This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61970CJ0001
Judgment of the Court of 30 June 1970. # Parfums Marcel Rochas Vertriebs-GmbH v Helmut Bitsch. # Reference for a preliminary ruling: Oberlandesgericht Karlsruhe - Germany. # Case 1-70.
Arrest van het Hof van 30 juni 1970.
Parfums Marcel Rochas Vertriebs-GmbH tegen Helmut Bitsch.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Oberlandesgericht Karlsruhe - Duitsland.
Zaak 1-70.
Arrest van het Hof van 30 juni 1970.
Parfums Marcel Rochas Vertriebs-GmbH tegen Helmut Bitsch.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Oberlandesgericht Karlsruhe - Duitsland.
Zaak 1-70.
Jurisprudentie 1970 -00515
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1970:63
ARREST VAN HET HOF VAN 30 JUNI 1970. - PARFUMS MARCEL ROCHAS VERTRIEBS - GMBH TEGEN HELMUT BITSCH. - (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR HET OBERLANDESGERICHT KARLSRUHE). - ZAAK NO. 1/70.
Jurisprudentie 1970 bladzijde 00515
Deense bijz. uitgave bladzijde 00085
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00361
Portugese bijz. uitgave bladzijde 00407
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00055
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
++++
1 . BELEID VAN DE EEG - DE MEDEDINGINGSREGELS - ONDERNEMERSAFSPRAKEN - STANDAARDOVEREENKOMST - AANMELDING - HET GEVOLG DAARVAN STREKT ZICH UIT TOT CONTRACTEN VAN DEZELFDE INHOUD
( VERORDENING VAN DE RAAD NO . 17, ART . 5 )
2 . BELEID VAN DE EEG - DE MEDEDINGINGSREGELS - ONDERNEMERSAFSPRAKEN - BEHOORLIJK AANGEMELDE STANDAARDOVEREENKOMST GESLOTEN VOOR DE INWERKINGTREDING VAN VERORDENING NO . 17 - OVEREENKOMSTEN VAN GELIJKE INHOUD - VOORLOPIGE GELDIGHEID
( VERORDENING VAN DE RAAD NO . 17, ART . 5 )
3 . BELEID VAN DE EEG - DE MEDEDINGINGSREGELS - ONDERNEMERSAFSPRAKEN - BEHOORLIJK AANGEMELDE STANDAARDOVEREENKOMST GESLOTEN VOOR DE INWERKINGTREDING VAN VERORDENING NO . 17 - EEN AAN DE DETAILLISTEN OPGELEGD UITVOERVERBOD DOET AAN DE VOORLOPIGE GELDIGHEID VAN DE OVEREENKOMST NIET AF
( VERORDENING VAN DE RAAD NO . 17, ART . 5 )
4 . BELEID VAN DE EEG - DE MEDEDINGINGSREGELS - EEN OVEREENKOMST GESLOTEN TUSSEN TWEE ONDERNEMINGEN VOOR DE INWERKINGTREDING VAN VERORDENING NO . 17 - AANMELDING VAN EEN STANDAARDOVEREENKOMST IN DE ZIN VAN RUBRIEK II VAN HET FORMULIER B, BIJLAGE TOT VERORDENING NO . 27/62 - DE KWALIFICATIE VAN EEN TUSSEN TWEE ONDERNEMINGEN GESLOTEN OVEREENKOMST ONDERGAAT GEEN WIJZIGING UIT HOOFDE VAN HET FEIT, DAT DIE OVEREENKOMST HAAR PLAATS VINDT IN EEN NET VAN PARALLELLE OVEREENKOMSTEN
( VERORDENING VAN DE RAAD NO . 17, ART . 5 )
1 . DOOR DE ENKELE AANMELDING VAN EEN STANDAARDOVEREENKOMST IS HET MET DE AANMELDING BEOOGDE DOEL BEREIKT OOK TEN AANZIEN VAN DE ANDERE DOOR DEZELFDE ONDERNEMING GESLOTEN OVEREENKOMSTEN VAN IDENTIEKE INHOUD . DE GEVOLGEN DIER AANMELDING MOETEN DERHALVE MEDE TEN GUNSTE VAN LAATSTGENOEMDE OVEREENKOMSTEN GELDEN .
