This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52024PC0277
Proposal for a COUNCIL IMPLEMENTING DECISION amending Implementing Decision (EU) (ST 10158/21 INIT; ST 10158/21 ADD 1) of 13 July 2021 on the approval of the assessment of the recovery and resilience plan for Germany
Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10158/21 en ST 10158/21 ADD 1) van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Duitsland
Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10158/21 en ST 10158/21 ADD 1) van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Duitsland
COM/2024/277 final
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 27.6.2024
COM(2024) 277 final
2024/0151(NLE)
Voorstel voor een
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10158/21 en ST 10158/21 ADD 1) van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Duitsland
{SWD(2024) 164 final}
2024/0151 (NLE)
Voorstel voor een
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10158/21 en ST 10158/21 ADD 1) van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Duitsland
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit 1 , en met name artikel 20, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Nadat Duitsland op 28 april 2021 zijn nationale herstel- en veerkrachtplan had ingediend, legde de Commissie de Raad een voorstel voor een positieve beoordeling voor. De Raad keurde de positieve beoordeling goed door middel van het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 2 . Het uitvoeringsbesluit van de Raad is gewijzigd op 14 februari 2023 en 8 december 2023.
(2)Op 30 april 2024 heeft Duitsland bij de Commissie een gewijzigd nationaal herstel- en veerkrachtplan ingediend, met daarin een hoofdstuk REPowerEU, overeenkomstig artikel 21 quater van Verordening (EU) 2021/241.
(3)Op 30 april 2024 heeft Duitsland ook een met redenen omkleed verzoek aan de Commissie gericht om een voorstel in te dienen tot wijziging van het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241 te wijzigen omdat het herstel- en veerkrachtplan wegens objectieve omstandigheden gedeeltelijk niet meer haalbaar is. Op basis hiervan heeft Duitsland een gewijzigd herstel- en veerkrachtplan ingediend. De indiening van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met daarin een hoofdstuk REPowerEU, volgde op een in overeenstemming met het nationale rechtskader uitgevoerd proces van raadpleging van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners, maatschappelijke organisaties, jongerenorganisaties en andere relevante belanghebbenden. De samenvatting van de raadplegingen is samen met het gewijzigde nationale herstel- en veerkrachtplan ingediend. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan beoordeeld in overeenstemming met de in bijlage V bij die verordening opgenomen beoordelingsrichtsnoeren.
Wijzigingen op basis van artikel 21 van Verordening (EU) 2021/241
(4)De wijzigingen van het herstel- en veerkrachtplan die Duitsland op grond van objectieve omstandigheden heeft ingediend, hebben betrekking op acht maatregelen.
(5)Duitsland heeft uitgelegd dat twee maatregelen gedeeltelijk niet meer haalbaar zijn binnen het vastgestelde tijdschema voor de uitvoering, wegens een gebrek aan deskundig IT-personeel. Het tekort aan IT-professionals was eind 2022 aanzienlijk toegenomen door de COVID-19-pandemie. De toegenomen vraag naar IT-professionals in diverse sectoren leidde tot meer concurrentie tussen werkgevers en maakte het lastig voor IT-aanbieders om hun dienstverlening op te schalen. Dit betreft respectievelijk streefdoel 102 van investering 5.1.2 (Programma voor toekomstbestendige ziekenhuizen) in het kader van component 5.1 (Versterking van een pandemisch veerkrachtig gezondheidszorgstelsel) en streefcijfer 113 van hervorming 6.1.2 (Digitalisering van de administratie — tenuitvoerlegging van de wet inzake onlinetoegang) in het kader van component 6.1 (Modern openbaar bestuur). Op deze basis verzocht Duitsland om een verlenging van het tijdschema voor de uitvoering van streefdoel 102, wijziging van streefdoel 113 en toevoeging van een streefdoel 113A, om het deel dat niet langer haalbaar is binnen het vastgestelde tijdschema voor de uitvoering. Het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(6)Duitsland heeft uitgelegd dat één streefdoel niet langer binnen het vastgestelde tijdschema voor uitvoering haalbaar is, omdat de vereisten inzake IT-beveiliging in verband met Russische aanvalsoorlog in Oekraïne zijn toegenomen. Hierbij gaat het om streefdoel 85 van investering 3.1.4 (Modernisering van de onderwijs- en opleidingsfaciliteiten van de federale strijdkrachten) in het kader van component 3.1 (Digitalisering van het onderwijs). Op deze basis heeft Duitsland verzocht om het tijdschema voor streefdoel 85 te verlengen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(7)Duitsland heeft uitgelegd dat één maatregel gedeeltelijk niet meer haalbaar is doordat er minder vraag naar ondersteuning is dan verwacht, dankzij de verbeterde marktsituatie voor leerlingplaatsen en de onverwachte ondersteuning voor leerlingplaatsen door de privésector zelf. Dit betreft streefcijfer 91 van investering 4.1.3 (Ondersteuning van leerlingplaatsen) in het kader van component 4.1 Versterking van de sociale integratie. Op deze basis heeft Duitsland verzocht om zowel uitbetalingsdoelstelling 91 als de kosten van de maatregel neerwaarts bij te stellen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(8)Duitsland heeft uitgelegd dat één maatregel gedeeltelijk niet meer haalbaar is, door de vertraagde bekendmaking van de uitvoeringsverordening waarin overeenkomstig artikel 14 van de verordening inzake één digitale toegangspoort van de EU (SDG-verordening), de benodigde technische specificaties voor een nationale uniforme technische architectuur worden bepaald. Ook moest er een nieuwe nationale IT-architectuur worden gecreëerd om een toereikende IT-infrastructuur te ontwikkelen. Dit betreft de streefdoelen 115 en 116 van hervorming 6.1.3 (Digitalisering van het bestuur — modernisering van registers) in het kader van component 6.1 Modern openbaar bestuur. Op deze basis heeft Duitsland verzocht om het tijdschema voor de uitvoering van streefdoel 115 en streefdoel 116 te verlengen en dat laatste streefdoel ook te wijzigen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(9)Duitsland heeft uitgelegd dat voor de uitvoering van twee maatregelen betere alternatieven bestaan waarmee het oorspronkelijke oogmerk van de maatregel zou kunnen worden verwezenlijkt. Streefdoelen 48A en 48B worden toegevoegd aan investering 1.3.3 (Renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen) in het kader van component 1.3 Klimaatvriendelijke renovatie en bouw. De vertraging in verband met de uitvoering van een beter alternatief betreft streefdoelen 109 en 110 van hervorming 6.1.1 Ecosysteem van de Europese identiteit in het kader van component 6.1 (Modern openbaar bestuur). Op deze basis heeft Duitsland verzocht om streefdoelen 48A en 48B toe te voegen en het tijdschema voor de uitvoering van streefdoelen 109 en 110 te verlengen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(10)Duitsland heeft uitgelegd dat één maatregel gedeeltelijk niet meer haalbaar is omdat een aantal aannemers onverwachts niet in staat bleek zijn verplichtingen na te komen. Dit betreft streefdoel 43 van investering 1.3.1 (Steunprogramma voor de ontwikkeling van een klimaatvriendelijke houtbouw). Op deze basis heeft Duitsland verzocht om streefdoel 43 neerwaarts bij te stellen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(11)De Commissie is van oordeel dat de door Duitsland aangevoerde redenen de wijziging op grond van artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 rechtvaardigen en het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(12)De verdeling van mijlpalen en streefdoelen in termijnen moet worden gewijzigd om rekening te houden met de REPowerEU-toewijzing, de wijzigingen van het plan en het indicatieve tijdschema dat Duitsland heeft gepresenteerd.
Correcties van schrijffouten
(13)In de bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad van juli 2021 zijn 21 schrijffouten vastgesteld, die betrekking hebben op 30 mijlpalen/streefdoelen en op 21 maatregelen van 9 componenten. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet worden gewijzigd ter correctie van schrijffouten die niet de inhoud weerspiegelen van het op 28 april 2021 bij de Commissie ingediende herstel- en veerkrachtplan, zoals overeengekomen tussen de Commissie en Duitsland. Deze schrijffouten betreffen: streefdoel 2 van investering 1.1.1 (Waterstofprojecten in het kader van IPCEI’s); streefdoelen 8, 9 en 10 van investering 1.1.2 (Steunprogramma voor het koolstofarm maken van de industrie); streefdoelen 11 en 13 van investering 1.1.3 (Proefproject voor klimaatactiecontracten op basis van het beginsel van koolstofcontracten voor verschillen); streefdoel 15 van investering 1.1.4 (Projectgerelateerd klimaatbeschermingsonderzoek); streefdoelen 17, 18 en 20 van investering 1.1.5 (Vlaggenschipprojecten voor onderzoek en innovatie in het kader van de nationale strategie voor waterstof) en streefdoel 21c van investering 1.1.6 (Federale steun voor efficiënte warmtenetten) in het kader van component 1.1 (Koolstofarm maken met hernieuwbare waterstof in het bijzonder); streefdoel 23 van investering 1.2.1 (Steun voor de aanleg van oplaadinfrastructuur), streefdoelen 29, 30 en 30A van investering 1.2.3 (Steun voor de vervanging van het particuliere wagenpark) alsook in het kader van component 1.2 (Klimaatvriendelijke mobiliteit); mijlpaal 56 van investering 2.1.3 (IPCEI Next Generation Cloud Infrastructure and Services (IPCEI CIS)) in het kader van component 2.1 (Gegevens als grondstof van de toekomst); streefdoelen 66 en 69 van investering 2.2.3 (Onderzoekscentrum voor digitalisering en technologie van de Bundeswehr) in het kader van component 2.2 (Digitalisering van de economie) alsmede mijlpalen 70, 71, 72 en 72A van investering 2.2.4 (Bevordering van de digitalisering van het spoor door de vervanging van conventionele interlock-/fast-track-programma’s om de uitrol van het “Digital Rail Germany” (SLP) te versnellen) in het kader van component 2.2 (Digitalisering van de economie); streefdoel 77 van investering 3.1.2 (Onderwijsplatform) alsmede streefdoel 80 van investering 3.1.3 (Onderwijscentra van excellentie) in het kader van component 3.1 Digitalisering van het onderwijs; streefdoelen 87 en 88 van investering 4.1.1 (Investeringsprogramma “Kinderfinanciering” 2020/21) en mijlpaal 97 van hervorming 4.1.5 (Digitaal overzicht pensioenen) van component 4.1 Versterking van de sociale integratie; streefdoel 106 van investering 5.1.3 (Speciaal programma ter bespoediging van onderzoek naar en ontwikkeling van dringend noodzakelijke vaccins tegen SARS-CoV-2) in het kader van component 5.1 (Versterking van een pandemisch veerkrachtig gezondheidszorgstelsel) alsmede streefdoel 117 van hervorming 6.2.1 (Gezamenlijk programma van de federale regering en de deelstaten voor een efficiënt bestuur ten behoeve van burgers en bedrijven) in het kader van component 6.2 (Vermindering van belemmeringen voor investeringen). Verder zijn er schrijffouten die betrekking hebben op de beschrijving van investering 1.1.1 (Waterstofprojecten in het kader van IPCEI’s) en de beschrijving van investering 1.1.3 (Proefproject voor klimaatactiecontracten op basis van het beginsel van koolstofcontracten voor verschillen) in het kader van component 1.1. Koolstofarm maken met hernieuwbare waterstof in het bijzonder; de beschrijving van investering 1.2.3 (Steun voor de vervanging van het particuliere wagenpark) van component 1.2 (Klimaatvriendelijke mobiliteit); de beschrijving van investering 1.3.1 (Steunprogramma voor de ontwikkeling van een klimaatvriendelijke houtbouw) in het kader van component 1.3 (Klimaatvriendelijke renovatie en bouw); de beschrijving van investering 2.1.2 (IPCEI Micro-elektronica en communicatietechnologie) alsook de beschrijving van investering 2.1.3 (IPCEI Next Generation Cloud Infrastructure and Services (IPCEI CIS)) in het kader van component 2.1 (Gegevens als grondstof van de toekomst); de beschrijving van investering 2.2.4 (Bevordering van de digitalisering van het spoor door de vervanging van conventionele interlock-/fast-track-programma’s om de uitrol van het “Digital Rail Germany” (SLP) te versnellen) in het kader van component 2.2 (Digitalisering van de economie) en de beschrijving van investering 3.1.1 (programma voor lerarenapparatuur) in het kader van component 3.1 (Digitalisering van het onderwijs); de beschrijving van hervorming 4.1.4 (Onderwijsondersteuning voor leerlingen met een leerachterstand) van component 4.1 (Versterking van de sociale integratie). Deze correcties hebben geen gevolgen voor de uitvoering van de betreffende maatregelen.
Het REPowerEU-hoofdstuk gebaseerd op artikel 21 quater van Verordening (EU) 2021/241
(14)Het REPowerEU-hoofdstuk omvat twee nieuwe hervormingen en twee nieuwe investeringen. De hervormingen overeenkomstig de wet inzake windenergie op land en de wet inzake offshore windenergie helpen de capaciteit voor hernieuwbare energie uit te breiden door regelgevingsprocedures te verbeteren en te stroomlijnen. De investering in een steunprogramma voor lichte en zware bedrijfsvoertuigen zonder emissie en de bijbehorende infrastructuur bevordert de aanschaf van klimaatvriendelijke commerciële voertuigen en de ontwikkeling van de vereiste oplaad- en tankinfrastructuur. Ten slotte is de investering in een digitaal platform voor het versnellen van planning en goedkeuring gericht op het bespoedigen van de plannings- en goedkeuringsprocessen voor e, waarbij gebruik wordt gemaakt van platformen voor het stroomlijnen van administratieve procedures. Deze maatregelen in het kader van het REPowerEU-hoofdstuk zijn opgezet om samen de energie-infrastructuur te versterken en de onmiddellijke veiligheids- en voorzieningsbehoeften te vervullen. Investeringen in windenergie- en waterstofinfrastructuur ondersteunen niet alleen de diversificatie van de energiebronnen maar versterken ook de veerkracht en betrouwbaarheid van het Duitse energiesysteem. De totstandbrenging van een betrouwbare energievoorziening uit diverse, hernieuwbare bronnen leidt tot stabilisering van de energiekosten, en levert in de hele economie voordelen op voor zowel consumenten als producenten. Aangezien kwetsbare groepen vaak een groter deel van hun inkomen besteden aan essentiële voorzieningen als energie, raken prijsstijgingen deze groepen onevenredig hard. Dat deze hervormingen en investeringen de schommelingen in de energieprijzen kunnen helpen afvlakken, heeft dan ook aanzienlijke voordelen voor de meest kwetsbare gemeenschappen. Het REPowerEU-hoofdstuk omvat ook opgeschaalde maatregelen met gevolgen voor maatregel 1.3.3 “Renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen” in het kader van component 1.3 “Klimaatvriendelijke renovatie en bouw”.
Beoordeling door de Commissie
(15)De Commissie heeft het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-plan, beoordeeld aan de hand van de criteria van artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241.
Een evenwichtige respons die bijdraagt tot de zes pijlers
(16)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt a), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.1 van bijlage V daarbij, vormt het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, in hoge mate (score A) een alomvattende en voldoende evenwichtige respons op de economische en sociale situatie en draagt het zodoende bij aan elk van de zes in artikel 3 van die verordening bedoelde pijlers, daarbij rekening houdend met de specifieke uitdagingen van en de financiële toewijzing aan de betrokken lidstaat.
(17)Het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan vormde een alomvattende en voldoende evenwichtige respons op de economische en sociale situatie en droeg zodoende bij aan elk van de zes in artikel 3 van Verordening (EU) 2021/241 bedoelde pijlers, daarbij rekening houdend met de specifieke uitdagingen van en de financiële toewijzing aan Duitsland.
(18)De Commissie is van mening dat de wijziging van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, een aanzienlijk effect heeft op de beoordeling van de bijdrage van het herstel- en veerkrachtplan aan de eerst pijler van de groene transitie, waarvoor de bijdrage beduidend toeneemt. De voorgestelde hervormingen vergroten met name het aandeel hernieuwbare energie in de Duitse energiemix, en de investeringen bevorderen de energie-efficiëntie van gebouwen, dragen bij tot de decarbonisatie van het goederenvervoer over de weg en vereenvoudigen de goedkeuringsprocedures voor een basisdistributienetwerk voor waterstof. De toewijzing voor digitale uitgaven is marginaal afgenomen. Voor de andere pijlers hebben de aard en de omvang van de voorgestelde wijzigingen aan het herstel- en veerkrachtplan geen gevolgen voor de eerdere beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan, aangezien zij in grote mate een alomvattende en voldoende evenwichtige respons op de economische en sociale situatie vormen, en voor de passende bijdrage ervan aan alle zes pijlers die in artikel 3 van Verordening (EU) 2021/241 worden genoemd.
Aanpakken van alle of een significant deel van de in de landspecifieke aanbevelingen vastgestelde uitdagingen
(19)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.2 van bijlage V daarbij, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, naar verwachting bijdragen tot een doeltreffende aanpak van alle of een significant deel van de uitdagingen (score A) die zijn vastgesteld in de tot Duitsland gerichte landspecifieke aanbevelingen, met inbegrip van de begrotingsaspecten, of de uitdagingen die zijn geconstateerd in andere relevante documenten die officieel door de Commissie zijn vastgesteld in het kader van het Europees Semester. Met name houdt het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan rekening met de energiegerelateerde landspecifieke aanbevelingen van 2022 en 2023.
(20)Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, houdt rekening met de algemene beoordeling van de energiegerelateerde landspecifieke aanbevelingen van 2022 en 2023 die formeel door de Raad zijn vastgesteld vóór de beoordeling van het gewijzigde plan door de Commissie.
(21)Na beoordeling van de vooruitgang bij de uitvoering van alle relevante landspecifieke aanbevelingen bij de indiening van het gewijzigde nationale herstel- en veerkrachtplan, stelt de Commissie vast dat er aanzienlijke vooruitgang is geboekt met betrekking tot aanbeveling 2.5 van 2019 inzake het versterken van de voorwaarden voor een hogere salarisgroei.
(22)Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk omvat een uitgebreide lijst hervormingen en investeringen die elkaar versterken en die bijdragen tot een doeltreffende aanpak van alle of een significant deel van de economische en sociale uitdagingen, zoals die door de Raad zijn beschreven in de landspecifieke aanbevelingen aan Duitsland in het kader van het Europees Semester. Het gaat hierbij met name om het beperken van investeringsknelpunten en om modernisering van het openbaar bestuur, alsook om hervormingen en investeringen om de groene en digitale transitie te versnellen. Het helpt ook om de uitdagingen aan te pakken die betrekking hebben op onderwijs, arbeidsmarktparticipatie, arbeidsbelasting en sociaal beleid. Door de bovengenoemde uitdagingen aan te pakken, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan naar verwachting ook bijdragen tot het corrigeren van de onevenwichtigheden waarmee Duitsland te maken heeft, zoals vastgesteld in de aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 in 2019, 2020, 2022 en 2023, die met name verband houden met het aanhoudend grote overschot op de lopende rekening, dat ook de matige investeringen ten opzichte van de besparingen weerspiegelt.
Geen ernstige afbreuk doen
(23)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.4 van bijlage V daarbij, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting waarborgen dat geen enkele erin opgenomen maatregel (score A) voor de uitvoering van hervormingen en investeringsprojecten ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad 3 (het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”).
(24)De veranderingen die bij de herziening van het herstel- en veerkrachtplan zijn aangebracht, met de wijziging van bestaande maatregelen of de invoering van nieuw maatregelen, hebben geen gevolgen voor de positieve beoordeling die met betrekking tot dit beoordelingscriterium is verricht voor het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan. Wat betreft de nieuwe hervormingen en investeringen die aan het REPowerEU-hoofdstuk zijn toegevoegd, heeft Duitsland elke maatregel systematisch getoetst aan hete beginsel van “geen ernstige afbreuk doen”, overeenkomstig de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C58/01). De verstrekte informatie wettigt de conclusie dat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan er naar verwachting voor zal zorgen dat geen enkele maatregel “ernstige afbreuk doet”.
Bijdrage aan de verwezenlijking van de doelstellingen van REPowerEU
(25)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d) bis, van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.12 van bijlage V daarbij, zal het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting daadwerkelijk in hoge mate (score A) bijdragen tot energiezekerheid, de diversificatie van de energievoorziening van de Unie, een toename van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en van de energie-efficiëntie, een verhoging van de opslagcapaciteit voor energie of tot de noodzakelijke vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030.
(26)Het REPowerEU-hoofdstuk draagt daadwerkelijk bij tot het stimuleren van de energie-efficiëntie in gebouwen, het opvoeren van het gebruik van het gebruik van hernieuwbare of fossielvrije waterstof en het versnellen van de uitrol van hernieuwbare energie overeenkomstig artikel 21 quater, lid 3, punt b), van Verordening (EU) 2021/241.
(27)Daarnaast helpt het REPowerEU-hoofdstuk de beperking van de vraag naar energie te stimuleren door middel van verbeteringen op het vlak van energie-efficiëntie, via de geplande opschaling van investeringen in de renovatie van gebouwen (federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen, maatregel 7.1.1), overeenkomstig artikel 21 quater, lid 3, punt d), van Verordening (EU) 2021/241.
(28)Het REPowerEU-hoofdstuk draagt ook bij tot het aanpakken van interne en grensoverschrijdende knelpunten voor energietransmissie en -distributie, het versnellen van de integratie van hernieuwbare energiebronnen en het ondersteunen van emissievrij vervoer en de infrastructuur daarvoor, via de geplande hervormingen inzake windenergie op land en op zee (maatregelen 7.1.4 en 7.1.5) en de geplande investering in een steunprogramma voor lichte en zware bedrijfsvoertuigen zonder emissie (maatregel 7.1.2), overeenkomstig artikel 21 quater, lid 3, punt e), van Verordening (EU) 2021/241.
(29)Het REPowerEU-hoofdstuk draagt ook bij tot de ondersteuning van de bovenstaande doelstellingen door het terugdringen van planning- en vergunningsknelpunten bij energie-infrastructuurprojecten, met name inzake waterstof, via de geplande investering in een digitaal vergunningsplatform (maatregel 7.1.3), overeenkomstig artikel 21 quater, lid 3, punt f), van Verordening (EU) 2021/241.
(30)De maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk zijn derhalve in overeenstemming met de inspanningen van Duitsland om de doelstellingen van artikel 21 quater, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241 te verwezenlijken. Belangrijk zijn met name de bijdragen om interne en grensoverschrijdende knelpunten voor energietransmissie aan te pakken, de energie-efficiëntie van gebouwen te stimuleren en het gebruik van hernieuwbare waterstof en de productie en het gebruik van andere hernieuwbare energiebronnen en vervoer zonder emissies te bevorderen.
(31)De maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk zijn ook in overeenstemming met het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan, aangezien REPowerEU-maatregelen voortbouwen op investeringen in het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan, met name op het vlak van waterstofinfrastructuur en duurzaam vervoer.
Maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie dan wel een grensoverschrijdend of meerlandeneffect
(32)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d) ter, van Verordening (EU) 2021/241 en bijlage V, criterium 2.13, daarbij, zullen de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting in hoge mate (score A) een grensoverschrijdende of meerlandendimensie dan wel een grensoverschrijdend of meerlandeneffect hebben.
(33)In de zin van de gewijzigde Verordening (EU) 2021/241 hebben de maatregelen 7.1.1 (Opschaling) van renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen en maatregel 7.1.3 Digitaal platform voor het versnellen van planning en goedkeuring, en derhalve 100 % van de geraamde kosten daarvan, een grensoverschrijdende of meerlandendimensie dan wel een grensoverschrijdend of meerlandeneffect. Rechtstreekse grensoverschrijdende impact wordt ook verwacht van de hervorming van de wet inzake windenergie op land (7.1.4) en de wet inzake offshore windenergie (7.1.5). Deze maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk zullen bijdragen tot het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en tot het beperken van de vraag naar energie (7.1.1). Als gevolg daarvan zullen de maatregelen, en derhalve het REPowerEU-hoofdstuk als geheel, naar verwachting een positief grensoverschrijdend effect hebben, zoals vastgesteld in de richtsnoeren van de Commissie in het kader van REPowerEU. Bijna alle maatregelen dragen bij tot de vermindering van de vraag naar en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. De geraamde kosten van de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie dan wel een grensoverschrijdend of meerlandeneffect maken 89,6 % uit van de geraamde totale kosten van het REpowerEU-hoofdstuk.
Bijdrage aan de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit
(34)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt e), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.5 van bijlage V daarbij, bevat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, maatregelen die in hoge mate (score A) bijdragen tot de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit, of de aanpak van de daaruit voortvloeiende uitdagingen. De maatregelen ter ondersteuning van de klimaatdoelstellingen zijn goed voor 49,5 % van de totale toewijzing van het herstel- en veerkrachtplan (met inbegrip van REPowerEU). De totale geraamde kosten van de maatregelen ter ondersteuning van de klimaatdoelstellingen zijn goed voor 48,7 % van het REPowerEU-hoofdstuk. Deze percentages zijn berekend volgens de methodologie van bijlage VI bij die verordening. Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2021/241 strookt het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk met de informatie in het nationaal energie- en klimaatplan 2021-2030.
(35)Over het geheel genomen stelt het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan de ambities van het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan ten aanzien van de groene transitie naar boven bij. De toevoeging van een extra financieringsonderdeel aan maatregel 1.3.3. Renovatie van gebouwen: de federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen en de opschaling ervan in het REPowerEU-hoofdstuk, stellen, net als de toevoeging van twee nieuwe hervormingen, nl. de wet inzake windenergie op land (7.1.4) en de wet inzake offshore windenergie (7.1.5), Duitslands ambitie aanzienlijk naar boven bij wat betreft het koolstofvrij maken van gebouwen en het gebruik van hernieuwbare energie. Ook andere aspecten, zoals de bevordering van emissievrij wegvervoer (investering 7.1.2 Steunprogramma voor lichte en zware bedrijfsvoertuigen zonder emissie en de bijbehorende infrastructuur) en de facilitering van geplande waterstofinfrastructuurprojecten om tot netto broeikasgasneutraliteit te komen via een digitaal vergunningsplatform (investering Digitaal platform voor het versnellen van planning en goedkeuring) vergroten de bijdrage aan Duitslands inspanningen om te zorgen voor duurzaam vervoer en de infrastructuur die daarbij hoort, en versnellen de goedkeuring van waterstofinfrastructuurprojecten. Maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk versterken de elementen van het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan die betrekking hebben op de groene transitie. De waterstofinfrastructuurprojecten van het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan (component 1.1) zouden bijvoorbeeld kunnen worden versneld door het digitale vergunningsplatform dat op grond het REPowerEU-hoofdstuk wordt toegevoegd.
