREKKING DER RESTITUTIES - WERDEN VERHOOGD . IN ZIJN BESPREKING VAN DE ONTWIKKELING DER PRIJZEN KON HET HOF JUIST VASTSTELLEN , DAT DE GRITZPRODUCENTEN HET VERKIESLIJK HEBBEN GEACHT TEGEN VERLIES TE VERKOPEN - TENEINDE HUN MARKTEN TE BEHOUDEN - IN PLAATS VAN HUN PRIJZEN TE VERHOGEN OP GEVAAR AF HUN MARKTEN TE VERLIEZEN . DAT ER VOOR GRITZ EN ZETMEEL , WAT DE TOEKENNING VAN RESTITUTIES BETREFT , EEN ONGELIJKE BEHANDELING WAS WEGGELEGD , IS DUS IN DE VERKOOPPRIJZEN NIET TOT UITDRUKKING GEKOMEN . WANNEER DE GRITZPRODUCENTEN ONDANKS DIT HANDELSBELEID HUN VERKOPEN ZAGEN ACHTERUITLOPEN , DIENT DE OORZAAK DAARVAN ELDERS DAN IN EEN DOOR DE INTREKKING DER RESTITUTIES TEWEEGGEBRACHTE ONGELIJKHEID WORDEN GEZOCHT .

21 OOK ZIJN ER VERZOEKERS , DIE STELLEN IN NOG ANDER OPZICHT NADERE SCHADE TE HEBBEN GELEDEN . TWEE ONDERNEMINGEN ZAGEN ZICH GENOODZAAKT HUN BEDRIJVEN TE SLUITEN , TERWIJL EEN DERDE ONDERNEMING ZICH GEDWONGEN HEEFT GEZIEN HAAR JAARSTUKKEN OVER TE LEGGEN . DE RAAD HEEFT BETOOGD DAT DE MOEILIJKHEDEN WAARVOOR DEZE ONDERNEMINGEN ZICH ALDUS GEPLAATST ZAGEN , HUN OORSPRONG HEBBEN GEVONDEN IN DE BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN WAARMEDE IEDER HUNNER TE MAKEN HAD , ZOALS DE VEROUDERDE FABRIEKSINSTALLATIES , PROBLEMEN DE LEIDING VAN HET BEDRIJF BETREFFENDE EN FINANCIERINGSPROBLEMEN . DE DESBETREFFENDE , DOOR PARTIJEN TER TERECHTZITTING OVERGELEGDE GEGEVENS GEVEN GEEN UITSLUITSEL OVER DE WARE OORZAKEN VAN DE BEWEERDELIJK GELEDEN NADERE SCHADEN . EVENWEL KAN WORDEN VOLSTAAN MET DE VASTSTELLING , DAT DE MOEILIJKHEDEN WAARVOOR VERZOEKERS ZICH GEPLAATST HEBBEN GEZIEN , ZELFS AL MOCHT HET UITBLIJVEN DER RESTITUTIES ZE HEBBEN VERHAAST , NIET EEN ZODANIG RECHTSTREEKS GEVOLG VAN HET ONRECHTMATIG GEDRAG VAN DE RAAD IS GEWEEST , DAT DE GEMEENSCHAP VOOR DE SCHADE HEEFT OP TE KOMEN . IS DE NIET-CONTRACTUELE OVERHEIDSAANSPRAKELIJKHEID WEGENS NORMATIEVE HANDELINGEN IN HET GEDING , DAN KUNNEN DE AAN HET RECHT DER LID-STATEN GEMEENSCHAPPELIJKE BEGINSELEN BEDOELD IN ARTIKEL 1215 , TWEEDE ALINEA , VAN HET EEG-VERDRAG , NIET WORDEN INGEROEPEN TEN BETOGE DAT ER EEN VERPLICHTING ZOU BESTAAN ALLE NADELIGE GEVOLGEN VAN EEN ONRECHTMATIGE NORMATIEVE SITUATIE , HOE VERWIJDERD OOK , TE VERGOEDEN .

22 DE VORDERINGEN , TOT VERGOEDING VAN NADERE SCHADEN STREKKENDE , KUNNEN DERHALVE NIET WORDEN TOEGEWEZEN .

23 VERZOEKERS HEBBEN HET HOF EEN AANTAL DOCUMENTEN OVERGELEGD , WAARUIT ZOU BLIJKEN VAN DE HOEVEELHEDEN GRITZ WAARVOOR DE SCHADEVERGOEDING ZOU MOETEN WORDEN BETAALD , ALSOOK VAN DE VOOR DIE ZELFDE HOEVEELHEDEN NIET BETAALDE RESTITUTIEBEDRAGEN . HET HOF IS EVENWEL IN DEZE STAND VAN HET GEDING NIET IN STAAT ZICH OVER DE JUISTHEID DEZER GEGEVENS UIT TE SPREKEN . DERHALVE ZIJN TERMEN AANWEZIG BIJ INTERLOCUTOIR ARREST DE MAATSTAVEN VAST TE LEGGEN , WELKE HET HOF VOOR DE VASTSTELLING VAN DE AAN VERZOEKERS TOEKOMENDE SCHADEVERGOEDING ZAL AANLEGGEN , MET DIEN VERSTANDE DAT DE TE VERGOEDEN BEDRAGEN HETZIJ DOOR PARTIJEN IN GEMEEN OVERLEG , HETZIJ - BIJ GEBREKE VANDIEN - DOOR HET HOF ZULLEN WORDEN VASTGESTELD .