2 . VOOR DE VOORLOPIGE GELDIGHEID DER NA DE INWERKINGTREDING VAN VERORDENING NO . 17 GESLOTEN OVEREENKOMSTEN MOGEN DEZELFDE REGELS WORDEN INGEROEPEN ALS TEN AANZIEN VAN DE - EERDER GESLOTEN EN BEHOORLIJK AANGEMELDE - STANDAARDOVEREENKOMST WAARVAN ZIJ DE GETROUWE REPRODUKTIE VORMEN .
3 . DE CLAUSULE WAARBIJ EEN UITVOERVERBOD WORDT OPGELEGD AAN DETAILLISTEN WIE HET REEDS VERBODEN IS AAN ANDEREN DAN DE RECHTSTREEKSE VERBRUIKERS TE VERKOPEN, KAN AAN DE VOORLOPIGE GELDIGHEID VAN EEN BEHOORLIJK AANGEMELDE OVEREENKOMST NIET AFDOEN .
4 . DE TEN TIJDE VAN DE INWERKINGTREDING VAN VERORDEING NO . 17/62 BESTAANDE OVEREENKOMSTEN, GESLOTEN TUSSEN TWEE ONDERNEMINGEN EN AANGEMELD ALS EEN STANDAARDOVEREENKOMST IN DE ZIN VAN DE RUBRIEK II VAN FORMULIEREN B, BIJLAGE TOT VERORDENING NO . 27/62, MOETEN VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 5 VAN VERORDENING NO . 17/62 WORDEN BESCHOUWD ALS OVEREENKOMSTEN WAARBIJ SLECHTS TWEE ONDERNEMINGEN PARTIJ ZIJN, OOK INGEVAL ZIJ DEEL UITMAKEN VAN EEN NET VAN PARALLELLE OVEREENKOMSTEN .
IN DE ZAAK 1-70
BETREFFENDE HET VERZOEK WAARMEDE HET OBERLANDESGERICHT TE KARLSRUHE ZICH OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 177 VAN HET EEG-VERDRAG TOT HET HOF HEEFT GEWEND TEN EINDE IN HET VOOR EERSTGENOEMDE RECHTER AANHANGIGE GEDING,
PARFUMS MARCEL ROCHAS VERTRIEBS GMBH, MUENCHEN,
TEGEN
HELMUT BITSCH, BREISACH/RHEIN, WALDSTRASSE 18,
EEN PREJUDICIELE BESLISSING TE VERKRIJGEN NOPENS DE INTERPRETATIE VAN ARTIKEL 85 EEG EN DE TER UITVOERING DAARVAN GEGEVEN VOORSCHRIFTEN, WIJST
1 OVERWEGENDE DAT HET OBERLANDESGERICHT KARLSRUHE BIJ BESCHIKKING VAN 10 DECEMBER 1969, BINNENGEKOMEN TER GRIFFIE VAN HET HOF OP 2 JANUARI 1970, OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 177 VAN HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EEG TWEE VRAGEN HEEFT GESTELD NOPENS DE INTERPRETATIE VAN ARTIKEL 85 VAN HET VERDRAG ALSMEDE VAN ENKELE BEPALINGEN DER VERORDENING NO . 17 VAN DE RAAD VAN 6 FEBRUARI 1962;
TEN AANZIEN VAN DE EERSTE VRAAG