(36)De maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk vergroten de bijdrage van het herstel- en veerkrachtplan aan de groene transitie, waaronder de biodiversiteit, aanzienlijk. De ondersteunde maatregelen zullen naar verwachting de broeikasgasemissies en verontreinigende stoffen in de energie-, vervoer- en gebouwensector doen afnemen. In de energiesector zullen de versoepelde toepassing van en goedkeuring voor waterstofinfrastructuurprojecten, alsook de wetgevingshervormingen voor het verhelpen van knelpunten bij de transitie van de sector, door het stroomlijnen van vergunningsprocedures van de wet inzake offshore windenergie en de wet inzake windenergie op land, bijdragen tot de verwezenlijking van de klimaat- en energiedoelstellingen voor 2030 van de Unie en van de klimaatdoelstelling voor 2050. De snellere uitrol van waterstofinfrastructuur is een katalysator voor de groene transitie in de sectoren vervoer en industrie. In de vervoerssector draagt het REPowerEU-hoofdstuk bij tot het koolstofvrij maken van het bedrijfswagenpark. Ten slotte zullen in de bouwsector de renovatiemaatregelen met betrekking tot woongebouwen en de installatie van hernieuwbare verwarmingssystemen het mogelijk maken om te diversifiëren in de richting van duurzamer energiebronnen en het energieverbruik te beperken. De meeste maatregelen zullen naar alle waarschijnlijkheid nevenvoordelen voor de biodiversiteit hebben doordat de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen en broeikasgassen er naar verwachting door zal afnemen.
(37)Uit de maatregelen inzake duurzame waterstof blijkt dat hervormingen en investeringen die bijdragen tot de groene transitie grotendeels complementair zijn met belangrijke hervormingen op nationaal niveau in Duitsland, zoals de nationale waterstofstrategie, en daarmee gecombineerd moeten worden. Andere voorbeelden zijn de diversificatie van de energievoorziening om de energiezekerheid te versterken, de versterking van de toevoer van windenergie om bij te dragen tot lagere elektriciteitsprijzen, en het programma voor efficiënte gebouwen om tot een schoon product te komen; deze voorbeelden zijn stuk voor stuk in overeenstemming met de overkoepelende beleidsdoelstellingen van het nationale energie- en klimaatplan (NECP). De opgeschaalde maatregel betreffende renovatie van gebouwen draagt ook bij tot Duitslands langetermijnrenovatiestrategie.
Bijdrage aan de digitale transitie
(38)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt f), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.6 van bijlage V daarbij, bevat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan maatregelen die in hoge mate bijdragen tot de digitale transitie of die helpen het hoofd te bieden aan de uit die transitie voortvloeiende uitdagingen. De maatregelen ter ondersteuning van de doelstellingen inzake digitalisering zijn goed voor 47,6 % van de totale toewijzing voor het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, berekend volgens de in bijlage VII bij die verordening beschreven methode.
(39)De voorgestelde wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan leidden tot een lichte daling van het percentage van het totale bedrag dat in het kader van het herstel- en veerkrachtplan wordt toegewezen aan de ondersteuning van de doelstellingen inzake digitalisering (van 48,1 % tot 47,5 %), gezien de verlaging van de totale toewijzing ter ondersteuning van leerlingen of stagiairs (maatregel 4.1.3). Het herziene herstel- en veerkrachtplan blijft werk maken van de digitalisering van overheidsdiensten en onderwijs, de digitale transformatie van gezondheidsdiensten en ziekenhuizen, twee IPCEI’s op het gebied van cloudinfrastructuur en microchips, en de digitale transitie van de auto-industrie.
(40)Het REPowerEU-hoofdstuk zal naar verwachting bijdragen aan de digitale transitie en helpen het hoofd te bieden aan de uitdagingen waarmee die transitie gepaard gaat, door bij te dragen tot de digitalisering van de overheidsdiensten op het gebied van planning en goedkeuring van infrastructuur. Overeenkomstig artikel 21 quater, lid 5, van Verordening (EU) 2021/241 mogen hervormingen en investeringen in het REPowerEU-hoofdstuk niet in aanmerking genomen bij de berekening van de totale toewijzing van het plan ten behoeve van het vereiste van het bij die verordening bepaalde digitale streefcijfer.
Blijvende effecten
(41)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt g), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.7 van bijlage V daarbij, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, naar verwachting in hoge mate (score A) een blijvend effect sorteren voor Duitsland.
(42)Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan houdt geen beperking in van de ambitie van het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan als geheel. Er wordt rekening gehouden met de economische situatie tijdens de COVID-19-crisis, verstoringen van de toeleveringsketens, de impact van de Russische aanvalsoorlog in Oekraïne, alsmede enkele onverwachte juridische en technische problemen en de beschikbaarheid van betere alternatieven voor de uitvoering van bepaalde maatregelen. Het plan bevat ook een aanvullende maatregel voor het herstel- en veerkrachtplan en een nieuw REPowerEU-hoofdstuk dat, in aanvulling op de bestaande maatregelen, naar verwachting ook een blijvend positief effect zal hebben op de Duitse economie en de groene transitie verder zal stimuleren. De aanvullende maatregelen zullen naar verwachting met name een blijvende impact hebben op de groene transitie, doordat de energie-efficiëntie van het gebouwenbestand duurzaam zal toenemen, het wagenpark klimaatvriendelijker wordt, en de uitrol wordt vergemakkelijkt van een op hernieuwbare energie gebaseerde elektriciteitsopwekking op land en op zee.
Monitoring en uitvoering
(43)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt h), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.8 van bijlage V daarbij, zijn de in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, voorgestelde regelingen passend (score A) om te zorgen voor de doeltreffende monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het beoogde tijdschema en de beoogde mijlpalen en streefdoelen alsmede de bijbehorende indicatoren.
(44)De voor het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan voorgestelde regelingen blijven van kracht en de eerdere positieve beoordeling blijft ongewijzigd. Het coördinatieorgaan van het federale ministerie van Financiën en de vakministeries zijn verantwoordelijk voor de effectieve uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan. De diverse regelingen die zijn opgezet om te onderhandelen over, vorm te geven aan en in te staan voor een efficiënte en regelmatige uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, zijn geloofwaardig wat betreft het wettelijke mandaat en de bestuurlijke capaciteit. De mijlpalen en streefdoelen van het herstel- en veerkrachtplan vormen een systeem dat geschikt is om toezicht te houden op de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan. De mijlpalen en streefdoelen zijn duidelijk en realistisch, en de indicatoren voor deze mijlpalen en streefdoelen zijn relevant, aanvaardbaar en robuust. De mijlpalen en streefdoelen zijn ook relevant voor reeds voltooide maatregelen die in aanmerking komen uit hoofde van artikel 17, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241. De door de Duitse autoriteiten beschreven controlemechanismen, gegevensverzamelingsmethoden en verantwoordelijkheden lijken voldoende robuust om de uitbetalingsverzoeken op passende wijze te rechtvaardigen, zodra de mijlpalen en streefdoelen op bevredigende wijze zijn bereikt.
Kosten
(45)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt i), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.9 van bijlage V daarbij, is de in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, verstrekte motivering voor het bedrag van de geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan in redelijke mate (score B) redelijk en aannemelijk, strookt het met het kostenefficiëntiebeginsel en staan de kosten in verhouding tot de verwachte nationale economische en sociale gevolgen.
(46)De kosteninformatie die Duitsland heeft verstrekt voor maatregel 1.3.3 Energie-efficiëntie en 4.1.3 Leerlingplaatsen en voor de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk, hebben geen gevolgen voor de score B van het oorspronkelijk herstel- en veerkrachtplan. Duitsland heeft gedetailleerde informatie verstrekt voor de opgeschaalde investering en de maatregelen voor kostenverlaging, alsook voor de drie investeringen in het REPowerEU-hoofdstuk. De geraamde kosten van deze investeringen zijn in overeenstemming met hun aard en type en gaan vergezeld van relevante bewijsstukken en analyses van de kosten. De kosten van de opgeschaalde maatregel in verband met energie-efficiënte renovaties, van de maatregel in verband met een op AI gebaseerd waterstofplatform en van de maatregel in verband met zware bedrijfsvoertuigen zijn goed onderbouwd, redelijk, aannemelijk en omvatten geen kosten die door andere bestaande of geplande EU-financiering worden gedekt. Tot slot stroken de geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan met het kostenefficiëntiebeginsel en staan zij in verhouding tot de verwachte nationale economische en sociale gevolgen.
Samenhang van het herstel- en veerkrachtplan
(47)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt k), van Verordening (EU) 2021/241 en criterium 2.11 van bijlage V daarbij, bevat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, in hoge mate (score A) maatregelen voor de uitvoering van projecten voor hervormingen en overheidsinvesteringen die coherente acties vormen.
(48)De wijziging heeft betrekking op drie componenten en voegt een nieuwe component (7.1) toe, de REPowerEU-component. De wijzigingen van de bestaande componenten veranderen niets aan de algemene samenhang van het herstel- en veerkrachtplan, rekening houdend met de manier waarop de componenten elkaar versterken en aanvullen. De aanvullende component in verband met de doelstellingen van REPowerEU versterkt de algehele samenhang van het herstel- en veerkrachtplan, door maatregelen die de broeikasgasemissies verder terugdringen en het gebruik van hernieuwbare energie bevorderen, wat vooral belangrijk is voor de vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. De wijzigingen versterken elkaar en vullen elkaar aan.
Overige beoordelingscriteria
(49)De Commissie is van oordeel dat de door Duitsland voorgestelde wijzigingen geen invloed hebben op de positieve beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan in uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Duitsland met betrekking tot de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het herstel- en veerkrachtplan aan de hand van de beoordelingscriteria van artikel 19, lid 3, punten c) en i).
Raadplegingsproces
(50)Ter voorbereiding van het REPowerEU-hoofdstuk meldden de Duitse autoriteiten dat er raadplegingen plaatsvonden met de deelstaten, de sociale partners en welzijnsorganisaties en milieuverenigingen, evenals een gezamenlijke discussie met sociale partners en milieuverenigingen. Nadien verwerkten de autoriteiten de feedback van het raadplegingsproces in de opzet voor het REPowerEU-hoofdstuk. Om te zorgen voor draagvlak bij de desbetreffende actoren is het van cruciaal belang dat alle betrokken lokale autoriteiten en belanghebbenden, waaronder de sociale partners, worden betrokken bij de uitvoering van de investeringen en hervormingen die zijn opgenomen in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk.
Positieve beoordeling
(51)De Commissie heeft het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, positief beoordeeld en concludeert dat het herstel- en veerkrachtplan op bevredigende wijze voldoet aan de beoordelingscriteria van Verordening (EU) 2021/241. Nu moeten, overeenkomstig artikel 20, lid 2, van, en bijlage V bij die verordening, de hervormings- en investeringsprojecten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, worden vastgelegd, alsmede de relevante mijlpalen, streefdoelen en indicatoren en het bedrag dat door de Unie ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, in de vorm van niet-terugbetaalbare financiële steun.
Financiële bijdrage
(52)De totale kosten van Duitslands gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, worden geraamd op 32 344 275 666 EUR. Aangezien het bedrag van de geraamde totale kosten van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, hoger is dan de geactualiseerde maximale financiële bijdrage die voor Duitsland beschikbaar is, moet de overeenkomstig artikel 11 berekende financiële bijdrage die aan Duitslands gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, is toegewezen, gelijk zijn aan het totale bedrag van de financiële bijdrage die voor Duitslands gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, beschikbaar is. Dit bedrag is gelijk aan 28 018 501 973 EUR.
(53)Op 30 april 2024 diende Duitsland overeenkomstig artikel 21 bis, lid 5, van Verordening (EU) 2021/241 een verzoek in tot toewijzing van de ontvangsten bedoeld in artikel 21 bis, lid 1, van die verordening, waarvan het aandeel voor iedere lidstaat wordt berekend op basis van de indicatoren in de methode van bijlage IV bis bij Verordening (EU) 2021/241. De totale kosten van de in artikel 21 quater, lid 3, punten b) tot en met f), bedoelde maatregelen die zijn opgenomen in het REPowerEU-hoofdstuk, worden geraamd op 2 444 838 075 EUR. Aangezien dit bedrag groter is dan het toewijzingsaandeel dat voor Duitsland beschikbaar is, moet de aanvullende niet-terugbetaalbare financiële steun die voor Duitsland beschikbaar is, gelijk zijn aan het toewijzingsaandeel. Dit bedrag is gelijk aan 2 086 423 922 EUR.
(54)Voorts diende Duitsland op 27 februari 2023 overeenkomstig artikel 4 bis van Verordening (EU) 2021/1755 4 een met redenen omkleed verzoek in om een deel van zijn resterende voorlopig toegewezen bedrag uit de middelen van de reserve voor aanpassing aan de Brexit, ten belope van 219 739 187 EUR, over te dragen naar de faciliteit. Dit bedrag zou beschikbaar moeten worden gesteld als aanvullende niet-terugbetaalbare financiële steun ter ondersteuning van de hervormingen en investeringen in het REPowerEU-hoofdstuk.
(55)De totale financiële bijdrage die beschikbaar is voor Duitsland, zou 30 324 665 082 EUR moeten bedragen.
(56)Het uitvoeringsbesluit van de Raad (ST 10158/21 en ST 10158/21 ADD 1) van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Duitsland zou daarom dienovereenkomstig moeten worden gewijzigd. Ten behoeve van de duidelijkheid moet de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit volledig worden vervangen,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het uitvoeringsbesluit (EU) van de Raad van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Duitsland wordt als volgt gewijzigd:
1) De tekst van artikel 1 wordt vervangen door:
“Artikel 1
Goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan
De beoordeling van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan van Duitsland op grond van de criteria van artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241 wordt goedgekeurd. De hervormings- en investeringsprojecten in het kader van het herstel- en veerkrachtplan, de regelingen en het tijdschema voor de monitoring en de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van de relevante mijlpalen en streefdoelen, de relevante indicatoren voor het bereiken van de beoogde mijlpalen en streefdoelen, en de regelingen voor volledige toegang door de Commissie tot de relevante onderliggende gegevens worden vastgelegd in de bijlage bij dit besluit.”;
2) In artikel 2 worden de leden 1 en 2 vervangen door:
“1. De Unie stelt een financiële bijdrage ter beschikking van Duitsland in de vorm van niet-terugbetaalbare steun voor een bedrag van 30 324 665 082 EUR 5 . Die bijdrage omvat:
a)een bedrag van 16 291 323 631 EUR dat ter beschikking wordt gesteld om uiterlijk op 31 december 2022 in een juridische verbintenis te worden vastgelegd;
b)een bedrag van 11 727 178 342 EUR dat ter beschikking wordt gesteld om voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 in een juridische verbintenis te worden vastgelegd;
c)een bedrag van 2 086 423 922 EUR 6 , overeenkomstig artikel 21 bis, lid 6, van Verordening (EU) 2021/241, uitsluitend voor maatregelen bedoeld in artikel 21 quater van de verordening, met uitzondering van maatregelen bedoeld in artikel 21 quater, lid 3, punt a);
d)een bedrag van 219 739 187 EUR, overgedragen uit de reserve voor aanpassing aan de Brexit naar de faciliteit.
2. De financiële bijdrage van de Unie wordt door de Commissie aan Duitsland in termijnen beschikbaar gesteld in overeenstemming met de bijlage bij dit besluit. Een bedrag van 2 250 000 000 EUR zal beschikbaar worden gesteld als voorfinanciering overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) 2021/241.
De voorfinanciering en de termijnen mogen door de Commissie worden uitbetaald in een of meerdere tranches. De omvang van de tranches is afhankelijk van de beschikbaarheid van de middelen.”,
3) De bijlage wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit:
Artikel 2
Adressaat
Dit besluit is gericht tot Duitsland.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 27.6.2024
COM(2024) 277 final
BIJLAGE
bij het
Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10158/21 INIT; ST 10158/21 ADD 1) van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Duitsland
{SWD(2024) 164 final}
BIJLAGE
AFDELING 1: HERVORMINGEN EN INVESTERINGEN IN HET KADER VAN HET HERSTEL- EN VEERKRACHTPLAN
Beschrijving van hervormingen en investeringen
A. COMPONENT 1.1: Decarbonisatie met behulp van hernieuwbare waterstof, met name
Het onderdeel van het Duitse herstel- en veerkrachtplan is gericht op de beperking van de klimaatverandering door ernaar te streven de uitstoot van broeikasgassen in de economie te verminderen. De doelstellingen van de component zijn het ondersteunen van het gebruik van waterstof die is geproduceerd met energie uit hernieuwbare bronnen en als primaire doelstelling bij te dragen tot de vermindering van broeikasgasemissies zoals gedefinieerd in het Duitse NECP, met bijzondere aandacht voor de industrie. De component beoogt ook een bijdrage te leveren op het gebied van industriële innovatie en werkgelegenheidsbeleid.
De component ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling over investeringen in de groene transitie en vormt een bouwsteen voor het ontwerp van een schoon, efficiënt en geïntegreerd energiesysteem (landspecifieke aanbeveling 2 in 2019 en landspecifieke aanbeveling 1 in 2020).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).
A.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
1.1.1 investeringen: Waterstofprojecten in het kader van de IPCEI’s
Het doel van de geplande belangrijke waterstofprojecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI’s) 1 is het versnellen van de marktintroductie van waterstof en derivaten daarvan om emissie-intensieve processen koolstofvrij te maken en nieuwe toepassingsgebieden te ontwikkelen in Duitsland en Europa.
De maatregel bestaat uit financiële steun die wordt verleend aan geïntegreerde projecten in de hele waardeketen via geplande IPCEI’s op het gebied van waterstof. Wat de productie betreft, zijn de geplande IPCEI’s gericht op het opbouwen van grote elektrolyse-capaciteit om hernieuwbare waterstof te produceren op locaties waar voldoende hernieuwbare elektriciteit beschikbaar is. Binnen dit kader is het de bedoeling dat er tot 500 MW elektrolyse-capaciteit wordt gebouwd. De infrastructuur is bedoeld om bij te dragen aan de bouw van Duitse en Europese infrastructuur voor waterstoftransport en -opslag.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.
1.1.2 investeringen: Financieringsprogramma voor decarbonisatie in de industrie
Het doel van de maatregel is de industrie te helpen over te schakelen van zeer emissie-intensieve productieprocessen naar processen met een lage uitstoot van broeikasgassen. Meer in het bijzonder is het de bedoeling bedrijven te helpen bij het aanpakken van de uitdagingen van de transitie, die met name verband houden met de hoge kosten en het economische risico van de ontwikkeling van klimaatneutrale technologieën.
Er wordt steun verleend voor onderzoek en ontwikkeling, tests in experimentele of proefinstallaties en investeringen in installaties voor de toepassing en uitvoering van maatregelen op industriële schaal. De steun wordt verleend in de vorm van een gedeeltelijke investeringssubsidie. De maatregel is gericht op ondernemingen in energie-intensieve industrieën met broeikasgasemissies die voortvloeien uit het productieproces dat onder de EU-regeling voor de handel in emissierechten valt (met name staal, cement, kalk, chemicaliën, non-ferrometalen, glas en keramiek). Alleen projecten die leiden tot emissies die aanzienlijk onder de benchmarks van het EU-emissiehandelssysteem liggen, komen in aanmerking voor steun in het kader van de maatregel 2 .
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn. Daarnaast is Duitsland van plan de maatregel na 2026 te verlengen met financiering uit zijn nationale begroting.
1.1.3 investeringen: Proefproject voor klimaatactiecontracten op basis van het beginsel van koolstofcontracten ter verrekening van verschillen
Het doel van de maatregel is, net als voor maatregel 1.1.2, de invoering van nieuwe, schonere productietechnologieën voor energie-intensieve industrieën. De specifieke doelstelling van de maatregel is bedrijven financiële zekerheid te bieden wanneer zij aanzienlijke investeringen in klimaatneutrale technologieën doen en procesgerelateerde broeikasgasemissies die bij de huidige stand van de techniek moeilijk te vermijden zijn, permanent te verminderen.
Er worden klimaatactiecontracten gesloten tussen de overheid en energie-intensieve industrieën om de hogere exploitatiekosten van innovatieve technologieën op te vangen. Deze contracten garanderen een vaste CO2-prijs gedurende een vaste periode voor ondernemingen die in CO2-reductietechnologieën investeren. Het programma is in de eerste plaats gericht op ondernemingen in de staal-, chemische en bouwmaterialenindustrie, waar procesemissies bijzonder moeilijk te vermijden zijn. Alleen projecten die leiden tot emissies die aanzienlijk lager zijn dan de ETS-benchmarks komen in aanmerking voor steun in het kader van de maatregel 3 .
De uitvoering van de investering zal naar verwachting uiterlijk op 31 december 2021 van start gaan en moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid. Daarnaast is Duitsland van plan de maatregel na 2026 te verlengen met financiering uit zijn nationale begroting.
1.1.4 investeringen: Projectgerelateerd klimaatbeschermingsonderzoek
Net als andere maatregelen uit deze component heeft deze maatregel tot doel bij te dragen aan de algemene doelstelling om de economie koolstofvrij te maken in overeenstemming met de doelstellingen voor 2050, maar met een sterkere nadruk op kmo’s en basisindustrieën.
Samenwerkingsprojecten worden ondersteund op de volgende drie gebieden: (I) klimaatbescherming in de industrie, ii) innovatie in kmo’s en iii) klimaatveerkracht. Het eerste gebied is gericht op klimaatbescherming in de basismateriaalindustrie met het oog op de bevordering van industrieel onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe processen die broeikasgasemissies voorkomen. Het tweede aandachtsgebied bestaat uit maatregelen ter ondersteuning van innovatie door kmo’s die bijdragen tot de matiging van de klimaatverandering en energie-efficiëntie. Tot slot zal het derde gebied gericht zijn op steunmaatregelen voor klimaatbestendigheidsprojecten van gemeenten en lokale bedrijven die geassocieerd zijn met onderzoekspartners (universiteiten en niet-universitaire onderzoeksinstellingen).
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
1.1.5 investeringen: Vlaggenschipprojecten voor onderzoek en innovatie in het kader van de nationale waterstofstrategie
Deze maatregel draagt bij tot de algemene doelstelling om de economie koolstofvrij te maken en richt zich specifiek op het aanpakken van belangrijke kwesties in verband met de levering van groene waterstof in het toekomstige energiesysteem.
Wat onderzoek betreft, zal een eerste vlaggenschipinitiatief de uitdagingen van seriële productie van waterelektrolyse-installaties aanpakken. Een tweede vlaggenschipinitiatief is gericht op de geïntegreerde directe offshore-productie van waterstof en derivaten daarvan op zee met behulp van offshore-windenergie. In een derde vlaggenschipinitiatief wordt het potentieel van waterstoftransporttechnologieën onderzocht en beoordeeld.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.
1.1.6 investeringen: Federale steun voor efficiënte warmtenetten
De maatregel bestaat uit financiële steun voor investeringsprojecten om bestaande stadsverwarmingssystemen koolstofvrij te maken, evenals investeringsprojecten voor de aanleg van nieuwe stadsverwarmingsnetwerken, waarbij het aandeel van warmte uit hernieuwbare bronnen en restwarmte wordt vergroot.
Nieuwe stadsverwarmingsnetwerken moeten voor ten minste 75 % uit hernieuwbare energie en restwarmte bestaan. Er worden geen fossiele brandstoffen gefinancierd. Steun in het kader van de regeling wordt alleen verleend voor warmteopwekking uit hernieuwbare energiebronnen, waaronder duurzame biomassa, en restwarmte.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.
