Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52024PC0185

    Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10150/21; ST 10150/21 ADD 1 REV 1) van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Spanje

    COM/2024/185 final

    Brussel, 22.4.2024

    COM(2024) 185 final

    2024/0099(NLE)

    Voorstel voor een

    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

    tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10150/21; ST 10150/21 ADD 1 REV 1) van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Spanje


    2024/0099 (NLE)

    Voorstel voor een

    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

    tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10150/21; ST 10150/21 ADD 1 REV 1) van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Spanje

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit 1 , en met name artikel 20, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Nadat Spanje op 30 april 2021 zijn nationale herstel- en veerkrachtplan had ingediend, heeft de Commissie de Raad een voorstel voor een positieve beoordeling voorgelegd. De Raad heeft de positieve beoordeling goedgekeurd bij uitvoeringsbesluit van de Raad van 6 juli 2021 2 . Dat uitvoeringsbesluit van de Raad is op 17 oktober 2023 gewijzigd 3 .

    (2)Op 19 maart 2024 heeft Spanje overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241 een met redenen omkleed verzoek aan de Commissie gericht om een voorstel te doen tot wijziging van het uitvoeringsbesluit van de Raad van 6 juli 2021 omdat het herstel- en veerkrachtplan op grond van objectieve omstandigheden deels niet langer te verwezenlijken is. Op basis daarvan heeft Spanje een gewijzigd herstel- en veerkrachtplan ingediend.

    Wijzigingen op basis van artikel 21 van Verordening (EU) 2021/241

    (3)De wijzigingen van het herstel- en veerkrachtplan die Spanje op grond van objectieve omstandigheden heeft ingediend, hebben betrekking op 16 maatregelen.

    (4)Spanje heeft uitgelegd dat in het geval van 7 maatregelen niet kan worden aangetoond dat 15 mijlpalen en streefdoelen zijn verwezenlijkt, aangezien de Spaanse interne procedures geen eenduidig primair bewijs opleveren waarmee expliciet kan worden geverifieerd of de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt. Om deze verificatie mogelijk te maken, moet het soort indicatoren dat wordt gebruikt om te beoordelen of mijlpalen en streefdoelen op bevredigende wijze zijn verwezenlijkt, worden gewijzigd, zonder daarbij de doelstellingen en aard van de betrokken maatregelen te wijzigen. De specifieke hoeveelheden die voor deze nieuwe indicatoren worden vastgesteld, moeten zodanig zijn dat het ambitieniveau van de desbetreffende maatregelen behouden blijft. Dit betreft het streefdoel met volgnummer 8 van maatregel I1 (investering: Lage-emissiegebieden en transformatie van stedelijk en grootstedelijk vervoer) en het streefdoel met volgnummer 17 van maatregel I3 (investering: Maatregelen ter verbetering van de kwaliteit en betrouwbaarheid van spoorvervoersdiensten) in het kader van component 1 (Duurzame, veilige en verbonden mobiliteit in stedelijke en grootstedelijke omgevingen). Dit betreft ook de mijlpaal met volgnummer 85 van maatregel I1 (investering: Nationaal transmissienetwerk: Europese corridors), de mijlpalen met volgnummers 88 en 94 en de streefdoelen met volgnummers 89 en 92 van maatregel I2 (investering: Trans-Europees vervoersnetwerkprogramma, andere werken) en de beschrijving van de desbetreffende investering, de mijlpalen met volgnummers 95 en 96 en de streefdoelen met volgnummers 97 en 98 van maatregel I3 (investering: Intermodaliteit en logistiek), en de mijlpalen met volgnummers 99 en 100 van maatregel I4 (investering: Steunprogramma voor duurzaam en digitaal vervoer) en de beschrijving van de desbetreffende investering, in het kader van component 6 (Duurzame mobiliteit (lange afstand)). Dit betreft tevens de streefdoelen met volgnummers 300 en 302 van maatregel I3 (investering: Innovatie en internationalisering van beroepsopleidingen) in het kader van component 20 (Strategisch plan ter bevordering van beroepsopleiding) en de beschrijving van de desbetreffende investering. Op basis hiervan heeft Spanje verzocht bovengenoemde mijlpalen en streefdoelen te wijzigen. De bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad van 6 juli 2021 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (5)Spanje heeft uitgelegd dat er in het geval van 9 maatregelen betere uitvoeringsalternatieven zijn om de oorspronkelijke ambitie van de maatregel te verwezenlijken. Dit betreft het streefdoel met volgnummer 107 van maatregel R1 (hervorming: Regelgevingskader ter bevordering van de opwekking van hernieuwbare energie) in het kader van component 7 (Inzet en integratie van hernieuwbare energiebronnen). Dit betreft ook het streefdoel met volgnummer 164 van maatregel I2 (investering: Specifieke projecten voor de digitalisering van de centrale overheid) in het kader van component 11 (Modernisering van het openbaar bestuur). Dit betreft tevens het streefdoel met volgnummer 188 van maatregel I3 (investering: Plan ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van afvalwetgeving en de bevordering van de circulaire economie) en de beschrijving van de desbetreffende investering in het kader van component 12 (Industriebeleid). Dit betreft ook de mijlpalen met volgnummers 448.a en 448.c van maatregel I6 (investering: Subsidieregeling ter ondersteuning van strategische projecten in de waardeketen van elektrische auto’s (subsidies)) en de beschrijving van de desbetreffende investering, en de mijlpaal met volgnummer L22 en het streefdoel met volgnummer L24 van maatregel I7 (investering: Steunregeling voor strategische projecten in de waardeketen van elektrische auto’s en agrovoedingsmiddelen (leningen)) en de beschrijving van de desbetreffende investering in het kader van component 12 (Industriebeleid). Dit betreft tevens de streefdoelen met volgnummers 202, 203, 206, 207 en 209 van maatregel I3 (investering: Digitalisering en innovatie), en de beschrijving van de desbetreffende investering in het kader van component 13 (Steun aan kmo’s). Dit betreft ook de mijlpaal met volgnummer 276 van maatregel R4 (hervorming: Versterking van de beroepsvaardigheden en vermindering van tijdelijke werkgelegenheid) in het kader van component 18 (Vernieuwing en uitbreiding van de capaciteit van het nationale gezondheidsstelsel) en de beschrijving van de desbetreffende hervorming. Dit betreft tevens de mijlpalen met volgnummers 494, 496 en 497 van maatregel I6 (investering: Subsidieregeling voor decarbonisatieprojecten (subsidies)) en de beschrijving van de desbetreffende investering, en mijlpaal L86 en streefdoel L88 van maatregel I8 (investering: Steunregeling voor decarbonisatieprojecten (leningen)) en de beschrijving van de desbetreffende investering in het kader van component 31 (REPowerEU-hoofdstuk). Op basis hiervan heeft Spanje verzocht bovengenoemde beschrijvingen van maatregelen, mijlpalen en streefdoelen te wijzigen. De bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad van 6 juli 2021 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (6)Spanje heeft uitgelegd dat één maatregel niet langer te verwezenlijken is vanwege een ontoereikende vraag als gevolg van recente ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt. Dit betreft het streefdoel met volgnummer 106 van maatregel R1 (hervorming: Regelgevingskader ter bevordering van de opwekking van hernieuwbare energie) in het kader van component 7 (Inzet en integratie van hernieuwbare energiebronnen). De bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad van 6 juli 2021 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (7)De Commissie is van oordeel dat de door Spanje aangevoerde redenen de wijzigingen op grond van artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 rechtvaardigen. De bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad van 6 juli 2021 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    Correctie van schrijffouten

    (8)In de bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad zijn vier schrijffouten vastgesteld die betrekking hebben op twee mijlpalen, drie streefdoelen en vier maatregelen in het kader van vier componenten. De bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad van 6 juli 2021 moet worden gewijzigd om deze schrijffouten te corrigeren, zoals overeengekomen tussen de Commissie en Spanje. De schrijffouten hebben betrekking op mijlpalen met volgnummer 166 van maatregel I2 (investering: Specifieke projecten voor de digitalisering van de centrale overheid) in het kader van component 11 (Modernisering van het openbaar bestuur), de mijlpaal met volgnummer 251 van maatregel R1 (hervorming: Nationale KI-strategie) in het kader van component 16 (Kunstmatige intelligentie), de streefdoelen met volgnummers 200, 204 en 208 van maatregel I3 (investering: Digitalisering en innovatie) in het kader van component 13 (Steun aan kmo’s), en de beschrijving van maatregel R4 (Versterking van de beroepsvaardigheden en vermindering van tijdelijke werkgelegenheid) in het kader van component 18 (Vernieuwing en uitbreiding van de capaciteit van het nationale gezondheidsstelsel). Deze correcties hebben geen gevolgen voor de uitvoering van de betreffende maatregelen.

    Beoordeling door de Commissie

    (9)De Commissie heeft het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan beoordeeld aan de hand van de criteria van artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241.

    (10)De Commissie is van oordeel dat de door Spanje voorgestelde wijzigingen geen invloed hebben op de positieve beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan in uitvoeringsbesluit van de Raad ST/10150 2021 ADD 1 REV 2 van 6 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Spanje met betrekking tot de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het herstel- en veerkrachtplan aan de hand van de beoordelingscriteria van artikel 19, lid 3, punten a), b), c), d), d bis), d ter), e), f), g), h), i), j) en k).

    Positieve beoordeling

    (11)Na de positieve beoordeling van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan door de Commissie, waarin zij tot de conclusie kwam dat het herstel- en veerkrachtplan voldoet aan de in Verordening (EU) 2021/241 vastgestelde beoordelingscriteria, overeenkomstig artikel 20, lid 2, van die verordening en bijlage V daarbij, moeten de hervormingen en investeringsprojecten die nodig zijn voor de uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, de regelingen en het tijdschema voor de monitoring en de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van de relevante mijlpalen en streefdoelen alsmede de aanvullende mijlpalen en streefdoelen met betrekking tot de betaling van de lening, de relevante indicatoren voor het bereiken van de beoogde mijlpalen en streefdoelen, en de regelingen voor volledige toegang door de Commissie tot de relevante onderliggende gegevens worden vastgelegd.

    (12)Ten behoeve van de duidelijkheid moet de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit van de Raad volledig worden vervangen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De beoordeling van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan van Spanje op grond van de criteria van artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241 wordt goedgekeurd. De hervormingen en investeringsprojecten in het kader van het herstel- en veerkrachtplan, de regelingen en het tijdschema voor de monitoring en de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van de relevante mijlpalen en streefdoelen alsmede de aanvullende mijlpalen en streefdoelen met betrekking tot de betaling van de lening, de relevante indicatoren voor het bereiken van de beoogde mijlpalen en streefdoelen, en de regelingen voor volledige toegang door de Commissie tot de relevante onderliggende gegevens worden vastgelegd in de bijlage bij dit besluit.

    Artikel 2

    Het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Spanje wordt als volgt gewijzigd:

    De bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Spanje wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

    Artikel 3
    Adressaat

    Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk Spanje.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    (1)    PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17.
    (2)    ST 10150/21; ST 10150/21 ADD 1 REV 1.
    (3)    ST 13695 REV 1; ST 13695 ADD 1 REV 1.
    Top

    Brussel, 22.4.2024

    COM(2024) 185 final

    BIJLAGE

    bij het

    Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

    tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10150/21; ST 10150/21 ADD 1 REV 2) van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Spanje


    BIJLAGE 

    AFDELING 1: HERVORMINGEN EN INVESTERINGEN IN HET KADER VAN HET HERSTEL- EN VEERKRACHTPLAN

    1.Beschrijving van hervormingen en investeringen

    A. COMPONENT 01: SCHOKPLAN VOOR DUURZAME, VEILIGE EN GECONNECTEERDE MOBILITEIT IN STEDELIJKE EN GROOTSTEDELIJKE OMGEVINGEN

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan gaat in op uitdagingen op het gebied van luchtkwaliteit, die voornamelijk grote metropolitane gebieden treffen en in 2018 hebben geleid tot meer dan 20 000 vroegtijdige sterfgevallen in Spanje. De overkoepelende doelstelling van de hervormingen en investeringen in deze component is de overgang naar een schone, veilige en slimme stedelijke mobiliteit. De specifieke doelstellingen van deze component zijn:

     versnellen van de invoering van lage-emissiezones in alle gemeenten met meer dan 50 000 inwoners en de hoofdsteden van de provincies, en de penetratie van elektrische mobiliteit;

     actieve mobiliteit en andere maatregelen om het gebruik van particuliere auto’s te helpen verminderen, te bevorderen;

     de digitale en duurzame transformatie van de openbaarvervoersector als een echt alternatief voor het gebruik van particuliere voertuigen;

     verbetering van de kwaliteit en betrouwbaarheid van de korteafstandsspoorwegdiensten om het effectieve gebruik ervan in grootstedelijke omgevingen te vergroten, ten nadele van het privévoertuig;

     optimalisering van het verkeersbeheer en vergemakkelijking van de besluitvorming ter bevordering van schonere mobiliteit.

    In de component wordt ingegaan op de landspecifieke aanbevelingen inzake de bevordering van publieke en particuliere investeringen ter bevordering van de groene en digitale transitie en duurzaam vervoer (landspecifieke aanbeveling 3 2020), het bevorderen van investeringen in innovatie, energie-efficiëntie en infrastructuur voor goederenvervoer per spoor (landspecifieke aanbeveling 3 2019), en het versterken van de samenwerking tussen bestuursniveaus (landspecifieke aanbeveling 4 2019).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” („geen ernstige afbreuk doen”) (2021/C58/01).

    A.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C1.R1) — Uitrolplan voor het opladen en stimuleren van de infrastructuur voor elektrische voertuigen

    Het doel van deze maatregel is het operationele en regelgevingskader ter bevordering van de uitrol van oplaadinfrastructuur te versterken om het gebruik van elektrische voertuigen te stimuleren.

    De hervorming bestaat uit de vaststelling van het volgende regelgevingskader dat tot doel heeft de belemmeringen voor de verspreiding van oplaadpunten weg te nemen:

    ·Koninklijk besluit tot regeling van openbaar toegankelijke laaddiensten en ter waarborging van de goede en betrouwbare werking van de geïnstalleerde punten;

    ·Koninklijk wetsbesluit 23/2020 van 23 juni 2020, dat bijdraagt tot een snellere verwerking van oplaadinfrastructuur door te verklaren dat laadfaciliteiten met een vermogen van meer dan 250 kW van algemeen nut zijn;

    ·Besluit TMA/178/2020 tot vermindering van de administratieve lasten voor de goedkeuring en de uitrol van oplaadinstallaties voor elektriciteit in tankstations;

    ·Gewijzigde technische bouwcode, waardoor de minimumbedragen aan oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op zowel residentiële als tertiaire parkeerterreinen worden verhoogd en de minimumeisen van de richtlijn energie-efficiëntie van gebouwen worden overschreden; en het

    ·Gewijzigd laagspanningselektrotechnisch reglement, waarin verplichtingen zijn opgenomen voor oplaadinfrastructuur in parkeerterreinen, die niet gekoppeld zijn aan een gebouw.

    De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 30 juni 2022 voltooid.

    Hervorming 2 (C1.R2) — Mobiliteitswet

    Het doel van deze maatregel, die door middel van een wet ten uitvoer wordt gelegd, is te voorzien in het regelgevingskader dat ten grondslag ligt aan het vernieuwde mobiliteitsbeleid in Spanje op basis van een verbeterde duurzaamheid en digitale dimensie.

    De wet voorziet ten minste in:

    ·Specifieke maatregelen ter bevordering van het goederenvervoer per spoor die moeten bijdragen tot de vermindering van de wereldwijde emissies van goederenvervoer over land, met inbegrip van:

    ode verplichting om een programma te ontwikkelen voor de invoering van voortschrijdende snelwegen in corridors waar dit haalbaar is en waar er een zakelijk belang is voor de ontwikkeling ervan;

    obonussen van spoorwegheffingen voor goederenvervoer gedurende een minimumperiode van 5 jaar;

    oeen steunprogramma voor het goederenvervoer per spoor, met inbegrip van stimulansen ter bevordering van de modal shift van de weg naar het spoor en de modernisering en innovatie in de spoorwegsector;

    ·een aantal verplichtingen en methodologische gidsen die van toepassing zijn op gemeenten en bedrijven van een bepaalde omvang om de uitvoering van respectievelijk een plan voor duurzame stedelijke mobiliteit en duurzame werkgerelateerde mobiliteitsregelingen te stimuleren;

    ·het opzetten van een mechanisme om de infrastructuurplanning strikter te maken in overeenstemming met de aanbevelingen van de onafhankelijke begrotingsautoriteit (Autoridad Independiente de Responsabilidad Fiscal, AIReF), met inbegrip van overwegingen inzake duurzaamheid en sociale kosten-batenanalyse;

    ·de opzet van een voorspelbaar financieringssysteem voor stadsvervoer in de gemeenten van het land op basis van uniforme criteria voor de verdeling van overheidsmiddelen;

    ·de invoering van een testomgeving voor regelgeving die innovaties in de mobiliteits- en vervoerssector en hun toegang tot de markt vergemakkelijkt;

    ·verbetering van de governance in overeenstemming met de aanbevelingen van de AIReF door de vaststelling van: I) een nationaal mobiliteitssysteem ter bevordering van de coördinatie en samenwerking tussen de drie territoriale overheden die verantwoordelijk zijn voor vervoer en mobiliteit; II) een Hoge Raad voor vervoer en mobiliteit, als orgaan voor het adviseren, bespreken en betrekken van de productiesectoren, de academische wereld en het maatschappelijk middenveld bij het bepalen van het vervoers- en mobiliteitsbeleid; en iii) een geïntegreerd informatieplatform voor vervoer en mobiliteit om informatie van verschillende overheden en externe bronnen over vervoer en mobiliteit te integreren. Dit stelt overheden in staat de opzet van overheidsbeleid te optimaliseren en hun vermogen om op crises en noodsituaties te reageren, te verbeteren.

    Naast de hierboven beschreven nieuwe wet omvat de maatregel a) de ontwikkeling van een softwaretoepassing voor de uitvoering van kosten-batenanalyses van infrastructuurinvesteringen voor verschillende vervoerswijzen, in overeenstemming met de duurzaamheids-, sociale en milieuoverwegingen die zijn uiteengezet in de officiële methodologie waarin de wet inzake duurzame mobiliteit voorziet; en b) inwerkingtreding en publicatie van een koninklijk besluit tot ontwikkeling van de organisatiestructuur van het ministerie met bevoegdheden op het gebied van vervoer, waarin de specifieke bevoegdheden van het Sandbox Office worden vastgesteld.

    De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 30 juni 2026 voltooid.

    Investering 1 (C1.I1) — lage-emissiegebieden en transformatie van stedelijk en grootstedelijk vervoer

    Het doel van deze maatregel is de duurzame en digitale transformatie van vervoersdiensten te bevorderen, met als doel bij te dragen tot een vermindering van het gebruik van particuliere voertuigen in stedelijke omgevingen met 35 % tegen 2030. De maatregel heeft ook betrekking op stimulansen voor de overgang naar schonere personen- en vrachtvervoersvloten van ondernemingen die vervoersdiensten aanbieden. Deze investering wordt uitgevoerd door de lokale overheden, de autonome gemeenschappen en het ministerie van Vervoer, Mobiliteit en Stedelijke Agenda (MITMA).

    De door de autonome gemeenschappen uit te voeren investeringsprojecten kunnen betrekking hebben op: a) de omschakeling van openbaarvervoersvloten om de doelstellingen van de richtlijn schone voertuigen te verwezenlijken en in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); b) de uitvoering en het beheer van lage-emissiezones (LEZ’s); C) de digitalisering van het openbaar vervoer, het administratieve beheer ervan en de verbetering van de toegankelijkheid ervan; d) maatregelen om prioriteit te geven aan collectief vervoer en actieve mobiliteit, met inbegrip van fietsinfrastructuur en voetgangersrijstroken; (e) het stimuleren van de penetratie in Spanje van nieuwe emissievrije technologieën in het vervoer; f) parkings ter afschrikking buiten deze gemeenten en hoofdsteden van de provincie om het verkeer naar het stadscentrum te verminderen, en (g) de uitbreiding of verbetering van het spoorwegsysteem (bv. metro’s of spoorwegen); (h) digitaliseringsprojecten ter aanvulling van maatregelen ter ondersteuning van duurzame mobiliteit, met inbegrip van realtime-informatiesystemen over openbaarvervoersdiensten, mobiliteit als dienst, projecten ter verbetering van intermodale of interdepartementale ticketverkoop, projecten ter ondersteuning van verkeers- en mobiliteitsbeheer en informatieanalyse om de efficiëntie van het vervoerssysteem te vergroten, en I) elk ander project dat: I. bij te dragen tot de verbetering van de luchtkwaliteit, met name in stedelijke gebieden ii. de vermindering van het gebruik van particulier vervoer in stedelijke en grootstedelijke gebieden te stimuleren iii. het gebruik van openbaar vervoer te stimuleren of iv. stimulansen voor actieve en gezonde mobiliteit.

    Projecten van de lokale autoriteiten omvatten bijvoorbeeld: a) de omschakeling van openbaarvervoersvloten om de doelstellingen van de richtlijn schone voertuigen te verwezenlijken en in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); b) de uitvoering en het beheer van lage-emissiezones (LEZ’s); C) de digitalisering van het openbaar vervoer, het beheer van de administratie en de verbetering van de toegankelijkheid ervan; en d) maatregelen om collectief vervoer en actieve mobiliteit te stimuleren en te prioriteren

    Deze steun wordt toegekend aan gemeenten met meer dan 50 000 inwoners en de hoofdsteden van de provincies en kan onder bepaalde voorwaarden ook worden toegekend aan gemeenten met 20 000 tot 50 000 inwoners.

    De investeringsprojecten MITMA hebben betrekking op de humanisering en organisatie van het verkeer op stedelijke wegen die onder haar verantwoordelijkheid vallen. De investeringen dragen bij tot de bevordering van de mobiliteit van voetgangers en fietsers en andere nieuwe vormen van mobiliteit (scooters) of tot het verminderen van de autoruimten en het verlagen van de snelheid van voertuigen, met als doel zowel luchtemissies als geluidshinder te verminderen.

    De stimulansen om het passagiers- en vrachtwagenpark van vervoersondernemingen om te vormen, bestaan uit de volgende steunlijnen: a) steun voor de aankoop van emissievrije en emissiearme personen- en vrachtvoertuigen; b) steun voor de uitrol van tankinfrastructuur voor bedrijfsvoertuigen met alternatieve brandstoffen (elektriciteit, LNG, CNG en biomethaan); C) steun voor ondernemingen voor de aanschaf of aanpassing van aanhangwagens en opleggers aan intermodaal vervoer; en d) steun voor ondernemingen voor de sloop van oude voertuigen.

    Deze maatregel doet naar verwachting geen ernstige afbreuk aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het verslechteringsverbod (2021/C58/01). Steun voor hulplijn a) heeft met name alleen betrekking op elektrische en waterstofbussen met een lage vloer (categorieën M2 en M3, doorgaans stadsbussen en voorstadsbussen); bussen met een hoge vloer, met inbegrip van LNG/CNG, hybride, elektrische en waterstofbussen (categorieën M2 en M3, doorgaans interstedelijke touringcars) die voldoen aan EURO VI-E (categorieën M2 en M3, doorgaans interstedelijke touringcars); emissievrije 1 , emissiearme 2 en LNG/CNG-vrachtwagens die rijden op biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen 3 . Voor steunlijn b) moet de tankinfrastructuur voor bedrijfsvoertuigen voldoen aan de voorwaarden voor biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen 4 .

    De selectiecriteria zorgen ervoor dat ten minste 310 000 000 EUR bijdraagt aan de doelstellingen inzake klimaatverandering met een klimaatcoëfficiënt van 100 % en ten minste 2 195 000 000 EUR met een klimaatcoëfficiënt van 40 %, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 betreffende de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    De investeringen in het kader van deze maatregel worden uiterlijk op 31 december 2025 uitgevoerd.

    Investering 2 (C1.I2) — Stimuleringsregeling voor de installatie van oplaadpunten, de aankoop van elektrische en brandstofcelvoertuigen en innovatie op het gebied van elektromobiliteit, opladen en groene waterstof

    Deze maatregel is bedoeld om de naleving van het Spaanse nationale kader voor alternatieve energie in het vervoer te ondersteunen, de uitvoering van het nationale geïntegreerde energie- en klimaatplan te versnellen en de territoriale cohesie te ondersteunen door de mobiliteit in plattelandsgebieden te elektrificeren. De investering komt tot uiting in verschillende steunregelingen die de uitrol van elektrische voertuigen en brandstofcelvoertuigen stimuleren en tegelijkertijd individuele innovatieprojecten aanmoedigen die verband houden met de elektromobiliteit, de waardeketen en de vernieuwing van het wagenpark in het algemeen — met inbegrip van de exploitatie van de groene waterstoftechnologie. De investering omvat ook de installatie van oplaadpunten voor publiek gebruik in woongebieden en op het nationale wegennet. De selectiecriteria die in de oproepen tot het indienen van voorstellen voor de toewijzing van de steunregelingen worden gehanteerd, omvatten: I) de vermindering van de milieueffecten, ii) technisch-economische levensvatbaarheid, iii) niveau van technologische ontwikkeling en innovatie, iv) reproduceerbaarheid en schaalbaarheid, v) het genereren van werkgelegenheid in verband met het project, directe en indirecte gevolgen voor de waardeketen en de synergie met andere sectoren, voornamelijk de industrie.

    Deze investering wordt uiterlijk op 31 december 2025 uitgevoerd.

    Investering 3 (C1.I3) — Maatregelen ter verbetering van de kwaliteit en betrouwbaarheid van spoorvervoersdiensten

    Het doel van deze maatregel is de aantrekkelijkheid en toegankelijkheid van het openbare spoorwegnet over korte afstand (de zogenaamde Cercanías)te verbeteren, zodat het de ruggengraat wordt van de mobiliteit in stedelijke gebieden en het gebruik van particuliere voertuigen in grootstedelijke gebieden vervangt. De projecten worden uitgevoerd door ADIF (spoorweginfrastructuurbeheerder) en RENFE (de exploitant van spoorwegdiensten met openbaredienstverplichtingen).

    ADIF voert infrastructuurinvesteringen uit in de spoorwegen van Cercanías, met inbegrip van spoorvernieuwing, modernisering van stations en verbeteringen van het elektrificatie- en seingevingssysteem. Voorts is RENFE verantwoordelijk voor de uitvoering van investeringen voor de modernisering van het beheer van het openbaar vervoer per spoor. De investeringen hebben voornamelijk betrekking op vijf dimensies: a) digitalisering van beveiligingssystemen in stations; b) passagiersinformatiesystemen; C) verbetering van de toegangscontrole; d) de aanpassing van zelfverkoopmachines aan nieuwe technologieën; en e) inrichting van voorzieningen in de stations van het Cercanías-netwerk.

    De uitvoering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    A.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    1

    C1.R1

    M

    Besluit TMA/178/2020 en Koninklijk Wetsbesluit 23/2020

    Bepaling in de ordonnantie en het Royal-Decreto-Law waarin de inwerkingtreding ervan wordt aangegeven

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    Inwerkingtreding van i) Besluit TMA/178/2020 tot vermindering van de administratieve lasten voor de installatie van elektrische laadfaciliteiten in tankstations en tot vaststelling van de tijd die nodig is voor de verwijdering van infrastructuur, ii) Koninklijk Wetsbesluit 23/2020 van juni 23, waarbij de oplaadinfrastructuur met een vermogen van meer dan 250 kW openbaar wordt verklaard om de uitrol van dit type voorzieningen te versnellen

    2

    C1.R1

    M

    Wijzigingen van de Technische Bouwcode (o.v.), de laagspanningselektrotechnische regeling (LVER) en goedkeuring van een koninklijk besluit tot regulering van openbare laaddiensten

    Bepaling in het wetboek, het reglement en het koninklijk besluit waarin de inwerkingtreding ervan wordt aangegeven

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Inwerkingtreding van: 
    I) wijzigingen van de technische bouwcode (TBC) om te voorzien in a) de verplichting om te voorzien in voorinstallatie van oplaadpunten in 100 % van de nieuwe parkeerplaatsen in residentiële gebouwen en 20 % van de nieuwe parkeerplaatsen in commerciële en andere gebouwen, b) één oplaadpunt te installeren voor elke 40 nieuwe parkeerplaatsen (en één voor elke 20 parkeerplaatsen in de gebouwen van de algemene overheid) en c) de verplichting voor bestaande niet voor bewoning bestemde parkeerplaatsen van meer dan 20 parkeerplaatsen om zich aan bovenstaande eis aan te passen (d.w.z. de installatie van één laadpunt voor elke 40 parkeerplaatsen) tegen 2023; 
    wijzigingen van de laagspanningselektrotechnische verordening (LVER) om verplichtingen op te nemen voor oplaadinfrastructuur voor parkeerterreinen die niet met een gebouw verbonden zijn, en 
    het koninklijk besluit tot regeling van openbare oplaaddiensten, met inbegrip van de verhouding tussen de personen die deelnemen aan de dienstverlening (exploitanten van oplaadpunten, aanbieders van elektrische-mobiliteitsdiensten) en tot vaststelling van hun rechten en plichten

    3

    C1.R2

    M

    Goedkeuring van een wet inzake duurzame mobiliteit

    Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2024

    Inwerkingtreding van een wet inzake duurzame mobiliteit ter verbetering van de planning, coördinatie en efficiëntie van het openbaarvervoerbeleid en ter ondersteuning van de digitalisering van het vervoer en het gebruik van het openbaar vervoer. Het omvat ook specifieke maatregelen ter bevordering van het goederenvervoer per spoor, dat bijdraagt tot de vermindering van de wereldwijde emissies van goederenvervoer over land, met inbegrip van:

    I.De verplichting om een programma te ontwikkelen voor de aanleg van voortschrijdende snelwegen in corridors waar dit haalbaar is en waar er een commercieel belang is voor de ontwikkeling ervan.

    II.Bonussen van spoorwegheffingen voor goederenvervoer gedurende een minimumperiode van 5 jaar.

    III.Een steunprogramma voor het goederenvervoer per spoor, met inbegrip van stimulansen ter bevordering van de modal shift van de weg naar het spoor en de modernisering en innovatie in de spoorwegsector.

    417

    C1.R2

    M

    Ontwikkeling van een softwaretoepassing voor de uitvoering van de kosten-batenanalyse voor investeringen in vervoersinfrastructuur

    Beschikbaarheid van het instrument op een officiële webpagina

    KWARTAAL 4

    2025

    Ontwikkeling en beschikbaarheid op een officiële webpagina van een softwaretoepassing voor de uitvoering van kosten-batenanalyses van infrastructuurinvesteringen voor verschillende vervoerswijzen, in overeenstemming met de duurzaamheids-, sociale en milieuoverwegingen die zijn uiteengezet in de officiële methodologie waarin de wet inzake duurzame mobiliteit voorziet.

    418

    C1.R2

    M

    Sandbox Office (sandbox office)

    Bepalingen ter aanduiding van de inwerkingtreding

    KWARTAAL 2

    2026

    Publicatie en inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot ontwikkeling van de organisatiestructuur van het ministerie met bevoegdheden op het gebied van vervoer, waarbij de specifieke bevoegdheden van het Sandbox Office worden vastgesteld.

    4

    C1.I1

    T

    Budget besteed aan aankopen of toegekend door gemeenten ter bevordering van duurzame mobiliteit

     

    Miljoen EUR

    0

    400

    KWARTAAL 4

    2022

    Bekendmaking van de toekenning van het project of de subsidies in het PB of in het platform voor overheidsopdrachten of uitvoering van uitgaven in verband met aankopen door gemeenten die bijdragen tot de bevordering van duurzame mobiliteit in gemeenten met meer dan 50 000 inwoners en hoofdsteden in de provincie en, onder bepaalde voorwaarden, ook kunnen worden toegewezen aan gemeenten met 20 000 tot 50 000 inwoners. Projecten ondersteunen de volgende gevallen: a) de omschakeling van openbaarvervoersvloten om de doelstellingen van de richtlijn schone voertuigen te verwezenlijken en in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); b) de uitvoering en het beheer van lage-emissiezones (LEZ’s); C) de digitalisering van het openbaar vervoer, het beheer van de administratie en de verbetering van de toegankelijkheid ervan; d) maatregelen om collectief vervoer en actieve mobiliteit te stimuleren en te prioriteren. 
    De selectiecriteria zorgen ervoor dat van de totale definitieve begroting van 1 500 000 000 EUR ten minste 310 000 000 EUR bijdraagt aan de doelstellingen inzake klimaatverandering met een klimaatcoëfficiënt van 100 % en ten minste 1 190 000 000 EUR met een klimaatcoëfficiënt van 40 %, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht.

    5

    C1.I1

    T

    Begroting uitgegeven aan aankopen of toegekend door autonome gemeenschappen van ten minste 900 miljoen EUR ter bevordering van duurzame mobiliteit

    Miljoen EUR

    0

    900

    KWARTAAL 4

    2023

    Bekendmaking van de toekenning van projecten of subsidies in het Publicatieblad of in het platform voor overheidsopdrachten of uitvoering van uitgaven in verband met aankopen door autonome gemeenschappen. Projecten en subsidies die door de autonome gemeenschappen worden toegekend en aankopen worden uitgevoerd: 
    1) bijdragen tot de bevordering van duurzame mobiliteit door subsidies te verlenen aan particuliere ondernemingen om a) oude zware voertuigen te schroot, b) hun wagenpark voor zware passagiers en vracht te vernieuwen met schonere voertuigen, c) hun aanhangwagens of opleggers voor intermodaal vervoer te kopen of aan te passen, of d) laad- en tankpunten met alternatieve brandstoffen (elektriciteit, LNG, CNG en biomethaan) te installeren; Subsidies moeten worden verstrekt in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); 
    of 
    2) bijdragen tot de bevordering van duurzame mobiliteit in gemeenten met meer dan 50 000 inwoners en hoofdsteden in de provincie door steun te verlenen voor gevallen a) de omschakeling van openbaarvervoersvloten om de doelstellingen van de richtlijn schone voertuigen te verwezenlijken en in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); b) de uitvoering en het beheer van lage-emissiezones (LEZ’s); C) de digitalisering van het openbaar vervoer, het beheer van de administratie en de verbetering van de toegankelijkheid ervan; d) maatregelen om prioriteit te geven aan collectief vervoer en actieve mobiliteit, met inbegrip van fietsinfrastructuur en voetgangersrijstroken; (e) het stimuleren van de penetratie in Spanje van nieuwe emissievrije technologieën in het vervoer; f) buiten deze gemeenten en hoofdsteden ter afschrikking parkeren om het verkeer naar het stadscentrum te verminderen; g) de uitbreiding of verbetering van het spoorwegsysteem, zoals metro’s of spoorwegen; h) digitaliseringsprojecten ter aanvulling van maatregelen ter ondersteuning van duurzame mobiliteit, met inbegrip van realtime-informatiesystemen over openbaarvervoersdiensten, mobiliteit als dienst, projecten ter verbetering van intermodale of interdepartementale ticketverkoop, projecten ter ondersteuning van verkeers- en mobiliteitsbeheer en informatieanalyse om de efficiëntie van het vervoerssysteem te vergroten, en i) andere projecten die: I. Bijdragen tot de verbetering van de luchtkwaliteit, met name in stedelijke gebieden, ii. Stimuleren van de vermindering van het gebruik van particulier vervoer in stedelijke en grootstedelijke gebieden iii. Het gebruik van openbaar vervoer stimuleren, of iv. Stimulansen voor actieve en gezonde mobiliteit.
    De selectiecriteria zorgen ervoor dat ten minste 900 000 000 EUR bijdraagt aan de doelstellingen inzake klimaatverandering met een klimaatcoëfficiënt van 40 % overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht.

    6

    C1.I1

    T

    Voltooide projecten ter bevordering van duurzame mobiliteit, ook in stedelijke en grootstedelijke gebieden

    Aantal

    0

    25

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste 25 projecten ter bevordering van duurzame mobiliteit, in 150 stedelijke en grootstedelijke gebieden met meer dan 50 000 inwoners en, onder bepaalde voorwaarden, naar stedelijke gebieden tussen 20 000 en 50 000 inwoners, zijn afgerond. 
    Projecten ter bevordering van duurzame mobiliteit zijn: 
    I. Door gemeenten ontwikkelde projecten die bijdragen tot de bevordering van duurzame mobiliteit in gemeenten met meer dan 50 000 inwoners en hoofdsteden in de provincie en, onder bepaalde voorwaarden, ook kunnen worden toegewezen aan gemeenten met 20 000 tot 50 000 inwoners. Projecten ondersteunen de volgende gevallen: a) de omschakeling van openbaarvervoersvloten om de doelstellingen van de richtlijn schone voertuigen te verwezenlijken en in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); b) de uitvoering en het beheer van lage-emissiezones (LEZ’s); C) de digitalisering van het openbaar vervoer, het beheer van de administratie en de verbetering van de toegankelijkheid ervan; d) maatregelen om collectief vervoer en actieve mobiliteit te stimuleren en te prioriteren. Een project is een geheel van welomschreven, onderling samenhangende en gecoördineerde activiteiten, uitgevoerd met een gemeenschappelijke doelstelling binnen bepaalde termijnen en begrotingslimieten, waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Eén gemeente kan meer dan één project ontwikkelen. 
    II. Door autonome gemeenschappen ontwikkelde projecten ter bevordering van duurzame mobiliteit in stedelijke en grootstedelijke gebieden. Dit heeft betrekking op de typologieën a) tot en met i) vermeld in investering C1.I1. Stedelijke en grootstedelijke gebieden worden gedefinieerd als gemeenten met meer dan 50 000 inwoners, hoofdsteden in de provincies en, onder bepaalde voorwaarden, gemeenten met meer dan 20 000 inwoners. Elke autonome gemeenschap kan meer dan één project ontwikkelen. 
    III. Projecten waarbij subsidies worden verleend aan particuliere ondernemingen om a) oude zware voertuigen te schroot, b) hun wagenpark voor zware passagiers en vracht te vernieuwen met schonere voertuigen, c) hun aanhangwagens of opleggers te kopen of aan te passen voor intermodaal vervoer, of d) tankpunten met alternatieve brandstoffen (elektriciteit, LNG, CNG en biomethaan) te installeren. Ten minste 3 000 zware voertuigen of tankpunten moeten worden gesubsidieerd om ervan uit te gaan dat één project ter bevordering van duurzame mobiliteit is voltooid. Subsidies moeten worden verstrekt in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).

    7

    C1.I1

    T

    Budget besteed aan aankopen of toegekend door gemeenten ter bevordering van duurzame mobiliteit

     

    Miljoen EUR

    400

    1 500

    KWARTAAL 4

    2024

    Bekendmaking van de toekenning van het project of de subsidies in het PB of in het platform voor overheidsopdrachten of uitvoering van uitgaven in verband met aankopen door gemeenten die bijdragen tot de bevordering van duurzame mobiliteit in gemeenten met meer dan 50 000 inwoners en hoofdsteden in de provincie en, onder bepaalde voorwaarden, ook kunnen worden toegewezen aan gemeenten met 20 000 tot 50 000 inwoners. Projecten ondersteunen de volgende gevallen: a) de omschakeling van openbaarvervoersvloten om de doelstellingen van de richtlijn schone voertuigen te verwezenlijken en in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); b) de uitvoering en het beheer van lage-emissiezones (LEZ’s); C) de digitalisering van het openbaar vervoer, het beheer van de administratie en de verbetering van de toegankelijkheid ervan; d) maatregelen om collectief vervoer en actieve mobiliteit te stimuleren en te prioriteren. 
    De selectiecriteria zorgen ervoor dat ten minste 310 000 000 EUR bijdraagt aan de doelstellingen inzake klimaatverandering met een klimaatcoëfficiënt van 100 % en ten minste 1 190 000 000 EUR met een klimaatcoëfficiënt van 40 %, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 betreffende de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    (Uitgangssituatie: 31 december 2022)

    8

    C1.I1

    T

    Opdrachten of andere rechtsinstrumenten voor de verbetering van de openbare wegen in stedelijke gebieden

     

    Overeenkomst of ander rechtsinstrument

    0

    35

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 35 contracten of andere rechtsinstrumenten die worden gegund om de staatswegen in stedelijke gebieden te verbeteren. De projecten bestaan uit de aanleg van nieuwe fietspaden, de uitbreiding van de voetgangerszones, de vermindering van de parkeerplaatsen of de verbetering van de veiligheid op kruisingen.

    9

    C1.I1

    T

    Voltooide projecten ter bevordering van duurzame mobiliteit, ook in stedelijke en grootstedelijke gebieden

     

    Aantal

    25

    280

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 280 projecten ter bevordering van duurzame mobiliteit, ook in stedelijke en grootstedelijke gebieden, zijn voltooid om bij te dragen tot duurzame mobiliteit in de 150 stedelijke gebieden met meer dan 50 000 inwoners en, onder bepaalde voorwaarden, naar stedelijke gebieden tussen 20 000 en 50 000 inwoners. 
    Projecten ter bevordering van duurzame mobiliteit zijn: 
    I. Door gemeenten ontwikkelde projecten die bijdragen tot de bevordering van duurzame mobiliteit in gemeenten met meer dan 50 000 inwoners en hoofdsteden in de provincie en, onder bepaalde voorwaarden, ook kunnen worden toegewezen aan gemeenten met 20 000 tot 50 000 inwoners. Projecten ondersteunen de volgende gevallen: a) de omschakeling van openbaarvervoersvloten om de doelstellingen van de richtlijn schone voertuigen te verwezenlijken en in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); b) de uitvoering en het beheer van lage-emissiezones (LEZ’s); C) de digitalisering van het openbaar vervoer, het beheer van de administratie en de verbetering van de toegankelijkheid ervan; d) maatregelen om collectief vervoer en actieve mobiliteit te stimuleren en te prioriteren. Een project is een geheel van welomschreven, onderling samenhangende en gecoördineerde activiteiten, uitgevoerd met een gemeenschappelijke doelstelling binnen bepaalde termijnen en begrotingslimieten, waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Eén gemeente kan meer dan één project ontwikkelen. 
    II. Door autonome gemeenschappen ontwikkelde projecten ter bevordering van duurzame mobiliteit in stedelijke en grootstedelijke gebieden. Dit heeft betrekking op de typologieën a) tot en met i) vermeld in investering C1.I1. Stedelijke en grootstedelijke gebieden worden gedefinieerd als gemeenten met meer dan 50 000 inwoners, hoofdsteden in de provincie en gemeenten met meer dan 20 000 onder bepaalde voorwaarden. Elke autonome gemeenschap kan meer dan één project ontwikkelen. 
    III. Projecten waarbij subsidies worden verleend aan particuliere ondernemingen om a) oude zware voertuigen te schroot, b) hun wagenpark voor zware passagiers en vracht te vernieuwen met schonere voertuigen, c) hun aanhangwagens of opleggers te kopen of aan te passen voor intermodaal vervoer, of d) tankpunten met alternatieve brandstoffen (elektriciteit, LNG, CNG en biomethaan) te installeren. Ten minste 3 000 zware voertuigen, tank- of oplaadpunten of tankpunten moeten worden gesubsidieerd om ervan uit te gaan dat één project ter bevordering van duurzame mobiliteit is voltooid. Subsidies moeten worden verstrekt in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).

    (Uitgangssituatie: 31 december 2023)

    10

    C1.I1

    T

    De staatswegen in stedelijke gebieden zijn verbeterd om nieuwe vormen van mobiliteit te bevorderen

     

    Aantal

    0

    34

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 34 rijwegen in stedelijke gebieden zijn verbeterd door de aanleg van nieuwe fietspaden, de uitbreiding van de voetgangersgebieden, de vermindering van de parkeerplaatsen of de verbetering van de veiligheid op kruisingen. 
    Deze investering wordt gedaan door het ministerie van Vervoer, Mobiliteit en Stedelijke Agenda op de wegen die het bezit in stedelijke gebieden.

    11

    C1.I2

    T

    Gunning van innovatieve projecten ter bevordering van elektromobiliteit

     

    Miljoen EUR

    0

    250

    KWARTAAL 2

    2023

    Publicatie van de toekenning van ten minste 250 miljoen EUR aan oproepen ter ondersteuning van innovatieve projecten ter bevordering van elektromobiliteit. De selectiecriteria die in de oproepen tot het indienen van voorstellen voor de toewijzing van de steunregelingen worden gehanteerd, omvatten: I) de vermindering van de milieueffecten, ii) technisch-economische levensvatbaarheid, iii) niveau van technologische ontwikkeling en innovatie, iv) reproduceerbaarheid en schaalbaarheid, v) het genereren van werkgelegenheid in verband met het project, directe en indirecte gevolgen voor de waardeketen en de synergie met andere sectoren, voornamelijk de industrie.

    12

    C1.I2

    T

    Registratie van subsidieaanvragen voor elektrische voertuigen en oplaadpunten

     

    Aantal

    0

    238 000

    KWARTAAL 4

    2023

    Registratie van subsidieaanvragen voor ten minste 238 000 elektrische voertuigen (BEV, REEV, PHEV of FCEV) en oplaadpunten, met inbegrip van onder meer oplaadpunten voor openbaar gebruik in woongebieden en op het nationale wegennet, dat wil zeggen verzoeken om elektrische voertuigen en/of oplaadpunten zonder onderscheid.

    419

    C1.I2

    T

    Elektrische voertuigen en oplaadpunten geïnstalleerd

    Aantal

    0

    238 000

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 238 000 elektrische voertuigen (BEV, REEV, PHEV of FCEV) en oplaadpunten, waaronder laadpunten voor publiek gebruik in woongebieden en op het uitgerolde nationale wegennet.

    13

    C1.I2

    T

    Voltooiing van innovatieve projecten ter bevordering van elektromobiliteit

     

    Aantal

    0

    85

    KWARTAAL 4

    2025

    Voltooiing van ten minste 85 projecten die worden uitgevoerd in het kader van het steunprogramma voor innovatieprojecten op het gebied van elektromobiliteit (MOVES Singulares).

    14

    C1.I3

    T

    Korte spoorlijnen (Cercanías)

     

    Aantal (km)

    0

    200

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste 200 km korte afstanden aangepaste spoorlijnen in een van de subsystemen: platform-, spoor-, elektrificatie-, beveiligings- en communicatie- en seingevingsfaciliteiten. 
    De lengte van de lijnen voor korte afstanden die worden aangepast, moet worden geïnterpreteerd in termen van de lengte in stedelijke of grootstedelijke gebieden waar een aanzienlijke interventie is uitgevoerd die niet het te fabriceren of herstellen bedrag is. De interventies kunnen betrekking hebben op de elektrificatie, de vernieuwing van het spoor, de verbetering van de seingevings- en veiligheidssystemen en de verbetering van stations die verder gaan dan onderhoud en reparaties, en moeten op het nationale grondgebied worden uitgevoerd in alle bevolkingscentra met diensten van Cercanías Ferroviarias.

    15

    C1.I3

    T

    Stations verbeterd door digitalisering

     

    Aantal

    0

    420

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste 420 stations verbeterden met alle of een deel van de projecten die door RENFE als SPO-exploitant zijn ontwikkeld, de volgende lijst: 
    • Digitalisering van beveiligingssystemen in stations (zoals intelligente videoanalyse, cyberbeveiliging en fraudebeheersing) 
    • Informatiesystemen voor passagiers 
    • Verbetering van de toegangscontrole tot stations 
    • Projecten op het gebied van verkoopautomaten 
    • Aanpassing van faciliteiten

    16

    C1.I3

    T

    Verbeterde „Cercanías” -stations

     

    Aantal

    0

    20

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste 20 „Cercanías” -stations verbeterd door ADIF, voornamelijk wat betreft toegankelijkheidswerkzaamheden en nieuwe of gerenoveerde spoorlijnen

    17

    C1.I3

    T

    Contracten of andere rechtsinstrumenten die worden toegekend voor investeringen in spoorlijnen op korte afstand

     

    Overeenkomst of ander rechtsinstrument

    0

    288

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 288 opdrachten of andere juridische instrumenten die op het nationale grondgebied worden gegund in verband met investeringen in spoorlijnen op korte afstand.

    18

    C1.I3

    T

    Aangepaste spoorlijnen voor korte afstanden (Cercanías)

     

    Aantal (km)

    200

    700

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 700 km korte afstanden aangepaste spoorlijnen in een van de subsystemen: platform-, spoor-, elektrificatie-, beveiligings- en communicatie- en seingevingsfaciliteiten. 
    De lengte van de lijnen voor korte afstanden die worden aangepast, moet worden geïnterpreteerd in termen van de lengte in stedelijke of grootstedelijke gebieden waar een aanzienlijke interventie is uitgevoerd die niet het te fabriceren of herstellen bedrag is. De interventies kunnen betrekking hebben op elektrificatie, spoorvernieuwing, verbetering van seingevings- en veiligheidssystemen en stationsverbeteringen die verder gaan dan onderhoud en reparaties, en moeten op het nationale grondgebied worden uitgevoerd in alle bevolkingscentra met diensten van Cercanías Ferroviarias. 

    (Uitgangssituatie: 31 december 2023)

    19

    C1.I3

    T

    Stations verbeterd door digitalisering

     

    Aantal

    420

    850

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 850 stations verbeterden met alle of een deel van de projecten die door RENFE als SPO-exploitant zijn ontwikkeld, de volgende lijst: 
    • Digitalisering van beveiligingssystemen in stations (zoals intelligente videoanalyse, cyberbeveiliging en fraudebeheersing) 
    • Informatiesystemen voor passagiers 
    • Verbetering van de toegangscontrole tot stations 
    • Projecten op het gebied van verkoopautomaten 
    • Aanpassing van faciliteiten

    (Uitgangssituatie: 31 december 2023)

    20

    C1.I3

    T

    Verbeterde „Cercanías” -stations

     

    Aantal

    20

    70

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 70 „Cercanías” -stations verbeterd door ADIF, voornamelijk wat betreft toegankelijkheidswerkzaamheden en nieuwe of gerenoveerde spoorlijnen

    (Uitgangssituatie: 31 december 2023)

    A.4. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor de steun via leningen

    Hervorming 3 (C1.R3) — Koninklijk Besluit tot regeling van minimumcriteria voor lage-emissiezones

    Doel van deze hervorming is de inwerkingtreding van Koninklijk Besluit 1052/2022 van 27 december tot vaststelling van de minimumeisen waaraan moet worden voldaan door de lage-emissiezones (LEZ’s) die door lokale overheden zijn opgezet in gemeenten met meer dan 50 000 inwoners en eilandgebieden, overeenkomstig de wettelijke vereisten van artikel 14.3 van Wet 7/2021 van 20 mei.

    Deze in het koninklijk besluit vastgestelde minimumeisen hebben betrekking op:

    — de verplichting voor de lokale overheden om te bepalen welke specifieke maatregelen moeten worden genomen om de doelstellingen van de LEZ’s te verwezenlijken, namelijk de verbetering van de luchtkwaliteit en het verzachten van de gevolgen van de klimaatverandering, alsmede het bevorderen van de naleving van de doelstellingen op het gebied van geluidsoverlast, duurzame mobiliteit en energie-efficiëntie bij het gebruik van vervoermiddelen. Deze maatregelen zijn erop gericht de modal shift naar duurzamere vervoerswijzen aan te moedigen, waarbij prioriteit wordt gegeven aan actieve mobiliteit en openbaar vervoer.

    — De verplichting om de LEZ’s af te bakenen door rekening te houden met de herkomst en de bestemming van de trajecten waarop het noodzakelijk wordt geacht om in te grijpen, door middel van een modal shift of door de vermindering van het aantal ritten aan te moedigen.

    — De oppervlakte van de LEZ’s is toereikend en toereikend voor de verwezenlijking van de vastgestelde doelstellingen en staat in verhouding tot die doelstellingen. Het koninklijk besluit voorziet in de mogelijkheid om, op besluit van de lokale autoriteiten, verschillende LEZ’s te ontwerpen in grotere steden en in eilandgebieden.

    — De vaststelling van kwantificeerbare luchtkwaliteitsdoelstellingen die leiden tot een verbetering ten opzichte van de uitgangssituatie zonder LEZ’s. De LEZ’s dragen bovendien bij tot de verwezenlijking van de richtwaarden van de luchtkwaliteitsrichtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie.

    — Het LEZ-project omvat meetbare en kwantificeerbare streefcijfers voor de vermindering van broeikasgasemissies in de LEZ’s tegen 2030, in overeenstemming met de doelstellingen van het nationaal geïntegreerd plan voor energie en klimaat (PNIEC), met name de doelstelling om het gebruik van particuliere gemotoriseerde voertuigen te verminderen ten opzichte van andere vervoerswijzen.

    — Verboden of beperkingen op de toegang tot, het verkeer en het parkeren van voertuigen, afhankelijk van hun vervuilende potentieel.

    Het koninklijk besluit kent aan reeds bestaande LEZ’s die vóór de goedkeuring van Koninklijk Besluit 1052/2022 zijn vastgesteld, een overgangsperiode van 18 maanden toe om zich aan deze minimumeisen aan te passen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk in december 2022 zijn voltooid.

    A.5. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor monitoring en uitvoering van steun via leningen

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    L1             

    C1.R3

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot regeling van lage-emissiezones (LEZ’s)

    Bepaling in het Royal-Decreto Law waarin de inwerkingtreding ervan wordt aangegeven

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Inwerkingtreding van Koninklijk Besluit 1052/2022 van 27 december tot regeling van lage-emissiezones (LEZ’s)

    B. COMPONENT 02: Uitvoering van de Spaanse stedelijke agenda: Plan voor stadsvernieuwing en -vernieuwing

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan heeft betrekking op de energierenovatie van gebouwen, het koolstofvrij maken van gebouwen en het verbeteren van de kwaliteit en het comfort ervan. Ook wordt aandacht besteed aan sociale huurwoningen, het vergroten van het bestand en wordt gezorgd voor een eerlijker en inclusiever herstel. Daarnaast is de component erop gericht energiearmoede aan te pakken door sociale of betaalbare huurwoningen te ondersteunen. Ook digitaliseringsactiviteiten vallen hieronder. Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan ondersteunt de uitvoering van het nationale energie- en klimaatplan (NECP) van Spanje, dat voorziet in de renovatie van 1 200 000 residentiële gebouwen tegen 2030 en van de verwarmings- en koelingssystemen van gemiddeld 300 000 residentiële gebouwen per jaar. In dit verband stelt Spanje voor om:

    a)Hervormingsmaatregelen ontwikkelen en uitvoeren, waaronder de Spaanse stedelijke agenda, de Spaanse langetermijnrenovatiestrategie, een huisvestingswet, een wet ter verbetering van het architectonisch landschap en de oprichting van „one-stop-shops” voor de renovatie van gebouwen;

    b)uiterlijk in 285 000 ten minste 2026 unieke woningen renoveren als onderdeel van ten minste 410 000 renovatieacties, ten minste 600 hectare stedelijke gebieden, een equivalent van ten minste 40 000 residentiële gebouwen en 690 000 m 2 nietvoor bewoning bestemde gebouwen, een equivalent van ten minste 4 300 residentiële gebouwen en 230 000 m 2 nietvoor bewoning bestemde gebouwen in gemeenten en stedelijke gebieden met minder dan 5 000 inwoners, en ten minste 1230 000 m 2 openbare gebouwen, met een gemiddelde besparing op primaire energie van meer dan 30 %, onder meer door verwarmings- en koelingssystemen te renoveren en te moderniseren;

    c)ten minste 20 000 nieuwe woningen bouwen voor sociale huurdoeleinden of tegen betaalbare prijzen met een primaire energievraag van ten minste 20 % onder de eisen voor bijna-energieneutrale gebouwen;

    d)ten minste 100 proefprojecten op lokaal niveau uitvoeren ter ondersteuning van energie-efficiëntie en de uitvoering van de Spaanse stedelijke agenda; en het

    e)de toegang tot financiering voor de bouw en renovatie van energie-efficiënte sociale en betaalbare huisvesting verbeteren en kapitaalmarkten in deze gebieden ontwikkelen.