2 OVERWEGENDE DAT HET HOF MET DE EERSTE VRAAG WORDT VERZOCHT TE WILLEN BESLISSEN OF LEVERINGSCONTRACTEN MET EEN UITVOERVERBOD, GESLOTEN NA 13 MAART 1962 - DE DATUM WAAROP VERORDENING NO . 17/62 IN WERKING TRAD - EN DIE NIET WERDEN AANGEMELD IN DE ZIN VAN BEDOELDE VERORDENING, VOORLOPIG GELDIG ZIJN WANNEER EEN - V}}R DE INWERKINGTREDING VAN GENOEMDE VERORDENING GESLOTEN - STANDAARDOVEREENKOMST VAN GELIJKE INHOUD MET INACHTNEMING VAN DE IN ARTIKEL 5 DIER VERORDENING VOORGESCHREVEN VORMEN EN TERMIJNEN BIJ DE COMMISSIE WERD AANGEMELD;
3 OVERWEGENDE DAT HET KRACHTENS ARTIKEL 87, PARAGRAAF 2, SUB B ), VAN HET VERDRAG AAN DE RAAD STAAT BIJ VERORDENINGEN OF RICHTLIJNEN DE TOEPASSING TE REGELEN VAN DE BEGINSELEN NEERGELEGD IN DE ARTIKELEN 85 EN 86, DAARBIJ REKENING HOUDEND MET DE NOODZAAK ENERZIJDS EEN DOELTREFFEND TOEZICHT OP DE KARTELS TE VERZEKEREN EN ANDERZIJDS DE ADMINISTRATIEVE CONTROLE ZOVEEL MOGELIJK TE VEREENVOUDIGEN;
DAT MET TOEPASSING VAN DIT VOORSCHRIFT IN DE ARTIKELEN 4 EN 5 VAN VERORDENING NO . 17 WORDT BEPAALD DAT TEN GUNSTE VAN EEN OVEREENKOMST SLECHTS DAN ARTIKEL 85, LID 3, TOEPASSING KAN VINDEN, INDIEN ZIJ VOORAF BIJ DE COMMISSIE WERD AANGEMELD, TERWIJL ARTIKEL 24 VAN DEZELFDE VERORDENING LAATSTGENOEMDE INSTELLING BEVOEGD VERKLAART OM VORM, INHOUD EN OVERIGE BIJZONDERHEDEN VAN DEZE AANMELDINGEN VAST TE STELLEN;
4 DAT DE COMMISSIE TER UITVOERING VAN GENOEMD ARTIKEL 24 BIJ VERORDENING NO . 27/62 VAN 3 MEI 1962 ( PUBLIKATIEBLAD, BLZ . 1118 ) GEWIJZIGD BIJ DE VERORDENINGEN NO . 153/62 VAN 21 DECEMBER 1962 ( PUBLIKATIEBLAD, BLZ . 2918 ) EN NO . 1133/68 VAN 26 JULI 1968 ( PUBLIKATIEBLAD, L 189, 1 ) DE GEGEVENS HEEFT VASTGESTELD WELKE DE AANMELDINGSFORMULIEREN MOETEN BEVATTEN;
DAT IN FORMULIER B, EEN BIJLAGE TOT VERORDENING NO . 27/62, EN IN HET DAARVOOR IN 1968 IN DE PLAATS GETREDEN FORMULIER A/B, ONDER DE RUBRIEK :GEGEVENS OVER DE INHOUD VAN DE OVEREENKOMST, VAN HET BESLUIT OF VAN DE ONDERLING AFGESTEMDE GEDRAGING, IS BEPAALD, DAT WANNEER HET EEN STANDAARDOVEREENKOMST BETREFT : "DAT WIL ZEGGEN EEN OVEREENKOMST WELKE DE ONDERNEMING DIE DE AANMELDING VERRICHT REGELMATIG MET BEPAALDE PERSONEN OF GROEPEN VAN PERSONEN AFSLUIT ( BIJ VOORBEELD EEN OVEREENKOMST WAARBIJ DE VRIJHEID VAN DE ENE PARTIJ TOT HET VASTSTELLEN VAN DE PRIJZEN OF ANDERE HANDELSVOORWAARDEN BIJ DE WEDERVERKOOP VAN GOEDEREN DIE ZIJ VAN DE ANDERE PARTIJ BETROKKEN HEEFT WORDT BEPERKT )", MET DE BIJVOEGING VAN EEN EXEMPLAAR VAN DE STANDAARDOVEREENKOMST KAN WORDEN VOLSTAAN;