A.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor monitoring en uitvoering van niet-terugbetaalbare financiële steun
|
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing
|
Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling |
|||
|
Meeteenheid |
Basislijn |
Doelpunt |
Kwartaal |
Jaar |
||||||
|
1 |
1.1.1 waterstofprojecten in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang |
Mijlpaal |
Afronding van de procedure voor het indienen van blijken van belangstelling |
Bedrijven hebben projectschetsen ingediend |
— |
— |
— |
KWARTAAL 2 |
2021 |
De procedure voor het indienen van blijken van belangstelling is afgerond. Potentiële projecten en projectdeelnemers in Duitsland zijn geïdentificeerd. |
|
2 |
1.1.1 waterstofprojecten in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang |
Mijlpaal |
Uitvaardiging van eerste subsidiebesluiten |
Toekenningsbesluiten |
— |
— |
— |
KWARTAAL 1 |
2022 |
Aan ontvangers/aanvragers zijn subsidietoekenningsbesluiten uitgevaardigd door het Bondsministerie van Economische Zaken en Klimaatactie (BMWK) en het federale ministerie van Digitaal en Vervoer (BMDV), zodat de geselecteerde projecten van start kunnen gaan. |
|
3 |
1.1.1 waterstofprojecten in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang |
Doel |
Vastlegging van ten minste 500 000 000 EUR |
— |
Miljoen EUR |
0 |
500 |
KWARTAAL 2 |
2024 |
Ten minste 500 000 000 EUR is vastgelegd voor waterstofprojecten in overeenstemming met de vastgestelde subsidiebesluiten. |
|
4 |
1.1.1 waterstofprojecten in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang |
Mijlpaal |
Evaluatie van het steunprogramma |
Eerste evaluatieverslag (tussentijds verslag) gepubliceerd |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2025 |
De beoordelaars hebben een eerste evaluatieverslag ingediend, dat een eerste beoordeling van de directe en indirecte effecten van de steun en een beoordeling van de geschiktheid en evenredigheid van de steunmaatregel bevat. In het evaluatieverslag wordt met name het succes beoordeeld in de richting van de ontwikkeling van elektrolytische capaciteiten, de systemische integratie ervan in het energiesysteem (voorkoming van knelpunten in het netwerk), de ontwikkeling van vraaggestuurde infrastructuur en de toepassing van technologieën voor het koolstofvrij maken van waterstof. De beoordelaars beoordelen ook het succes van de invoering van de waterstoftechnologie op de markt en in hoeverre deze relevant is voor het energiesysteem en de energiebehoeften. De evaluatie wordt uitbesteed aan externe en onafhankelijke beoordelaars. |
|
5 |
1.1.1 waterstofprojecten in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang |
Doel |
Vastlegging van 1 500 000 000 EUR |
— |
Miljoen EUR |
0 |
1 500 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Ten minste 1 500 000 000 EUR is vastgelegd voor waterstofprojecten in overeenstemming met de vastgestelde subsidiebesluiten. |
|
6 |
1.1.1 waterstofprojecten in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang |
Doel |
Totstandbrenging van een elektrolysecapaciteit van ten minste 300 MW |
Megawatt |
0 |
300 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Er moet een elektrolysevermogen van ten minste 300 MW worden gecreëerd. |
|
|
7 |
1.1.2 steunprogramma voor decarbonisatie in de industrie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van het financieringsrichtsnoer (Förderrichtlinie)voor decarbonisatie in de industrie |
Inwerkingtreding van het financieringsrichtsnoer |
— |
— |
— |
KWARTAAL 1 |
2021 |
Het richtsnoer is in werking getreden, waardoor bedrijven aanvragen kunnen indienen. |
|
8 |
1.1.2 steunprogramma voor decarbonisatie in de industrie |
Doel |
Uitvaardiging van subsidiebesluiten |
— |
Aantal |
0 |
20 |
KWARTAAL 4 |
2024 |
Subsidiebesluiten zijn genomen aan ontvangers/aanvragers, zodat de geselecteerde projecten van start kunnen gaan. |
|
9 |
1.1.2 steunprogramma voor decarbonisatie in de industrie |
Doel |
Uitbetaling aan de ondersteunde projecten |
— |
Miljoen EUR |
0 |
426.823 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Van de 449 288 000 EUR die aan de maatregel is toegewezen, is ten minste 426 823 000 EUR aan middelen voor de geselecteerde projecten uitbetaald aan de ontvangers. |
|
10 |
1.1.2 steunprogramma voor decarbonisatie in de industrie |
Doel |
Vermindering van broeikasgasemissies in de industrie |
— |
Miljoen ton CO2-equivalent (jaarlijkse ontwijking) |
0 |
1 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
De maatregel heeft geleid tot de vermijding van ten minste 1 miljoen ton CO2-equivalent in 12 opeenvolgende maanden in 2025/2026, zoals blijkt uit de tussentijdse/eindverslagen die de begunstigden aan de projectpromotor hebben toegezonden. In de verslagen wordt aangegeven hoeveel broeikasgasemissies door de uitgevoerde projecten zijn vermeden in vergelijking met de broeikasgasemissies die zonder de interventie zouden hebben plaatsgevonden. De totale broeikasgasemissiereductie die met de maatregel wordt bereikt, wordt samengevat in een afzonderlijk verslag. |
|
11 |
1.1.3 proefproject voor klimaatactieovereenkomsten op basis van het beginsel van koolstofcontracten ter verrekening van verschillen |
Mijlpaal |
Voltooiing van de procedure voor het indienen van blijken van belangstelling voor klimaatveranderingscontracten |
Bedrijven dienen blijken van belangstelling voor klimaatveranderingscontracten in bij het Bondsministerie van Economische Zaken en Klimaatactie (BMWK) |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2021 |
De procedure voor het indienen van blijken van belangstelling is afgerond, waarbij bedrijven blijk hebben gegeven van belangstelling voor steun voor hun projecten via klimaatveranderingscontracten en projecten. |
|
12 |
1.1.3 proefproject voor klimaatactieovereenkomsten op basis van het beginsel van koolstofcontracten ter verrekening van verschillen |
Mijlpaal |
Financieringsrichtsnoer (Förderrichtlinie)voor een proefprogramma inzake klimaatveranderingscontracten op basis van het beginsel van koolstofcontracten ter verrekening van verschillen |
Inwerkingtreding van het financieringsrichtsnoer |
— |
- |
— |
KWARTAAL 3 |
2022 |
Het richtsnoer voor een proefprogramma inzake klimaatveranderingscontracten op basis van het beginsel van Carbon Contracts for Difference is in werking getreden, waardoor bedrijven aanvragen kunnen indienen. |
|
13 |
1.1.3 proefproject voor klimaatactieovereenkomsten op basis van het beginsel van koolstofcontracten ter verrekening van verschillen |
Doel |
Uitbetaling aan de ondersteunde projecten |
— |
Miljoen EUR |
0 |
522, 5 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Van de 550 000 000 EUR die aan de maatregel is toegewezen, is ten minste 522 500 000 EUR aan middelen voor de geselecteerde projecten uitbetaald aan de ontvangers. |
|
14 |
1.1.4 projectgerelateerd onderzoek inzake klimaatbescherming |
Doel |
Goedkeuring van steunaanvragen voor klimaatgerelateerde onderzoeksprojecten |
— |
Aantal goedgekeurde aanvragen |
0 |
45 |
KWARTAAL 4 |
2021 |
De in het kader van de aanbesteding geselecteerde klimaatgerelateerde onderzoeksprojecten zijn goedgekeurd voor financiering. |
|
15 |
1.1.4 projectgerelateerd onderzoek inzake klimaatbescherming |
Doel |
Uitbetaling aan de ondersteunde projecten |
— |
Miljoen EUR |
0 |
57 |
KWARTAAL 4 |
2025 |
Van de 60 000 000 EUR die aan de maatregel is toegewezen, is ten minste 57 000 000 EUR aan middelen voor de geselecteerde projecten uitbetaald aan de ontvangers. |
|
16 |
1.1.4 projectgerelateerd onderzoek inzake klimaatbescherming |
Doel |
Voltooiing van ondersteunde klimaatgerelateerde onderzoeksprojecten |
— |
Aantal |
0 |
45 |
KWARTAAL 4 |
2025 |
De projecten zijn voltooid, zoals blijkt uit de indiening van het eindverslag. |
|
17 |
1.1.5 vlaggenschipprojecten voor onderzoek en innovatie in het kader van de nationale waterstofstrategie |
Mijlpaal |
Publicatie van de wedstrijd „Idea Competition „Hydrogen Republic Germany” (Förderaufruf zum Ideenwettbewerb „Wasserstoffrepublik Deutschland”) |
Publicatie van de wedstrijd op de homepage van het Bondsministerie van Onderwijs en Onderzoek |
— |
— |
— |
KWARTAAL 2 |
2020 |
De wedstrijd, met inbegrip van de toelatingsvoorwaarden, is gepubliceerd op de homepage van het Bondsministerie van Onderwijs en Onderzoek en is opengesteld voor sollicitaties. |
|
18 |
1.1.5 vlaggenschipprojecten voor onderzoek en innovatie in het kader van de nationale waterstofstrategie |
Doel |
Uitvaardiging van subsidiebesluiten |
— |
Aantal uitgevaardigde subsidiebesluiten |
0 |
150 |
KWARTAAL 2 |
2022 |
Subsidiebesluiten zijn genomen aan ontvangers/aanvragers, zodat de geselecteerde projecten van start kunnen gaan. |
|
19 |
1.1.5 vlaggenschipprojecten voor onderzoek en innovatie in het kader van de nationale waterstofstrategie |
Doel |
Voltooiing van de ondersteunde projecten |
— |
Aantal |
0 |
150 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
De projecten zijn voltooid, zoals blijkt uit de beschikbaarheid van het officiële eindverslag. In deze verslagen worden de bereikte resultaten uitvoerig beschreven en vergeleken met de vastgestelde doelstellingen. |
|
20 |
1.1.5 vlaggenschipprojecten voor onderzoek en innovatie in het kader van de nationale waterstofstrategie |
Doel |
Uitbetaling aan de ondersteunde projecten |
— |
Miljoen EUR |
0 |
560 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Van de 700 000 000 EUR die aan de vlaggenschipprojecten is toegewezen, is ten minste 560 000 000 EUR uitbetaald aan de begunstigden. Berekening op basis van daadwerkelijk verrichte betalingen. |
|
21 |
1.1.5 vlaggenschipprojecten voor onderzoek en innovatie in het kader van de nationale waterstofstrategie |
Doel |
Inzet voor vlaggenschipprojecten op het gebied van onderzoek en innovatie |
— |
Miljoen EUR |
0 |
665 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Van de 700 000 000 EUR die aan de vlaggenschipprojecten is toegewezen, is ten minste 665 000 000 EUR vastgelegd. |
|
21A |
1.1.6 federale steun voor efficiënte warmtenetten |
Doel |
Ondertekening van subsidiebesluiten |
— |
Subsidiebesluiten |
0 |
200 |
KWARTAAL 4 |
2023 |
De uitvoerende instantie, BAFA (Bundesamt für Wirtschaft und Ausfuhrkontrolle), heeft 200 subsidiebesluiten ondertekend voor projecten die overeenkomen met de beschrijving van de maatregel. |
|
21B |
1.1.6 federale steun voor efficiënte warmtenetten |
Doel |
Voltooiing van haalbaarheidsstudies en/of transformatieplannen |
— |
Haalbaarheidsstudies en/of transformatieplannen |
0 |
50 |
KWARTAAL 4 |
2024 |
Ten minste 50 haalbaarheidsstudies en/of transformatieplannen zijn voltooid in overeenstemming met de financieringsrichtsnoeren voor efficiënte stadsverwarming vanaf 1 augustus 2022 en ingediend bij de uitvoerende instantie, (Bundesamt für Wirtschaft und Ausfuhrkontrolle) BAFA. |
|
21C |
1.1.6 federale steun voor efficiënte warmtenetten |
Doel |
Uitbetaling aan de ondersteunde projecten |
— |
Miljoen EUR uitbetaald |
0 |
541.5 |
KWARTAAL 2 |
2026 |
Van de 570 000 000 EUR die aan de maatregel is toegewezen, is ten minste 541 500 000 EUR uitbetaald voor de ondersteunde projecten in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel. |
B. COMPONENT 1.2: Klimaatvriendelijke mobiliteit
Het onderdeel van het Duitse herstel- en veerkrachtplan is gericht op de beperking van de klimaatverandering, met bijzondere aandacht voor de vervoerssector.
Het doel van de component is bij te dragen tot een aanzienlijke verminderingvan de CO2-emissies in de vervoerssector. Het heeft specifiek tot doel alternatieve technologieën in de vervoerssector op duurzame wijze tot stand te brengen, deze energie-efficiënter, klimaat- en milieuvriendelijker te maken en zo de energietransitie in het vervoer verder te bevorderen.
Steun voor de marktontwikkeling van elektromobiliteit en de aanvullende investeringen in duurzame mobiliteitstechnologieën zijn ook bedoeld om de transitie naar een klimaatneutrale automobiel- en toeleveringsindustrie te ondersteunen en Duitsland te helpen zijn economie op middellange en lange termijn te versterken.
De component ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling om „investeringen te richten op de groene en digitale transitie, met name duurzaam vervoer, (...) onderzoek en innovatie” (landspecifieke aanbeveling 1 in 2020).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).
B.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
1.2.1 investeringen: Steun voor de aanleg van oplaadinfrastructuur
De algemene uitdaging die met de maatregel wordt aangepakt, is de noodzaak om schone mobiliteitsoplossingen te ontwikkelen om de vervoerssector koolstofvrij te maken. Met deze maatregel wordt met name ingespeeld op de noodzaak om een alomtegenwoordig netwerk van oplaadinfrastructuur voor e-voertuigen te ontwikkelen. Dit is een van de belangrijkste voorwaarden voor het succes van elektromobiliteit, aangezien het huidige gebrek aan oplaadinfrastructuur de aankoop van e-voertuigen belemmert.
De maatregel bestaat uit steun voor oplaadpunten voor gebouwen, met inbegrip van de noodzakelijke netaansluiting van de laadlocatie en de installatie van het laadpunt zelf. De steun wordt verleend in de vorm van projectfinanciering voor een subsidieregeling die wordt beheerd door het Bondsministerie voor Digitaal en Vervoer (BMDV). Zij is van toepassing op zowel openbaar als niet-openbaar toegankelijke laadinfrastructuur.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2025 voltooid zijn.
1.2.2 investeringen: Financiering voor de ontwikkeling van elektromobiliteit
De algemene uitdaging die met deze maatregel wordt aangepakt, is ook de noodzaak om schone mobiliteitsoplossingen te ontwikkelen om de vervoerssector koolstofvrij te maken. Het is met name gericht op de verdere marktontwikkeling van elektromobiliteit en met name op de ontwikkeling van gemeentelijke en commerciële voertuigenparken.
De maatregel bestaat uit financiële steun voor de aankoop van elektrische voertuigen in gemeentelijke en commerciële wagenparken en de nodige oplaadinfrastructuur voor de exploitatie van deze voertuigen. Daarnaast worden toepassingsgerichte onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, de ontwikkeling van projecten voor elektrische mobiliteit (gemeentelijke en commerciële) en elektromobiliteitsconcepten ondersteund. De steun wordt verleend in de vorm van de financiering van een subsidieregeling die wordt beheerd door het Bondsministerie van Digitale Zaken en Vervoer.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2024 voltooid zijn.
1.2.3 investeringen: Steun voor de vervanging van het particuliere wagenpark
De algemene uitdaging die met deze maatregel wordt aangepakt, is dezelfde als voor maatregel 1.2.2. De bevordering van elektromobiliteit is een essentieel onderdeel van de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen van Parijs in de vervoerssector. De maatregel is gericht op de uitdaging van het zeer lage aandeel zuivere e-auto’s in het totale wagenpark (1,2 % in 2020), met name in vergelijking met de 7 miljoen tot 10 miljoen elektrische voertuigen die in het klimaatveranderingsprogramma 2030 zijn gepland.
De maatregel verlaagt de aankoopprijzen van elektrische voertuigen, die doorgaans hoger zijn dan die met interne verbrandingsmotoren, waardoor de markt wordt gestimuleerd. Er wordt uitsluitend steun verleend voor de bevordering van emissievrije voertuigen en plug-in hybriden die minder dan 50 g CO2per km uitstoten.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 maart 2025 voltooid zijn.
Hervorming van1.2.4: Verlenging van de oorspronkelijke registratieperiode voor de verlening van de tienjarige belastingvrijstelling voor puur elektrische voertuigen
De algemene uitdaging die met deze maatregel wordt aangepakt, is dezelfde als voor maatregel 1.2.2. De bevordering van elektromobiliteit is een essentieel onderdeel van de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen van Parijs in de vervoerssector.
De maatregel bestaat uit een belastingvrijstelling van tien jaar vanaf de registratie van een elektrisch voertuig. Zij is beperkt tot zuiver elektrische voertuigen. De vrijstelling geldt voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen.
De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 maart 2026 voltooid.
1.2.5 investeringen: Steun voor de aankoop van bussen met alternatieve aandrijving
De algemene uitdaging die met deze maatregel wordt aangepakt, is dezelfde als voor maatregel 1.2.2. Het doel van de maatregel is de marktcirculatie van bussen op alternatieve brandstoffen in het personenvervoer te ondersteunen. Momenteel worden dieselbussen nog steeds bijna uitsluitend voor busvervoer gebruikt. De verschuiving naar emissiearme bussen moet bijdragen tot een geringere impact op het klimaat en minder luchtverontreiniging.
De maatregel bestaat uit subsidies die worden toegekend op basis van aanbestedingen. De middelen worden voornamelijk gebruikt voor elektrische bussen op batterijen, batterijtrolleybussen, brandstofcelbussen en 100 % op biomethaan aangedreven bussen. Operationeel noodzakelijke infrastructuur en haalbaarheidsstudies over alternatieve aandrijvingen in het openbaar vervoer kunnen ook worden ondersteund. Verwacht wordt dat de financiering van bussen die op biomethaan rijden beperkt zal blijven (het aandeel gasbussen in Duitsland is de afgelopen jaren gestaag gedaald en bedraagt momenteel ongeveer 2 % van alle stadsbussen die in gebruik zijn).
De uitvoering van de maatregel zal naar verwachting in het derde kwartaal van 2021 van start gaan en uiterlijk op 30 september 2026 zijn voltooid.
1.2.6 investeringen: Steun ter bevordering van alternatieve aandrijving per spoor
De uitdaging die met deze maatregel wordt aangepakt, is ook het koolstofvrij maken van de vervoerssector, maar is gericht op het spoor. Momenteel worden ongeveer 3 200 diesellocomotieven gebruikt in het goederenvervoer per spoor; 60 % kan worden ingedeeld als zeer oude voertuigen met hoge CO2-emissies. Deze maatregel is bedoeld om deze bijzonder oude voertuigen te vervangen om te komen tot een aanzienlijke vermindering van deCO2-emissies en luchtverontreinigende stoffen (zoals stikstofoxiden en zwarte koolstof).
De maatregel bestaat uit financiële steun voor de aanschaf van innovatieve spoorvoertuigen (in termen van aandrijflijn) of de omschakeling naar alternatieve motoren met aanzienlijkeCO2-besparingen op niet-geëlektrificeerde lijnen in vergelijking met conventionele dieselvoertuigen. Aanvragen worden geprioriteerd op basis van milieuvoordelen.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2024 voltooid zijn.
1.2.7 investeringen: Bevordering van de sectoren die zich bezighouden met waterstof- en brandstofceltoepassingen in het vervoer
Deze maatregel is bedoeld om bij te dragen tot het koolstofvrij maken van de vervoerssector, in samenhang met component 1.1 decarbonisatie met gebruikmaking van hernieuwbare waterstof in het bijzonder. Het doel is een concurrerende toeleveringsindustrie voor waterstof- en brandstofceltechnologie te ondersteunen. Dit omvat het mogelijk maken van de productie van onderdelen van brandstofcellen en seriële tests van onderdelen en voertuigen op waterstof in Duitsland.
Een nieuw centrum voor waterstoftechnologie en -innovatie richt zich op de waardeketen voor waterstof- en brandstofceltechnologie voor mobiliteitstoepassingen. Het voorziet ook in een faciliteit voor ontwikkeling, certificering en normalisatie, die vanwege het vroege marktstadium en de hoge kosten niet zonder overheidssteun kan worden uitgevoerd. De maatregel biedt ook aanvullende financieringsmogelijkheden voor de voertuig- en toeleveringsindustrie via de bestaande financieringsrichtsnoeren in het nationale innovatieprogramma voor waterstof- en brandstofceltechnologie.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.
B.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
|
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling |
|||
|
Meeteenheid |
Basislijn |
Doelpunt |
Kwartaal |
Jaar |
||||||
|
22 |
1.2.1 steun voor de aanleg van oplaadinfrastructuur |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de financieringsrichtsnoeren |
Twee financieringsrichtsnoeren gepubliceerd in het Bundesanzeiger (Bundesanzeiger) |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2021 |
De twee financieringsrichtsnoeren worden gepubliceerd in het Bundesanzeiger (Bundesanzeiger), zodat in aanmerking komende organisaties/huishoudens aanvragen kunnen indienen bij: (1) „oplaadinfrastructuur voor voor bewoning bestemde gebouwen” en (2) „openbaar toegankelijke oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen”. |
|
23 |
1.2.1 steun voor de aanleg van oplaadinfrastructuur |
Doel |
Uitbreiding van het openbare oplaadnetwerk voor elektrische voertuigen |
— |
Aantal openbaar toegankelijke laadpunten |
0 |
50 000 |
KWARTAAL 4 |
2025 |
Ten minste 50 000 openbaar toegankelijke laadpunten zijn gefinancierd met steun uit de subsidieregeling van het Bondsministerie voor Digitaal en Vervoer (BMDV). |
|
24 |
1.2.1 steun voor de aanleg van oplaadinfrastructuur |
Doel |
Uitbreiding van oplaadpunten in woongebouwen |
— |
Duizend oplaadpunten in woongebouwen |
0 |
689 |
KWARTAAL 4 |
2023 |
Ten minste 689 000 oplaadpunten zijn gefinancierd door de uitbetaling van financiële steun uit de subsidieregeling van het federale ministerie van Digitaal en Vervoer (BMDV). |
|
25 |
1.2.2 financiering voor de ontwikkeling van elektromobiliteit |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de financieringsrichtsnoeren |
Inwerkingtreding van de in het Bundesanzeiger (Bundesanzeiger) gepubliceerde financieringsrichtsnoeren |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2020 |
De financieringsrichtsnoeren voor de ontwikkeling van gemeentelijke en commerciële e-voertuigenparken en oplaadinfrastructuur, alsook de bijbehorende toegepaste O/O-concepten (e-mobiliteitsconcepten/-ontwerpen) en e-mobiliteitsconcepten zijn gepubliceerd in het Bundesanzeiger (Bundesanzeiger), waardoor in aanmerking komende organisaties/huishoudens aanvragen kunnen indienen. |
|
26 |
1.2.2 financiering voor de ontwikkeling van elektromobiliteit |
Doel |
Officiële toezegging van financiële middelen |
— |
Miljoen EUR |
0 |
71.25 |
KWARTAAL 4 |
2022 |
Van de 75 000 000 EUR die aan de maatregel is toegewezen, is ten minste 71 250 000 EUR vastgelegd. |
|
27 |
1.2.2 financiering voor de ontwikkeling van elektromobiliteit |
Doel |
Uitbreiding van gemeentelijke en commerciële e-mobiliteitsvloten |
— |
Aantal e-voertuigen |
0 |
4 000 |
KWARTAAL 2 |
2024 |
Gemeenten, bedrijven en andere in aanmerking komende organisaties hebben financieringsverbintenissen ontvangen voor ten minste 4 000 e-voertuigen met steun van de subsidieregeling. |
|
28 |
1.2.2 financiering voor de ontwikkeling van elektromobiliteit |
Doel |
Voltooiing van voorlopige ontwerpen voor elektromobiliteit |
— |
Aantal voltooide voorlopige ontwerpen voor elektromobiliteit |
0 |
80 |
KWARTAAL 2 |
2024 |
Er zijn ten minste 80 voorontwerpen voor elektromobiliteit voltooid voor gemeenten, bedrijven of andere in aanmerking komende organisaties. |
|
29 |
1.2.3 steun voor de vervanging van het wagenpark van particuliere voertuigen |
Doel |
Steun voor de aankoop van 240 000 elektrische voertuigen |
— |
Aantal gekochte e-voertuigen |
0 |
240 000 |
KWARTAAL 1 |
2021 |
Begunstigden hebben subsidiesteun ontvangen voor de aankoop van in totaal 240 000 elektrische voertuigen op basis van de gewijzigde financieringsrichtsnoeren die op 8 juli 2020 in werking zijn getreden. |
|
30 |
1.2.3 steun voor de vervanging van het wagenpark van particuliere voertuigen |
Doel |
Steun voor de aankoop van nog eens 320 000 elektrische voertuigen |
— |
Aantal gekochte e-voertuigen |
240 000 |
560 000 |
KWARTAAL 4 |
2022 |
Begunstigden hebben subsidiesteun ontvangen voor de aankoop van een (cumulatief) totaal van 560 000 elektrische voertuigen op basis van de gewijzigde financieringsrichtsnoeren die op 8 juli 2020 in werking zijn getreden. |
|
30A |
1.2.3 steun voor de vervanging van het wagenpark van particuliere voertuigen |
Doel |
Steun voor de aankoop van 399 450 elektrische voertuigen |
— |
Aantal gekochte e-voertuigen |
0 |
399 450 |
KWARTAAL 1 |
2025 |
Naast de aankopen waarvoor steun is verleend in het kader van de streefdoelen 29 en 30, is aan begunstigden subsidie uitgekeerd voor de aankoop van 399 450 elektrische voertuigen (PHEV, BEV en FCEV) op basis van de financieringsrichtsnoeren (BAnz 7.7.2020 B2) die op 8 juli 2020 van kracht zijn geworden, alsook richtsnoeren die later van kracht zijn geworden en wijzigingen van die richtsnoeren. |
|
31 |
1.2.4 verlenging van de oorspronkelijke registratieperiode voor de verlening van de tienjarige belastingvrijstelling voor puur elektrische voertuigen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding Zevende Wijzigingswet motorrijtuigenbelasting |
Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding van de Zevende Wijzigingswet motorrijtuigenbelasting |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2020 |
De wijziging van de Wet motorrijtuigenbelasting om de oorspronkelijke registratieperiode voor e-voertuigen te verlengen om de tienjarige belastingvrijstelling te verkrijgen, is in werking getreden. |
|
32 |
1.2.4 verlenging van de oorspronkelijke registratieperiode voor de verlening van de tienjarige belastingvrijstelling voor puur elektrische voertuigen |
Mijlpaal |
Evaluatie van de maatregel |
De maatregel wordt vijf jaar na de inwerkingtreding ervan geëvalueerd in het kader van de Zevende Wet wijziging motorrijtuigenbelasting. |
— |
— |
— |
KWARTAAL 1 |
2026 |
Bij de evaluatie wordt onderzocht of de belastinggrondslagen voor voertuigen naar verwachting in de toekomst stimulansen zullen blijven bieden voor milieu- en klimaatvriendelijke mobiliteit. Daartoe zullen met name de gegevens van de douaneadministratie en het Bundesamt Motor Transport worden gebruikt (zie BT-Drs.19/20978, blz. 16). De evaluatie wordt gepubliceerd. |
|
33 |
1.2.5 steun voor de aankoop van bussen met alternatieve aandrijving |
Mijlpaal |
Publicatie van financieringsrichtsnoeren |
Publicatie in het Bundesanzeiger |
— |
— |
— |
KWARTAAL 3 |
2021 |
De financieringsrichtsnoeren voor de steunregeling voor de aankoop van bussen en touringcars voor personenvervoer met alternatieve aandrijving zijn gepubliceerd in het Bundesanzeiger. |
|
34 |
1.2.5 steun voor de aankoop van bussen met alternatieve aandrijving |
Doel |
Goedkeuring van aanvragen |
— |
Miljoen EUR |
0 |
1 031 |
KWARTAAL 3 |
2025 |
Van de 1 085 000 000 EUR die aan de maatregel is toegewezen, is ten minste 1 031 000 000 EUR aan busaankoopprojecten goedgekeurd, waardoor bestellingen van de desbetreffende bussen mogelijk zijn. |
|
35 |
1.2.5 steun voor de aankoop van bussen met alternatieve aandrijving |
Doel |
Bestellingen van bussen met alternatieve aandrijving |
— |
Aantal bestelde bussen |
0 |
2 800 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Met steun van de regeling zijn ten minste 2 800 bussen met alternatieve aandrijving besteld. |
|
36 |
1.2.6 steun ter bevordering van alternatieve aandrijving per spoor |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de financieringsrichtsnoeren |
Inwerkingtreding |
— |
— |
— |
KWARTAAL 1 |
2021 |
De financieringsrichtsnoeren voor de subsidieregeling ter bevordering van alternatieve aandrijving per spoor zijn in werking getreden, waardoor in aanmerking komende organisaties aanvragen kunnen indienen. |
|
37 |
1.2.6 steun ter bevordering van alternatieve aandrijving per spoor |
Doel |
Goedkeuring van aanvragen |
— |
Miljoen EUR |
0 |
215.65 |
KWARTAAL 3 |
2024 |
Van de 227 000 000 EUR die aan de maatregel is toegewezen, is ten minste 215 650 000 EUR aan projecten voor de aankoop van spoorwegen goedgekeurd, waardoor bestellingen van de desbetreffende spoorvoertuigen mogelijk zijn. |
|
38 |
1.2.6 steun ter bevordering van alternatieve aandrijving per spoor |
Doel |
Volgorde van spoorvoertuigen met alternatieve aandrijving |
— |
Aantal bestelde spoorvoertuigen |
0 |
280 |
KWARTAAL 4 |
2024 |
Ten minste 280 spoorvoertuigen (locomotieven) met een alternatief (voor conventionele dieselaandrijving) zijn besteld, met steun van de regeling, zoals blijkt uit bindende gunningen door de begunstigde van contracten voor de levering van de voertuigen met fabrikanten. |
|
39 |
1.2.7 bevordering van de sectoren die zich bezighouden met waterstof- en brandstofceltoepassingen in het vervoer |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van wijziging tot uitbreiding van bestaande ondersteunende richtsnoeren (Förderrichtlinien) van het nationale programma voor technologische innovatie op het gebied van waterstof en brandstofcellen (NIP) (of, indien onvoldoende gedekt door bestaande ondersteunende richtsnoeren, inwerkingtreding van nieuwe ondersteunende richtsnoeren). |
Publicatie in het Bundesanzeiger |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2021 |
De relevante financieringsrichtsnoeren in het nationale programma voor technologische innovatie op het gebied van waterstof en brandstofcellen (NIP), die momenteel beperkt zijn tot 30 juni 2021, zijn in de tijd verlengd en deze verlenging is in werking getreden. Indien geplande projecten in het kader van de maatregel onvoldoende worden bestreken door bestaande ondersteunende richtsnoeren, worden afzonderlijke ondersteunende richtsnoeren vastgesteld. |
|
40 |
1.2.7 bevordering van de sectoren die zich bezighouden met waterstof- en brandstofceltoepassingen in het vervoer |
Doel |
Goedkeuring van projecten voor de voertuig- en toeleveringsindustrie voor waterstof- en brandstofceltoepassingen in het vervoer |
— |
Aantal goedgekeurde projecten |
0 |
170 |
KWARTAAL 4 |
2025 |
Er zijn ten minste 170 O & O-projecten en marktactiveringsprojecten voor waterstof- en brandstofceltoepassingen in het vervoer goedgekeurd, waardoor met de uitvoering van de gefinancierde projecten kan worden begonnen. |
|
41 |
1.2.7 bevordering van de sectoren die zich bezighouden met waterstof- en brandstofceltoepassingen in het vervoer |
Mijlpaal |
Oprichting van een technologie- en innovatiecentrum voor waterstoftechnologie |
Ten minste gedeeltelijke ingebruikneming van het centrum |
— |
— |
— |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Het technologie- en innovatiecentrum is ten minste gedeeltelijk operationeel, terwijl bijvoorbeeld bouwwerkzaamheden wellicht niet zijn voltooid. De gedeeltelijke exploitatie van het centrum garandeert dat de daadwerkelijke ondersteunende diensten aan bedrijven en belanghebbenden kunnen worden verleend. |
C. COMPONENT 1.3: Klimaatvriendelijk renoveren en bouwen
Het onderdeel van het Duitse herstel- en veerkrachtplan is gericht op de beperking van de klimaatverandering en de energietransitie, met bijzondere aandacht voor energie-efficiënte renovatie.