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan draagt bij tot de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen 3 2023 en 4 2022 om de beschikbaarheid van energie-efficiënte sociale en betaalbare huisvesting te vergroten, onder meer door renovatie. Het ondersteunt ook de groene transitie (landspecifieke aanbevelingen 1 2023, 1 2022 en 3 2019) en met name verbeteringen van de energie-efficiëntie (landspecifieke aanbeveling 3 2020). Het verbetert ook de ondersteuning van gezinnen (landspecifieke aanbeveling 2 2019; Landspecifieke aanbeveling 2 2020) en helpt bij het vervroegen van volwassen publieke investeringsprojecten en het bevorderen van particuliere investeringen om het economisch herstel te bevorderen (landspecifieke aanbeveling 3 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    B.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C2.R1) — Uitvoering van de Spaanse stedelijke agenda (en bijbehorend actieplan)

    Het doel van deze maatregel is de voorbereiding en goedkeuring van de Spaanse stedelijke agenda, die een strategisch en niet-regelgevend document zal zijn waarin duurzaamheid wordt geïntegreerd in het stadsontwikkelingsbeleid. Het is ook een werkmethode die alle publieke en private belanghebbenden aanstuurt om in hun specifieke gebieden billijke, eerlijke en duurzame ontwikkeling tot stand te brengen en lokale overheden, steden en dorpen, ongeacht hun bevolkingsomvang, te dienen als instrument met een strategisch, geïntegreerd en alomvattend perspectief, zoals vereist door de stedelijke agenda voor de EU en het nieuwe Handvest van Leipzig.

    De Spaanse stedelijke agenda omvat een diagnose van de zwakke punten en uitdagingen waarmee de Spaanse steden en dorpen worden geconfronteerd, teneinde een ecologisch duurzame, sociaal samenhangende en economisch haalbare stedelijke ontwikkeling tot stand te brengen. Het omvat een strategisch kader dat is opgebouwd rond de volgende tien strategische uitdagingen: demografisch; milieu; economisch en sociaal; de huidige situatie van het gebouwenbestand; kwetsbaarheid voor de negatieve gevolgen van klimaatverandering; (grote) afhankelijkheid van toerisme; en verontreinigingsrisico’s.

    De stedelijke agenda omvat ook een specifiek actieplan voor de nationale overheid en bevat richtsnoeren om lokale entiteiten te ondersteunen bij het opstellen van hun eigen lokale actieplannen overeenkomstig de door de algemene overheid voorgestelde methodologie, waarbij zij zich ertoe verbinden het publieke en publiek-private bestuur te verbeteren. Investering 6 vult deze hervorming aan door de voorbereiding van ten minste 100 lokale actieplannen te ondersteunen.

    Als onderdeel van de stedelijke agenda en de noodzaak om te voldoen aan Richtlijn (EU) 2018/844 betreffende de energieprestatie van gebouwen en energie-efficiëntie, stelt Spanje een langetermijnrenovatiestrategie op ter ondersteuning van de renovatie van het nationale bestand van al dan niet voor bewoning bestemde gebouwen. Dit omvat zowel openbare als particuliere gebouwen en moet tegen 2050 een zeer energie-efficiënt en koolstofvrij gebouwenbestand tot stand brengen, waardoor de kosteneffectieve transformatie van bestaande gebouwen tot bijna-energieneutrale gebouwen wordt vergemakkelijkt.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2020 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C2.R2) — actualisering 2020 van de Spaanse langetermijnrenovatiestrategie en het bijbehorende actieplan

    Het doel van deze maatregel is de uitvoering van de langetermijnrenovatiestrategie (ERESEE). Dit omvat acties voor de voorbereiding, bespreking in specifieke werkgroepen en de goedkeuring en verspreiding van het strategisch document van het actieplan voor de langetermijnrenovatiestrategie. Het actieplan is in overeenstemming met de in het ERESEE opgenomen acties. Met het oog op de uitvoering van ERESEE worden verschillende werkgroepen opgericht om duidelijke aanbevelingen te formuleren voor de uitvoering van het actieplan voor stadsrehabilitatie en -vernieuwing. De verslagen met de aanbevelingen van de werkgroepen worden gepubliceerd.

    In deel III van het ERESEE, „Uitvoering”, omvat het ERESEE een reeks maatregelen, waaronder een reeks hervormingen als onderdeel van een routekaart ter bevordering van stadsherstel en -vernieuwing en ter bevordering van de groene en de digitale transitie. De routekaart is opgebouwd rond elf assen en acties ter verbetering van het bestuur, de regelgeving en de financiering. Dit stappenplan wordt in het strategisch document opgenomen als de belangrijkste stap in de richting van de uitvoering van ERESEE. De meest relevante acties zijn:

    -Renovatie van overheidsgebouwen (in overeenstemming met component 11 van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan);

    -gebieden te financieren die voor verbetering in aanmerking komen, met inbegrip van nieuwe belastingen die gunstig zijn voor renovatie, zowel in de residentiële als in de tertiaire sector;

    -particuliere financiering bevorderen en mobiliseren;

    -energiearmoede bestrijden;

    -een nieuw energiemodel in de bouwsector in te voeren om het verbruik van hernieuwbare energie in gebouwen aan te moedigen;

    -activeren en aggregeren van de vraag naar rehabilitatie;

    -de voorwaarden aan de aanbodzijde verbeteren door de modernisering van de rehabilitatiesector te stimuleren door middel van onderzoek, ontwikkeling en innovatie, digitalisering en monitoring, versterking van vaardigheden en opleidingen;

    -informatie verspreiden onder burgers en bedrijven en goede praktijken uitwisselen tussen overheidsdiensten; en het

    -statistieken en indicatoren ontwikkelen om toezicht te houden op door de overheid gefinancierde acties, zodat het overheidsbeleid naar behoren kan worden beoordeeld.

    Dit strategisch document maakt de uitvoering van ERESEE mogelijk in het kader van de Spaanse stedelijke agenda, waarin de verschillende overheden (centraal, regionaal en lokaal) worden geïntegreerd.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 3 (C2.R3) — Woningwet

    Het doel van deze maatregel is de uitvoering, door middel van de huisvestingswet, van een eerste verordening in Spanje, om de verschillende instrumenten voor planning, programmering en samenwerking aan te pakken die reeds bestaan om het recht op fatsoenlijke en adequate huisvesting te ondersteunen. Daarbij wordt aandacht besteed aan de rehabilitatie en verbetering van het bestaande woningbestand, zowel openbare als particuliere, en aan de regeneratie en vernieuwing van de woonomgeving waarin zij zich bevinden, teneinde de levenskwaliteit te verbeteren. De wet heeft betrekking op het bereiken van voldoende woningvoorraad voor huurwoningen die tegen betaalbare prijzen beschikbaar zijn.

    De wetgeving heeft betrekking op diverse plannings-, programmerings- en samenwerkingsinstrumenten om de verwezenlijking van het recht op fatsoenlijke en adequate huisvesting te waarborgen, met inbegrip van, als een van de prioriteiten, het herstel en de verbetering van het bestaande woningbestand, alsmede de regeneratie en renovatie van de woonomgeving waarin zij zich bevinden.

    Daarnaast stimuleert de wet een toename van het aanbod van betaalbare en sociale huisvesting door ervoor te zorgen dat wordt voldaan aan de eisen die momenteel zijn vastgesteld voor bijna-energieneutrale gebouwen overeenkomstig het basisenergiebesparingsdocument (DB-HE) van de technische bouwcode (CTE) en worden maatregelen vermeden die het woningaanbod op middellange termijn zouden kunnen belemmeren.

    Deze uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 september 2022 zijn voltooid.

    Hervorming 4 (C2.R4) — Wet inzake de kwaliteit van de architectuur en de bouwomgeving en de nieuwe nationale strategie voor architectuur

    Het doel van deze wet is de kwaliteit van architectuur en gebouwen als een publiek goed te beschouwen, de levenskwaliteit te verbeteren, de sociale wortels van de architectuur te bevorderen, de duurzame ontwikkeling van stedelijke gebieden en hubs te bevorderen, bij te dragen tot de economische en sociale ontwikkeling en het culturele en natuurlijke erfgoed te beschermen en te beschermen.

    Daartoe zal de wet in deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan aandacht besteden aan verschillende initiatieven en acties die nauw verband houden met de rehabilitatie- en regeneratieprogramma’s. De wet regelt met name: maatregelen voor interbestuurlijke samenwerking op het gebied van de aanbesteding van architectuur-, ingenieurs- en stedenbouwkundige projecten en werken; II) instrumenten voor de verspreiding van goede praktijken en ondersteuning, opleiding en publiek-private partnerschappen; en iii) de bevordering van rehabilitatie vanuit een alomvattend perspectief, zoals hierboven beschreven.

    Deze uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 30 september 2022 zijn voltooid.

    Hervorming 5 (C2.R5) — Renovatiebureaus („one-stop-shop”)

    Het doel van deze maatregel is het aanmoedigen en uitbreiden van de lokale renovatiebureaus die in sommige gemeenten zijn opgezet om huishoudens en gemeenschappen van eigenaars te begeleiden bij de zeer complexe taken van de renovatie van een woongebouw.

    Daartoe zal deze maatregel deze aanpak verder aanmoedigen en uitbreiden door een proces in te stellen om te zorgen voor een doeltreffende samenwerking en samenwerking tussen centrale, regionale en/of lokale overheden. Dit houdt in dat de coördinatie van alle overheidssteun (op centraal, regionaal of lokaal niveau) moet worden versterkt. Alle bestuursniveaus worden bij deze centrale aanspreekpunten betrokken om renovatiemaatregelen zo doeltreffend mogelijk te maken.

    De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 30 september 2021 voltooid.

    Hervorming 6 (C2.R6) — Verbeterde financiering van renovatiemaatregelen

    Het doel van deze maatregel is een van de belangrijkste belemmeringen voor de start van de renovatieactiviteit aan te pakken, namelijk de toegang tot financiering tegen gunstige voorwaarden. Voor de goedkeuring van een renovatielening is het soms noodzakelijk om aan elke individuele eigenaar binnen een gebouw een individuele lening te verstrekken. Dit vormde een belemmering voor de grondige en geïntegreerde renovatie van gebouwen.

    Om dit probleem aan te pakken, moet de maatregel:

    -Stelt een nieuwe garantielijn van het Instituto de Crédito Oficial (ICO) in om het risico van door particuliere financiële instellingen verstrekte leningen voor de renovatie van woongebouwen gedeeltelijk te dekken;

    -pleit voor de vaststelling van specifieke regelgevende bepalingen, waaronder de hervorming van de horizontale eigendomswet, om de toegang tot financiering voor gemeenschappen van eigenaren te verbeteren; en het

    -moedigt de invoering van groene financiering door financiële instellingen aan.

    De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 30 september 2022 voltooid.

    Investering 1 (C2.I1) — Rehabilitatieprogramma voor economisch en sociaal herstel in residentiële omgevingen

    Het doel van deze maatregel is energie-efficiëntie-renovaties in woongebouwen en wijken te ondersteunen. De acties in het kader van deze maatregel voeren ten minste 410 000 renovatieacties uit in ten minste 285 000 unieke woningen, waarbij de vraag naar primaire energie gemiddeld met ten minste 30 % wordt verminderd, geverifieerd aan de hand van energieprestatiecertificaten. De volgende acties worden ondersteund:

    a)Een programma ter ondersteuning van energierenovaties op buurtniveau. In het kader van het programma wordt ten minste 600 hectare stedelijke gebieden gerenoveerd, waarbij de vraag naar primaire energie gemiddeld met ten minste 30 % wordt verminderd, die aan de hand van energieprestatiecertificaten wordt geverifieerd. De acties omvatten het verbeteren van de energie-efficiëntie, de uitrol van infrastructuur voor elektrische mobiliteit, het verbeteren van de toegankelijkheid van gebouwen en het verwijderen van gevaarlijke stoffen. Maximaal 15 % van de maatregel wordt besteed aan verbeteringen op buurtniveau, zoals verbeteringen van buitenverlichting, fietspaden, groene infrastructuur en drainagesystemen, rekening houdend met de sociaaleconomische kenmerken van de wijk.

    b)Een programma ter ondersteuning van energierenovaties van voor bewoning bestemde gebouwen. Het steunniveau is hoger voor acties waarvoor de vermindering van de vraag naar primaire energie hoger is en voor huishoudens met een laag inkomen. De acties omvatten het verbeteren van de energie-efficiëntie, de uitrol van infrastructuur voor elektrische mobiliteit, het verbeteren van de toegankelijkheid van gebouwen en het verwijderen van gevaarlijke stoffen.

    c)Een reeks activiteiten heeft betrekking op de stimulansen voor energierenovaties. Dit omvat onder meer i) de mogelijkheid om renovaties af te trekken van de personenbelasting indien de vraag naar primaire energie met ten minste 30 % wordt verminderd, en ii) de verbetering van het financieringskader door publiek-private partnerschappen aan te moedigen.

    Bij koninklijk besluit worden de technische eisen vastgesteld om de naleving van de gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie met 30 % te waarborgen. Wijzigingen van de personenbelasting worden goedgekeurd bij koninklijk wetsbesluit en hebben tot doel de fiscale stimulansen voor de vernieuwingsacties voor gebouwen vast te stellen om de energie-efficiëntie te verbeteren.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 2 (C2.I2) — Programma voor de bouw van sociale huurwoningen in energie-efficiënte gebouwen

    Het doel van deze maatregel is om ten minste 20 000 nieuwe woningen te bouwen voor sociale huurdoeleinden of tegen betaalbare prijzen die voldoen aan energie-efficiënte criteria. Deze moeten met name worden gebouwd in gebieden waar de sociale huisvesting momenteel ontoereikend is en op grond die in handen is van de overheid.

    De vraag naar primaire energie van sociale woningen ligt ten minste 20 % onder de eisen voor bijna-energieneutrale gebouwen. Daartoe worden in een koninklijk besluit de technische eisen vastgesteld om de waarde van de vraag naar primaire energie te beperken tot 80 % van de limiet die is vastgesteld in artikel HE 0 van het Basisenergiebesparingsdocument (DB-HE) van de technische bouwcode (CTE).

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 3 (C2.I3) — Programma voor energieherstel van gebouwen

    Het doel van deze maatregel is steun te verlenen voor energierenovaties van een equivalent van ten minste 40 000 residentiële gebouwen en 690 000m 2 niet voor bewoning bestemde gebouwen, door de energie-efficiëntie te verbeteren en hernieuwbare energie te integreren. Het programma ondersteunt alleen hernieuwbare energie, met uitzondering van fossiele brandstoffen, en voorziet in een hogere steunintensiteit voor energiegemeenschappen en maakt voorfinanciering van de renovatiemaatregelen mogelijk. De specifieke acties hebben betrekking op de verbetering van de energie-efficiëntie door thermische isolatie, het gebruik van hernieuwbare energie in verwarmings- en koelingssystemen en de verbetering van het verlichtingssysteem. Er wordt voorzien in een subsidiabiliteitscriterium dat de gemiddelde reductie van de vraag naar primaire energie met ten minste 30 % wordt geverifieerd aan de hand van energieprestatiecertificaten.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 4 (C2.I4) — Regeneratieprogramma en demografische uitdaging

    Het doel van deze maatregel is de renovatie van gebouwen in gemeenten en stedelijke gebieden met minder dan 5 000 inwoners te ondersteunen. De acties omvatten verbetering van de energie-efficiëntie van gebouwen, openbare uitrusting en infrastructuur, opwekking en verbruik van hernieuwbare energie, zelfverbruik en lokale energiegemeenschappen van eigenaars, en duurzame mobiliteit (zoals elektrische laadstations). Er worden twee soorten acties uitgevoerd:

    a)Voor energie-efficiëntie vindt een equivalent van ten minste 4 300 energierenovaties plaats in residentiële gebouwen en in 230 000 m² niet voor bewoning bestemde gebouwen, waarbij gemiddeld een vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 % wordt bereikt, geverifieerd aan de hand van energieprestatiecertificaten.

    b)Ten minste 500 unieke projecten op het gebied van schone energie worden uitgevoerd door middel van openbare aanbestedingen of investeringen door lokale overheden op de volgende gebieden: I) de installatie van hernieuwbare elektriciteit of verwarming en koeling voor openbare gebouwen of infrastructuur (met inbegrip van ten minste 80 % zelfverbruik); II) energierenovaties van openbare gebouwen of infrastructuur (met een besparing van ten minste 30 % primaire energie, geverifieerd aan de hand van energieprestatiecertificaten); III) duurzame mobiliteit (projecten voor modal shift of elektrische mobiliteit); IV) vermindering van lichtvervuiling door betere openbare verlichting; en v) lokale energiegemeenschappen of andere door de gemeenschap geleide projecten in deze gemeenten.

    Daartoe worden de regelgevingsgrondslagen en de oproep tot het verlenen van investeringssteun aan lokale overheden bekendgemaakt in het Publicatieblad.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 5 (C2.I5) — Programma voor de rehabilitatie van openbare gebouwen

    Het doel van deze maatregel is steun te verlenen voor energierenovaties in openbare gebouwen, onder meer op het gebied van openbaar bestuur, onderwijs, sociale zorg, sport, gezondheid, cultuur of openbare dienstverlening. Ten minste 1 230 000 m 2van de openbare gebouwen wordt gerenoveerd, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 %, geverifieerd aan de hand van energieprestatiecertificaten. De maatregel ondersteunt: I) verbeteringen in het gebruik van water, materialen, afvalbeheer en aanpassing aan de klimaatverandering; II) verbetering van de toegankelijkheid van gebouwen; III) verwijdering van gevaarlijke stoffen en verbetering van de luchtkwaliteit binnenshuis; en iv) de instandhouding van gebouwen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 6 (C2.I6) — Steunprogramma voor de ontwikkeling van proefprojecten voor lokale actieplannen van de Spaanse stedelijke agenda

    Het doel van deze maatregel is lokale overheden te ondersteunen bij de uitvoering van de tien strategische doelstellingen van de Spaanse stedelijke agenda door ten minste 100 lokale actieplannen goed te keuren. De tien strategische doelstellingen van de Spaanse stedelijke agenda zijn: I) ruimtelijke ordening en rationeler gebruik ervan, behoud en bescherming ervan; II) voorkomen dat steden zich uitbreiden en bestaande steden nieuw leven inblazen; III) het voorkomen en verminderen van de gevolgen van klimaatverandering en veerkracht; IV) duurzaam gebruik van hulpbronnen en bevordering van de circulaire economie; V) bevordering van nabijheid en duurzame mobiliteit; VI) het bevorderen van sociale samenhang en het streven naar gelijkheid; VII) het bevorderen en stimuleren van de stedelijke economie; VIII) het waarborgen van de toegang tot huisvesting; IX) digitale innovatie leiden en bevorderen; en X) verbetering van de instrumenten voor participatie en governance.

    De maatregel dient i) als rolmodel en leidraad voor andere lokale overheden bij de ontwikkeling van hun eigen actieplannen; II) de Spaanse stedelijke agenda uitvoeren met actieplannen op lokaal niveau; en iii) concrete projecten uitvoeren als onderdeel van de lokale actieplannen om het potentieel van de Spaanse stedelijke agenda onder de aandacht te brengen. De steun wordt toegekend via openbare aanbestedingen en omvat met name transversale en geïntegreerde projecten met een strategische visie en een governancemodel dat een zo breed mogelijke deelname waarborgt.

    De investeringen in het kader van deze maatregel moeten uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.

    B.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    21

    C2.R1

    M

    Inwerkingtreding van de Spaanse stedelijke agenda en de langetermijnrenovatiestrategie voor energierehabilitatie in de bouwsector in Spanje

    Bekendmaking in het Publicatieblad

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2020

    Inwerkingtreding van de Spaanse stedelijke agenda als nationaal stedelijk beleid dat moet zorgen voor een geïntegreerde en alomvattende strategische planning van steden, en de actualisering van 2020 van de langetermijnrenovatiestrategie (LTRS) voor energierehabilitatie in de bouwsector in Spanje (ERESEE). Het doel van de ERESEE-strategie is een diagnose te stellen van het gebouwenbestand in Spanje, belemmeringen weg te nemen en nieuwe benaderingen te ontwikkelen om de renovatie van gebouwen op te schalen, investeringen in de sector te stimuleren, de energiebesparing te verhogen en de koolstofemissies te verminderen in overeenstemming met de klimaatdoelstellingen.

    21bis

    C2.R2

    M

    Publicatie van aanbevelingen van werkgroepen voor de uitvoering van de langetermijnrenovatiestrategie in Spanje

    Publicatie van de aanbevelingen van de werkgroepen

    KWARTAAL 2

    2023

    Publicatie van gedetailleerde aanbevelingen van werkgroepen voor de uitvoering van de actualisering van 2020 van de langetermijnrenovatiestrategie (LTRS) voor energierehabilitatie in de bouwsector in Spanje (ERESEE). Het doel van de ERESEE-strategie is een diagnose te stellen van het gebouwenbestand in Spanje, belemmeringen weg te nemen en nieuwe benaderingen te ontwikkelen om de renovatie van gebouwen op te schalen, investeringen in de sector te stimuleren, de energiebesparing te verhogen en de koolstofemissies te verminderen in overeenstemming met de klimaatdoelstellingen. Met het oog op de uitvoering van ERESEE worden verschillende werkgroepen opgericht om duidelijke aanbevelingen te formuleren voor de uitvoering van het actieplan voor stadsrehabilitatie en -vernieuwing. De gedetailleerde aanbevelingen omvatten een routekaart en methodologische gidsen voor elke maatregel die moet worden genomen en gericht tot elke betrokken instantie (openbaar bestuur, belanghebbenden, enz.).

    22

    C2.R3

    M

    Inwerkingtreding van de huisvestingswet, met inbegrip van acties ter ondersteuning van de toename van het woningaanbod in overeenstemming met bijna-energieneutrale gebouwen

    Bepaling in de huisvestingswet betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2022

    In de huisvestingswet worden verschillende plannings-, programmerings- en samenwerkingsinstrumenten behandeld om te zorgen voor een goede verwezenlijking van het recht op fatsoenlijke en adequate huisvesting, met inbegrip van, als een van de prioriteiten, de rehabilitatie en verbetering van het bestaande woningbestand, alsook de regeneratie en renovatie van de woonomgeving waarin zij zich bevinden. De wet stimuleert een toename van het aanbod van betaalbare en sociale woningen door ervoor te zorgen dat wordt voldaan aan de eisen die momenteel zijn vastgesteld voor bijna-energieneutrale gebouwen overeenkomstig het Basic Energy Saving Document (DB-HE) van de technische bouwcode (CTE).

    23

    C2.R4

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake de kwaliteit van de architectuur en de bouwomgeving

    Bepaling in de wet inzake de kwaliteit van de architectuur en het bouwmilieu bij de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2022

    Goedkeuring van de wet inzake de kwaliteit van de architectuur en het gebouwenmilieu, met inbegrip van een geïntegreerde aanpak van het herstel, die de groei van het bijna-energieneutraal gebouwenbestand zal stimuleren, niet alleen onder nieuwe gebouwen, maar ook tussen bestaande gebouwen. In de wet wordt het beginsel van de kwaliteit van de architectuur en de gebouwde omgeving vastgelegd, waarbij milieuduurzaamheid en de bijdrage aan de verwezenlijking van de energie-efficiëntiestreefcijfers als een van de belangrijkste beoordelingscriteria worden vastgesteld en de noodzakelijke rehabilitatie van het woningbestand wordt gestuurd naar een geïntegreerde aanpak van rehabilitatie.

    24

    C2.R5

    M

    Inwerkingtreding van het Koninklijk Besluit renovatiebureaus („één-loketten”)

    Bepaling in het Koninklijk Besluit renovatiebureaus bij de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2021

    Vaststelling van een koninklijk besluit tot vaststelling van het toepassingsgebied van renovatiebureaus („one-stop shops”) en de financiering daarvan. De Sectoral Housing Conference vindt plaats en de openbare informatiefase en andere juridische procedures worden afgerond voordat het koninklijk besluit wordt afgerond.

    25

    C2.R6

    M

    Inwerkingtreding van de wijzigingen van de horizontale eigendomswet om de financiering van rehabilitatie te vergemakkelijken

    Bepaling in de Horizontale Eigendomswet betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2022

    Wijzigingen van Wet 49/1960 (horizontale eigendomswet) van 21 juli betreffende mede-eigendom om de uitvoering van renovatie en verbetering van gebouwen door gemeenschappen van eigenaars en toegang tot financiering te bevorderen. Doel van het amendement is de besluitvorming door de gemeenschappen van eigenaars te vergemakkelijken om renovatiewerkzaamheden uit te voeren die bijdragen tot de verbetering van de energie-efficiëntie en de toegang tot bankfinanciering te vergemakkelijken.

    26

    C2.I1

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit betreffende het regelgevingskader voor de uitvoering van het vernieuwingsprogramma; en Koninklijk Wetsbesluit tot regeling van stimulansen op het gebied van inkomstenbelasting ter ondersteuning van het programma

    Bepaling in het Koninklijk Besluit en Koninklijk Wetsbesluit betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2021

    Vaststelling van een koninklijk besluit tot vaststelling van het regelgevingskader voor de uitvoering van het vernieuwingsprogramma; en een Koninklijk Wetsbesluit tot regeling van stimulansen voor personenbelasting ter ondersteuning van het programma. In het koninklijk besluit tot vaststelling van het regelgevingskader worden de technische eisen vastgesteld om de naleving van de gemiddelde vermindering van het verbruik van niet-hernieuwbare primaire energie met 30 % te waarborgen. De sectorale conferentie over huisvesting wordt gehouden en de openbare informatiefase en andere juridische procedures worden afgerond voordat het koninklijk besluit wordt afgerond.

    27

    C2.I1

    T

    Voltooiing van renovatieacties voor woonwoningen of besluiten tot toekenning van steun voor de uitvoering van renovatieacties voor woonwoningen, waarbij de vraag naar primaire energie met gemiddeld ten minste 30 % wordt verminderd (ten minste 231 000 acties in ten minste 160 000 unieke woningen)

     

    Aantal

    0

    231 000

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 231 000 renovatieacties voor woonwoningen of besluiten om steun te verlenen voor de uitvoering van deze acties in ten minste 160 000 afzonderlijke woningen die zijn voltooid, waarbij wordt gestreefd naar een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 % (cumulatief). Voor de toepassing van de indicator moet het begrip huisvesting verenigbaar zijn met de definitie van Eurostat („Een woning is een kamer of reeks kamers — met inbegrip van accessoires, lobby’s en gangen — in een permanent gebouw of een structureel gescheiden deel van een gebouw dat, door de wijze waarop zij is gebouwd, geherbouwd of omgebouwd, bestemd is voor huisvesting door één particulier huishouden het hele jaar door”) en kan, in voorkomend geval, sociale of openbare huisvesting omvatten. De gebruikte indicatoren voor de verbetering van de energieprestaties worden geaccrediteerd door middel van het desbetreffende energieprestatiecertificaat in het kader van Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen. Het aantal saneringsacties op het gebied van huisvesting wordt bepaald als de som van alle verbeterings- en saneringsacties (binnen de afgebakende wijken, op het niveau van de gebouwen of op het niveau van de huisvesting) die zijn uitgevoerd of waaraan bij administratief besluit steun is verleend, door middel van de uitvoering van een van de steunlijnen (volledige rehabilitatie of onderdelen van gebouwen) of fiscale prikkels. Het gemiddelde besparingspercentage van het verbruik van niet-hernieuwbare primaire energie met het oog op de naleving van de minimumwaarde van 30 % wordt verkregen door de reeks rehabilitatiemaatregelen te wegen op het bedrag aan steun of financiering dat in het kader van het herstel- en veerkrachtplan wordt toegepast. Deze indicator omvat verbeterings- en rehabilitatiemaatregelen in alle gemeenten, ongeacht hun omvang. Om de naleving van de verkregen energiebesparingen te rechtvaardigen, zijn de energieprestatiecertificaten van voltooide werken vereist en geaggregeerd om de gemiddelde behaalde energiebesparingen te bevestigen.

    28

    C2.I1

    T

    Hectaren grond in gebieden of wijken die worden vernieuwd voltooid, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie met ten minste 30 %

     

    Aantal (hectaren)

    0

    600

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 600 hectare grond in gebieden of wijken die worden vernieuwd, voltooid. Dit cijfer omvat de oppervlakte van de districten of stedelijke gebieden die het voorwerp zijn geweest van acties op basis van overeenkomsten in het kader van het programma. De acties worden uitgevoerd door te zorgen voor de technische eisen om ervoor te zorgen dat de gemiddelde vermindering van het verbruik van niet-hernieuwbare primaire energie met 30 % bij de renovatie van gebouwen wordt nageleefd. Om de naleving van de verkregen energiebesparingen te rechtvaardigen, zijn de energieprestatiecertificaten van voltooide werken vereist en geaggregeerd om de gemiddelde behaalde energiebesparingen te bevestigen.

    29

    C2.I1

    T

    Voltooiing van renovatieacties voor woonwoningen, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 % (ten minste 410 000 acties in ten minste 285 000 unieke woningen)

     

    Aantal

    231 000

    410 000

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 410 000 renovatieacties voor woningen in ten minste 285 000 afzonderlijke woningen voltooid, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 % (cumulatief). Voor de toepassing van de indicator moet het begrip huisvesting verenigbaar zijn met de definitie van Eurostat („Een woning is een kamer of reeks kamers — met inbegrip van accessoires, lobby’s en gangen — in een permanent gebouw of een structureel gescheiden deel van een gebouw dat, door de wijze waarop zij is gebouwd, geherbouwd of omgebouwd, bestemd is voor huisvesting door één particulier huishouden het hele jaar door”) en kan, in voorkomend geval, sociale of openbare huisvesting omvatten. De gebruikte indicatoren voor de verbetering van de energieprestaties worden geaccrediteerd door middel van het desbetreffende energieprestatiecertificaat in het kader van Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen. Het aantal renovaties van woningen wordt bepaald als de som van alle verbeterings- en saneringsacties (binnen de afgebakende wijken, op het niveau van gebouwen of woningen) die worden uitgevoerd door de uitvoering van een van de steunlijnen (volledige rehabilitatie of bouwelementen) of fiscale prikkels. Het gemiddelde besparingspercentage van het verbruik van niet-hernieuwbare primaire energie met het oog op de naleving van de minimumwaarde van 30 % wordt verkregen door de reeks rehabilitatiemaatregelen te wegen op het bedrag aan steun of financiering dat in het kader van het herstel- en veerkrachtplan wordt toegepast. Deze indicator omvat verbeterings- en rehabilitatiemaatregelen in alle gemeenten, ongeacht hun omvang. Om de naleving van de verkregen energiebesparingen te rechtvaardigen, zijn de energieprestatiecertificaten van voltooide werken vereist en geaggregeerd om de gemiddelde behaalde energiebesparingen te bevestigen. (Uitgangssituatie: 31 december 2024.)

    30

    C2.I2

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot vaststelling van het regelgevingskader voor de uitvoering van het programma voor energie-efficiënte sociale huurwoningen die voldoen aan energie-efficiënte criteria

    Bepaling in het koninklijk besluit betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2021

    Vaststelling van het koninklijk besluit tot vaststelling van het regelgevingskader voor de uitvoering van het programma voor energie-efficiënte sociale huurwoningen die voldoen aan energie-efficiënte criteria. In het koninklijk besluit worden de technische vereisten vastgesteld om bij de bouw van gebouwen te waarborgen dat de primaire energievraag ten minste 20 % lager ligt dan de vereiste bijna-energieneutrale gebouwen overeenkomstig nationale richtsnoeren. Daartoe moet de waarde van het verbruik van niet-hernieuwbare primaire energie worden beperkt tot 80 % van de grenswaarde die is vastgesteld in deel HE 0 van het Basic Energy Saving Document (DB-HE) van de technische bouwcode (CTE). De sectorale conferentie over huisvesting wordt gehouden en de openbare informatiefase en andere juridische procedures worden afgerond voordat het koninklijk besluit wordt afgerond.

    31

    C2.I2

    T

    Nieuwe woningen gebouwd voor sociale huur of tegen betaalbare prijzen die voldoen aan energie-efficiënte criteria

     

    Aantal

    0

    20 000

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 20 000 woningen gebouwd voor sociale huur of tegen betaalbare prijzen die voldoen aan energie-efficiënte criteria. Dit cijfer komt overeen met het aantal woningen waarvoor de bouw moet worden voltooid en heeft betrekking op sociale huur tegen betaalbare prijzen, zoals blijkt uit een certificaat of bewijs van voltooiing en gebruik van de woningen door de bevoegde autoriteit. Daarnaast wordt de naleving van de eis om de waarde van het verbruik van niet-hernieuwbare primaire energie te beperken tot 80 % van de grenswaarde die is vastgesteld in deel HE 0 van het Basic Energy Saving Document (DB-HE) van de technische bouwcode (CTE) gewaarborgd door middel van een energieprestatiecertificaat.

    32

    C2.I3

    M

    Toekenning van renovaties voor woningen en niet voor bewoning bestemde gebouwen, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 %

    Geaggregeerde concessiebesluiten van autonome gemeenschappen

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Een equivalent van ten minste 40 000 renovaties van woningen en 690 000m 2 niet-residentiële gebouwen met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 %. Gelijkwaardigheid wordt gedefinieerd in verhouding tot de respectieve gemiddelde energiebesparingen per m2 van elk interventietype. Voor de toepassing van de indicator moet het begrip huisvesting verenigbaar zijn met de definitie van Eurostat („Een woning is een kamer of reeks kamers — met inbegrip van accessoires, lobby’s en gangen — in een permanent gebouw of een structureel gescheiden deel van een gebouw dat, door de wijze waarop zij is gebouwd, geherbouwd of omgebouwd, bestemd is voor huisvesting door één particulier huishouden het hele jaar door”) en kan, in voorkomend geval, sociale of openbare huisvesting omvatten. De gebruikte indicatoren voor de verbetering van de energieprestaties worden geaccrediteerd door middel van het desbetreffende energieprestatiecertificaat in het kader van Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen.

    33

    C2.I3

    M

    Voltooiing van renovaties voor woningen en niet voor bewoning bestemde gebouwen, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 %

    Geaggregeerde energieprestatiecertificaten van voltooide werkzaamheden —

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2026

    Een equivalent van ten minste 40 000 woningen en 690 000m 2 niet-residentiële gebouwen die worden gerenoveerd, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 %. Gelijkwaardigheid wordt gedefinieerd in verhouding tot de respectieve gemiddelde energiebesparingen per m2 van elk interventietype. Voor de toepassing van de indicator moet het begrip huisvesting verenigbaar zijn met de Eurostat-definitie „Een woning is een kamer of reeks kamers — met inbegrip van accessoires, lobby’s en gangen — in een permanent gebouw of een structureel gescheiden deel van een gebouw dat, door de wijze waarop het is gebouwd, geherbouwd of omgebouwd, bestemd is voor huisvesting door één particulier huishouden gedurende het hele jaar” en kan, in voorkomend geval, sociale of openbare huisvesting omvatten. De gebruikte indicatoren voor de verbetering van de energieprestaties worden geaccrediteerd door middel van het desbetreffende energieprestatiecertificaat in het kader van Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen. Om de naleving van de verkregen energiebesparingen te rechtvaardigen, zijn de energieprestatiecertificaten van voltooide werken vereist en geaggregeerd om de gemiddelde behaalde energiebesparingen te bevestigen.

    34

    C2.I4

    M

    Renovatie van woningen en niet voor bewoning bestemde gebouwen in gemeenten met minder dan 5 000 inwoners, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 %

     

    KWARTAAL 2

    2026

    Een equivalent van ten minste 4 300 woningen en 230 000 m² niet voor bewoning bestemde gebouwen (met inbegrip van openbare, particuliere of sociale gebouwen) die worden gerenoveerd in gemeenten en stedelijke gebieden met minder dan 5 000 inwoners, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 %. Gelijkwaardigheid wordt gedefinieerd in verhouding tot de respectieve gemiddelde energiebesparingen per m² van elk interventietype. Om de naleving van de verkregen energiebesparingen te rechtvaardigen, zijn de energieprestatiecertificaten van voltooide werken vereist en geaggregeerd om de gemiddelde behaalde energiebesparingen te bevestigen.

    35

    C2.I4

    T

    Projecten op het gebied van schone energie in gemeenten met minder dan 5 000 inwoners

     

    Aantal

    0

    500

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 500 unieke projecten op het gebied van schone energie voltooid op lokaal niveau in gemeenten met minder dan 5 000 inwoners. Eigenschappen: De projecten, met inbegrip van projecten die zijn gegund in het kader van openbare aanbestedingen of investeringen door lokale overheden, in een selectie of combinatie van: 
    — Installatie van hernieuwbare elektriciteit of verwarming en koeling voor openbare gebouwen of infrastructuur (met inbegrip van ten minste 80 % zelfverbruik). Kan stadsverwarming/stadskoeling omvatten. 
    — Energievernieuwing van openbare gebouwen of infrastructuur (met een besparing van ten minste 30 % primaire energie) 
    Duurzame mobiliteit (projecten voor modal shift of elektrische mobiliteit) 
    Vermindering van lichtvervuiling door betere openbare verlichting 
    — Lokale energiegemeenschap of andere door de gemeenschap geleide projecten in deze gemeenten.

    36

    C2.I5

    T

    Voltooiing van renovaties van openbare gebouwen, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 % (ten minste 290 000 m2)

     

    Aantal (m2)

    0

    290 000

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 290 000 m2 (cumulatief) van gerenoveerde openbare gebouwen met een gemiddelde vermindering van ten minste 30 % van de vraag naar primaire energie. Na voltooiing van het project (EELL) wordt de verificatie van de einde-werkcertificaten of het certificaat van oplevering van de werken (autonome gemeenschappen) of het bewijsstuk van elk van de ontvangende gemeenten, zoals bepaald in artikel 30 van de subsidiewet (38/2003), geverifieerd. Om de naleving van de verkregen energiebesparingen te rechtvaardigen, is de energiecertificering van voltooide werken vereist en geaggregeerd om de gemiddelde behaalde energiebesparingen te bevestigen.

    37

    C2.I5

    T

    Voltooiing van renovaties van openbare gebouwen, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 % (ten minste 1 230 000 m 2)

     

    Aantal (m2)

    290 000

    1 230 000

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 1 230 000 m2 (cumulatief) van gerenoveerde openbare gebouwen met een gemiddelde vermindering van ten minste 30 % van de vraag naar primaire energie. Na voltooiing van het project (EELL) wordt de verificatie van de einde-werkcertificaten of het certificaat van oplevering van de werken (autonome gemeenschappen) of het bewijsstuk van elk van de ontvangende gemeenten, zoals bepaald in artikel 30 van de subsidiewet (38/2003), geverifieerd. Om de naleving van de verkregen energiebesparingen te rechtvaardigen, is de energiecertificering van voltooide werken vereist en geaggregeerd om de gemiddelde behaalde energiebesparingen te bevestigen. (Uitgangssituatie: 31 december 2024.)

    38

    C2.I6

    T

    Actieplannen in het kader van de Spaanse stedelijke agenda

     

    Aantal

    0

    100

    KWARTAAL 4

    2022

    Ten minste 100 gemeenten moeten hun lokale actieplan (stadsstrategie) goedkeuren en voorzien van de criteria van de Spaanse stedelijke agenda, met inbegrip van een beoordeling en actielijnen in overeenstemming met de tien strategische doelstellingen ervan.

    B.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor de lening

    Hervorming 7 (C2.R7) — Programma van maatregelen ter bevordering van het aanbod van huurwoningen

    Het doel van deze maatregel is een toename van het aanbod van huurwoningen te bevorderen, met name in de sociale woningvoorraad en in de steden waar de prijzen sterker zijn gestegen.

    Om dit probleem aan te pakken, omvat de maatregel:

    ·een wijziging van de geconsolideerde tekst van de wet inzake grond- en stadsrehabilitatie, goedgekeurd bij Koninklijk Wetsbesluit 7/2015 van 30 oktober, waarbij maatregelen worden ingevoerd ter bespoediging van de stedenbouwkundige procedures in verband met de sanering van gebouwen en de bouw van gebouwen met het oog op sociale huisvesting;

    ·de publicatie van een gids met aanbevelingen en beste praktijken om de vergunningsprocedures voor stadsplanning te vereenvoudigen en te versnellen door i) de uitwisseling van kennis en ervaring tussen overheden op lokaal, regionaal en centraal niveau aan te moedigen, ii) maatregelen om processen te systematiseren en te optimaliseren en iii) de toekomstige ontwikkeling van proefprojecten in verschillende territoriale contexten aan te moedigen.

    De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 30 juni 2025 voltooid.

    Investering 7 (C2.I7) — ICO-leningfaciliteit ter bevordering van sociale huisvesting

    Deze maatregel bestaat uit een publieke investering in een faciliteit, de ICO-leningfaciliteit ter bevordering van sociale huisvesting, om particuliere investeringen te stimuleren en de toegang tot financiering voor de bouw en renovatie van energie-efficiënte sociale en betaalbare huisvesting te verbeteren en de kapitaalmarkten in deze gebieden te ontwikkelen. De faciliteit functioneert door rechtstreeks of via tussenpersonen leningen te verstrekken aan de particuliere sector en aan entiteiten uit de publieke sector die zich bezighouden met soortgelijke activiteiten. Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit beoogt de faciliteit in eerste instantie ten minste 4 000 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

    De faciliteit wordt beheerd door het Instituto de Crédito Official (ICO) als uitvoerende partner. De faciliteit omvat de volgende productlijnen:

    ·Directe leningen voor de bouw van energie-efficiënte gebouwen. De gebouwen bereiken ten minste 20 % lager primair energieverbruik dan de bijna-energieneutrale eisen voor gebouwen in de nationale richtsnoeren.

    ·Rechtstreekse leningen voor de renovatie van bestaande gebouwen. De renovatie resulteert in een vermindering van het primaire verbruik van niet-hernieuwbare energie met ten minste 30 %.

    ·Bemiddelingslijn: de bemiddelingslijn bestaat uit leningen van ICO aan commerciële banken, die op hun beurt leningen verstrekken aan eindbegunstigden voor de bouw van energie-efficiënte gebouwen of de renovatie van bestaande gebouwen.

    De gebouwde en/of gerenoveerde gebouwen moeten worden gebruikt voor sociale of betaalbare huur of worden overgedragen voor een sociale en betaalbare huur gedurende een periode van ten minste 50 jaar. De criteria voor het bepalen van de sociale en betaalbare huur zijn die welke zijn vastgesteld in het kader van programma 6 van Koninklijk Besluit 853/2021.

    Met het oog op de uitvoering van de investering in de faciliteit ondertekenen Spanje en het ICO een uitvoeringsovereenkomst met de volgende inhoud:

    1.Beschrijving van het besluitvormingsproces van de faciliteit: Het definitieve investeringsbesluit van de faciliteit wordt genomen door een investeringscomité of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de Spaanse regering. Voor investeringen via intermediairs wordt het definitieve investeringsbesluit door de intermediairs genomen.

    2. Essentiële vereisten van het bijbehorende beleggingsbeleid, waaronder:

    a. De beschrijving van de financiële producten en de in aanmerking komende eindbegunstigden in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel.

    b. De eis dat alle gesteunde investeringen economisch levensvatbaar moeten zijn.

    C. Een verbod op herfinanciering van uitstaande leningen.

    d. De eis om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), met name:

    I.In het geval van leningen: het investeringsbeleid sluit de volgende lijst van activiteiten en activa uit van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 5 , ii) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 6 , iii) activiteiten en activa in verband met afvalstortplaatsen, verbrandingsinstallaties 7 en installaties voor mechanische biologische behandeling 8 . 

    II.Het investeringsbeleid vereist naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de faciliteit.

    e. Het vereiste dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    3. Het bedrag dat onder de uitvoeringsovereenkomst valt, de gratis structuur voor de uitvoerende partner en de verplichting om terugvloeiende middelen te herinvesteren overeenkomstig het investeringsbeleid van de faciliteit, tenzij deze worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    4. Monitoring-, audit- en controlevereisten, met inbegrip van:

    -De beschrijving van het monitoringsysteem van de uitvoerende partner om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investeringen.

    -De beschrijving van de procedures van de uitvoerende partner om fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

    -De verplichting om de subsidiabiliteit van elke concrete actie te verifiëren overeenkomstig de vereisten van de uitvoeringsovereenkomst en de herstel- en veerkrachtfaciliteit alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

    -De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren overeenkomstig een controleplan van het ICO. Bij deze audits wordt nagegaan i) of de controlesystemen doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; II) naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels en de vereisten inzake klimaatstreefcijfers; en iii) dat de verplichting voor de intermediair om te controleren of dezelfde kosten door een ander instrument van de Unie worden gedekt, wordt nageleefd. Bij de controles wordt ook nagegaan of de transacties wettig zijn en of de voorwaarden van de toepasselijke uitvoerings- en financieringsovereenkomsten worden nageleefd.

    5. Vereisten voor klimaatinvesteringen die door de uitvoerende partner worden uitgevoerd: ten minste 2 122 000 000 EUR van de RRF-investering in de faciliteit draagt bij aan de klimaatdoelstellingen overeenkomstig bijlage VI bij de RRF-verordening. 9

    6. Vereisten voor de selectie van financiële intermediairs: Het ICO selecteert financiële intermediairs op een open, transparante en niet-discriminerende wijze. Controles op de afwezigheid van belangenconflicten bij financiële intermediairs worden vooraf uitgevoerd via een IT-systeem zoals Minerva voor alle betrokken financiële actoren.

    7. Vereiste om financieringsovereenkomsten te ondertekenen: Het ICO ondertekent financieringsovereenkomsten met de financiële intermediairs overeenkomstig de essentiële vereisten die als bijlage bij de uitvoeringsovereenkomst worden verstrekt. De belangrijkste vereisten van de financieringsovereenkomst omvatten alle vereisten in het kader waarvan het fonds opereert, met inbegrip van:

    -De verplichting van de financiële intermediair om zijn besluiten mutatis mutandis te nemen in overeenstemming met de hierboven vermelde vereisten inzake besluitvorming en beleggingsbeleid, met inbegrip van de naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan”.

    -De beschrijving van het monitoring-, audit- en controlekader dat de financiële intermediair moet opzetten en dat mutatis mutandis onderworpen is aan alle hierboven vermelde monitoring-, audit- en controlevoorschriften.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    B.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering van de steun via leningen

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    L2

    C2.R7

    M

    Inwerkingtreding van een wijziging van de geconsolideerde tekst van de wet inzake ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing

    Bepaling in de herziene wet inzake de inwerkingtreding

    KWARTAAL 2

    2025

    De inwerkingtreding van een wijziging van de geconsolideerde tekst van de wet inzake grond- en stadsherstel, goedgekeurd bij Koninklijk Wetsbesluit 7/2015 van 30 oktober. Met de wijziging worden maatregelen ingevoerd die gericht zijn op het versnellen van de stedenbouwkundige procedures in verband met de renovatie van gebouwen en de bouw van gebouwen met het oog op sociale huisvesting.

    L3

    C2.R7

    M

    Publicatie van een gids voor beste praktijken voor het vereenvoudigen en stroomlijnen van vergunningsprocedures

    Online publicatie

    KWARTAAL 2

    2025

    De publicatie van een gids met aanbevelingen en beste praktijken om de vergunningsprocedures voor stadsplanning te vereenvoudigen en te versnellen door i) de uitwisseling van kennis en ervaring tussen overheden op lokaal, regionaal en centraal niveau aan te moedigen, ii) maatregelen om processen te systematiseren en te optimaliseren en iii) de toekomstige ontwikkeling van proefprojecten in verschillende territoriale contexten aan te moedigen.

    L4

    C2.I7

    M

    Uitwerkingsovereenkomst

    Inwerkingtreding van de uitvoeringsovereenkomst 

    KWARTAAL 4

    2023

    Inwerkingtreding van de uitvoeringsovereenkomst.

    L5

    C2.I7

    T

    ICO-leningfaciliteit ter bevordering van sociale huisvesting: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (I)

    Inwerkingtreding van juridische financieringsovereenkomsten

    0

    40 %

    KWARTAAL 2

    2025

    Het ICO en de door het ICO geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden gesloten voor een bedrag dat nodig is om ten minste 40 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Het ICO stelt een verslag op waarin het percentage van deze financiering dat bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen wordt beschreven aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening.

    L6

    C2.I7

    T

    ICO-leningfaciliteit ter bevordering van sociale huisvesting: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (II)

    Inwerkingtreding van juridische financieringsovereenkomsten

    40 %

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    Het ICO en de door het ICO geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden gesloten voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 53 % van deze financiering draagt bij aan klimaatdoelstellingen volgens de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening.

    L7

    C2.I7

    M

    ICO-leningfaciliteit ter bevordering van sociale huisvesting: Ministerie heeft de investering voltooid

    Certificaat van overdracht

    KWARTAAL 3

    2026

    Spanje draagt 4 000 000 000 EUR over naar de ICO-faciliteit.

    C. COMPONENT 03: Ecologische en digitale transformatie van het agrovoedsel- en visserijsysteem

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan moet de duurzaamheid, het concurrentievermogen en de veerkracht van de agrovoedingssector en de visserijsector op economisch, ecologisch en sociaal vlak verbeteren. Om deze doelstelling te verwezenlijken, zijn de investeringen en hervormingen in deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan gericht op de volgende elementen:

    a)Verbetering van de efficiëntie en duurzaamheid van irrigatie;

    b)het stimuleren van de duurzaamheid en het concurrentievermogen van de landbouw en de veehouderij;

    c)een strategie vast te stellen om de digitalisering in de agrovoedingssector en de plattelandssector als geheel te bevorderen; en het

    d)het stimuleren van de duurzaamheid, het onderzoek, de innovatie en de digitalisering van de visserijsector.

    De component heeft betrekking op de landspecifieke aanbevelingen inzake de bevordering van investeringen in innovatie en energie-efficiëntie (landspecifieke aanbeveling 3 2019), het verbeteren van de toegang tot digitaal leren (landspecifieke aanbeveling 2 2020), het bevorderen van publieke en particuliere investeringen en het stimuleren van de groene transitie (landspecifieke aanbeveling 3 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    C.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C3.R1) — Wijziging van de regels voor de handelsbetrekkingen in de voedselketen, met inbegrip van de wijziging van Wet 12/2013 van 2 augustus 2007 inzake maatregelen ter verbetering van de werking van de voedselketen

    Het doel van deze maatregel is de werking van de voedselketen te verbeteren door de nationale wetgeving inzake de handelsbetrekkingen in de voedselketen (Wet 12/2013) te wijzigen, met inbegrip van, maar verder gaat dan de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/633. De maatregel heeft ten minste betrekking op:

    a)Uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet door i) handelsbetrekkingen op te nemen tot zowel lidstaten als derde landen wanneer een marktdeelnemer in Spanje is gevestigd, en ii) grondstoffen en andere producten die onder bijlage I bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen;

    b)uitbreiding van de minimuminhoud van voedselcontracten door i) contractuele sancties, ii) uitzonderingen wegens overmacht, en iii) een verwijzing naar het bemiddelingsverzoek van de betrokken partijen om gevallen van niet-overeenstemming aan te pakken;

    c)uitbreiding van de lijst van oneerlijke handelspraktijken, zoals de eenzijdige wijziging van overeenkomsten in termen van volume of teruggave van onverkochte producten; en het

    d)erkennend dat het Voedselinformatie- en Controlebureau verantwoordelijk is voor het opzetten en ontwikkelen van het controlesysteem dat nodig is om de naleving van de wetgeving op nationaal niveau te controleren, en als contactpunt voor samenwerking tussen de handhavingsautoriteiten, alsmede met de Europese Commissie en de autonome gemeenschappen in hun respectieve territoriale gebieden.    

    De maatregel vormt een aanvulling op i) Koninklijk Wetsbesluit 5/2020 van 25 februari 2020, waarbij dringende maatregelen op het gebied van landbouw en voeding zijn vastgesteld, en ii) Wet 8/2020 tot wijziging van Wet 12/2013 inzake dringende maatregelen om de werking van de voedselketen te verbeteren.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2021 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C3.R2) — Ontwikkeling en herziening van het regelgevingskader voor de ecologische duurzaamheid van de veehouderij

    Deze maatregel moet de ecologische duurzaamheid van de veehouderij verbeteren door het wetgevingskader als volgt te ontwikkelen en te herzien:

    a)Ontwikkeling van een algemeen register van de beste beschikbare technieken (BBT’s) om de berekening van vervuilende en broeikasgasemissies in varkens- en pluimveehouderijen te vergemakkelijken, alsook het opnemen van andere milieugegevens. Het voorziet in een betere beoordeling van de naleving door veehouders van de verbintenissen inzake broeikasgasemissies en verontreinigende emissies.

    b)Geleidelijke herziening van de planningswetgeving in de veehouderijsectoren, waarin eisen worden vastgesteld met betrekking tot locatie, afstand, omvang, gezondheidsomstandigheden, bioveiligheid en infrastructuur voor milieu en dierenwelzijn op landbouwbedrijven in sectoren die er al over beschikken (varkenshouderij), alsook een nieuw regelgevingskader voor sectoren (pluimveehouderij), die nog niet gereguleerd waren. Zij stelt, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel, afzonderlijke sectorale emissiereductieverbintenissen vast en stelt eisen vast naargelang van hun bijdrage aan de productie van de verontreinigende stoffen.

    De maatregel omvat beide wettelijke bepalingen, die eind 2022 moeten worden bekendgemaakt. Ook wordt ervan uitgegaan dat de uitvoering van het algemene register van BBT’s uiterlijk op 31 december 2023 operationeel zal zijn voor varkens- en pluimveehouderijen. De herziene planningswetgeving wordt geleidelijk toegepast binnen ongeveer twee jaar na de bekendmaking ervan.

    Daarnaast heeft deze maatregel tot doel:

    a)Verbetering van de bioveiligheid van het vervoer van vee in verband met overdraagbare dierziekten. In de nieuwe verordening worden digitalisering en nieuwe technologieën opgenomen in voertuigen die worden gebruikt als middel om centra te vervoeren, te reinigen en te ontsmetten.

    b)Regulering van het gebruik van antibiotica bij diersoorten die van belang zijn voor vee, aan de hand van een methode voor de berekening van het regelmatige en driemaandelijkse antibioticagebruik per veebedrijf en de nationale referentie-indicator. In de verordening worden de op basis van de resultaten te nemen maatregelen beschreven. De wetgeving heeft een overgangsperiode van één jaar voor veehouderijbedrijven die niet verplicht zijn om in hun sectorale wetgeving een geïntegreerd beheersysteem op te nemen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2024 voltooid zijn.

    Hervorming 3 (C3.R3) — Wetgevingskader inzake duurzame voeding in landbouwgronden en wetgeving inzake verontreiniging van agrarische oorsprong

    Het doel van deze maatregel is de landbouwbemesting te reguleren om de verschillende bronnen van nutriënteninput in landbouwbodems op consistente wijze aan te pakken. Daarnaast verstrekt het technisch advies aan landbouwers om hen te ondersteunen bij het naleven van de wettelijke voorschriften en het rationaliseren van de bemesting. Dit zorgt ervoor dat: I) de negatieve gevolgen van klimaatverandering aan te pakken; de waterverontreiniging door nitraten en fosfaten van agrarische oorsprong verminderen; en iii) de luchtkwaliteit te verbeteren.