DAT ONDER DE RUBRIEK : GEGEVENS OVER DE DEELNEMERS IN DEZE ZELFDE FORMULIEREN NADER WORDT BEPAALD DAT VERMELDING VAN NAAM EN ADRES DER AAN DE OVEREENKOMST DEELNEMENDE ONDERNEMINGEN VOOR DE STANDAARDOVEREENKOMSTEN NIET NODIG IS;
DAT VOORTS DE BIJZONDERHEDEN VAN DE AANMELDING DER STANDAARDOVEREENKOMSTEN VOLGENS BEDOELDE FORMULIEREN MEDE GELDEN VOOR DE VERZOEKEN OM EEN NEGATIEVE VERKLARING IN DE ZIN VAN ARTIKEL 2 VAN VERORDENING NO . 17;
5 DAT DE COMMISSIE DERHALVE HEEFT GEOORDEELD DAT HET AANMELDEN VAN EEN "STANDAARDOVEREENKOMST", HETGEEN MET NAME IN HET BELANG DER ONDERNEMINGEN EEN VERLICHTING VAN DE ADMINISTRATIEVE CONTROLE BETEKENT, VOOR EEN DOELTREFFEND TOEZICHT OP MOGELIJK MET ARTIKEL 85 STRIJDIGE OVEREENKOMSTEN VOLDOENDE IS;
DAT, JUIST UIT HOOFDE VAN HAAR AARD, DE AANMELDING VAN EEN STANDAARDOVEREENKOMST DE AANDACHT VAN DE COMMISSIE VESTIGT OP DE ECONOMISCHE EN JURIDISCHE SAMENHANG, WAARIN DIE OVEREENKOMST MOET WORDEN GEZIEN;
DAT DE COMMISSIE BOVENDIEN KRACHTENS ARTIKEL 11 VAN VERORDENING NO . 17/62 TE ALLEN TIJDE DE VERDERE INLICHTINGEN WELKE ZIJ NODIG ZOU ACHTEN KAN BEKOMEN;
DAT DOOR DE ENKELE AANMELDING VAN EEN STANDAARDOVEREENKOMST HET MET DE AANMELDING BEOOGDE DOEL IS BEREIKT, OOK TEN AANZIEN VAN DE ANDERE DOOR DEZELFDE ONDERNEMING GESLOTEN OVEREENKOMSTEN VAN IDENTIEKE INHOUD;
DAT DE GEVOLGEN DIER AANMELDING DUS MEDE TEN GUNSTE VAN LAATSTGENOEMDE OVEREENKOMSTEN MOETEN GELDEN;
6 OVERWEGENDE DAT DEZE CONCLUSIE EVENZEER GELDT WANNEER HET ALS EEN STANDAARDOVEREENKOMST AANGEMELDE CONTRACT V}}R DE INWERKINGTREDING VAN DE VERORDENING NO . 17 WERD GESLOTEN , TERWIJL DE OVERIGE OVEREENKOMSTEN EERST NADIEN TOT STAND KWAMEN;
DAT, NU VERORDENING NO . 27/62 OP DIT PUNT NIET ONDERSCHEIDT EN DEZE OMSTANDIGHEID AAN DE DOELTREFFENDHEID VAN DE AANMELDING DER STANDAARDOVEREENKOMST NIET KAN AFDOEN, ER GEEN GROND BESTAAT TE ONDERSCHEIDEN WAAR DE TEKST ZULKS EVENMIN DOET;
DAT MITSDIEN VOOR DE GELDIGHEID DER NA DE INWERKINGTREDING VAN VERORDENING NO . 17 GESLOTEN OVEREENKOMSTEN DEZELFDE REGELS MOGEN WORDEN INGEROEPEN ALS TEN AANZIEN VAN DE - EERDER GESLOTEN EN BEHOORLIJK AANGEMELDE - STANDAARDOVEREENKOMST WAARVAN ZIJ DE GETROUWE REPRODUKTIE VORMEN;