Beslissing inzake de kosten


DE GEVORDERDE INTERESTEN

24 VERZOEKERS HEBBEN VOORTS GEVORDERD DAT DE RAAD MET INGANG VAN DE DATA WAAROP DE RESTITUTIES MAANDELIJKS HADDEN MOETEN WORDEN BETAALD , INTERESTEN ZAL BETALEN TOT HET IN FRANKRIJK WETTELIJK GELDENDE PERCENTAGE .

25 WAAR TE DEZEN WORDT GEAGEERD OP GROND VAN DE NIET-CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID , KRACHTENS ARTIKEL 215 , TWEEDE ALINEA , OP DE GEMEENSCHAP RUSTENDE , DIENT DE VORDERING TE WORDEN GETOETST AAN DE IN DAT ARTIKEL BEDOELDE , AAN HET RECHT DER LID-STATEN GEMEENSCHAPPELIJKE BEGINSELEN . BLIJKENS DE BEGINSELEN MAG ER IN DEN REGEL RENTE WORDEN GEVORDERD . IN DE LIJN VAN DE MAATSTAVEN WELKE HET HOF TER BEOORDELING VAN DE SCHADE WENST TE ZIEN AANGELEGD , MOET DE VERPLICHTING TOT BETALING VAN INTERESTEN GEACHT WORDEN TE ZIJN ONTSTAAN OP DE DAG WAAROP DIT ARREST , HOUDENDE VASTSTELLING VAN DE VERPLICHTING TOT SCHADEVERGOEDING , IS GEWEZEN . HET AAN TE HOUDEN RENTE-PERCENTAGE BEDRAAGT 6 % .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE ,

ALVORENS VERDER TE BESLISSEN :

1 . VERSTAAT DAT DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP AAN

1 . P . DUMORTIER FRERES SA TE TOURCOING ,

2 . MAISERIES DU NORD , SA TE MARQUETTE-LEZ-LILLE ,

3 . MOULINS ET HUILERIES DE PONT-A-MOUSSON , SA TE PONT-A-MOUSSON ,

4 . LES MAISERIES DE BEAUCE , SARL TE MARBOUE ,

5 . COSTIMEX , SA TE STRASBOURG ,

6 . ' ' LA PROVIDENCE AGRICOLE DE LA CHAMPAGNE ' ' , SOCIETE COOPERATIVE AGRICOLE TE REIMS ,

EN

7 . MAISERIES ALSACIENNES SA TE COLMAR ,

ZAL BETALEN BEDRAGEN , OVEREENKOMENDE MET DE RESTITUTIES VOLGENS DE PRODUKTIE VAN GRITZ VOOR BIERBROUWERIJEN , WAAROP DE ONDERSCHEIDEN ONDERNEMINGEN AANSPRAAK HADDEN KUNNEN MAKEN , INDIEN MEN IN HET TIJDVAK VAN 1 AUGUSTUS 1975 TOT 19 OKTOBER 1977 WEGENS HET GEBRUIK VAN MAIS VOOR DE FABRICAGE VAN BIERBROUWERIJGRITZ OP DEZELFDE RESTITUTIES AANSPRAAK HAD KUNNEN MAKEN ALS WEGENS HET GEBRUIK VAN MAIS VOOR DE ZETMEELFABRICAGE , MET DIEN VERSTANDE DAT ER EEN UITZONDERING MOET WORDEN GEMAAKT VOOR TER VERVAARDIGING VAN GRITZ GEBRUIKTE HOEVEELHEDEN MAIS , DIE OP GROND VAN OVEREENKOMSTEN WAARBIJ AAN DE KOPER HET PROFIJT VAN EEN EVENTUELE WEDERINVOERING DER RESTITUTIES WERD TOEGEZEGD , ZIJN VERKOCHT TEGEN PRIJZEN DIE MET DE BEDRAGEN DER NIET UITGEKEERDE RESTITUTIES WAREN VERHOOGD .

2 . VERSTAAT DAT OVER DE TE BETALEN BEDRAGEN MET INGANG VAN DE DAG VAN DE UITSPRAAK VAN DIT ARREST 6 % RENTE VERSCHULDIGD IS .

3 . VERSTAAT DAT PARTIJEN BINNEN TWAALF MAANDEN NA DE UITSPRAAK VAN DIT ARREST AAN HET HOF EEN BECIJFERING ZULLEN OVERLEGGEN VAN DE IN GEMEEN OVERLEG VASTGESTELDE SCHADEVERGOEDINGSBEDRAGEN .

4 . VERSTAAT DAT PARTIJEN , MOCHTEN ZIJ ZICH NIET KUNNEN VERENIGEN , BINNEN DIEZELFDE TERMIJN HUN BEREKENINGEN AAN HET HOF ZULLEN DOEN TOEKOMEN .

5 . HOUDT DE UITSPRAAK INZAKE DE KOSTEN AAN .

Top