In de bouwsector streeft Duitsland ernaar de CO2-emissies tegen 2030 metongeveer 40 % te verminderen ten opzichte van het huidige niveau (120 miljoen tonCO 2-equivalent in 2020). Duitsland streeft ernaar tegen 2050 broeikasgasneutraliteit te bereiken, ook voor het gebouwenbestand in Duitsland. Tegelijkertijd moet ervoor worden gezorgd dat bouw en huisvesting betaalbaar blijven.
De klimaatvriendelijke bouw- en renovatiecomponent heeft tot doel bij te dragen tot de verwezenlijking van deze doelstellingen door de energie-efficiëntie en het aandeel hernieuwbare energie in het eindenergieverbruik voor verwarming en koeling in gebouwen te verhogen. Er worden ook begeleidende maatregelen voor de houtbouwsector genomen met het oog op digitalisering, circulariteit en klimaatvriendelijke praktijken, aangezien is vastgesteld dat hout een klimaatvriendelijk en hulpbronnenefficiënt bouwmateriaal kan vormen en kan leiden tot kosteneffectieve en tijdefficiënte bouw- en renovatiemethoden.
De component ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen in verband met de groene transitie, met name schone, efficiënte en geïntegreerde energiesystemen en, indirect, het betaalbaarder maken van huisvesting (landspecifieke aanbeveling 1 in 2019 en landspecifieke aanbeveling 2 in 2020).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).
C.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
1.3.1 investeringen: Steunprogramma voor de ontwikkeling van klimaatvriendelijke houtbouw
Het doel van deze investering is het versnellen van de ontwikkeling, uitrol en verspreiding van innovatieve technologieën, processen, producten en diensten (digitale transformatie) om het gebruik van hout als klimaatvriendelijk bouwmateriaal te bevorderen. De maatregel is ook bedoeld om structurele nadelen en belemmeringen te helpen overwinnen, zodat de bouw met hout op voet van gelijkheid kan worden opgebouwd in grootschalige, meerzijdige bouw. Om de uitdaging van de overdracht van kennis, innovatie en technologie tussen onderzoek en praktijk het hoofd te bieden, is de maatregel er verder op gericht de netwerkvorming tussen bedrijven, de academische wereld en onderzoeksinstellingen op het gebied van klimaatvriendelijk bouwen met hout te verbeteren.
Daartoe richt de maatregel zich op adviesdiensten (analyse, evaluaties en aanbevelingen) die gericht zijn op het vergroten van het gebruik van hout (naaldhout/loofhout) en in verband met digitalisering, diensten- en bedrijfsinnovatie, bedrijfsoptimalisering en recycleerbaarheid van bouwproducten. De maatregel is ook gericht op de ontwikkeling van innovatieclusters in verband met innovatie en de ontwikkeling van klimaatvriendelijke houtbouw. Gezien de structuur van de sector is het de bedoeling dat kmo’s de belangrijkste begunstigden van de steun zijn.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2021 voltooid zijn. Dit komt overeen met de periode waarin projecteigenaren steun kunnen aanvragen.
1.3.2 investeringen: Gemeentelijke levende laboratoria voor de energietransitie
Gemeentelijke levende laboratoria voor de energietransitie verkennen en demonstreren innovatieve oplossingen voor de efficiënte en duurzame energievoorziening van stedelijke wijken. Technologische en niet-technische innovaties worden getest in een reële omgeving en dragen zo bij tot de ontwikkeling van technologie en marktpenetratie, en dienen als blauwdruk voor de daaropvolgende grootschalige uitrol van geïntegreerde oplossingen.
Levende laboratoria (met inbegrip van deze maatregel) zijn een van de sectorale koppelingsmaatregelen van het Duitse nationale energie- en klimaatplan (NECP).
Er worden ten minste vier gezamenlijke projecten voor levende laboratoria uitgevoerd, die ten minste 10 stedelijke wijken bestrijken.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 maart 2026 voltooid zijn.
1.3.3 investeringen: Renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen
Deze investeringsmaatregel is gericht op steun voor de energie-efficiënte renovatie van voor bewoning bestemde gebouwen. Het bestaat uit twee onderdelen die gericht zijn op i) volledige renovatieprogramma’s en ii) individuele maatregelen.
Het eerste onderdeel van de maatregel moet gemiddeld ten minste een middelmatige renovatie tot stand brengen zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie betreffende de renovatie van gebouwen 4 . Gezien de huidige staat van het woningbestand en de minimumeis om steun te krijgen in het kader van de maatregel (het gerenoveerde gebouw moet ten minste energieklasse 100 halen) wordt er met name naar gestreefd gemiddeld minimaal 45 % van de vraag naar primaire energie te besparen en mogelijk aanzienlijk meer (70 % besparingen) te realiseren door middel van bonussen voor hernieuwbare energie en betere energie-efficiëntieklassen.
Het tweede onderdeel ondersteunt individuele maatregelen. Dit onderdeel is gericht op steun voor de energie-efficiënte renovatie van voor bewoning bestemde gebouwen voor de volgende afzonderlijke maatregelen: bouwschil, systeemtechnologie (zonder verwarming), zonnecollectoren, verwarmingssystemen op biomassa, elektrische warmtepompen en een combinatie van deze categorieën. Bovendien wordt de steun uitgebreid tot een financieringspremie van 10 % voor de uitwisseling van functionerende olie- en kolengestookte verwarmingsketels die ouder zijn dan 20 jaar voor bovengenoemde verwarmingselementen. Interventies die niet in het kader van de maatregel worden ondersteund, zijn de vervanging van verwarming op basis van steenkool/olie door hybride gas- of gascondensatieketels, en de aansluiting op stadsverwarmingsnetwerken.
De uitvoering van de maatregel in het kader van het Duitse herstel- en veerkrachtplan zal naar verwachting uiterlijk op 1 januari 2021 van start gaan en uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid. Daarnaast is Duitsland van plan de maatregel na 2026 te verlengen met financiering uit zijn nationale begroting.
C.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
|
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling |
|||
|
Meeteenheid |
Basislijn |
Doelpunt |
Kwartaal |
Jaar |
||||||
|
42 |
Steunprogramma 1.3.1 voor de ontwikkeling van een klimaatvriendelijke houtbouwsector |
Mijlpaal |
Financieringsrichtsnoeren voor de bevordering van klimaatvriendelijke houtbouw |
Publicatie in het Bundesanzeiger (Bundesanzeiger) en inwerkingtreding van de financieringsrichtsnoeren |
— |
— |
— |
KWARTAAL 1 |
2021 |
De richtsnoeren zijn gepubliceerd in het Bundesanzeiger (Bundesanzeiger), waardoor bedrijven en in aanmerking komende organisaties financiering kunnen aanvragen. |
|
43 |
Steunprogramma 1.3.1 voor de ontwikkeling van een klimaatvriendelijke houtbouwsector |
Doel |
Goedkeuring van projecten in verband met de ontwikkeling van klimaatvriendelijke houtbouw |
— |
Aantal goedgekeurde projecten |
0 |
17 |
KWARTAAL 2 |
2022 |
Er zijn ten minste 17 projecten goedgekeurd, zodat de begunstigden met de uitvoering ervan kunnen beginnen. |
|
44 |
1.3.2 levende gemeentelijke laboratoria voor de energietransitie |
Doel |
Goedkeuring van „levende laboratoria” -projecten |
— |
Aantal goedgekeurde projecten |
0 |
4 |
KWARTAAL 4 |
2023 |
Ten minste vier gezamenlijke projecten voor levende laboratoria zijn goedgekeurd door middel van een subsidiebesluit, zodat met de uitvoering ervan kan worden begonnen. |
|
45 |
1.3.2 levende gemeentelijke laboratoria voor de energietransitie |
Doel |
Voltooiing van stadswijkprojecten |
— |
Aantal |
0 |
10 |
KWARTAAL 1 |
2026 |
Innovatieve installaties voor efficiënte en duurzame energievoorziening zijn getest en zijn operationeel in 10 stedelijke wijken. De 10 uitgevoerde nabuurschapsprojecten zorgen aantoonbaar voor een vermindering van de vraag naar primaire energie in vergelijking met de conventionele energievoorziening voor gebouwen, en dragen zo bij tot het koolstofvrij maken van de bouwsector. |
|
46 |
1.3.3 renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen |
Mijlpaal |
Financieringsrichtsnoeren voor de ondersteuning van energie-efficiënte renovatie van gebouwen |
Publicatie van de financieringsrichtsnoeren in het Bundesanzeiger (Bundesanzeiger) |
— |
— |
— |
KWARTAAL 3 |
2021 |
De richtsnoeren zijn gepubliceerd, zodat huishoudens en in aanmerking komende organisaties financiering kunnen aanvragen. |
|
47 |
1.3.3 renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen |
Doel |
Voltooiing van energie-efficiënte renovaties van 10 000 wooneenheden. |
— |
Aantal gerenoveerde wooneenheden |
0 |
10 000 |
KWARTAAL 4 |
2024 |
In het kader van de steunregeling zijn ten minste 10 000 wooneenheden gerenoveerd; de desbetreffende werkzaamheden zijn volledig uitgevoerd en de desbetreffende subsidies zijn uitbetaald. |
|
48 |
1.3.3 renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen |
Doel |
Voltooiing van energie-efficiënte renovaties van nog eens 30 000 wooneenheden |
— |
Aantal |
10 000 |
40 000 |
KWARTAAL 2 |
2026 |
In het kader van de steunregeling zijn ten minste 40 000 wooneenheden gerenoveerd; de desbetreffende werkzaamheden zijn volledig uitgevoerd en de desbetreffende subsidies zijn uitbetaald. |
|
48 BIS |
1.3.3 renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen |
Doel |
Tussentijdse doelstelling voor voltooide individuele renovatiemaatregelen voor energie-efficiënte gebouwen |
Voltooide individuele renovatiemaatregelen |
0 |
55 000 |
KWARTAAL 4 |
2024 |
Ten minste 55 000 individuele renovatiemaatregelen zijn voltooid. |
|
|
48 B |
1.3.3 renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen |
Doel |
Einddoel voor voltooide individuele renovatiemaatregelen voor energie-efficiënte gebouwen |
Voltooide individuele renovatiemaatregelen |
55 000 |
145 000 |
KWARTAAL 2 |
2026 |
In totaal zijn ten minste 145 000 individuele renovatiemaatregelen voltooid. |
|
D. COMPONENT 2.1: Data als grondstof van de toekomst
De doelstellingen van deze component van het Duitse herstel- en veerkrachtplan zijn het ondersteunen van de transitie naar een veilige en dynamische data-economie door de bevordering van datagestuurde innovatie in het kader van de datastrategie die de Duitse federale regering op 27 januari 2021 5 heeft aangenomen, alsook door middel van investeringen in onderzoek, ontwikkeling, innovatie en de eerste industriële uitrol op strategische technologische gebieden die verband houden met de verwerking van gegevens (micro-elektronica en cloudinfrastructuren en -diensten van de volgende generatie) in het kader van grote meerlandeninitiatieven.
De component ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen inzake investeringen in de digitale transitie (landspecifieke aanbeveling 1 in 2019 en landspecifieke aanbeveling 2 in 2020).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).
D.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
Hervorming van 2.1.1: Innovatief gegevensbeleid voor Duitsland
De doelstelling van de maatregel is het delen en innovatief gebruik van gegevens te bevorderen. Het is met name gericht op het aanpakken van het gebrek aan infrastructuur, datageletterdheid, stimulansen voor het delen van gegevens en stimulansen om in de data-economie te investeren.
De investering bestaat uit de ondersteuning van projecten die voornamelijk via oproepen tot het indienen van voorstellen worden geselecteerd en die de volgende activiteiten omvatten:
-netwerken en onderzoek naar en ontwikkeling van software voor high-performance computing;
-proefprojecten/gebruikcases/echte laboratoria („testomgevingen voor regelgevingsgegevens”) voor het testen en wetenschappelijk monitoren van modellen voor gegevensverspreiding;
-een onderzoeksnetwerk van zes levende laboratoria dat onderzoek doet naar de depersonalisering van gegevens op bepaalde toepassingsgebieden, zoals gezondheidszorg, automobielindustrie, detailhandel en productie;
-onderzoeksprojecten op het gebied van technologieën om gegevens te anonimiseren;
-acties die gericht zijn op de ontwikkeling van datageletterdheid op verschillende wetenschapsgebieden (met inbegrip van die welke minder data-intensief zijn);
-laboratoria voor gegevenswetenschap die verbonden zijn met de nationale infrastructuur voor onderzoeksgegevens;
-ondersteuning van jonge onderzoekers op het gebied van datawetenschap;
-ondersteuning van universiteiten bij het hergebruik, de uitwisseling en het beheer van onderzoeksgegevens;
-monitoring van de gegevensvaardigheden van de Duitse bevolking;
-cursussen op het gebied van datageletterdheid voor studenten en andere lerenden;
-onderzoek en innovatie op het gebied van architecturen, instellingen en ruimten voor de gegevensmaatschappij;
-ontwikkeling van een vrij beschikbare toolbox voor meer gegevensgeletterdheid; en
-een proefproject inzake samenwerking op het gebied van gegevens in de voedselwaardeketen.
Er wordt ook steun verleend voor een specifieke reeks acties die gericht zijn op het verbeteren van de gegevensgeletterdheid en het gegevensgebruik in de federale overheid. Deze maatregelen omvatten met name:
-de inventarisatie en analyse van de maatregelen die reeds zijn genomen om de gegevensgeletterdheid te verbeteren;
-het in kaart brengen van de gegevenscompetentie bij overheidsdiensten;
-de oprichting van Chief Data Scientists of soortgelijke functies in federale ministeries;
-de oprichting en versterking van interne gegevenslaboratoria en datacentra in federale ministeries en agentschappen, waaronder met name het ministerie van Buitenlandse Zaken, het federale ministerie van Onderwijs en Onderzoek, het Federaal Milieuagentschap, het federale ministerie van Defensie, het federale ministerie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling, het Federaal Instituut voor veiligheid en gezondheid op het werk en de Duitse onderneming voor internationale samenwerking; en
-de oprichting van een digitale academie in de federale academie voor openbaar bestuur, waarin alle opleidingsmogelijkheden ter ondersteuning van digitalisering worden samengebracht.
De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2025 voltooid.
2.1.2 investeringen: IPCEI Microelektronica en communicatietechnologieën
Het doel van de maatregel is bij te dragen tot een grensoverschrijdend initiatief dat erop gericht is de Europese Unie te voorzien van capaciteiten op het gebied van het ontwerpen van elektronica en de uitrol van de volgende generatie betrouwbare processoren met een laag vermogen en andere elektronische componenten.
Het initiatief wordt uitgevoerd via een gepland belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI) 6 .
De investering bestaat in het verlenen van steun aan Duitse deelnemers aan projecten die in het kader van het geplande IPCEI moeten worden uitgevoerd.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.
2.1.3 investeringen: IPCEI Next Generation Cloud Infrastructure and Services (IPCEI CIS)
Het doel van de maatregel is bij te dragen tot een grootschalig grensoverschrijdend initiatief ter bevordering van de ontwikkeling en eerste industriële toepassing van slimme cloud- en edgeoplossingen die zeer innovatief, volledig interoperabel, zeer veilig en energie-efficiënt zijn en volledig in overeenstemming zijn met gegevensbescherming.
Het initiatief wordt uitgevoerd via een gepland IPCEI.
De investering bestaat in het verlenen van financiële steun aan Duitse deelnemers aan projecten die in het kader van het geplande IPCEI moeten worden uitgevoerd.
De selectiecriteria zorgen ervoor dat meer dan 50 % van deze projecten energie-efficiëntie als een van hun belangrijkste prioriteiten beschouwt en voldoet aan de Europese gedragscode inzake energie-efficiëntie in datacentra.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.
D.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
|
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling |
|||
|
Meeteenheid |
Basislijn |
Doelpunt |
Kwartaal |
Jaar |
||||||
|
49 |
2.1.1 innovatief gegevensbeleid voor Duitsland |
Mijlpaal |
Begin van het project: |
Start van alle projecten |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2022 |
Alle projecten en activiteiten in het kader van de maatregel zijn van start gegaan. Waar dit relevant is, zijn de selectieprocedures afgerond en zijn de geselecteerde projecten van start gegaan. |
|
50 |
2.1.1 innovatief gegevensbeleid voor Duitsland |
Doel |
Ontwikkeling van personele middelen en capaciteiten in federale ministeries |
— |
Percentage federale ministeries met gegevenseenheden en interne gegevenslaboratoria |
0 |
95 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Ten minste 95 % van de federale ministeries heeft een Chief Data Scientist of gelijkwaardig eenheid en een intern gegevenslaboratorium opgericht. |
|
51 |
2.1.1 innovatief gegevensbeleid voor Duitsland |
Doel |
Uitvoering van de begroting — uitbetaling van ten minste 464 400 000 EUR aan de ondersteunde projecten |
— |
Miljoen EUR |
0 |
464.4 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Van de 516 000 000 EUR die aan de maatregel is toegewezen, is ten minste 464 400 000 EUR uitbetaald aan geplande projecten en activiteiten. |
|
52 |
2.1.2 IPCEI Microelektronica en connectiviteit |
Mijlpaal |
Inhoud ontwerp van het geplande IPCEI |
Voltooiing van het nationale proces van oproep tot het indienen van blijken van belangstelling voor het identificeren van projecten in Duitsland |
— |
— |
— |
KWARTAAL 2 |
2021 |
De procedure voor het indienen van blijken van belangstelling is afgerond. Potentiële projecten en projectdeelnemers in Duitsland zijn geïdentificeerd. |
|
53 |
2.1.2 IPCEI Microelektronica en connectiviteit |
Doel |
Start van de eerste projecten |
— |
Aantal projecten |
0 |
10 |
KWARTAAL 4 |
2022 |
Er zijn tien subsidiebesluiten ondertekend. |
|
54 |
2.1.2 IPCEI Microelektronica en connectiviteit |
Doel |
Uitvoering van de begroting — uitbetaling van ten minste 1 275 000 000 EUR aan de ondersteunde projecten |
— |
Miljoen EUR |
0 |
1 275 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Van de 1 500 000 000 EUR die aan de maatregel is toegewezen, is ten minste 1 425 000 000 EUR vastgelegd (via de ondertekening van subsidiebesluiten) en is ten minste 1 275 000 000 EUR uitbetaald aan projecten. |
|
55 |
2.1.3 IPCEI — cloudinfrastructuur en -diensten van de volgende generatie (IPCEI CIS) |
Mijlpaal |
Start van O & O-projecten |
Ondertekening van subsidiebesluiten voor O & O-I-projecten |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2022 |
De subsidiebesluiten zijn ondertekend voor alle O & O-I-projecten die onder het IPCEI-staatssteunbesluit vallen. De selectiecriteria hebben ervoor gezorgd dat meer dan 50 % van deze projecten energie-efficiëntie als een van hun belangrijkste prioriteiten beschouwt en voldoet aan de Europese gedragscode inzake energie-efficiëntie in datacentra. |
|
56 |
2.1.3 IPCEI — cloudinfrastructuur en -diensten van de volgende generatie (IPCEI CIS) |
Mijlpaal |
Start van de proeffase van gebruiksgevallen |
Publicatie van een verslag over de stand van zaken van de projecten |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2024 |
Er is een verslag gepubliceerd over de stand van zaken van het initiatief. |
|
57 |
2.1.3 IPCEI — cloudinfrastructuur en -diensten van de volgende generatie (IPCEI CIS) |
Doel |
Eerste industriële toepassing van oplossingen die in het kader van de maatregel zijn ontwikkeld. |
— |
Aantal gebruiksgevallen in grootschalige proefprojecten die uiteindelijk bij de eerste industriële uitrol worden behandeld |
0 |
1 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Ten minste één van de gebruiksgevallen die in de fase van grootschalige proefprojecten aan de orde zijn gesteld, is voor het eerst industrieel toegepast. |
|
58 |
2.1.3 IPCEI — cloudinfrastructuur en -diensten van de volgende generatie (IPCEI CIS) |
Doel |
Uitvoering van de begroting — uitbetaling van ten minste 637 500 000 EUR aan de ondersteunde projecten |
— |
Miljoen EUR |
0 |
637.5 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Van de 750 000 000 EUR die aan de maatregel is toegewezen, is ten minste 712 500 000 EUR vastgelegd (via de ondertekening van subsidiebesluiten) en is ten minste 637 500 000 EUR uitbetaald aan projecten. Meer dan 50 % van de gefinancierde projecten was energie-efficiëntie een van de belangrijkste prioriteiten en voldeed aan de Europese gedragscode inzake energie-efficiëntie in datacentra. |
E. ONDERDEEL 2.2: Digitalisering van de economie
De doelstellingen van het onderdeel van het Duitse herstel- en veerkrachtplan zijn de ondersteuning van de digitale transitie van de Duitse economie en de daaruit voortvloeiende uitdagingen. Het onderdeel heeft betrekking op essentiële aspecten zoals onderzoek en innovatie op het gebied van digitale technologieën en vaardigheden. Het heeft ook tot doel specifieke steun te verlenen aan de automobiel- en spoorwegsector.
De component ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen inzake investeringen in de digitale transitie (landspecifieke aanbeveling 1 in 2019 en landspecifieke aanbeveling 2 in 2020).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).
E.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
2.2.1 investeringen: Investeringsprogramma voertuigfabrikant/toeleveringsindustrie
Het doel van de maatregel is steun te verlenen aan de digitale en ecologische transitie van de automobielindustrie, in het kader van een programma ter ondersteuning van toekomstgerichte investeringen door de voertuigfabrikanten en de toeleveringsindustrie 7 .
De investering bestaat uit de financiering van projecten die moeten worden geselecteerd via vier oproepen tot het indienen van voorstellen die overeenkomen met drie modules en betrekking hebben op:
-module a):
oinvesteringen in de automobielsector, ter ondersteuning van met name toekomstgerichte investeringsprojecten van kleine en middelgrote ondernemingen in de voertuigindustrie, met als doel productieprocessen energie-efficiënter en digitaler te maken; en
osteun voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten op het gebied van de digitalisering van productieprocessen en industrie 4.0 in de voertuigindustrie.
-module b):
osteun voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten op het gebied van geautomatiseerd rijden, innovatieve aandrijfsystemen en lichtbouw in voertuigtechnologieën.
-module c):
osteun voor regionale innovatieclusters voor de transformatie van de voertuigindustrie, waarbij met name aandacht wordt besteed aan de toeleveringsindustrie en de nadruk wordt gelegd op technologieoverdracht tussen ondernemingen uit regio’s die bijzonder worden getroffen door structurele veranderingen, de transitie naar klimaatneutrale aandrijving en digitalisering en de modernisering van industriële productieprocessen.
Alleen toekomstige investeringen die een aanzienlijke bijdrage leveren aan de digitaliserings- en klimaatdoelstellingen van het door Duitsland gelanceerde programma ter ondersteuning van toekomstgerichte investeringen van de voertuigfabrikanten en de toeleveringsindustrie, worden ondersteund. Daarom wordt in het kader van de maatregel geen gerichte steun verleend voor technologieën voor fossiele verbrandingsmotoren in de voertuigsector.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.
Hervorming van 2.2.2: Federaal programma „Bouwen aan netwerken voor permanente educatie en opleiding (CET-netwerken)”
Het doel van de maatregel is de ondersteuning van zogenaamde „CET-netwerken”, die de organisatie van opleidingsactiviteiten bevorderen, met name voor werknemers van kmo’s. Meer in het bijzonder is het doel de oprichting of ontwikkeling van netwerken voor professionele ontwikkeling te ondersteunen, zodat ondernemingen onder meer kunnen profiteren van de ervaring van andere ondernemingen en van onderwijs- en adviescentra en -instellingen, en zo hun eigen strategische personeelsontwikkeling en opleidingsplanning kunnen ontwikkelen. Deze „allianties voor vaardigheden” stellen deelnemende aanbieders van opleidingen ook in staat hun aanbod aan te passen.
De investering bestaat uit de ondersteuning van ongeveer 40 proefprojecten, geselecteerd via een van de oproepen tot het indienen van voorstellen in het kader van de federale programma’s „Bouwen van CET-netwerken”.
De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2024 voltooid.
2.2.3 investeringen: Centrum voor onderzoek op het gebied van digitalisering en technologie van de Bundeswehr (dtec.bw)
Het doel van de maatregel is onderzoeks- en innovatieactiviteiten op strategische technologische gebieden voor de toekomst te ondersteunen, teneinde bij te dragen tot de versterking van de Duitse en Europese digitale en technologische soevereiniteit.
De investering bestaat uit het ondersteunen van activiteiten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie onder leiding van het Centrum voor Digitalisering en Technologie-onderzoek van de Bundeswehr (dtec.bw).
De desbetreffende onderzoeksprojecten zijn gericht op digitale gebieden en sleuteltechnologieën voor de toekomst, in overeenstemming met de prioriteiten van de hightechstrategie van de federale regering („Duurzaamheid”, „Klimaatbescherming en Energie”, „Mobiliteit”, „Veiligheid” en „Economie en Werk 4.0”):
-Ruimteonderzoek, lucht- en ruimtevaarttechniek en ruimtecommunicatie;
-Sensortechnologie en geïntegreerde sensorsystemen;
-Innovatieve, geconnecteerde mobiliteit;
-Cyberbeveiliging, met inbegrip van kwantumcommunicatie;
-Onderzoek naar risico’s, kritieke infrastructuur, veiligheid en conflicten;
-Technologieën, methoden en effecten van digitalisering (bv. additieve productie);
-Digitalisering van de energie- en productiesectoren, ontwikkeling van duurzame infrastructuur;
-Artificiële intelligentie, robotica en intelligente fysieke systemen; en
-Vaardigheden voor de digitale arbeidswereld en leiderschapsmodellen van de toekomst.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.