    Het voorgestelde wetgevingskader houdt verband met een ander rechtsinstrument: het ontwerp van koninklijk besluit betreffende de bescherming van water tegen diffuse verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (ter vervanging van Koninklijk Besluit 261/1996 van 16 februari). Het houdt ook verband met de opstelling van een actieplan om diffuse verontreiniging door nitraten, met name uit agrarische bronnen, te voorkomen, te corrigeren en te verminderen. Met deze maatregel wordt een koninklijk besluit ingevoerd tot omzetting van Richtlijn 91/676/EEG van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, waarbij ambitieuzere doelstellingen dan de nitraatrichtlijn worden vastgesteld en de convergentie met de waterplanningsdoelstellingen van de kaderrichtlijn water wordt vergroot.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 maart 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 4 (C3.R4) — Betere governance en duurzaam beheer van Spaanse irrigatie

    Het doel van deze maatregel is op nationaal niveau een governancemechanisme in te stellen om alle betrokken sectoren en niveaus van overheidsinstanties in staat te stellen samen te werken op het gebied van irrigatie. Dit omvat milieuduurzaamheid, uitvoeringscriteria en aspecten die verband houden met de toepasselijke wetgeving. Bij de maatregel wordt een waarnemingspost voor de duurzaamheid van irrigatie in Spanje opgericht om gegevens te verstrekken over de economische, sociale en milieueffecten van irrigatie op het grondgebied.

    De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2022 voltooid.

    Hervorming 5 (C3.R5) — Uitvoering van het actieplan II van de strategie voor de digitalisering van agrovoeding en plattelandsgebieden

    Deze maatregel is bedoeld om de uitvoering van de Spaanse strategie voor de digitalisering van agrovoedings- en plattelandsgebieden, die in maart 2019 door de Spaanse regering is aangenomen, voort te zetten. De maatregel bevat een tweede actieplan dat beantwoordt aan de drie basisdoelstellingen van de strategie: I) het verkleinen van de digitale kloof; II) het gebruik van gegevens te bevorderen; en iii) het stimuleren van bedrijfsontwikkeling en nieuwe bedrijfsmodellen.

    De maatregel blijft de vaststelling en integratie van digitale processen en vaardigheden ondersteunen in economische activiteiten die verband houden met plattelandsgebieden en hun sociale structuur. Met de maatregel wordt het tweede actieplan van de digitaliseringsstrategie voor de agrovoedingssector en de plattelandsgebieden ontworpen, uitgewerkt en uitgevoerd.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 6 (C3.R6) — Herziening van het nationale regelgevingskader voor de regulering van duurzame visserij

    Het doel van deze maatregel is: I) de integratie van economische en sociale duurzaamheid in het visserijbeheer aan te moedigen; II) alle actoren in de visserijsector meer rechtszekerheid bieden; en iii) zorgen voor meer transparantie, modernisering en digitalisering in het visserijbeheer. Bij de maatregel wordt rekening gehouden met de doelstellingen van het beleid en de uitdagingen van de EU, waaronder de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid, de biodiversiteitsstrategie 2030, de mariene strategieën en de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling.

    Om deze doelstellingen te verwezenlijken, wordt met de maatregel het volgende bereikt:

    a)Herziening van de huidige visserijwet om deze af te stemmen op de nieuwe duurzaamheidscriteria en onderzoeksbehoeften in de visserij;

    b)actualisering van het beheer van de verschillende instrumenten, methoden en tellingen van de nationale visgronden door middel van een koninklijk besluit; en het

    c)uitvoering van een wet ter modernisering van de controle-, inspectie- en sanctiesystemen op visserijgebied.

    De publicatie van een koninklijk besluit tot verbetering van het beheer van de verschillende instrumenten, methoden en klachten van de nationale visgronden is gepland voor 30 juni 2022.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2026 voltooid zijn.

    Investering 1 (C3.I1) — Plan ter verbetering van de efficiëntie en duurzaamheid van irrigatie

    Het doel van deze maatregel is de efficiëntie en duurzaamheid van irrigatie te verbeteren door middel van een reeks geselecteerde acties. Het bevordert waterbesparing en energie-efficiëntie bij irrigatieactiviteiten. Deze acties zijn onder meer:

    a)Moderniseringsacties, waaronder ten minste: I) acties in gebieden die oppervlaktewater of grondwater vervangen door het gebruik van onconventionele watervoorraden (zoals teruggewonnen water overeenkomstig Verordening (EU) 2020/741 en ontzilteerd water overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” 2021/C58/01) als onderdeel van een moderniseringsproces; en ii) acties die de waterbesparing verhogen of een verdere daling van de vraag naar water of hogere energiebesparingen bewerkstelligen;

    b)de modernisering van irrigatiesystemen met een energie-impact, met inbegrip van i) een voorkeursbehandeling van acties die voor de exploitatie ervan geen elektriciteit nodig hebben boven acties die deze nodig hebben of die hernieuwbare energie nodig hebben; en ii) moderniseringsmaatregelen om de zelfvoorziening op energiegebied, met inbegrip van het gebruik van hernieuwbare energie, te vergemakkelijken; en het

    c)bevordering van nieuwe technologieën, zoals: I) acties die een hoger uitvoeringsniveau van nieuwe technologieën en innovaties mogelijk maken met het oog op efficiëntere irrigatie; en ii) acties waarbij een hogere intensiteit wordt voorgesteld bij de modernisering van irrigatie.

    De maatregel wordt uitgevoerd door het overheidsbedrijf Sociedad Estatal de Infraestructuras Agrarias (SEIASA). Daartoe worden in een overeenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en SEIASA de publieke/private financieringsregeling voor investeringen in de modernisering van irrigatie, de criteria voor de selectie van projecten, de procedures voor de uitvoering van het plan en de lijst van uit te voeren acties geregeld. Deze lijst van acties omvat ten minste:

    a)De vervanging van het gebruik van grondwater of oppervlaktewater door het gebruik van niet-conventionele waterbronnen (teruggewonnen water of ontzilteerd water overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01));

    b)de invoering van waterregelingssystemen (reservoirs) die irrigatie van zwaartekracht mogelijk maken;

    c)vervanging van openluchtsloten door ondergrondse leidingen;

    d)de bouw van filter- en pompsystemen; en het

    e)de installatie van meters en systemen voor afstandsbeheer.

    Deze maatregel doet naar verwachting geen ernstige afbreuk aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het verslechteringsverbod (2021/C58/01). Ontzilting water wordt met name geproduceerd met gebruikmaking van de beste beschikbare technologie met de laagste milieueffecten in de sector. Alle irrigatieactiviteiten worden uitgevoerd in overeenstemming met de kaderrichtlijn water, de nodige milieueffectbeoordelingen worden uitgevoerd overeenkomstig de Richtlijnen 2009/147/EG en 92/43/EEG, en de vereiste mitigatiemaatregelen voor de bescherming van het milieu worden uitgevoerd.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 2 (C3.I2) — Plan ter bevordering van de duurzaamheid en het concurrentievermogen van de landbouw en de veehouderij (I): Modernisering van laboratoria voor dier- en plantgezondheid

    Deze maatregel verbetert de voedselzekerheid in de landbouw- en veeteeltsector door te zorgen voor snelle maatregelen naar aanleiding van uitbraken van dierziekten, met inbegrip van ziekten die mensen treffen, alsook plantenplagen, door faciliteiten op te bouwen met een bioveiligheidsniveau 3. De maatregel moet er met name voor zorgen dat de volgende faciliteiten in gebruik worden genomen:

    a)het laboratorium voor biologische veiligheid van niveau 3 (LSCA-Santa Fe);

    b)de Bio-Safety Animal Facility (LCV-■) van niveau 3; en het

    c)het nationaal fytosanitair laboratorium in Lugo.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 3 (C3.I3) — Plan ter bevordering van de duurzaamheid en het concurrentievermogen van de landbouw en de veehouderij (II): Versterking van capaciteitsopbouw en bioveiligheidssystemen in kwekerijen, reinigings- en ontsmettingscentra

    Deze maatregel versterkt de preventie van en bescherming tegen dierziekten en plantenplagen waarvan de incidentie door de klimaatverandering is toegenomen, door de capaciteitsopbouw en de bioveiligheidssystemen in kwekerijen en reinigings- en ontsmettingscentra te verbeteren. Het versterkt de bioveiligheidssystemen in installaties voor de productie van teeltmateriaal, die een belangrijke rol spelen bij het verkrijgen van ziektevrij materiaal met een vermindering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

    De steun wordt verleend in de vorm van investeringssteun voor landbouwbedrijven met teeltmateriaal en centra voor het reinigen en ontsmetten van vervoermiddelen voor levende dieren. Met name wordt voorzien in subsidies voor de technologische verbetering van deze faciliteiten door automatisering, robotisering en de installatie van nieuwe reinigings- en ontsmettingssystemen zoals thermische desinfectie.

    De maatregel omvat de versterking van ten minste 465 reinigings- en ontsmettingscentra en centra voor de productie van teeltmateriaal met meer opleiding en bioveiligheidssystemen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 september 2024 zijn voltooid.

    Investering 4 (C3.I4) — Plan ter bevordering van de duurzaamheid en het concurrentievermogen van de landbouw en de veehouderij (III): Investeringen in precisielandbouw, energie-efficiëntie en circulaire economie in de landbouw- en veeteeltsector

    Deze maatregel bevordert de duurzaamheid en het concurrentievermogen van de landbouw- en veeteeltsector door middel van investeringen in: I) precisielandbouw; II) energie-efficiëntie; III) de circulaire economie; en iv) het gebruik van hernieuwbare energie.

    Meer in het bijzonder hebben de investeringen betrekking op:

    a)Invoering van nieuwe systemen voor het beheer van landbouwafval en dierlijke effluenten en bijproducten daarvan, met inbegrip van structurele hervormingen;

    b)modernisering van de kassen, zowel hun installaties als hun uitrusting;

    c)bevordering van het gebruik van biobrandstoffen en hernieuwbare energiebronnen; en het

    d)het verzamelen van realtimegegevens met behulp van sensoren die het gebruik van precisielandbouw en -technologie op landbouwbedrijven mogelijk maken, met inbegrip van de invoering van satellietnavigatiesystemen (GNSS) en geolocatie in de veehouderij.

    De maatregel wordt uitgevoerd in de vorm van individuele of collectieve investeringen in landbouwbedrijven of landbouwbedrijven die diensten verlenen. Ten minste 5 000 landbouwbedrijven beschikken over afgeronde projecten voor precisielandbouw, energie-efficiëntie, de circulaire economie en het gebruik van hernieuwbare energie.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 5 (C3.I5) — Strategie voor de digitalisering van de agrovoedings- en bosbouwsector en het platteland: ontwikkeling van acties ter ondersteuning van de digitalisering en het ondernemerschap van de landbouw- en bosbouwsector en het plattelandsmilieu

    Deze maatregel omvat acties in de strategie voor de digitalisering van de agrovoedingssector, de bosbouwsector en de plattelandssector, die in maart 2019 door de Spaanse regering is aangenomen, en in het tweede actieplan 2021-2023. De acties omvatten:

    a)Een specifieke begrotingslijn voor financiële steun voor kmo’s in de agrovoedingssector om innovatieve en digitale bedrijfsprojecten te stimuleren, uit te voeren door het verstrekken van participatieve leningen;

    b)een digitale-innovatiehub voor bedrijven in de agrovoedingssector, uit te voeren door middel van een intern contract en openbare aanbestedingen door middel van openbare aanbestedingen;

    c)een waarnemingspost voor digitalisering in de agrovoedingssector via een partnerschapsovereenkomst tussen de MAPA en het samenwerkende orgaan; en het

    d)een platform van adviseurs van het kennis- en informatiesysteem voor de landbouw (AKIS), dat moet fungeren als een instrument om de overdracht van kennis en informatie tussen AKIS-actoren te bevorderen, ten uitvoer te leggen via een intern contract en via een openbare aanbesteding.

    Als onderdeel van de maatregel voeren ten minste 60 kmo’s in de agrovoedingssector innovatieve en digitale bedrijfsprojecten uit die uiterlijk eind 2023 moeten voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en worden gefinancierd met participatieve leningen.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel in overeenstemming is met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), moet de juridische overeenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en de Empresa Nacional de Innovación (ENISA) en het daaropvolgende investeringsbeleid van het financieringsinstrument:

    I.te eisen dat de technische richtsnoeren van de Commissie inzake duurzaamheidstoetsing voor het InvestEU-fonds worden toegepast; en het

    II.de volgende lijst van activiteiten en activa uitsluiten van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 10 ; II) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 11 ; III) activiteiten en activa in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 12 en installaties voor mechanische biologische behandeling 13 ; en iv) activiteiten en activa waarbij de verwijdering van afvalstoffen op lange termijn schade kan toebrengen aan het milieu;

    III.voor alle transacties, met inbegrip van transacties die zijn vrijgesteld van duurzaamheidstoetsing, de wettelijke naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de projecten door Enisa te controleren.

    Activiteiten in verband met koolstofafvang en -opslag worden niet ondersteund.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 6 (C3.I6) — Plan ter bevordering van duurzaamheid, onderzoek, innovatie en digitalisering in de visserijsector (I): Modernisering van het netwerk van mariene reserves van visserijbelang

    Het doel van deze maatregel is de modernisering van het netwerk van mariene reserves van visserijbelang door middel van de volgende acties:

    a)De aankoop van twee speciale ondersteuningsvaartuigen om de controle en het toezicht op de in de reserves verrichte activiteiten te waarborgen;

    b)de invoering van informatie- en communicatietechnologie om controle en monitoring van de reserves mogelijk te maken, door ten minste drones aan te schaffen die over voldoende capaciteit beschikken om controle- en monitoringactiviteiten mogelijk te maken en de bestaande middelen te optimaliseren;

    c)de uitbreiding van het netwerk van reserves door het aanleggen van een nieuwe mariene reserve; en het

    d)de actualisering van een bestaand zeereservaat, Isla de Alborán, en de omgeving daarvan, om de toegang te vergemakkelijken, de energie-efficiëntie te verbeteren en het uit te rusten met adequate faciliteiten (d.w.z. een radarradioverbinding met het schiereiland) om de reserve te monitoren en te controleren.

    De aankoop van de twee vaartuigen ter ondersteuning van specifieke doeleinden en de toepassing van informatie- en communicatietechnologie om controle en toezicht mogelijk te maken, worden uitgevoerd via openbare aanbestedingsprocedures.

    Deze maatregel doet naar verwachting geen ernstige afbreuk aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het verslechteringsverbod (2021/C58/01). Met name moeten de twee speciale ondersteuningsvaartuigen van de beste beschikbare technologie zijn met de laagste milieueffecten in de sector. De investering in de uitbreiding van het netwerk van mariene reserves bestaat uit een studie voor de aanleg van een nieuwe mariene reserve, die volgens de planning via een interne overeenkomst zal worden uitgevoerd. Hetzelfde geldt voor de geplande werkzaamheden voor de modernisering van het reservaat Isla de Alborán en de omgeving daarvan, met inbegrip van een noodzakelijke studie naar de bouw en optimalisering van energie.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.

    Investering 7 (C3.I7) — Plan om de duurzaamheid, het onderzoek, de innovatie en de digitalisering van de visserijsector te stimuleren (II): Stimulering van het onderzoek op het gebied van visserij en aquacultuur en ondersteuning van opleiding

    Deze maatregel verbetert de kwantiteit en de kwaliteit van de wetenschappelijke kennis die ten grondslag ligt aan de besluitvorming op het gebied van visserijbeheer. De maatregel omvat het volgende: I) de aankoop van ten minste twee akoestische sondes om twee bestaande vaartuigen voor visserij- en oceanografisch onderzoek uit te rusten om de kwaliteit van de verkregen gegevens voor de wetenschappelijke beoordeling van de verschillende pelagische bestanden te waarborgen; en ii) de bevordering van visserij- en aquacultuuronderzoek om te zorgen voor een ecosysteemgerichte benadering van de besluitvorming op het gebied van visserijbeheer.

    De aankoop van de twee akoestische sondes vindt plaats op basis van een openbare aanbestedingsprocedure waarbij de inschrijving op exclusieve basis plaatsvindt. De bevordering van het visserij- en aquacultuuronderzoek wordt verwezenlijkt door de ondertekening van overeenkomsten met openbare onderzoeksinstellingen en, in voorkomend geval, door toewijzing van eigen middelen voor de aanwerving van waarnemers aan boord, of door middel van aanbestedingen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2022 zijn voltooid.

    Investering 8 (C3.I8) — Plan om de duurzaamheid, het onderzoek, de innovatie en de digitalisering van de visserijsector te stimuleren (III): Technologische ontwikkeling en innovatie in de visserij en de aquacultuur

    Deze maatregel heeft tot doel een ecologisch, economisch en sociaal duurzamere visserij- en aquacultuursector tot stand te brengen door middel van twee actielijnen:

    a)De oprichting van publiek-private partnerschappen om de blauwe groei in de sector te stimuleren, teneinde projecten uit te voeren die als katalysator dienen voor processen van de blauwe economie; en het

    b)steun voor technologische ontwikkeling en innovatie in de sector.

    De maatregel voorziet in de voltooiing van ten minste 20 onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatieprojecten voor de invoering van nieuwe technologieën die de veerkracht en duurzaamheid van de visserij- en aquacultuursector bevorderen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.

    Investering 9 (C3.I9) — Plan ter bevordering van duurzaamheid, onderzoek, innovatie en digitalisering in de visserijsector (IV): Digitalisering en gebruik van ICT in de visserijsector

    Deze maatregel heeft tot doel het toezicht op de visserijactiviteiten te verbeteren om de ecologische duurzaamheid en de levensvatbaarheid van de visserijsector op middellange en lange termijn te waarborgen. De maatregel omvat twee actielijnen:

    a)Een steunregeling voor de digitalisering van de visserij- en aquacultuursector, met inbegrip van i) steun voor apparatuur voor elektronische indiening van vangsten en de geolocatie ervan voor vaartuigen met een lengte van minder dan 12 meter; en ii) steun voor de installatie van een bewakingssysteem met camera’s voor monitoring op afstand van de visserij en bestrijding van teruggooi voor vaartuigen met een lengte van meer dan 24 meter; en het

    b)moderne ICT-oplossingen voor visserijbewaking, waaronder i) een vangstregistratiesysteem met de mogelijkheid om vaartuigen met een lengte van minder dan 12 meter te volgen; II) de oprichting van een dronevluchtdienst voor visserijcontrole en -bewaking, en een systeem voor monitoring op afstand voor vangsten van vissersvaartuigen met een lengte van meer dan 24 meter; en iii) apparatuur en software (d.w.z. de installatie van een tweede firewall) voor de versterking van de beveiliging van het Spaanse visserijinformatiesysteem.

    De digitalisering van de Spaanse visserij- en aquacultuursector wordt uitgevoerd in de vorm van subsidies voor openbare aanbestedingen, terwijl de invoering van moderne ICT-oplossingen voor visserijbewaking verloopt via open en gecentraliseerde aanbestedingen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.

    Investering 10 (C3.I10) — Plan om de duurzaamheid, het onderzoek, de innovatie en de digitalisering van de visserijsector te stimuleren (V): Steun voor de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij

    Deze maatregel ondersteunt de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, die een bedreiging blijft voor de mariene ecosystemen. Daartoe ondersteunt de maatregel de volgende investeringen:

    a)De aankoop van vier patrouillevaartuigen; en het

    b)de modernisering van drie patrouillevaartuigen op volle zee die worden gebruikt om illegale, aangegeven en niet-gereglementeerde visserij te bestrijden.

    De maatregel wordt uitgevoerd door middel van een openbare aanbestedingsprocedure voor de bouw van patrouillevaartuigen en door de wijziging van een overeenkomst met de Spaanse marine in het geval van patrouillevaartuigen op zee, die voorziet in een wettelijke dekking voor de overdracht aan de marine, waarbij de bovengenoemde moderniseringswerkzaamheden worden beheerd.

    Deze maatregel doet naar verwachting geen ernstige afbreuk aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het verslechteringsverbod (2021/C58/01). Met name mogen de aankopen en modernisering van vaartuigen alleen van de beste beschikbare technologie zijn met de laagste milieueffecten in de sector.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.

    Investering 11 (C3.I11) — Plan ter bevordering van duurzaamheid, onderzoek, innovatie en digitalisering in de visserijsector (VI): Steun voor de financiering van de visserijsector

    In het kader van deze maatregel worden investeringsprojecten in de visserijsector gefinancierd door middel van een lening aan de Sociedad Anónima Estatal de Caución Agraria (SAECA). Het doel van de maatregel is het creëren van een financieringslijn voor projecten in verband met duurzame visserij, waaronder: I) verbetering van de arbeids- en veiligheidsomstandigheden; II) digitalisering van processen en systemen; III) het verbeteren van de waarde en de traceerbaarheid van producten; IV) zoeken naar nieuwe producten en aanbiedingsvormen, met inbegrip van verpakking; en v) het stimuleren van innovatie, energieverbetering en -efficiëntie, en de overgang naar energie met minder gevolgen voor het klimaat.

    De maatregel wordt uitgevoerd door middel van een overeenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en SAECA ter ondersteuning van de financiering van investeringsprojecten in de visserijsector. Het mechanisme is gebaseerd op een lening aan SAECA voor het opzetten van een financieringslijn die bedoeld is om projecten met acties in verband met duurzame visserijactiviteiten opnieuw te garanderen. De overeenkomst bevat een voorwaarde die garandeert dat de met deze financiering gedane investeringen voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel in overeenstemming is met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), moet de juridische overeenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en SAECA en het daaropvolgende investeringsbeleid van het financieringsinstrument:

    I.te eisen dat de technische richtsnoeren van de Commissie inzake duurzaamheidstoetsing voor het InvestEU-fonds worden toegepast; en het

    II.de volgende lijst van activiteiten en activa uitsluiten van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 14 ; II) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 15 ; III) activiteiten en activa in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 16 en installaties voor mechanische biologische behandeling 17 ; en iv) activiteiten en activa waarbij de verwijdering van afvalstoffen op lange termijn schade kan toebrengen aan het milieu; en het

    III.voor alle transacties, met inbegrip van transacties die zijn vrijgesteld van duurzaamheidstoetsing, de wettelijke naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de projecten door SAECA te controleren.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2022 zijn voltooid.

    C.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    39

    C3.R1

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Wetsbesluit 5/2020 betreffende dringende maatregelen op het gebied van landbouw en voeding en Wet 8/2020 tot wijziging van Wet 12/2013 inzake maatregelen ter verbetering van de werking van de voedselketen

    Bepalingen van Koninklijk Wetsbesluit 5/2020, Wet 8/2020, Wet 12/2013 betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    Inwerkingtreding van Koninklijk Wetsbesluit 5/2020 (februari 25 2020) met dringende maatregelen op het gebied van landbouw en voedsel, teneinde de werking van de voedselketen te verbeteren door de nationale wetgeving inzake handelsbetrekkingen in de voedselketen te wijzigen. De belangrijkste doelstellingen zijn ervoor te zorgen dat de prijzen van levensmiddelen de productiekosten dekken, de waardevernietiging in de voedselketen te voorkomen en promoties te verbieden die bedoeld zijn om de consument te misleiden over de prijs en het imago van producten. 
    Inwerkingtreding van Wet 8/2020 tot wijziging van Wet 12/2013 inzake dringende maatregelen om de werking van de voedselketen te verbeteren, teneinde bovengenoemd koninklijk wetsbesluit te valideren door een wet vast te stellen.

    40

    C3.R1

    M

    Inwerkingtreding van de tweede wijziging van Wet 12/2013 inzake maatregelen ter verbetering van de werking van de voedselketen

    Bepaling van wet 12/2013 betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Inwerkingtreding van een tweede wijziging van Wet 12/2013 inzake maatregelen ter verbetering van de werking van de voedselketen, die verder gaat dan de minimumvereisten van Richtlijn (EU) 2019/633. Deze wetswijziging bevordert verschillende acties met het oog op een transparantere en evenwichtigere voedselwaardeketen die veranderingen met zich meebrengt in i) de uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet tot handelsbetrekkingen; II) de minimuminhoud van voedselcontracten wordt uitgebreid tot nagenoeg alle transacties.

    41

    C3.R2

    M

    Inwerkingtreding van het regelgevingskader voor de ontwikkeling van een algemeen register van beste beschikbare technieken op landbouwbedrijven om informatie te verstrekken over de uitstoot van verontreinigende stoffen en broeikasgassen, en de planningswetgeving te hervormen met criteria voor landbouwbedrijven in alle sectoren

    Bepaling van het regelgevingskader met betrekking tot de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Het regelgevingskader voor de ontwikkeling van het algemeen register van de beste beschikbare technieken vergemakkelijkt de berekening van vervuilende en broeikasgasemissies in varkens- en pluimveehouderijen en de registratie van andere milieugegevens. De geleidelijke herziening van de planningswetgeving in de veehouderijsectoren regelt de eisen inzake locatie, omvang, sanitaire omstandigheden en infrastructuur op landbouwbedrijven, waarbij de voorschriften voor varkenshouderijen worden gewijzigd en een nieuw regelgevingskader voor de pluimveesector wordt gecreëerd.

    422

    C3.R2

    M

    Inwerkingtreding van de verordening ter verbetering van de bioveiligheid van het vervoer van vee en van de regelgeving voor het duurzame gebruik van antibiotica bij diersoorten

    Bepaling in het koninklijk besluit tot vaststelling van de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Inwerkingtreding van een koninklijk besluit ter verbetering van de bioveiligheid van het vervoer van vee en van een koninklijk besluit betreffende het duurzaam gebruik van antibiotica bij diersoorten die van belang zijn voor vee, in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel.

    42

    C3.R3

    M

    Inwerkingtreding van het normatieve kader voor duurzame voeding in landbouwbodems.

    Bepaling van het normatieve kader voor de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2023

    Dit normatieve kader is bedoeld om bemestingswerkzaamheden te reguleren en het technisch advies aan landbouwers te bevorderen om de bemesting te rationaliseren en aan de wettelijke vereisten te voldoen.

    43

    C3.R4

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit inzake een governancemechanisme ter verbetering van het Spaanse irrigatiesysteem.

    Bepaling van het koninklijk besluit betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Bij het koninklijk besluit wordt een governancemechanisme op nationaal niveau ingesteld, zodat de betrokken sectoren kunnen samenwerken in aspecten die verband houden met Spaanse irrigatie, zoals duurzaamheid, uitvoeringscriteria, regelgeving enz. Het is ook bedoeld om een waarnemingspost voor duurzame irrigatie in Spanje op te richten.

    44

    C3.R5

    M

    Goedkeuring van het tweede actieplan van de digitaliseringsstrategie voor de agrovoedingssector en de plattelandsgebieden.

    Publicatie op de webpagina van het ministerie van Landbouw

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    De maatregel zorgt voor continuïteit van de digitaliseringsstrategie van de agrovoedingssector en het plattelandsmilieu met een tweede plan, met als doel de digitale kloof te verkleinen, het gebruik van gegevens te bevorderen en bedrijfsontwikkeling en nieuwe bedrijfsmodellen te bevorderen.

    45

    C3.R6

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit betreffende het beheer van nationale visgronden

    Bepaling van het koninklijk besluit betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Het koninklijk besluit brengt het beheer van de verschillende instrumenten, methoden en tellingen van nationale visgronden op elkaar af, bevordert een beter bedrijfsbeheer en houdt rekening met de doelstellingen van de belangrijkste beleidslijnen en uitdagingen van de EU, zoals de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid, de biodiversiteitsstrategie 2030, de mariene strategieën of de SDG’s.

    423

    C3.R6

    M

    Inwerkingtreding van de herziening van de visserijwet en van de wet ter modernisering van de controle-, inspectie- en sanctiesystemen op visserijgebied.

    Bepaling in de wetten tot vaststelling van de inwerkingtreding

    KWARTAAL 2

    2026

    Inwerkingtreding van de herziening van de visserijwet en van de wet ter modernisering van de controle-, inspectie- en sanctiesystemen op het gebied van visserij overeenkomstig de beschrijving van de maatregel.

    46

    C3.I1

    T

    Inwerkingtreding van de contractuele overeenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en SEIASA ter ondersteuning van de verbetering en duurzaamheid van geïrrigeerde gebieden (fase I)

    Miljoen EUR

    0

    260

    KWARTAAL 3

    2021

    De samenwerkingsovereenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en SEIASA (fase I; Uitvoering van de begroting ten bedrage van 260 000 000 EUR): uitvoering van de voorwaarden van het plan ter verbetering van de efficiëntie en duurzaamheid van irrigatie dat met deze investering wordt uitgevoerd. Deze rechtsnorm regelt onder meer de publieke/private financieringsregeling voor deze investeringen in irrigatiemodernisering, de criteria voor de selectie van projecten, de procedures voor de uitvoering van het plan en de lijst van uit te voeren acties in verband met de begrotingsuitvoering in het kader van deze maatregel.

    47

    C3.I1

    T

    Uitvoering van de overeenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en SEIASA ter ondersteuning van de verbetering en duurzaamheid van geïrrigeerde gebieden (fase II)

    Miljoen EUR

    0

    303

    KWARTAAL 4

    2022

    De samenwerkingsovereenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en SEIASA (fase II; 303 000 000 EUR van de uitvoering van de begroting) voert de voorwaarden uit van het plan ter verbetering van de efficiëntie en duurzaamheid van irrigatie dat met dit investeringsproject wordt uitgevoerd. Deze rechtsnorm regelt onder meer de publieke/private financieringsregeling voor deze investeringen in irrigatiemodernisering, de criteria voor de selectie van projecten, de procedures voor de uitvoering van het plan en de lijst van uit te voeren acties in verband met de begrotingsuitvoering in het kader van deze maatregel.

    424

    C3.I1

    T

    Uitvoering van het addendum bij de overeenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en SEIASA ter ondersteuning van de verbetering en duurzaamheid van geïrrigeerde gebieden (fase II)

    Miljoen EUR

    303

    453

    KWARTAAL 4

    2023

    Het addendum bij de samenwerkingsovereenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en SEIASA (uitbreiding van fase II; 150 000 000 EUR van de uitvoering van de begroting) voert de voorwaarden uit van het plan ter verbetering van de efficiëntie en duurzaamheid van irrigatie dat met dit investeringsproject wordt uitgevoerd. Deze rechtsnorm regelt onder meer de publieke/private financieringsregeling voor deze investeringen in irrigatiemodernisering, de criteria voor de selectie van projecten, de procedures voor de uitvoering van het plan en de lijst van uit te voeren acties in verband met de begrotingsuitvoering in het kader van deze maatregel. (Uitgangssituatie: 30 juni 2022, op basis van streefdoel 47)

    48

    C3.I1

    T

    Modernisering van irrigatiesystemen in termen van waterbesparing en energie-efficiëntie

    Aantal (hectaren)

    0

    125 000

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 125 000 hectare irrigatiesystemen gemoderniseerd in termen van waterbesparing en energie-efficiëntie. De met de investeringen in het herstel- en veerkrachtplan gemoderniseerde oppervlakte en de typologie van de uitgevoerde acties worden weerspiegeld in de samenwerkingsovereenkomsten die SEIASA sluit met de getroffen I-watergebruikersgemeenschappen. In deze overeenkomsten worden de specifieke acties vastgesteld die moeten worden uitgevoerd om waterbesparing en energie-efficiëntie in gemoderniseerde irrigatiesystemen te waarborgen. Enkele van de acties die in het kader van dit plan zullen worden uitgevoerd, zijn: I) Vervanging van het gebruik van grondwater of oppervlaktewater door het gebruik van niet-conventionele watervoorraden (teruggewonnen of ontzilven in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), ii) implementatie van waterregelingssystemen die irrigatie van zwaartekracht mogelijk maken (waarbij gebruik wordt gemaakt van het hoogteverschil zodat voor het vervoer van water geen energie nodig is), iii) de vervanging van energie uit fossiele bronnen die nodig zijn voor het pompen door hernieuwbare energiebronnen (voornamelijk fotovoltaïsche), iv) vervanging van openluchtsloten van beton of aarde door begraven buizen, v) aanleg van filter- en pompstations, en vi) installatie van meters en systemen voor afstandsbeheer. Tegen het tweede kwartaal van 2 2026 is ten minste 125 000 hectare irrigatiesystemen gemoderniseerd in termen van waterbesparing en energie-efficiëntie, verifieerbaar via de overeenkomsten van SIEASA-Irrigation Communities.

    421

    C3.I2

    T

    Voltooiing van de bouw van een laboratorium van bioveiligheidsniveau 3 en een nationaal fytosanitair laboratorium.

    Aantal

    2

    KWARTAAL 1

    2025

    Voltooiing van de bouw van het laboratorium voor biologische veiligheid van niveau 3 (LCSA- Santa Fe) en het nationaal fytosanitair laboratorium in Lugo.

    49

    C3.I2

    T

    Voltooiing van de bouw van een dierenfaciliteit met een bioveiligheidsniveau 3.

    Aantal

    0

    1

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van de bouw van de faciliteit voor biologische veiligheid voor dieren van niveau 3 (LCV- Algete)

    50

    C3.I3

    T

    Verbeterde reinigings- en ontsmettingscentra en productiecentra voor plantaardig teeltmateriaal met versterkte opleidings- en bioveiligheidssystemen

    Aantal

    0

    465

    KWARTAAL 3

    2024

    Ten minste 465 reinigings- en ontsmettingscentra en productiecentra voor teeltmateriaal met versterkte opleidings- en bioveiligheidssystemen. Capaciteitsontwikkeling omvat de verbetering en bouw van reinigings- en ontsmettingsfaciliteiten in heel Spanje, en bioveiligheid bestaat uit toegankelijke, moderne en toegeruste reinigings- en ontsmettingsfaciliteiten. Reiniging en ontsmetting is een belangrijke pijler van bioveiligheidsmaatregelen, zodat de technologische verbetering van deze voorzieningen, zoals automatisering, robotisering, de installatie van nieuwe reinigings- en ontsmettingssystemen, zoals thermische desinfectie of installatie van systemen, van essentieel belang is.

    51

    C3.I4

    T

    Investeringsplan ter bevordering van de duurzaamheid en het concurrentievermogen van de landbouw en de veeteelt

    Miljoen EUR

    0

    307

    KWARTAAL 2

    2022

    Voltooiing van het investeringsplan ter bevordering van de duurzaamheid en het concurrentievermogen van landbouw- en veeteeltactiviteiten in precisielandbouw, energie-efficiëntie en circulaire economie (uitvoering van de begroting van 307 000 000 EUR). De regelgevingsgrondslagen bepalen wie de begunstigden zijn, aan welke eisen zij moeten voldoen, welk soort investeringen in aanmerking komen en welke criteria gelden om in aanmerking te komen voor investeringen in: precisielandbouw, energie-efficiëntie, circulaire economie en het gebruik van hernieuwbare energie.

    52

    C3.I4

    T

    Voltooide projecten voor precisielandbouw, energie-efficiëntie, de circulaire economie en het gebruik van hernieuwbare energie

    Aantal

    0

    5 000

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 5 000 landbouwbedrijven die projecten voor precisielandbouw, energie-efficiëntie, de circulaire economie en het gebruik van hernieuwbare energie hebben voltooid. Precisielandbouw omvat geolocatie- en satellietnavigatiesystemen (GNSS), realtime gegevensverzameling door middel van sensoren en satellietbeelden en beelden in de lucht, in combinatie met geografische informatiesystemen (GIS), kartering, communicatie en connectiviteit, energie-efficiëntie omvat de conditionering en isolatie van gebouwen (magazijnen en hulpgebouwen) en systemen die de klimaatbeheersing van broeikasgassen en het energie- en thermisch verbruik van landbouw- en veehouderijen optimaliseren. De circulaire economie omvat structuren voor het gebruik en de terugwinning van landbouwresten en dierlijke bijproducten door middel van voorbehandelingen en technieken die het beheer en het latere gebruik ervan verbeteren, en het gebruik van hernieuwbare energie omvat de installatie van energie-infrastructuur uit meerdere hernieuwbare bronnen ter ondersteuning van de elektriciteits- en thermische energiebehoeften.

    53

    C3.I5

    T

    Ondertekening van contractuele overeenkomsten tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en Enisa

    Miljoen EUR

    0

    30

    KWARTAAL 2

    2023

    Ondertekening van drie contractuele overeenkomsten (één per jaar) tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en Enisa om de digitale transformatie van kmo’s in de agrovoedingssector te ondersteunen via een steunlijn voor innovatief of technologisch gebaseerd ondernemerschap in de Spaanse agrovoedingssector (begrotingsuitvoering: 30 000 000 EUR; 10 000 000 EUR per jaar). In de samenwerkingsovereenkomsten tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en Enisa worden de voorwaarden vastgesteld voor de op technologie gebaseerde ondernemerschapslijn ter ondersteuning van kmo’s in de agrovoedingssector die innovatieve en digitale bedrijfsprojecten presenteren, door het verstrekken van participatieve leningen, het investeringsbeleid en de subsidiabiliteitscriteria. De bovengenoemde overeenkomsten bevatten een clausule die garandeert dat de investeringen die met deze financiering worden gedaan, voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) van ondersteunde transacties in het kader van deze maatregel door middel van duurzaamheidstoetsing, een uitsluitingslijst en de vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. Het doel van deze investering is een antwoord te bieden op verschillende doelstellingen van de Spaanse strategie voor de digitalisering van de agrovoedingssector en het plattelandsmilieu, en van de bijbehorende actieplannen.

    54

    C3.I5

    T

    Kmo’s in de agrovoedingssector ondersteund voor de uitvoering van innovatieve en digitale bedrijfsprojecten

    Aantal

    0

    60

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste 60 kmo’s in de agrovoedingssector die zijn toegekend met kredieten voor de uitvoering van innovatieve en digitale bedrijfsprojecten. Het doel van deze steun is participatieve leningen te verstrekken om ondernemingen aan te moedigen levensvatbare en innovatieve projecten te ontwikkelen die verband houden met elektronische handel en de consolidatie van Industrie 4.0, naast vele andere hefbomen voor verandering in digitale bedrijfsmodellen voor de levensmiddelenindustrie. 
    Onder meer aan de hand van selectiecriteria wordt gegarandeerd dat de transacties in het kader van deze investering door deze kmo’s met deze leningen voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) van ondersteunde transacties in het kader van deze maatregel door middel van duurzaamheidstoetsing, een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    55

    C3.I6

    M

    Aankoop van ICT-uitrusting voor de mariene reserves van visserijbelangen en contracten voor de aankoop van speciale vaartuigen voor de mariene reserves

    Publicatie van de gunning van de opdracht op het platform voor overheidsopdrachten

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Publicatie op het platform voor overheidsopdrachten van het contract voor de aankoop van ICT-apparatuur voor de mariene reserves van visserijbelangen en de gunning van twee contracten voor de aankoop van twee speciale vaartuigen voor de mariene reserves. De ICT-apparatuur voor de mariene reserves bestaat uit i) de radioverbinding van Alborán Lighthouse radar naar het schiereiland, en ii) de aankoop van drones met voldoende vermogen om controle- en monitoringactiviteiten mogelijk te maken en de bestaande middelen te optimaliseren, waarbij ook de milieueffecten worden beperkt. Voor de aankoop van een speciaal vaartuig voor mariene reserves wordt gezocht naar de beste technologie die naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) mogelijk maakt.

    56

    C3.I7

    M

    Overeenkomsten met openbare onderzoeksorganen

    Ondertekening van overeenkomsten met openbare onderzoeksorganen

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Ondertekening van overeenkomsten met openbare onderzoeksorganen ter bevordering van visserij- en aquacultuuronderzoek, waarbij wordt gezorgd voor een ecosysteemgerichte benadering van de besluitvorming op het gebied van visserijbeheer

    57

    C3.I7

    T

    Aankoop van akoestische sondes voor onderzoek in de visserij

    Aantal 

    0

    2

    KWARTAAL 2

    2022

    Publicatie op het platform voor overheidsopdrachten van de opdracht die is gegund voor de aankoop van twee akoestische sondes voor visserijonderzoek. Het doel van het verkrijgen van twee sondes voor twee bestaande vaartuigen voor visserijonderzoek is de kwaliteit van de verkregen gegevens te waarborgen en bijgevolg wetenschappelijke evaluaties van de verschillende pelagische bestanden te bevorderen, hetgeen bijdraagt tot de duurzaamheid van de visserij en de besluitvorming op het gebied van visserijbeheer op basis van de beste wetenschappelijke kennis.

    58

    C3.I8

    T

    Projecten voor onderzoeksontwikkeling en innovatie ter ondersteuning van de veerkracht en duurzaamheid van de visserij- en aquacultuursector

    Aantal

    0

    20

    KWARTAAL 4

    2023

    Voltooiing van ten minste 20 onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatieprojecten voor de invoering van nieuwe technologieën die de veerkracht en duurzaamheid van de visserij- en aquacultuursector bevorderen.

    59

    C3.I9

    M

    Digitale versterking van het Spaanse visserijinformatiesysteem (SIPE) en van het visserijbewakingssysteem

    Installatie van een tweede firewall barrière

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Digitale versterking van de visserijinformatie en -bewaking, met inbegrip van de installatie van een tweede firewall barrière (firewall) om de beveiliging van het Spaanse visserijinformatiesysteem (SIPE) te verbeteren, overeenkomstig de vereisten van de nationale veiligheidsregeling (ENS) voor het hoge beveiligingsniveau en de digitalisering van vissersvaartuigen.

    60

    C3.I10

    M

    Aankoop van lichte patrouillevaartuigen en patrouillevaartuigen op volle zee ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij

    Publicatie van de gunning van de opdracht op het platform voor overheidsopdrachten

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Publicatie op het platform voor overheidsopdrachten van de gunning van de opdracht voor vier nieuwe lichte patrouillevaartuigen en drie vernieuwde patrouillevaartuigen op volle zee die zullen worden gebruikt ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, die nog steeds een van de grootste bestaande bedreigingen voor mariene ecosystemen is. Er wordt gezocht naar de beste technologie die naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) mogelijk maakt.

    61

    C3.I11

    T

    Financiering van investeringsprojecten in de visserijsector

    Miljoen EUR

    0

    5

    KWARTAAL 2

    2022

    De goedkeuring van de overeenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en SAECA ter ondersteuning van de financiering van investeringsprojecten in de visserijsector door het verstrekken van een lening van ten minste 5 000 000 EUR aan de Sociedad Anónima Estatal de Caución Agraria (SAECA) voor de oprichting van een financieringslijn voor het opnieuw garanderen van projecten met acties in verband met duurzame visserijactiviteiten; verbetering van de arbeidsomstandigheden en de veiligheid van de activiteit; en de digitalisering van processen en systemen. De bovengenoemde overeenkomst bevat een clausule die garandeert dat de in het kader van deze investering ondersteunde transacties voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) van ondersteunde transacties in het kader van deze maatregel door middel van duurzaamheidstoetsing, een uitsluitingslijst en de vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    C.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor steun via leningen

    Hervorming 7 (C3.R7) — Wet inzake de preventie van voedselverlies en -verspilling

    Deze hervorming heeft tot doel voedselverlies en -verspilling te voorkomen door een hiërarchie van prioriteiten vast te stellen bij het gebruik van voedsel, zodat dit niet als afval wordt beschouwd.

    De nieuwe verordening heeft tot doel een efficiënter beheer van de middelen tot stand te brengen door:

    a)bevordering van de circulaire bio-economie;

    b)bevordering van het herstel en de verdeling van voedseloverschotten met het oog op sociale solidariteit, waarbij dit voedseloverschot als prioriteit voor menselijk gebruik wordt aangemerkt;

    c)ondersteuning van onderzoek en innovatie op het gebied van preventie en vermindering van voedselverlies en -verspilling;

    d)het beantwoorden van de doelstelling inzake verantwoorde productie en consumptie van de Agenda 2030; en het

    e)vermindering van de uitstoot van broeikasgassen en andere verontreinigende stoffen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2026 voltooid zijn.

    Hervorming 8 (C3.R8) — Verordening betreffende het landbouwinformatiesysteem

    Deze hervorming heeft tot doel een informatiesysteem voor land- en bosbouw (SIEX) op te zetten om het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening in staat te stellen het landbouw- en veeteeltbeleid te beheren. Het informatiesysteem vereenvoudigt de relatie tussen landbouwers en de administratie en verbetert het bedrijfsbeheer van de landbouwers door de relevante informatie over landbouwbedrijven in één informatiesysteem te verzamelen;

    Bij de verordening wordt het informatiesysteem voor landbouw- en veeteeltbedrijven en landbouwproductie opgezet en geregeld, alsook het Autonome Communautair Register van landbouwbedrijven en het digitale register van landbouwbedrijven. Het digitale landbouwboek voorziet in een relevante overgangsperiode: met name artikel 9 en artikel 10 van het digitale landbouwbedrijfsboek treden voor alle landbouwbedrijven uiterlijk in het vierde kwartaal van 3 in werking.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 september 2025 voltooid zijn.

    Investering 12 (C3.I12) — Plan ter verbetering van de efficiëntie en duurzaamheid van irrigatie

    Het doel van deze maatregel is de ambitie van investering 1 (C3.I1) te verhogen: Plan om de efficiëntie en duurzaamheid van irrigatie te verbeteren door het aantal gemoderniseerde hectaren te verhogen in termen van waterbesparing en energie-efficiëntie.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2026 voltooid zijn.

    C.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor monitoring en uitvoering van steun via leningen

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    L8

    C3.R7

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake de preventie van voedselverlies en -verspilling

    Bepaling in de wet inzake de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2026

    Inwerkingtreding van de verordening inzake de preventie van voedselverlies en -verspilling, in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel.

    L9

    C3.R8

    M

    Inwerkingtreding van de verordening betreffende het informatiesysteem voor landbouwbedrijven

    Bepaling in het koninklijk besluit betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2025

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit betreffende het informatiesysteem voor landbouwbedrijven, in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel.

    L10

    C3.I12

    T

    Uitvoering van de overeenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en SEIASA ter ondersteuning van de verbetering en duurzaamheid van geïrrigeerde gebieden (fase III)

    Miljoen EUR

    0

    260

    KWARTAAL 4

    2023

    De samenwerkingsovereenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en SEIASA (fase III; 260 000 000 EUR van de uitvoering van de begroting) voert de voorwaarden uit van het plan ter verbetering van de efficiëntie en duurzaamheid van irrigatie dat met dit investeringsproject wordt uitgevoerd. Deze rechtsnorm regelt onder meer de publieke/private financieringsregeling voor deze investeringen in irrigatiemodernisering, de criteria voor de selectie van projecten, de procedures voor de uitvoering van het plan en de lijst van uit te voeren acties in verband met de begrotingsuitvoering in het kader van deze maatregel.

    L11

    C3.I12

    T

    Modernisering van irrigatiesystemen in termen van waterbesparing en energie-efficiëntie

    Aantal (hectaren)

    125 000

    160 000

    KWARTAAL 2

    2026

    Op ten minste 160 000 hectare zijn irrigatiesystemen gemoderniseerd in termen van waterbesparing en energie-efficiëntie. De met de investeringen van het plan voor herstel en veerkracht gemoderniseerde oppervlakte en de typologie van de uitgevoerde acties worden weerspiegeld in de samenwerkingsovereenkomsten die SEIASA met de getroffen watergebruikersgemeenschappen sluit. In deze overeenkomsten worden de specifieke acties vastgesteld die moeten worden uitgevoerd om waterbesparing en energie-efficiëntie in gemoderniseerde irrigatiesystemen te waarborgen. Enkele van de acties die in het kader van dit plan zullen worden uitgevoerd, zijn: I) Vervanging van het gebruik van grondwater of oppervlaktewater door het gebruik van niet-conventionele watervoorraden (teruggewonnen of ontzilven in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), ii) implementatie van waterregelingssystemen die irrigatie van zwaartekracht mogelijk maken (waarbij gebruik wordt gemaakt van het hoogteverschil zodat voor het vervoer van water geen energie nodig is), iii) de vervanging van energie uit fossiele bronnen die nodig zijn voor het pompen door hernieuwbare energiebronnen (voornamelijk fotovoltaïsche), iv) vervanging van openluchtsloten van beton of aarde door begraven buizen, v) aanleg van filter- en pompstations, en vi) installatie van meters en systemen voor afstandsbeheer. Tegen het tweede kwartaal van 2 2026 is ten minste 35 000 hectare irrigatiesystemen gemoderniseerd in termen van waterbesparing en energie-efficiëntie, verifieerbaar via de overeenkomsten van SIEASA-Irrigation Communities. (Uitgangssituatie op basis van de doelstelling van streefdoel 48)

    D. COMPONENT 04: Ecosystemen en biodiversiteit

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan gaat in op de kwetsbaarheid van Spanje voor de directe en indirecte negatieve gevolgen van de klimaatverandering als gevolg van de biogeografie en geomorfologie ervan door de staat van instandhouding van ecosystemen te verbeteren, waar nodig door middel van ecologisch herstel, en het ombuigen van biodiversiteitsverlies, het waarborgen van duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en het behoud en verbetering van ecosysteemdiensten. Deze component draagt ook bij tot de aanpassing van ecosystemen aan de negatieve gevolgen van de klimaatverandering door maatregelen vast te stellen om de effecten ervan tot een minimum te beperken, de nationale strategie ter bestrijding van woestijnvorming aan te nemen en de nadruk te leggen op bosbranden.

    Er wordt extra nadruk gelegd op de bescherming, het behoud en het herstel van mariene ecosystemen. De uitvoering van deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan zal i) de blauwe agenda lanceren om de zeeën en hun biodiversiteit te verbeteren; II) het aandeel beschermde mariene gebieden te vergroten door tegen eind 2025 ten minste 18 % van het Spaanse grondgebied te beschermen en zowel de fauna als de flora te beschermen; en iii) voor het eerst in Spanje een kader voor het beheer van de zee in te voeren.

    Daarnaast worden plattelandsgebieden, hun ecosystemen, biodiversiteit en bosgebieden in stand gehouden en duurzaam beheerd. Plattelandsgebieden — waar ontvolking bijzonder negatieve gevolgen heeft gehad — herbergen een groot deel van het rijke natuurlijke erfgoed van Spanje en zijn dus een bron van lokale rijkdom, waardoor de demografische achteruitgang kan worden omgebogen.

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan ondersteunt investeringen in de groene en digitale transitie (landspecifieke aanbeveling 3 2020). Het ondersteunt ook goed landbeheer, met name bosbeheer, natuurbescherming en -herstel in overeenstemming met de doelstellingen van de Europese Green Deal en de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030.

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    D.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C4.R1) — Instandhouding van de terrestrische en mariene biodiversiteit

    Deze hervorming actualiseert de wetgeving inzake biodiversiteit en natuurlijk erfgoed ter ondersteuning van het nakomen van de verbintenissen die voortvloeien uit het Verdrag inzake biologische diversiteit en de onlangs aangenomen EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030.

    De belangrijkste actie van deze hervorming is het opstellen, goedkeuren en uitvoeren van het strategisch plan voor natuurlijk erfgoed en biodiversiteit (zoals uiteengezet in Wet 42/2007 inzake natuurlijk erfgoed en biodiversiteit), met het oog op een langdurige impact op de instandhouding en het beheer van alle Spaanse natuurlijke systemen en op de diensten die het aan de samenleving verleent. Deze hervorming omvat ook de volgende acties in het kader van deze maatregel:

    a)Vaststelling van de strategie inzake biodiversiteit, wetenschap en kennis, waarin de belangrijkste onderzoekshiaten in kaart worden gebracht en specifieke gebieden worden vastgesteld waarop onderzoek op het gebied van biodiversiteit noodzakelijk is.

    b)Vaststelling van het koninklijk besluit tot goedkeuring van het plan voor het netwerk van beschermde mariene gebieden ter bevordering van een ecologisch samenhangend netwerk dat bijdraagt tot de instandhouding van gebieden met natuurlijk erfgoed en mariene biodiversiteit, waarbij een gepland, doeltreffend en samenhangend beheer van beschermde mariene gebieden wordt bevorderd.

    c)De nationale strategie voor het behoud van bestuivers voorziet in de nodige maatregelen om de situatie van bestuivers te verbeteren. Deze strategie richt zich met name op i) de bevordering van gunstige gebieden voor bestuivers; II) verbetering van het beheer en vermindering van de risico’s van schadelijke soorten; III) fytosanitaire producten; en iv) bevordering van onderzoek naar de instandhouding van bestuivers en de verspreiding van de desbetreffende onderzoeksresultaten op dit gebied.

    d)Vaststelling van de verordening tot actualisering van de administratieve en wetenschappelijke autoriteiten in het kader van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites-verordening), die de uitvoering van de uit CITES afgeleide maatregelen garandeert en ervoor zorgt dat de handel de staat van instandhouding van soorten en hun voortbestaan op lange termijn niet schaadt.

    e)Het plan voor de instandhouding en het herstel van watergebieden, dat het behoud en het rationele gebruik van wetlands waarborgt.

    De ontwikkeling van deze acties in het kader van deze maatregel wordt rechtstreeks ondersteund door investering 1 en investering 2 van deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan (hieronder beschreven). Het vormt ook een aanvulling op de twee andere hervormingen en investeringen die in deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan worden beschreven.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2022 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C4.R2) — Herstel van ecosystemen en groene infrastructuur

    Het doel van deze hervorming is de strategie van de centrale overheid voor groene infrastructuur, connectiviteit en ecologisch herstel te ontwikkelen en uit te voeren, beschadigde ecosystemen te herstellen en uiterlijk in 2050 een netwerk van volledig functionele terrestrische en mariene natuurlijke en semi-natuurlijke gebieden die in Spanje verbonden zijn, te consolideren.

    Deze hervormingen omvatten zeven verschillende actielijnen om: I) de gevolgen van versnippering en verlies van ecologische connectiviteit te verminderen; II) het herstel van habitats en ecosystemen in belangrijke gebieden; III) de verlening van ecosysteemdiensten van groene infrastructuurelementen in stand houden en verbeteren; IV) de veerkracht van elementen in verband met groene infrastructuur te verbeteren; V) zorgen voor territoriale samenhang; VI) doeltreffende groene infrastructuur op te nemen; en vii) zorgen voor adequate communicatie, onderwijs en participatie van belangengroepen en de samenleving bij de ontwikkeling van groene infrastructuur.

    Deze hervorming wordt verder ondersteund door investering 3 van deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan, waarbij met name aandacht wordt besteed aan de aanbevelingen van de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 inzake de opname van ecologische corridors, grootschalige aanplant van bomen, aanzienlijke vooruitgang bij het herstel van verontreinigde grond en de doelstelling om ervoor te zorgen dat steden met ten minste 20 000 inwoners over een ambitieus stedelijk vergroeningsplan beschikken. Het houdt ook verband met hervorming 1 en investering 1 van deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2021 voltooid zijn.

    Hervorming 3 (C4.R3) — Duurzaam bosbeheer

    Met deze hervorming zal de Spaanse bosstrategie van 1999 worden geactualiseerd, samen met het Spaanse bosbouwplan 2002-2032, waarbij een pakket maatregelen wordt ontwikkeld om de bosbouwsector te stimuleren, dat het Spaanse bos als geheel bestrijkt: bescherming van soorten en gebieden, branden, eigendom, ontwikkeling, de huidige toestand en trends in onder meer bosgebieden en bosbestanden. De hervorming moet gericht zijn op de economische en sociale revitalisering van grote plattelandsgebieden, die te kampen hebben met ernstige ontvolkingsproblemen, en moet goed worden afgestemd op de Europese Green Deal.

    De Spaanse bosbouwstrategie heeft vijf strategische prioriteiten:

    1)Het behoud en de verbetering van het natuurlijk erfgoed, de biodiversiteit en de connectiviteit.

    2)Bescherming, bescherming van de gezondheid en bescherming van preventie en aanpassing aan natuurlijke en milieurisico’s.

    3)Boseconomie: groene economie en banen, mobilisering van bosbestanden en duurzame sociaal-economische ontwikkeling van de bosbouwsector.

    4)Ontwikkeling en verbetering van kennis en bosbouwcultuur.