7 OVERWEGENDE DAT DE COMMISSIE HEEFT AANGEVOERD DAT, GEZIEN HET FEIT DAT DE GESTELDE VRAAG OVEREENKOMSTEN MET EEN UITVOERVERBOD BETREFT, ACHT MOET WORDEN GESLAGEN OP DIT SPECIFIEKE ELEMENT HETWELK VOLGENS HAAR - NAAR ZIJN AARD - DE VOORLOPIGE GELDIGHEID WAAROP VOOR DIT SOORT OVEREENKOMSTEN AANSPRAAK ZOU KUNNEN WORDEN GEMAAKT, ZAL AANTASTEN;
8 OVERWEGENDE DAT UIT DE VERWIJZINGSBESCHIKKING BLIJKT DAT DE VERBODSCLAUSULE WAAROVER HET HIER GAAT WORDT OPGELEGD AAN DETAILLISTEN WIE HET REEDS VERBODEN IS AAN ANDEREN DAN DE RECHTSTREEKSE VERBRUIKERS TE VERKOPEN;
DAT, ONVERMINDERD DE UITOEFENING VAN DE AAN DE COMMISSIE EX ARTIKEL 85 VAN HET VERDRAG EN DE VERORDENING NO . 17/62 TOEKOMENDE BEVOEGDHEDEN, EEN VERBODSCLAUSULE VAN DEZE DRAAGWIJDTE AAN DE VOORLOPIGE GELDIGHEID VAN EEN BEHOORLIJK AANGEMELDE OVEREENKOMST NIET KAN AFDOEN;
TEN AANZIEN VAN DE TWEEDE VRAAG
9 OVERWEGENDE DAT HET OBERLANDESGERICHT TE KARLSRUHE, VOOR HET GEVAL DE EERSTE VRAAG BEVESTIGEND MOCHT WORDEN BEANTWOORD, VERLANGT TE WETEN OF DE STANDAARDOVEREENKOMST, DIE VOOR EEN GROOT AANTAL INDIVIDUELE CONTRACTEN ALS MODEL HEEFT GEDIEND OF NOG ZAL DIENEN, V}}R 1 NOVEMBER 1962, DAN WEL V}}R 31 JANUARI 1963 MOEST WORDEN AANGEMELD;
10 OVERWEGENDE DAT ARTIKEL 5 VAN VERORDENING NO . 17/62, GELIJK DIT WERD GEWIJZIGD BIJ ARTIKEL 1 VAN VERORDENING NO . 59/62, DE REGELS STELT VOOR DE AANMELDING VAN OVEREENKOMSTEN WELKE TEN TIJDE VAN DE INWERKINGTREDING VAN VERORDENING NO . 17 BESTONDEN EN DAARTOE BEPAALT DAT DEZE OVEREENKOMSTEN V}}R 1 NOVEMBER 1962 MOESTEN WORDEN AANGEMELD, MET UITZONDERING VAN DIE WAARBIJ SLECHTS TWEE ONDERNEMINGEN PARTIJ ZIJN WAARVOOR DE TERMIJN VAN AANMELDING WERD VERLENGD TOT 1 FEBRUARI 1963;
DAT MET DEZE VRAAG WORDT VERZOCHT TE BESLISSEN OF VOOR DE TOEPASSING VAN GENOEMD ARTIKEL 5 EEN AANGEMELDE STANDAARDOVEREENKOMST AL DAN NIET MAG WORDEN BESCHOUWD ALS EEN CONTRACT WAARBIJ SLECHTS TWEE ONDERNEMINGEN PARTIJ ZIJN;
11 OVERWEGENDE DAT DE VERLENGING MET DRIE MAANDEN VOORZIEN TEN BEHOEVE VAN TUSSEN TWEE ONDERNEMINGEN GESLOTEN OVEREENKOMSTEN GEEN ANDERE BETEKENIS HEEFT DAN EEN TEGEMOETKOMING VAN ADMINISTRATIEVE AARD;