2.2.4 investeringen: De digitalisering van het spoor bevorderen door conventionele interlock-/versnelde programma’s te vervangen om de uitrol van de „Digital Rail Germany” (SLP) te versnellen
Het doel van de maatregel is de digitalisering van het spoor te ondersteunen in het kader van het initiatief „Digital Rail Germany” en het „fast track” -programma, dat erop gericht is deze te versnellen. Dit initiatief brengt publieke en private belanghebbenden bijeen (waaronder de federale spoorwegautoriteit (EBA), onderzoeks- en technische organisaties en het bedrijfsleven) met het oog op de ontwikkeling van gestandaardiseerde, interoperabele en modulaire componenten voor de digitalisering van spoorwegactiviteiten.
De investering bestaat uit de financiering van zeven proefprojecten van het programma, gericht op de ontwikkeling van oplossingen om oude signaalboxen en beschermingssystemen voor spoorwegovergangen te vervangen door beveiligingssystemen van de meest recente digitale generatie.
Vier van deze projecten moeten gevestigde ondernemingen in staat stellen nieuwe oplossingen in een operationele context te certificeren, terwijl de andere drie aanbieders in staat moeten stellen hun oplossingen in laboratoriumtests te valideren. De nieuwe oplossingen die in het kader van deze projecten worden ontwikkeld, moeten verenigbaar zijn met de technische specificaties van het programma „Digital Rail Germany”. Zij moeten ook kunnen worden geüpgraded en compatibel zijn met een latere upgrade van ETCS (European Train Control System) door middel van uniforme systeeminterfaces.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 maart 2023 zijn voltooid.
E.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
|
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling |
|||
|
Meeteenheid |
Basislijn |
Doelpunt |
Kwartaal |
Jaar |
||||||
|
59 |
2.2.1 investeringsprogramma voor voertuigfabrikanten/leveranciers |
Mijlpaal |
Publicatie van alle financieringsrichtsnoeren |
Publicatie van de financieringsrichtsnoeren in het Bundesanzeiger |
— |
— |
— |
KWARTAAL 1 |
2021 |
Alle financieringsrichtsnoeren voor de vier soorten steunmaatregelen in het kader van het programma zijn gepubliceerd in het Bundesanzeiger (Bundesanzeiger) en zijn juridisch bindend geworden. |
|
60 |
2.2.1 investeringsprogramma voor voertuigfabrikanten/leveranciers |
Doel |
Goedkeuring van projecten |
— |
Aantal goedgekeurde projecten |
0 |
401 |
KWARTAAL 1 |
2023 |
Ten minste 401 financieringsprojecten (voor de drie modules) zijn goedgekeurd en hebben een steunbesluit voor de uitvoering gekregen. |
|
61 |
2.2.1 investeringsprogramma voor voertuigfabrikanten/leveranciers |
Doel |
Succesvolle voltooiing van projecten |
— |
Aantal met succes afgeronde projecten |
0 |
531 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Ten minste 531 tussen 2021 en 2026 goedgekeurde financieringsprojecten zijn met succes afgerond. |
|
62 |
Federaal programma „Bouwen aan verdere CET-netwerken” 2.2.2 |
Mijlpaal |
Publicatie van de financieringsrichtsnoeren |
Publicatie van de financieringsrichtsnoeren in het Bundesanzeiger |
— |
— |
— |
KWARTAAL 2 |
2020 |
De financieringsrichtsnoeren zijn gepubliceerd in het Bundesanzeiger (Bundesanzeiger) en zijn juridisch bindend geworden. |
|
63 |
Federaal programma „Bouwen aan verdere CET-netwerken” 2.2.2 |
Doel |
Actieve deelname van extra ondernemingen aan CET-netwerken |
— |
Aantal extra ondernemingen dat deelneemt aan CET-netwerken |
0 |
200 |
KWARTAAL 4 |
2022 |
Ten minste 200 extra ondernemingen nemen deel aan CET-netwerken. Deze bedrijven nemen deel aan het verzamelen van opleidingsbehoeften, het ontwerpen van nieuwe opleidingsmaatregelen of -modules en het gebruik van voorgestelde opleidingsmaatregelen of -modules samen met andere bedrijven (alleen gebruik van informatie en deelname aan evenementen worden niet als actieve deelname beschouwd). Alleen ondernemingen die bij het begin van de respectieve alliantie voor vaardigheden nog niet als samenwerkingspartners zijn aangewezen, worden voor dit doel in aanmerking genomen. |
|
64 |
Federaal programma „Bouwen aan verdere CET-netwerken” 2.2.2 |
Doel |
Herziening of herontwerp van opleidingsmaatregelen of ondermodules als gevolg van de werkzaamheden van de CET-netwerken |
— |
Aantal herziene of herziene opleidingsmaatregelen |
0 |
60 |
KWARTAAL 4 |
2024 |
Ten minste 60 opleidingsmaatregelen of ondermodules zijn herontworpen of herzien, rekening houdend met digitale vaardigheden, die zijn geïnitieerd of aangemoedigd door CET-netwerken of waarbij rekening wordt gehouden met de resultaten van de behoeftebeoordelingen die zijn uitgevoerd door de coördinerende instanties van CET-netwerken. |
|
65 |
2.2.3 Centrum voor onderzoek op het gebied van digitalisering en technologie van de Bundeswehr |
Doel |
Start van onderzoeksprojecten |
— |
Aantal projecten |
0 |
68 |
KWARTAAL 1 |
2021 |
Er zijn ten minste 68 financieringssubsidies ondertekend en de bijbehorende 68 projecten hebben financiering ontvangen en kunnen hun onderzoeksactiviteit starten. |
|
66 |
2.2.3 Centrum voor onderzoek op het gebied van digitalisering en technologie van de Bundeswehr |
Mijlpaal |
Verslag over de resultaten van onderzoek en overdracht |
Publicatie van een verslag aan het Bondsministerie van Defensie waarin de succesvolle voortgang van de projecten wordt bevestigd |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2023 |
Er is een verslag aan het Bondsministerie van Defensie gepubliceerd waarin de voortgang van de gefinancierde projecten op het gebied van onderzoeksresultaten, samenwerking, kennisoverdracht en technologieoverdracht wordt bevestigd met ten minste (algemeen): -200 publicaties; -70 samenwerkingsverbanden met andere onderzoeksinstellingen; -30 samenwerkingsverbanden met industriële bedrijven en start-ups; -15 samenwerkingsverbanden met agentschappen van de federale strijdkrachten en het openbaar bestuur; -10 prototypes van rijpe technologieën; en -10 octrooiaanvragen. Daarnaast is ook een externe evaluatie van de maatregel door de Duitse Wetenschappelijke Raad gepubliceerd. |
|
67 |
2.2.3 Centrum voor onderzoek op het gebied van digitalisering en technologie van de Bundeswehr |
Doel |
Voortzetting van projecten |
— |
Aantal projecten waarvan de voortgang bevredigend is bevonden |
0 |
40 |
KWARTAAL 2 |
2024 |
Op basis van een tussentijdse evaluatie worden ten minste 40 projecten geacht bevredigende vorderingen te maken en kunnen zij hun activiteiten voortzetten. |
|
68 |
2.2.3 Centrum voor onderzoek op het gebied van digitalisering en technologie van de Bundeswehr |
Doel |
Uitvoering van de begroting — uitbetaling van 700 000 000 EUR aan de ondersteunde |
— |
Aan projecten betaalde middelen |
0 |
700 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Ten minste 700 000 000 EUR is uitbetaald aan projecten die via de maatregel worden ondersteund. |
|
69 |
2.2.3 Centrum voor onderzoek op het gebied van digitalisering en technologie van de Bundeswehr |
Mijlpaal |
Verslag over de resultaten van onderzoek en overdracht |
Publicatie van een verslag aan het Bondsministerie van Defensie waarin de succesvolle voortgang van de projecten wordt bevestigd |
— |
— |
— |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Er is een verslag aan het Bondsministerie van Defensie gepubliceerd waarin het algemene succes van de gefinancierde projecten wordt bevestigd in termen van onderzoeksresultaten, samenwerking, kennisoverdracht en technologieoverdracht met ten minste (algemeen): -400 publicaties; -60 doctoraten voltooid; -100 samenwerkingsverbanden met andere onderzoeksinstellingen; -70 samenwerkingsverbanden met industriële bedrijven en start-ups; -30 samenwerkingsverbanden met agentschappen van de federale strijdkrachten en het openbaar bestuur; -20 prototypes van rijpe technologieën; -20 octrooiaanvragen; en -10 startprojecten. |
|
70 |
2.2.4 bevordering van de digitalisering van de spoorwegen door conventionele interlock-/versnelde programma’s te vervangen om de uitrol van „Digital Rail Germany” te versnellen |
Mijlpaal |
Ondertekening van de financieringsovereenkomst voor het „fast track” -programma tussen de federale regering en Deutsche Bahn AG |
Ondertekende financieringsovereenkomst tussen de federale regering en Deutsche Bahn AG |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2020 |
De financieringsovereenkomst tussen de federale regering en Deutsche Bahn AG is ondertekend. |
|
71 |
2.2.4 bevordering van de digitalisering van de spoorwegen door conventionele interlock-/versnelde programma’s te vervangen om de uitrol van „Digital Rail Germany” te versnellen |
Mijlpaal |
Tussentijds verslag over de uitvoering |
Tussentijds verslag ingediend door DB Netz AG bij het federale ministerie van Digitale Zaken en Vervoer (BMDV) en de federale spoorwegautoriteit (EBA) over de uitvoering van het programma. |
— |
— |
— |
KWARTAAL 2 |
2021 |
DB Netz AG heeft bij het federale ministerie van Digitale Zaken en Vervoer (BMDV) en de federale spoorwegautoriteit (EBA) een verslag ingediend over de uitvoering van het programma. |
|
72 |
2.2.4 bevordering van de digitalisering van de spoorwegen door conventionele interlock-/versnelde programma’s te vervangen om de uitrol van „Digital Rail Germany” te versnellen |
Doel |
Succesvolle afronding van proefprojecten |
— |
Aantal afgeronde proefprojecten |
0 |
6 |
KWARTAAL 4 |
2021 |
Zes proefprojecten van het programma, gericht op de ontwikkeling van oplossingen voor de vervanging van oude seinposten en overwegbeveiligingssystemen door beveiligingssystemen van de laatste digitale generatie, zijn met succes afgerond, met validering in operationele omstandigheden voor ten minste drie daarvan en validering in laboratoriumomstandigheden voor de andere. |
|
72A |
2.2.4 bevordering van de digitalisering van de spoorwegen door conventionele interlock-/versnelde programma’s te vervangen om de uitrol van „Digital Rail Germany” te versnellen |
Doel |
Succesvolle voltooiing van het definitieve proefproject |
— |
Aantal afgeronde proefprojecten |
6 |
7 |
KWARTAAL 1 |
2023 |
Het laatste proefproject van het programma is met succes afgerond met validering in operationele omstandigheden. |
F. COMPONENT 3.1: Digitalisering van het onderwijs
Het onderdeel van het Duitse herstel- en veerkrachtplan is gericht op het verlenen van financiële steun voor investeringen in de digitale transitie in het onderwijs. Het algemene doel is meer en beter digitaal onderwijzen en leren mogelijk te maken in de verschillende onderwijs- en opleidingsstelsels in Duitsland.
Het onderdeel is gericht op de uitdaging van digitaal onderwijs in Duitsland. De reeds lang vastgestelde uitdaging is nog verergerd door de COVID-19-pandemie, aangezien de daarmee gepaard gaande lockdown heeft geleid tot de sluiting van onderwijslocaties zoals scholen, opleidingsinstellingen en universiteiten. Door de overgang naar online onderwijs maken suboptimale infrastructuur en digitale basisvaardigheden een onderbreking in de leerprocessen.
De component ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling om de investeringen te concentreren op de digitale transitie, met name op onderwijs (landspecifieke aanbeveling 2 in 2020 en 1 in 2019) en het verbeteren van de onderwijsresultaten en het vaardigheidsniveau van kansarme groepen (landspecifieke aanbeveling 2 in 2019).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).
F.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
3.1.1: Investeringen: Investeringsprogramma voor lerarenapparatuur
Het doel van deze investering is de haalbaarheid van digitaal onderwijzen en leren op alle scholen in Duitsland te waarborgen. Het bestaat erin leerkrachten uit te rusten met mobiele digitale apparaten op basis van leningen. De maatregel maakt deel uit van een groter kader ter ondersteuning van digitaal onderwijs dat slechts gedeeltelijk wordt ondersteund door het Duitse herstel- en veerkrachtplan. Scholen zorgen ervoor dat digitale apparaten ter beschikking worden gesteld.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2021 zijn voltooid.
Hervorming van 3.1.2: Onderwijsplatform
Het doel van deze maatregel is de ontwikkeling en oprichting van het eerste nationale onderwijsplatform voor een alomvattend onderwijsgebied dat, met digitale middelen, de ontwikkeling van competenties door lerenden gedurende hun individuele leertrajecten ondersteunt. Het platform brengt bestaande en nieuwe leeraanbiedingen en leermaterialen met elkaar in contact en maakt brede en open toegang mogelijk.
De uitvoering van de maatregel zal naar verwachting uiterlijk op 31 maart 2022 van start gaan en uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
Hervorming van 3.1.3: Centra voor onderwijsexpertise
Het doel van deze maatregel is het verbeteren en institutionaliseren van digitaal onderwijs als onderdeel van het bestaande kader voor lerarenopleidingen en vervolgonderwijs. De maatregel ondersteunt door het verstrekken van wetenschappelijke inhoud de ontwikkeling en oprichting van kenniscentra voor digitaal onderwijs op basis van een systeem van samenwerking tussen instellingen voor lerarenopleiding en instellingen voor voortgezette opleiding, universiteiten en onderzoeksinstellingen.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.
3.1.4 investeringen: Modernisering van de onderwijs- en opleidingsfaciliteiten van de federale strijdkrachten
Deze investering is bedoeld om tot 60 verschillende onderwijsinstellingen van de federale strijdkrachten (Bundeswehr) uit te rusten met actuele informatietechnologie. De maatregel omvat een grondige analyse van de stand van zaken en de moderniseringsbehoeften in de verschillende instellingen en een daaropvolgende uitrol van de nodige apparatuur en systemen.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.
F.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
|
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen)
|
Kwantitatieve indicatoren (voor streefcijfers) |
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling |
|||
|
Meeteenheid |
Basislijn |
Doelpunt |
Kwartaal |
Jaar |
||||||
|
73 |
3.1.1 investeringsprogramma voor lerarenapparatuur |
Mijlpaal |
Administratieve overeenkomst |
Sluiting van de administratieve overeenkomst tussen de Duitse regering en de organen van de deelstaten |
— |
— |
— |
KWARTAAL 1 |
2021 |
Bekendmaking in het Bundesanzeigervan de administratieve overeenkomst tussen de Duitse regering en de organen van de deelstaten om deze investering ten uitvoer te leggen. |
|
74 |
3.1.1 investeringsprogramma voor lerarenapparatuur |
Doel |
Uitbetaling van ten minste 475 000 000 EUR aan de ondersteunde projecten |
— |
Miljoen EUR |
0 |
475 |
KWARTAAL 1 |
2022 |
Van de 500 000 000 EUR die aan de maatregel is toegewezen, is ten minste 475 000 000 EUR uitbetaald voor de levering van digitale apparatuur aan leerkrachten. |
|
75 |
3.1.1 investeringsprogramma voor lerarenapparatuur |
Mijlpaal |
Evaluatie van veranderingen in de digitale infrastructuur en het gebruik van digitale media op scholen |
Definitief evaluatieverslag |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2025 |
In het evaluatieverslag van het programma wordt bevestigd dat leerkrachten hebben geconstateerd dat de beschikbare digitale infrastructuur en het gebruik van digitale media op school zijn verbeterd. |
|
76 |
Onderwijsplatform 3.1.2 |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de financieringsrichtsnoeren voor prototypes en aanbestedingen van onderwijsplatforms |
Publicatie van de financieringsrichtsnoeren en de aanbesteding in het Bundesanzeiger |
— |
— |
— |
KWARTAAL 1 |
2022 |
Er zijn financieringsrichtsnoeren in werking getreden voor de ontwikkeling van drie afzonderlijke prototypes van het meta-platform voor onderwijs en voor compatibele onderzoeksprojecten, die toegankelijk zijn voor lerenden en leerkrachten. Afhankelijk van het resultaat van deze projecten worden de belangrijkste dimensies van de projectspecificaties verduidelijkt en wordt de aanbestedingsprocedure gestart. |
|
77 |
Onderwijsplatform 3.1.2 |
Mijlpaal |
Lancering van de bèta-versie van het onderwijsplatform |
Lancering van de bètaversie van het platform op de website van het Bondsministerie van Onderwijs en Onderzoek (BMBF) |
— |
— |
— |
KWARTAAL 3 |
2023 |
Een bètaversie van het onderwijsplatform is online, met alle diensten en functies die in de functionele beschrijving door het federale ministerie van Onderwijs en Onderzoek (BMBF) als hoge prioriteit zijn aangemerkt. Deze functies omvatten toegang tot informatie, gebruikersprofiel, samenwerking, identiteits- en toegangsbeheer, workflows, inbox. De lancering gaat vergezeld van aanvullende audits op het gebied van beveiliging en gegevensbescherming en succesvolle laadtests. |
|
78 |
Onderwijsplatform 3.1.2 |
Mijlpaal |
Eindevaluatieverslag met een besluit over de toekomst van het onderwijsplatform |
Publicatie van het eindevaluatieverslag in het Bundesanzeiger |
— |
— |
— |
KWARTAAL 3 |
2024 |
Het definitieve evaluatieverslag van het onderwijsplatform is gepubliceerd, met een beoordeling waaruit blijkt dat het project succesvol was volgens de criteria voor projectmonitoring. Het project is succesvol als de voortzetting van het onderwijsplatform wordt aanbevolen of indien wordt vastgesteld dat de diensten en functies van de prototypes op basis van de resultaten van het project door andere belanghebbenden worden overgenomen en voortgezet. |
|
79 |
3.1.3 onderwijscentra van topkwaliteit |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de eerste financieringsrichtsnoeren en aanbestedingen voor een projectuitvoerend agentschap voor het algemene programma |
Publicatie van de eerste financieringsrichtsnoeren in het Bundesanzeiger (Bundesanzeiger) en publicatie van een aanbesteding op een gunningsplatform. |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2021 |
Onder leiding van het federale ministerie van Onderwijs en Onderzoek (BMBF) zijn de eerste financieringsrichtsnoeren in werking getreden en gepubliceerd. Er is een projectuitvoerend agentschap gekozen op basis van aanvragen die zijn ontvangen via een openbare aanbesteding op een gunningsplatform. |
|
80 |
3.1.3 onderwijscentra van topkwaliteit |
Doel |
Goedkeuring van ten minste 45 onderzoeksprojecten |
— |
Aantal goedgekeurde en lopende onderzoeksprojecten |
0 |
45 |
KWARTAAL 3 |
2022 |
Ten minste 45 onderzoeksprojecten zijn goedgekeurd door de projectuitvoerende instantie en zijn in uitvoering. De resultaten zijn gepubliceerd via de federale fondsencatalogus (Förderkatalog)ende website van het BMBF. |
|
81 |
3.1.3 onderwijscentra van topkwaliteit |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van drie aanvullende financieringsrichtsnoeren |
Publicatie van de aanvullende financieringsrichtsnoeren in hetBundesanzeiger |
— |
— |
— |
KWARTAAL 3 |
2022 |
Onder leiding van het federale ministerie van Onderwijs en Onderzoek (BMBF) zijn drie aanvullende financieringsrichtsnoeren, elk met een specifieke thematische oriëntatie, in werking getreden en gepubliceerd. |
|
82 |
3.1.3 onderwijscentra van topkwaliteit |
Doel |
Voltooiing van onderzoeksprojecten |
— |
Aantal voltooide onderzoeksprojecten |
0 |
45 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Ten minste 45 onderzoeksprojecten zijn voltooid, zoals blijkt uit een eindevaluatieverslag waarin de resultaten van de ondersteunde onderzoeksprojecten worden gepresenteerd en de toegevoegde waarde voor de lerarenopleiding in digitaal en digitaal ondersteund onderwijs in elk van de deelstaten wordt aangetoond. De resultaten zijn gepresenteerd tijdens een slotevenement en op de website van het BMBF. |
|
83 |
3.1.4 modernisering van de onderwijs- en opleidingsfaciliteiten van de federale strijdkrachten |
Mijlpaal |
Projectcontract ondertekend |
Projectcontract ondertekend met de IT-dienstverlener |
— |
— |
— |
KWARTAAL 1 |
2021 |
Het projectcontract voor de eerste fase van de beoordeling van de IT-systemen van de onderwijs- en opleidingsfaciliteiten van de federale strijdkrachten (Bundeswehr) is ondertekend door het Federaal Bureau voor uitrusting, informatietechnologie en ondersteuning van de federale strijdkrachten (BBAAINBw), een hogere civiele federale autoriteit die rechtstreeks ressorteert onder het federale ministerie van Defensie (BMVg)en de IT-aanbieder, met vermelding van de belangrijkste stappen in de toekomstige beoordelingswerkzaamheden. |
|
84 |
3.1.4 modernisering van de onderwijs- en opleidingsfaciliteiten van de federale strijdkrachten |
Doel |
Analyse van onderwijsinstellingen en identificatie van hun IT-behoeften |
— |
Aantal volledig geanalyseerde onderwijsinstellingen |
0 |
60 |
KWARTAAL 1 |
2022 |
Het Bondsministerie van Defensie (BMVg) heeft een beoordelingsverslag goedgekeurd. Dit verslag toont aan dat de IT-omgevingen en -behoeften van de 60 oorspronkelijk aangewezen onderwijsinstellingen zijn geanalyseerd en dat de behoeften en uitvoeringsmogelijkheden zijn vastgesteld. |
|
85 |
3.1.4 modernisering van de onderwijs- en opleidingsfaciliteiten van de federale strijdkrachten |
Doel |
Voltooiing van de modernisering van de 60 onderwijsinstellingen |
— |
Aantal onderwijsinstellingen waarvoor de modernisering is voltooid |
0 |
60 |
KWARTAAL 1 |
2026 |
Het Bondsministerie van Defensie (BMVg) heeft een definitief beoordelingsverslag goedgekeurd. In dit verslag wordt bevestigd dat op basis van de resultaten van de analyses die bij de 60 instellingen zijn verricht, de nodige uitvoeringsmaatregelen binnen de beschikbare tijd en de beschikbare begrotingsmiddelen zijn voltooid. Het resultaat van het proces, de reeds geboekte vooruitgang op het gebied van opleiding en onderwijs moet worden aangetoond en de verdere stappen voor de volgende jaren worden uitgestippeld. |
G. COMPONENT 4.1: Versterking van de sociale integratie
Dit onderdeel van het Duitse herstel- en veerkrachtplan mobiliseert middelen om de verschillende aspecten van sociale inclusie te verbeteren: I) de integratie van vrouwen en ouders in het algemeen op de arbeidsmarkt, ii) het verbeteren van de onderwijsresultaten en -vaardigheden voor studenten met een leerachterstand, vaak uit kansarme milieus, iii) het waarborgen van leerlingplaatsen, waardoor de toegang tot de arbeidsmarkt voor jongeren wordt ondersteund, iv) het loon en de banen bij vertrek worden beschermd door een toename van de belastingwig te vermijden, en v) de transparantie in alle drie de pijlers van het pensioenstelsel te verbeteren en zo de toegang tot sociale bescherming te verbeteren.
De component ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling over het toespitsen van investeringsgerelateerd economisch beleid op onderwijs en op het verschuiven van belastingen op arbeid (landspecifieke aanbeveling 1 in 2019), het verminderen van negatieve prikkels om meer uren te werken, het nemen van maatregelen om de houdbaarheid van het pensioenstelsel op lange termijn te waarborgen en tegelijkertijd de toereikendheid van het pensioenniveau te handhaven, en op het verbeteren van de onderwijsresultaten en het vaardigheidsniveau van kansarme groepen (landspecifieke aanbeveling 2 in 2019) en het richten van investeringen op onderwijs (landspecifieke aanbeveling 1 in 2019 en 2 in 2020).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).
G.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
4.1.1 investeringen: Investeringsprogramma „Kinderfinanciering” 2020/21: speciaal fonds „Uitbreiding kinderdagzorg”
Het doel van de maatregel is de oprichting van nieuwe kinderopvangfaciliteiten en de renovatie van bestaande faciliteiten te bevorderen, waardoor 90 000 extra plaatsen worden gecreëerd.
Daartoe verleent de federale overheid steun aan deelstaten en lokale overheden om te investeren in nieuwe gebouwen, uitbreidingen, verbouwingen, renovaties en uitrusting.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2022 voltooid zijn.
Hervorming van 4.1.2: Sociale garantie 2021
Het doel van de maatregel is te voorkomen dat de financiële gevolgen van COVID-19 leiden tot een aanzienlijke stijging van de socialezekerheidsbijdragen, waardoor het loon niet langer thuis wordt betaald en de arbeidskosten stijgen.
Daartoe voorziet de federale regering in fiscale overdrachten voor de socialezekerheidsfondsen om hun financieringstekort op te vullen en zo te voorkomen dat het bijdragepercentage van de socialezekerheidsbijdragen in 2021 hoger is dan 40 %.
De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2021 voltooid.
4.1.3 investeringen: Ondersteuning van leerlingplaatsen
Het doel van de maatregel is de vermindering van het aantal leerlingplaatsen in verband met COVID-19 tegen te gaan.
Daartoe verleent de overheid financiële steun aan kmo’s die leerlingen in dienst nemen en die hun huidige opleidingsniveau handhaven, extra leerlingplaatsen creëren, werktijdverkorting (Kurzarbeit) voor leerlingen vermijden of leerlingen overnemen van ondernemingen die insolvent zijn geworden.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2022 voltooid zijn.
Hervorming van 4.1.4: Onderwijsondersteuning voor leerlingen met een achterstand op het gebied van leren
Het doel van de maatregel is te voorkomen dat een tijdelijke leerachterstand als gevolg van COVID-19-gerelateerde ontwrichting steeds groter wordt.
Daartoe verleent de federale regering financiële steun aan de deelstaten, zodat deze extra cursussen en begeleiding bieden aan leerlingen, met bijzondere aandacht voor kernonderwerpen en kerncompetenties, zoals Duits, wiskunde en wetenschappen.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 september 2022 voltooid zijn.
Hervorming van 4.1.5: Digitaal pensioenoverzicht
Het doel van deze maatregel is een digitaal pensioenoverzicht te creëren, een portaalsite om burgers informatie te verstrekken over hun individuele pensioenvoorziening uit alle drie de pensioenpijlers (wettelijke, bedrijfs- en particuliere pensioenen).
Daartoe zet het Duitse pensioenfonds (Deutsche Rentenversicherung Bund) een pensioeninformatieportaal op, waaraan de verschillende belanghebbenden deelnemen om ervoor te zorgen dat het relevante pensioeninformatie samenvoegt, en zorgt het er door middel van tests en ontwikkeling voor dat het portaal gebruiksvriendelijk is.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.