    5)Model voor governance in de bosbouw: het regelgevende, administratieve en instrumentele kader van het Spaanse bosbouwbeleid.

    De Spaanse bosstrategie bevat twee belangrijke instrumenten die nodig zijn om de bosbouwsector als geheel te hervormen. De eerste is de goedkeuring van richtsnoeren voor duurzaam bosbeheer. Deze richtsnoeren hebben betrekking op onderwerpen als biodiversiteit, klimaatverandering en de circulaire bio-economie. Ten tweede, strategische richtsnoeren voor het beheer van bosbranden in Spanje, waarin de te volgen doelstellingen worden vastgesteld, de belangrijkste werklijnen worden vastgesteld en de maatschappelijke groepen met een zekere mate van verantwoordelijkheid worden aangewezen. Deze strategische richtsnoeren zijn van cruciaal belang om bosbranden te beheersen en de strategische positionering van de bosbouwsector in de context van de ecologische transitie te vergroten.

    De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2022 voltooid.

    Investering 1 (C4.I1) — Digitalisering en kennis van natuurlijk erfgoed

    Met de investering wordt een systeem opgezet voor het digitaliseren van het beheer, de controle en de monitoring van natuurlijk erfgoed, dat zowel het terrestrische als het mariene gebied bestrijkt. Deze investering moet leiden tot een aanzienlijke verbetering van de kennis van soorten en habitats, alsook van het in kaart brengen van informatie en natuurlijk erfgoed, met inbegrip van geologische gegevens. De investering is gericht op het verkrijgen van informatie en het beheer ervan, met inbegrip van:

    1)Een programma ter verbetering van de kennis en digitalisering van biodiversiteit en het beheer van natuurlijk erfgoed op nationaal niveau door de ontwikkeling van monitoringnetwerken, de uitrol van sensoren en het gebruik van vaste en mobiele systemen voor de verwerving van digitale informatie.

    2)Ontwikkeling van informatiebeheersystemen of -platforms op nationaal niveau met aanvullende analytische en verspreidingsmogelijkheden.

    De actualisering van het avionicasysteem van de vloot van amfibieën wordt gelanceerd en omvat het ontwerp, de certificering en de aankoop van de apparatuur om luchtvaartuigen veiliger en efficiënter te maken bij brandbestrijding. Deze maatregel doet naar verwachting geen ernstige afbreuk aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het verslechteringsverbod (2021/C58/01). Met name de verbetering van het avionicasysteem in de vloot van amfibieën mag alleen in bestaande luchtvaartuigen worden geïntegreerd en mag de levensduur of capaciteit van deze luchtvaartuigen niet verlengen. Het dient alleen de veiligheid en de vluchtomstandigheden tijdens vluchtuitvoeringen te waarborgen wanneer deze worden gebruikt om bosbranden te blussen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 2 (C4.I2) — Instandhouding van de terrestrische en mariene biodiversiteit

    Deze investering omvat een reeks directe investeringen en subsidielijnen voor de instandhouding van zowel de terrestrische als de mariene biodiversiteit. Het omvat vijf actielijnen, die worden afgestemd op hervorming 1:

    1)Instandhouding van de terrestrische biodiversiteit, verbetering van de staat van instandhouding van soorten en habitats, preventie van bedreigingen en sterfte en maatregelen om invasieve uitheemse soorten te beheersen en uit te roeien.

    2)Verbetering van de infrastructuur, met inbegrip van acties zoals het ter beschikking stellen, opknappen en verbeteren van voorzieningen en infrastructuur in verband met het beheer van natuurlijk erfgoed en bewustmaking, alsmede het benadrukken en verspreiden van het belang van het behoud van de biodiversiteit voor de menselijke gezondheid en het welzijn van de mens.

    3)Een investering in de instandhouding van de mariene biodiversiteit, om uiterlijk in 2025 ten minste 18 % van het Spaanse mariene gebied te beschermen.

    4)Herstel van wetlands, door middel van acties om wetlands in stand te houden, te verbeteren en te herstellen, met name die welke verband houden met het plan voor de instandhouding en het herstel van wetlands dat in het kader van hervorming 2 is vastgesteld.

    5)Controle op de internationale handel om het netwerk van Cites-reddingscentra te verbeteren en te consolideren en het actieplan tegen illegale handel te versterken.

    Deze maatregel doet naar verwachting geen ernstige afbreuk aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het verslechteringsverbod (2021/C58/01). Voor de aankoop van vaartuigen voor speciale doeleinden zorgen de selectiecriteria voor de investering er met name voor dat alleen de beste beschikbare technologieën met de laagste milieueffecten in de sector worden geselecteerd, rekening houdend met het specifieke doel dat zij dienen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 3 (C4.I3) — Herstel van ecosystemen en groene infrastructuur

    Deze investering omvat een reeks maatregelen ter ondersteuning van de uitvoering van hervorming 2. Het doel is het herstel van natuurlijke ecosystemen en gebieden die door mijnbouwactiviteiten zijn aangetast, alsook andere initiatieven in stedelijke omgevingen die gericht zijn op het bevorderen van stedelijke connectiviteit en omkering.

    De investering heeft tot doel ten minste 30 000 hectare natuurlijke ecosystemen te herstellen. De herstelmaatregelen zijn gericht op aangetaste gebieden of ecosystemen door de eliminatie van kunstmatige elementen, de verbetering van de bodem en de morfologie en hervegetatie en naturalisatie. Wat mijnbouw betreft, moet de investering ten minste 30 voormalige mijnbouwlocaties saneren. De sanering van voormalige mijnbouwterreinen omvat decontaminatie van de bodem, herstel van de morfologie en herbegroeiing en naturalisatie van de voormalige mijnbouwterreinen die niet langer in bedrijf zijn.

    Ten slotte wordt met de investering groene infrastructuur bevorderd om tegemoet te komen aan de behoeften van lokale overheden, met inbegrip van: I) strategieën voor stadsplanning en -vernieuwing met als doel groene en blauwe infrastructuur te creëren en te regenereren en stedelijke ruimte vrij te maken om de biodiversiteit, de bodempermeabiliteit en de natuurlijke connectiviteit in de steden te vergroten; II) acties en projecten die betrekking hebben op governance- en participatieprocessen, het beheer van groene en blauwe ruimten en stadsmetabolismeprojecten in verband met biodiversiteit; en iii) steun voor uitrusting en infrastructuurprojecten voor stadsplanning.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    C4.I4 Duurzaam bosbeheer

    Deze investering omvat investeringen in duurzaam bosbeheer:

    1)Acties ter verbetering van het bosbeheer met het oog op de bestrijding van bosbranden en andere bosbeheerinterventies; technische ondersteuning van boseigenaren en -overheden om de publieke eigendom te consolideren; bosbeheerplannen ter bevordering van de biodiversiteit en het duurzame gebruik van bossen.

    2)Acties ter bescherming van en aanpassing aan de klimaatverandering, met inbegrip van de vernieuwing van ten minste 100 brandbestrijdingsmiddelen voor speciale doeleinden, brandweerbases en vorderingen op het gebied van bosverbeteringsmaatregelen.

    3)Een reeks acties ondersteunt de bosbouwsector als een belangrijke hulpbron voor het aanpakken van de demografische uitdaging, met bijzondere aandacht voor groen ondernemerschap en de lokale bio-economie. Dit deel van de investering omvat subsidies aan lokale overheden en andere publieke en private actoren ter bevordering van het concurrentievermogen, het ondernemerschap en de duurzaamheid van de bosbouwsector en de bosbouwsector. Deze acties zijn in het bijzonder gericht op het scheppen van groene banen, met name door de participatie van vrouwen en jongeren in de bosbouwsector en groen ondernemerschap te ondersteunen.

    Deze maatregel doet naar verwachting geen ernstige afbreuk aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het verslechteringsverbod (2021/C58/01). De maatregel moet met name steun voor monocultuurplantages, met name eucalyptus, uitdrukkelijk voorkomen en uitsluiten om waterstress en brandgevaar tot een minimum te beperken. Voor de aankoop van brandbestrijdingsapparatuur worden alleen de beste beschikbare technologieën met de laagste milieueffecten in de sector ondersteund, rekening houdend met het specifieke doel dat zij dienen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    D.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    62

    C4.R1

    M

    Strategisch plan voor natuurlijk erfgoed en biodiversiteit en plan voor het netwerk van beschermde mariene gebieden

    Bekendmaking in het Publicatieblad

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Goedkeuring van het strategisch plan voor natuurlijk erfgoed en biodiversiteit (koninklijk besluit) en van het plan inzake het Netwerk van beschermde mariene gebieden (koninklijk besluit), met inbegrip van het opzetten van ten minste negen mariene beheersgrondslagen, iii) biodiversiteit, wetenschap en kennisstrategie, iv) de nationale strategie voor het behoud van bestuivers, v) de regeling voor de actualisering van autoriteiten, administratieve en wetenschappelijke instanties in het kader van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten en vi) het plan voor het behoud en het herstel van watergebieden.

    63

    C4.R2

    M

    Vaststelling van de nationale strategie voor groene infrastructuur, connectiviteit en ecologisch herstel

    Bekendmaking in het Publicatieblad

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2021

    Goedkeuring van de nationale strategie voor groene infrastructuur, connectiviteit en ecologisch herstel. De strategie omvat actielijnen om: I) vermindering van de gevolgen van versnippering en verlies van ecologische connectiviteit; II) herstel van ecosystemen in belangrijke gebieden; III) de verlening van ecosysteemdiensten in stand te houden en te verbeteren; IV) verbetering van de veerkracht; V) definitie van een governancemodel; en vi) communicatie, onderwijs en participatie van belanghebbenden.

    64

    C4.R3

    M

    Goedkeuring van de Spaanse bosstrategie en het Spaanse steunplan

    Bekendmaking in het Publicatieblad

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Goedkeuring van de Spaanse bosstrategie en het Spaanse steunplan, met richtsnoeren voor duurzaam bosbeheer.

    65

    C4.I1

    M

    Het gunnen van opdrachten voor speciale vliegtuigen voor brandbestrijding en het opzetten van een systeem voor de monitoring en het beheer van kennis over biodiversiteit

    Gunning van opdrachten

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Het gunnen van opdrachten voor het updaten en upgraden van ten minste tien vliegtuigen voor speciale doeleinden (Canadair) voor brandbestrijding, en het ter beschikking stellen van het systeem voor de monitoring en het beheer van kennis over biodiversiteit. Het systeem omvat het vergroten van de kennis over soorten en habitats en een digitaal platform. De investering waarborgt de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door alleen bestaande luchtvaartuigen te moderniseren, waardoor hun levensduur of capaciteit niet wordt vergroot.

    66

    C4.I1

    M

    Voltooiing en operationalisering van het systeem voor de monitoring en het beheer van kennis over biodiversiteit

    ACTA de Recepción

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2026

    Het systeem voor de monitoring en het beheer van kennis over biodiversiteit is voltooid en operationeel (met inbegrip van het digitale platform) en er is een precisie-LIDAR-vlucht uitgevoerd die ten minste 75 % van het nationale grondgebied bestrijkt.

    67

    C4.I2

    T

    Beschermde mariene gebieden

    % van het Spaanse mariene gebied

    13

    15

    KWARTAAL 4

    2023

    Totstandbrenging van een beschermd marien gebied van ten minste 15 % van het Spaanse mariene grondgebied. Beschermd marien gebied: een marien gebied dat is opgenomen in het Natura 2000-netwerk of andere categorieën beschermde natuurgebieden, zoals vastgesteld bij Wet 42/2007; gebieden die beschermd zijn door internationale instrumenten en mariene reserves worden, indien van toepassing, opgenomen in het RAMPE (Spaanse netwerk van beschermde mariene gebieden). (Uitgangssituatie: 31 december 2020.)

    68

    C4.I2

    T

    Beschermde mariene gebieden

    % van het Spaanse mariene gebied

    15

    18

    KWARTAAL 4

    2025

    Totstandbrenging van een beschermd marien gebied van ten minste 18 % van het Spaanse mariene grondgebied. Beschermd marien gebied: een marien gebied dat is opgenomen in de Natura 2000-netwerken of andere categorieën beschermde natuurgebieden, zoals vastgesteld bij Wet 42/2007; gebieden die beschermd zijn door internationale instrumenten en mariene reserves worden, indien van toepassing, opgenomen in het RAMPE (Spaanse netwerk van beschermde mariene gebieden). (Uitgangssituatie: 31 december 2023.)

    69

    C4.I2

    T

    Acties voor het behoud van de biodiversiteit

    Aantal (hectaren)

    0

    50 000

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 50 000 hectare waarop voltooide acties voor het behoud van de biodiversiteit betrekking hebben. De instandhoudingsmaatregelen omvatten het volgende: I) acties ter voorkoming van de sterfte van dier- en plantensoorten, ii) acties voor vroegtijdige opsporing, beheersing of uitbanning van invasieve soorten, iii) maatregelen voor beheer en verbetering van habitats, met name die welke zijn genomen met betrekking tot beschermde soorten, iv) acties voor het herstel van wetlands, zoals het verbeteren van de natuurlijke dynamiek, de waterkwantiteit en -kwaliteit, en de natuurlijke fauna en flora, en v) acties voor het aanbieden, opknappen en verbeteren van faciliteiten en infrastructuur die verband houden met het beheer van natuurlijk erfgoed en met name beschermde gebieden (Natura 2000 en beschermde natuurlijke gebieden), en het verbeteren van de Overeenkomst inzake de illegale handel in bedreigde soorten (CITES), met inbegrip van de oprichting van een nieuw onderzoekscentrum voor redding. Voor de aankoop van vaartuigen voor speciale doeleinden waarborgen de selectiecriteria voor de investering de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door alleen de beste beschikbare technologieën met de laagste milieueffecten in de sector te ondersteunen, rekening houdend met het specifieke doel dat zij dienen.

    70

    C4.I3

    T

    Sanering van voormalige mijnbouwterreinen (ten minste 20 voormalige mijnbouwterreinen)

    Nummer (mijnbouwlocaties)

    0

    20

    KWARTAAL 2

    2023

    Sanering van ten minste 50 % van elke mijnbouwlocatie, gericht op ten minste 20 voormalige mijnbouwlocaties, met inbegrip van decontaminatie van de bodem, herstel van de morfologie, herbegroeiing en naturalisatie.

    71

    C4.I3

    M

    Maatregelen voor het herstel van ecosystemen

    Officiële certificering van afgeronde werkzaamheden/projecten

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 30 000 hectare die wordt gedekt door voltooide acties voor het herstel van ecosystemen in aangetaste gebieden of ecosystemen, waaronder de uitbanning van kunstmatige elementen, de verbetering van de bodem en de morfologie, en hervegetatie en naturalisatie en de voltooiing van projecten in verband met groene infrastructuur in ten minste 30 steden met meer dan 50 000 inwoners.

    72

    C4.I3

    T

    Voltooiing van de sanering van voormalige mijnbouwterreinen (ten minste 30 voormalige mijnbouwterreinen)

    Nummer (mijnbouwlocaties)

    0

    30

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 30 voormalige mijnbouwlocaties zijn gerehabiliteerd, waaronder bodemdecontaminatie, herstel van de morfologie en herstel en naturalisatie van de voormalige mijnbouwterreinen die niet langer in bedrijf zijn.

    73

    C4.I4

    M

    Acties inzake duurzaam bosbeheer

    Certificaat ondertekend door MITERD

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2023

    Vernieuwing van ten minste 100 voertuigen voor speciale doeleinden voor brandbestrijding. De selectiecriteria voor de investering waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door alleen de beste beschikbare technologieën met de laagste milieueffecten in de sector te ondersteunen, rekening houdend met het specifieke doel dat zij dienen.

    425

    C4.I4

    M

    Acties inzake duurzaam bosbeheer (deel II)

    Certificaat ondertekend door MITERD

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van acties op het gebied van duurzaam bosbeheer, met inbegrip van de renovatie van de brandweer en de voltooiing van acties ter verbetering van de bossen, met inbegrip van het plannen van adaptieve duurzame bosbeheerpraktijken en verrijking van soorten, en van ten minste 70 projecten ter ondersteuning van groen ondernemerschap en de lokale bio-economie, in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel. De selectiecriteria voor de investering waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door alleen de beste beschikbare technologieën met de laagste milieueffecten in de sector te ondersteunen, rekening houdend met het specifieke doel dat zij dienen.

    D.3. Beschrijving van de investeringen voor steun via leningen

    Hervorming 4 (C4.R4) — Nationale strategie ter bestrijding van woestijnvorming

    Met deze hervorming wordt de nationale strategie ter bestrijding van woestijnvorming geactualiseerd, ter vervanging van het in 2008 gepubliceerde nationale actieplan ter bestrijding van woestijnvorming, waarbij een nieuw strategisch kader wordt gecreëerd voor de bestrijding van woestijnvorming op Spaans grondgebied. Deze hervorming heeft tot doel bij te dragen tot de bescherming, instandhouding en verbetering van natuurlijk kapitaal, gericht op droge, semi-aride en droge subvochtige gebieden, en bodemdegradatie tot een minimum te beperken.

    De strategie heeft drie pijlers:

    1)Maatregelen om woestijnvorming te voorkomen en terug te dringen en aangetaste gebieden te herstellen.

    2)Capaciteitsopbouw en governance.

    3)Kennis en samenleving: acties ter verbetering van kennis, transparantie en burgerparticipatie.

    Deze hervorming heeft betrekking op een actieplan voor de periode 2022-2026. Dit actieplan draagt bij tot de ontwikkeling van de strategie, stelt prioriteiten vast en bepaalt de inhoud en het tijdschema voor de uitvoering ervan.

    De strategie bevordert ook de coördinatie en samenwerking tussen de betrokken actoren die zich bezighouden met woestijningskwesties, en richt de volgende collegiale organen op:

    1)De nationale commissie voor de bestrijding van woestijnvorming, verbonden aan de Nationale Commissie voor Natuurlijk Erfgoed en Biodiversiteit. Het doel van dit comité is te fungeren als adviesorgaan en de samenwerking tussen de nationale overheid en de overheidsdiensten van de autonome gemeenschappen te bevorderen;

    2)De Nationale Raad ter bestrijding van woestijnvorming. Dit orgaan fungeert als adviesorgaan dat de nationale overheid ondersteunt en bijdraagt aan de coördinatie van het wetenschappelijk en maatschappelijk middenveld; en het

    3)Een technische eenheid voor de bestrijding van woestijnvorming binnen het directoraat-generaal Biodiversiteit, Bossen en woestijnvorming van het Ministerie van Ecologische Transitie en Demografische Uitdagingen. Deze eenheid is belast met de ontwikkeling, uitvoering en coördinatie van de maatregelen en acties op het gebied van woestijnvorming op het Spaanse grondgebied.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2024 voltooid zijn.

    D.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor monitoring en uitvoering van steun via leningen

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelpunt

    Q

    Jaar

    L12

    C4.R4

    M

    Goedkeuring van de nationale strategie ter bestrijding van woestijnvorming en van het bijbehorende actieplan (2022-2026) en oprichting van collegiale organen.

    Bekendmaking in het Publicatieblad

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2024

    Goedkeuring van de nationale strategie ter bestrijding van woestijnvorming en bijbehorende acties, in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel.

    E. ONDERDEEL 05: Kust en watervoorraden

    Deze component heeft tot doel het beheer van watervoorraden te verbeteren, een beleid voor aanpassing aan de kust uit te voeren om de negatieve gevolgen van de klimaatverandering aan te pakken, en de uitvoering van mariene strategieën en maritieme ruimtelijkeordeningsplannen te versterken.

    Om het beheer van de watervoorraden te verbeteren, moet Spanje verschillende uitdagingen aanpakken, zoals het in kaart brengen van nieuwe opkomende verontreinigende stoffen (bv. microplastics), een bestaande investeringskloof in de planning, de aanpassing van de kust aan de klimaatverandering, de controle en het beheer van het publieke watergebied, Maritime-Terrestrial Property en waterzuivering, en de vertraging bij de uitrol van nieuwe technologieën en ICT-technologieën voor waterbeheer. Daartoe verbetert Spanje de efficiëntie van de sector. Spanje streeft er ook naar zijn waterbeheer beter af te stemmen op milieudoelstellingen zoals die welke zijn vastgesteld in de Europese Green Deal, de biodiversiteitsstrategie voor 2030 en het EU-actieplan om de verontreiniging tot nul terug te brengen. Daartoe worden verschillende strategieën toegepast, zoals de digitalisering van het openbaar bestuur om toegang te krijgen tot informatie, met inbegrip van de waterkwaliteit en de naleving van ecologische stromen, de voorziening en verbetering van milieu-infrastructuur, de veiligheid van infrastructuur, of de verbetering van de grondwatertoestand en het herstel van de watervoerende lagen.

    De gevolgen van erosie en overstromingen aan de kust zijn nog verergerd door de klimaatverandering. Daarom wordt in deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan ook een beleid van aanpassing van de Spaanse kust aan de negatieve gevolgen van de klimaatverandering uitgevoerd. Om erosie te bestrijden en het risico op overstromingen te verminderen, wordt een aantal aanpassingsmaatregelen ingevoerd, zoals het herstel van het milieu in aangetaste gebieden, het verbeteren van de ordelijke en correcte toegankelijkheid van het openbare maritieme domein aan land, of het opstellen en uitvoeren van op de natuur gebaseerde oplossingen. Deze actielijn zorgt voor een veerkrachtigere kustlijn tegen de gevolgen van de klimaatverandering en zorgt ook voor een betere voorbereiding van de toeristische sector en andere sectoren die afhankelijk zijn van de staat van kustgebieden. Bovendien versterkt dit de rol van het Copernicus-programma, dat van cruciaal belang is om de schade en de gevolgen van extreme weersomstandigheden te voorkomen en te beoordelen.

    Als onderdeel van deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan bevordert Spanje de optimale duurzame ontwikkeling van de maritieme sectoren en beschermt het het mariene milieu met het oog op het bereiken van de goede milieutoestand ervan door een wet vast te stellen, de kaderrichtlijn mariene strategie om te zetten en de uitvoering ervan te versterken.

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan draagt bij tot het richten van investeringsgerelateerd economisch beleid op het bevorderen van energie-efficiëntie en het gebruik van hulpbronnen (landspecifieke aanbeveling 3 2019). Het richt zich ook op investeringen in de groene en de digitale transitie, met name door het bevorderen van onderzoek en innovatie, schone en efficiënte productie en gebruik van energiebronnen, energie-infrastructuur, water- en afvalbeheer en duurzaam vervoer (landspecifieke aanbeveling 3 2020). Het verbetert ook het hergebruik van water (landspecifieke aanbeveling 3 2022).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    E.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C5.R1) — Waterplannen en -strategieën en wijzigingen in de regelgeving

    De hervorming heeft betrekking op de herziening en actualisering van de waterwet, de bijbehorende regelgeving en andere secundaire wetgeving, om te zorgen voor een juridisch kader dat bevorderlijk is voor het bevorderen van investeringen. De hervorming omvat de vaststelling en herziening van een aantal plannen en strategieën die de basis vormen voor investeringen en waterbeheer die de investeringen versterken en verhogen. Deze wijzigingen in de regelgeving worden afgestemd op de Europese Green Deal.

    Deze hervorming zal betrekking hebben op talrijke kwesties met betrekking tot alle soorten water, zoals een verbeterd financieel kader voor het hergebruik van afvalwater, de vaststelling van technische normen voor de veiligheid van dammen en hun reservoirs, de vaststelling van een nationaal plan voor zuivering, sanering, efficiëntie, besparingen en hergebruik van water (uitvoering van behandeling, sanitaire voorzieningen, efficiëntie, besparingen, hergebruik en veiligheid van infrastructuur — DSEAR-plan).

    De maatregel moet uiterlijk op 30 juni 2023 zijn voltooid.

    Investering 1 (C5.I1) — Tenuitvoerlegging van acties op het gebied van behandeling, sanitaire voorzieningen, efficiëntie, besparingen, hergebruik en veiligheid van infrastructuur (DESEAR)

    Met deze investering worden de volgende acties uitgevoerd:

    1)Uitvoering van maatregelen op het gebied van zuivering, sanitaire voorzieningen en hergebruik van water. Het doel van deze actielijn is de opvang en behandeling van stedelijk afvalwater te verbeteren. In sommige gevallen moeten de acties stedelijk afvalwater hergebruiken, waardoor de huidige onttrekkingsdruk wordt verminderd. De nieuwe behandelingsmaatregelen moeten leiden tot een netto nulenergieverbruik van het volledige afvalwaterbehandelingssysteem. Infrastructuur wordt ten minste in aanmerking genomen voor nieuwe of verbeterde infrastructuur voor de behandeling van afvalwater die extra capaciteit biedt voor de behandeling van afvalwater. De behandeling wordt nieuw aangewezen of verbeterd tot een niveau dat ten minste in overeenstemming is met de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (Richtlijn 91/271/EEG). De verbetering en vernieuwing van bestaande infrastructuur moet leiden tot een vermindering van het gemiddelde energieverbruik met ten minste 10 %. Deze besparingen worden gerealiseerd door de uitvoering van energie-efficiëntiemaatregelen (warmtekrachtkoppeling, terugwinning van energie en warmte, fotovoltaïsche panelen, ledverlichting enz.) bij het opstellen van de projecten en de invoering van energie-efficiëntieclausules en -criteria in oproepen tot het indienen van projecten en werken.

    2)Acties om de efficiëntie te verbeteren en waterverliezen te verminderen. Met de acties wordt een subsidieregeling ten uitvoer gelegd ter verbetering van de efficiëntie van de voorzieningsnetten van middelgrote en kleine gemeenten, waardoor gemeenten of overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de watervoorziening, deze kunnen verbeteren door verliezen in distributienetten te verminderen en acties te ondernemen om wateropslagfaciliteiten en installaties in middelgrote en kleine gemeenten te herstellen en te verbeteren. De bewoners die door deze infrastructuur worden bediend, moeten overeenkomen met die welke door het waterleidingnet worden bediend.

    3)Investeringen ter verbetering van de veiligheid van dammen en reservoirs. Dit zijn acties die de veiligheid van bestaande grote dammen in staatseigendom waarborgen door de overeenkomstige noodplannen en andere aanvullende acties uit te voeren. Dit mag niet leiden tot de bouw van nieuwe dammen of de uitbreiding van bestaande dammen.

    4)Maatregelen om de energie- en waterefficiëntie in de stedelijke watercyclus te verbeteren. Deze acties bevorderen projecten in verband met zuivering, sanitaire voorzieningen en hergebruik van water, verbetering van de waterefficiëntie en vermindering van waterverliezen door middel van de digitalisering van watergebruikers. Dit gebeurt in het gebied L’Horta Sud in Valencia, met nieuwe infrastructuur voor waterzuivering, -zuivering en -hergebruik voor 250 000 inwonerequivalenten; en in de zuiveringsinstallatie van Rincón de León in Alicante, verbetering van het waterbeheer voor irrigatie in 18 500 hectare. 

    De investering moet uiterlijk 30 juni 2026 voltooid zijn.

    Investering 2 (C5.I2) — Monitoring en herstel van rivierecosystemen, herstel van watervoerende lagen en beperking van overstromingsrisico’s

    De doelstellingen van deze investering zijn:

    1)Monitoren en herstellen van rivierecosystemen en natuurlijke rivierreserves. Deze lijn omvat een aantal concrete acties die gericht zijn op het herstel van de rivierruimte, de uitbreiding van de monitoringnetwerken en de verbetering van de inventarissen van hydromorfologische belastingen die deze in gevaar brengen.

    2)Maatregelen vaststellen om het overstromingsrisico te beperken. Deze actielijn omvat reeds bestaande overstromingsrisicobeheersplannen, met inbegrip van preventiemaatregelen voor ruimtelijke ordening en stadsplanning, de ontwikkeling van technische richtsnoeren om de kwetsbaarheid van blootgestelde gebieden in overstromingsgebieden te verminderen en de aanpassing van verschillende economische sectoren aan het overstromingsrisico te bevorderen. Voorts moeten gemeenten de uitvoering van maatregelen voor het herstel van rivieren in stedelijke omgevingen aanpakken, duurzame drainagesystemen invoeren en de permeabiliteit van stedelijke omgevingen en hun verbinding met de milieuwaarden van rivieren in stedelijke gebieden verbeteren door technische richtsnoeren en doelstellingen voor waterplanning te ontwikkelen.

    3)Maatregelen nemen om de grondwateronttrekking te verminderen door gebruik te maken van alternatieve bronnen (herstel van watervoerende lagen). Deze maatregelen moeten de onttrekking van bepaalde grondwaterlichamen — met name die welke het Doñana-gebied bedreigen en bepaalde watervoerende lagen in het zuidoosten van Spanje — verminderen en de piëzometrische meetnetwerken uitbreiden.

    4)Levering van fotovoltaïsche energie aan ontziltingsinstallaties en de distributie daarvan. 

    Deze maatregel doet naar verwachting geen ernstige afbreuk aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het verslechteringsverbod (2021/C58/01). Ontzilting water wordt met name geproduceerd met gebruikmaking van de beste beschikbare technologie met de laagste milieueffecten in de sector.

    Deze investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 3 (C5.I3) — Digitale transitie in de watersector (digitale milieuhandhaving) — Strategisch project voor economisch herstel en transformatie (PERTE) voor de digitalisering van watergebruik.

    De digitale transitie kan een cruciale rol spelen bij het verbeteren van de efficiëntie van de watersector. Om de digitalisering van het waterbeheer te verbeteren, zijn er drie actielijnen in deze investering:

    1)Verbeteren van de kennis en het gebruik van watervoorraden — PERTE voor de digitalisering van watergebruik. Dit PERTE moderniseert de watercyclus door middel van digitalisering en innovatie. Dit moet leiden tot een efficiënter en duurzamer waterbeheer door de kennis over watergebruik te verbeteren door middel van digitalisering. Dit gebeurt door steun te verlenen aan programma’s ter bevordering van digitalisering in de stedelijke watercyclus, door middel van vergelijkende aanbestedingen en irrigatie, via de Digital Kit for irrigation.

    2)Maatregelen om de neerslag in stroomgebieden en kustgebieden te monitoren. Deze actielijn bevordert de vernieuwing van het netwerk van meteorologische radars en de voltooiing ervan met nieuwe kortebandfaciliteiten, zoals de vernieuwing en verbetering van automatische meteorologische stations voor realtimekalibratie van radar en het ontwerp, de ontwikkeling en de implementatie van een nationaal radarcentrum.

    3)Verbeterde meteorologische observatie en monitoring en preventie van klimaatrisico’s, met inbegrip van een nieuw geïntegreerd meteorologisch hulpsysteem, instrumenten voor meteorologische observatie voor vroegtijdige waarschuwing, met inbegrip van de invoering van het geïntegreerd wereldwijd observatiesysteem, de invoering van uitbesteding, de automatische kwaliteitscontrole en etikettering van meteorologische gegevens door middel van het gebruik van artificiële-intelligentietechnieken, de diepte van NoSQL-gegevens voor de doeltreffende uitvoering van gegevens op basis van de verwerking van grote hoeveelheden gegevens.

    De investering heeft betrekking op de ingebruikneming van 26 instrumenten of vernieuwde infrastructuur om de kennis en het gebruik van watervoorraden te verbeteren en regenval en andere meteorologische gegevens te monitoren om klimaatrisico’s te voorkomen.

    De investering moet uiterlijk 30 juni 2026 voltooid zijn.

    Investering 4 (C5.I4) — Aanpassing van de kustlijn aan de klimaatverandering en uitvoering van mariene strategieën en maritieme ruimtelijkeordeningsplannen

    De klimaatverandering heeft grote negatieve gevolgen voor de Spaanse kust en zal dit naar verwachting ook hebben. Met deze investering wordt uitvoering gegeven aan de strategie voor de aanpassing van de kustgebieden aan de gevolgen van de klimaatverandering, met als doel de Spaanse kust beter bestand te maken tegen klimaatverandering en klimaatschommelingen, en om aanpassing aan de klimaatverandering te integreren in de planning en het beheer van de Spaanse kust. Dit omvat de aanleg van golfbrekers, kunstmatige stranden, drijvende oppervlakken, sedimentbeheer, op de natuur gebaseerde oplossingen, herstel van stranden en duinsystemen, kustbeschermingsinfrastructuur, de uitvoering van slimme netwerken voor monitoring op afstand van kusterosie of acties met vergelijkbare effecten.

    Deze investering moet de kustecosystemen of aangetaste gebieden beschermen en herstellen. Dit wordt bereikt door middel van verschillende acties, zoals: I) installaties waar terugval optreedt, worden verplaatst; II) het maritieme domein in staatseigendom te land af te bakenen; III) oneigenlijk of oneigenlijk bezet maritiem land dat eigendom is van de staat terug te vorderen; IV) risicobeoordeling en -beheer of soortgelijke acties; (V) milieuherstel van aangetaste kustgebieden en ecosystemen, instandhouding en beheer van de kustlijn; en/of vi) acties met vergelijkbare effecten.

    De maatregel verbetert ook de ordelijke en correcte toegankelijkheid van het openbare maritieme domein te land door land terug te winnen om toegang tot het publieke domein te bieden, planning, beheer en herstel van toegang of acties met een soortgelijk effect. De investering heeft betrekking op de uitvoering van beleid inzake strategische mariene planning. Dit wordt uitgevoerd door middel van maritieme ruimtelijke ordening, mariene strategieën, wetenschappelijk advies over oceanen en klimaat en de ontwikkeling van een webapplicatie met geografische referenties voor zeegebruikers.

    Deze investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

    E.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    74

    C5.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wijzigingen van de verordening hydrologische planning

    Bepaling van het koninklijk besluit betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Koninklijk besluit tot wijziging van de Regeling hydrologische planning (Publikatieblad). De wijzigingen hebben betrekking op aspecten die verband houden met droogte en waterschaarste, de uitvoeringsvereisten van de kaderrichtlijn water en de desbetreffende normen in het kader van de gemeenschappelijke strategie voor de tenuitvoerlegging van de waterrichtlijnen.

    75

    C5.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wijziging van de waterwet en de nieuwe regeling ter vervanging van Koninklijk Besluit 1620/2007

    Bepaling van de waterwet bij de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2023

    Wijziging van de waterwet met het oog op een herziening van de belastingen op lozingen van afvalwater en het systeem voor de terugwinning van de kosten van waterinfrastructuur in overeenstemming met de beginselen „de vervuiler betaalt” en „kostenterugwinning”. De nieuwe verordening ter vervanging van Koninklijk Besluit 1620/2007 wijzigt het regelgevings- en financieel kader voor het hergebruik van afvalwater in overeenstemming met de beginselen „de vervuiler betaalt” en kostenterugwinning, de monitoring en bescherming van waterlichamen, met inbegrip van grondwater, te verbeteren en droogten en schaarste aan te pakken.

    76

    C5.I1

    T

    Verbeterde infrastructuur voor water- en afvalwaterzuivering

    Aantal

    (populatie)

    0

    175 000

    KWARTAAL 2

    2023

    Ingebruikname van infrastructuur voor water en afvalwaterzuivering die diensten levert aan ten minste 175 000 inwonerequivalenten, met als doel de naleving van Richtlijn 91/271/EEG te waarborgen en energie-efficiëntiecriteria te halen, of de efficiëntie te verbeteren en/of waterverliezen in waterdistributiesystemen te verminderen.

    427

    C5.I1

    T

    Verbeterde infrastructuur voor water- en afvalwaterzuivering

    Aantal (populatie)

    175 000

    425 000

    KWARTAAL 2

    2026

    Ingebruikname van infrastructuur voor water en afvalwaterzuivering die diensten levert aan ten minste 425 000 inwonerequivalenten, met als doel de naleving van Richtlijn 91/271/EEG te waarborgen en energie-efficiëntiecriteria te halen, en/of de efficiëntie en/of vermindering van waterverliezen in waterdistributiesystemen te verbeteren. (Uitgangssituatie: 30 juni 2023).

    428

    C5.I1

    T

    Verbeterde infrastructuur voor water- en afvalwaterzuivering

    Aantal (hectaren)

    0

    18 500

    KWARTAAL 2

    2026

    Ingebruikname van water voor hergebruik van waterzuiveringsinfrastructuur in de zuiveringsinstallatie van Rincón de León in Alicante, verbetering van het waterbeheer voor irrigatie in 18 500 hectare, met als doel de naleving van Richtlijn 91/271/EEG te waarborgen en energie-efficiëntiecriteria te halen, en/of de efficiëntie en/of vermindering van waterverliezen in waterdistributiesystemen te verbeteren.

    77

    C5.I2

    M

    Herstel van de bescherming van riviertanks tegen overstromingsrisico’s

    Certificaten ondertekend door MITERD

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Ten minste 200 km riviertanks hersteld en ten minste 40 000 inwoners worden beschermd tegen overstromingsrisico’s.

    78

    C5.I2

    T

    Vermindering van de hoeveelheid uit watervoerende lagen gewonnen water

    Aantal

    (HM3per jaar)

    510

    470

    KWARTAAL 2

    2025

    Vermindering van het jaarlijkse volume water dat wordt gewonnen uit watervoerende lagen in Doñana, Segura-Mar Menor, Mancha Oriental en Rules van 510 hm3per jaar tot 470 hm3per jaar.

    429

    C5.I2

    M

    Levering van fotovoltaïsche energie aan ontziltingsinstallaties en distributie daarvan

    Extern verslag waarin de besparingen worden gecertificeerd

    KWARTAAL 2

    2026

    35 % van de energie die wordt gebruikt in de ontziltingsinstallaties in Murcia en Almería (Torrevieja, Valdelentisco, Águilas Carboneras, Bajo Almanzora en Campo de Dalias) en het vervoer van water tussen Júcar-Vinalopó vervangen door eigen verbruik via fotovoltaïsche energie.

    430

    C5.I3

    M

    Acties inzake PERTE voor de digitalisering van watergebruikers

    Officiële kennisgeving van afgeronde werkzaamheden

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 5 000 000 inwoners die profiteren van de ingebruikneming van projecten voor de digitalisering van de stedelijke watercyclus en ten minste 200 000 hectare profiteren van de digitale kit voor irrigatie, als onderdeel van de PERTE voor de digitalisering van watergebruik.

    79

    C5.I3

    M

    Gunning van contracten voor de toepassing van instrumenten ter verbetering van de kennis en het gebruik van watervoorraden en ter bewaking van regenval en andere meteorologische gegevens

    Toegekende contracten

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Het gunnen van contracten voor de implementatie van 26 instrumenten of vernieuwde infrastructuur om de kennis en het gebruik van watervoorraden te verbeteren en regenval en andere meteorologische gegevens te monitoren om klimaatrisico’s te voorkomen. De acties hebben voornamelijk betrekking op het ontwerp en de implementatie van het elektronische waterregister, het beheer van hydrologische gegevens en waterkwaliteit, de digitalisering van de verwerking van dossiers en de modernisering van het luchtvaartmeteorologisch surveillancenetwerk.

    426

    C5.I3

    M

    Ingebruikname van instrumenten om de kennis en het gebruik van watervoorraden te verbeteren en de neerslag en andere meteorologische gegevens te monitoren

    Certificaten ondertekend door MITERD

    KWARTAAL 2

    2026

    Ingebruikname van 26 instrumenten of vernieuwde infrastructuur om de kennis en het gebruik van watervoorraden te verbeteren en de neerslag en andere meteorologische gegevens te monitoren om klimaatrisico’s te voorkomen. De acties hebben voornamelijk betrekking op het ontwerp en de implementatie van het elektronische waterregister, het beheer van hydrologische gegevens en waterkwaliteit, de digitalisering van de verwerking van dossiers en de modernisering van het luchtvaartmeteorologisch surveillancenetwerk.

    80

    C5.I4

    T

    Herstel van aangetaste gebieden en ecosystemen over ten minste 50 kilometer kustlijn

    Aantal (kilometers)

    0

    50

    KWARTAAL 4

    2022

    Voltooiing van ten minste 50 kilometer kustlijn voor herstel van aangetaste gebieden en ecosystemen, bescherming en verbetering van de toegankelijkheid van kustgebieden, beperking van erosie, betere kennis van kustgebieden en vergroting van de veerkracht van en aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering, monitoring op afstand en uitvoering van beleid inzake strategische mariene planning. Bij de acties wordt rekening gehouden met: 
    I) de veerkracht van de Spaanse kust tegen de negatieve gevolgen van de klimaatverandering vergroten door erosie te bestrijden en de kustlijn te versterken. Hierbij wordt rekening gehouden met de aanleg van golfbrekers, kunstmatige stranden, drijvende oppervlakken, sedimentbeheer, op de natuur gebaseerde oplossingen, herstel van stranden en duinsystemen, kustbeschermingsinfrastructuur, de invoering van slimme netwerken voor de monitoring van kusterosie of acties met vergelijkbare effecten. 
    II) de kustecosystemen of aangetaste gebieden beschermen en herstellen. Dit gebeurt door a) installaties die door terugval worden getroffen, te verplaatsen; b) de afbakening van het maritieme domein dat eigendom is van de staat; C) oneigenlijk of oneigenlijk bezet maritiem land dat eigendom is van de staat terug te vorderen; d) risicobeoordeling en -beheer of soortgelijke acties; e) milieuherstel van aangetaste kustgebieden en ecosystemen; (f) instandhouding en beheer van de kustlijn; en/of g) acties met vergelijkbare effecten. 
    III) de ordelijke en correcte toegankelijkheid van het openbare maritieme domein aan land verbeteren. Dit gebeurt door grond terug te winnen om toegang te verlenen tot het publieke domein, planning, beheer en herstel van toegang of acties met vergelijkbare effecten. 
    uitvoering van strategisch beleid inzake mariene planning. Dit gebeurt door de uitvoering van maritieme ruimtelijke ordening, mariene strategieën, wetenschappelijk advies over oceanen, klimaat en kusten, en de ontwikkeling van een webapplicatie met geografische referenties voor zeegebruikers.

    81

    C5.I4

    T

    Herstel van aangetaste gebieden en ecosystemen over ten minste 100 kilometer kustlijn

    Aantal (kilometers)

    50

    100

    KWARTAAL 4

    2023

    Voltooiing van werkzaamheden over ten minste 100 kilometer kustlijn voor het herstel van aangetaste gebieden en ecosystemen, bescherming en verbetering van de toegankelijkheid van kustgebieden, beperking van erosie, betere kennis en vergroting van de veerkracht van kustgebieden en aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering, monitoring op afstand en uitvoering van beleid inzake strategische mariene planning. De werkzaamheden omvatten: 
    I) de veerkracht van de Spaanse kust tegen de negatieve gevolgen van de klimaatverandering vergroten door erosie te bestrijden en de kustlijn te versterken. Hierbij wordt rekening gehouden met de aanleg van golfbrekers, kunstmatige stranden, drijvende oppervlakken, sedimentbeheer, op de natuur gebaseerde oplossingen, herstel van stranden en duinsystemen, kustbeschermingsinfrastructuur, de invoering van slimme netwerken voor de monitoring van kusterosie of acties met vergelijkbare effecten. 
    II) de ecosystemen aan de kust of aangetaste gebieden beschermen en herstellen. Dit gebeurt door a) installaties die door terugval worden getroffen, te verplaatsen; b) de afbakening van het maritieme domein dat eigendom is van de staat; C) oneigenlijk of oneigenlijk bezet maritiem land dat eigendom is van de staat terug te vorderen; d) risicobeoordeling en -beheer of soortgelijke acties; e) milieuherstel van aangetaste kustgebieden en ecosystemen; (f) instandhouding en beheer van de kustlijn; en/of g) acties met vergelijkbare effecten. 
    III) de ordelijke en correcte toegankelijkheid van het openbare maritieme domein aan land verbeteren. Dit gebeurt door grond terug te winnen om toegang te verlenen tot het publieke domein, planning, beheer en herstel van toegang of acties met een soortgelijk effect. 
    uitvoering van strategisch beleid inzake mariene planning. Dit gebeurt door de uitvoering van maritieme ruimtelijke ordening, mariene strategieën, wetenschappelijk advies over oceanen, klimaat en kusten, en de ontwikkeling van een webapplicatie met geografische referenties voor zeegebruikers. (Uitgangssituatie: 31 december 2022.)

    81b

    C5.I4

    T

    Herstel van aangetaste gebieden en ecosystemen over ten minste 145 kilometer kustlijn

    Aantal (kilometers)

    100

    145

    KWARTAAL 4

    2025

    Voltooiing van werkzaamheden over ten minste 145 kilometer kustlijn voor het herstel van aangetaste gebieden en ecosystemen, bescherming en verbetering van de toegankelijkheid van kustgebieden, beperking van erosie, betere kennis en vergroting van de veerkracht van kustgebieden en aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering, monitoring op afstand en uitvoering van beleid inzake strategische mariene planning. De werkzaamheden omvatten: 
    I) de veerkracht van de Spaanse kust tegen de negatieve gevolgen van de klimaatverandering vergroten door erosie te bestrijden en de kustlijn te versterken. Hierbij wordt rekening gehouden met de aanleg van golfbrekers, kunstmatige stranden, drijvende oppervlakken, sedimentbeheer, op de natuur gebaseerde oplossingen, herstel van stranden en duinsystemen, kustbeschermingsinfrastructuur, de invoering van slimme netwerken voor de monitoring van kusterosie of acties met vergelijkbare effecten. 
    II) de ecosystemen aan de kust of aangetaste gebieden beschermen en herstellen. Dit gebeurt door a) installaties die door terugval worden getroffen, te verplaatsen; b) de afbakening van het maritieme domein dat eigendom is van de staat; C) oneigenlijk of oneigenlijk bezet maritiem land dat eigendom is van de staat terug te vorderen; d) risicobeoordeling en -beheer of soortgelijke acties; e) milieuherstel van aangetaste kustgebieden en ecosystemen; (f) instandhouding en beheer van de kustlijn; en/of g) acties met vergelijkbare effecten. 
    III) de ordelijke en correcte toegankelijkheid van het openbare maritieme domein aan land verbeteren. Dit gebeurt door grond terug te winnen om toegang te verlenen tot het publieke domein, planning, beheer en herstel van toegang of acties met een soortgelijk effect. 
    uitvoering van strategisch beleid inzake mariene planning. Dit gebeurt door de uitvoering van maritieme ruimtelijke ordening, mariene strategieën, wetenschappelijk advies over oceanen, klimaat en kusten, en de ontwikkeling van een webapplicatie met geografische referenties voor zeegebruikers. (Uitgangssituatie: 31 december 2023)

    E.3. Beschrijving van de investeringen voor steun via leningen

    Investering 5 (C5.I5) — Herstel van waterlagen met alternatieve middelen

    Het doel van deze investering is het verminderen van de grondwateronttrekking, met name in het stroomgebied van de Segura, het Middellandse Zeegebied en Andalusië en in de interne stroomgebieden van Catalonië.

    Deze investering heeft tot doel i) interconnecties tot stand te brengen tussen de verschillende ontziltingsinstallaties in het stroomgebied van de Segura om de watergebruikers van de Aqueduct Tajo-Segura te verzekeren, ii) water in het systeem te introduceren dat afkomstig is van verschillende hergebruikfaciliteiten in de regio Alicante, en iii) ontziltingsacties uit te voeren in het interne stroomgebiedsdistrict Catalonië (Tordera II — Foix) en het Middellandse-Zeegebied — Andalusian (Costa del Sol en Levante Almeriense). Deze acties moeten de hoeveelheid grondwater dat wordt gewonnen uit watervoerende lagen die overbevist zijn en in slechte ecologische toestand verkeren, verminderen en tegelijkertijd de waterzekerheid voor de verschillende gebruikers waarborgen en het herstel van de grondwaterlagen bevorderen.

    Deze maatregel doet naar verwachting geen ernstige afbreuk aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het verslechteringsverbod (2021/C58/01). Ontzilting water wordt met name geproduceerd met gebruikmaking van de beste beschikbare technologie met de laagste milieueffecten in de sector. Bovendien mag de investering niet leiden tot een uitbreiding van de geïrrigeerde gebieden noch tot een verhoging van de irrigatie-intensiteit.

    Deze investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 6 (C5.I6) — PERTE voor de digitalisering van watergebruik

    Deze investering is bedoeld ter ondersteuning van projecten voor de toepassing van technologieën die digitalisering bevorderen en het kader voor de follow-up en beheersing van het watergebruik in de stedelijke watercyclus versterken, met bijzondere aandacht voor middelgrote en grote gemeenten, en in de industriële sector.

    Deze investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    E.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor monitoring en uitvoering van steun via leningen

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    L13

    C5.I5

    T

    Vermindering van de grondwaterwinning

    Nummer (hm3/year)

    0

    60

    KWARTAAL 2

    2026

    Levering van alternatieve bronnen uit ontziltingsinstallaties met een gelijkwaardige vermindering van het jaarlijkse volume grondwater dat wordt gewonnen uit de watervoerende lagen in de interne stroomgebieden van Catalonië en de Middellandse Zee — Andalusië, in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel.

    L14

    C5.I6

    M

    Acties voor de digitalisering van de stedelijke watercyclus en de industriële sector

    Officiële kennisgeving van afgeronde werkzaamheden

     

    KWARTAAL 2

    2026

    10 000 000 inwoners hebben geprofiteerd van projecten voor de digitalisering van de stedelijke watercyclus en ten minste 90 industriële projecten op het gebied van wateraangelegenheden.

    F. COMPONENT 06: Duurzame mobiliteit (lange afstand)

    In dit onderdeel van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan worden de volgende uitdagingen aangepakt: 1) de transitie naar duurzamere vervoerswijzen; 2) vermindering van de emissies van de vervoerssector; 3) de vervoerssector veiliger, toegankelijker, duurzamer en inclusiever maken.

    De doelstellingen van het onderdeel zijn: de ontwikkeling van het Spaanse spoorwegnet (met name de TEN-T-kerncorridors en het niet tot het kernnetwerk behorende TEN-T-netwerk); de totstandbrenging van een meer interoperabel vervoersnetwerk (spoor, weg, havens) met als doel de koolstofvoetafdruk ervan te verkleinen; de verbetering van de grensoverschrijdende verbindingen met Frankrijk en Portugal; de modernisering van de vervoerssector met de invoering van geavanceerde digitale technologieën.

    Deze component heeft betrekking op de landspecifieke aanbevelingen inzake de bevordering van investeringen in energie-efficiëntie en het gebruik van hulpbronnen en inzake de bevordering van infrastructuur voor goederenvervoer per spoor (landspecifieke aanbeveling 3 2019) en over de investeringen in de groene en digitale transitie en duurzaam vervoer (landspecifieke aanbeveling 3 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    F.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C6.R1) — Strategie voor veilige, duurzame en geconnecteerde mobiliteit

    De doelstelling van de maatregel is:

    a)Verbetering van de veiligheid van het mobiliteitsnetwerk om mensen en goederen beter te beschermen, de normen te verbeteren en het aantal ongevallen terug te dringen.

    b)De duurzaamheid vergroten door prioriteit te geven aan dagelijkse mobiliteit, economische en sociale rechtvaardigheid, energie-efficiëntie en de strijd tegen klimaatverandering.

    c)Verbeteren van de connectiviteit met digitalisering, technologische vooruitgang en multimodale connectiviteit.

    De strategie heeft betrekking op specifieke acties op de volgende negen gebieden:

    I.Mobiliteit voor iedereen (zorgen voor universele toegankelijkheid tegen redelijke kosten);

    II.Nieuw investeringsbeleid (om te zorgen voor adequate financiering van vervoersinfrastructuur en -diensten);

    III.Veilige mobiliteit (prioriteit geven aan investeringen in monitoring, onderhoud en cyberbeveiliging);

    IV.Emissiearme mobiliteit (verhoging van de efficiëntie, vermindering van het energieverbruik);

    V.Slimme mobiliteit (O & O en mobiliteitsinnovatie stimuleren, intelligente infrastructuur opbouwen en beheren);

    VI.Slimme intermodale logistieke ketens (prioriteit geven aan het goederenvervoer per spoor in openbare en particuliere agenda’s);

    VII.Europa verbinden en verbinden met de wereld (verbinden van havens met intermodale logistieke terminals en intensiveren van de samenwerking met buurlanden om de aanleg en/of verbetering van grensoverschrijdende infrastructuur te coördineren);

    VIII.Sociale en arbeidsaspecten (genderevenwicht en om- en bijscholing van werknemers in de vervoerssector); en het

    IX.Digitalisering van het ministerie van vervoer, mobiliteit en stedelijke agenda om de digitale transitie te omarmen en opener en innovatiever te worden.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2021 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C6.R2) — Indicatieve spoorwegstrategie

    Doel van de hervorming is de invoering van instrumenten om ervoor te zorgen dat het spoorwegnet op coherente en doeltreffende wijze tegemoetkomt aan de mobiliteitsbehoeften van de toekomst. De strategie voorziet in een duidelijk planningsscenario voor de spoorwegvervoerswijze en maakt het mogelijk de investeringsprioriteiten af te stemmen op de strategie voor veilige, duurzame en geconnecteerde mobiliteit (R1).

    De hervorming bestaat uit verschillende acties, waaronder:

    a)het opstellen van een duidelijkere planning van de acties in de spoorwegsector, met name gericht op de dagelijkse mobiliteit;

    b)verbetering van het onderhoud van het netwerk;

    c)het waarborgen van de economische duurzaamheid van het spoorwegnet;

    d)prioriteit geven aan hulpbronnenefficiëntie, met een evaluatie vooraf en achteraf van investeringsprojecten;

    e)verbetering van de interoperabiliteit van het netwerk, met name op de trans-Europese netwerkcorridors, en van de intermodaliteit van het netwerk;

    f)bevordering van het goederenvervoer per spoor;

    g)verbetering van de veiligheid in het spoorvervoer en

    h)de digitalisering van vervoer en innovatie bevorderen om geconnecteerde mobiliteit te waarborgen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2022 voltooid zijn.

    Investering 1 (C6.I1) — Nationaal transmissienetwerk: Europese Corridors

    De doelstelling van de maatregel is de aanleg van nieuwe spoorweginfrastructuur in de Europese kerncorridors van het TEN-T en het moderniseren en verbeteren van de bestaande corridors.

    De investering bestaat uit acties met betrekking tot de volgende hoofddimensies:

    a)Platform: Projecten die het mogelijk maken de infrastructuur op te zetten die de spoorlijnen ondersteunt en die garnituren, opruimen, viaducten, tunnels enz. omvat. Het gaat voornamelijk om de aanleg van nieuwe infrastructuur;

    b)Vervanging van de diensten: Acties om bestaande diensten (licht, irrigatie, water enz.) die tijdens de uitvoering van de spoorwegwerkzaamheden worden getroffen, te herstellen;

    c)Sporen: Acties voor de montage en levering van spoormaterialen (ballast, dwarsliggers, spoorstaven, schakelaars en uitbreidingen) op nieuwe spoortrajecten, alsmede de vernieuwing van bestaande sporen;

    d)Elektriciteit: Acties voor de elektrificatie van lijnen, waaronder: bovenleiding, tractieonderstations, omzettingscentra, afstandsbediening, hoogspanningsleidingen;

    e)Verkeerssignalering en verkeersleiding: Projecten voor de invoering van nieuwe seingevings- en verkeersregelsystemen;

    f)Telecommunicatie: Projecten voor vaste en mobiele telecommunicatie op spoorlijnen.

    g)Stations: Modernisering en sanering van bestaande stations, alsmede de bouw van nieuwe stations.

    De werkzaamheden worden voltooid op ten minste 1 400 kilometer van het netwerk dat deel uitmaakt van de Atlantische en de mediterrane corridor, met inbegrip van acties ter verbetering van bestaande trajecten en investeringen om vooruitgang te boeken bij de aanleg van nieuwe baanvakken.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 2 (C6.I2) — Programma voor het trans-Europees vervoersnetwerk, overige werkzaamheden

    De maatregel heeft tot doel het nationale vervoersnetwerk voor alle vervoerswijzen (spoor, weg, lucht) te verbeteren om het betrouwbaarder, duurzamer, veiliger en veerkrachtiger te maken.