DAT EEN OVEREENKOMST HETZIJ TOT LEVERING HETZIJ TOT ALLEENVERTEGENWOORDIGING, TUSSEN TWEE ONDERNEMINGEN GESLOTEN, OOK WANNEER ZIJ DEEL UITMAAKT VAN EEN NET VAN PARALLELLE OVEREENKOMSTEN, DERHALVE VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 5 VAN VERORDENING NO . 17/62 MOET WORDEN BESCHOUWD ALS EEN OVEREENKOMST WAARBIJ SLECHTS TWEE ONDERNEMINGEN PARTIJ ZIJN;
12 DAT DEZE INTERPRETATIE VOORTS NOG STEUN VINDT IN HET FEIT DAT IN VERORDENING NO . 153/62, DIE VOOR BEPAALDE ALLEENVERTEGENWOORDIGINGSOVEREENKOMSTEN WAARBIJ SLECHTS TWEE ONDERNEMINGEN PARTIJ ZIJN EEN VEREENVOUDIGDE AANMELDING INVOERDE, WORDT BEPAALD DAT STANDAARDOVEREENKOMSTEN WELKE BESTEMD ZIJN REGELMATIG DOOR EEN ONDERNEMING MET EEN AANTAL ANDERE TE WORDEN AFGESLOTEN, IN DEZE VORM MOGEN WORDEN AANGEMELD;
13 OVERWEGENDE DAT DE KOSTEN VAN DE COMMISSIE DER EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, DIE HAAR OPMERKINGEN AAN HET HOF HEEFT VOORGELEGD, NIET TERUGVORDERBAAR ZIJN;
DAT DE PROCEDURE TEN AANZIEN VAN PARTIJEN HET KARAKTER DRAAGT VAN EEN INCIDENT IN HET GEDING VOOR HET OBERLANDESGERICHT TE KARLSRUHE EN DE KOSTENBESLISSING DERHALVE AAN LAATSTGENOEMD GERECHT STAAT;
HET HOF VAN JUSTITIE,
UITSPRAAK DOENDE INZAKE DE VRAGEN DOOR HET OBERLANDESGERICHT TE KARSLRUHE IN ZIJN BESCHIKKING VAN 10 DECEMBER 1969 GESTELD, VERKLAART VOOR RECHT :
1 . VOOR DE VOORLOPIGE GELDIGHEID DER NA DE INWERKINGTREDING VAN VERORDENING NO . 17 GESLOTEN OVEREENKOMSTEN MOGEN DEZELFDE REGELS WORDEN INGEROEPEN ALS TEN AANZIEN VAN DE - EERDER GESLOTEN EN BEHOORLIJK AANGEMELDE - STANDAARDOVEREENKOMST WAARVAN ZIJ DE GETROUWE REPRODUKTIE VORMEN;
2 . DE TEN TIJDE VAN DE INWERKINGTREDING VAN VERORDENING NO . 17/62 BESTAANDE OVEREENKOMSTEN, GESLOTEN TUSSEN TWEE ONDERNEMINGEN EN AANGEMELD ALS EEN STANDAARDOVEREENKOMST IN DE ZIN VAN DE RUBRIEK II VAN FORMULIER B, BIJLAGE TOT VERORDENING NO . 27/62, MOETEN VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 5 VAN VERORDENING NO . 17/62, GELIJK DIT WERD GEWIJZIGD BIJ ARTIKEL 1 VAN VERORDENING NO . 59/62, WORDEN BESCHOUWD ALS OVEREENKOMSTEN WAARBIJ SLECHTS TWEE ONDERNEMINGEN PARTIJ ZIJN, OOK IN GEVAL ZIJ DEEL UITMAKEN VAN EEN NET VAN PARALLELLE OVEREENKOMSTEN .