G.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
|
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling |
|||
|
Meeteenheid |
Basislijn |
Doelpunt |
Kwartaal |
Jaar |
||||||
|
86 |
Investeringsprogramma 4.1.1 „Kinderfinanciering” 2020/21: speciaal fonds „Uitbreiding kinderdagzorg” |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet op de financiering van kinderopvang en de federale wet inzake financiële bijstand en van de uitvoeringsregelingen op het niveau van de deelstaten |
Bepaling in de wet tot vaststelling van de inwerkingtreding van de Wet op de financiering van kinderopvang en de federale wet op de financiële bijstand, alsmede van de deelstaatspecifieke uitvoeringsregelingen |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2020 |
Wijzigingen van de Wet op de financiering van kinderopvang en de federale wet op de financiële bijstand (KitaFinHG) voor de verlenging van de dagopvang voor kinderen zijn in werking getreden. De deelstaten hebben de federale regels vastgesteld en in hun deelstaatverordeningen specifieker gemaakt. |
|
87 |
Investeringsprogramma 4.1.1 „Kinderfinanciering” 2020/21: speciaal fonds „Uitbreiding kinderdagzorg” |
Mijlpaal |
Publicatie van een tussentijds verslag overeenkomstig KitaFinHG |
Publicatie van tussentijdse verslagen met het financieringsbedrag, het aantal plaatsen voor kinderopvang, het type en het respectieve aantal investeringen in uitrusting overeenkomstig de wettelijke bepalingen en de relevante coördinatiebesprekingen tussen de federale regering en de deelstaten. |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2023 |
Er is een tussentijds verslag gepubliceerd over goedgekeurde en gecreëerde plaatsen voor kinderopvang en investeringen in uitrusting (§ 30 (2) en (3) KitaFinHG). De betrokken deelstaten hebben aan de federale regering verslag uitgebracht over de stand van uitvoering, onder meer over de financiering, het aantal plaatsen voor kinderopvang, het type en het respectieve aantal investeringen in uitrusting, in overeenstemming met de monitoring- en begeleidingsverplichtingen. |
|
88 |
Investeringsprogramma 4.1.1 „Kinderfinanciering” 2020/21: speciaal fonds „Uitbreiding kinderdagzorg” |
Doel |
Eindverslag over het totale aantal nieuw gefinancierde kinderopvangplaatsen in overeenstemming met de KitaFinHG |
— |
Extra kinderopvangplaatsen voor kinderen |
0 |
90 000 |
KWARTAAL 4 |
2025 |
De deelstaten hebben hun eindverslag over de uitvoering ingediend na voltooiing van de controles op het gebruik van de middelen. Het verslag bevestigt dat er in heel Duitsland 90 000 nieuw gefinancierde kinderopvangplaatsen voor kinderen zijn gecreëerd in kinderdagverblijven (Kindertageseinrichtungen) en kinderdagverblijven(Kindertagespflege). |
|
89 |
4.1.2 sociale garantie 2021 |
Mijlpaal |
Verificatie van het gemiddelde percentage van de socialezekerheidsbijdragen voor het jaar 2021 |
Totaal berekend percentage van de socialezekerheidsbijdragen en vastgesteld wordt dat het niet meer dan 40 % bedraagt |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2021 |
Het totale bijdragepercentage voor de sociale zekerheid wordt berekend voor het jaar 2021 en vastgesteld wordt dat dit percentage niet meer dan 40 % bedraagt. Het totale bijdragepercentage voor de sociale zekerheid wordt berekend als de som van de premiepercentages voor pensioenen, werkloosheid, langdurige zorg (zonder kindertoeslag) en ziektekostenverzekering, met inbegrip van het gemiddelde aanvullende bijdragepercentage overeenkomstig § 242a Sociaal Wetboek V (SGB V). |
|
90 |
4.1.3 ondersteuning van leerlingplaatsen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de herziene financieringsrichtsnoeren voor het federale programma Ausbildungsplätze sichern |
Publicatie van herziene financieringsrichtsnoeren |
— |
— |
— |
KWARTAAL 2 |
2021 |
De herziene financieringsrichtsnoeren voor het gehele federale programma Ausbildungsplätze sichern zijn gepubliceerd in het Bundesanzeiger (Bundesanzeiger), waarin het kabinetsbesluit van 17 maart 2021 tot uiting komt. |
|
91 |
4.1.3 ondersteuning van leerlingplaatsen |
Doel |
Uitstroom van steun voor het federale programma Ausbildungsplätze sichern |
— |
Miljoen EUR |
0 |
282 |
KWARTAAL 4 |
2022 |
In het kader van het programma is ten minste 282 000 000 EUR uitbetaald aan ontvangers. |
|
92 |
4.1.3 ondersteuning van leerlingplaatsen |
Doel |
Toekenningsbesluiten over aanvragen voor het federale programma Ausbildungsplätze sichern |
— |
Aantal in aanmerking komende aanvragen waaraan financiering is toegekend |
0 |
70 000 |
KWARTAAL 4 |
2022 |
In het kader van het programma zijn ten minste 70 000 subsidiabele aanvragen gefinancierd. |
|
93 |
4.1.4 onderwijsondersteuning voor leerlingen met een achterstand op het gebied van leren |
Mijlpaal |
Overeenkomst tussen de federale regering en de deelstaten om leerondersteuning te bieden aan lerenden met een pandemische leerachterstand. |
De deelstaten en de federale regering keuren de financieringsovereenkomst goed |
— |
— |
— |
KWARTAAL 2 |
2021 |
De federale regering en de deelstaten hebben de financieringsvoorwaarden voor leerondersteuning vastgesteld. |
|
94 |
4.1.4 onderwijsondersteuning voor leerlingen met een achterstand op het gebied van leren |
Doel |
1 000 000 leerlingen hebben leerondersteuning gekregen |
— |
Aantal leerlingen dat steun ontvangt in het kader van het programma |
0 |
1 000 000 |
KWARTAAL 3 |
2022 |
Ten minste 1 000 000 leerlingen hebben leerondersteuning gekregen als onderdeel van het programma, zoals blijkt uit het monitoringverslag. |
|
95 |
Digitaal pensioenoverzicht 4.1.5 |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet digitaal pensioenoverzicht |
Bepaling in de wet die aangeeft dat de wet inzake het digitale pensioenoverzicht in werking is getreden. |
— |
— |
— |
KWARTAAL 1 |
2021 |
De wet op het digitale pensioenoverzicht (RentÜG) is gepubliceerd in hetBundesanzeigeren is in werking getreden. |
|
96 |
Digitaal pensioenoverzicht 4.1.5 |
Mijlpaal |
Voltooiing van de ontwikkelingsfase en eerste operationele fase. |
Het portaal is beschikbaar en is in een eerste operationele fase getest. Het evaluatieverslag over de eerste operationele fase is door ZfDR ter verdere bespreking voorgelegd aan de stuurgroep. |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2023 |
De coördinerende instantie die verantwoordelijk is voor het digitale pensioenoverzicht (ZfDR, Zentrale Stelle für die DigitaleRentenübersicht) heeft een evaluatieverslag ingediend overeenkomstig § 6 (3) RentÜG van de eerste operationele fase, waarin het bereikte niveau van bruikbaarheid en uitvoerbaarheid voor pensioenaanbieders wordt beoordeeld. In het verslag wordt duidelijk aangegeven welke maatregelen voor verbeteringen en nieuwe functies in het stuurcomité verder moeten worden besproken. |
|
97 |
Digitaal pensioenoverzicht 4.1.5 |
Mijlpaal |
Voltooiing van de uitvoering van verbeteringen afgeleid uit de praktijkervaring tijdens de eerste operationele fase. |
Naar aanleiding van het evaluatieverslag en overleg met de stuurgroep zijn verbeteringen aangebracht en waar nodig nieuwe functionaliteiten ingevoerd. Het digitale pensioenoverzicht bestrijkt de meerderheid van de bestaande pensioenrechten met betrekking tot pensioenaanbieders die over het algemeen wettelijk verplicht zijn deel te nemen. |
— |
— |
— |
KWARTAAL 1 |
2026 |
Na de indiening van het evaluatieverslag worden concrete doelstellingen vastgesteld met betrekking tot de gebruiksfrequentie en de dekking van pensioenrechten. De doelstelling inzake de gebruiksfrequentie en de doelstelling inzake de dekking van pensioenrechten wordt bereikt tegen het tweede kwartaal van 1 2026 of er worden verdere maatregelen genomen om de acceptatie door de gebruikers te verbeteren, bijvoorbeeld door een verordening vast te stellen om de referentiedatum vast te stellen voor de verplichting voor pensioenaanbieders om deel te nemen aan het digitale pensioenoverzicht, dat van toepassing is op pensioenaanbieders die hun klanten jaarlijkse uitkeringsverklaringen moeten verstrekken. |
H. COMPONENT 5.1: Versterking van een pandemiebestendig gezondheidszorgstelsel
Dit onderdeel van het Duitse herstel- en veerkrachtplan heeft tot doel de gezondheidssector veerkrachtiger te maken, onder meer tegen schokken als gevolg van pandemieën. De specifieke doelstellingen van de maatregelen in het kader van deze component zijn de digitalisering van de volksgezondheidsbureaus, die een belangrijke rol spelen bij het beheer van pandemieën in Duitsland, de digitalisering van ziekenhuizen om hun efficiëntie en veerkracht te vergroten, en het onderzoek naar en de ontwikkeling van vaccins tegen SARS-CoV-2.
De component ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling om voldoende middelen vrij te maken en de veerkracht van het gezondheidszorgstelsel te versterken, onder meer door e-gezondheidsdiensten in te zetten (landspecifieke aanbeveling 1 in 2020).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).
H.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
Hervorming van 5.1.1: Versterking van de digitale en technische middelen van de openbare gezondheidszorg
Het doel van de maatregel is de volksgezondheidsbureaus te moderniseren, met name door hun digitalisering en interoperabiliteit van IT-systemen te vergroten om volksgezondheidsbureaus te verbinden met andere actoren in het openbare gezondheidszorgstelsel. De maatregel bestaat uit een landelijke uitrol van een IT-systeem om de ontwikkelingen in verband met pandemieën te volgen en het algemene niveau van digitale maturiteit in de volksgezondheidsbureaus in de komende jaren te verhogen.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.
5.1.2 investeringen: Programma voor toekomstbestendige ziekenhuizen
Het doel van de maatregel is ziekenhuizen in staat te stellen op korte termijn te investeren in de modernisering ervan, onder meer door middel van digitalisering. De maatregel bestaat uit de oprichting van een fonds waaruit ziekenhuizen financiële steun kunnen ontvangen voor een aantal moderniseringsprojecten, bijvoorbeeld om hun digitale infrastructuur, noodcapaciteit, telegeneeskunde, robotica of IT en cyberbeveiliging te verbeteren.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.
5.1.3 investeringen: Speciaal programma ter bespoediging van onderzoek naar en ontwikkeling van dringend noodzakelijke vaccins tegen SARS-CoV-2
De maatregel heeft tot doel het onderzoek naar en de ontwikkeling van vaccins tegen SARS-CoV-2 te ondersteunen om de ernst en duur van de pandemie te verminderen. De investering bestaat uit financiële steun aan Duitse vaccinproducenten om hun ontwikkelings- en productiecapaciteit te vergroten en het aantal patiënten voor de fasen van klinische proeven te verhogen. Doel hiervan is de farmaceutische/biotechnologiesector in Duitsland op lange termijn te versterken en een bredere basis en flexibiliteit te bieden om op de huidige en toekomstige pandemieën te reageren.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2022 voltooid zijn.
H.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
|
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling |
|||
|
Meeteenheid |
Basislijn |
Doelpunt |
Kwartaal |
Jaar |
||||||
|
98 |
5.1.1 versterking van de digitale en technische middelen van de openbare gezondheidszorg |
Doel |
Uitgebreid nationaal gebruik van het Duitse elektronische meldings- en informatiesysteem ter bescherming van besmetting (Deutsches Elektronisches Melde- und Informationssystem für den Infektionsschutz, DEMIS) |
— |
Percentage volksgezondheidsbureaus dat DEMIS gebruikt |
0 |
100 |
KWARTAAL 1 |
2021 |
De bevoegde autoriteiten van de deelstaten gebruiken DEMIS om personen te registreren in het kader van SARS-CoV-2 en om te voldoen aan de rapportagevereisten van § 8 (1) (2) van de Wet bescherming besmetting 8 . |
|
99 |
5.1.1 versterking van de digitale en technische middelen van de openbare gezondheidszorg |
Doel |
Vooruitgang van de volksgezondheidsbureaus in de richting van digitale maturiteit |
— |
Percentage |
0 |
35 |
KWARTAAL 1 |
2024 |
Ten minste 35 % van de volksgezondheidsbureaus had hun digitale maturiteit tegen het einde van het derde kwartaal van 4 2 023 verbeterd met ten minste twee niveaus in ten minste twee categorieën in het gebruikte digitale maturiteitssysteem, in vergelijking met hun digitale maturiteitsniveau van 2021. |
|
100 |
5.1.1 versterking van de digitale en technische middelen van de openbare gezondheidszorg |
Doel |
Vooruitgang van de volksgezondheidsbureaus in de richting van digitale maturiteit |
— |
Percentage |
35 |
70 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Ten minste 70 % van de volksgezondheidsbureaus heeft hun digitale maturiteit tegen het vierde kwartaal van 3 2 026 verbeterd met ten minste twee niveaus in ten minste drie categorieën in het gebruikte digitale maturiteitssysteem, in vergelijking met hun digitale maturiteitsniveau van 2021. |
|
101 |
5.1.2 programma voor toekomstbestendige ziekenhuizen |
Doel |
Aanvragen ingediend bij de federale dienst voor sociale zekerheid voor ten minste 2 700 000 000 EUR |
— |
Omvang van de financiering (in miljoen euro) voor aanvragen die bij de federale dienst voor sociale zekerheid zijn ingediend |
0 |
2 700 |
KWARTAAL 2 |
2022 |
Van de 3 000 000 000 EUR die aan de maatregel is toegewezen, zijn aanvragen van ten minste 2 700 000 000 EUR in volume ingediend bij het Federaal Bureau voor Sociale Zekerheid voor ziekenhuisprojecten in het kader van het programma voor toekomstbestendige ziekenhuizen vóór de uiterste datum voor de indiening van aanvragen, namelijk 31 december 2021. Uiterlijk op 31 maart 2022 maakt het Federaal Bureau voor Sociale Zekerheid het gevraagde financieringsvolume bekend. |
|
102 |
5.1.2 programma voor toekomstbestendige ziekenhuizen |
Doel |
Toename van de digitale maturiteit van ten minste 35 % van de ziekenhuizen |
— |
Percentage ziekenhuizen met toegenomen digitale maturiteit |
0 |
35 |
KWARTAAL 3 |
2025 |
Ten minste 35 % van de ziekenhuizen waarvan de aanvraag voor financiering in het kader van het programma voor toekomstbestendige ziekenhuizen is goedgekeurd, heeft hun digitale maturiteit in ten minste twee categorieën met betrekking tot het programma tot toekomstbestendige ziekenhuizen verhoogd met ten minste twee digitale maturiteitsniveaus in het gebruikte digitale maturiteitssysteem ten opzichte van de evaluatie vanaf 30 juni 2021. |
|
103 |
5.1.2 programma voor toekomstbestendige ziekenhuizen |
Doel |
Uitvoering van ten minste 75 % van de relevante digitaliseringsprojecten |
— |
Percentage voltooide digitaliseringsprojecten |
0 |
75 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Ten minste 75 % van de digitaliseringsprojecten die financiering hebben ontvangen in het kader van het programma voor toekomstbestendige ziekenhuizen en die, indien zij niet volledig worden uitgevoerd op 31 december 2024, zouden leiden tot financiële verlagingen die zijn vastgesteld in het kader van de wet op de toekomst van ziekenhuizen (Krankenhauszukunftsgesetz 9 ), waren op 31 augustus 2026 volledig uitgevoerd. |
|
104 |
5.1.3 speciaal programma om het onderzoek naar en de ontwikkeling van dringend noodzakelijke vaccins tegen SARS-CoV-2 te versnellen |
Mijlpaal |
Goedkeuring van een eerste vaccin tegen SARS-CoV-2 door de regulerende instantie |
Aanbeveling voor de goedkeuring door het Europees Geneesmiddelenbureau van een vaccin tegen SARS-CoV-2 dat is ontwikkeld door een van de drie ondersteunde bedrijven |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2020 |
Goedkeuring aanbevolen door het Europees Geneesmiddelenbureau voor een vaccin tegen SARS-CoV-2 dat door een van de drie bedrijven is ontwikkeld met steun van maatregel 5.1.3. |
|
106 |
5.1.3 speciaal programma om het onderzoek naar en de ontwikkeling van dringend noodzakelijke vaccins tegen SARS-CoV-2 te versnellen |
Doel |
Uitbetaling van ten minste 561 450 000 EUR voor vaccinonderzoek dat door dit speciaal programma wordt ondersteund |
— |
Miljoen EUR |
0 |
561.45 |
KWARTAAL 3 |
2022 |
Van de 591 000 000 EUR die aan de maatregel zijn toegewezen, is ten minste 561 450 000 EUR (95 % van de totale financiering) uitbetaald aan de ontvangers van vaccinonderzoek. |
|
107 |
5.1.3 speciaal programma om het onderzoek naar en de ontwikkeling van dringend noodzakelijke vaccins tegen SARS-CoV-2 te versnellen |
Mijlpaal |
Einde van programma |
Voltooiing en afsluitende controle van de gebruiksverslagen en van alle eindverslagen |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2022 |
Alle eindverslagen over de besteding van de middelen zijn ingediend en gecontroleerd. |
I. ONDERDEEL 6.1: Modern openbaar bestuur
Het onderdeel van het Duitse herstel- en veerkrachtplan gaat in op de uitdagingen van de modernisering van het Duitse openbaar bestuur. Het doel van deze component is de digitalisering van het openbaar bestuur doortastend te bevorderen en de administratieve lasten voor bedrijven en burgers bij hun interactie met de overheid te verminderen.
De component ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling over de verbetering van digitale overheidsdiensten op alle niveaus (landspecifieke aanbeveling 2 in 2020).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).
I.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
Hervorming van 6.1.1: Ecosysteem van de Europese identiteit
Het doel van de maatregel is een digitaal, open en veilig ecosysteem tot stand te brengen dat identiteiten en persoonlijke documenten online vaststelt en verifieert, zonder afhankelijk te zijn van grote particuliere platforms, waaronder persoonlijke ID’s en documenten zoals diploma’s. Daarnaast heeft de maatregel tot doel een systeem op te zetten dat ook openstaat voor andere soorten toepassingen en om de identiteit van bedrijven en apparaten binnen het internet der dingen te verifiëren. Ten slotte is het doel van de maatregel om het ecosysteem open te stellen voor overheidsdiensten en de particuliere sector in de EU en daarbuiten.
De maatregel bestaat uit de ontwikkeling van technische componenten en normen, het ondersteunen van interoperabiliteitsinspanningen voor andere initiatieven, het verstrekken van een soevereine ID en het katalyseren van het ecosysteem door de ontwikkeling van initiële gebruiksgevallen. De eerste toepassingen die moeten worden ontwikkeld, worden gesubsidieerd en gestuurd door de overheid, maar naarmate het ecosysteem vordert, is het doel dat de particuliere sector onafhankelijk toepassingen ontwikkelt.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn. Verwacht wordt dat het ecosysteem ook na dit punt ten uitvoer zal worden gelegd.
Hervorming van 6.1.2: Digitalisering van de administratie — uitvoering van de wet inzake onlinetoegang
Het doel van de maatregel is om overheidsdiensten uiterlijk in 2022 digitaal beschikbaar te stellen, in overeenstemming met de Online Access Act 10 . Gezien het Duitse federale systeem worden overheidsdiensten aangeboden door zowel het federale niveau als de deelstaatregeringen en lokale overheden, waardoor het vereiste niveau van coördinatie aanzienlijk toeneemt.
De maatregel bestaat uit de digitalisering van 100 dienstenpakketten die onder de uitvoeringsbevoegdheid van de deelstaten vallen, en 115 dienstenbundels die onder de bevoegdheid van de federale overheid vallen.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2025 voltooid zijn.
Hervorming van 6.1.3: Digitalisering van de administratie — modernisering van registers
Het doel van de maatregel is een eenvoudige, veilige en digitale uitwisseling van in verschillende Duitse registers opgeslagen gegevens mogelijk te maken. Dit stelt burgers en bedrijven in staat hun gegevens slechts één keer in te dienen, in plaats van dezelfde gegevens meerdere keren bij verschillende autoriteiten in te dienen.
De maatregel bestaat uit de ontwikkeling van de noodzakelijke technische architectuur en het verbinden van ten minste 6 van de belangrijkste registers en nog eens 12 registers, die deel uitmaken van de belangrijkste registers, zijn klaar om op de enige infrastructuur te worden aangesloten via de invoering van het nationale technische systeem (Noots). Om deze doelstellingen te bereiken en het project te sturen,wordt een Registermodernisierungsbehörde(Registermodernisierungs behörde) opgericht.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2026 voltooid zijn.
I.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
|
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen)
|
Kwantitatieve indicatoren (voor streefcijfers) |
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling |
|||
|
Meeteenheid |
Basislijn |
Doelpunt |
Kwartaal |
Jaar |
||||||
|
108 |
6.1.1 Europees identiteits-ecosysteem |
Doel |
Start van één proefproject voor het digitaal inchecken van hotels |
— |
Aantal hotels met digitale incheckbalie |
0 |
100 |
KWARTAAL 3 |
2021 |
Er is een proefproject in werking gesteld, waardoor werknemers van vier grote Duitse bedrijven digitaal kunnen inchecken naar drie grote Duitse hotelketens, waaraan ten minste 100 hotels deelnemen. Het proefproject biedt eerste technische componenten en inzichten voor de verdere ontwikkeling van het ecosysteem. |
|
109 |
6.1.1 Europees identiteits-ecosysteem |
Doel |
Voltooiing van aanvullende door de overheid ondersteunde aanvraagdossiers naast de piloothotelcheck-in. |
— |
Aantal aanvraagzaken |
1 |
5 |
KWARTAAL 4 |
2024 |
Na het eerste proefproject is de uitvoering van ten minste vier aanvullende aanvraagdossiers (bijvoorbeeld het online openen van bankrekeningen, toegangsbeheer, het online sluiten van telefooncontracten of het openen van klantenrekeningen in e-commerce) voltooid, elk met ten minste 10 000 gebruikers. De eID-functie voor identificatie en authenticatie is geïntegreerd in toepassingscasesen en waar nodig zijn nieuwe interfaces ingevoerd. |
|
110 |
6.1.1 Europees identiteits-ecosysteem |
Doel |
Verstrekking van aanvullende toepassingsgevallen buiten de proefprojecten met weinig of geen overheidssteun voor de uitvoering ervan |
— |
Aantal aanvraagzaken |
5 |
10 |
KWARTAAL 4 |
2025 |
Het systeem is verder uitgebreid door de invoering van steeds minder door de overheid ondersteunde aanvraagdossiers, en er zijn ten minste tien toepassingsgevallen met elk ten minste 10 000 gebruikers. Ten minste twee initiatieven of eigen gedecentraliseerde identiteitsoplossingen (bijvoorbeeld vaccinatiebewijs) zijn interoperabel met het systeem. |
|
111 |
6.1.2 digitalisering van de administratie — Uitvoering van de wet inzake onlinetoegang (OZG) |
Doel |
Voltooiing van individuele overeenkomsten tussen de leidende dienst en de leidende deelstaat |
— |
Aantal individuele overeenkomsten |
0 |
14 |
KWARTAAL 3 |
2021 |
Tussen de leidende afdeling en de leidende federale staat zijn ten minste 14 individuele overeenkomsten gesloten ter uitvoering van de OnlineToegangswet, waarin de operationele regelingen zijn vastgelegd. De uitvoering geschiedt in overeenstemming met het beginsel „één voor iedereen”. De afzonderlijke overeenkomsten vormen de rechtsgrondslag voor samenwerking en werkgerelateerde uitvoering. |
|
112 |
6.1.2 digitalisering van de administratie — Uitvoering van de wet onlinetoegang (OZG) |
Doel |
Go-Lives of online access act service bundles (Onlinezugangsgesetz-Leistungen) |
— |
Aantal levende dienstenpakketten |
0 |
70 |
KWARTAAL 4 |
2021 |
Ten minste 70 pakketten van openbare diensten zijn live beschikbaar (online beschikbaar voor het grote publiek). |
|
113 |
6.1.2 digitalisering van de administratie — Uitvoering van de wet onlinetoegang (OZG) |
Doel |
Wijdverbreide digitalisering van administratieve diensten |
— |
Aantal uitgevoerde dienstenpakketten |
0 |
215 |
KWARTAAL 4 |
2022 |
Ten minste 100 van de belangrijkste administratieve diensten van de deelstaten worden uitgevoerd als „one for all” -diensten en 115 extra diensten van de federale overheid. |
|
113A |
6.1.2 digitalisering van de administratie — Uitvoering van de wet onlinetoegang (OZG) |
Doel |
Uitrol van de diensten van de deelstaten tot landelijke dekking |
Aantal in het hele land beschikbare dienstenpakketten |
0 |
100 |
KWARTAAL 2 |
2025 |
Ten minste 100 van de belangrijkste administratieve diensten van de deelstaten worden in het hele land uitgevoerd (in ten minste 50 % van de deelstaten) als „one for all” -diensten. |
|
|
114 |
6.1.3 digitalisering van de administratie — modernisering van registers |
Mijlpaal |
Voltooiing van proefprojecten voor het testen van proefregisters |
Einde proef- en beoordelingsdocument samengesteld |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2023 |
Voltooiing van een proefproject voor het testen van proefregisters, overeenkomstig de uitvoering van de Wet op het identificatienummer (Identifikationsnummerngesetz 11 )en de wet op de modernisering van het register (Registermodernisierungsgesetz 12 ). |
|
115 |
6.1.3 digitalisering van de administratie — modernisering van registers |
Mijlpaal |
Voltooiing van de tenuitvoerlegging van de uniforme architectuur voor de bevordering van het eenmaligheidsbeginsel |
Centrale architecturale componenten zijn klaar om te worden aangesloten op eigen registers |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2025 |
De gestandaardiseerde technische architectuur is klaar om te worden gekoppeld aan prioriteitsregisters voor de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel. De rechtsgrondslagen voor het koppelen van prioriteitsregisters zijn aanwezig. Er is sprake van governance (multiprojectbeheer) om de verbinding tussen registers te controleren. |
|
116 |
6.1.3 digitalisering van de administratie — modernisering van registers |
Doel |
Prioritaire koppeling van gebruikersregisters aan de eenmaligheidsarchitectuur |
— |
Aantal prioriteitsregisters |
0 |
18 |
KWARTAAL 2 |
2026 |
Ten minste 6 van de prioritaire registers zijn verbonden met één infrastructuur (Noots) om het eenmaligheidsbeginsel toe te passen en nog eens 12 prioritaire registers zijn klaar om te worden aangesloten op de bestaande infrastructuur, die elk in staat is het identificatienummer op te slaan en te verwerken. |
J. COMPONENT 6.2: Vermindering van investeringsbelemmeringen
Deze component van het Duitse herstel- en veerkrachtplan pakt belemmeringen voor investeringen aan, die de publieke en particuliere investeringen in Duitsland vertragen. Door belemmeringen voor investeringen weg te nemen, kunnen fondsen tijdig worden besteed en worden investeringen in de groene en digitale transitie vergemakkelijkt. Bovendien vergroot het de veerkracht van Duitsland bij economische schokken en draagt het bij tot het stimuleren van de binnenlandse vraag, met het potentieel om het overschot op de lopende rekening, dat herhaaldelijk als een macro-economische onevenwichtigheid voor Duitsland is aangemerkt, te verkleinen.