    De investering bestaat uit de volgende acties:

    a)Verbetering van het spoorwegnet ten opzichte van het TEN-T-netwerk buiten het kernnetwerk met werkzaamheden op ten minste 900 km;

    b)Het wegennet veiliger maken in overeenstemming met de nationale en Europese regelgeving, duurzamer maken, de digitalisering verbeteren en intelligente vervoerssystemen invoeren en het primaire voorontwerp van de vaste verbinding over de Straat van Gibraltar bijwerken;

    c)Stimulering van de ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (20 projecten);

    d)Ondersteuning van de digitale transformatie van het ministerie van Vervoer, Mobiliteit en Stedelijke Agenda.

    De selectiecriteria zorgen ervoor dat ten minste 1 010 000 000 EUR bijdraagt aan de doelstellingen inzake klimaatverandering met een klimaatcoëfficiënt van 100 % en ten minste 301 000 000 EUR met een klimaatcoëfficiënt van ten minste 40 %, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 3 (C6.I3) — Intermodaliteit en logistiek

    Het doel van de maatregel is de uitvoering van as 6 van de strategie voor veilige, duurzame en geconnecteerde mobiliteit (R1) inzake slimme intermodale logistieke ketens.

    De investering bestaat uit drie actielijnen:

    a)ontwikkeling of modernisering van negen strategische intermodale en logistieke terminals om, in sommige gevallen, de intermodale terminals te integreren met het logistieke gebied en in alle gevallen de verschuiving van het goederenvervoer over de weg naar het spoor te stimuleren;

    b)de toegang tot Spaanse havens per spoor en over de weg verbeteren om het goederenvervoer per spoor te stimuleren, door de aansluiting van havens op het spoor (2 havens) en het wegennet (één haven) te verbeteren;

    c)verbeterde toegankelijkheid (19 projecten) en duurzaamheid in havens (projecten bij 25 havenautoriteiten).

    De selectiecriteria zorgen ervoor dat ten minste 584 000 000 EUR bijdraagt aan de doelstellingen inzake klimaatverandering met een klimaatcoëfficiënt van 100 % en ten minste 217 000 000 EUR met een klimaatcoëfficiënt van ten minste 40 %, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 4 (C6.I4) — Steunprogramma voor duurzaam en digitaal vervoer

    De maatregel heeft tot doel de efficiëntie van het vervoerssysteem te verbeteren door digitalisering en invoering van nieuwe technologieën in de sector en door ondersteuning van de meest duurzame vervoersmiddelen, met name het spoor. Deze investering is afgestemd op de initiatieven van het werkprogramma van de Connecting Europe Facility (CEF) en roept op tot de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk.

    De investering bestaat uit een pakket van:

    a)een steunregeling voor duurzaam goederenvervoer op basis van ECO-INCENTIVES voor spoor- en maritieme doeleinden;

    b)overdrachten van middelen naar de autonome gemeenschappen voor de toekenning van subsidies voor projecten voor de digitalisering van personen- en goederenvervoer op regionaal en lokaal niveau;

    c)overdracht van middelen aan de autonome gemeenschappen voor de gunning van contracten of andere rechtsinstrumenten voor projecten voor de digitalisering van personen- en goederenvervoer op regionaal en lokaal niveau; en 

    d)de toekenning van projecten voor de volgende acties:

    Actiepunt 1. Interoperabiliteit van het goederenvervoer per spoor

    1. European Rail Traffic Management Systems (ERTMS) aan boord;

    2. Acties om belemmeringen voor de interoperabiliteit van het spoor weg te nemen;

    3. Innovatie en ontwikkeling van de as variabele spoorbreedte in locomotieven;

    Actiepunt 2. Bevordering van intermodaliteit in het vervoer

    4. De bouw, aanpassing of verbetering van ladingen en intermodale terminals voor spoorwegen en wegen en hun landverbindingen;

    Actielijn 3: Modernisering van de uitrusting voor goederenvervoer per spoor

    5. Acties ter ondersteuning van de renovatie of modernisering van wagons voor goederenvervoer per spoor, met inbegrip van de aanleg van spoorwegsnelwegdiensten;

    6. Acties ter ondersteuning van de renovatie of aanpassing van spoorweguitrusting met ander materiaal dat alternatieve brandstoffen als waterstof of elektriciteit gebruikt;

    Actielijn 4: Veilig, duurzaam en verbonden wegvervoer

    7. Aanleg en modernisering van beveiligde parkeerterreinen voor bedrijfsvoertuigen en verlening van informatiediensten;

    8. Intelligente vervoersdiensten voor de wegsector (ITS) in concessies voor tolwegen en andere diensten op het gebied van verkeersveiligheid en -behoud;

    9. Acties ter ondersteuning van de uitrol van alternatieve tankinfrastructuur voor zware bedrijfsvoertuigen op het wegennet. De subsidiabiliteitscriteria van deze maatregel waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door een voorwaarde vast te stellen waaronder de transitie- en distributie-infrastructuur van gasvormige brandstoffen bij de bouw voor het vervoer van hernieuwbare en koolstofarme gassen mogelijk wordt gemaakt;

    10. Acties ter ondersteuning van de renovatie of aanpassing van machines voor duurzaam wegdek, verkleining van de koolstofvoetafdruk en geluidsreductie;

    Actiepunt 5. Duurzaamheid van het zee- en luchtvervoer

    11. Steun voor de uitrol van alternatieve brandstoffen in havens en luchthavens. De subsidiabiliteitscriteria van deze maatregel waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door een voorwaarde vast te stellen waaronder de transitie- en distributie-infrastructuur van gasvormige brandstoffen bij de bouw voor het vervoer van hernieuwbare en koolstofarme gassen mogelijk wordt gemaakt;

    12. Steun voor het gebruik van alternatieve energietechnologieën in de maritieme sector;

    Actielijn 6: Digitalisering van het vervoer

    13. Projecten voor de digitalisering van personen- en goederenvervoer op nationaal niveau;

    De selectiecriteria zorgen ervoor dat ten minste 63 500 000 EUR bijdraagt aan de doelstellingen inzake klimaatverandering met een klimaatcoëfficiënt van 100 % en ten minste 210 000 000 EUR met een klimaatcoëfficiënt van ten minste 40 %, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    F.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    82

    C6.R1

    M

    Strategie voor duurzame, veilige en geconnecteerde mobiliteit (openbare raadpleging)

    Aankondiging van het einde van de raadpleging

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    Einde van de openbare raadpleging over de strategie voor acties op de volgende negen gebieden: 
    1) mobiliteit voor iedereen (om universele toegankelijkheid tegen redelijke kosten te waarborgen); 
    2) nieuw investeringsbeleid (om te zorgen voor adequate financiering van vervoersinfrastructuur en -diensten); 
    3) veilige mobiliteit (prioriteit geven aan investeringen in monitoring, onderhoud en cyberbeveiliging); 
    4) emissiearme mobiliteit (verhoging van de efficiëntie, vermindering van het energieverbruik); 
    5) slimme mobiliteit (O & O en mobiliteitsinnovatie stimuleren, intelligente infrastructuur opbouwen en beheren); 
    6) slimme intermodale logistieke ketens (om voorrang te geven aan het goederenvervoer per spoor); 
    7) Europa verbinden met de wereld (verbinden van havens met intermodale logistieke terminals en intensiveren van de samenwerking met buurlanden om de aanleg en/of verbetering van grensoverschrijdende infrastructuur te coördineren); 
    8) sociale en arbeidsaspecten (genderevenwicht en om- en bijscholing van werknemers in de vervoerssector); 
    9) digitalisering van het ministerie van Vervoer (MITMA).

    83

    C6.R1

    M

    Strategie voor duurzame, veilige en geconnecteerde mobiliteit (goedkeuring)

    Goedkeuring door de Raad van Ministers

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Goedkeuring door de Raad van Ministers van de strategie voor acties op de volgende negen gebieden: 
    1) mobiliteit voor iedereen (met het oog op universele toegankelijkheid tegen redelijke kosten); 
    2) nieuw investeringsbeleid (om te zorgen voor adequate financiering van vervoersinfrastructuur en -diensten); 
    3) veilige mobiliteit (prioriteit geven aan investeringen in monitoring, onderhoud en cyberbeveiliging); 
    4) emissiearme mobiliteit (verhoging van de efficiëntie, vermindering van het energieverbruik); 
    5) slimme mobiliteit (O & O en mobiliteitsinnovatie stimuleren, intelligente infrastructuur opbouwen en beheren); 
    6) slimme intermodale logistieke ketens (prioriteit geven aan het goederenvervoer per spoor in openbare en particuliere agenda’s); 
    7) Europa verbinden met de wereld (verbinden van havens met intermodale logistieke terminals en intensiveren van de samenwerking met buurlanden om de aanleg en/of verbetering van grensoverschrijdende infrastructuur te coördineren); 
    8) sociale en arbeidsaspecten (genderevenwicht en om- en bijscholing van werknemers in de vervoerssector); 
    9) digitalisering van het ministerie van Vervoer MITMA.

    84

    C6.R2

    M

    Indicatieve spoorwegstrategie

    Bekendmaking in het Publicatieblad

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Bekendmaking in het Publicatieblad van de resolutie ter goedkeuring van de indicatieve spoorwegstrategie met acties op het gebied van: 
    een duidelijkere planning van acties in de spoorwegsector vast te stellen, met name gericht op de dagelijkse mobiliteit; 
    verbetering van het onderhoud van het netwerk; 
    het waarborgen van de economische duurzaamheid van het spoorwegnet; 
    prioriteit geven aan hulpbronnenefficiëntie, met een evaluatie vooraf en achteraf van investeringsprojecten; 
    verbetering van de interoperabiliteit van het netwerk, met name op de trans-Europese netwerkcorridors, en van de intermodaliteit van het netwerk; 
    het stimuleren van het goederenvervoer per spoor; 
    het verbeteren van de veiligheid in het spoorvervoer; 
    het bevorderen van de digitalisering van vervoer en innovatie om geconnecteerde mobiliteit te waarborgen. 
    Voor alle acties die zijn opgenomen in de „indicatieve spoorwegstrategie” ervoor zorgen dat wordt voldaan aan de bepalingen van Wet 21/2013 inzake milieueffectbeoordeling en Wet 9/2018 van 5 december tot wijziging van Wet 21/2013, en de vereiste mitigatiemaatregelen ter bescherming van het milieu van de milieueffectbeoordeling (MEB) uitvoeren.

    85

    C6.I1

    T

    TEN-T-kernnetwerk: gunning van de opdrachten

    Overeenkomst of ander rechtsinstrument

    0

    144

    KWARTAAL 4

    2022

    Ten minste 144 contracten of andere juridische instrumenten die acties omvatten in een of meer van de volgende corridors van het TEN-T-kernnetwerk: 
    ATLANTISCHE CORRIDOR 
    • Y Vasca: Vitoria-Bilbao-San Sebastian/Astigarraga-Irun 
    • Valladolid-Palencia-León 
    • León-La Robla-Pola de Lena 
    • Castejón-Pamplona-Logroño-Bilbao

    • La Coruña-Vigo-Ourense 
    • Ourense-Monforte

    • Monforte-León 
    • Talayuela-Plasencia-Cáceres-Mérida-Badajoz

    • Talayuela-Madrid-Valladolid-Vitoria

    • Sevilla-Huelva

     
    MIDDELLANDSE-ZEECORRIDOR: 
    • Madrid-Zaragoza-Tarragona

    • Frontera francesa-Barcelona/Tarragona-Vandellós

    • Vandellós-Castellón 
    • Sagunto-Teruel — Zaragoza 
    • Zaragoza-Tarragona 
    • Castellón-Valencia-La Encina-Alicante

    • Alcázar de San Juan-La Encina 
    • Murcia-Cartagena 
    • Murcia-Almería

    • Utrera-Antequera Santa Ana

    • Madrid-Valencia

     
    GEMEENSCHAPPELIJK VOOR BEIDE CORRIDORS 
    • Koppeling van HSL Barcelona — HSL Levante 
    • Aranjuez-Alcázar de San Juan-Manzanares-Córdoba-■ ciras 
    • Madrid-Sevilla 
    De acties behoren tot een of meer van de volgende soorten acties: 
    • Platform. Het omvat projecten die het mogelijk maken de infrastructuur op te zetten die de sporen ondersteunt en die garnituren, vrije ruimten, viaducten, tunnels enz. omvat. Het gaat voornamelijk om de aanleg van nieuwe infrastructuur. 
    • Vervanging van diensten. Het omvat acties die gericht zijn op het herstel van bestaande diensten (licht, irrigatie, water enz.) die tijdens de uitvoering van de spoorwegwerkzaamheden worden getroffen. 
    • Sporen. Het omvat acties voor de montage en levering van spoormateriaal (ballast, dwarsliggers, spoorstaven, schakelaars en uitbreidingen) op nieuwe spoortrajecten, alsmede de vernieuwing van bestaande sporen. 
    • Elektriciteit. Het omvat acties gericht op de elektrificatie van lijnen, waaronder: bovenleiding, tractieonderstations, transformatiecentra, afstandsbediening, hoogspanningsleidingen enz. 
    • Verkeerssignalering en verkeersleiding. Het omvat projecten die gericht zijn op de invoering van nieuwe seingevings- en verkeersregelsystemen (ERTMS, enz.). 
    • Telecommunicatie. Omvat projecten in verband met vaste en mobiele telecommunicatie op spoorlijnen (zoals glasvezel, GSM-R) 
    • Stations. Het omvat de modernisering en sanering van bestaande stations en de bouw van nieuwe stations.

    86

    C6.I1

    T

    TEN-T-kernnetwerk: voortgang van de werkzaamheden

    Aantal (km)

    0

    335

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 335 km voltooide werkzaamheden aan het TEN-T-kernnetwerk in de corridors en met de kenmerken als omschreven in streefdoel nr. 85 van Q4 2022

    87

    C6.I1

    T

    TEN-T-kernnetwerk: voltooiing van werkzaamheden

    Aantal (km)

    335

    1 400

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 1 400 km voltooide werkzaamheden aan het TEN-T-kernnetwerk in de corridors en met de kenmerken als omschreven in streefdoel nr. 85 van Q4 2022. (uitgangssituatie: 31 december 2024).

    88

    C6.I2

    T

    TEN-T-netwerk spoorwegvervoer en staatswegennet gegunde contracten

    Overeenkomst of ander rechtsinstrument

    0

    188

    KWARTAAL 4

    2022

    Ten minste 188 contracten of andere juridische instrumenten die interventies in verschillende vervoerswijzen omvatten: voor spoorweginterventies op het TEN-T-netwerk buiten het kernnetwerk en voor wegen op het rijkswegennet 
    voor spoorwegen behoren interventies tot een of meer van de volgende interventietypes: 
    • Verbetering van de technologische infrastructuur voor het beheer van het spoorverkeer 
    • Beveiliging (zoals cyberbeveiliging, installatie van botsdetectoren) 
    • Akoestische bescherming/geluidskaarten 
    • Ontwikkeling van satelliettechnologie voor ERTMS-spoorwegseingeving 
    • Elektrificatie van secties (zoals Monforte-Lugo) 
    • Vernieuwing van het spoor (zoals Soria-Torralba en Monforte-Lugo) 
    • Verbetering van het subsysteem besturing en seingeving (zoals Soria-Torralba en Ávila-Salamanca) 
    • Aanleg van nieuwe secties of varianten (zoals Palencia-Santander, variant van Rincón de Soto en Variant of Ourense) 
     voor wegen behoren interventies tot een of meer van de volgende interventietypes: 
    • Verbetering van de verkeersveiligheid: met inbegrip van verkeersveiligheid in tunnels, bescherming van kwetsbare wilde dieren en planten en kwetsbare gebruikers 
     • Duurzaamheid: verbetering van de luchtkwaliteit, nieuwe vormen van stedelijke mobiliteit, bescherming van de biodiversiteit, klimaatrisicopreventie, energie-efficiëntie, geluidshinder 
     • Digitalisering: Invoering van monitoringsystemen voor bruggen, tunnels, waarbij gebruik wordt gemaakt van „big data” -analyse en het internet der dingen; digitalisering van wegen voor monitoring en onderhoud 
     • Invoering van intelligente vervoerssystemen in bus-VAO-rijstroken 
     • Actualisering van het eerste voorontwerp van de vaste verbinding over de Straat van Gibraltar 

    89

    C6.I2

    T

    TEN-V-netwerk buiten het kernnetwerk: voortgang van de spoorwegwerkzaamheden

    Aantal (km)

    0

    347

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 347 kilometer voltooide werkzaamheden om het spoorwegnet interoperabel te maken, met name ten opzichte van het TEN-T, met als einddoel de werkzaamheden op ten minste 900 kilometer netwerk. De werkzaamheden zijn in overeenstemming met de interventietypes als omschreven in punt a) van streefdoel 88.

    90

    C6.I2

    T

    Gemeenschappelijk Europees luchtruim: toegekend project en voortgang van de voltooiing van de projecten

    Aantal

    0

    15

    KWARTAAL 4

    2024

    Een cumulatief totaal van ten minste 15 voltooide projecten (einddoelstelling 20 projecten) op het gebied van digitalisering en veiligheid voor de ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees luchtruim op basis van de volgende selectiecriteria: Een cumulatief totaal van ten minste 15 voltooide projecten (einddoelstelling 20 projecten) op het gebied van digitalisering en veiligheid voor de ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees luchtruim op basis van de volgende selectiecriteria: 
    • Directe investeringen via ENAIRE (Luchtvaartmanager in Spanje) voor de ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, in verband met de modernisering van luchtverkeersleidings- en surveillancesystemen, de digitale transformatie van de informatiesystemen en de ontwikkeling van communicatiesystemen. 
    • Digitalisering van luchtvaartdocumentatie (gegevens en kartering) waarover gebruikers beschikken voor vluchtuitvoeringen 
    • Uitbreiding van de dekking van aarde/lucht en digitalisering van Voice in Pilot-Controller Communications. Verbetering van de lage dekking in bepaalde luchtruimgebieden door modernisering van de grondcommunicatie-infrastructuur 
    • Ontwikkeling van het spraakcommunicatiesysteem in luchtverkeersleidingscentra door middel van digitalisering en geavanceerde technologie, waardoor de kwaliteit, de veiligheid, de beschikbaarheid van informatie en de capaciteit voor noodgevallen worden verbeterd; 
    • Technologische modernisering van het primaire radarnetwerk, verbetering van de prestaties en sturing van systemen voor een volledige digitalisering van primaire radars met gebruikmaking van alle beschikbare technologische vooruitgang om de operationele efficiëntie te vergroten 
    • Ontwikkeling van radarsystemen die ondergeschikt zijn aan de technologie van Modo S. die informatie verstrekt aan het luchtverkeersleidingssysteem 
    • Vervanging van de Hardware-apparatuur van de verschillende ENAIRE-systemen 
    • Ontwikkeling van verschillende beheer- en operationele toepassingen voor het beheer van ENAIRE 
    • Technologische modernisering van de scheepvaartsystemen door prioriteit te geven aan de volledige digitalisering ervan en de invoering van oplossingen voor systeemmonitoring en afstandsbediening 
    • Aanleg van infrastructuur voor de invoering van nieuwe luchtverkeersleidingssystemen. Essentieel voor de tenuitvoerlegging van de nieuwe operationele concepten in Spanje. Daarnaast wordt ook de modernisering van installaties opgenomen om ervoor te zorgen dat zij bestand zijn tegen storingen. 
    • Digitalisering en automatisering van het technisch operationeel beheer met het oog op de geïntegreerde verbetering van instrumenten voor monitoring van systemen op afstand 
    • Modernisering van het luchtverkeersleidingssysteem met het oog op de naleving van de regelgevingscriteria, met inbegrip van verbeteringen op het gebied van capaciteit, veiligheid, cyberbeveiliging en digitalisering die allemaal voortvloeien uit het gemeenschappelijk Europees luchtruim

    91

    C6.I2

    M

    Digitalisering van het ministerie van Vervoer, Mobiliteit en Stedelijke Agenda

    Officiële kennisgeving van de voltooiing van de werkzaamheden

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2024

    Voltooiing van de volgende projecten: 
    • Building Information Modeling (BIM): oprichting van een samenwerkingsplatform voor het beheer van digitale informatie en modellen. 
    • Het stimuleren van mobiliteit als dienst, het verstrekken van open data en het gebruik van nieuwe technologieën voor mobiliteitsanalyse en -optimalisering. 
    • Invoering van een systeem voor analyse, monitoring, bewaking, controle van de behoeften, implementatie van diensten en invoering en toepassing van nieuwe technologieën in het vervoer over land. 
    • Het digitalisatieplan van het directoraat-generaal Wegen. 
    • Ontwikkeling van nieuwe diensten en beter beheer op het gebied van onder meer lucht-, zee- en geografische informatie.

    92

    C6.I2

    T

    Nieuwe of verbeterde TEN-T-netwerken, andere werkzaamheden

    Aantal (km)

    347

    900

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 900 kilometer voltooide werkzaamheden om het spoorwegnet interoperabel te maken, voornamelijk met betrekking tot TEN-V met werken. De werkzaamheden zijn in overeenstemming met de interventietypes als omschreven in punt a) van streefdoel 88. (uitgangssituatie: 31 december 2024).

    93

    C6.I2

    T

    Gemeenschappelijk Europees luchtruim: voltooiing van het project

    Aantal

    15

    20

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 20 projecten voltooid op het gebied van digitalisering en veiligheid voor de ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, met projecten die zijn geselecteerd in overeenstemming met de selectiecriteria voor de toekenning van projecten (mijlpaal 90) (uitgangssituatie: 31 december 2024).

    94

    C6.I2

    M

    Rijkswegennet aangepast aan de huidige regelgeving

    Voltooiing van het project

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van de werkzaamheden op het rijkswegennet in overeenstemming met de in punt b) van streefdoel 88 gedefinieerde interventietypes. Het omvat werkzaamheden in ten minste 80 tunnels, werkzaamheden ter verbetering van omheiningen en bewegwijzering om de kans te verkleinen dat in het wild levende dieren worden getroffen, de uitvoering van acties ter verbetering van de veiligheidsomstandigheden van de meest kwetsbare weggebruikers, zoals voetgangers en fietsers (loopbanen, fietspaden), duurzaamheid (verbetering van de luchtkwaliteit, nieuwe vormen van stedelijke mobiliteit, bescherming van de biodiversiteit, klimaatrisicopreventie), energie-efficiëntie, geluidshinder, digitalisering (invoering van monitoringsystemen voor bruggen, tunnels, gebruik van analyse van big data en het internet der dingen); digitalisering van de weg voor monitoring en onderhoud), invoering van intelligente vervoerssystemen in busbanen, actualisering van het primaire voorontwerp van de vaste verbinding over de Straat van Gibraltar.

    95

    C6.I3

    T

    T1: aantal gegunde contracten of andere rechtsinstrumenten ter verbetering van intermodale en logistieke infrastructuur

    Overeenkomst of ander rechtsinstrument

    0

    66

    KWARTAAL 4

    2022

    Ten minste 66 contracten of andere juridische instrumenten toegekend, met inbegrip van interventies ter verbetering van intermodale en logistieke infrastructuur. 
    Interventies behoren tot een of meer van de volgende gebieden: 
    de ontwikkeling en modernisering van strategische intermodale en logistieke terminals op een of meer van de volgende locaties: 
    • Vicálvaro in Madrid; 
    • La Llagosta in Barcelona 
    • San Luis in Valencia 
    • Júndiz in Álava. 
    • Logistieke faciliteit van Can Tunis (Barcelona) 
    • Terminal van Orduña (Bizkaia) 
    • Logistieke faciliteit in Lezo (Gipuzkoa) 
    • Muriedas (Santander) 
    • Terminal Escombreras (Murcia); 
    de constructie of uitbreiding van rangeersporen tot een lengte van ten minste 750 m; 
    de verbetering van de toegang per spoor tot de haven van A Coruña en de haven van Castellón;

    de verbetering van de toegang van de weg tot de haven van ■ ciras; en het

    betere toegankelijkheid en duurzaamheid in havens, met inbegrip van: 
    • Toegankelijkheid: spoorwegtoegangswerkzaamheden, met inbegrip van renovatie- en moderniseringswerkzaamheden, alsmede nieuwe toegang tot en verbetering van het interne verkeer in havens, door aanpassing van de infrastructuur die haar externe toegang aan land voortzet. 
    • Duurzaamheid: met inbegrip van de toereikendheid van watervoorzienings- en sanitaire systemen; plannen ter verbetering van de luchtkwaliteit; de installatie van efficiëntere energienetwerken; fotovoltaïsche zonne-energie-installaties; renovatie van verlichtingsnetwerken en installatie van ledtechnologie; systemen voor de regeling van het elektriciteitsverbruik; renovatie van verwerkingssystemen.

    96

    C6.I3

    T

    T2: Aantal gegunde contracten of andere rechtsinstrumenten ter verbetering van intermodale en logistieke infrastructuur

    Aantal contracten of andere rechtsinstrumenten

    66

    105

    KWARTAAL 4

    2024

    Een cumulatief aantal van ten minste 105 gegunde contracten of andere rechtsinstrumenten, rekening houdend met contracten of andere rechtsinstrumenten die reeds zijn beoordeeld in het kader van streefdoel 95, met inbegrip van interventies ter verbetering van de intermodale en logistieke infrastructuur, in overeenstemming met de in de punten a), b), c), d) of e) in doelstelling 95 omschreven gebieden.

    97

    C6.I3

    T

    Voltooiing van projecten in verband met intermodale en logistieke terminals, havens en afstanden van 750 meter

    Aantal

    0

    14

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van de werkzaamheden in negen strategische intermodale en logistieke terminals (Tilos en drie havens hebben toegang tot nieuwe of verbeterde havens om het goederenvervoer per spoor te stimuleren, en de bouw of uitbreiding van ten minste twee randen tot een lengte van ten minste 750 meter. De werkzaamheden zijn in overeenstemming met het interventietype als omschreven in de punten a), b), c) en d) van streefdoel 95.

    98

    C6.I3

    T

    Voltooiing van projecten inzake toegankelijkheid van het spoor en van duurzaamheidsprojecten in havens

    Aantal

    0

    44

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van 44 acties (19 + 25): ten minste 19 projecten voor de toegankelijkheid van het spoor en de voltooiing van duurzaamheidsprojecten binnen de havens bij 25 verschillende havenautoriteiten. De werkzaamheden zijn in overeenstemming met de interventietypes die zijn gedefinieerd in doelstelling 95, onder e).

    99

    C6.I4

    M

    Ondersteuning van het programma voor duurzaam en digitaal vervoer.

    Bekendmaking in het Publicatieblad en aanneming van officiële resoluties

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Het dotatiekapitaal van 800 000 000 EUR in het kader van het steunprogramma voor duurzaam en digitaal vervoer door middel van: 
    a) de publicaties in het staatsblad van ministeriële besluiten tot vaststelling van de steunregeling voor duurzaam goederenvervoer op basis van ECO-INCENTIVES voor spoor- en maritieme doeleinden;

    b) de officiële besluiten tot goedkeuring van de overdrachten die zijn vastgesteld in het koninklijk besluit waarbij de overdracht van middelen aan de autonome gemeenschappen wordt toegewezen voor de toekenning van subsidies voor projecten voor de digitalisering van personen- en goederenvervoer op regionaal en lokaal niveau;

    de officiële resoluties tot goedkeuring van de in de resolutie van het staatssecretariaat voor vervoer, mobiliteit en de stedelijke agenda vastgestelde overdrachten van de overdracht van middelen naar de autonome gemeenschappen voor de gunning van contracten of andere rechtsinstrumenten voor projecten voor de digitalisering van personen- en goederenvervoer op regionaal en lokaal niveau; en

    de resolutie van het staatssecretariaat voor vervoer, mobiliteit en de stedelijke agenda van de toekenning van projecten voor de volgende acties: 
    Actielijn 1: Interoperabiliteit van het goederenvervoer per spoor 
    1. European Rail Traffic Management Systems (ERTMS) 
     2. Acties om belemmeringen voor de interoperabiliteit van het spoor weg te nemen overeenkomstig de TSI’s. 
    3. Innovatie en ontwikkeling van de as variabele spoorbreedte in locomotieven. 
    Actielijn 2: Bevordering van intermodaliteit in het vervoer

    4. Bouw, aanpassing of verbetering van ladingen en intermodale overslagterminals voor weg- en spoorvervoer en hun landverbindingen 
    Actiepunt 3. Modernisering van de uitrusting voor goederenvervoer per spoor 
     5. Acties ter ondersteuning van de renovatie of modernisering van wagons voor goederenvervoer per spoor, met inbegrip van de aanleg van spoorwegsnelwegdiensten. 
    6. Acties ter ondersteuning van de renovatie of aanpassing van uitrusting van spoortrekkers met ander materiaal dat alternatieve brandstoffen (waterstof of elektriciteit) gebruikt. 
    Actiepunt 4. Veilig, duurzaam en verbonden wegvervoer 
     7. Bouw en modernisering van beveiligde parkeerterreinen voor bedrijfsvoertuigen en verlening van informatiediensten (Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 885/2013). 
    8. Intelligente vervoersdiensten voor de wegsector (ITS) in tolautosnelwegconcessies en andere diensten op het gebied van verkeersveiligheid en -behoud. 
    9. Acties ter ondersteuning van de uitrol van infrastructuur voor het tanken van alternatieve brandstoffen voor zware bedrijfsvoertuigen op het wegennet 
    10. Acties ter ondersteuning van de renovatie of aanpassing van middelen en machines met het oog op duurzame aanleg: verkleining van de koolstofvoetafdruk en geluidsreductoren 
     Actiepunt 5. Duurzaamheid van het zee- en luchtvervoer 
     11. Steun voor de uitrol van alternatieve brandstoffen in havens en luchthavens. 
    12. Steun voor het gebruik van voortstuwende alternatieve energietechnologieën in de maritieme sector. 
    Actielijn 6: Digitalisering van het vervoer 
     13. Projecten voor de digitalisering van personen- en goederenvervoer op nationaal niveau. 

    Voor de acties 9 en 11 moeten de selectiecriteria voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), om ervoor te zorgen dat de infrastructuur op het moment van de bouw beschikbaar is voor het vervoer van hernieuwbare en koolstofarme gassen. 

    100

    C6.I4

    M

    De toekenning van ECO-INCENTIVES en officiële kennisgeving van de start van de werkzaamheden in het kader van het steunprogramma voor duurzaam en digitaal vervoer

    Officiële kennisgeving van de aanvang van de werkzaamheden

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2024

    De toekenning van ten minste 30 000 000 EUR aan ECO-INCENTIVES voor spoorweg- en maritieme doeleinden en de start van de werkzaamheden in het kader van projecten die zijn gegund overeenkomstig de punten b), c) en d) in mijlpaal 99, voor een geldwaarde van ten minste 665 371 038 EUR.

    101

    C6.I4

    M

    Duurzaam en digitaal vervoer: voltooiing van werkzaamheden

    Officiële kennisgeving van de voltooiing van de werkzaamheden

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van alle in het vierde kwartaal van 4 2022 gegunde projecten (mijlpaal 99) ter bevordering van duurzaam en digitaal vervoer. De werkzaamheden hebben betrekking op gebieden die zijn omschreven in de selectiecriteria voor de toekenning van projecten in het vierde kwartaal van 4 2022. 
    Voor de maatregelen 10 en 12 moeten de selectiecriteria voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), om ervoor te zorgen dat de infrastructuur op het moment van de bouw voor het vervoer van hernieuwbare en koolstofarme gassen mogelijk is.

    F.3. Beschrijving van de investeringen voor steun via leningen

    Hervorming 3 (C6.R3) — Strategie voor energie-efficiëntie op het nationale wegennet

    Het doel van deze hervorming is de publicatie van de strategie voor energie-efficiëntie in het nationale wegennet en de vaststelling van een reeks maatregelen ter verbetering van de energie-efficiëntie in het staatswegennet.

    Deze strategie omvat ten minste de volgende elementen:

    a)een analyse van de energievoorziening van het nationale wegennet;

    b)een analyse van de huidige situatie op het nationale wegennet met betrekking tot de verlichting en motivering van mogelijke oplossingen;

    c)een lijst van de uit te voeren maatregelen, met tijdschema’s voor de uitvoering ervan;

    d)een lijst van acties die moeten worden uitgevoerd in het verlichtingssysteem van het wegennet; en het

    e)een investerings- en financieringsplan voor de vereiste maatregelen die binnen het tijdschema moeten worden uitgevoerd.

    De strategie zal in het eerste kwartaal van 2024 worden gepubliceerd.

    In het kader van de uitvoering van de energie-efficiëntiestrategie op het nationale wegennet voert het directoraat-generaal Wegen een berekening uit van de koolstofvoetafdruk voor het jaar 2024, waarvan de resultaten in 2025 zullen worden gepresenteerd.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2025 voltooid zijn.

    F.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor monitoring en uitvoering van steun via leningen

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    L15

    C6.R3

    M

    Energie-efficiëntiestrategie

    Bekendmaking in het Publicatieblad

    KWARTAAL 1

    2024

    Bekendmaking in het Publicatieblad van de goedkeuring van de energie-efficiëntiestrategie voor het nationale wegennet met daarin de elementen die in overeenstemming zijn met de beschrijving van de maatregel.

    L16

    C6.R3

    M

    Berekening van de koolstofvoetafdruk door het directoraat-generaal Wegen

    Publicatie van de resultaten op het officiële onlineplatform

    KWARTAAL 4

    2025

    Berekening van de koolstofvoetafdruk door het directoraat-generaal Wegen voor het jaar 2024, waarvan het resultaat in 2025 zal worden gepresenteerd als onderdeel van de uitvoering van de energie-efficiëntiestrategie.

    G. COMPONENT 07: Uitrol en integratie van hernieuwbare energiebronnen

    In het nationale energie- en klimaatplan (NECP) van Spanje voor 2021-2030 wordt een aanzienlijke groei van de penetratie van hernieuwbare energie in Spanje voorspeld, tot 74 % in de elektriciteitssector en 42 % in het eindgebruik in 2030. In dit verband heeft deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan tot doel het gebruik van hernieuwbare energie te vergroten door middel van de volgende elementen:

    a)de ontwikkeling van een duidelijk en voorspelbaar regelgevingskader dat investeringen in hernieuwbare energie bevordert;

    b)de totstandbrenging en consolidatie van de industriële waardeketen op het gebied van hernieuwbare energie;

    c)de ondersteuning van innovatieve bronnen van technologieën voor de opwekking van hernieuwbare energie, met inbegrip van de integratie ervan in eindgebruik; en het

    d)de ontwikkeling van groene vaardigheden.

    Daarnaast is de component specifiek gericht op de bevordering van de uitrol van hernieuwbare energie op de Spaanse eilanden en op de participatie van burgers via hernieuwbare-energiegemeenschappen.

    De component houdt verband met de bevordering van investeringen in innovatie en energie-efficiëntie (landspecifieke aanbeveling 3 2019). Het bevordert ook publieke en particuliere investeringen en bevordert de groene transitie (landspecifieke aanbeveling 3 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    G.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C7.R1) — Regelgevingskader ter bevordering van de opwekking van hernieuwbare energie

    Het doel van deze maatregel is het regelgevingskader voor de bevordering van de opwekking van hernieuwbare energie te versterken, teneinde de zekerheid te vergroten en particuliere investeringen in hernieuwbare energie aan te moedigen, belemmeringen voor de uitrol van hernieuwbare energie weg te nemen en de integratie ervan in het milieu, het elektriciteitssysteem en in verschillende sectoren te verbeteren.

    De maatregel omvat een aantal wetgevende en regelgevende stappen, waaronder:

    -de goedkeuring van Koninklijk Wetsbesluit 23/2020 in juni 2020, waarbij een nieuw veilingsysteem voor de opwekking van hernieuwbare energie wordt opgezet en het mechanisme voor de toegang van hernieuwbare energie tot het elektriciteitsnet wordt verbeterd;

    -de vaststelling van Koninklijk Besluit 960/2020 in november 2020, dat de voorspelbaarheid van de inkomsten uit de opwekking van hernieuwbare energie op de nieuwe veilingen vergroot;

    -Koninklijk besluit 1183/2020 van december 2020, dat de toegangs- en aansluitvoorwaarden voor de opwekking van hernieuwbare energie regelt, in overeenstemming met de bepalingen van Koninklijk Wetsbesluit 23/2020; en het

    -De wet inzake klimaatverandering en energietransitie, die naar verwachting in de eerste helft van 2021 zal worden aangenomen, waarin de streefcijfers voor hernieuwbare energie voor 2030 en de doelstelling van klimaatneutraliteit tegen 2050 (met inbegrip van een systeem van 100 % hernieuwbare elektriciteit) in wet zullen worden vastgelegd. Deze wet bevat ook elementen die relevant zijn voor andere onderdelen van het plan (zoals de vermindering van administratieve belemmeringen en eisen voor de installatie van openbare oplaadpunten).

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C7.R2) — Nationale strategie voor zelfconsumptie

    Het doel van deze maatregel is het stimuleren van het verbruik van zelfgeproduceerde energie als alternatieve vorm van hernieuwbare energie, het vaststellen van streefcijfers op dit gebied voor de periode 2021-2030 en het vaststellen en ontwikkelen van maatregelen om de belangrijkste belemmeringen voor de uitrol ervan weg te nemen. Zelfverbruik draagt bij tot de integratie van hernieuwbare energie in gebouwen en stedelijke omgevingen en stimuleert de lokale werkgelegenheid.

    De maatregel omvat de goedkeuring door de Spaanse regering van een nationale strategie voor zelfconsumptie in de tweede helft van 2 021 om de administratieve belemmeringen voor zelfconsumptie te verminderen. In de strategie worden de huidige en potentiële situatie in Spanje gediagnosticeerd en worden maatregelen vastgesteld die gericht zijn op: a) betere coördinatie tussen overheidsdiensten; b) de verspreiding van informatie onder consumenten en bewustmaking; (C) het in kaart brengen van bestaande relevante vaardigheden, alsmede verdere opleidingsmogelijkheden in verband met het gebruik van zelfverbruik.

    De maatregel heeft betrekking op de uitvoering van de belangrijkste elementen van de nationale strategie voor zelfconsumptie, waaronder de publicatie van richtsnoeren over de wijze waarop zelfconsumptie kan worden bevorderd en de voltooiing van opleidingen ter verbetering van de vereiste vaardigheden.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 3 (C7.R3) — Ontwikkeling van energiegemeenschappen

    Deze maatregel heeft tot doel energiegemeenschappen te ontwikkelen om de deelname van burgers aan de energietransitie te stimuleren door middel van hernieuwbare-energiegemeenschappen en energiegemeenschappen van burgers. De maatregel zal opleiding, participatieve en gemeenschapsopbouwprocessen en specifieke projecten ondersteunen.

    In het kader van de maatregel wordt op basis van een openbare aanbesteding een eerste proefproject voor energiegemeenschappen gegund om de levensvatbaarheid van dit model aan te tonen. Zij voert uiterlijk eind 37 2024 proefprojecten uit met deelname van de lokale gemeenschap, met een routekaart van de uitgevoerde acties en de vaststelling van passende toekomstige stappen. Deze projecten zijn gebaseerd op hernieuwbare energie.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2024 voltooid zijn.

    Hervorming 4 (C7.R4) — Kader voor innovatie en technologische ontwikkeling op het gebied van hernieuwbare energie

    Deze maatregel versterkt het kader voor innovatie en technologische ontwikkeling van een aantal hernieuwbare energiebronnen en draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstelling om 100 % van de vraag naar energie uit hernieuwbare bronnen te halen. De hernieuwbare bronnen waarop deze maatregel betrekking heeft, omvatten windenergie en biogas op zee. De maatregel moet ook O & O op het gebied van hernieuwbare technologieën vergemakkelijken.

    De maatregel omvat de publicatie van een routekaart voor offshore-windenergie en andere mariene energie. Het doel van dit stappenplan is de administratieve belemmeringen voor de ontwikkeling van deze bron van hernieuwbare energie te verminderen. De routekaart heeft met name tot doel: a) onderzoek, ontwikkeling en innovatie bevorderen door middel van een flexibeler regelgevingskader en door de versterking van technologiecentra en testplatforms voor nieuwe prototypes; b) mogelijkheden en synergieën met belangrijke industriële sectoren in kaart te brengen; C) een passend regelgevingskader ontwikkelen voor de uitrol in Spanje (met name van drijvende technologie); en d) maatregelen vast te stellen om de milieueffecten tot een minimum te beperken (en tegelijkertijd de administratieve procedures te vereenvoudigen). De maatregel voert de belangrijkste regelgevende maatregelen uit die in de routekaart zijn vastgesteld om offshorewindmolenparken te bevorderen, onderzoek en ontwikkeling te stimuleren en de uitrol van drijvende technologieën te ondersteunen.

    Het tweede element van deze maatregel is de publicatie van een routekaart voor biogas, waarin de passende regelgevings- en sectorale instrumenten ter bevordering van biogas worden geanalyseerd, met bijzondere aandacht voor het efficiënte gebruik van deze energiebron (zoals in agro-industriële toepassingen, en voor zware bedrijfsvoertuigen waar elektrificatie nog geen alternatief is). Dit deel van de hervorming heeft betrekking op de uitvoering van de belangrijkste activiteiten van het stappenplan voor biogas, waaronder: a) de invoering van een systeem van garanties van oorsprong voor hernieuwbare gassen, gericht op het bevorderen van investeringen in biogas en het koolstofvrij maken van sectoren zoals de industrie en het vervoer; b) de ontwikkeling van een instrument om de bijdrage van biogas aan de decarbonisatie te berekenen; en c) voorbereidende haalbaarheidsstudies ter bevordering van de implementatie van biogasproductiefaciliteiten.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Investering 1 (C7.I1) — Ontwikkeling van innovatieve hernieuwbare energie, geïntegreerd in gebouwen en productieprocessen

    Het doel van deze maatregel is het bevorderen van de ontwikkeling van innovatieve hernieuwbare energiebronnen en van energie die moeten worden geïntegreerd in gebouwen en in productieprocessen. Het ondersteunt het verbruik van zelfgeproduceerde hernieuwbare energie en technologieën die nog niet volledig concurrerend zijn, met inbegrip van elektrische en thermische hernieuwbare bronnen in de landbouwsector, hernieuwbare bronnen die gericht zijn op de koelings-/verwarmingsbehoeften van de woon- en dienstensector, thermische energie uit hernieuwbare bronnen voor industriële processen, bio-energie en mariene hernieuwbare energiebronnen. De steun zal de vorm aannemen van investeringssteun, die wordt toegekend via aanbestedingen die een kostenefficiënte uitkomst garanderen, of rechtstreekse kapitaalsteun voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie. De investering zou ook omscholing en bijscholing op het gebied van de opwekking van hernieuwbare energie ondersteunen.

    In het kader van deze investering moet uiterlijk in de eerste helft van 3 800 ten minste 2 026 MW aan innovatieve hernieuwbare energie of hernieuwbare energie met toegevoegde waarde worden geïnstalleerd.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 2 (C7.I2) — Duurzame energie op eilanden

    Deze investering ondersteunt duurzame energie op de Spaanse eilanden (de Canarische Eilanden en de Balearen) als onderdeel van een bredere strategie ter ondersteuning van de energietransitie op de eilanden, met name door steun voor projecten voor de penetratie en integratie van hernieuwbare energie in eilanden en niet-insulaire systemen. Dit is in overeenstemming met het Spaanse nationale energie- en klimaatplan, dat maatregelen omvat om de eilanden koolstofvrij te maken en hun afhankelijkheid van olie te verminderen.

    Specifieke te ondersteunen investeringen omvatten hernieuwbare energiebronnen, opslagoplossingen en slimme projecten (als onderdeel van het programma „Slimme eilanden”). Een deel van de activiteiten in het kader van deze investering is gebaseerd op de kennis die is verworven via het programma „Schone energie voor de eilanden van de EU”.

    In het kader van deze investering wordt ten minste 180 MW aan hernieuwbare energie opgewekt, alsook ten minste 600 acties, projecten of programma’s die worden ondersteund of uitgevoerd, waaronder: dynamisatieprogramma’s of kantoren, routekaarten voor eilanden, investerings- of steunprojecten in verband met de programma’s „Slimme eilanden” of „Schone energie voor de eilanden van de EU”, projecten voor duurzame hernieuwbare energie of opslag.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    G.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    102

    C7.R1

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Wetsbesluit 23/2020 (energiemaatregelen)

    Bepaling in Koninklijk Wetsbesluit 23/2020 betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    Koninklijk wetsbesluit 23/2020 keurt energiemaatregelen goed die erop gericht zijn de rechtsgrondslag voor een nieuwe veilingregeling vast te stellen, nieuwe deelnemers in de energiesector, zoals onafhankelijke aankoopgroeperingen en hernieuwbare-energiegemeenschappen, te definiëren en bij te dragen tot de rationalisering van toegangs- en aansluitvergunningen.

    103

    C7.R1

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Besluit 960/2020 (economische regeling voor hernieuwbare energie)

    Bepaling in Koninklijk Besluit 960/2020 betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    Koninklijk besluit 960/2020 regelt de economische regeling voor hernieuwbare energie

    104

    C7.R1

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Besluit 1183/2020 (aansluiting van hernieuwbare energie op het elektriciteitsnet)

    Bepaling in Koninklijk Besluit 1183/2020 betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    Koninklijk besluit 1183/2020 regelt hybridisatie en bevel tot toegang tot en aansluiting van hernieuwbare energiebronnen op het elektriciteitsnet.

    105

    C7.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake klimaatverandering en energietransitie

    Bepaling in de wet inzake klimaatverandering en energietransitie met betrekking tot de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2021

    De wet inzake klimaatverandering en energietransitie biedt alternatieve stabiliteit in de regelgeving voor de ontwikkeling van hernieuwbare hulpbronnen, minder administratieve belemmeringen en minimumeisen voor de installatie van openbare oplaadpunten in gebruik.

    106

    C7.R1

    T

    Extra productiecapaciteit voor hernieuwbare energie

    Aantal (MW)

    0

    6 000

    KWARTAAL 4

    2023

    Cumulatieve extra productiecapaciteit voor hernieuwbare energie die wordt ondersteund in het kader van het nieuwe faciliterende wetgevingskader dat is opgenomen in hervorming C7.R1 (met inbegrip van het veilingmechanisme dat is ingesteld bij RD 960/2020, de nieuwe verordening inzake toegangs- en aansluitvergunningen en hybridisatie): ten minste 6 000 MW toegekend

    107

    C7.R1

    T

    Cumulatieve extra capaciteit voor hernieuwbare energie geïnstalleerd in Spanje

    Aantal (MW)

    0

    6 000

    KWARTAAL 4

    2023

    Cumulatieve aanvullende capaciteit voor hernieuwbare energie die in Spanje is geïnstalleerd tijdens de periode Q1 2020-Q42023, in het kader van het nieuwe faciliterende wetgevingskader dat is opgenomen in hervorming C7.R1 (met inbegrip van het veilingmechanisme dat is ingesteld bij RD 960/2020, nieuwe verordening inzake toegangs- en aansluitvergunningen en inzake hybridisatie): ten minste 6 000 MW gebouwd

    108

    C7.R2

    M

    Nationale strategie voor zelfconsumptie

    Publicatie op webpagina

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Goedkeuring door de ministerraad en publicatie op regeringswebsite van de nationale strategie voor zelfconsumptie om de administratieve belemmeringen voor zelfconsumptie weg te nemen.

    109

    C7.R2

    M

    Voltooiing van de maatregelen in het kader van de nationale strategie voor zelfconsumptie

    Publicatie van de resultaten op de webpagina

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2023

    Voltooiing van de belangrijkste maatregelen in het kader van de nationale strategie voor zelfconsumptie, waaronder: de publicatie op de website van het ministerie van Ecologische Transitie van technische richtsnoeren en richtsnoeren voor gemeenten over de wijze waarop zelfverbruik kan worden bevorderd en de voltooiing van opleidingen ter verbetering van de vereiste technische vaardigheden op het gebied van hernieuwbare bronnen van zelfverbruik van hernieuwbare energie voor ten minste 500 professionals.

    110

    C7.R3

    M

    Proefproject voor energiegemeenschappen

    Publicatie op webpagina

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Gunning van het eerste proefproject voor energiegemeenschappen op basis van aanbestedingen om de levensvatbaarheid van dit model aan te tonen.

    111

    C7.R3

    T

    Voltooiing van energiegerelateerde proefprojecten in lokale gemeenschappen

    Aantal

     0

    37

    KWARTAAL 4

    2024

    Voltooiing van ten minste 37 proefprojecten op energiegebied met deelname van de lokale gemeenschap, op basis van een routekaart waarin de uitgevoerde acties en de volgende stappen in de toekomst worden uiteengezet. Deze proefprojecten kunnen participatieve processen, steun voor de oprichting van lokale energiegemeenschappen of de uitrol van hernieuwbare-energieprojecten zelf omvatten.

    112

    C7.R4

    M

    Routekaart voor offshore-windenergie en andere mariene energie

    Publicatie op webpagina

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Publicatie van de routekaart voor offshore-windenergie en andere mariene energie om de administratieve belemmeringen voor de ontwikkeling van deze bron van hernieuwbare energie te verminderen

    113

    C7.R4

    M

    Inwerkingtreding van de regelgevende maatregelen op de kaart voor offshore-windenergie en andere mariene energie

    Bepalingen in de regelgeving betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2023

    Inwerkingtreding van de belangrijkste regelgevende maatregelen op de kaart voor offshore-windenergie en andere mariene energie, ter bevordering van onderzoek en innovatie en ter ondersteuning van de uitrol van drijvende technologieën. Deze kernmaatregelen omvatten: definitieve goedkeuring van de plannen voor maritieme ruimtelijke ordening, betere coördinatie van de netplanning en de offshore-strategie en actualisering van het regelgevingskader.

    114

    C7.R4

    M

    Voltooiing van de in het stappenplan voor biogas vastgestelde maatregelen

    Publicatie op webpagina

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Voltooiing van de belangrijkste maatregelen die zijn vastgesteld in de routekaart voor biogas, waaronder de invoering van een regeling inzake garanties van oorsprong voor hernieuwbare gassen, om het concurrentievermogen van biogas te verbeteren en investeringen in de productie van biogas te bevorderen, met het oog op een snellere decarbonisatie in sectoren zoals de industrie en het vervoer.

    115

    C7.I1

    M

    Aanbesteding voor investeringssteun voor innovatieve capaciteit of hernieuwbare capaciteit met toegevoegde waarde

    Publicatie in het PB

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Bekendmaking in het PB van de eerste aanbesteding voor investeringssteun voor innovatieve capaciteit of hernieuwbare capaciteit met toegevoegde waarde

    116

    C7.I1

    M

    Nieuwe projecten, technologieën of installaties voor mariene infrastructuur voor hernieuwbare energie

    Toekenningsbesluit/investeringsautoriteit

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2023

    Ten minste 6 ontwikkelingen toegekend ter bevordering van nieuwe projecten, technologieën of installaties van mariene infrastructuur voor hernieuwbare energie. De ontwikkelingen in 6 moeten bijdragen tot de uitvoering van projecten voor hernieuwbare mariene energie in Spanje. De ontwikkelingen kunnen betrekking hebben op kmo’s met mariene activiteiten op het gebied van hernieuwbare energie die subsidies, leningen of kapitaalinvesteringen ontvangen, deelnemen aan precommerciële overheidsopdrachten, alsook subsidies die rechtstreeks worden toegekend aan mariene projecten op het gebied van hernieuwbare energie of aan een prototype van een nieuwe technologie voor de productie of toepassing van mariene hernieuwbare energie.

    117

    C7.I1

    T

    Extra productiecapaciteit voor innovatieve hernieuwbare energie of hernieuwbare energie met toegevoegde waarde

    Aantal (MW)

    0

    3 800

    KWARTAAL 2

    2026

    Cumulatieve extra productiecapaciteit voor hernieuwbare energie voor innovatieve capaciteit of hernieuwbare capaciteit met toegevoegde waarde (ten minste 3 800 MW geïnstalleerd)

    118

    C7.I2

    M

    Kantoor Schone energie en slimme projecten voor eilanden

    Publicatie op webpagina

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2023

    Oprichting van het Bureau voor schone energie en slimme projecten voor eilanden met het oog op het beheer van de steunprogramma’s in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht. Het bureau coördineert de dynamiek en ontwikkeling van de energietransitie op de eilanden.

    119

    C7.I2

    T

    Voltooiing van projecten ter ondersteuning van de energietransitie op eilanden

     —

    Aantal

    0

    600

    KWARTAAL 3

    2025

    Ten minste 600 ondersteunde of uitgevoerde acties, projecten of programma’s, waaronder: dynamisatieprogramma’s of -kantoren, routekaarten voor eilanden, investerings- of steunprojecten in verband met schone energie voor EU-eilanden of programma’s voor slimme eilanden, hernieuwbare energie of projecten voor duurzame opslag.

    120

    C7.I2

    T

    Extra productiecapaciteit voor hernieuwbare energie op de eilanden

    Aantal (MW)

    0

    180

    KWARTAAL 2

    2026

    Cumulatieve extra productiecapaciteit voor hernieuwbare energie die wordt aangekocht via aanbestedingen voor hernieuwbare capaciteit op de eilanden (ten minste 180 MW geïnstalleerd).

    H. COMPONENT 8: Elektriciteitsinfrastructuur, slimme netwerken en uitrol van flexibiliteit en opslag

    Het nationale energie- en klimaatplan (NECP) van Spanje heeft tot doel tegen 2030 een aandeel van 42 % hernieuwbare energie in het eindenergieverbruik te hebben. De integratie van een groeiende hoeveelheid opwekking van hernieuwbare elektriciteit (naar verwachting 74 % van de vraag in 2030 en 100 % in 2050) vereist een aantal aanvullende investeringen in de digitalisering van het net, de opslag en het beheer van de vraag. Met name de intermitteniteit en de gedeeltelijke voorspelbaarheid van hernieuwbare technologieën betekent dat energieopslag een belangrijke rol te spelen heeft, om te zorgen voor flexibiliteit van het systeem en om de stabiliteit van het net te waarborgen.

    In dit verband worden met deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan de volgende doelstellingen nagestreefd:

    a)De ontwikkeling van een flexibeler, gedecentraliseerd en dynamischer energiesysteem dat op efficiënte en veilige wijze hogere niveaus van hernieuwbare energie kan absorberen;

    b)De ontwikkeling van nieuwe innovatieve bedrijfsmodellen; en het

    c)De betrokkenheid van nieuwe actoren in het elektriciteitssysteem (producenten, leveranciers en consumenten, naast opslagbeheerders en aankoopgroeperingen), en een flexibeler regelgevingskader dat zich kan aanpassen aan nieuwe behoeften, door middel van testomgevingen voor regelgeving.

    De component bevordert investeringen in innovatie en energie-efficiëntie en stimuleert de vaststelling van efficiënt beleid om innovatie aan te moedigen (landspecifieke aanbeveling 3 2019). Het bevordert ook publieke en particuliere investeringen en bevordert de groene transitie (landspecifieke aanbeveling 3 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    H.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C8.R1) — Een kader voor de integratie van hernieuwbare energiebronnen in het energiesysteem: netwerken, opslag en infrastructuur

    Het doel van deze maatregel is een transparant en stabiel regelgevingskader mogelijk te maken dat zekerheid schept en een grotere integratie van hernieuwbare energiebronnen in het energiesysteem mogelijk maakt door middel van investeringen in netwerken, opslag en infrastructuur.