De component ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen inzake het realiseren van een aanhoudende opwaartse trend op het gebied van particuliere en publieke investeringen en ter bevordering van de investeringen (landspecifieke aanbeveling 1 in 2019 en landspecifieke aanbeveling 1 in 2020).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).
J.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
Hervorming van 6.2.1: Gezamenlijk programma van de federale regering en de deelstaten voor een efficiënt bestuur dat ten goede komt aan burgers en bedrijven
De maatregel heeft tot doel de administratie efficiënter, toekomstgerichter en innovatie-inductief te maken. Het heeft onder meer tot doel de plannings- en goedkeuringsprocedures te versnellen, de vereisten voor lagere overheidsniveaus voor het aanvragen van financiële subsidies verder te standaardiseren om te zorgen voor een snellere uitstroom van middelen, de bouw van woningen te versnellen en het aantal succesvolle overdrachten van bedrijfseigendom aan de volgende generatie te vergroten.
De maatregel bestaat uit de oprichting van een werkgroep bestaande uit het federale niveau en de deelstaten, die voorstellen zal ontwikkelen ter verbetering van de efficiëntie van het openbaar bestuur op 11 gebieden (zoals nader omschreven in de mijlpalen) die uiterlijk in 2025 moeten worden uitgevoerd.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 maart 2025 voltooid zijn.
Hervorming van6.2.2: Uitbreiding van adviesdiensten van PD — Berater der öffentlichen Hand GmbH
Het doel van de maatregel is het vergroten van de overheidsinvesteringsactiviteit, met name op gemeentelijk niveau, door gemeenten en andere overheidsinstanties in staat te stellen om financieringsprogramma’s van de overheid beter in hun investeringsprojecten te integreren en door de uitvoering van IT-investeringen in scholen te verbeteren.
De maatregel bestaat uit twee submaatregelen, die moeten worden uitgevoerd door PD — Berater der öffentlichen Hand GmbH (PD), een adviesbureau van de publieke sector dat grotendeels in handen is van de federale staat en de deelstaten. De eerste submaatregel is bedoeld om gemeenten en andere overheidsinstanties te ondersteunen bij het navigeren van het financieringslandschap van het financieringsprogramma en om de afstemming van overheidsfinancieringsprogramma’s op de behoeften van gemeenten en andere overheidsinstanties te verbeteren. De tweede submaatregel heeft betrekking op de digitalisering van scholen, waarvoor de PD raadplegingsconcepten ontwikkelt en schoolautoriteiten adviseert.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.
Hervorming van 6.2.3: Versnelling van de plannings- en goedkeuringsprocedures in de vervoerssector
Het doel van de maatregel is de plannings- en goedkeuringsprocedures in de vervoerssector aanzienlijk te versnellen. Doel hiervan is de capaciteit van vervoersroutes te vergroten en de uitbreiding van klimaatvriendelijke vervoerswijzen te vergemakkelijken om de klimaatdoelstellingen van Duitsland te halen.
De maatregel bestaat uit de uitvoering en evaluatie van drie wetten, de wet inzake de versnelling van deinvesteringen(Investitionsbeschleunigungsgesetz 13 ), de meest recente wet inzake de versnelling van deplanning ( 14 Planungsbeschleunigungsgesetz III) en de meetwet(Maßnahmengesetzvorbereitungsgesetz 15 ).
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.
J.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
|
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen)
|
Kwantitatieve indicatoren (voor streefcijfers) |
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling |
|||
|
Meeteenheid |
Basislijn |
Doelpunt |
Kwartaal |
Jaar |
||||||
|
117 |
6.2.1 Gezamenlijk programma van de federale regering en de deelstaten voor een efficiënt bestuur dat ten goede komt aan burgers en bedrijven |
Mijlpaal |
Eerste voortgangsverslag voor de Conferentie van minister-presidenten (MPK) |
Eerste voortgangsverslag gepubliceerd |
— |
— |
— |
KWARTAAL 2 |
2021 |
Het eerste verslag aan de staatshoofden en regeringsleiders van de federale regering en de deelstaten is gepubliceerd en bevat een lijst van de maatregelen van het programma van maatregelen die verder zullen worden onderzocht en verwerkt. Uitgangspunt van het verslag zijn de volgende elf actiegebieden:
— Verbetering van de financiële steun van gemeenten;
|
|
118 |
Gezamenlijk programma 6.2.1 van de federale regering en de deelstaten voor een efficiënt bestuur dat ten goede komt aan burgers en bedrijven |
Mijlpaal |
Tweede voortgangsverslag voor de Conferentie van ministervoorzitters |
Tweede voortgangsverslag gepubliceerd |
— |
— |
— |
KWARTAAL 2 |
2022 |
In het gepubliceerde voortgangsverslag wordt aangegeven welke maatregelen onder leiding van de federale regering en/of de deelstaten zullen worden uitgevoerd. Het voortgangsverslag bevat de volgende elementen: De naam van de maatregel; status (gestart, voltooid, nog niet begonnen); volgende mijlpaal; verwachte einddatum. |
|
119 |
Gezamenlijk programma 6.2.1 van de federale regering en de deelstaten voor een efficiënt bestuur dat ten goede komt aan burgers en bedrijven |
Doel |
Voltooiing van de maatregelen in het voortgangsverslag |
— |
Percentage voltooide maatregelen |
0 |
80 |
KWARTAAL 1 |
2025 |
Voltooiing van de uitvoering van ten minste 80 % van de in het tweede voortgangsverslag genoemde maatregelen. |
|
120 |
6.2.2.1 uitbreiding van adviesdiensten van PD: Doeltreffend beheer van financieringsondersteuning |
Mijlpaal |
Start van PD-adviesdiensten voor geselecteerde financieringsprogramma’s |
Overeenkomst met de federale ministeries over de selectie van financieringsprogramma’s |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2022 |
De PD heeft samen met de betrokken federale ministeries geschikte financieringsprogramma’s vastgesteld, en het consultatieproject om deze financieringsprogramma’s beter af te stemmen op de behoeften van de ontvangers is van start gegaan. |
|
121 |
6.2.2.1 uitbreiding van adviesdiensten van PD: Doeltreffend beheer van financieringsondersteuning |
Doel |
Overleg uitgevoerd |
— |
Aantal uitgevoerde raadplegingen |
0 |
100 |
KWARTAAL 3 |
2024 |
100 overleg met begunstigden van financieringsprogramma’s, die ook deel kunnen uitmaken van een meer omvattende investeringsadviesdienst, is afgerond of wordt momenteel uitgevoerd. |
|
122 |
6.2.2.1 uitbreiding van adviesdiensten van PD: Doeltreffend beheer van financieringsondersteuning |
Doel |
Ontwikkelde concepten voor de herziening van financieringsprogramma’s |
— |
Aantal herzieningsconcepten |
0 |
4 |
KWARTAAL 3 |
2024 |
Er zijn herzieningsconcepten ontwikkeld voor vier financieringsprogramma’s die ook inzichten bevatten om de opzet van andere programma’s te onderbouwen. |
|
123 |
6.2.2.1 uitbreiding van adviesdiensten van PD: Doeltreffend beheer van financieringsondersteuning |
Mijlpaal |
Verspreiding van informatie over geleerde lessen |
Financieringsgids van het Bondsministerie van Financiën gepubliceerd |
— |
— |
— |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Publicatie van een financieringsgids van het federaal ministerie van Financiën over het ontwerpen van programma’s voor overheidsfinanciering voor maatregelen op het gebied van openbare infrastructuur, om een betere uitstroom van middelen mogelijk te maken. |
|
124 |
6.2.2.1 uitbreiding van adviesdiensten van PD: Doeltreffend beheer van financieringsondersteuning |
Doel |
Overleg uitgevoerd |
— |
Aantal uitgevoerde raadplegingen |
100 |
400 |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Ten minste 400 raadplegingen met begunstigden van financieringsprogramma’s, die ook deel kunnen uitmaken van een breder investeringsconsultatieproject, zijn afgerond of worden uitgevoerd (de doelstelling omvat raadplegingen die zijn afgerond zoals aangegeven in streefdoel 121). |
|
125 |
6.2.2.2 uitbreiding van adviesdiensten van PD: IT-advies op school |
Doel |
Uitrol en proefprojecten voor adviesprojecten op het gebied van IT op school |
— |
Aantal uitgevoerde consultancyprojecten |
0 |
5 |
KWARTAAL 4 |
2022 |
Ten minste vijf consultatieprojecten voor schoolautoriteiten over IT op school zijn van start gegaan. |
|
126 |
6.2.2.2 uitbreiding van adviesdiensten van PD: IT-advies op school |
Mijlpaal |
Ontwikkeling van modelconcepten |
Model IT-concept |
— |
— |
— |
KWARTAAL 3 |
2024 |
Er zijn een model van IT-concept en uitvoeringsprogramma ontwikkeld, zoals blijkt uit de overeenkomstige projectresultaten van de PD. |
|
127 |
6.2.2.2 uitbreiding van adviesdiensten van PD: IT-advies op school |
Doel |
IT-consultatieprojecten op school |
— |
Aantal uitgevoerde consultancyprojecten |
5 |
50 |
KWARTAAL 3 |
2024 |
In totaal zijn 50 raadplegingen van schoolautoriteiten over IT op school, die deel kunnen uitmaken van een breder investeringsconsultatieproject, afgerond of worden uitgevoerd (de doelstelling omvat ook de vorige doelstelling). |
|
128 |
6.2.3.1 versnelling van de plannings- en goedkeuringsprocedures in de vervoerssector |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de Wet op de versnelling van investeringen, de wet inzake planningsversnelling III en de maatregel-act-voorstellingenwet |
Bepaling in de wet ter aanduiding van de inwerkingtreding van de Wet op de versnelling van investeringen, de wet inzake de versnelling van de ruimtelijke ordening III en de maatregel-act-voorstellingenwet. |
— |
— |
— |
KWARTAAL 4 |
2020 |
De Wet op de versnelling van investeringen, de wet inzake de versnelling van de ruimtelijke ordening III en de wet inzake de voorbereiding van de metingen(Investitionsbeschleunigungsgesetz, Planungsbeschleunigungsgesetz III, Maßnahmengesetzvorbereitungsgesetz) is in werking getreden. |
|
129 |
6.2.3.1 versnelling van de plannings- en goedkeuringsprocedures in de vervoerssector |
Mijlpaal |
Evaluatie van wetswijzigingen |
Evaluatie van de drie wetten |
— |
— |
— |
KWARTAAL 3 |
2026 |
Er is begonnen met een uitgebreide evaluatie van de goedgekeurde wetgevingsmaatregelen (zie mijlpaal 128), op basis van een evaluatieconcept dat is ontwikkeld, en er is begonnen met het verzamelen van gegevens. De evaluatie omvat onder meer een vergelijking van de duur van de plannings- en goedkeuringsprocedures in de vervoerssector vóór en na de vaststelling van de maatregelen en houdt rekening met andere kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren. |
K. COMPONENT 7.1: REPowerEU
De REPowerEU-component van het Duitse herstel- en veerkrachtplan heeft tot doel de energietransitie te ondersteunen door voorzieningszekerheid, betaalbaarheid, behoud van hulpbronnen en milieucompatibiliteit te integreren met innovatieve en intelligente klimaatbescherming. De component heeft tot doel de bijdrage van de verwarmings- en koelingssector aan de broeikasgasemissies aan te pakken door het koolstofvrij maken van gebouwen te bevorderen door middel van maatregelen voor energie-effientie. . De component heeft ook tot doel klimaatvriendelijk goederenvervoer te bevorderen, gericht op een aanzienlijke vermindering van de emissies door de invoering van elektrisch aangedreven voertuigen te stimuleren en de noodzakelijke infrastructuurontwikkeling te ondersteunen. Daarnaast wordt het faciliteren van geplande waterstofinfrastructuurprojecten van cruciaal belang geacht om de decarbonisatiedoelstellingen te halen. De uitbreiding van windenergie, zowel offshore als op land, wordt verder ingevoerd om de afhankelijkheid van de invoer van fossiele brandstoffen te verminderen en de vooruitgang in de richting van klimaatneutraliteit te versnellen. Er worden wetgevingshervormingen voorgesteld om de vergunningsprocedures te stroomlijnen en een duurzaam en verantwoord gebruik van hernieuwbare energiebronnen te waarborgen.
De REPowerEU-component draagt bij tot de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen, met name LSA 2022.4 en LSA 2023.4.
Verschillende maatregelen zullen naar verwachting een indirect grensoverschrijdend effect hebben, waaronder de opschaling van de federale financiering voor energie-efficiënte beuidingen, die tot doel heeft de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Daarnaast zou een digitaal platform om de aanvraag- en goedkeuringsprocedures te versnellen, uiteindelijk de toegang van andere EU-bedrijven tot de Duitse markt kunnen vergemakkelijken door administratieve processen te vereenvoudigen en daardoor de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen, aangezien het platform bedoeld is om de totstandbrenging van een kernwaterstofnet te versnellen. Er worden ook directe grensoverschrijdende effecten verwacht met de hervorming van de windenergie op land Act en de wet windenergie op zee, aangezien de extra elektriciteit uit windenergie een impact kan hebben op het evenwicht tussen vraag en aanbod in Duitsland en tussen verschillende landen en van invloed kan zijn op grensoverschrijdende stromen.
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
K.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
7.1.1 opgeschaalde investeringen: Renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen
Het doel van deze maatregel is de verhoging van investering 1.3.3 "Vernieuwing van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen "in het kader van component 1.3. Het opgeschaalde deel van de maatregel ondersteunt 190 000 individuele renovatiemaatregelen, bovenop de maatregelen die worden gefinancierd uit de niet-terugbetaalbare steun als onderdeel van investering 1.3.3.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 augustus 2026 voltooid zijn.
7.1.2 investeringen: Steunprogramma voor emissievrij vervoer met lichte en zware bedrijfsvoertuigen
Het doel van deze maatregel is de penetratie van emissievrij wegvervoer te versnellen. De maatregel bestaat uit de steun voor de aankoop van emissievrije bedrijfsvoertuigen van de EG-voertuigklassen N1, N2 en N3 met elektrische aandrijvingen overeenkomstig artikel 2, nummers 2 en 4 van de Elektromobilitätsgesetz („EmoG”), d.w.z. uitsluitend elektrische voertuigen op batterijen en brandstofcellen. Hybride elektrische voertuigen („plug-ins”) worden niet ondersteund in het kader van de maatregel. De maatregel ondersteunt ook de tank- en oplaadinfrastructuur die nodig is voor de exploitatie van de categorie voertuigen waarvoor steun wordt verleend, voor maximaal 80 % van de subsidiabele kosten.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 augustus 2026 voltooid zijn.
7.1.3 investeringen: Digitaal end-to-end platform om de planning en goedkeuring te versnellen
Het doel van deze maatregel is de planning en goedkeuring van energie-infrastructuurprojecten te versnellen door middel van een digitaal eind-tot-eindplatform. Het doel van de maatregel is met name om de bouw van het Duitse kernwaterstofnet te versnellen door gebruik te maken van dit platform, aangezien het voor het eerst bedrijven in staat stelt aanvragen voor vergunningen voor het waterstofkernnetwerk digitaal in te dienen. Het platform centraliseert, standaardiseert en versnelt het proces voor de aanvragers en de goedkeuringsinstantie. Bovendien moet de maatregel knelpunten in de backoffice aanpakken door middel van een workflowsysteem voor de verwerking van aanvragen.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2025 voltooid zijn.
Hervorming van 7.1.4: Wet windenergie op land
Het doel van deze maatregel is de uitrol van onshore-windenergiecentrales te versnellen.
In het besluit wordt het streefcijfer voor het landgebruik voor windenergie van elke federale staat (deelstaat) vastgesteld. De wet bevat ook bepalingen om het bouwwetboek te wijzigen zodat dedeelstaten (deelstaten) extra gebieden kunnen aanwijzen die geschikt zijn voor de opwekking van windenergie op het land. Op de uitvoering van de hervorming wordt toezicht gehouden door een gemengd comité van het federale niveau en dedeelstaten(EEG-Bund-Länder Katationsausschuss).
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 maart 2023 voltooid zijn.
Hervorming van 7.1.5: Wet windenergie op zee
Het doel van deze maatregel is de uitrol van offshore-windenergiecentrales te versnellen.
De hervorming verhoogt de uitbreidingsdoelstellingen voor offshore-windenergie in Duitsland van 20 GW tot ten minste 30 GW tegen 2030, en tot 40 GW tegen 2035 en 70 GW tegen 2045 (voorheen: 40 GW tegen 2040). Het bevat ook bepalingen om de plannings- en goedkeuringsprocedures te stroomlijnen en de beoordeling van aanvragen te bundelen.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 maart 2023 voltooid zijn.
K.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
|
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
Kwalitatieve indicatoren
|
Kwantitatieve indicatoren
|
Indicatieve termijn voor voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling |
|||
|
Meeteenheid |
Basislijn |
Doelpunt |
Kwartaal |
Jaar |
||||||
|
130 |
Investering 7.1.1 (opschaling): Renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen |
Doel |
Opgeschaalde einddoelstelling voor voltooide individuele renovatiemaatregelen voor energie-efficiënte gebouwen |
Voltooide individuele renovatiemaatregelen |
145 000 |
335 000 |
KWARTAAL 2 |
2026 |
In totaal zijn ten minste 335 000 individuele renovatiemaatregelen voltooid. |
|
|
131 |
Investering 7.1.2: Wetenschap op topniveau. Steunprogramma voor emissievrij vervoer met lichte en zware bedrijfsvoertuigen |
Doel |
Tussentijdse doelstelling voor de registratie van emissievrije voertuigen |
Emissievrije bedrijfsvoertuigen |
0 |
670 |
KWARTAAL 4 |
2024 |
670 emissievrije bedrijfsvoertuigen, waaronder ten minste 190 voertuigen van klasse N3, zijn geregistreerd. |
|
|
132 |
Investering 7.1.2: Wetenschap op topniveau. Steunprogramma voor emissievrij vervoer met lichte en zware bedrijfsvoertuigen |
Doel |
Einddoelstelling voor geregistreerde emissievrije voertuigen |
Emissievrije bedrijfsvoertuigen |
670 |
1100 |
KWARTAAL 2 |
2026 |
1 100 emissievrije voertuigen, waaronder ten minste 490 voertuigen van klasse N3, zijn geregistreerd. |
|
|
133 |
Investering 7.1.2: Wetenschap op topniveau. Steunprogramma voor emissievrij vervoer met lichte en zware bedrijfsvoertuigen |
Doel |
Ingebruikname van laad- en tankstations |
Laad- en tankstations |
0 |
1357 |
KWARTAAL 2 |
2026 |
Er zijn 1 352 elektrische laadstations en 5 waterstoftankstations in gebruik genomen. |
|
|
134 |
Investering 7.1.3: Wetenschap op topniveau. Digitaal end-to-end platform om de planning en goedkeuring te versnellen |
Mijlpaal |
Ondertekening van contracten |
Vastlegging van middelen door ondertekening van projectcontracten |
KWARTAAL 3 |
2025 |
Contracten voor de ontwikkeling van het platform zijn ondertekend en in werking getreden, waarbij ten minste 95 % van de totale toewijzing voor deze maatregel (94 500 000 EUR) is vastgelegd, met inbegrip van 95 % van de kosten voor AI-ontwikkelingen. (38 285 000 EUR). |
|||
|
135 |
Investering 7.1.3: Wetenschap op topniveau. Digitaal end-to-end platform om de planning en goedkeuring te versnellen |
Mijlpaal |
Lancering van een eenmaligheidsplatform voor vergunningen |
Lancering van een website met een workflowsysteem en werkend volgens de norm voor eenmalig gebruik |
KWARTAAL 4 |
2025 |
Het platform stelt bedrijven in staat aanvragen voor vergunningen voor het waterstofkernnetwerk digitaal in te dienen. Voor deze dienst voldoet het platform aan de eenmaligheidsnorm (nationaal maturiteitsniveau 4 overeenkomstig Besluit 2020/20 van de raad voor IT-planning). Bovendien is er een workflowsysteem voor de verwerking van aanvragen en zijn er geautomatiseerde volledigheidscontroles van aanvragen en ontwerpmotiveringen voor het goedkeuringsbesluit, waarbij gebruik wordt gemaakt van een of meer grote taalmodellen. |
|||
|
136 |
Hervorming 7.1.4: Wet windenergie op land |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de Wind Energy on Land Act (Wind-an-Land -Gesetz) |
Bepaling in de rechtshandeling die de inwerkingtreding van de rechtshandeling aangeeft |
KWARTAAL 1 |
2023 |
De Wind Energy on Land Act (Wind-an-Land -Gesetz) is in werking getreden. |
|||
|
137 |
Hervorming 7.1.5: Wet windenergie op zee |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de Wet windenergie op zee (Wind-auf-See-Gesetz) |
Bepaling in de rechtshandeling die de inwerkingtreding van de rechtshandeling aangeeft |
KWARTAAL 1 |
2023 |
De Wet windenergie op zee (Wind-auf-See-Gesetz) is in werking getreden. |
|||
Geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan
De totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan van Duitsland, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, worden geraamd op 32 344 275 666 EUR. De totale kosten van het REPowerEU-hoofdstuk van Duitsland worden geraamd op 2 444 838 075 EUR.
AFDELING 2: FINANCIËLE ONDERSTEUNING
1.Financiële bijdrage
De in artikel 2, lid 2, bedoelde tranches worden als volgt georganiseerd:
1.1Eerste tranche (niet-terugbetaalbare steun):
|
Volgnummer |
Begeleidende maatregel (Hervorming of investeringen) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
|
1 |
1.1.1 waterstofprojecten in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang |
Mijlpaal |
Afronding van de procedure voor het indienen van blijken van belangstelling |
|
7 |
1.1.2 steunprogramma voor decarbonisatie in de industrie |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van het financieringsrichtsnoer (Förderrichtlinie)voor decarbonisatie in de industrie |
|
11 |
1.1.3 proefproject voor klimaatactieovereenkomsten op basis van het beginsel van koolstofcontracten ter verrekening van verschillen |
Mijlpaal |
Voltooiing van de procedure voor het indienen van blijken van belangstelling voor klimaatveranderingscontracten |
|
14 |
1.1.4 projectgerelateerd onderzoek inzake klimaatbescherming |
Doel |
Goedkeuring van steunaanvragen voor klimaatgerelateerde onderzoeksprojecten |
|
17 |
1.1.5 vlaggenschipprojecten voor onderzoek en innovatie in het kader van de nationale waterstofstrategie |
Mijlpaal |
Publicatie van de wedstrijd „Idea Competition „Hydrogen Republic Germany” (Förderaufruf zum Ideenwettbewerb „Wasserstoffrepublik Deutschland”) |
|
22 |
1.2.1 steun voor de aanleg van oplaadinfrastructuur |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de financieringsrichtsnoeren |
|
25 |
1.2.2 financiering voor de ontwikkeling van elektromobiliteit |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de financieringsrichtsnoeren |
|
29 |
1.2.3 steun voor de vervanging van het wagenpark van particuliere voertuigen |
Doel |
Steun voor de aankoop van 240 000 elektrische voertuigen |
|
31 |
1.2.4 verlenging van de oorspronkelijke registratieperiode voor de verlening van de tienjarige belastingvrijstelling voor puur elektrische voertuigen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding Zevende Wijzigingswet motorrijtuigenbelasting |
|
33 |
1.2.5 steun voor de aankoop van bussen met alternatieve aandrijving |
Mijlpaal |
Publicatie van financieringsrichtsnoeren |
|
36 |
1.2.6 steun ter bevordering van alternatieve aandrijving per spoor |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de financieringsrichtsnoeren |
|
39 |
1.2.7 bevordering van de sectoren die zich bezighouden met waterstof- en brandstofceltoepassingen in het vervoer |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van wijziging tot uitbreiding van bestaande ondersteunende richtsnoeren (Förderrichtlinien) van het nationale programma voor technologische innovatie op het gebied van waterstof en brandstofcellen (NIP) (of, indien onvoldoende gedekt door bestaande ondersteunende richtsnoeren, inwerkingtreding van nieuwe ondersteunende richtsnoeren). |
|
42 |
Steunprogramma 1.3.1 voor de ontwikkeling van een klimaatvriendelijke houtbouwsector |
Mijlpaal |
Financieringsrichtsnoeren voor de bevordering van klimaatvriendelijke houtbouw |
|
46 |
1.3.3 renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen |
Mijlpaal |
Financieringsrichtsnoeren voor de ondersteuning van energie-efficiënte renovatie van gebouwen |
|
52 |
2.1.2 IPCEI Microelektronica en connectiviteit |
Mijlpaal |
Inhoud ontwerp van het geplande IPCEI |
|
59 |
2.2.1 investeringsprogramma voor voertuigfabrikanten/leveranciers |
Mijlpaal |
Publicatie van alle financieringsrichtsnoeren |
|
62 |
Federaal programma „Bouwen aan verdere CET-netwerken” 2.2.2 |
Mijlpaal |
Publicatie van de financieringsrichtsnoeren |
|
65 |
2.2.3 Centrum voor onderzoek op het gebied van digitalisering en technologie van de Bundeswehr |
Doel |
Start van onderzoeksprojecten |
|
70 |
2.2.4 bevordering van de digitalisering van de spoorwegen door conventionele interlock-/versnelde programma’s te vervangen om de uitrol van „Digital Rail Germany” te versnellen |
Mijlpaal |
Ondertekening van de financieringsovereenkomst voor het „fast track” -programma tussen de federale regering en Deutsche Bahn |
|
71 |
2.2.4 bevordering van de digitalisering van de spoorwegen door conventionele interlock-/versnelde programma’s te vervangen om de uitrol van „Digital Rail Germany” te versnellen |
Mijlpaal |
Tussentijds verslag over de uitvoering |
|
72 |
2.2.4 bevordering van de digitalisering van de spoorwegen door conventionele interlock-/versnelde programma’s te vervangen om de uitrol van „Digital Rail Germany” te versnellen |
Doel |
Succesvolle afronding van proefprojecten |
|
73 |
3.1.1 investeringsprogramma voor lerarenapparatuur |
Mijlpaal |
Administratieve overeenkomst |
|
79 |
3.1.3 onderwijscentra van topkwaliteit |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de eerste financieringsrichtsnoeren en aanbestedingen voor een projectuitvoerend agentschap voor het algemene programma |
|
83 |
3.1.4 modernisering van de onderwijs- en opleidingsfaciliteiten van de federale strijdkrachten |
Mijlpaal |
Projectcontract ondertekend |
|
86 |
Investeringsprogramma 4.1.1 „Kinderfinanciering” 2020/21: speciaal fonds „Uitbreiding kinderdagzorg” |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet op de financiering van kinderopvang en de federale wet inzake financiële bijstand en van de uitvoeringsregelingen op het niveau van de deelstaten |
|
89 |
4.1.2 sociale garantie 2021 |
Mijlpaal |
Verificatie van het gemiddelde percentage van de socialezekerheidsbijdragen voor het jaar 2021 |
|
90 |
4.1.3 ondersteuning van leerlingplaatsen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de herziene financieringsrichtsnoeren voor het federale programma Ausbildungsplätze sichern |
|
93 |
4.1.4 onderwijsondersteuning voor leerlingen met een achterstand op het gebied van leren |
Mijlpaal |
Overeenkomst tussen de federale regering en de deelstaten om leerondersteuning te bieden aan lerenden met een pandemische leerachterstand. |
|
95 |
Digitaal pensioenoverzicht 4.1.5 |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wet digitaal pensioenoverzicht |
|
98 |
5.1.1 versterking van de digitale en technische middelen van de openbare gezondheidszorg |
Doel |
Uitgebreid nationaal gebruik van het Duitse elektronische meldings- en informatiesysteem ter bescherming van besmetting (Deutsches Elektronisches Melde- und Informationssystem für den Infektionsschutz, DEMIS) |
|
104 |
5.1.3 speciaal programma om het onderzoek naar en de ontwikkeling van dringend noodzakelijke vaccins tegen SARS-CoV-2 te versnellen |
Mijlpaal |
Goedkeuring van een eerste vaccin tegen SARS-CoV-2 door de regulerende instantie |
|
108 |
6.1.1 Europees identiteits-ecosysteem |
Doel |
Start van één proefproject voor het digitaal inchecken van hotels |
|
111 |
6.1.2 digitalisering van de administratie — Uitvoering van de wet inzake onlinetoegang (OZG) |
Doel |
Voltooiing van individuele overeenkomsten tussen het leidende departement en de leidende deelstaat (Bundesland) |
|
112 |
6.1.2 digitalisering van de administratie — Uitvoering van de wet onlinetoegang (OZG) |
Doel |
Go-Lives of online access act service bundles (Onlinezugangsgesetz-Leistungen) |
|
117 |
Gezamenlijk programma 6.2.1 van de federale regering en de deelstaten voor een efficiënt bestuur dat ten goede komt aan burgers en bedrijven |
Mijlpaal |
Eerste voortgangsverslag voor de Conferentie van minister-presidenten (MPK) |
|
128 |
6.2.3.1 versnelling van de plannings- en goedkeuringsprocedures in de vervoerssector |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de Wet op de versnelling van investeringen, de wet inzake planningsversnelling III en de maatregel-act-voorstellingenwet |
|
Termijnbedrag |
EUR 4 344 763 676 |
||
1.2Tweede tranche (niet-terugbetaalbare steun):
|
Volgnummer |
Begeleidende maatregel (Hervorming of investeringen) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
|
2 |
1.1.1 waterstofprojecten in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang |
Mijlpaal |
Uitvaardiging van eerste subsidiebesluiten |
|
12 |
1.1.3 proefproject voor klimaatactieovereenkomsten op basis van het beginsel van koolstofcontracten ter verrekening van verschillen |
Mijlpaal |
Financieringsrichtsnoer (Förderrichtlinie)voor een proefprogramma inzake klimaatveranderingscontracten op basis van het beginsel van koolstofcontracten ter verrekening van verschillen |
|
18 |
1.1.5 vlaggenschipprojecten voor onderzoek en innovatie in het kader van de nationale waterstofstrategie |
Doel |
Uitvaardiging van subsidiebesluiten |
|
26 |
1.2.2 financiering voor de ontwikkeling van elektromobiliteit |
Doel |
Officiële toezegging van financiële middelen |
|
30 |
1.2.3 steun voor de vervanging van het wagenpark van particuliere voertuigen |
Doel |
Steun voor de aankoop van nog eens 320 000 elektrische voertuigen |
|
43 |
Steunprogramma 1.3.1 voor de ontwikkeling van een klimaatvriendelijke houtbouwsector |
Doel |
Goedkeuring van projecten in verband met de ontwikkeling van klimaatvriendelijke houtbouw |
|
49 |
2.1.1 innovatief gegevensbeleid voor Duitsland |
Mijlpaal |
Begin van het project: |
|
53 |
2.1.2 IPCEI Microelektronica en connectiviteit |
Doel |
Start van de eerste projecten |
|
55 |
2.1.3 IPCEI — cloudinfrastructuur en -diensten van de volgende generatie (IPCEI CIS) |
Mijlpaal |
Start van O & O-projecten |
|
63 |
Federaal programma „Bouwen aan verdere CET-netwerken” 2.2.2 |
Doel |
Actieve deelname van extra ondernemingen aan CET-netwerken |
|
72A |
2.2.4 bevordering van de digitalisering van de spoorwegen door conventionele interlock-/versnelde programma’s te vervangen om de uitrol van „Digital Rail Germany” te versnellen |
Doel |
Succesvolle afronding van proefprojecten |
|
74 |
3.1.1 investeringsprogramma voor lerarenapparatuur |
Doel |
Uitbetaling van ten minste 475 000 000 EUR aan de ondersteunde projecten |
|
76 |
Onderwijsplatform 3.1.2 |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de financieringsrichtsnoeren voor prototypes en aanbestedingen van onderwijsplatforms |
|
80 |
3.1.3 onderwijscentra van topkwaliteit |
Doel |
Goedkeuring van ten minste 45 onderzoeksprojecten |
|
81 |
3.1.3 onderwijscentra van topkwaliteit |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van drie aanvullende financieringsrichtsnoeren |
|
84 |
3.1.4 modernisering van de onderwijs- en opleidingsfaciliteiten van de federale strijdkrachten |
Doel |
Analyse van onderwijsinstellingen en identificatie van hun IT-behoeften |
|
91 |
4.1.3 ondersteuning van leerlingplaatsen |
Doel |
Uitstroom van steun voor het federale programma Ausbildungsplätze sichern |
|
92 |
4.1.3 ondersteuning van leerlingplaatsen |
Doel |
Toekenningsbesluiten over aanvragen voor het federale programma Ausbildungsplätze sichern |
|
94 |
4.1.4 onderwijsondersteuning voor leerlingen met een achterstand op het gebied van leren |
Doel |
1 000 000 leerlingen hebben leerondersteuning gekregen |
|
101 |
5.1.2 programma voor toekomstbestendige ziekenhuizen |
Doel |
Aanvragen ingediend bij de federale dienst voor sociale zekerheid voor ten minste 2 700 000 000 EUR |
|
106 |
5.1.3 speciaal programma om het onderzoek naar en de ontwikkeling van dringend noodzakelijke vaccins tegen SARS-CoV-2 te versnellen |
Doel |
Uitbetaling van ten minste 561 450 000 EUR voor vaccinonderzoek dat door dit speciale programma wordt ondersteund |
|
107 |
5.1.3 speciaal programma om het onderzoek naar en de ontwikkeling van dringend noodzakelijke vaccins tegen SARS-CoV-2 te versnellen |
Mijlpaal |
Einde van programma |
|
113 |
6.1.2 digitalisering van de administratie — Uitvoering van de wet onlinetoegang (OZG) |
Doel |
Wijdverbreide digitalisering van administratieve diensten |
|
118 |
Gezamenlijk programma 6.2.1 van de federale regering en de deelstaten voor een efficiënt bestuur dat ten goede komt aan burgers en bedrijven |
Mijlpaal |
Tweede voortgangsverslag voor de Conferentie van ministervoorzitters |
|
120 |
6.2.2.1 uitbreiding van adviesdiensten van PD: Doeltreffend beheer van financieringsondersteuning |
Mijlpaal |
Start van PD-adviesdiensten voor geselecteerde financieringsprogramma’s |
|
125 |
6.2.2.2 uitbreiding van adviesdiensten van PD: IT-advies op school |
Doel |
Uitrol en proefprojecten voor adviesprojecten op het gebied van IT op school |
|
Termijnbedrag |
EUR 7 522 077 413 |
||
1.3Derde tranche (niet-terugbetaalbare steun):
|
Volgnummer |
Begeleidende maatregel (Hervorming of investeringen) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
|
3 |
1.1.1 waterstofprojecten in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang |
Doel |
Vastlegging van ten minste 500 000 000 EUR |
|
21A |
1.1.6 federale steun voor efficiënte warmtenetten |
Doel |
Ondertekening van subsidiebesluiten |
|
24 |
1.2.1 steun voor de aanleg van oplaadinfrastructuur |
Doel |
Uitbreiding van oplaadpunten in woongebouwen |
|
27 |
1.2.2 financiering voor de ontwikkeling van elektromobiliteit |
Doel |
Uitbreiding van gemeentelijke en commerciële e-mobiliteitsvloten |
|
28 |
1.2.2 financiering voor de ontwikkeling van elektromobiliteit |
Doel |
Voltooiing van voorlopige ontwerpen voor elektromobiliteit |
|
44 |
1.3.2 levende gemeentelijke laboratoria voor de energietransitie |
Doel |
Goedkeuring van „levende laboratoria” -projecten |
|
60 |
2.2.1 investeringsprogramma voor voertuigfabrikanten/leveranciers |
Doel |
Goedkeuring van projecten |
|
66 |
2.2.3 Centrum voor onderzoek op het gebied van digitalisering en technologie van de Bundeswehr |
Mijlpaal |
Verslag over de resultaten van onderzoek en overdracht |
|
67 |
2.2.3 Centrum voor onderzoek op het gebied van digitalisering en technologie van de Bundeswehr |
Doel |
Voortzetting van projecten |
|
77 |
Onderwijsplatform 3.1.2 |
Mijlpaal |
Lancering van de bèta-versie van het onderwijsplatform |
|
87 |
Investeringsprogramma 4.1.1 „Kinderfinanciering” 2020/21: speciaal fonds „Uitbreiding kinderdagzorg” |
Mijlpaal |
Publicatie van een tussentijds verslag overeenkomstig KitaFinHG |
|
96 |
Digitaal pensioenoverzicht 4.1.5 |
Mijlpaal |
Voltooiing van de ontwikkelingsfase en eerste operationele fase. |
|
99 |
5.1.1 versterking van de digitale en technische middelen van de openbare gezondheidszorg |
Doel |
Vooruitgang van de volksgezondheidsbureaus in de richting van digitale maturiteit |
|
114 |
6.1.3 digitalisering van de administratie — modernisering van registers |
Mijlpaal |
Voltooiing van proefprojecten voor het testen van proefregisters |
|
136 |
7.1.4: Wet windenergie op land |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de Wet windenergie op de grond. |
|
137 |
7.1.5: Wet windenergie op zee |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de Wet windenergie op zee. |
|
Termijnbedrag |
EUR 7 059 109 790 |
||
1.4Vierde tranche (niet-terugbetaalbare steun):
|
Volgnummer |
Begeleidende maatregel (Hervorming of investeringen) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
|
8 |
1.1.2 steunprogramma voor decarbonisatie in de industrie |
Doel |
Uitvaardiging van subsidiebesluiten |
|
21B |
1.1.6 federale steun voor efficiënte warmtenetten |
Doel |
Voltooiing van haalbaarheidsstudies en transformatieplannen |
|
30A |
1.2.3 steun voor de vervanging van het wagenpark van particuliere voertuigen |
Doel |
Steun voor de aankoop van 399 450 elektrische voertuigen |
|
37 |
1.2.6 steun ter bevordering van alternatieve aandrijving per spoor |
Doel |
Goedkeuring van aanvragen |
|
38 |
1.2.6 steun ter bevordering van alternatieve aandrijving per spoor |
Doel |
Volgorde van spoorvoertuigen met alternatieve aandrijving |
|
47 |
1.3.3 renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen |
Doel |
Voltooiing van energie-efficiënte renovaties van 10 000 wooneenheden. |
|
48A |
1.3.3 renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen |
Doel |
Tussentijdse doelstelling voor voltooide individuele renovatiemaatregelen |
|
56 |
2.1.3 IPCEI — cloudinfrastructuur en -diensten van de volgende generatie (IPCEI CIS) |
Mijlpaal |
Voltooiing van O & O-projecten en lancering van grootschalige proefprojecten voor gebruiksgevallen |
|
64 |
Federaal programma „Bouwen aan verdere CET-netwerken” van 2.2.2 |
Doel |
Herziening of herontwerp van opleidingsmaatregelen of ondermodules als gevolg van de werkzaamheden van de CET-netwerken |
|
78 |
Onderwijsplatform 3.1.2 |
Mijlpaal |
Eindevaluatieverslag met een besluit over de toekomst van het onderwijsplatform |
|
109 |
6.1.1 Europees identiteits-ecosysteem |
Doel |
Voltooiing van aanvullende door de overheid ondersteunde aanvraagdossiers naast de piloothotelcheck-in. |
|
113A |
6.1.2 digitalisering van de administratie — Uitvoering van de wet onlinetoegang (OZG) |
Doel |
Uitrol van de diensten van de deelstaten tot landelijke dekking |
|
119 |
Gezamenlijk programma 6.2.1 van de federale regering en de deelstaten voor een efficiënt bestuur dat ten goede komt aan burgers en bedrijven |
Doel |
Voltooiing van de maatregelen in het voortgangsverslag |
|
121 |
6.2.2.1 uitbreiding van adviesdiensten van PD: Doeltreffend beheer van financieringsondersteuning |
Doel |
Overleg uitgevoerd |
|
122 |
6.2.2.1 uitbreiding van adviesdiensten van PD: Doeltreffend beheer van financieringsondersteuning |
Doel |
Ontwikkelde concepten voor de herziening van financieringsprogramma’s |
|
126 |
6.2.2.2 uitbreiding van adviesdiensten van PD: IT-advies op school |
Mijlpaal |
Ontwikkeling van modelconcepten |
|
127 |
6.2.2.2 uitbreiding van adviesdiensten van PD: IT-advies op school |
Doel |
IT-consultatieprojecten op school |
|
131 |
7.1.2: Steunprogramma voor emissievrij vervoer met lichte en zware bedrijfsvoertuigen |
Doel |
Tussentijdse doelstelling voor de registratie van emissievrije voertuigen |
|
Termijnbedrag |
EUR 4 953 033 425 |
||
1.5Vijfde tranche (niet-terugbetaalbare steun):
|
Volgnummer |
Begeleidende maatregel (Hervorming of investeringen) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
|
|
4 |
1.1.1 waterstofprojecten in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang |
Mijlpaal |
Evaluatie van het steunprogramma |
|
|
5 |
1.1.1 waterstofprojecten in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang |
Doel |
Vastlegging van 1 500 000 000 EUR |
|
|
6 |
1.1.1 waterstofprojecten in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang |
Doel |
Totstandbrenging van een elektrolysecapaciteit van ten minste 300 MW |
|
|
9 |
1.1.2 steunprogramma voor decarbonisatie in de industrie |
Doel |
Uitbetaling aan de ondersteunde projecten |
|
|
10 |
1.1.2 steunprogramma voor decarbonisatie in de industrie |
Doel |
Vermindering van broeikasgasemissies in de industrie |
|
|
13 |
1.1.3 proefproject voor klimaatactieovereenkomsten op basis van het beginsel van koolstofcontracten ter verrekening van verschillen |
Doel |
Uitbetaling aan de ondersteunde projecten |
|
|
15 |
1.1.4 projectgerelateerd onderzoek inzake klimaatbescherming |
Doel |
Uitbetaling aan de ondersteunde projecten |
|
|
16 |
1.1.4 projectgerelateerd onderzoek inzake klimaatbescherming |
Doel |
Voltooiing van ondersteunde klimaatgerelateerde onderzoeksprojecten |
|
|
19 |
1.1.5 vlaggenschipprojecten voor onderzoek en innovatie in het kader van de nationale waterstofstrategie |
Doel |
Voltooiing van de ondersteunde projecten |
|
|
20 |
1.1.5 vlaggenschipprojecten voor onderzoek en innovatie in het kader van de nationale waterstofstrategie |
Doel |
Uitbetaling aan de ondersteunde projecten |
|
|
21 |
1.1.5 vlaggenschipprojecten voor onderzoek en innovatie in het kader van de nationale waterstofstrategie |
Doel |
Inzet voor vlaggenschipprojecten op het gebied van onderzoek en innovatie |
|
|
21C |
1.1.6 federale steun voor efficiënte warmtenetten |
Doel |
Uitbetaling aan de ondersteunde projecten |
|
|
23 |
1.2.1 steun voor de aanleg van oplaadinfrastructuur |
Doel |
Uitbreiding van het openbare oplaadnetwerk voor elektrische voertuigen |
|
|
32 |
1.2.4 verlenging van de oorspronkelijke registratieperiode voor de verlening van de tienjarige belastingvrijstelling voor puur elektrische voertuigen |
Mijlpaal |
Evaluatie van de maatregel |
|
|
34 |
1.2.5 steun voor de aankoop van bussen met alternatieve aandrijving |
Doel |
Goedkeuring van aanvragen |
|
|
35 |
1.2.5 steun voor de aankoop van bussen met alternatieve aandrijving |
Doel |
Bestellingen van bussen met alternatieve aandrijving |
|
|
40 |
1.2.7 bevordering van de sectoren die zich bezighouden met waterstof- en brandstofceltoepassingen in het vervoer |
Doel |
Goedkeuring van projecten voor de voertuig- en toeleveringsindustrie voor waterstof- en brandstofceltoepassingen in het vervoer |
|
|
41 |
1.2.7 bevordering van de sectoren die zich bezighouden met waterstof- en brandstofceltoepassingen in het vervoer |
Mijlpaal |
Oprichting van een technologie- en innovatiecentrum voor waterstoftechnologie |
|
|
45 |
1.3.2 levende gemeentelijke laboratoria voor de energietransitie |
Doel |
Voltooiing van stadswijkprojecten |
|
|
48 |
1.3.3 renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen |
Doel |
Voltooiing van energie-efficiënte renovaties van nog eens 30 000 wooneenheden |
|
|
48B |
1.3.3 renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen |
Doel |
Einddoel voor voltooide individuele renovatiemaatregelen |
|
|
50 |
2.1.1 innovatief gegevensbeleid voor Duitsland |
Doel |
Ontwikkeling van personele middelen en capaciteiten in federale ministeries |
|
|
51 |
2.1.1 innovatief gegevensbeleid voor Duitsland |
Doel |
Uitvoering van de begroting — uitbetaling van ten minste 464 400 000 EUR aan de ondersteunde projecten |
|
|
54 |
2.1.2 IPCEI Microelektronica en connectiviteit |
Doel |
Uitvoering van de begroting — uitbetaling van ten minste 1 275 000 000 EUR aan de ondersteunde projecten |
|
|
57 |
2.1.3 IPCEI — cloudinfrastructuur en -diensten van de volgende generatie (IPCEI CIS) |
Doel |
Eerste industriële toepassing van oplossingen die in het kader van de maatregel zijn ontwikkeld. |
|
|
58 |
2.1.3 IPCEI — cloudinfrastructuur en -diensten van de volgende generatie (IPCEI CIS) |
Doel |
Uitvoering van de begroting — uitbetaling van ten minste 637 500 000 EUR aan de ondersteunde projecten |
|
|
61 |
2.2.1 investeringsprogramma voor voertuigfabrikanten/leveranciers |
Doel |
Succesvolle voltooiing van projecten |
|
|
68 |
2.2.3 Centrum voor onderzoek op het gebied van digitalisering en technologie van de Bundeswehr |
Doel |
Uitvoering van de begroting — uitbetaling van 700 000 000 EUR aan de ondersteunde |
|
|
69 |
2.2.3 Centrum voor onderzoek op het gebied van digitalisering en technologie van de Bundeswehr |
Mijlpaal |
Verslag over de resultaten van onderzoek en overdracht |
|
|
75 |
3.1.1 investeringsprogramma voor lerarenapparatuur |
Mijlpaal |
Evaluatie van veranderingen in de digitale infrastructuur en het gebruik van digitale media op scholen |
|
|
82 |
3.1.3 onderwijscentra van topkwaliteit |
Doel |
Voltooiing van onderzoeksprojecten |
|
|
85 |
3.1.4 modernisering van de onderwijs- en opleidingsfaciliteiten van de federale strijdkrachten |
Doel |
Voltooiing van de modernisering van de 60 onderwijsinstellingen |
|
|
88 |
Investeringsprogramma 4.1.1 „Kinderfinanciering” 2020/21: speciaal fonds „Uitbreiding kinderdagzorg” |
Doel |
Voltooiing van alle maatregelen |
|
|
97 |
Digitaal pensioenoverzicht 4.1.5 |
Mijlpaal |
Voltooiing van de uitvoering van verbeteringen afgeleid uit de praktijkervaring tijdens de eerste operationele fase. |
|
|
100 |
5.1.1 versterking van de digitale en technische middelen van de openbare gezondheidszorg |
Doel |
Vooruitgang van de volksgezondheidsbureaus in de richting van digitale maturiteit |
|
|
102 |
5.1.2 programma voor toekomstbestendige ziekenhuizen |
Doel |
Toename van de digitale maturiteit van ten minste 35 % van de ziekenhuizen |
|
|
103 |
5.1.2 programma voor toekomstbestendige ziekenhuizen |
Doel |
Uitvoering van ten minste 75 % van de relevante digitaliseringsprojecten |
|
|
110 |
6.1.1 Europees identiteits-ecosysteem |
Doel |
Verstrekking van aanvullende toepassingsgevallen buiten de proefprojecten met weinig of geen overheidssteun voor de uitvoering ervan |
|
|
115 |
6.1.3 digitalisering van de administratie — modernisering van registers |
Mijlpaal |
Voltooiing van de tenuitvoerlegging van de uniforme architectuur voor de bevordering van het eenmaligheidsbeginsel |
|
|
116 |
6.1.3 digitalisering van de administratie — modernisering van registers |
Doel |
Prioritaire koppeling van gebruikersregisters aan de eenmaligheidsarchitectuur |
|
|
123 |
6.2.2.1 uitbreiding van adviesdiensten van PD: Doeltreffend beheer van financieringsondersteuning |
Mijlpaal |
Verspreiding van informatie over geleerde lessen |
|
|
124 |
6.2.2.1 uitbreiding van adviesdiensten van PD: Doeltreffend beheer van financieringsondersteuning |
Doel |
Overleg uitgevoerd |
|
|
129 |
6.2.3.1 versnelling van de plannings- en goedkeuringsprocedures in de vervoerssector |
Mijlpaal |
Evaluatie van wetswijzigingen |
|
|
130 |
7.1.1 (opschaling): Renovatie van gebouwen: federale financiering voor energie-efficiënte gebouwen |
Doel |
Opgeschaald einddoel voor voltooide individuele renovatiemaatregelen |
|
|
132 |
7.1.2: Steunprogramma voor emissievrij vervoer met lichte en zware bedrijfsvoertuigen |
Doel |
Einddoelstelling voor de registratie van emissievrije voertuigen |
|
|
133 |
7.1.2: Steunprogramma voor emissievrij vervoer met lichte en zware bedrijfsvoertuigen |
Doel |
Ingebruikname van laad- en tankstations |
|
|
134 |
7.1.3: Digitaal end-to-end platform om de planning en goedkeuring te versnellen |
Mijlpaal |
Start van het project |
|
|
135 |
7.1.3: Digitaal end-to-end platform om de planning en goedkeuring te versnellen |
Mijlpaal |
Lancering van een eenmaligheidsplatform voor vergunningen |
|
|
Termijnbedrag |
EUR 6 445 680 778 |
|||
AFDELING 3: AANVULLENDE REGELINGEN
1.Regelingen voor monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan
De monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan van Duitsland vindt plaats overeenkomstig de volgende regelingen:
-Een coördinatie-eenheid binnen het federale ministerie van Financiën houdt toezicht op de uitvoering van het Duitse herstel- en veerkrachtplan. De eenheid coördineert het toezicht op en de verslaglegging over de voortgang met betrekking tot mijlpalen en streefdoelen en relevante indicatoren, voert kwalitatieve controles uit op alle financiële gegevens en dient betalingsverzoeken in. De coördinatie-eenheid is voorts verantwoordelijk voor het vroegtijdig identificeren en corrigeren van eventuele ongewenste ontwikkelingen. Zij fungeert ook als coördinerende instantie voor het toezicht op en de uitvoering van de audit- en controlemaatregelen.
-De coördinerende functie van de eenheid is gebaseerd op bestaande nationale mechanismen en regelingen. De relevante nationale wettelijke bepalingen en het nationale mechanisme voor monitoring en controle worden toegepast, met inbegrip van de bijbehorende rapportageverplichtingen. De uitbetaling van middelen voor de maatregelen in het herstel- en veerkrachtplan aan de eindontvangers geschiedt in overeenstemming met de rechtsgrondslag van de algemene financieringsrichtsnoeren (Förderrichtlinie)voor de respectieve maatregel overeenkomstig de algemene administratieve verordeningen, en op basis van individuele financieringsbesluiten (administratieve handelingen) ten gunste van de eindontvangers.
-De coördinatie-eenheid bestaat uit een team van economen en deskundigen op het gebied van begroting en controle met de nodige ervaring en specialistische kennis. Indien nodig wordt een beroep gedaan op specialistische expertise van andere eenheden van het federale ministerie van Financiën of van andere vakministeries. Het mandaat van de coördinerende eenheid is vastgelegd in het bedrijfsplan van het federale ministerie van Financiën.
2.Regelingen voor volledige toegang door de Commissie tot de onderliggende gegevens
Het federale ministerie van Financiën is als centraal coördinerend orgaan voor het herstel- en veerkrachtplan van Duitsland en de uitvoering ervan verantwoordelijk voor de algemene coördinatie en monitoring van het plan. Zij treedt met name op als coördinerend orgaan voor het monitoren van de vooruitgang met betrekking tot mijlpalen en streefdoelen, voor het monitoren en, in voorkomend geval, uitvoeren van controle- en auditactiviteiten, en voor het verstrekken van verslagen en betalingsverzoeken. Het coördineert de rapportage van mijlpalen en streefdoelen, relevante indicatoren, maar ook kwalitatieve financiële informatie en andere gegevens, zoals over eindontvangers. De gegevenscodering vindt plaats in gedecentraliseerde IT-systemen in verschillende ministeries, die verplicht zijn de vereiste gegevens te rapporteren aan het federale ministerie van Financiën.
Overeenkomstig artikel 24, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 dient Duitsland na voltooiing van de desbetreffende overeengekomen mijlpalen en streefdoelen in afdeling 2.1 van deze bijlage bij de Commissie een naar behoren gemotiveerd verzoek tot betaling van de financiële bijdrage in. Duitsland zorgt ervoor dat de Commissie op verzoek volledige toegang heeft tot de relevante onderliggende gegevens ter staving van de rechtvaardiging van het betalingsverzoek, zowel voor de beoordeling van het betalingsverzoek overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241 als voor audit- en controledoeleinden.