    De hervorming omvat de langetermijnstrategie voor decarbonisatie voor 2050 („ELP 2050”). Het doel van deze strategie is de basis te leggen voor een strategisch en regelgevend kader voor de effectieve integratie van hernieuwbare energie in een flexibel en intelligent energiesysteem. De ELP 2 050 heeft onder meer tot doel: a) de vermindering van broeikasgasemissies met 90 % ten opzichte van 1990 (klimaatneutraliteit); b) het bereiken van 97 % van het eindenergieverbruik uit hernieuwbare bronnen; en c) een systeem van 100 % hernieuwbare elektriciteit.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 maart 2021 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C8.R2) — Strategie voor energieopslag en aanpassing van het regelgevingskader voor de uitrol van energieopslag

    Deze maatregel heeft tot doel een regelgevend en strategisch kader te ontwikkelen, goed te keuren en uit te rollen om energieopslag te bevorderen. De hervorming biedt het noodzakelijke kader voor de geplande investeringen in het kader van C8.I1 en C8.I3 met betrekking tot de uitrol van energieopslag en nieuwe bedrijfsmodellen voor de energietransitie.

    De hervorming omvat de goedkeuring door de Spaanse regering van de energieopslagstrategie. Het doel van deze strategie is 20 GW aan energieopslag in 2030 en 30 GW in 2050.

    De hervorming omvat drie wet- en regelgevingshandelingen: I) Koninklijk Besluit 1183/2020 tot regeling van de toegang tot het net voor opslaginstallaties; (II) Comisión Nacional de los Mercados y la Competencia Circular 1/2021 tot vaststelling van de methodologie en de voorwaarden voor toegang tot en aansluiting op de transmissie- en distributienetten van elektriciteitsopwekkingsfaciliteiten; III) het besluit van de Comisión Nacional de los Mercados y la Competencia van 10 december 2020 tot regeling van de deelname van energieopslagfaciliteiten aan de verlening van ondersteunende diensten.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2022 voltooid zijn.

    Hervorming 3 (C8.R3) — Ontwikkeling van het regelgevingskader voor diensten op het gebied van aggregatie, vraagbeheer en flexibiliteit

    Deze maatregel heeft tot doel het regelgevingskader te ontwikkelen dat nodig is voor de ontwikkeling van een slim en dynamisch energiesysteem, waaronder: I) de regulering van vraagzijdebeheer- en flexibiliteitsdiensten in het nationale regelgevingskader, ii) de ontwikkeling van het regelgevingskader om rekening te houden met de verschillende flexibiliteitsdiensten en iii) de ontwikkeling van een kader om de toegang van consumenten tot hun energieverbruiksgegevens te waarborgen.

    De hervorming is in overeenstemming met het nationale energie- en klimaatplan, waarin uitdrukkelijk wordt erkend dat er technische vereisten moeten worden vastgesteld voor deelname aan bestaande en zich ontwikkelende markten van deelnemers die energie uit hernieuwbare bronnen aanbieden, energieopslagbeheerders en vraagresponsoperatoren.

    In het nationale energie- en klimaatplan wordt ook benadrukt dat de status van aankoopgroeperingen, met name de onafhankelijke aankoopgroeperingen, moet worden ontwikkeld om hun deelname aan de markt te vergemakkelijken. Daartoe voorziet de hervorming in de invoering van de status van onafhankelijke vraagaggregator door middel van Koninklijk Wetsbesluit 23/2020, teneinde de toetreding van nieuwe spelers tot de detailhandelsmarkt mogelijk te maken.

    Naast de ondersteuning van het nationale energie- en klimaatplan wordt met de hervorming Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit omgezet, waarin de verplichting is vastgelegd om de deelname van consumenten aan de markten te waarborgen, onder meer door middel van vraagrespons, om de deelname van consumenten op individuele of geaggregeerde basis of via onafhankelijke aankoopgroeperingen te bevorderen, en om het gebruik van flexibiliteit in distributienetwerken mogelijk te maken.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 4 (C8.R4) — testomgevingen voor regelgeving of proefbanken 

    Deze maatregel heeft tot doel regelgevingsproefbanken (testomgevingen) in het nationale regelgevingskader te ontwikkelen, zodat nieuwe producten of technologische oplossingen, uitzonderingen of regelgevingswaarborgen kunnen worden ingevoerd om onderzoek en innovatie in de energiesector te vergemakkelijken. De hervorming houdt rechtstreeks verband met hervorming C8.R3 en investering C8.I3.

    De testomgevingen voor regelgeving stellen de industrie in staat nieuwe technologieën, systemen en diensten met betrekking tot flexibiliteit, vraagrespons en energieopslag te testen in een veilige omgeving waarin belanghebbende partijen innovatieve oplossingen kunnen ervaren zonder dat zij aan regelgevingseisen hoeven te voldoen. Daarnaast voorzien de testomgevingen in een tweerichtingsdialoog tussen de administratie en de regelgever, waarbij de herziening van bestaande regelgeving wordt versneld en vergemakkelijkt en aangepast aan de toetreding van nieuwe agenten tot de markt. Dit zal naar verwachting de oprichting van technologische start-ups vergemakkelijken door hun de kans te bieden hun bedrijfsmodellen te testen.

    De hervorming omvat de vaststelling van een koninklijk besluit betreffende de ontwikkeling van testomgevingen voor regelgeving om de ontwikkeling van nieuwe proefprojecten mogelijk te maken, met als doel onderzoek en innovatie in de elektriciteitssector te bevorderen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2023 voltooid zijn.

    Investering 1 (C8.I1) — Uitvoering van energieopslag

    Het doel van deze maatregel is de uitrol van energieopslag door middel van steun- en investeringsinitiatieven op twee belangrijke gebieden:

    a)De ontwikkeling van grootschalige opslag. Grootschalige opslag is noodzakelijk voor de integratie van grotere hoeveelheden hernieuwbare energie en voor het verlenen van diensten aan het systeem, van frequentieregelgeving, platformondersteuning (flexibiliteit) of zwarte start; en het

    b)Bevordering van opslag achter de meter en geïntegreerd op sectoraal niveau. Technologieën achter de meter kunnen eigen verbruiksfaciliteiten, lithiumbatterijen en warmteopslagsystemen omvatten.

    De voorgestelde investering wordt ondersteund binnen het kader dat is vastgesteld door de hervormingen van deze component, met name de hervormingen C8.R1 en C8.R2, die de juridische en strategische basis vormen voor een doeltreffende uitrol van energieopslag.

    De maatregel wordt uitgevoerd door middel van innovatieve opslagprojecten die bijdragen tot de energietransitie, met name om de energiesector nieuwe flexibiliteit te bieden, met inbegrip van de integratie van hernieuwbare energiebronnen. Er moeten ten minste vijf innovatieve opslagprojecten operationeel zijn of er moet een totale capaciteit van ten minste 660 MW (of een gelijkwaardige totale energievoorziening (MWh)) worden geïnstalleerd.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 2 (C8.I2) — Digitalisering van netwerken

    Deze maatregel biedt steun voor investeringen in verband met de digitalisering van distributienetwerken, met als doel deze in overeenstemming te brengen met de vereisten die nodig zijn om de energietransitie ten uitvoer te leggen. De behoefte aan digitalisering van elektriciteitsnetten maakt deel uit van Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit, waarin is bepaald dat de lidstaten de modernisering van netwerken moeten aanmoedigen, bijvoorbeeld door de invoering van slimme netten. De digitalisering van netwerken is noodzakelijk om de transformatie van het energiesysteem met een grotere aanwezigheid van hernieuwbare energie te bevorderen, teneinde een veilig en veerkrachtig elektriciteitssysteem tot stand te brengen. Het is van bijzonder belang in gebieden buiten het schiereiland die gekenmerkt worden door een grotere kwetsbaarheid en energieafhankelijkheid.

    De algemene doelstelling van de maatregel is het concurrentievermogen van elektriciteit te vergroten en de elektrificatie van de economie te versnellen. Daartoe voorziet de maatregel in een initieel ondersteuningsmechanisme om het potentieel van de digitalisering van netwerken te maximaliseren door: I) het verminderen van verliezen en lekken van hernieuwbare energie, ii) het bevorderen van de deelname van de vraag aan het beheer van het elektriciteitssysteem en iii) het optimaliseren van de netwerkconfiguratie.

    De maatregel omvat de toekenning van ten minste 35 innovatieve digitaliseringsprojecten (voor slimme elektriciteitsdistributie) aan distributiebedrijven.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.

    Investering 3 (C8.I3) — Nieuwe bedrijfsmodellen in de energietransitie

    Deze maatregel omvat investeringen en ondersteuningsmechanismen die gericht zijn op het stimuleren van nieuwe bedrijfsmodellen voor de transitie met betrekking tot de uitrol van energieopslag, alsook het beheer en de recycling ervan, vraagbeheer, aggregatoren, flexibiliteitsdiensten, gegevenstoegang en testomgevingen. De maatregel omvat met name:

    a)Steun voor de uitrol van aankoopgroeperingen op de nationale elektriciteitsmarkt, met bijzondere aandacht voor onafhankelijke aankoopgroeperingen via de installatie van realtime meetapparatuur (individuele bemetering) en controle- en communicatiecentra en de bevordering van aggregatieplatforms;

    b)De uitrol van opslag in de gehele waardeketen;

    c)Ondersteuning van projecten voor vraagbeheer in verschillende consumentenprofielen (grote industrie, kmo’s, hernieuwbare-energiegemeenschappen/energiegemeenschappen van burgers, aankoopgroeperingen enz.);

    d)Roept op tot het indienen van aanvragen voor de uitvoering van regelgevende proefbanken, in de vorm van directe, concurrerende steun of samenwerkingsovereenkomsten; en het

    e)Steun voor start-ups of innovatieve initiatieven op energiegebied.

    De investering houdt nauw verband met hervorming C8.R4, die gericht is op de ontwikkeling van testomgevingen voor regelgeving voor innovatieve projecten. Het bouwt ook voort op het strategisch en regelgevingskader dat is vastgesteld in de andere hervormingen, met name hervorming C8.R3.

    Naar verwachting worden ten minste 18 projecten toegekend voor de bevordering van nieuwe bedrijfsmodellen voor de energietransitie, met inbegrip van slimme meters, opslag, vraagrespons, flexibiliteitsdiensten en gegevens.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.

    H.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    121

    C8.R1

    M

    Goedkeuring van de langetermijnstrategie voor decarbonisatie („ELP2050”).

    Goedkeuring door de Raad van Ministers

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Goedkeuring van de langetermijnstrategie voor decarbonisatie („ELP2050”). ELP50 vormt de basis voor de vaststelling van het strategisch en regelgevingskader voor de effectieve integratie van hernieuwbare energie in een flexibel en intelligent energiesysteem, dat moet worden gelezen in de context van de bredere aanpak die in het NECP is uiteengezet.

    122

    C8.R2

    M

    Inwerkingtreding van hervormingen op het gebied van planning, wetgeving en regelgeving om de ontwikkeling van oplossingen voor energieopslag te bevorderen.

    Bepalingen in de wet- en regelgeving met betrekking tot de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2021

    Goedkeuring en inwerkingtreding van de volgende hervormingen op het gebied van planning, wetgeving en regelgeving ter bevordering van de ontwikkeling van oplossingen voor energieopslag: 
    a) Goedkeuring in de Raad van Ministers van de strategie voor energieopslag, met als doel de uitrol van energieopslag te bevorderen door middel van 66 specifieke maatregelen, gegroepeerd in de 10 actielijnen van de strategie. Het doel is om in 2 030 GW aan energieopslag en 2 030 GW in 2050 beschikbaar te hebben; 
    bekendmaking in het PB van Koninklijk Besluit 1183/2020 tot regeling van de toegang tot het net voor opslagfaciliteiten. 
    C) Publicatie in het PB van circulaire 1/2021 van de Comisión Nacional de los Mercados y la Competencia tot vaststelling van de methodologie en de voorwaarden voor toegang tot en aansluiting op de transmissie- en distributienetten van elektriciteitsproductie-installaties. 
    d) Publicatie in het PB van de resolutie van 10 december 2020 tot regeling van de deelname van energieopslagfaciliteiten aan de verlening van ondersteunende diensten

    123

    C8.R3

    M

    Inwerkingtreding van regelgevende maatregelen voor de integratie van flexibiliteit en vraagrespons.

    Bepalingen in de wet- en regelgeving met betrekking tot de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Ontwikkeling van het regelgevingskader voor de integratie van flexibiliteit en vraagrespons, door middel van de volgende acties. 
    a) Publicatie van de resolutie van 10 december 2020 door de Comisión Nacional de los Mercados y la Competencia tot aanpassing van bepaalde operationele procedures voor deelname aan balanceringsdiensten. 
    vaststelling van wetgeving ter volledige omzetting van richtlijn 2019/944 
     C) Vaststelling van RDL23/2020 om de status van onafhankelijke aankoopgroepering te creëren

    124

    C8.R4

    M

    Inwerkingtreding van maatregelen ter bevordering van testomgevingen voor regelgeving ter bevordering van onderzoek en innovatie in de elektriciteitssector.

    Bepalingen in het koninklijk besluit betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Publicatie en inwerkingtreding van het koninklijk besluit betreffende de ontwikkeling van testomgevingen voor regelgeving om de ontwikkeling van nieuwe proefprojecten mogelijk te maken, met als doel onderzoek en innovatie in de elektriciteitssector te bevorderen. 
    De wetgeving stelt de industrie in staat nieuwe technologieën, systemen en diensten met betrekking tot flexibiliteit, vraagrespons en energieopslag te testen in een veilige en gunstige ruimte waar belanghebbende partijen ervaring kunnen opdoen met innovatieve oplossingen zonder aan de geldende regelgevingseisen te zijn onderworpen. Daarnaast zal dit zorgen voor een regelgevingsdialoog in twee richtingen tussen de overheid en de regelgever, die de herziening van bestaande regelgeving zal versnellen en vergemakkelijken en die geschikt is voor de toetreding van nieuwe agenten tot de markt, waarbij de oprichting van technologische start-ups wordt aangemoedigd door hen in de gelegenheid te stellen hun bedrijfsmodellen te testen.

    125

    C8.I1

    T

    Toegekende innovatieve opslagprojecten

    Aantal

    0

    5

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste vijf toegekende innovatieve opslagprojecten, overeenkomend met een totale geïnstalleerde capaciteit van ten minste 660 MW of een gelijkwaardige totale energievoorziening (MWh).

    126

    C8.I1

    T

    Innovatieve opslagprojecten operationeel

    Aantal

    0

    5

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste vijf innovatieve opslagprojecten operationeel, gelijkwaardig aan een totale geïnstalleerde capaciteit van ten minste 660 MW of een gelijkwaardige totale energievoorziening (MWh).

    127

    C8.I2

    T

    Innovatieve digitaliseringsprojecten voor elektriciteitsdistributie

    Aantal

    0

    35

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste 35 innovatieve digitaliseringsprojecten (met inbegrip van de automatisering van netwerken) toegekend aan distributiebedrijven, in overeenstemming met de kenmerken en definities van circulaire 6/2019 van de Comisión Nacional de los Mercados y la Competencia.

    128

    C8.I3

    T

    Projecten ter bevordering van nieuwe bedrijfsmodellen voor de energietransitie

    Aantal

    0

    18

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste 18 projecten toegekend ter bevordering van nieuwe bedrijfsmodellen voor de energietransitie, waaronder slimme meters, opslag, vraagrespons, flexibiliteitsdiensten en gegevens.

    I. ONDERDEEL 9: Hernieuwbare waterstof

    Het Spaanse nationale energie- en klimaatplan voor 2021-2030 beoogt de uitstoot van broeikasgassen met 23 % te verminderen ten opzichte van 1990. In dit verband is de belangrijkste doelstelling van component 9 van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan de ontwikkeling van hernieuwbare-energietechnologieën voor waterstof:

    a.Als middel om energie op te slaan om de verschillen tussen vraag en aanbod van elektriciteit te beheren, door flexibiliteit te bieden aan het elektriciteitssysteem.

    b.Door de ontwikkeling en consolidatie ervan in de gehele industriële waardeketen te bevorderen, aangezien deze technologieën momenteel niet klaar zijn om tegen marktvoorwaarden te werken;

    c.Door de integratie ervan in eindgebruik te ondersteunen, onder meer ter vervanging van fossiele waterstof in de industrie; en het

    d.Door groene vaardigheden te ontwikkelen.

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan heeft betrekking op de landspecifieke aanbevelingen ter bevordering van investeringen in innovatie en energie-efficiëntie (landspecifieke aanbeveling 3 2019) en ter bevordering van de groene transitie (landspecifieke aanbeveling 3 2020).

    De component maakt deel uit van de strategie voor hernieuwbare energie die ten grondslag ligt aan component 1 en component 6 (gebruik van waterstof voor mobiliteitsdoeleinden), component 7 (opwekking van hernieuwbare energie) en component 8 (opslag en slimme netwerken) van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan.

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    I.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C9.R1) — Routekaart waterstof

    Deze maatregel biedt een kader voor de ontwikkeling van hernieuwbare waterstof in Spanje (het „stappenplan voor waterstof”). Daartoe worden de doelstellingen vastgesteld die tegen 2 030 moeten worden bereikt wat betreft de geïnstalleerde capaciteit per sector (industrie en vervoer). De routekaart voor waterstof is in oktober 2020 door de Raad van Ministers goedgekeurd. De maatregel voorziet ook in een concreet middel om de uitvoering van de routekaart te ondersteunen door ervoor te zorgen dat elektrolyse-installaties voor waterstof worden voorzien van hernieuwbare energie. De desbetreffende regelgevingsmaatregelen omvatten i) de vaststelling van een regelgevingsinstrument dat de benoeming en governance omvat van de nationale instanties die garanties van oorsprong afgeven voor hernieuwbare gassen, met inbegrip van hernieuwbare waterstof; en ii) een regelgevingsmechanisme waarin wordt vastgesteld hoe de hernieuwbare oorsprong van waterstof wordt geverifieerd.

    Deze hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2022 zijn voltooid.

    Investering 1 (C9.I1) — Hernieuwbare waterstof, een landenproject

    Deze maatregel heeft tot doel bij te dragen tot de uitvoering van de routekaart voor waterstof volgens vier actielijnen.

    De eerste is het stimuleren van de kennis en innovatieve waardeketen van Spanje, met bijzondere aandacht voor kmo’s. Gezien het vroege niveau van technologische paraatheid van deze technologie wordt met deze maatregel beoogd ten minste tien kmo’s te ondersteunen om de bestaande Spaanse waardeketen te versterken en te versterken door een of meer van de volgende activiteiten te versterken: productiecapaciteit, vaardigheden, concurrentievermogen, kennis- en technologieoverdracht en/of internationale dimensie. De maatregel is ook gericht op vijf technologische ontwikkelingen of prototypes (zoals elektrolyse-installaties, compressoren, opslagvaten, brandstofcellen en op H2 gebaseerde transportsystemen), waaronder „eerste van een soort” ter ondersteuning van de validering van nieuwe opgeschaalde ontwerpen of prototypes die verband houden met de productie, de distributie of het verbruik van waterstof. Daarnaast omvat de maatregel ten minste tien interventies die gericht zijn op de verbetering van testfaciliteiten of de invoering van nieuwe productielijnen van belangrijke ontsluitende technologieën of systemen binnen de waterstoftoeleveringsketen, zoals elektrolyse-installaties of brandstofcellen. Deze moeten: I) de testfaciliteiten of laboratoria en/of de bijbehorende apparatuur verbeteren; of ii) verbetering van de faciliteiten en/of de aanschaf van nieuwe apparatuur (zoals werktuigmachines) voor de productie van waterstof- en brandstofcelsystemen, -apparatuur of onderdelen.

    De tweede actielijn heeft tot doel twee clusters voor hernieuwbare waterstof op te richten waarin grootschalige productie, verwerking en consumptie worden geïntegreerd. Het doel van ten minste één van deze clusters is de integratie van een elektrolyse-installatie voor hernieuwbare waterstof met een hoge capaciteit die rechtstreeks waterstof levert aan lokale industriële verbruikers. De elektrolyse-installatie is afkomstig van hernieuwbare elektriciteit. De resulterende geproduceerde waterstof wordt geïntegreerd in industriële processen en toeleveringsketens van bedrijven (met inbegrip van aanpassing aan en verschuiving van bedrijfsmodellen van het verbruik van fossiele waterstof) om ten minste 5 % van hun jaarlijkse verbruik van fossiele waterstof te vervangen.

    De derde actielijn verwacht steun voor de uitrol van waterstof in een aantal (ten minste tien) baanbrekende projecten met een kleinere omvang dan de cluster. Zij introduceren hernieuwbare waterstof die verder gaat dan één enkel industrieel knooppunt in geïsoleerde energiesystemen die het mogelijk maken hernieuwbare waterstof te integreren in gebieden zoals vervoer. Deze interventies zullen naar verwachting de productie, de distributie en het verbruik van hernieuwbare waterstof omvatten en de dekking in verschillende sectoren en delen van het Spaanse grondgebied bevorderen.

    Tot slot heeft de maatregel tot doel waterstof te bevorderen als onderdeel van een bredere EU-strategie voor de ontwikkeling van een waardeketen in de Unie. Als gevolg daarvan kunnen sommige ondernemingen die via de maatregel worden ondersteund, deel gaan uitmaken van een gepland IPCEI op het gebied van waterstof, samen met bedrijven uit andere lidstaten, op basis van een passend kader om binnen de Unie samen te werken om nationale waardeketens te integreren om het concurrentievermogen te stimuleren.

    De totale toegestane productiecapaciteit van alle elektrolyse-installaties, als gevolg van de samenvoeging van de vier actielijnen onder C9.I1, bedraagt ten minste 700 MW.

    Deze maatregel doet naar verwachting geen ernstige afbreuk aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het verslechteringsverbod (2021/C58/01). De integratie van hernieuwbare waterstof bevordert met name de elektrificatie van industriële processen.

    De acties in het kader van deze investering moeten uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    I.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    129

    C9.R1

    M

    Routekaart voor waterstof

    Goedkeuring door de Raad van Ministers

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    Goedkeuring van het stappenplan voor waterstof door de Raad van Ministers. De routekaart voor waterstof bevat de door Spanje vastgestelde richtsnoeren voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbare waterstof. Daartoe worden de doelstellingen vastgesteld die in 2030 moeten worden bereikt op het gebied van geïnstalleerde capaciteit, industrie en mobiliteit.

    130

    C9.R1

    M

    Inwerkingtreding van de verordening tot vaststelling van garanties van oorsprong voor hernieuwbare gassen

    Bepaling in de verordening betreffende de inwerkingtreding van de verordening

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Inwerkingtreding van de verordening tot vaststelling van een nationaal systeem van garanties van oorsprong voor hernieuwbare gassen, met inbegrip van hernieuwbare waterstof, dat 100 % hernieuwbare energie waarborgt. Het bij het regelgevingsinstrument in te voeren systeem omvat de benoeming van nationale instanties van afgifte en de vaststelling van hun governance; en een regelgevingsmechanisme waarin wordt vastgesteld hoe de hernieuwbare oorsprong van de waterstof wordt geverifieerd.

    131

    C9.I1

    T

    Financiering van kmo’s ter versterking van de waardeketen voor waterstof

    Aantal

    0

    10

    KWARTAAL 2

    2023

    Ten minste tien kmo’s worden gefinancierd om de bestaande Spaanse waardeketen voor waterstof te versterken en te versterken door een of meer van de volgende kenmerken te versterken: productiecapaciteit, vaardigheden, concurrentievermogen, kennis- en technologieoverdracht, internationale dimensie.

    132

    C9.I1

    T

    Technologische ontwikkelingen in de waardeketen voor hernieuwbare waterstof

    Aantal

    0

    5

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste vijf technologische ontwikkelingen of prototypes in de gefinancierde waardeketen voor hernieuwbare waterstof. Deze (zoals elektrolyse-installaties, compressoren, opslagvaten, brandstofcellen en transportsystemen op basis van waterstof) kunnen „eerste van het soort” ontwikkelingen omvatten om een nieuw opgeschaald ontwerp of prototype in verband met productie, logistiek en waterstofverbruik te valideren.

    133

    C9.I1

    T

    Clusters van hernieuwbare waterstof (of valleien)

    Aantal

    0

    2

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste twee hernieuwbare-waterstofclusters (of valleien) voor de gefinancierde sectorale integratie. Clusters of grote waterstofvalleien concentreren de levering, distributie (logistiek) van en vraag naar hernieuwbare waterstof lokaal op specifieke locaties om grijze waterstof en fossiele brandstoffen te vervangen.

    134

    C9.I1

    T

    Pioniersprojecten op het gebied van waterstof

    Aantal

    0

    10

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste tien afzonderlijke pioniersprojecten gefinancierd. Het gaat onder meer om geïntegreerde projecten die de productie, de distributie en het verbruik van hernieuwbare waterstof omvatten, op andere locaties dan de clusters. De projecten kunnen de integratie van andere noodzakelijke activiteiten omvatten, zoals op kennis gebaseerd onderzoek en capaciteiten.

    135

    C9.I1

    T

    Testfaciliteiten of nieuwe productielijnen.

    Aantal

    0

    10

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste tien interventies gefinancierd die gericht zijn op de verbetering van testfaciliteiten of de invoering van nieuwe productielijnen. De interventies hebben betrekking op: 1) verbetering van testfaciliteiten of laboratoria in verband met O & O en/of aanverwante apparatuur; of 2) verbetering van faciliteiten en/of aankoop van nieuwe apparatuur (zoals werktuigmachines) of technieken voor de vervaardiging van waterstof- en brandstofcelsystemen, -apparatuur of onderdelen.

    136

    C9.I1

    T

    Toegestane elektrolysecapaciteit

    Aantal

    (MW)

    0

    700

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 700 MW totale capaciteit elektrolyse-installaties toegestaan, met inbegrip van aanvullende infrastructuur. Accreditatie op een van de volgende drie manieren: opneming in het register van het nationale systeem voor garanties van oorsprong van hernieuwbare gassen of administratieve vergunning van de installatie, afgegeven door de bevoegde instantie of het definitieve investeringsbesluit (FID) van de begunstigde.

    J. COMPONENT 10: Rechtvaardige transitie

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan heeft betrekking op de economische en sociale gevolgen in de geografische gebieden die worden getroffen door de sluiting van kolenmijnen en kolengestookte/kerncentrales, die nog zijn verergerd door de gevolgen van de COVID-19-pandemie en de sluiting van thermische centrales. Een ander doel is om het productiemodel te veranderen en de transformatie te stimuleren ter ondersteuning van een veerkrachtiger economisch en sociaal model van de gebieden voor de toekomst. De strategie is opgesteld naast het Spaanse territoriale plan van het Fonds voor een rechtvaardige transitie (JTF), dat een breder toepassingsgebied, een langere looptijd en een meer strategische focus op bedrijfsontwikkeling en -ondersteuning moet hebben.

    De component draagt bij tot de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen ter ondersteuning van de werkgelegenheid door middel van maatregelen voor het behoud van banen, doeltreffende stimulansen voor aanwerving en de ontwikkeling van vaardigheden (landspecifieke aanbeveling 2 2020); het bevorderen van publieke en particuliere investeringen ter bevordering van de groene transitie (landspecifieke aanbeveling 3 2020); en om de samenwerking tussen bestuursniveaus te versterken (landspecifieke aanbeveling 4 2019).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    J.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C10.R1) — Protocollen voor een rechtvaardige transitie

    In februari 2020 keurde de regering de strategie voor een rechtvaardige transitie goed, zoals weergegeven in het nationale energie- en klimaatplan (NECP). In het kader van deze strategie en in het kader van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan worden bij deze hervorming 12 protocollen voor een rechtvaardige transitie vastgesteld voor elk gebied dat wordt getroffen door de sluiting van kolenmijnen en kolengestookte elektriciteitscentrales. Elk protocol van het Fonds voor een rechtvaardige transitie bestrijkt ten minste een gebied dat wordt getroffen door de sluiting van een kolengestookte elektriciteitscentrale. De protocollen bevatten alomvattende en gedetailleerde territoriale actieplannen als instrumenten voor de ecologische, economische en sociale duurzaamheid van de getroffen gebieden. De nadruk ligt onder meer op het behoud en het scheppen van banen, het bevorderen van diversificatie en specialisatie, het vergroten van de aantrekkelijkheid van de gebieden om ontvolking tegen te gaan, en het herstel van het milieu van land. Deze protocollen omvatten de samenwerking tussen relevante lokale actoren (publieke en private actoren, met inbegrip van bedrijven, sociale partners, onderwijssector, ngo’s enz.).

    Deze hervorming omvat ook de oprichting van het Instituut voor een rechtvaardige transitie. Het doel van het Instituut is maatregelen vast te stellen en vast te stellen die een billijke behandeling waarborgen van werknemers en gebieden die worden getroffen door de overgang naar een koolstofarme economie, de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid en de bevolking van deze gebieden tot een minimum te beperken en de kansen van het transformatieproces te optimaliseren. De belangrijkste taken van het Instituut zijn de ontwikkeling van industriebeleid, onderzoek en ontwikkeling, bevordering van de economische activiteit, werkgelegenheid en beroepsopleiding.

    De maatregel omvat ook de oprichting van een adviesraad, bestaande uit vertegenwoordigers van ministeriële diensten en vertegenwoordigers van lokale en regionale overheden, die advies verstrekt en het effect van beleidsmaatregelen voor een rechtvaardige transitie beoordeelt.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2023 voltooid zijn.

    Investering 1 (C10.I1) — Investeringen in een rechtvaardige transitie

    De protocollen voor een rechtvaardige transitie gaan vergezeld van investeringen in de gebieden om:

    a)banen scheppen en kortetermijnactiviteiten ondersteunen;

    b)de veranderingen versnellen door de nadruk te leggen op kleinschalige proefprojecten die — indien zij als succesvol worden beschouwd — zouden worden opgeschaald in het kader van het JTF; en het

    c)de economische ontwikkeling stimuleren en bijdragen tot sociale en territoriale samenhang.

    De projecten zijn gericht op vier specifieke gebieden:

    I.Milieuherstelplannen (bv. herbebossing of herbegroeiing) voor gesloten of verlaten mijnbouwterreinen en beschadigde grond grenzend aan thermische of kerncentrales, die ten minste 2 000 hectare herstelde grond bestrijken. In het kader van deze plannen moeten de installaties en mijnbouwinstallaties worden ontmanteld en de bodem wordt gerenoveerd en onderworpen aan herbebossing of hervegetatie, installaties voor hernieuwbare energie of eco-alternatieve economische ontwikkeling;

    II.Ten minste 130 milieu-, digitale en sociale infrastructuurprojecten in gemeenten en gebieden in transitie naar een koolstofarme economie, voor een totale financiële investering van ten minste 102 EUR   000 000. De projecten hebben betrekking op een aantal gebieden, waaronder: herstel van infrastructuur en openbare gebouwen; innovatieve projecten voor communicatie tussen gemeenten of geïsoleerde bevolkingsgebieden op basis van duurzame mobiliteitsoplossingen en het herstel en het alternatieve gebruik van bestaande vervoersinfrastructuur; herstel van openbare infrastructuur ter ondersteuning van de circulaire economie, met inbegrip van gemeenschappelijke samenstellende installaties en afvalbeheercentra; milieuprojecten voor het herstel en de verbetering van gebieden die in handen zijn van de overheid (zoals reservaten, rivierpaden of kades en natuurinterpretatiegebieden); digitale infrastructuur en diensten voor de ontwikkeling van coöperaties van ecologische producten of gemeenschapsregelingen voor gezamenlijke aankopen en verkoop via internet.

    III.Steun voor twee OOI-projecten op het gebied van energieopslag en groene waterstof. De projecten strekken tot aanpassing van de installaties en laboratoria van CIUDEN (Ciudad de la Energía) — een overheidsstichting voor O & O & I die is opgericht in Bierzo (Leon), verbonden aan het Instituut voor een rechtvaardige transitie en afhankelijk van het ministerie van Ecologische Transitie en Demografische Uitdagingen — voor twee RDI-projecten op het gebied van de productie van groene waterstof en energieopslag; en het

    IV.Steun voor de omscholing en verbetering van de inzetbaarheid van werknemers en mensen die te maken hebben met de overgang naar een koolstofarme economie, waarbij ten minste 840 personen gepersonaliseerde hulp krijgen bij het zoeken naar werk en/of omscholingstrajecten. De omschakelingsbijstand moet ten minste betrekking hebben op de volgende gebieden: de installatie en het onderhoud van hernieuwbare energie (wind- en fotovoltaïsche energie), herstel en milieubeheer, en/of geïntegreerde en energierenovatie van woningen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    J.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    137

    C10.R1

    M

    Oprichting van het Instituut voor het Fonds voor een rechtvaardige transitie

    Publicatie in het PB

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2020

    Bij Koninklijk Besluit 500/2020 tot oprichting van het Instituut voor het Fonds voor een rechtvaardige transitie. Doel van het Instituut is op solidariteit gebaseerde maatregelen vast te stellen en vast te stellen die een billijke behandeling waarborgen van werknemers en gebieden die worden getroffen door de transitie naar een koolstofarme economie, de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid en de bevolking van deze gebieden tot een minimum te beperken en de kansen van het transformatieproces te optimaliseren.

    138

    C10.R1

    T

    Protocollen voor een rechtvaardige transitie en adviesraad

    Aantal

    0

    12

    KWARTAAL 2

    2023

    Na een participatief proces, publicatie op de website voor een rechtvaardige transitie van 12 protocollen voor een rechtvaardige transitie, met verbintenissen inzake werkgelegenheid, milieuherstel en economische en sociale ontwikkeling voor de lokale bevolking in 12 getroffen gebieden. Elk protocol van het Fonds voor een rechtvaardige transitie bestrijkt ten minste een gebied dat wordt getroffen door de sluiting van een kolengestookte elektriciteitscentrale.

    Oprichting van een adviesraad, bestaande uit vertegenwoordigers van ministeriële diensten en vertegenwoordigers van lokale en regionale overheden, die advies verstrekt en het effect van beleidsmaatregelen voor een rechtvaardige transitie beoordeelt

    139

    C10.I1

    M

    Programma voor opleidingssteun voor een „rechtvaardige transitie” en toekenning van steun voor de economische ontwikkeling van gebieden met een rechtvaardige transitie

    Publicatie in het PB

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Bekendmaking in het Publicatieblad van: a) besluit tot goedkeuring van het regelgevingskader voor het steunprogramma voor opleiding „rechtvaardige transitie”, waarin het steunplan voor de beroepskwalificatie en de integratie op de arbeidsmarkt van werknemers en mensen die door de overgang naar een koolstofarme economie worden getroffen, wordt gespecificeerd; en b) besluit tot vaststelling van de regelgevingsgrondslagen voor het verlenen van steun voor de economische ontwikkeling van gebieden met een rechtvaardige transitie, door middel van de ontwikkeling van ecologische, digitale en sociale infrastructuur in gemeenten en gebieden in transitie naar een koolstofarme economie.

    140

    C10.I1

    T

    Steun voor projecten op het gebied van milieu-, digitale en sociale infrastructuur.

    Aantal

    0

    100

    KWARTAAL 4

    2022

    Bekendmaking in het Publicatieblad van de toekenning van ten minste 91 000 000 EUR voor ten minste 100 milieu-, digitale en sociale infrastructuurprojecten in gemeenten en gebieden in transitie naar een koolstofarme economie. De 100 milieu-, digitale en sociale infrastructuurprojecten bevinden zich in gemeenten en gebieden in gebieden met een rechtvaardige transitie.

    431

    C10.I1

    T

    Steun voor projecten op het gebied van milieu-, digitale en sociale infrastructuur

    Aantal

    100

    130

    KWARTAAL 4

    2024

    Bekendmaking in het Publicatieblad van de toekenning van ten minste 11 000 000 EUR voor ten minste 30 milieu-, digitale en sociale infrastructuurprojecten in gemeenten en gebieden in transitie naar een koolstofarme economie. De projecten voor ecologische, digitale en sociale infrastructuur bevinden zich in gemeenten en gebieden in gebieden met een rechtvaardige transitie. (Uitgangssituatie: 31 december 2022)

    141

    C10.I1

    T

    Hulp bij het zoeken naar werk en omscholing voor werklozen

    Aantal

    0

    840

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 840 personen hebben geprofiteerd van persoonlijke hulp bij het zoeken naar werk en/of individuele omscholingstrajecten voor werklozen in gebieden met een rechtvaardige transitie. De omscholingstrajecten bestrijken ten minste de volgende gebieden: de installatie en het onderhoud van hernieuwbare energie (wind- en fotovoltaïsche energie), herstel en milieubeheer, en/of geïntegreerde en energierenovatie van woningen.

    142

    C10.I1

    T

    Investeringsprojecten om industriële installaties aan te passen aan groene waterstof en energieopslag.

    Aantal

    0

    2

    KWARTAAL 4

    2025

    Voltooiing van twee investeringsprojecten om industriële installaties aan te passen als toekomstige Infraestructura Científica y Técnica Singular (ICTP) voor de validering van de productie en opslag van groene waterstof. De projecten passen de installaties en laboratoria van Ciudad de la Energía (CIUDEN) aan voor twee RDI-projecten op het gebied van de productie en opslag van groene waterstof.

    143

    C10.I1

    T

    Gerenoveerde grond in gesloten kolenmijnen of aan elektriciteitscentrales grenzende gebieden.

    Aantal (hectaren)

    0

    2 000

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 2 000 hectare gerenoveerde grond in gesloten steenkoolwinningslocaties of aan thermische of kerncentrales grenzende gebieden. Oppervlakte van gerenoveerde grond in verontreinigde gebieden, met name steenkoolmijnen of land dat grenst aan thermische of kerncentrales, waar installaties en mijnbouwfaciliteiten worden ontmanteld en de bodem wordt hersteld en onderworpen is aan herbebossing of hervegetatie, installaties voor hernieuwbare energie of ecologische alternatieve economische ontwikkeling.

    K. COMPONENT 11: Modernisering van overheidsdiensten

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan heeft betrekking op uitdagingen in verband met het openbaar bestuur, waaronder de efficiëntie van het rechtsstelsel, de bestuurlijke capaciteit en de samenwerking tussen de verschillende bestuursniveaus. Het heeft tot doel de Spaanse overheidsdiensten te moderniseren door bestuurlijke processen, overheidsopdrachten, justitie en werkgelegenheid, met inbegrip van personeelsbeleid, te hervormen; de toegankelijkheid en efficiëntie van overheidsdiensten te verbeteren door ze verder te digitaliseren; energiebesparing, het gebruik van hernieuwbare energie in openbare gebouwen en infrastructuur te bevorderen en de duurzame mobiliteit van ambtenaren te stimuleren; en versterking van de bestuurlijke capaciteit van overheidsdiensten om het overheidsbeleid te monitoren, te controleren en uit te voeren. De belangrijkste maatregelen om deze doelstellingen te bereiken, zijn de volgende:

    a)De centrale, regionale en lokale overheidsdiensten hervormen door hun onderlinge samenwerking te verbeteren, het kader voor overheidsopdrachten te versterken, het overheidsbeleid te evalueren en de overgang naar arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd te bevorderen;

    b)Digitalisering van overheidsdiensten en processen met vijf prioritaire projecten op strategische gebieden: Justitie, openbare diensten voor arbeidsvoorziening, volksgezondheidsgegevens, beheer van consulaten en territoriale overheden;

    c)Plan voor de energietransitie van de centrale overheid;

    d)Versterking van de bestuurlijke capaciteit.

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan gaat in op de landspecifieke aanbevelingen inzake de versterking van het kader voor overheidsopdrachten (landspecifieke aanbevelingen 1 2019 en 4 2020), het bevorderen van de transitie naar contracten voor onbepaalde tijd (landspecifieke aanbeveling 2 2019), het vervroegen van projecten voor overheidsinvesteringen en het richten van investeringen op de groene en digitale transitie (landspecifieke aanbevelingen 3 2019, 3 2020, 1 2022 en 1 2023) en het verbeteren van de samenwerking tussen overheidsdiensten (landspecifieke aanbevelingen 4 2019 en 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    K.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C11.R1) — Hervorming voor de modernisering en digitalisering van het bestuur

    Deze maatregel wordt uitgewerkt in verschillende actielijnen om zwakke punten in het werkgelegenheidsbeleid van de overheidsdiensten aan te pakken, de samenwerking en coördinatie tussen de verschillende overheidsniveaus te versterken en de wijze waarop de centrale overheid overheidsbeleid uitvoert, te verbeteren. Wat het werkgelegenheidsbeleid betreft, is het doel het percentage tijdelijke werknemers in overheidsdiensten te verminderen en de arbeidscapaciteit van de overheid te versterken door over te stappen op een competentiegericht personeelsmodel, ook voor aanwervingsdoeleinden. De tweede actielijn is het verder ontwikkelen van beleidsevaluaties vooraf en het vergroten van de transparantie en burgerparticipatie in de beleidsvorming, met inbegrip van een nieuwe wet inzake transparantie en integriteit in de activiteiten van belangengroepen. Ten slotte versterkt de hervorming de bestaande instrumenten voor samenwerking tussen de verschillende bestuursniveaus in Spanje. Dit versterkt de rol van sectorale conferenties, de bestaande organen voor samenwerking met de regio’s, door te verduidelijken wanneer zij overeenkomsten inzake verplichte naleving kunnen bereiken. De hervorming versterkt ook de Conferentie van voorzitters (waar de minister-president en de presidenten van de autonome gemeenschappen op het hoogste niveau bijeenkomen). De hervorming heeft ook betrekking op instrumenten waarmee samenwerking tussen overheidsdiensten mogelijk is, en zorgt voor digitale interadministratieve interconnectie en interoperabiliteit tussen de IT-platforms van centrale en regionale overheden. Bij de hervorming wordt ook het nationale veiligheidskader geactualiseerd.

    De uitvoering van deze maatregel moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.

    Hervorming 2 (C11.R2) — Hervorming ter bevordering van de rechtsstaat en de efficiëntie van het rechtsstelsel

    Wet 3/2020 van 18 september en het programma Justitie 2030 bevatten een routekaart voor de hervorming van de rechtsbedeling in Spanje. In dit verband zal deze maatregel het rechtsstelsel moderniseren door de inwerkingtreding ervan (rekening houdend met de „vacatio legis” in elke wet),

    uiterlijk op 31 december 2022 van:

    (a)Koninklijk wetsbesluit inzake de efficiëntie van de procedures, dat de duur van de procedures in alle rechtsgebieden verkort, met behoud van de procedurele waarborgen van de burgers;

    (b)Royal-Decreet inzake digitale efficiëntie, ter bevordering van een datagestuurde architectuur voor het beheer van informatie.

    uiterlijk op 31 december 2024 van:

    (c)Wet inzake de organisatorische en procedurele efficiëntie van het rechtsstelsel, die de organisatie van de gerechtelijke kaart wijzigt en alternatieve wijzen van geschillenbeslechting vaststelt. Deze wet vervangt het grote aantal rechtbanken in eerste aanleg door 431 collegiale organen (Tribunales de Instancia) en voert het gerechtelijk bureau in.

    (d)Wet inzake het recht op verdediging, die het grondrecht op een eerlijk proces ontwikkelt en versterkt en uiteindelijk bijdraagt tot de versterking van de rechtsstaat.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2024 voltooid zijn.

    Hervorming 3 (C11.R3) — Hervorming om de institutionele architectuur van de economische governance te moderniseren

    Met deze maatregel worden aspecten van het institutionele kader voor economische governance hervormd, onder meer door de digitalisering van processen te versnellen en te bevorderen. Deze informatie omvat: a) hervorming van de wijze waarop Caja General de Depósitos (algemeen depositoverzekeringsfonds) de garanties afhandelt, zodat deze elektronisch kunnen worden gemaakt; oprichting van de autoriteit voor de bescherming van financiële cliënten, die tot doel heeft de rechten van financiële cliënten te waarborgen; C) het institutionele kader voor de afwikkeling van financiële instellingen te verbeteren door middel van een wet tot wijziging van het huidige institutionele afwikkelingskader; en d) het toezicht op de financiële en auditgebieden moderniseren door middel van de hervorming van het algemeen boekhoudplan en de auditverordening.

    De hervorming omvat ook a) een wet inzake klantendiensten (met inbegrip van financiële diensten) die kwaliteitsnormen vaststelt en voorziet in een efficiëntere dienstverlening aan klanten; en b) de publicatie van een groen boek ter bevordering van houdbare financiën in Spanje.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2024 voltooid zijn.

    Hervorming 4 (C11.R4) — Nationale strategie voor overheidsopdrachten

    Deze hervorming moet de laatste hand leggen aan de uitvoering van de hervorming van het plaatsen van overheidsopdrachten waarin Wet 9/2017 inzake overheidsopdrachten voorziet (als belangrijkste omzettingshandeling van Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (Voor de EER relevante tekst). Hierbij wordt een governancestructuur opgezet om tegemoet te komen aan de behoefte aan een consistent kader voor overheidsopdrachten dat transparantie, doeltreffende controlemechanismen, interconnectie van databanken voor overheidsopdrachten tussen alle overheidsniveaus en coördinatie tussen overheidsniveaus waarborgt, teneinde: I) het nationale evaluatiebureau volledig operationeel te maken en ii) de nationale strategie voor overheidsopdrachten vast te stellen.

    Spanje heeft reeds het onafhankelijke bureau voor regulering van en toezicht op overheidsopdrachten en het nationale evaluatiebureau opgericht. Deze hervorming moet ook betrekking hebben op problemen in verband met de beperkte verstrekking van informatie over overheidsopdrachten en databanken, alsook op zwakke punten in de structuur van overheidsopdrachten. Daartoe moet de hervorming: a) de efficiëntie van overheidsopdrachten (processen, resultaten, gegevens en informatie) te verbeteren; de professionalisering van de actoren bevorderen (in overeenstemming met de aanbeveling van de Commissie van oktober 2017); C) de toegang van kmo’s te verbeteren; en d) het rechtskader voor digitale overheidsopdrachten te versterken.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2022 voltooid zijn.

    Hervorming 5 (C11.R5) — Administratieve capaciteit

    Met deze hervorming wordt de interne werking van overheidsdiensten gemoderniseerd om de uitvoering van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan te verbeteren, teneinde een langdurig effect te hebben op de uitvoering van toekomstige hervormingen en investeringen door de Spaanse overheid. In het algemeen hervormt zij, samen met investering 5, de capaciteit van overheidsdiensten om te zorgen voor een correcte uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan. Dit houdt in dat een geïntegreerd informatie- en beheersysteem moet worden opgezet; opleidingsactiviteiten ontwikkelen voor degenen die betrokken zijn bij het plan voor herstel en veerkracht; en communicatieactiviteiten uit te voeren om de potentiële deelnemers en begunstigden van het plan voor herstel en veerkracht, plus bedrijven en huishoudens in het algemeen, te benaderen om zich bewust te worden van de mogelijkheden die het plan voor herstel en veerkracht biedt.

    De governance, rapportage en monitoring van de in het plan voor herstel en veerkracht opgenomen acties worden uitgevoerd via een nieuw model van administratief en financieel beheer om ervoor te zorgen dat de in het plan voor herstel en veerkracht vastgestelde acties naar behoren worden uitgevoerd. Dit uniforme model moet worden gecentraliseerd binnen het secretariaat-generaal voor Europese Fondsen en zal worden toegepast bij de rapporterende ministeries, hun overeenkomstige ICT-eenheden en, eventueel, peer-administraties in de regio’s (autonome gemeenschappen). Daartoe heeft de centrale regering Koninklijk Wetsbesluit 36/2020 vastgesteld.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 september 2021 voltooid zijn.

    Investering 1 (C11.I1) — Modernisering van het algemene staatsbestuur

    De acties in het kader van de investeringen in C11.I1 en C11.I3 worden volgens dezelfde beginselen ontwikkeld, waarbij I1 gericht is op de centrale overheid en I3 op de regionale en lokale overheden. Voor al deze entiteiten wordt het volgende gedaan:

    a)Burgergerichte administratie, verbetering van digitale overheidsdiensten aan burgers en bedrijven en uitvoering van maatregelen in overeenstemming met de Spaanse Digitale Agenda 2025;

    b)Slimme activiteiten en gegevensbeheer, verbetering van de kwaliteit en efficiëntie van het beheer van overheidsdiensten (d.w.z. overheidsopdrachten), met inbegrip van de gegevensstroom, door het gebruik van slimme automatiseringstechnologieën en digitale infrastructuur;

    c)Digitale infrastructuur en cyberbeveiliging, met als doel de Spaanse overheidsdiensten te voorzien van de technologische infrastructuur die nodig is voor de modernisering ervan. Metbetrekking tot cyberbeveiliging wordt met deze maatregel een operationeel centrum voor cyberbeveiliging opgericht voor de gehele algemene overheidsadministratie en zijn overheidsinstanties, voor de bescherming tegen cyberdreigingen;

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

    Investering 2 (C11.I2) — Specifieke projecten om de centrale overheid te digitaliseren

    Deze investering zal leiden tot een meer algemene toepassing van digitalisering en de ontwikkeling van digitale diensten in het openbaar bestuur. De beleidsterreinen voor de uitvoering van een digitale transformatie zijn:

    a)Gezondheidsstelsel. De investering moet de interoperabiliteit tussen de centrale overheid en de autonome gemeenschappen verbeteren en door gegevensanalyse te bevorderen;

    b)Justitieel stelsel. De investering biedt burgers en juridische actoren digitale instrumenten om hun relatie met de rechtsbedeling beter te beheren;

    c)Openbare diensten voor arbeidsvoorziening. De investering actualiseert de IT-systemen die ten grondslag liggen aan het beheer van een actief arbeidsmarktbeleid;

    d)Inclusie, sociale zekerheid en migratie. De investering voorziet het bevoegde ministerie van digitale instrumenten die de uitvoering van relevant beleid voor de meest kansarme groepen vergemakkelijken, alsook het gebruik van informatie om aanvullende corrigerende of risicobeperkende maatregelen te ontwikkelen;

    e)Consulaire diensten. De investering moet de toegang tot de digitale diensten van de Spaanse overheid verbeteren voor zowel Spanjaarden die in het buitenland wonen als voor buitenlandse burgers die in Spanje wonen. Proefinitiatieven op het gebied van veiligheid en landbouw.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

    Investering 3 (C11.I3) — Digitale transformatie en modernisering van het ministerie van Territoriaal Beleid en Civiel, de Nationale Gezondheidsdienst, en van het bestuur van de autonome gemeenschappen en de lokale overheden

    De acties in het kader van deze investering volgen dezelfde beginselen als beschreven in C11.I1, gericht op de regionale en lokale overheden.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 4 (C11.I4) — Energie-overgangsplan in de Algemene Overheidsadministratie

    De maatregel bevordert energiebesparing en -efficiëntie in de gebouwen en infrastructuur van de centrale overheid. De maatregel moet leiden tot een gemiddelde reductie van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 %, geverifieerd aan de hand van energieprestatiecertificaten. De investering draagt bij tot de renovatie van de vloeroppervlakte van gebouwen om het aantal faciliteiten met een hoge energie-rating en met name bijna-energieneutrale gebouwen te verhogen. De investering bevordert ook de implementatie van fotovoltaïsche zonne-energiesystemen of andere hernieuwbare energiebronnen in de installaties van de centrale overheid. De maatregel stimuleert ook de transformatie van het wagenpark van openbare voertuigen naar emissievrije of emissiearme voertuigen 18 .

    Deze maatregel doet naar verwachting geen ernstige afbreuk aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het verslechteringsverbod (2021/C58/01). Met name de transformatie van het wagenpark van openbare voertuigen ondersteunt alleen emissievrije of emissiearme 19 voertuigen.

    De investering omvat zowel investeringen in vast kapitaal (infrastructuur en openbare gebouwen) als in natuurlijk kapitaal (alle acties dragen bij tot de vermindering van broeikasgasemissies).

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 5 (C11.I5) — Transformatie van de administratie voor de uitvoering van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan

    Deze investering houdt verband met hervorming R5 van deze component. Zij past de werking van het openbaar bestuur aan om het hoofd te bieden aan de uitdagingen die voortvloeien uit de uitvoering en monitoring van het plan voor herstel en veerkracht. De maatregel moderniseert het informatiesysteem en de communicatiekanalen om informatie uit te wisselen tussen overheidsniveaus en met burgers, bedrijven en potentiële begunstigden. De maatregel omvat ook gerichte opleidingen voor het algemene overheidspersoneel dat tijdens de uitvoering van het plan voor herstel en veerkracht naar schatting ten minste 3 150 personen zal bereiken.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    K.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    144

    C11.R1

    M

    Inwerkingtreding van een wetgevingshandeling ter vermindering van tijdelijke werkgelegenheid in overheidsdiensten

    Bepaling in de wetgevingshandeling waarin de inwerkingtreding van de handeling wordt aangegeven

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2021

    Inwerkingtreding van een wetgevingsbesluit tot vaststelling van maatregelen ter vermindering van de tijdelijke tewerkstelling in overheidsdienst en doeltreffende bepalingen om misbruik te voorkomen en te bestraffen, met inbegrip van de verplichting om alle oproepen tot stabiliseringsprocedures voor tijdelijk personeel uiterlijk op 31 december 2022 bekend te maken. Deze wet is van toepassing op nationale, regionale en lokale overheidsdiensten.

    145

    C11.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wijziging van Wet 40/2015 en ministeriële besluiten ter versterking van de interterritoriale samenwerking

    Bepaling in de rechtshandeling en ministeriële besluiten waarin de inwerkingtreding ervan wordt aangegeven

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Inwerkingtreding van de wijziging van Wet 40/2015 en ministeriële besluiten ter versterking van de interterritoriale samenwerking, die betrekking heeft op de volgende elementen: i) het mogelijk maken multisectorale conferenties op te richten, ii) besluitvormingsprocedures in de sectorale conferenties vast te stellen, ook wanneer deze leiden tot overeenkomsten inzake verplichte naleving; versterking van de Conferentie van voorzitters door de oprichting van een permanent secretariaat; voorzien in de verplichte voorbereiding, goedkeuring en publicatie van meerjarige beleidsdoelstellingen en resultaatindicatoren, alsmede transparante mechanismen voor monitoring en evaluatie; en v) het tot stand brengen van digitale interbestuurlijke interconnectie en interoperabiliteit tussen de IT-platforms van centrale en regionale overheden. Met betrekking tot de doelstellingen i), ii) en iv) wordt over de ministeriële besluiten overleg gepleegd met de autonome gemeenschappen in een participatief, inclusief en transparant proces.

    146

    C11.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wet ter versterking van de evaluatie van het overheidsbeleid

    Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Inwerkingtreding van de evaluatiewet met een reeks maatregelen ter versterking van het overheidsbeleid op basis van een evaluatie vooraf. De doelstellingen zijn: versterking van het stelsel van het huidige Nationaal evaluatie-instituut (Instituto de Evaluación de Políticas Públicas) om dit instituut organisatorische en functionele onafhankelijkheid te verlenen; het Instituut de capaciteit en middelen te verschaffen om zijn taken uit te voeren; met inbegrip van het beginsel van systematische evaluatie vooraf van het beleid; en iv) behoud van het mandaat van andere organen en agentschappen, waaronder de AIReF.

    147

    C11.R1

    M

    Inwerkingtreding van de hervorming van Wet 7/1985 inzake lokale bestuursregelingen en de wijziging van Koninklijk Besluit 1690/1986 van 11 juli tot goedkeuring van de verordening betreffende bevolking en territoriale afbakening van lokale entiteiten

    Bepaling in de wet en het koninklijk besluit tot uitvoering van de hervormingen waaruit blijkt dat zij in werking zijn getreden

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Inwerkingtreding van de wijziging van Wet 7/1985 tot regeling van lokale bestuursregelingen en van de wijziging van Koninklijk Besluit 1690/1986 van 11 juli tot goedkeuring van de verordening betreffende de bevolkingsomvang en territoriale afbakening van lokale entiteiten. De wijziging van Wet 7/1985 tot regeling van lokale bestuursregelingen draagt bij tot: I) het versnellen en verbreden van de uitrol van lokale overheidsdiensten, onder meer via digitale middelen zoals apps, en ii) het ondersteunen van kleine steden bij het verlenen van openbare diensten. De wijziging van Koninklijk Besluit 1690/1986 van juli 11 tot goedkeuring van de Regeling Bevolking en Territoriale Afbakening van lokale entiteiten zal de gemeentelijke telling van de inwoners die door de gemeenten worden beheerd, actualiseren en verbeteren. De hervormingen gaan vergezeld van een effectbeoordeling, met inbegrip van aspecten van de houdbaarheid van de begroting.

    148

    C11.R1

    M

    Inwerkingtreding van regelgevende maatregelen met betrekking tot het ambtenarenapparaat van de overheid

    Bepaling in het (de) koninklijk besluit (en) — wet (en) en ministeriële regeling (en) ter uitvoering van de elementen van de hervorming waaruit blijkt dat deze in werking zijn getreden

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Inwerkingtreding van regelgevende maatregelen met betrekking tot het ambtenarenapparaat van de overheid. De maatregelen versterken het vermogen van de overheid om het talent aan te trekken en te behouden dat nodig is om haar huidige taken uit te voeren, onder meer op het gebied van informatie en telecommunicatie. De maatregelen omvatten de volgende elementen: de instrumenten voor de planning, de organisatie en het beheer van personele middelen nieuw leven inblazen; waarborgen van de doeltreffendheid van de beginselen van gelijkheid, verdienste en capaciteit op het gebied van toegang, alsmede van de transparantie en flexibiliteit van de selectieprocedures; regulering van beoordeling en prestaties volgens een competentiegericht kader, ook voor nieuwe aanwerving; en iv) toegang tot hoge ambtenaren (met name subdirectores generales en soortgelijke functies) op basis van verdienste en vergelijkend onderzoek. De regelgevende maatregelen hebben de vorm van een Koninklijk Wetswet voor de onderdelen ii) en iii); en van ministeriële regeling (en) voor de onderdelen i) en iv).

    149

    C11.R1

    M

    Statuten van de nieuwe overheidsinstantie die de evaluatie uitvoert

    Bepaling in het koninklijk besluit betreffende de inwerkingtreding van het koninklijk besluit

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2023

    Inwerkingtreding van een koninklijk besluit van de nieuwe overheidsinstantie voor de nationale evaluatie. Dit koninklijk besluit heeft ten doel: I) de nationale overheidsinstantie die belast is met de evaluatie de capaciteit en middelen te verschaffen om zijn taken op het gebied van methodologische standaardisering voor de evaluatie vooraf van overheidsbeleid uit te voeren; II) het uitvoeren van evaluaties van het overheidsbeleid; en iii) met inbegrip van het beginsel van systematische beleidsevaluatie vooraf, met de uitzonderingen waarin de wet voorziet.

    150

    C11.R1

    T

    Stabilisatie van de werkgelegenheid bij de overheid

    Aantal

    0

    300 000

    KWARTAAL 4

    2024

    Voltooiing van aanwervingsprocedures ter stabilisering van de werkgelegenheid (via contracten van onbepaalde duur of statutaire posten) voor ten minste 300 000 posten (met inbegrip van die welke voortvloeien uit de stabilisatieprocedures van 2017 en 2918)

    432

    C11.R1

    M

    Wet inzake transparantie en integriteit in de activiteiten van belangengroepen

    Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding van de wet en IT-audit om na te gaan of het register operationeel is

    KWARTAAL 4

    2024

    Inwerkingtreding van een wet tot regeling van de betrekkingen tussen lobbyisten (met inbegrip van ngo’s, denktanks, beroepsverenigingen, verenigingen zonder winstoogmerk, vakbonden, bedrijfsorganisaties en advocaten wanneer zij tot doel hebben het beleid te beïnvloeden in plaats van juridische bijstand te verlenen) en de publieke sector. Bij de wet wordt een openbaar en verplicht register van belangengroepen ingesteld, waarop toezicht wordt gehouden door een onafhankelijk orgaan met capaciteit en middelen (personele, financiële en technische middelen) en met toezichts- en sanctiebevoegdheden. De wet voorziet ook in de koppeling van het nieuwe register met de bestaande regionale registers van belangengroepen. Het register is operationeel, ook wat de bovengenoemde interconnectiviteit betreft. Er wordt een IT-audit uitgevoerd om de operationaliteit te verifiëren.

    433

    C11.R1

    M

    Actualisering van het nationale veiligheidskader

    Bepaling in het koninklijk besluit waarin de inwerkingtreding ervan wordt aangegeven

    KWARTAAL 2

    2023

    Inwerkingtreding van een koninklijk besluit tot actualisering van het nationale veiligheidskader. Het koninklijk besluit: I) de vereisten van het nationale veiligheidskader aanpassen aan de realiteit van bepaalde groepen of soorten systemen door het begrip „specifiek nalevingsprofiel” in te voeren; het nationale veiligheidskader afstemmen op het regelgevingskader en de strategische context om de veiligheid in digitaal openbaar bestuur te waarborgen, in overeenstemming met de nationale cyberbeveiligingsstrategie 2019 en het nationale plan voor cyberbeveiliging; en iii) een betere respons op cyberbeveiligingstrends mogelijk te maken, kwetsbaarheden te verminderen en voortdurende waakzaamheid te bevorderen door de basisbeginselen, de minimumeisen en de beveiligingsmaatregelen te herzien.

    151

    C11.R2

    M

    Inwerkingtreding van wet 3/2020 betreffende procedurele en organisatorische maatregelen op het gebied van justitie

    Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2020

    Inwerkingtreding van Wet 3/2020 van 18 september 2011 betreffende procedurele en organisatorische maatregelen om COVID-19 aan te pakken op het gebied van de rechtsbedeling.

    152

    C11.R2

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk wetsbesluit ter verbetering van de efficiëntie van gerechtelijke procedures en van het koninklijk wetsbesluit inzake digitale efficiëntie

    Bepaling (en) van de wet (en) waaruit de inwerkingtreding blijkt

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Inwerkingtreding van het koninklijk wetsbesluit ter verbetering van de efficiëntie van de procedures in het nationale rechtsstelsel en het Koninklijk Wetsbesluit inzake digitale efficiëntie, die: I) intensiever gebruik te maken van technologie om een efficiënte en kwalitatief hoogstaande openbare dienst te bieden; II) hervormingen van het procesrecht door te voeren om de procedures in de administratieve en sociale rechtsgebieden sneller te laten verlopen; en iiii) de beroepsprocedures („procesos de casación”) wijzigen om onnodige vertragingen te voorkomen.

    434

    C11.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wet op de organisatorische en procedurele efficiëntie

    Bepaling in de wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft

    KWARTAAL 4

    2024

    Inwerkingtreding van de wet inzake organisatorische en procedurele efficiëntie om de organisatie van de gerechtelijke kaart aan te passen aan de beschrijving van de maatregel en de procedurele efficiëntie van het rechtsstelsel verder te verbeteren door: I) het doorvoeren van hervormingen van het procesrecht om de procedures te versnellen in rechtsgebieden die niet onder mijlpaal 152 vallen, ii) alternatieve geschillenbeslechtingsmiddelen in te voeren; III) het doorvoeren van hervormingen in het procesrecht waarmee geschillen worden beslecht alvorens de rechter te bereiken; IV) verder te komen tot een efficiënter beheer en een snellere reactie op de eisen van burgers en bedrijven; en v) in het algemeen zorgen voor een flexibeler, efficiënter, burgervriendelijker, duurzamer en transparanter bestuur van justitie.

    435

    C11.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake het recht op verdediging

    Bepaling in de wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft

    KWARTAAL 4

    2024

    Inwerkingtreding van de wet inzake het recht op verdediging om het grondrecht op een eerlijk proces te ontwikkelen en te versterken.

    153

    C11.R3

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Besluit 937/2020 betreffende de regulering van de Caja General de Depósitos

    Bepaling in het decreet waarin de inwerkingtreding van het decreet wordt vermeld

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    Inwerkingtreding van Koninklijk Besluit 937/2020 van 27 oktober tot goedkeuring van het reglement van de Caja General de Depósitos tot uitvoering van het digitale beheer van garanties en deposito’s aan de Caja, waarbij fysieke documentatie wordt geschrapt. Het koninklijk besluit actualiseert de procedure voor de oprichting, annulering en executie van in de Caja gestorte garanties en contante termijnen. Het bevordert ook de invoering van elektronische procedures in de Caja, door de regels en kanalen voor het indienen van elektronische documenten vast te stellen, en voorziet in het noodzakelijke rechtskader voor de digitalisering van de procedure.

    154

    C11.R3

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot goedkeuring van de regeling ter uitvoering van Wet 22/2015 van 20 juli 2004 betreffende de controle van de rekeningen

    Bepaling in het koninklijk besluit betreffende de inwerkingtreding van het koninklijk besluit

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot goedkeuring van de regeling ter uitvoering van Wet 22/2015 van 20 juli 2015 betreffende de controle van de rekeningen. Deze hervorming heeft tot doel het rechtskader voor de auditactiviteit meer rechtszekerheid te bieden, zodat een adequate kwaliteit van de auditactiviteit wordt bereikt. Auditors, auditkantoren en alle onderwerpen waarop deze verordening van toepassing is, krijgen derhalve een hogere garantie en zekerheid bij de interpretatie en toepassing van de bepalingen van de wet op de accountantscontrole, waardoor de audits beter worden uitgevoerd en de in de wetgeving opgenomen verplichtingen worden nagekomen.

    437

    C11.R3

    M

    Publicatie van het tweejaarlijkse verslag over het risico van klimaatverandering voor het financiële stelsel en oprichting van de Raad voor duurzame financiering

    Publicatie van het verslag en het actieplan voor de Raad

    KWARTAAL 4

    2023

    De autoriteiten publiceren een groen boek ter bevordering van duurzame financiering. Daarnaast moeten de volgende twee maatregelen worden voltooid: I) publicatie op de website van de Macroprudentiële Autoriteit voor financiële stabiliteit (AMCESFI) van de eerste editie van het tweejaarlijks verslag over de risico’s van klimaatverandering voor het financiële stelsel, overeenkomstig artikel 33 van Wet 7/2021 van 20 mei inzake klimaatverandering en energietransitie; en ii) oprichting en inbedrijfstelling van een Raad voor duurzame financiering (met vertegenwoordigers van de overheid, financiële toezichthouders en de particuliere sector) als forum ter bevordering van publiek-private samenwerking op het gebied van duurzame financiering. Tijdens zijn eerste zitting keurt de Raad een actieplan goed met een tijdschema en beoogde resultaten.

    436

    C11.R3

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake klantendiensten en van de wet tot oprichting van de autoriteit voor de bescherming van financiële cliënten

    Bepaling in de wet (en) ter aanduiding van de inwerkingtreding van de wet (en)

    KWARTAAL 4

    2024

    Inwerkingtreding van i) de Wet op de klantenservice en b) de wet tot oprichting van de autoriteit voor de bescherming van financiële cliënten. In de nieuwe wet inzake klantendiensten worden maatregelen vastgesteld die consumenten de uitoefening van hun rechten met betrekking tot de ondertekende overeenkomsten garanderen en worden kwaliteitsnormen en controle- of auditvereisten vastgesteld om de uitvoering van de bovengenoemde acties te verifiëren.

    155

    C11.R4

    M

    Inwerkingtreding van het ministerieel besluit tot oprichting van de Nationale Evaluatiedienst

    Bepaling in de ministeriële regeling betreffende de inwerkingtreding van het besluit

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Inwerkingtreding van het ministerieel besluit tot oprichting van het Oficina Nacional de Evaluación (Oficina Nacional de Evaluación) binnen het Onafhankelijke Bureau voor regulering en toezicht op overheidsopdrachten (OIReScon). Overeenkomstig artikel 333 van Wet 9/2017 inzake overheidsopdrachten beoordeelt deze dienst de financiële houdbaarheid van de concessieovereenkomsten, als omschreven in de artikelen 14 en 15 van Wet 9/2017 inzake overheidsopdrachten. De ministeriële regeling verleent het Bureau de bevoegdheid en de middelen om zijn taken uit te oefenen.

    156

    C11.R4

    M

    Nationale aanbestedingsstrategie

    Goedkeuring van de nationale strategie voor overheidsopdrachten door het onafhankelijke bureau voor regulering en toezicht op overheidsopdrachten

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Overeenkomstig de vereisten van artikel 334 van Ley 9/2017 heeft de nationale aanbestedingsstrategie tot doel de efficiëntie en duurzaamheid van overheidsopdrachten te verbeteren. De strategie omvat de volgende elementen: I) bevordering van strategische overheidsopdrachten; II) professionalisering; III) het vergemakkelijken van de toegang van kmo’s tot overheidsopdrachten; IV) verbetering van de beschikbare gegevens; (V) het bevorderen van efficiëntie bij overheidsopdrachten; VI) volledige digitale transformatie van overheidsopdrachten; VII) het vergroten van de rechtszekerheid; VIII) verbetering van het toezicht op en de controle op overheidsopdrachten, met inbegrip van corruptiepreventie op basis van een kaart van vastgestelde risico’s.

    157

    C11.R5

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Wetsbesluit 36/2020 betreffende de uitvoering van het herstel-, transformatie- en veerkrachtplan

    Bepaling in het koninklijk besluit betreffende de inwerkingtreding van het koninklijk besluit

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Inwerkingtreding van Koninklijk Decreet 36/2020 van 30 december tot goedkeuring van dringende maatregelen voor de modernisering van het openbaar bestuur en voor de uitvoering van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan, waarbij overheidsdiensten in Spanje de middelen, met inbegrip van rechtsinstrumenten, krijgen om het herstel- en veerkrachtplan tijdig en in overeenstemming met het EU-recht, met inbegrip van de RRF-verordening, uit te voeren. Het Koninklijk Wetsbesluit voorziet in regelgevingshervormingen die de uitvoering van projecten versnellen en een grotere efficiëntie van de overheidsuitgaven mogelijk maken, waarbij te allen tijde de door het regelgevingskader van de EU vereiste garanties en controles worden gehandhaafd.

    158

    C11.R5

    M

    Oprichting van nieuwe organen binnen de centrale overheid voor de follow-up van de uitvoering, controle en audit van het plan.

    Publicatie in het PB

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2021

    Oprichting van de Secretaría General de Fondos Europeos (Secretaría General de Fondos Europeos) en nieuwe afdelingen in het Bureau voor begrotingsinformatie (Oficina de Informática Presupuestaria) en in de nationale rekenkamer (Oficina Nacional de Auditoría) van de Algemene Comptroller van de Overheidsadministratie (Intervención General de la Administración del Estado), om een duurzame, op prestaties gebaseerde cultuur van planning en controle te bevorderen door middel van ervaring met het beheer en de controle van het plan en in overeenstemming met de bepalingen van Koninklijk Besluit 1182/2020.

    159

    C11.R5

    M

    Volgorde tot vaststelling van de procedures en het formaat van de informatie die moet worden gedeeld voor het monitoren van het herstel- en veerkrachtplan en de boekhoudkundige uitvoering van de uitgaven

    Bepaling in de volgorde van inwerkingtreding van het besluit

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2021

    Inwerkingtreding van het besluit tot vaststelling van de procedures en het formaat van de informatie die moet worden gedeeld voor het toezicht op het herstel- en veerkrachtplan en de boekhoudkundige uitvoering van de uitgaven

    160

    C11.I1

    M

    Interconnectie van nationale platforms voor overheidsopdrachten

    Centrale en regionale overheden verstrekken ondertekende certificaten ter bevestiging van de functionaliteiten van het platform

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Verdere interconnectie (uitwisseling van gegevens) tussen alle bestaande platforms voor overheidsopdrachten (centrale en regionale overheid): ten minste 142 open gegevensvelden en 52 geaggregeerde gegevens op het platform van de centrale overheid. 
    Aantal open gegevensvelden in het platform van de centrale overheid in januari 2021: 119 
    Aantal geaggregeerde gegevens in het platform van de centrale overheid in januari 2021: 43

    161

    C11.I1

    T

    Gunning van projecten ter ondersteuning van de digitale transformatie van het centraal openbaar bestuur

     

    Miljoen EUR

    0

    960

    KWARTAAL 4

    2023

    Bekendmaking in het PB of het platform voor overheidsopdrachten van de gunning van ten minste 960 000 000 EUR aan projecten op de volgende gebieden: 
    — Digitale transformatie in termen van proactiviteit, mobiliteit, gebruikerservaring; 
    — Digitale transformatie in termen van automatisering en gegevensgerichte overheidsdiensten; 
    — Digitale transformatie in termen van fysieke, logische infrastructuur en software; 
    — Digitale transformatie op het gebied van cyberbeveiliging.

    162

    C11.I1

    M

    Voltooiing van projecten ter ondersteuning van de digitale transformatie van het centraal openbaar bestuur

    Door de bevoegde autoriteit ondertekende certificaten waaruit blijkt dat de projecten zijn voltooid en operationeel zijn

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2025

    Voltooiing van projecten die zijn toegekend in overeenstemming met streefdoel nr. 161

    163

    C11.I2

    M

    Interoperabele platforms voor de uitwisseling van socialezekerheids- en gezondheidsgegevens

    Centrale en regionale socialezekerheidsinstanties verstrekken ondertekende certificaten ter bevestiging van de functionaliteiten van het platform

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2023

    De centrale overheid en de regio’s beschikken over volledig interoperabele platforms voor de uitwisseling van socialezekerheidsgegevens en -informatie op de volgende gebieden: eerstelijnszorg, ii) ziekenhuisopnames, iii) gezondheidswerkers, recept/verstrekking van geneesmiddelen

    164

    C11.I2

    T

    Gerechtelijke procedures die elektronisch moeten worden uitgevoerd

     

    Aantal

    0

    2 839

    KWARTAAL 4

    2022

    Ten minste 2 839 extra rechterlijke instanties moeten over de nodige infrastructuur beschikken om ten minste 30 % van de procedures elektronisch te kunnen houden. Dit houdt in dat in de verschillende rechterlijke instanties met volledige rechtszekerheid telematicatoepassingen moeten worden verricht. Om dit doel te bereiken, moeten alle deelnemers per videoconferentie toegang hebben tot de rechtszaal. Bovendien maakt het mogelijk volledig virtuele rechtszalen op te zetten, waartoe alle deelnemers per videoconferentie toegang hebben. Er wordt een platform voor onmiddellijke contacten en verwerking opgezet om nieuwe modellen op te stellen voor niet-face-to-face-relaties en -verwerking. Dit zal de toegang van burgers op afstand tot de door de overheid verleende diensten verbeteren.

    165

    C11.I2

    T

    Gunning van projecten ter ondersteuning van digitaliseringsprojecten van het centraal openbaar bestuur

     

    Miljoen EUR

    0

    1 205

    KWARTAAL 4

    2023

    Bekendmaking in het PB of het platform voor overheidsopdrachten van de gunning van projecten op de volgende gebieden: 
    — Digitale transformatie in de gezondheidssector; 
    — Digitale transformatie van de rechtsbedeling; 
    — Digitale transformatie in termen van werkgelegenheid; 
    — Digitale transformatie op het gebied van inclusie, sociale zekerheid en migratie; 
    — Consulair digitalisatieplan; 
    — Digitale transformatie op andere gebieden van het Algemeen Staatsbestuur.

    166

    C11.I2

    M

    Voltooiing van projecten ter ondersteuning van de digitaliseringsprojecten van de centrale overheid (met uitzondering van projecten die vallen onder mijlpaal # 163, streefdoel # 164 en mijlpaal # 341)

    Door de bevoegde autoriteit ondertekende certificaten waaruit blijkt dat de projecten zijn voltooid en operationeel zijn

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2025

    Voltooiing van projecten die zijn toegekend in overeenstemming met streefdoel nr. 165 (met uitzondering van projecten die vallen onder mijlpaal # 163, streefdoel # 164 en mijlpaal # 341)

    167

    C11.I3

    M

    Digitalisering van regionale en lokale entiteiten

    Ministerie van Territoriaal Beleid en Ambtenarenzaken verstrekt een ondertekend certificaat waaruit blijkt dat de doelstelling is bereikt

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Autonome gemeenschappen en lokale overheden hebben projecten voltooid binnen de strategische lijnen van de digitale strategie 2025, het digitalisatieplan voor overheidsdiensten en de rest van de geplande moderniseringsactie voor de overheidssector. Met name: a) Elke autonome regio heeft ten minste één project op een van de vijf strategische lijnen voltooid (1. Administratie gericht op burgers, 2. Slimme operaties, 3. A Government of data, 4. Digitale infrastructuur, en/of 5. Cyberbeveiliging); b) 60 % van de digitale procedures van regionale overheden (Comunidades Autónomas) staat het gebruik ervan via mobiele weg toe (Current: 48 %).

    168

    C11.I3

    T

    Gunning van projecten ter ondersteuning van de digitale transformatie van de regionale en lokale overheidsdiensten en het ministerie van Territoriaal Beleid en Openbaar Bestuur

     

    Miljoen EUR

    0

    1 000

    KWARTAAL 2

    2025

    Bekendmaking in het PB of het platform voor overheidsopdrachten van de gunning van projecten op de volgende gebieden: 
    — Digitale transformatie in termen van proactiviteit, mobiliteit, gebruikerservaring; 
    — Digitale transformatie in termen van automatisering en gegevensgerichte overheidsdiensten; 
    — Digitale transformatie in termen van fysieke, logische infrastructuur en software; 
    — Digitale transformatie op het gebied van cyberbeveiliging.

    169

    C11.I3

    M

    Voltooiing van alle projecten ter ondersteuning van de digitale transformatie van de regionale en lokale overheidsdiensten en het ministerie van Territoriaal Beleid en Openbaar Bestuur

    Door de bevoegde autoriteit ondertekende certificaten waaruit blijkt dat de projecten zijn voltooid en operationeel zijn

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van alle projecten op de volgende gebieden (in overeenstemming met streefdoel nr. 168) 
    Digitale transformatie in termen van proactiviteit, mobiliteit, gebruikerservaring 
    Digitale transformatie in termen van automatisering en gegevensgerichte overheidsdiensten 
    — Digitale transformatie in termen van fysieke, logische infrastructuur en software. 
    — Digitale transformatie op het gebied van cyberbeveiliging.

    438

    C11.I3

    T

    Uitvoering van het plan voor persoonlijke digitale zorg

     

    Aantal

    0

    17

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van ten minste 17 proefprojecten in het kader van het persoonlijk plan voor digitale zorg, waarmee de doelstelling van de Spaanse Digitale Agenda 2025 om gepersonaliseerde zorg voor de behoeften van de burgers te bevorderen, wordt bevorderd. De projecten hebben betrekking op ten minste een van de volgende gebieden door middel van digitalisering:

    Gegevensvastlegging: testen van IT-oplossingen voor het verzamelen, opslaan en interpreteren van patiëntgegevens

    Gepersonaliseerde digitale zorg: testen van instrumenten en/of nutsvoorzieningen voor de verstrekking van gepersonaliseerde digitale zorg

    Het testen van informatie over hulpmiddelen en/of nutsvoorzieningen die op basis van de verkregen patiëntgegevens professionals helpen bij het diagnosticeren of monitoren van patiënten.

    Na voltooiing van de proefprojecten wordt een voorlopige evaluatie gepubliceerd waarin de efficiëntie van de piloten en hun effect op de verbetering van de gezondheidsdiensten worden beoordeeld, met inbegrip van specifieke aanbevelingen wanneer tekortkomingen of zwakke punten worden vastgesteld.

    170

    C11.I4

    T

    Renovatie van voertuigen in het openbaar bestuur

     

    Aantal

    0

    5 500

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 5 500 voertuigen met nul- of lage CO2-uitstoot (BEV, REEV, PHEV, FCEV) ter vervanging van voertuigen op basis van fossiele brandstoffen die bij de overheid worden gebruikt.

    171

    C11.I4

    T

    Energierenovatie van openbare gebouwen (140 000 m2)

     

    Aantal (m2)

    0

    140 000

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 140 000 m2 van de energierenovaties voltooid op openbare gebouwen, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 %.

    172

    C11.I4

    T

    Energierenovaties in openbare gebouwen (1 050 000 m 2)

     

    Aantal (m2)

    140 000

    1 050 000

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 1 050 000 m 2van de energierenovaties voltooid in openbare gebouwen, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 %. (uitgangssituatie: 31 december 2024)

    439

    C11.I4

    T

    Implementatie van fotovoltaïsche zonne-energiesystemen of andere hernieuwbare energiebronnen in de installaties van de centrale overheid

    Miljoen EUR

    0

    80

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van projecten voor de implementatie van fotovoltaïsche zonne-energiesystemen of andere hernieuwbare energiebronnen in de installaties van de centrale overheid voor een bedrag van ten minste 80 000 000 EUR.

    173

    C11.I5

    M

    Geïntegreerd informatiesysteem van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

    Controleverslag

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2021

    De uitvoering van een systeem dat a) het uploaden van het plan voor herstel en veerkracht en van de informatie over de uitvoering en monitoring van de verwezenlijking van mijlpalen en streefdoelen mogelijk maakt; b) voor het opstellen van beheersverklaringen, het auditoverzicht en betalingsaanvragen, en c) het verzamelen en opslaan van gegevens over begunstigden, contractanten, subcontractanten en uiteindelijk begunstigden overeenkomstig artikel 22 van de verordening betreffende de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Een specifieke controle van het systeem wordt uitgevoerd. Indien het verslag tekortkomingen aan het licht brengt, worden in het controleverslag corrigerende maatregelen aanbevolen.

    174

    C11.I5

    T

    Nieuwe communicatie-instrumenten en -activiteiten

     

    Aantal

    0

    4

    KWARTAAL 4

    2022

    Ten minste 2 gemeenschapsmanagers werden ingehuurd om de aanwezigheid van sociale media te vergroten en het aantal potentiële deelnemers en begunstigden van het plan te verhogen om zich bewust te worden van de mogelijkheden die het plan biedt; en 2 websites zijn operationeel om bij te dragen tot een maximale absorptie van middelen.

    175

    C11.I5

    T

    Opgeleid overheidspersoneel

     

    Aantal

    0

    3 150

    KWARTAAL 3

    2026

    Ten minste 3 150 werknemers van de overheid zijn opgeleid op gebieden die verband houden met de uitvoering, controle en audit van het herstel- en veerkrachtplan

    K.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor steun via leningen

    Investering 6 (C11.I6) — Instrumenten voor cyberbeveiliging en veerkracht en beveiliging

    Deze maatregel omvat twee belangrijke investeringen: het „cyberbeveiligingsprogramma” ter versterking van de cyberbeveiligingscapaciteiten van het openbaar bestuur op het gebied van preventie, bescherming, opsporing en respons op cyberdreigingen; en ii) het „Fonds voor veerkracht en veiligheid” ter bevordering van productieve investeringen en de verhoging van de productiecapaciteit op Spaans grondgebied in de veiligheids-, defensie-, lucht- en ruimtevaartsectoren.

    Cyberbeveiligingsprogramma

    Dit onderdeel van de maatregel bestaat uit de uitvoering van projecten in het kader van het cyberbeveiligingsprogramma, die bijdragen tot: het opbouwen van capaciteit om te reageren op cyberdreigingen; het waarborgen van de veiligheid en veerkracht van strategische activa; versterken van de capaciteit voor het onderzoeken en vervolgen van cybercriminaliteit; het stimuleren van cyberbeveiliging voor burgers en bedrijven; het stimuleren van de cyberbeveiligingssector; en vi) de ontwikkeling van een cyberbeveiligingscultuur.

    De uitvoering van het cyberbeveiligingsprogramma wordt uiterlijk op 30 juni 2026 voltooid.

    Veiligheids- en veerkrachtfaciliteit

    Dit onderdeel van de maatregel bestaat uit een overheidsinvesteringen in een faciliteit, het veiligheids- en weerbaarheidsfonds, om particuliere investeringen te stimuleren en de toegang tot financiering in de veiligheids-, defensie-, lucht- en ruimtevaartsectoren van Spanje te verbeteren en kapitaalmarkten op deze gebieden te ontwikkelen. De faciliteit functioneert door rechtstreeks of via tussenpersonen leningen, eigen vermogen en quasi-eigen-vermogensinvesteringen te verstrekken aan de particuliere sector en aan entiteiten uit de publieke sector die zich bezighouden met soortgelijke activiteiten. Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit beoogt de faciliteit in eerste instantie ten minste 1 000 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

    De faciliteit wordt beheerd door Sociedad Estatal de Participaciones Industriales Desarrollo Empresarial (SEPIDES) als uitvoerende partner. De faciliteit omvat de volgende twee productlijnen:

    ·Doorkiesnummer: De faciliteit investeert rechtstreeks in ondernemingen die zich ertoe hebben verbonden nieuwe projecten in de beoogde sectoren uit te voeren, met inbegrip van nieuwe projecten in het kader van lopende ontwikkelingsprogramma’s. De faciliteit kan investeren met behulp van leningen, eigen vermogen en quasi-eigen-vermogensinstrumenten. De kapitaalinvesteringen van het Fonds mogen er niet toe leiden dat het aandeel van het overheidskapitaal in een eindbegunstigde meer dan 49 % van het totale eigen vermogen bedraagt.

    ·Indirecte regel: De faciliteit investeert in bestaande fondsen die investeren in de sectoren waarop de faciliteit zich richt. De maximale deelname van de faciliteit mag niet meer bedragen dan 49 % van enig fonds of ander investeringsvehikel. De beleggingen in aandelen van de fondsen mogen er niet toe leiden dat het aandeel van het overheidskapitaal in een fonds of investeringsvehikel meer bedraagt dan 49 % van het totale eigen vermogen.

    Met het oog op de uitvoering van de investering in de faciliteit keurt Spanje een verordening en alle bijbehorende documenten goed voor de oprichting en het beheer van de faciliteit, die de volgende inhoud bevat:

    1)Beschrijving van het besluitvormingsproces van de faciliteit: Het initiële investeringsbesluit van de faciliteit wordt genomen door een investeringscomité of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de Spaanse regering. Het definitieve investeringsbesluit van de faciliteit is beperkt tot de goedkeuring (zonder wijzigingen) of de uitoefening van een vetorecht op een investeringsbesluit dat wordt voorgesteld door het investeringscomité of een gelijkwaardig bestuursorgaan. Voor investeringen via intermediairs wordt het definitieve investeringsbesluit door de intermediairs genomen. Een vetorecht met betrekking tot een door de tussenpersoon voorgesteld investeringsbesluit kan worden uitgeoefend om redenen van nationale veiligheid.

    2)Essentiële vereisten van het bijbehorende beleggingsbeleid, waaronder:

    a)De beschrijving van de financiële producten en de in aanmerking komende eindbegunstigden in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel. Voor strategische investeringen, d.w.z. investeringen in defensietechnologieën en -producten die zijn vastgesteld in het jaarlijkse werkprogramma voor het Europees Defensiefonds; ruimteinvesteringen in atoomklokken, strategische draagraketten; en ruimteproducten; en investeringen die uitsluitend gericht zijn op de ontwikkeling en uitrol van cyberbeveiligingsinstrumenten en -oplossingen, ook wanneer deze deel uitmaken van de uitrol of modernisering van digitale netwerken en data-infrastructuur; eindbegunstigden staan niet onder zeggenschap van een derde land of entiteiten uit derde landen en hebben hun uitvoerend beheer in de Unie, behalve voor investeringen van minder dan 10 000 000 EUR. Indien de eindbegunstigde betrokken is bij een strategische investering op het gebied van 5G-connectiviteit, zijn de maatregelen en risicobeperkingsplannen overeenkomstig de toolbox voor 5G-cyberbeveiliging 20 ook van toepassing op zijn leveranciers. Dergelijke leveranciers zijn met name verkopers van telecommunicatieapparatuur en fabrikanten en andere derde leveranciers, zoals cloudinfrastructuuraanbieders, verleners van beheerde diensten, systeemintegrators, beveiligings- en onderhoudscontractanten, fabrikanten van transmissieapparatuur. Wanneer de eindbegunstigde betrokken is bij een strategische investering op het gebied van defensie, geldt deze beperking ook voor zijn leveranciers en onderaannemers. De in de drie bovenstaande alinea’s uiteengezette beperkingen met betrekking tot het ontbreken van zeggenschap door een derde land of een entiteit uit een derde land zijn niet van toepassing op een bepaalde financierings- en investeringsverrichting wanneer de eindbegunstigde kan aantonen dat hij een juridische entiteit is waarvoor de lidstaat waarin hij is gevestigd een garantie heeft goedgekeurd die in overeenstemming is met de beginselen betreffende in aanmerking komende entiteiten die zijn vastgelegd in de desbetreffende bepalingen van de verordening betreffende het Europees Defensiefonds („EDF”) 21 of de ontheffing die de Commissie heeft verleend overeenkomstig de beginselen betreffende in aanmerking komende entiteiten die zijn vastgelegd in de desbetreffende bepalingen van de ruimtevaartverordening 22 . De uitvoerende partner moet de regering in kennis stellen van elke toegestane afwijking van de beperkingen.

    b)De eis dat alle gesteunde investeringen economisch levensvatbaar moeten zijn.

    c)Een verbod op herfinanciering van uitstaande leningen. 

    d)De eis om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), met name:

    I)In het geval van leningen, projectobligaties of gelijkwaardige instrumenten: het investeringsbeleid sluit de volgende lijst van activiteiten en activa uit van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 23 , ii) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 24 , iii) activiteiten en activa in verband met afvalstortplaatsen, verbrandingsinstallaties 25 en installaties voor mechanische biologische behandeling 26 .

    II)In het geval van eigen vermogen, quasi-eigen vermogen, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten: het beleggingsbeleid verplicht ondernemingen om plannen voor een groene transitie vast te stellen overeenkomstig de definitie in artikel 19 bis, lid 2, onder a), iii), 27 van Richtlijn 2013/34/EU indien meer dan 50 % van hun directe inkomsten tijdens het voorgaande boekjaar afkomstig is van de volgende lijst van activiteiten en activa: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 28 , ii) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 29 , iii) activiteiten en activa in verband met afvalstortplaatsen, verbrandingsinstallaties 30 en installaties voor mechanische biologische behandeling 31 .

    III)Voorts vereist het investeringsbeleid de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de faciliteit.

    e)Het vereiste dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    3)Het bedrag dat onder de verordening en alle bijbehorende documenten tot oprichting van de faciliteit valt, de vergoedingenstructuur voor de uitvoerende partner en de verplichting om terugvloeiende middelen te herinvesteren overeenkomstig het investeringsbeleid van de faciliteit, tenzij deze worden gebruikt voor de aflossing van leningen van de faciliteit voor herstel en veerkracht.

    4)Monitoring-, audit- en controlevereisten, met inbegrip van:

    a)De beschrijving van het monitoringsysteem van de uitvoerende partner om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investeringen.

    b)De beschrijving van de procedures van de uitvoerende partner om fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

    c)De verplichting om de subsidiabiliteit van elke concrete actie overeenkomstig de in de uitvoeringsovereenkomst vastgestelde vereisten te verifiëren alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

    d)De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren in overeenstemming met een auditplan van SEPIDES. Bij deze audits wordt nagegaan i) of de controlesystemen doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; II) naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels, de vereisten inzake klimaat en digitale streefcijfers; en iii) dat de verplichting voor de intermediair om na te gaan of de eindbegunstigde een verantwoordelijke verklaring indient om te controleren of dezelfde kosten door een ander instrument van de Unie worden gedekt, wordt nageleefd. Bij de controles wordt ook nagegaan of de transacties wettig zijn en of de voorwaarden van de verordening en de bijbehorende documenten tot vaststelling van de faciliteit en de financieringsovereenkomsten worden nageleefd.

    5)Vereisten voor de selectie van financiële intermediairs: SEPIDES selecteert financiële intermediairs op een open, transparante en niet-discriminerende wijze. Controles op de afwezigheid van belangenconflicten bij financiële intermediairs worden vooraf uitgevoerd via een IT-systeem zoals Minerva voor alle betrokken financiële actoren. 

    6)Vereiste om financieringsovereenkomsten te ondertekenen: SEPIDES ondertekenen financieringsovereenkomsten met de financiële intermediairs overeenkomstig de essentiële vereisten die worden verstrekt als onderdeel van de bijbehorende documenten tot oprichting van de faciliteit. De belangrijkste vereisten van de financieringsovereenkomst omvatten alle vereisten in het kader waarvan de faciliteit opereert, met inbegrip van: 

    a)De verplichting van de financiële intermediair om zijn besluiten mutatis mutandis te nemen in overeenstemming met de hierboven vermelde vereisten inzake besluitvorming en beleggingsbeleid, met inbegrip van de naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan”.

    b)De beschrijving van het monitoring-, audit- en controlekader dat de financiële intermediair moet opzetten en dat mutatis mutandis onderworpen is aan alle hierboven vermelde monitoring-, audit- en controlevoorschriften. 

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    K.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor monitoring en uitvoering van steun via leningen

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel met betrekking tot L17 omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    L89

    C11.I6

    T

    Gunning van projecten ter versterking van de cyberbeveiligingscapaciteiten van het openbaar bestuur op het gebied van preventie, bescherming, opsporing en respons op cyberdreigingen (cyberbeveiligingsprogramma)

    Bekendmaking in het staatsblad of het platform voor overheidsopdrachten

    Miljoen EUR

    0

    1 041

    KWARTAAL 2

    2025

    Bekendmaking in het Publicatieblad of het platform voor overheidsopdrachten van de gunning van ten minste 1 041 525 000 EUR aan projecten ter versterking van de cyberbeveiligingscapaciteiten van het openbaar bestuur op het gebied van preventie, bescherming, opsporing en respons op cyberdreigingen. Deze projecten dragen bij tot een of meer van de volgende doelstellingen: het opbouwen van capaciteit om te reageren op cyberdreigingen; het waarborgen van de veiligheid en veerkracht van strategische activa; versterken van de capaciteit voor het onderzoeken en vervolgen van cybercriminaliteit; het stimuleren van cyberbeveiliging voor burgers en bedrijven; het stimuleren van de cyberbeveiligingssector; en vi) de ontwikkeling van een cyberbeveiligingscultuur.

    L17

    C11.I6

    T

    Voltooiing van projecten ter versterking van de cyberbeveiligingscapaciteiten van het openbaar bestuur op het gebied van preventie, bescherming, opsporing en respons op cyberdreigingen (cyberbeveiligingsprogramma)

    Miljoen EUR

    0

    1 041

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van projecten ter versterking van de cyberbeveiligingscapaciteiten van het openbaar bestuur op het gebied van preventie, bescherming, opsporing en respons op cyberdreigingen voor ten minste 1 041 525 000 EUR. Deze projecten dragen bij tot een of meer van de volgende doelstellingen: het opbouwen van capaciteit om te reageren op cyberdreigingen; het waarborgen van de veiligheid en veerkracht van strategische activa; versterken van de capaciteit voor het onderzoeken en vervolgen van cybercriminaliteit; het stimuleren van cyberbeveiliging voor burgers en bedrijven; het stimuleren van de cyberbeveiligingssector; en vi) de ontwikkeling van een cyberbeveiligingscultuur.

    L18

    C11.I6

    M

    Verordening tot instelling van het Fonds voor veiligheid en veerkracht 

    Inwerkingtreding van de verordening

     

     

     

    KWARTAAL 2 

    2024

    Inwerkingtreding van de verordening en alle bijbehorende documenten tot oprichting van de faciliteit.

    L19

    C11.I6

    T

    Veiligheids- en veerkrachtfaciliteit: Juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (I)

    35 %

    KWARTAAL 2

    2025

    De faciliteit en alle door SEPIDES geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van eigenvermogensfondsen) voor een bedrag dat nodig is om ten minste 35 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 10 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 40 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de uitvoerende partner).

    L20

    C11.I6

    T

    Veiligheids- en veerkrachtfaciliteit: Juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (II)

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    De faciliteit en alle door SEPIDES geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van eigenvermogensfondsen) voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 10 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 40 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de uitvoerende partner).

    L21

    C11.I6

    M

    Veiligheids- en veerkrachtfaciliteit: Ministerie heeft de investering voltooid

    Certificaat van overdracht

    KWARTAAL 3

    2026

    Spanje draagt 1 000 000 000 EUR over naar de faciliteit.

    L. COMPONENT 12: Industrieel beleid

    Het doel van component 12 van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan is de modernisering en productiviteit van het Spaanse ecosysteem voor industriële diensten te stimuleren door de digitale en groene transitie sneller te omarmen.

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan draagt bij tot de uitvoering van landspecifieke aanbeveling 3 2019 over de bevordering van investeringen in innovatie en energie-efficiëntie. Het is ook afgestemd op landspecifieke aanbeveling 3 2020 (door publieke en particuliere investeringen te bevorderen en de groene transitie te bevorderen). De component draagt ook bij tot de uitvoering van landspecifieke aanbeveling 2 2019 inzake de bevordering van samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs voor het aanbieden van voor de arbeidsmarkt relevante vaardigheden, en landspecifieke aanbeveling 1 2020 over het versterken van de veerkracht van het gezondheidsstelsel. De component draagt ook bij tot landspecifieke aanbeveling 3 2022 over het verhogen van de recyclingpercentages om de EU-doelstellingen te halen en de circulaire economie te bevorderen door de coördinatie tussen alle overheidsniveaus te verbeteren en verdere investeringen te doen om te voldoen aan de verplichtingen inzake gescheiden afvalinzameling en recycling. De component draagt ook bij tot de uitvoering van landspecifieke aanbeveling 3 2023 om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen, de uitrol van hernieuwbare energie en de penetratie van elektromobiliteit te versnellen.

    Een van de doelstellingen van de in het onderdeel opgenomen maatregelen is het vergemakkelijken van de deelname van Spaanse bedrijven aan een gepland belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    L.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C12.R1) — Spaanse strategie ter stimulering van de industrie 2030

    Het doel van de Spaanse strategie ter stimulering van de industrie 2030 is het regelgevingskader aan te passen om de industrie te helpen het hoofd te bieden aan de uitdagingen van servitisering, digitalisering, milieuduurzaamheid en de circulaire economie. De strategie omvat met name een hervorming van de industriewet uit 1992. Het doel van de maatregel is de coördinatiemechanismen tussen de verschillende overheidsniveaus op het gebied van industriebeleid te verbeteren en de industriële kwaliteit en veiligheid te verbeteren door middel van een versterkt systeem voor markttoezicht, in overeenstemming met Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 32 . Ten slotte wordt de definitie van inbreuken in het industriebeleid herzien en wordt het niveau van de sancties die kunnen worden opgelegd, geactualiseerd.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C12.R2) — Afvalbeleid en stimulering van de circulaire economie

    De maatregel heeft ten doel productie- en consumptiemodellen te bevorderen die producten, materialen en natuurlijke hulpbronnen zo lang mogelijk in de economie houden. Het doel is de afvalproductie tot een minimum te beperken en te zorgen voor een volledige exploitatie van afval dat niet mag worden vermeden. Deze hervorming omvat de goedkeuring van een Spaanse strategie voor de circulaire economie in juni 2020, in overeenstemming met de actieplannen van de EU voor de circulaire economie.

    De maatregel omvat ook een pakket handelingen inzake de circulaire economie om de overbrenging en verwijdering van afvalstoffen te reguleren en afgedankte banden te beheren, en maatregelen inzake autowrakken. Daartoe werden de koninklijke besluiten 553/2020 van 2 juni 2020, 646/2020, van 7 juli 2020 en 731/2020 van 4 augustus 2020 en Koninklijk Besluit 27/2021 van 19 januari en 265/2021 van 13 april goedgekeurd. Daarnaast omvat de hervorming de goedkeuring van regelgevende maatregelen inzake verpakking en verpakkingsafval door de Raad van Ministers in 2022.

    Daarnaast omvat de maatregel de inwerkingtreding van een nieuwe wet inzake afvalstoffen en verontreinigde bodem uiterlijk op 31 december 2022. De wet omvat:

    a)De tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn afvalstoffen en de richtlijn inzake kunststoffen voor eenmalig gebruik, alsmede een aanpassing van de Spaanse regelgeving in het licht van de ervaringen van de afgelopen tien jaar;

    b)De invoering van de EU-doelstellingen met betrekking tot afval en de verplichtingen inzake gescheiden inzameling die voortvloeien uit de EU-regelgeving, waarbij wordt geanticipeerd op de toepassing ervan in bioafval in gemeenten met meer dan 5 000 inwoners. Voorts worden bij de maatregel verplichtingen inzake gescheiden inzameling ingevoerd die verder gaan dan de vereisten van het Unierecht;

    c)De herziening van de verordening inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, waarbij een nieuw regelgevingskader wordt vastgesteld (vereist op grond van EU-verordeningen en aanvullende verordeningen); en het

    d)De invoering van een staatsbelasting op afval (met inbegrip van storten, verbranding en meeverbranding, en plastic containers voor eenmalig gebruik).

    Ten slotte bevordert deze hervorming de coördinatie tussen de verschillende organisatie- en competentieniveaus op het gebied van afvalbeheer, teneinde de tenuitvoerlegging van de wetgeving te verbeteren en uiteindelijk vooruitgang te boeken bij het terugdringen van de afvalproductie en het verbeteren van het beheer van afval waarvan de productie niet kan worden vermeden, teneinde de doelstellingen van voorbereiding voor hergebruik en recycling te verwezenlijken.

    Daartoe omvat deze hervorming:

    a)De oprichting van een werkgroep binnen het Afvalcoördinatiecomité om toezicht te houden op de uitvoering van de afvalwetgeving en de vaststelling van specifieke maatregelen om de naleving van de geharmoniseerde nationale wetgeving inzake afvalbeheer te vergemakkelijken. De overeengekomen maatregelen zullen op de website van het ministerie worden gepubliceerd.

    b)De vaststelling van een tweede pakket regelgevingshandelingen inzake de circulaire economie, waarbij de volgende aspecten ten uitvoer worden gelegd:

    I.Verordening betreffende de financiële garanties voor bepaalde producenten en afvalbeheerders, zodat deze garanties in alle regio’s volgens dezelfde criteria worden berekend

    II.Verordening betreffende tabaksproducten met filters en filters die in de handel worden gebracht voor gebruik in combinatie met tabaksproducten. De verordening moet met name:

    I.De verplichting op te leggen om preventieprogramma’s op te stellen voor producenten die een bepaalde hoeveelheid product op de nationale markt brengen;

    II.De verplichting in te voeren voor houders die deel uitmaken van de openbare inzamelingssystemen en voor het opzetten van een specifieke infrastructuur die de gescheiden inzameling van tabaksproductafval met filters en filters mogelijk maakt;

    III.Voorzien in de mogelijkheid om doelstellingen op het gebied van preventie en gescheiden inzameling vast te stellen op basis van de behaalde resultaten;

    IV.Het opzetten van een register van producenten van tabaksproducten met filters en filters;

    III.Verordening inzake industriële afgewerkte olie, teneinde het regelgevingskader in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de nieuwe afvalstoffenwet, die een bepaling inzake industriële afgewerkte olie bevat;

    IV.Verordening betreffende afgedankte banden, na de gedeeltelijke en tijdige herziening van de huidige norm in 2020; en het

    V.Ministerieel besluit betreffende de minimumeisen voor de behandeling van stedelijk afval voorafgaand aan het storten.

    Deze verordeningen zorgen voor een gecoördineerd beheer in alle regio’s en voor de uitvoering van de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.

    Daarnaast omvat de hervorming de goedkeuring van het tweede actieplan voor de circulaire economie, dat in de periode 2024-2026 moet worden uitgevoerd, als onderdeel van de Spaanse strategie voor de circulaire economie. In het tweede actieplan worden de problemen behandeld die tijdens de uitvoering van het eerste plan aan het licht zijn gekomen, alsook de sectoren waarvoor de initiatieven op het niveau van de staat moeten worden toegespitst.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2025 voltooid zijn.

    Investering (C12.I1) — Sectorale dataruimten voor de digitalisering van strategische productiesectoren

    Het doel van deze maatregel is het creëren van veilige en grote dataruimten in strategische industriële sectoren, zoals de agrovoedingssector, duurzame mobiliteit, gezondheid en de commerciële sector. Innovatie, efficiëntie en schaalvoordelen worden bevorderd door de ontwikkeling van gemeenschappelijke componenten (bouwstenen) en door het delen van gemeenschappelijke infrastructuren en gegevens (cloudplatforms, supercomputing- en opslagnetwerken, analyse van big data en kunstmatige intelligentie).

    De governancestructuren worden versterkt om publiek-private samenwerking bij de ontwikkeling van dataruimten tot uitdrukking te brengen. Daarnaast worden mechanismen vastgesteld om de interoperabiliteit te waarborgen en worden passende regels en mechanismen ontwikkeld om het delen van gegevens tussen bedrijven te bevorderen. De investering wordt uitgevoerd in overeenstemming met de mededeling van de Europese Commissie „Een Europese datastrategie” 33 en de daarin vervatte acties, met name de komende datagovernance- en governanceverordening 34 , alsook de EU-cloudfederatie. Synergieën zorgen voor complementariteit met het programma Digitaal Europa 35 . De investering wordt ook afgestemd op de belangrijkste referenties en normen, zoals die welke door de International Data Spaces (IDS) Association worden bevorderd.

    Uiterlijk op 31 december 2023 worden ten minste vier hoogwaardige sectorale en interoperabele dataruimten ondersteund in de agrovoedingssector, de sector duurzame mobiliteit, de gezondheidssector en de handelssector.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 2 (C12.I2) — Programma ter bevordering van het concurrentievermogen en de industriële duurzaamheid

    Het doel van deze maatregel is het bevorderen van de transformatie van strategische sectoren die van cruciaal belang zijn voor de industriële transitie van Spanje, zoals de automobiel- en elektrische voertuigen, de agrovoedingssector, de gezondheidszorg, de lucht- en zeevaart, industriële sectoren die verband houden met hernieuwbare energie, en in capaciteiten voor het ontwerp en de productie van processoren en halfgeleidertechnologieën. In het kader van deze actie worden ten minste drie grote strategische projecten ondersteund (de zogenaamde „PERTE’s”), die de gehele waardeketen in de betrokken sector omvatten, met inbegrip van steun voor kmo’s.

    Deze maatregel financiert ook projecten op kleinere schaal, zoals industriële simulatie, geavanceerde materialen, virtuele realiteit en collaboratieve en cognitieve robotica. De maatregel ondersteunt verder duurzame industriële infrastructuur, zoals industrieparken of logistieke gebieden. Als onderdeel van dit element van de maatregel zal het Spaanse herstel- en veerkrachtplan ten minste 78 innovatieve projecten financieren die een substantiële industriële transformatie op het gebied van energie-efficiëntie, duurzaamheid en digitale transformatie omvatten.

    Na goedkeuring van een PERTE door de Raad van Ministers publiceert het bevoegde ministerie een oproep tot mededinging met het oog op de ontvangst van specifieke voorstellen die in het kader van het goedgekeurde PERTE moeten worden ontwikkeld. Steunmaatregelen die overeenkomstig artikel 107 VWEU staatssteun kunnen vormen en waarvoor voorafgaande aanmelding bij de Commissie vereist kan zijn, mogen niet ten uitvoer worden gelegd voordat Spanje de goedkeuring van de Commissie voor staatssteun heeft verkregen.

    Het besluit van de Raad van Ministers tot goedkeuring van PERTE bevat gedetailleerde selectiecriteria om de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) te waarborgen. Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 36 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 37 ; compensatie voor indirecte ETS-kosten; IV) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 38 en installaties voor mechanische biologische behandeling 39 ; en v) activiteiten waarbij de verwijdering van afvalstoffen op lange termijn schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De volgende O & O-I-acties in het kader van deze investering worden geacht in overeenstemming te zijn met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01): O & O-I-acties in het kader van deze investering die gericht zijn op het aanzienlijk vergroten van de ecologische duurzaamheid van bedrijven (zoals decarbonisatie, vermindering van verontreiniging en de circulaire economie), indien de O & O-I-acties in het kader van deze investering in de eerste plaats gericht zijn op het ontwikkelen of aanpassen van alternatieven met de laagst mogelijke milieueffecten in de sector.

    Deselectiecriteria zorgen ervoor dat ten minste 455 000 000 EUR bijdraagt aan de doelstellingen inzake klimaatverandering met een klimaatcoëfficiënt van 100 % en ten minste 1 5 00000 000 EUR met een klimaatcoëfficiënt van 40 %, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. 40 Als alternatief moeten de selectiecriteria, indien dit goed wordt gerechtvaardigd door een toelichting te geven van de redenen waarom de alternatieve aanpak mogelijk niet haalbaar is, ervoor zorgen dat ten minste 2 EUR 531 500 000 bijdraagt aan de klimaatveranderingsdoelstellingen met een gemiddelde klimaatcoëfficiënt van ten minste 40 %, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 3 (C12.I3) — Plan ter ondersteuning van de uitvoering van de afvalwetgeving en de bevordering van de circulaire economie

    Het doel van deze maatregel is bij te dragen tot de bevordering van de circulaire economie in Spanje door projecten te financieren die bedoeld zijn om het nationale kader voor afvalregelgeving uit te voeren en de EU-doelstellingen op het gebied van afval te verwezenlijken, alsook innovatieve projecten op het gebied van de circulaire economie in de particuliere sector om de overgang naar de circulaire economie te vergemakkelijken.

    De maatregel ondersteunt de modernisering van bestaande systemen voor gescheiden afvalinzameling en investeringen in inzamelpunten om recycling, de bouw van nieuwe afvalverwerkingsinstallaties en een efficiënter gebruik van hulpbronnen in bestaande mechanische biologische zuiveringsinstallaties te bevorderen, zonder de levensduur of capaciteit ervan te verhogen (te verifiëren op installatieniveau). De doelstelling van de maatregel heeft ook betrekking op digitale oplossingen op dit gebied en de bevordering van de circulaire economie op ondernemingsniveau. De voorgestelde doelstelling is om ten minste 30 van de geplande projecten te voltooien. De maatregel moet leiden tot de bouw van nieuwe verwerkingscapaciteit voor gescheiden ingezameld stedelijk afval van ten minste 1 500 000 ton per jaar.

    De maatregel omvat ook de verdeling van middelen aan de autonome gemeenschappen voor projecten ter uitvoering van afvalwetgeving, die uiterlijk eind 2024 moeten worden overeengekomen en goedgekeurd tijdens een sectorconferentie of via rechtstreekse subsidies overeenkomstig de algemene subsidiewet 38/2003.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 41 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 42 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 43 en installaties voor mechanische biologische behandeling 44 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 4 (C12.I4) — Versterking van de industrie in de waardeketen voor halfgeleiders

    Het doel van de investering is door middel van subsidies steun te verlenen aan projecten in verband met de waardeketen van halfgeleiders, teneinde het nationale ecosysteem voor micro-elektronica te versterken en het effect van de deelname van Spaanse bedrijven aan het IPCEI op micro-elektronica en communicatietechnologieën (IPCEI ME-TC) te vergroten. Deze steun versterkt de ontwerp- en productiecapaciteit van de halfgeleiderindustrie in Spanje.

    Deze maatregel wordt uitgevoerd door middel van twee soorten instrumenten:

    1.De eerste voorziet in de financiering die nodig is om de deelname van Spaanse ondernemingen aan het door de Europese Commissie goedgekeurde IPCEI-MCE te ondersteunen.

    2.De tweede, een nationale oproep, is gericht op het verstrekken van financiering aan andere projecten die zijn ontwikkeld door ondernemingen in de waardeketen van de halfgeleiderindustrie.

    De investering moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    Investering 5 (C12.I5) — Subsidieregeling ter ondersteuning van de circulaire economie

    Deze maatregel bestaat uit een overheidsinvesteringen in een subsidieregeling om particuliere investeringen te stimuleren en de bevordering van de circulaire economie op bedrijfsniveau te ondersteunen, in drie belangrijke sectoren van de Spaanse economie: textiel en mode, kunststoffen en apparatuur voor hernieuwbare energie. De regeling werkt door financiële stimulansen te bieden via de toekenning van subsidies of investeringen in eigen vermogen, met inbegrip van risicokapitaal- en aandelenfondsen, aan de particuliere sector. Op basis van de investeringen in de herstel- en veerkrachtfaciliteit is de regeling erop gericht in eerste instantie ten minste 300 miljoen EUR aan financiering te verstrekken.

    De regeling wordt beheerd door het Instituto de Diversificación y Ahorro de la Energía (IDAE) en Fundacion Biodiversidad als uitvoerende partners. Om de investering in de regeling ten uitvoer te leggen, stelt de overheid een of meer rechtsinstrumenten vast(in het geval van investeringen in aandelen zou dit instrument een investeringsbeleid zijn dat door de IDAE moet worden goedgekeurd), waarbij de regeling wordt ingesteld die de volgende elementen omvat:

    1.Beschrijving van het besluitvormingsproces van de regeling. De evaluatie van de aanvragen en de selectie van de begunstigden die moeten worden opgenomen in de definitieve toekennings- of investeringsbesluiten in het kader van de regeling, worden genomen door een evaluatie-instantie en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de Spaanse regering, dat wil zeggen dat zij personeel moeten zijn dat in dienst is van de uitvoerende partners en/of andere onafhankelijke deskundigen. Het definitieve investeringsbesluit van de regeling is beperkt tot de goedkeuring (zonder wijzigingen) of de uitoefening van een vetorecht op een investeringsbesluit dat door het investeringscomité of een gelijkwaardig bestuursorgaan wordt voorgesteld. Indien het IDAE deelneemt aan een van de aanvragers en het budget voor die oproep ontoereikend is om alle ontvangen aanvragen te dekken, wordt het evaluatieproces extern gecontroleerd, zoals gepland in het „Plan de Mitigación de Potenciales Confictos de Interés en Sociedades Participadas” van het IDAE.

    2.De volgende lijst van voor steun in aanmerking komende activiteiten:

    a.Textiel en mode en kunststoffen (ten minste 200 000 000 EUR beheerd door Fundación Biodiversidad): investeringen in infrastructuur, technologieën en O & O-I om de vermindering, het hergebruik en de recycling en/of hervalorisatie van materialen te vergemakkelijken.

    b.Apparatuur voor hernieuwbare energie (ten minste 100 000 000 EUR beheerd door IDAE): investeringen in ecologisch ontwerp, infrastructuur, technologieën, O & O-I en/of de ontwikkeling van installaties en systemen om de vermindering, het hergebruik en de recycling en/of hervalorisatie van materialen te vergemakkelijken.

    3.Vereiste om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht, zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01). In het (de) rechtsinstrument (en) wordt met name de volgende lijst van activiteiten uitgesloten: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 45 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 46 ; en iii) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 47 en installaties voor mechanische biologische behandeling 48 . In het geval van algemene steun aan ondernemingen (met inbegrip van eigen vermogen en durfkapitaal) zijn ondernemingen met een aanzienlijke focus 49 in de volgende sectoren uitgesloten: I) energieproductie op basis van fossiele brandstoffen en aanverwante activiteiten 50 ; energie-intensieve industrieën en/of industrieën met een hoge CO2-uitstoot 51 ; III) productie, verhuur of verkoop van vervuilende voertuigen 52 ; IV) afvalinzameling, afvalverwerking en -verwijdering 53 , v) verwerking van splijtstof, productie van kernenergie. Voorts moeten de rechtsinstrumenten de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de subsidieregelingen vereisen.

    4.Het vereiste dat eindbegunstigden van de subsidieregelingen geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    5.Het bedrag dat onder de regeling valt en de verplichting om ongebruikte opbrengsten van de subsidieregeling te herinvesteren in de hierboven genoemde activiteiten, ook na 2026.

    6.Rapportagevereisten klimaatinvesteringen voor de subsidieregelingen 54 .

    7.Voor beleggingen in aandelen, met inbegrip van durfkapitaal, omvatten de belangrijkste vereisten van het beleggingsbeleid met betrekking tot de mogelijke toekenning van fondsen: 

    a.Beschrijving van de onderdelen van het (de) financiële product (en) en de in aanmerking komende eindbegunstigden

    b.De eis dat alle gesteunde investeringen economisch levensvatbaar moeten zijn. 

    8.Voor investeringen in eigen vermogen, met inbegrip van durfkapitaal, de volgende monitoring-, audit- en controlevereisten, met inbegrip van:

    a.De beschrijving van het monitoringsysteem van IDAE om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investering.

    b.De beschrijving van de procedures van het IDAE om fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

    c.De verplichting om de subsidiabiliteit van elke concrete actie overeenkomstig de in de uitvoeringsovereenkomst vastgestelde vereisten te verifiëren alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

    d.De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren in overeenstemming met een auditplan van IDAE. Bij deze audits wordt nagegaan i) of de controlesystemen doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; II) naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels en de vereisten inzake klimaatstreefcijfers; en iii) dat de verplichting voor IDEA om na te gaan of de eindbegunstigde een verantwoordelijke verklaring indient om te controleren of dezelfde kosten door een ander instrument van de Unie worden gedekt, wordt nageleefd. Bij de audits wordt ook nagegaan of de transacties wettig zijn en of de voorwaarden van het (de) toepasselijke rechtsinstrument (en) of beleggingsbeleid tot vaststelling van de regeling in acht worden genomen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    Investering 6 (C12.I6) — Subsidieregeling ter ondersteuning van strategische projecten in de waardeketen van elektrische auto’s (subsidies)

    Deze maatregel bestaat uit een overheidsinvestering in een subsidieregeling om particuliere investeringen in de waardeketen van elektrische auto’s te stimuleren door middel van subsidies. De regeling bevordert de transformatie van strategische sectoren zoals de automobiel- en elektrische voertuigen door middel van de toekenning van subsidies aan de particuliere sector, in het kader van strategische projecten of PERTE’s die door de Raad van Ministers zijn goedgekeurd. Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit is de subsidieregeling erop gericht in eerste instantie ten minste 250 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

    De regeling wordt beheerd door SEPIDES als uitvoerende partner. Bij een relevante rechtshandeling worden SEPIDES omgezet in een overheidsbedrijf om deze investering uit te voeren (dit is een mijlpaal in het kader van investering 6 van component 31 van het herstel- en veerkrachtplan van Spanje).

    Om de investering in de regeling ten uitvoer te leggen, stelt de regering een of meer rechtsinstrumenten vast tot instelling van de regeling, die de volgende elementen omvatten:

    1.Beschrijving van het besluitvormingsproces voor de regeling: De evaluatie van de aanvragen en de selectie van de begunstigden die in de definitieve toekenningsbesluiten of investeringsbesluiten in het kader van de regeling moeten worden opgenomen, worden genomen door een evaluatiecomité of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de Spaanse regering, dat wil zeggen dat zij personeel moeten zijn dat in dienst is van SEPIDES en/of andere onafhankelijke deskundigen. Het definitieve investeringsbesluit van de regeling is beperkt tot de goedkeuring (zonder wijzigingen) of de uitoefening van een vetorecht op een investeringsbesluit dat wordt voorgesteld door het evaluatiecomité of een gelijkwaardig bestuursorgaan.

    2.De lijst van activiteiten voor de groene en digitale transformatie van de sector die in aanmerking komen voor steun, die ten minste 250 000 000 EUR bedraagt. De maatregel ondersteunt innovatieve projecten met een substantiële industriële transformatie in termen van energie-efficiëntie, duurzaamheid en digitale transformatie van de sector.

    3.Vereiste om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht, zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01). In het (de) rechtsinstrument (en) wordt met name de volgende lijst van activiteiten uitgesloten: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 55 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 56 ; en iii) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 57 en installaties voor mechanische biologische behandeling 58 . Voorts moeten de rechtsinstrumenten de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de subsidieregelingen vereisen. De volgende O & O-I-acties in het kader van deze investering worden geacht in overeenstemming te zijn met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01): O & O-I-acties in het kader van deze investering die gericht zijn op het aanzienlijk vergroten van de ecologische duurzaamheid van bedrijven (zoals decarbonisatie, vermindering van verontreiniging en de circulaire economie), indien de O & O-I-acties in het kader van deze investering in de eerste plaats gericht zijn op het ontwikkelen of aanpassen van alternatieven met de laagst mogelijke milieueffecten in de sector.

    4.Vereisten voor klimaatinvesteringen door SEPIDES: ten minste 100 000 000 EUR van de RRF-investering in de regeling draagt bij aan de doelstellingen inzake klimaatverandering overeenkomstig bijlage VI bij de RRF-verordening. 59  

    5.De eis dat eindbegunstigden van de subsidieregeling geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    6.Het bedrag dat onder de regeling valt en de verplichting om ongebruikte opbrengsten van de subsidieregeling te herinvesteren in de hierboven genoemde activiteiten, ook na 2026.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    L.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

       

    Eenheid

    Basislijn

    Doelpunt

    Q

    Jaar

    176

    C12.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wet op de industrie

    Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    De wet heeft tot doel de coördinatiemechanismen tussen de verschillende overheidsniveaus op het gebied van industriebeleid te verbeteren en de industriële kwaliteit en veiligheid te verbeteren door middel van een versterkt systeem voor markttoezicht, in overeenstemming met Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011. Ten slotte wordt de definitie van inbreuken op dit gebied herzien en wordt het niveau van de sancties die kunnen worden opgelegd, geactualiseerd.

    177

    C12.R2

    M

    Spaanse strategie voor de circulaire economie (EEEC)

    Goedkeuring door de Raad van Ministers

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2020

    Goedkeuring van de Spaanse strategie voor de circulaire economie (EEEC). Het legt de basis voor de bevordering van een nieuw productie- en consumptiemodel waarin de waarde van producten, materialen en hulpbronnen zo lang mogelijk wordt gehandhaafd, waarbij de productie van afval tot een minimum wordt beperkt en het afval dat niet kan worden vermeden, volledig wordt benut.

    178

    C12.R2

    M

    Inwerkingtreding van de handelingen die deel uitmaken van het beleidspakket circulaire economie

    Bepalingen in de koninklijke besluiten tot vaststelling van de inwerkingtreding van de wetten

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Het beleidspakket circulaire economie omvat: 
    Koninklijk besluit 731/2020 van 4 augustus tot wijziging van Koninklijk Besluit 1619/2005 van 30 december betreffende het beheer van afgedankte banden. 
    Koninklijk besluit 646/2020 van 7 juli tot regeling van de verwijdering van afvalstoffen per stortplaats. 
    Koninklijk besluit 553/2020 van 2 juni 2006 tot regeling van de overbrenging van afvalstoffen binnen het grondgebied van de staat. 
    Koninklijk besluiten 27/2021 van 19 januari en 265/2021 van 13 april. 
    De aanstaande goedkeuring van regelgevende maatregelen inzake verpakking en verpakkingsafval door de Raad van Ministers in de loop van 2022.

    179

    C12.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake afvalstoffen en verontreinigde bodem

    Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    De wet omvat: 
    I) De tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn afvalstoffen en de richtlijn kunststoffen voor eenmalig gebruik, en actualisering van de Spaanse regelgeving in het licht van de ervaringen van de afgelopen tien jaar; 
    II) De invoering van EU-doelstellingen met betrekking tot afval en verplichtingen inzake gescheiden inzameling die voortvloeien uit de EU-regelgeving, vooruitlopend op de toepassing ervan in bioafval in gemeenten met meer dan 5 000 inwoners. Voorts worden bij de maatregel verplichtingen inzake gescheiden inzameling ingevoerd die verder gaan dan de vereisten van het Unierecht; 
    III) de herziening van de verordening inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, waarbij nieuwe worden vastgesteld die verder gaan dan wat op grond van het Unierecht vereist is; 
    de invoering van overheidsbelasting op afval (met inbegrip van storten, verbranding en meeverbranding en op kunststofverpakkingen voor eenmalig gebruik).

    180

    C12.I1

    T

    Hoogwaardige sectorale en interoperabele dataruimten

    Aantal

    0

    4

    KWARTAAL 2

    2026

    Grote hoogwaardige sectorale en interoperabele dataruimten die in strategische sectoren zijn gecreëerd. Ten minste vier in de agrovoedingssector, de sector duurzame mobiliteit, de gezondheidssector en de handelssector, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een lijst van uitsluitingen en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. De voor dit doel beschikbaar gestelde begrotingsuitvoering bedraagt ten minste 400 000 000 EUR.

    181

    C12.I2

    M

    Plan om de waardeketen van de automobielindustrie te verbeteren met het oog op duurzame en geconnecteerde mobiliteit

    Goedkeuring door de Raad van Ministers

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2020

    Goedkeuring door de Raad van Ministers van het plan om de waardeketen van de automobielindustrie te verbeteren met het oog op duurzame en geconnecteerde mobiliteit.

    182

    C12.I2

    M

    PERTE op het gebied van elektrische voertuigen

    Goedkeuring door de Raad van Ministers

     

    KWARTAAL 3

    2022

    Goedkeuring door de Raad van Ministers van een strategisch project voor economisch herstel en transformatie (PERTE) op het strategische gebied van elektrische voertuigen, en toewijzing van ten minste 400 000 000 EUR aan steun. Het besluit tot goedkeuring van PERTE bevat gedetailleerde selectiecriteria om de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) te waarborgen door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en de eis van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. De selectiecriteria weerspiegelen daarnaast de vereisten van toepasselijke steungebieden voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    183

    C12.I2

    M

    PERTE’s op strategische gebieden als omschreven in het plan

    Goedkeuring door de Raad van Ministers

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Goedkeuring door de ministerraad van ten minste twee PERTE’s en totale begrotingstoewijzing van ten minste 800 000 000 EUR aan steun, op andere strategische gebieden, zoals de agrovoedingssector, de gezondheidszorg, de lucht- en de zeevaart, en industriële sectoren die verband houden met hernieuwbare energie, en in capaciteiten voor het ontwerp en de productie van processoren en halfgeleidertechnologieën. Het besluit tot goedkeuring van PERTE bevat gedetailleerde selectiecriteria om de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) te waarborgen door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en de eis van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. De selectiecriteria weerspiegelen daarnaast de vereisten van toepasselijke steungebieden voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    184

    C12.I2

    T

    Innovatieve projecten voor de transformatie van de industrie op het gebied van energie-efficiëntie, duurzaamheid en digitalisering

    Aantal

    0

    78

    KWARTAAL 4

    2022

    Toekenning van ten minste 1 200 000 000 EUR door de minister van Industrie aan ten minste 78 innovatieve projecten, met inbegrip van projecten die verband houden met goedgekeurde PERTE’s (ten minste 3), die een ingrijpende transformatie van de industrie inhouden op het gebied van energie-efficiëntie, duurzaamheid en digitale transformatie. Selectie van projecten naar aanleiding van een in het PB gepubliceerde oproep en op basis van selectiecriteria voor de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. De selectiecriteria weerspiegelen daarnaast de vereisten van toepasselijke steungebieden voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    185

    C12.I2

    T

    Begrotingsuitvoering van PERTES en innovatieve projecten voor de transformatie van de industrie

    EUR

    0

    2 531 500 000

    KWARTAAL 4

    2024

    De begrotingsuitvoering van ten minste 2 531 500 000 EUR is beschikbaar gesteld in ten minste 210 innovatieve projecten, met inbegrip van projecten die verband houden met goedgekeurde PERTE’s (ten minste 3), die een echte transformatie van de industrie inhouden op het gebied van energie-efficiëntie, duurzaamheid en digitale transformatie, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een lijst van uitsluitingen en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. De selectiecriteria zorgen ervoor dat ten minste 455 000 000 EUR bijdraagt aan de doelstellingen inzake klimaatverandering met een klimaatcoëfficiënt van 100 % en ten minste 1 500 000 000 EUR met een klimaatcoëfficiënt van 40 %, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Als alternatief zorgen de selectiecriteria, indien dit goed wordt gerechtvaardigd door een toelichting te geven van de redenen waarom de alternatieve aanpak mogelijk niet haalbaar is, ervoor dat ten minste 2 531 500 000 EUR bijdraagt aan de doelstellingen inzake klimaatverandering met een klimaatcoëfficiënt van gemiddeld ten minste 40 %, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Ten minste 3 800 000 000 EUR aan particuliere investeringen wordt gemobiliseerd met middelen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, ook in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. Dit streefcijfer wordt niet geacht te zijn bereikt indien een van de maatregelen waarvoor begrotingsmiddelen zijn vastgelegd, staatssteun vormde in de zin van artikel 107 VWEU, moest worden aangemeld bij de Commissie en uiterlijk op 31 december 2024 niet door de Commissie is goedgekeurd.

    186

    C12.I2

    T

    Voltooiing van PERTE’s en innovatieve projecten voor de transformatie van de industrie

    Aantal

    0

    3

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van ten minste 210 innovatieve projecten, met inbegrip van projecten die verband houden met goedgekeurde PERTE’s (ten minste drie), die een echte transformatie van de industrie op het gebied van energie-efficiëntie, duurzaamheid en digitale transformatie omvatten, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een lijst van uitsluitingen en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    187

    C12.I3

    T

    Voltooiing van projecten ter ondersteuning van de uitvoering van de afvalwetgeving en ter bevordering van de circulaire economie in het bedrijfsleven

    Aantal

    0

    30

    KWARTAAL 4

    2023

    Voltooiing van ten minste 30 door het MITERD goedgekeurde projecten ter ondersteuning van de uitvoering van de afvalwetgeving en ter bevordering van de circulaire economie in de onderneming in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. Acties in het kader van deze investering met betrekking tot installaties voor mechanische biologische behandeling vinden alleen plaats in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, indien de acties in het kader van deze investering bedoeld zijn om de hulpbronnenefficiëntie te verhogen of de recycling van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze investering niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties, geverifieerd op installatieniveau.

    188

    C12.I3

    T

    Toename van gescheiden ingezameld stedelijk afval

    % van de capaciteit voor gescheiden ingezameld stedelijk afval per jaar 

    0

    1.500.000

    KWARTAAL 2

    2026

    Bouw van nieuwe verwerkingscapaciteit voor gescheiden ingezameld afval van ten minste 1 500 000 ton per jaar. Gescheiden inzameling: de inzameling waarbij een afvalstroom naar type en aard gescheiden wordt gehouden om een specifieke behandeling te vergemakkelijken.

    440

    C12.R2

    M

    Werkgroep van de Afvalcoördinatiecommissie om toe te zien op de naleving van de afvalwetgeving

    Goedkeuring door het Afvalcoördinatiecomité

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2024

    Het Afvalcoördinatiecomité keurt de oprichting van een specifieke werkgroep goed om toe te zien op de naleving van de afvalwetgeving, de harmonisatie van de criteria voor die naleving en de vaststelling van maatregelen om dit te vergemakkelijken.

    441

    C12.R2

    M

    Inwerkingtreding van de handelingen die deel uitmaken van het tweede pakket circulaire economie

    Bepalingen in koninklijke besluiten tot vaststelling van de inwerkingtreding van besluiten

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2025

    Het tweede regelgevingspakket voor de circulaire economie omvat:

    -Koninklijk besluit betreffende de financiële waarborgen met betrekking tot afvalproducenten en afvalbeheerders

    -Koninklijk besluit betreffende het beheer van afval van tabaksproducten met filters en filters die in de handel worden gebracht voor gebruik in combinatie met tabaksproducten

    -Koninklijk besluit betreffende het beheer van industriële afgewerkte olie

    -Koninklijk besluit betreffende het beheer van afgedankte banden.

    -Ministerieel besluit tot vaststelling van minimumeisen voor de behandeling voorafgaand aan het storten van stedelijk afval

    -Goedkeuring van het tweede actieplan voor de circulaire economie

    442

    C12.I3

    T

    Verdeling van subsidies voor de uitvoering van afvaluitvoeringsprojecten.

    Miljoen EUR

    0

    300

    KWARTAAL 4

    2024

    Goedkeuring van de overeenkomst van de sectorale milieuconferentie tot goedkeuring van de toewijzingscriteria en de territoriale verdeling van subsidies, of goedkeuring van rechtstreekse subsidies overeenkomstig de Algemene Subsidiewet 28/2003, betreffende het plan ter ondersteuning van de uitvoering van afvalwetgeving 2024 voor de financiering van projecten die gericht zijn op de uitvoering van het nationale kader voor afvalstoffenregelgeving en de verwezenlijking van de EU-doelstellingen. De projecten bestaan uit acties ter uitvoering en verbetering van systemen voor gescheiden afvalinzameling, investeringen in inzamelpunten om recycling te verbeteren, en de bouw van nieuwe gescheiden ingezamelde afvalverwerkingsinstallaties.

    443

    C12.I3

    T

    Voltooiing van projecten op het gebied van afvalbeheer

    Miljoen euro

    270

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van projecten voor een bedrag van ten minste 270 000 000 EUR die zijn toegekend voor de uitvoering en verbetering van systemen voor gescheiden afvalinzameling, investeringen in inzamelpunten om recycling te verbeteren, en de bouw van nieuwe installaties voor gescheiden inzameling van afval.

    444

    C12.I4

    M

    PERTE CHIP. Versterking van de waardeketen voor halfgeleiders.

    Bekendmaking in het Publicatieblad of op de officiële website

    Miljoen EUR

     

    200

    KWARTAAL 1

    2025

    Juridische verbintenis van 200 000 000 EUR voor eindbegunstigden die deelnemen aan het IPCEI-micro-elektronica en connectiviteit, en aan eindbegunstigden die steun ontvangen voor het Spaanse ecosysteem voor halfgeleiders voor de onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatiefase en de eerste fase van industriële toepassing, met uitsluiting van massaproductie en commerciële activiteiten.

    445

    C12.I4

    T

    PERTE CHIP. Versterking van de waardeketen voor halfgeleiders (II).

     

    Miljoen EUR

    180

    KWARTAAL 2

    2026

    Er is ten minste 180 000 000 EUR uitbetaald aan de eindbegunstigden die deelnemen aan het IPCEI-Microelectronica en Connectiviteit, en aan eindbegunstigden die steun ontvangen voor het Spaanse ecosysteem voor halfgeleiders voor de onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatiefase en de eerste fase van industriële toepassing, met uitsluiting van massaproductie en commerciële activiteiten.

    448

    C12.I5

    M

    Subsidieregeling ter ondersteuning van de circulaire economie: Ministerie heeft de investering voltooid

    Certificaat van uitbetaling aan de uitvoerende partner

    KWARTAAL 2

    2024

    Spanje draagt voor de regeling 100 000 000 EUR over aan IDAE en 200 000 000 EUR aan Fundación Biodiversidad.

    446

    C12.I5

    M

    Subsidieregeling ter ondersteuning van de circulaire economie: Vaststelling van de subsidieregeling

    In werking treden van het (de) desbetreffende rechtsinstrument (en)

    KWARTAAL 4 

    2024 

    Inwerkingtreding van het (de) rechtsinstrument (en) tot vaststelling van de regeling overeenkomstig de vereisten in de beschrijving van de maatregel.

    447

    C12.I5

    T

    Subsidieregeling ter ondersteuning van de circulaire economie: Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd

    Inwerkingtreding van juridische financieringsovereenkomsten of gepubliceerde definitieve toekenningsresoluties

     

    0 % 

    100 %

    KWARTAAL 3

    2025

    IDAE en Fundación Biodiversidad hebben definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd of juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen (met inbegrip van indirecte kosten) in de regeling te gebruiken.

    448a

    C12.I6

    M

    Subsidieregeling voor de sector elektrische voertuigen (subsidies): Ministerie heeft de investering voltooid

    Certificaat van uitbetaling aan SEPIDES

    KWARTAAL 2

    2024

    Spanje draagt voor de regeling 250 000 000 EUR over aan SEPIDES.

    448b

    C12.I6

    M

    Subsidieregeling voor de sector elektrische voertuigen (subsidies); Vaststelling van de subsidieregeling

    Inwerkingtreding van het (de) desbetreffende rechtsinstrument (en)

    KWARTAAL 3

    2024

    Inwerkingtreding van het (de) rechtsinstrument (en) tot vaststelling van de subsidieregeling overeenkomstig de eisen vermeld in de beschrijving van de maatregel.

    448C

    C12.I6

    T

    Subsidieregeling voor de sector elektrische voertuigen (subsidies): Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd

    Inwerkingtreding van juridische financieringsovereenkomsten of gepubliceerde definitieve toekenningsresoluties

    0

    100 %

    KWARTAAL 2

    2026

    SEPIDES hebben definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd of juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen (met inbegrip van indirecte kosten) in de regeling te gebruiken. SEPIDES hebben ervoor gezorgd dat ten minste 40 % van deze financiering bijdraagt aan klimaatdoelstellingen aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening.

       

    I.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor de steun via leningen

    Investering 7 (C12.I7) — Steunregeling voor strategische projecten in de waardeketen van elektrische auto’s en agrovoeding (leningen)

    Deze maatregel bestaat uit een overheidsinvesteringen in een steunregeling om particuliere investeringen in de waardeketen van elektrische auto’s en agrovoeding te stimuleren door middel van leningen. De regeling bevordert de transformatie van strategische sectoren zoals de automobiel- en elektrische voertuigen en de agrovoedingssector door middel van leningen aan de particuliere sector, in het kader van de strategische projecten of PERTE’s die door de Raad van Ministers zijn goedgekeurd. Op basis van de investeringen in de herstel- en veerkrachtfaciliteit is de regeling erop gericht in eerste instantie ten minste 1 200 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

    De regeling wordt beheerd door SEPIDES als uitvoerende partner. Bij een relevante rechtshandeling worden SEPIDES omgezet in een overheidsbedrijf om deze investering uit te voeren (dit is een mijlpaal in het kader van investering 6 van component 31 van het herstel- en veerkrachtplan van Spanje).

    Om de investering in de regeling ten uitvoer te leggen, stelt de regering een of meer rechtsinstrumenten vast tot instelling van de leningregeling, die de volgende elementen omvatten:

    1.Beschrijving van het besluitvormingsproces voor de regeling: De evaluatie van de aanvragen en de selectie van de begunstigden die moeten worden opgenomen in definitieve toekenningsbesluiten of investeringsbesluiten in het kader van de regeling, worden genomen door een investeringscomité of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de Spaanse regering, dat wil zeggen dat zij personeel moeten zijn dat in dienst is van SEPIDES en/of andere onafhankelijke deskundigen. Het definitieve investeringsbesluit van de regeling is beperkt tot de goedkeuring (zonder wijzigingen) of de uitoefening van een vetorecht op een investeringsbesluit dat door het investeringscomité of een gelijkwaardig bestuursorgaan wordt voorgesteld.

    2.De lijst van activiteiten voor de groene en digitale transformatie van de sector die in aanmerking komen voor steun, die ten minste 1 200 000 000 EUR bedraagt. De maatregel ondersteunt innovatieve projecten met een substantiële industriële transformatie in termen van energie-efficiëntie, duurzaamheid en digitale transformatie van de sector.

    3.Vereiste om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht, zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01): I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 60 , ii) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 61 , iii) activiteiten en activa in verband met afvalstortplaatsen, verbrandingsinstallaties 62 en installaties voor mechanische biologische behandeling 63 . Voorts moeten de rechtsinstrumenten de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de leningregelingen vereisen. De volgende O & O-I-acties in het kader van deze investering worden geacht in overeenstemming te zijn met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01): O & O-I-acties in het kader van deze investering die gericht zijn op het aanzienlijk vergroten van de ecologische duurzaamheid van bedrijven (zoals decarbonisatie, vermindering van verontreiniging en de circulaire economie), indien de O & O-I-acties in het kader van deze investering in de eerste plaats gericht zijn op het ontwikkelen of aanpassen van alternatieven met de laagst mogelijke milieueffecten in de sector.

    4.Vereisten voor klimaatinvesteringen door SEPIDES: ten minste 480 000 000 EUR van de RRF-investering in de regeling draagt bij aan de doelstellingen inzake klimaatverandering overeenkomstig bijlage VI bij de RRF-verordening. 64

    5.Het vereiste dat eindbegunstigden van de leningregeling geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    6.Het bedrag dat onder de regeling valt en de verplichting om ongebruikte opbrengsten van de leningregeling te herinvesteren in de hierboven genoemde activiteiten, ook na 2026.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    L.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering van de steun via leningen

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelpunt

    Q

    Jaar

    L22

    C12.I7

    M

    Steunregeling voor strategische projecten in de waardeketen van elektrische auto’s en agrovoeding (leningen): Ministerie heeft de investering voltooid

    Certificaat van uitbetaling aan SEPIDES

    KWARTAAL 2

    2024

    Spanje draagt voor de regeling 1 200 000 000 EUR over aan SEPIDES.

    L23

    C12.I7

    M

    Steunregeling voor strategische projecten in de waardeketen van elektrische auto’s en agrovoeding (leningen): Invoering van de regeling

    Inwerkingtreding van het (de) desbetreffende rechtsinstrument (en)

    KWARTAAL 3

    2024

    Inwerkingtreding van het (de) rechtsinstrument (en) tot vaststelling van de leningregeling in overeenstemming met de vereisten in de beschrijving van de maatregel

    L24

    C12.I7

    T

    Steunregeling voor strategische projecten in de waardeketen van elektrische auto’s en agrovoeding (leningen): Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd

    Inwerkingtreding van juridische financieringsovereenkomsten of gepubliceerde definitieve toekenningsresoluties

    0

    100 %

    KWARTAAL 2

    2026

    SEPIDES hebben definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd of juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen (met inbegrip van indirecte kosten) in de regeling te gebruiken. SEPIDES hebben ervoor gezorgd dat ten minste 40 % van deze financiering bijdraagt aan klimaatdoelstellingen aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening.

    M. COMPONENT 13: Steun aan kmo’s

    Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) spelen een sleutelrol in de economie van de EU en van Spanje, met name wanneer kmo’s een grotere bijdrage leveren aan het nationale bbp en de gemiddelde omvang van ondernemingen kleiner is dan het EU-gemiddelde.

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan pakt de uitdagingen aan waarmee kleine en middelgrote ondernemingen (met inbegrip van zelfstandigen) worden geconfronteerd, met als doel het concurrentievermogen van de Spaanse economie te stimuleren en groei en werkgelegenheid te bevorderen. Deze uitdagingen zijn: de moeilijke toegang tot financiering voor ondernemerschap, bedrijfsgroei en innovatie; het gebrek aan digitale vaardigheden en het gebrek aan toepassing van digitale technologieën die de productiviteit en het concurrentievermogen van kmo’s belemmeren; de kleine omvang van ondernemingen, die de benutting van schaalvoordelen en internationalisering belemmert; en de grote kwetsbaarheid voor externe schokken en de geringe schaalvoordelen die investeringen en innovatie belemmeren.

    Deze component heeft tot doel hervormingen en investeringen in te voeren die gericht zijn op het vergemakkelijken van de oprichting, groei en herstructurering van bedrijven, het verbeteren van het ondernemingsklimaat (met name door de werking van de Spaanse interne markt te versterken) en de belangrijke processen van productiviteitswinsten verder te stimuleren door middel van digitalisering, innovatie en internationalisering. Deze component is sterk gericht op digitalisering met een horizontale aanpak om een aanzienlijk percentage kmo’s een basisdigitaliseringspakket te bieden en een verticale aanpak om de digitalisering van processen en technologische innovatie in bepaalde kmo’s te stimuleren.

    Met deze component wordt gedeeltelijk ingegaan op de landspecifieke aanbevelingen over de vooruitgang bij de uitvoering van de wet inzake markteenheid (landspecifieke aanbeveling 4 2019) en over het waarborgen van de doeltreffende uitvoering van maatregelen die gericht zijn op het verschaffen van liquiditeit aan kmo’s en zelfstandigen, met name door betalingsachterstanden te vermijden (landspecifieke aanbeveling 3 2020). Ook wordt ingegaan op de landspecifieke aanbevelingen inzake het toespitsen van investeringen op de digitale transitie (landspecifieke aanbeveling 3 2020) en op het verbeteren van de toegang tot digitaal leren (landspecifieke aanbeveling 2 2020). Het bevordert ook investeringen in de groene transitie (landspecifieke aanbevelingen 1 2023 en 1 2022).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    M.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C13.R1) — Verbetering van de bedrijfsregelgeving en het klimaat

    De hervorming heeft tot doel het kader waarbinnen de economische activiteit plaatsvindt te verbeteren door te zorgen voor een betere regelgeving en een beter ondernemingsklimaat dat de oprichting en groei van bedrijven en, indien nodig, de herstructurering ervan vergemakkelijkt, door middel van een aantal maatregelen.

    De hervorming bestaat uit:

    a)Goedkeuring van de wet inzake de oprichting en groei van bedrijven. Deze wetgeving heeft tot doel:

    I.Vereenvoudiging van de procedures voor de oprichting van een bedrijf. Dit wordt bereikt door de vermindering van het minimumkapitaalvereiste voor het oprichten van een onderneming en het versterken van de crowdfundingplatforms en andere publieke financieringsinstrumenten;

    II.Wettelijke maatregelen ter bevordering van een cultuur van vervroegde betaling. Deze wet zal de doeltreffendheid van de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2011/7/EU betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties verbeteren. Verwacht wordt dat de wet de gemiddelde betalingstermijnen bij handelstransacties zal verkorten. Dit zou helpen om liquiditeitsproblemen aan te pakken waarmee kredietwaardige kmo’s worden geconfronteerd die niet tijdig worden betaald, met positieve overloopeffecten op hun activiteiten en groei. Voorbeelden van maatregelen die ten uitvoer moeten worden gelegd om een cultuur van vervroegde betaling te bevorderen, zijn onder meer richtsnoeren inzake publiciteit en transparantie van betalingstermijnen, beste bedrijfspraktijken en mechanismen voor een betere handhaving, zoals een systeem voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting;

    III.Een aantal bepalingen van de wet inzake markteenheid wijzigen om meer duidelijkheid te verschaffen op gebieden waar onduidelijkheden tot uitvoeringsproblemen hebben geleid. De wet inzake markteenheid heeft tot doel onnodige, onevenredige of discriminerende belemmeringen voor de toegang tot en de uitoefening van economische activiteiten en voor de vrijheid van vestiging op het gehele grondgebied weg te nemen. Deze hervorming heeft ook tot doel de doeltreffendheid en de transparantie te vergroten van de mechanismen waarin de wet op de markteenheid voorziet ter bescherming van marktdeelnemers wier activiteiten worden getroffen door door de overheid opgelegde belemmeringen. Bovendien versterkt de hervorming de samenwerking om betere regelgeving in het hele land te bevorderen;

    b)Er wordt een nieuwe sectorale conferentie voor de verbetering van de regelgeving en het ondernemingsklimaat opgericht. Het heeft tot doel de correcte toepassing van de beginselen van goede regelgeving door alle overheidsdiensten te vergemakkelijken en te zorgen voor een optimale coördinatie van de verschillende overheidsdiensten, met inbegrip van de maatregelen die de terugvordering begeleiden. De sectorale conferentie volgt ook de werkzaamheden in het kader van andere sectorale conferenties, die een betere coördinatie, monitoring en bevordering van betere regelgeving mogelijk maken, zowel horizontaal als sectoraal gericht;

    c)Hervorming van de insolventiewet met het oog op de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1023 betreffende preventieve herstructureringsstelsels, kwijtschelding van schuld en beroepsverboden, en betreffende maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van insolventieprocedures en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 (de richtlijn herstructurering en insolventie). De hervorming omvat de invoering van een efficiëntere tweedekansprocedure voor natuurlijke personen, die schuldverlichting mogelijk maakt zonder voorafgaande liquidatie van de activa van de insolvente partij. Daarnaast worden de herstructureringsplannen die krachtens Richtlijn (EU) 2019/1023 betreffende insolventie vereist zijn, ingevoerd als een nieuw pre-insolventie-instrument dat de doeltreffendheid van de momenteel toepasselijke pre-insolventie-instrumenten verbetert om insolventie en daaropvolgende faillissementen te voorkomen. Er wordt ook een speciale procedure voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen ingevoerd, die volledig elektronisch wordt verwerkt, teneinde de duur en de kosten van het proces te beperken.

    d)Deze hervorming bestaat ook uit de aanneming van een wet tot wijziging van drie wetgevingsteksten, met name wet 34/2006, betreffende de beroepspraktijk van advocaten en procuradores. Een nieuw systeem moet voorzien in één enkele toegang tot de beroepen van advocaat en procuradores, aangezien dezelfde kwalificatie toegang geeft tot de uitoefening van beide beroepen. Multidisciplinaire beroepsorganisaties mogen gezamenlijk diensten op het gebied van juridische verdediging en vertegenwoordiging in rechte aanbieden. Het tariefstelsel dat van toepassing is op de diensten van procuradores wordt eveneens gewijzigd: er worden maximumvergoedingen vastgesteld, maar geen minimumvergoedingen om ervoor te zorgen dat afnemers van diensten toegang hebben tot diensten die tegen concurrerende prijzen worden aangeboden. Met deze hervorming zorgt Spanje ervoor dat de wetgeving op dit gebied in overeenstemming is met de artikelen 15, 16 en 25 van Richtlijn 2006/123/C van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt en met de artikelen 49 en 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Wat deze hervorming betreft, heeft de Raad van Ministers de bovengenoemde ontwerpen van wetgevingsvoorstellen in september 2020 goedgekeurd.

    e)Wijziging van de mededingingswetgeving (Wet 15/2007 inzake de bescherming van de mededinging) en de bijbehorende regelgeving (Koninklijk Besluit 261/2008 van 22 februari 2007 tot goedkeuring van de verordeningen inzake de bescherming van de mededinging), stroomlijning van de procedures en versterking van het antitrustregelgevingskader van het land in overeenstemming met de internationale beste praktijken om daadwerkelijke mededinging te waarborgen. De wijziging voorziet in de invoering van een schikkingsprocedure voor antitrustzaken op grond van de artikelen 1 (collusie), 2 (misbruik van machtspositie) en 3 (verstoring van de vrije mededinging door oneerlijke handelingen) van het mededingingsrecht. Met de wijziging worden ook aanvullende wettelijke bepalingen bij Verordening (EU) 2022/1925 (wet inzake digitale markten) ingevoerd om de Spaanse bevoegde autoriteit de bevoegdheid te geven om binnen het nationale kader onderzoeken uit te voeren, de termijn voor de afwikkeling van procedures te stroomlijnen en de administratieve lasten voor ondernemingen te verminderen, en te voorzien in de versterking van de sanctieregeling, onder meer door de toelating van inbreuken te stimuleren en de sancties voor natuurlijke personen (d.w.z. managers) te verhogen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2025 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C13.R2) — Strategie Spanje Ondernemende Natie

    Het doel van de maatregel is de Spaanse ondernemerschapsstrategie te bevorderen. De hervorming bestaat uit de vaststelling van een wet inzake startende ondernemingen om een gunstig kader te creëren voor de oprichting en groei van zeer innovatieve start-ups, de oprichting van een publiek-privaat fonds NEXT-TECH om start-ups in disruptieve technologieën op te schalen, en de herziening van de migratieregeling voor werknemers om talent aan te trekken en tekorten aan vaardigheden aan te pakken.

    De aanneming, uiterlijk eind 2022, van een startwet: voorzien in een wettelijke definitie van startende ondernemingen; fiscale prikkels in kaart te brengen om de oprichting ervan te bevorderen en talenten aan te trekken; maatregelen vaststellen om buitenlandse investeerders en ondernemers aan te trekken; en mechanismen vast te stellen om de uitvoering van de wet en de relatie ervan met de maatregelen in verband met het ecosysteem van digitale ondernemers te vergemakkelijken.

    De hervorming omvat ook de wijziging van de verordening van organieke wet 4/2000 van 11 januari betreffende de rechten en vrijheden van buitenlanders in Spanje en hun sociale integratie, en van Wet 14/2013 van 27 september betreffende de ondersteuning van ondernemers en hun internationalisering.

    De wijziging van de verordening van organieke wet 4/2000 van 11 januari betreffende de rechten en vrijheden van buitenlanders in Spanje en hun sociale integratie zal de administratieve procedures in verband met migratie vereenvoudigen, onder meer door het aantal vergunningen te verminderen en de geldigheidsduur ervan te verlengen, de procedures te versnellen, de toegang tot de arbeidsmarkt voor onderdanen van derde landen te vergemakkelijken en het systeem van aanwerving aan de bron te verbeteren. De wijzigingen voorzien met name in een flexibelere toegang van studenten tot de arbeidsmarkt, een meerjarenregeling voor circulaire migratie voor seizoenarbeiders, nieuwe regels voor de beoordeling van de nationale werkgelegenheidssituatie en de oprichting van een nieuwe administratieve eenheid (UTEX) om de verwerking van vreemdelingendossiers te verbeteren.

    De wijziging van Wet 14/2013 van 27 september betreffende de ondersteuning van ondernemers en hun internationalisering zal de aanwerving van vreemdelingen met zeer specifieke vaardigheden en competenties vergemakkelijken door middel van een eenvoudigere en flexibelere procedure dan de standaardprocedure die is vastgesteld in de verordening van organieke wet 4/2000. Met de wijziging van Wet 14/2013 wordt een nieuwe migratieregeling voor digitale nomaden ingevoerd, nieuwe innovatiecriteria voor verblijfs- en werkvergunningen voor ondernemers, de uitbreiding van het toepassingsgebied van de nationale migratieregeling voor hooggekwalificeerde beroepsbeoefenaren tot kmo’s en houders van certificaten van hoger beroepsonderwijs en -opleiding, en een langere geldigheidsduur en een vereenvoudiging van de procedures voor verblijfs- en werkvergunningen ten opzichte van die van wet 14/2013 vóór de wijziging.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 3 (C13.R3) — Herziening van de wet inzake effectenmarkten en beleggingsdiensten

    Het doel van deze hervorming is de regulering van de effectenmarkten te verbeteren, zodat de toegang tot financiering, met name voor kmo’s, wordt verbeterd door de goedkeuring van Wet 6/2023, die de effectenmarkt en beleggingsdiensten in Spanje regelt.

    Wet 6/2023:

    ·het proces voor de toelating tot vastrentende effecten te vereenvoudigen;

    ·uitbreiding van de toegang tot BME Growth (BME-beurs voor kmo’s);

    ·uitbreiding van verplichte openbare overnamebiedingen tot effecten die op gereglementeerde markten worden verhandeld tot op MTF’s verhandelde effecten (met inbegrip van hun segmenten van de EU-groeimarkten); en het

    ·de belemmeringen voor de toegang tot de financiële markten verminderen door de afschaffing van het informatiesysteem (Post-Trade Interface) voor het toezicht op de clearing, afwikkeling en registratie van effecten binnen de in de wet vastgestelde overgangsperiode.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2024 voltooid zijn.

    Investering 1 (C13.I1) — Ondernemerschap

    De doelstelling van de investering is het ecosysteem voor ondernemerschap te stimuleren om het veerkrachtiger en concurrerender te maken en de uitdagingen van de groene en digitale transitie aan te pakken.

    De investering bestaat uit vier hoofdacties:

    1) het versterken van ondernemersvaardigheden, met inbegrip van scholing en omscholing, en het ondersteunen van ondernemers in overeenstemming met de prioriteiten van de EU inzake de groene en digitale transitie. In het kader van deze actie moeten ten minste 6 900 ondernemers een programma hebben voltooid dat gericht is op de versterking van het ondernemersecosysteem. Meer in het bijzonder zullen 6 100 ondernemers worden ondersteund via het programma voor ondernemersvaardigheden (waarvan 1 200 vrouwen) en 800 vrouwelijke ondernemers via het programma voor het aantrekken van talent door vrouwen.

    2) te voorzien in instrumenten ter ondersteuning van de oprichting en het beheer van bedrijven en ter versterking van kmo’s, met inbegrip van de ondersteuning van ten minste 12 000 actieve gebruikers in het virtuele platform van het ONE-Nationaal Bureau voor Ondernemerschap („ONE”), in het kader van het strategisch kader voor het kmo-beleid 2030, de Spaanse ondernemerschapsstrategie en de Spaanse Digitale Agenda 2025;

    3) verspreidings- en communicatiecampagnes voor het opzetten, ontwikkelen of aantrekken naar Spanje van internationale evenementen die gericht zijn op innovatieve bedrijven en een programma om vrouwelijk talent aan te trekken. Dit omvat ten minste 20 evenementen over ondernemerschap die zijn ontwikkeld in het kader van het „vlaggenprogramma”; en ten minste 260 communicatieacties (200 verschijningen in de media en 60 evenementen) onder „Brand Spain Entrepreneurship Nation”; en het

    4) financiering van een ondersteunende lijn voor ondernemerschap en kmo’s via het programma ter ondersteuning van vrouwelijk ondernemerschap. Dit omvat de ondersteuning van ten minste 200 vrouwelijke ondernemers door middel van participatieve leningen die worden verstrekt door de Empresa Nacional de Innovación, S.A. 

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel in overeenstemming is met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), geldt voor financieringsinstrumenten dat de juridische overeenkomst tussen de Spaanse autoriteiten en de met het financiële instrument belaste entiteit of de met het financieringsinstrument belaste financiële intermediair en het daaropvolgende investeringsbeleid van het financieringsinstrument:

    I.de toepassing vereisen van de technische richtsnoeren van de Commissie inzake duurzaamheidstoetsing voor het InvestEU-fonds

    II.de volgende lijst van activiteiten en activa uitsluiten van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 65 ; II) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 66 ; III) activiteiten en activa in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 67 en installaties voor mechanische biologische behandeling 68 ; en iv) activiteiten en activa waarbij de verwijdering van afvalstoffen op lange termijn schade kan toebrengen aan het milieu; en het

    III.de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de projecten door de met de uitvoering belaste entiteit/financiële intermediair voor alle transacties, met inbegrip van transacties die zijn vrijgesteld van duurzaamheidstoetsing, te verifiëren.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel in overeenstemming is met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluiten de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 69 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 70 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 71 en installaties voor mechanische biologische behandeling 72 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

    Investering 2 (C13.I2) — Groei

    Het doel van de maatregel is de groei van het MKB te bevorderen.

    De investering bestaat uit acties op het gebied van:

    1) steun aan 11 000) individuele kmo’s in het kader van het programma „Vaardigheden voor groei van kmo’s”. Het doel van dit programma is ondernemingen de nodige vaardigheden te verschaffen om te groeien en concurrerender te worden, hun bedrijfsmodellen te veranderen en bij te dragen aan de dubbele transitie;

    2) financiële steun op lange termijn aan industriële projecten (1 500) ontwikkeld door kmo’s, voor acties in het kader van deze investering in nieuwe industriële installaties of uitbreiding van bestaande installaties, rekening houdend met het potentieel om bij te dragen tot de matiging van de klimaatverandering.

    3) verbetering van de toegang tot financiering voor kmo’s door steun te verlenen in de vorm van financiële, commerciële en technische garanties door middel van een versterking van Compañia Española de Reafianzamiento SME S.A. (CERSA), in overeenstemming met de subsidiabiliteitscriteria van de verordening betreffende de herstel- en veerkrachtfaciliteit, zoals bepaald in de richtsnoeren voor de lidstaten van 21 januari 2021. In het kader van deze actielijn verleent CERSA steun op lange termijn via zijn tegengarantiedekking aan de regionale onderlinge waarborgmaatschappijen, ter dekking van het risico dat zij dragen. CERSA bevordert het concurrentievermogen en de veerkracht van kmo’s ook door middel van drie nieuwe specifieke lijnen die toegang bieden tot langetermijnfinanciering en bedrijfskapitaalverrichtingen voor acties in het kader van deze investering op het gebied van: digitalisering; duurzaamheid; groei en herstel (versterking van de veerkracht, voornamelijk voor kmo’s die getroffen zijn door de COVID-19-pandemie, die klaar zijn om aanzienlijke transformatie- en groeiplannen uit te voeren).

    Bovendien moet voor de uitvoering van het financiële-garantie-instrument een overeenkomst worden gesloten tussen het ministerie dat verantwoordelijk is voor investeringen en de uitvoerende partner of de met de uitvoering belaste entiteit. De overeenkomst vertaalt de informatie in het plan voor herstel en veerkracht in verplichtingen. Voorts zouden terugvloeiende middelen (d.w.z. rente op de lening, rendement op eigen vermogen of afgeloste hoofdsom minus bijbehorende kosten) in verband met het financiële instrument opnieuw moeten worden geïnvesteerd voor dezelfde beleidsdoelstellingen, ook na 2026. Om ervoor te zorgen dat de maatregel in overeenstemming is met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), moeten de juridische overeenkomst tussen de Spaanse autoriteiten en de met het financiële instrument belaste entiteit of de financiële intermediair en het daaropvolgende investeringsbeleid van het financieringsinstrument:

    I.te eisen dat de technische richtsnoeren van de Commissie inzake duurzaamheidstoetsing voor het InvestEU-fonds worden toegepast;

    II.de volgende lijst van activiteiten en activa uitsluiten van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 73 ; II) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 74 ; III) activiteiten en activa in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 75 en installaties voor mechanische biologische behandeling 76 ; en iv) activiteiten en activa waarbij de verwijdering van afvalstoffen op lange termijn schade kan toebrengen aan het milieu; en het

    III.de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de projecten door de met de uitvoering belaste entiteit/financiële intermediair voor alle transacties, met inbegrip van transacties die zijn vrijgesteld van duurzaamheidstoetsing, te verifiëren.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel in overeenstemming is met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluiten de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 77 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 78 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 79 en installaties voor mechanische biologische behandeling 80 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.

    Investering 3 (C13.I3) Digitalisering en innovatie

    Het doel van deze investering is kmo’s toe te rusten met de vaardigheden en instrumenten om bij te dragen aan de digitale transitie en de daaruit voortvloeiende uitdagingen aan te pakken. Het is afgestemd op de Spaanse Digitale Agenda 2025 en wordt aangevuld met acties in component 15 inzake connectiviteit en in component 19 inzake digitale vaardigheden.

    De investering is gericht op de volgende verschillende acties:

    1) digitale toolkit: Dit is de belangrijkste actie in het kader van deze maatregel, die de digitalisering moet stimuleren van kleine en middelgrote ondernemingen (tien tot minder dan 250 werknemers), micro-ondernemingen (één tot negen werknemers) en zelfstandigen in elke sector van economische activiteit, waardoor hun digitale maturiteit wordt verhoogd. Het programma is gebaseerd op de verstrekking van subsidies ter ondersteuning van de integratie van digitale technologie met het oog op een doeltreffende invoering van e-handel, het digitaliseren van de betrekkingen met de overheid en met klanten, de ontwikkeling van interne digitale processen en de invoering van e-facturering en digitale marketing; bevordering van met name dienstgerichte oplossingen. Het programma subsidieert gedeeltelijk de kosten van de vaststelling van pakketten digitale basisoplossingen, zoals internetaanwezigheid, e-verkoop, cloudoffice, digitale banen, digitalisering basisprocessen, klantenbeheer, digitale marketing en cyberbeveiliging. Aan elk DTK-digitalisatiepakket wordt een vast subsidiebedrag toegekend, dat bij elke oproep wordt bepaald op basis van de omvang van het bedrijf en de activiteitensector.

    2)programma „actoren van verandering”: dit is een programma dat ten minste 15 000 kleine en middelgrote ondernemingen (tien tot 249 werknemers) ondersteunt bij hun digitale transformatieprocessen.

    3)programma „SME 2.0 accelerators”: dit is een actie in het kader van deze investering die de infrastructuur ter ondersteuning van de digitalisering van kmo’s zal uitbreiden met adviesdiensten en opleidingsdiensten.

    4)programma „Innovative Business Cluster Support”: deze maatregel ondersteunt projecten voor de digitalisering van de waardeketen van de verschillende economische sectoren, uitgevoerd door clusters voor innovatieve ondernemingen en hun geassocieerde entiteiten, als onderdeel van het ondersteuningsbeleid voor kmo’s van het ministerie van Industrie en Toerisme.

    5)programma „digitale-innovatiehubs” (DIH): dit is een programma ter ondersteuning van de ontwikkeling van digitale-innovatiehubs in Spanje. DIHs zijn structuren die bedrijven helpen de digitale uitdagingen het hoofd te bieden en concurrerender te worden door hun bedrijfs- en productieprocessen te verbeteren door intensief gebruik te maken van digitale technologien. In het kader van deze submaatregel 25 kunnen digitale-innovatiehubs (DIHs) worden ondersteund om hen in staat te stellen diensten te verlenen aan kmos. Van de25 DIHs kunnen er12 steun ontvangen uit het programma Digitaal Europa. Bij de verwezenlijking van deze investering wordt geen rekening gehouden met steun uit hoofde van het programma Digitaal Europa voor specifieke werkpakketten.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het mandaat voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 81 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 82 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 83 en installaties voor mechanische biologische behandeling 84 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 4 (C13.I4) Steun voor handel

    Het doel van de maatregel is kleine ondernemingen te helpen zich aan te passen aan de digitalisering van de handelssector en aan het veranderde consumentengedrag.

    De investering heeft twee centrale actielijnen.

    1.Projecten in de sector van de kleine handel waren gericht op de integratie van nieuwe technologieën die de lokale handel in staat stellen in te spelen op nieuwe consumptiegewoonten, in het kader van het „Technologisch Fonds” (200 projecten). Projecten die in het kader van dit fonds in aanmerking komen, zijn onder meer:

    a.Projecten op het gebied van nieuwe technologieën ter verbetering van de online commerciële en communicatiestrategie, bedrijfsmodellen of winkelervaringen;

    b.Projecten op het gebied van nieuwe technologieën om de fysieke winkelervaring aan te passen aan de nieuwe behoeften en gewoonten van de consument en nieuwe beheersmodellen;

    c.Projecten op het gebied van technologische oplossingen om de efficiëntie en duurzaamheid van de logistiek van de laatste kilometer te verbeteren;

    d.Projecten voor de toepassing van technologische oplossingen ter verbetering van de energie- en hulpbronnenefficiëntie.

    De investering wordt aangevuld met de oprichting van een digitaal platform (Plataforma Comercio Conectado)om de digitalisering van de sector te bevorderen.

    2.Door lokale overheden ingediende projecten ter verbetering van de modernisering van gemeentelijke markten, commerciële gebieden, niet-sedentaire verkoopmarkten en korte afzetkanalen, in het kader van het programma „Duurzame markten” (130 projecten). Projecten die in het kader van dit programma in aanmerking komen, omvatten:

    a.Projecten voor de invoering van instrumenten voor klantinzicht op basis van big data of andere technologieën;

    b.Projecten voor de digitale transformatie van markten die de marktplaats en winkelervaringen verbeteren;

    c.Projecten gericht op de digitale transformatie van straathandel en korte afzetkanalen;

    d.Projecten op het gebied van werkzaamheden en renovatie ter verbetering van de faciliteiten, de toegankelijkheid, de uitrusting en de toereikendheid van de door gemeentelijke markten, commerciële en niet-sedentaire markten bezette gebieden en de aangrenzende gebieden;

    e.Projecten om het verbruik van productiemiddelen door de handel te verminderen en deze te vervangen door milieuvriendelijke alternatieven;

    f.Installatie van slimme leveringspunten;

    g.Projecten ter verbetering van de energie-efficiëntie;

    h.Acties ter bevordering van recycling of hergebruik van afval;

    i.Bewustmaking en opleiding op het gebied van technologische vaardigheden.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 85 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 86 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 87 en installaties voor mechanische biologische behandeling 88 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.

    Investering 5 (C13.I5) Internationalisering

    Het doel van de maatregel is de capaciteiten en instrumenten van het Spaanse systeem voor exportsteun, internationalisering en buitenlandse investeringen te versterken.

    De investering bestaat uit een reeks van 11 acties, als volgt:

    1.Financieringslijn voor haalbaarheids-, haalbaarheids-, prehaalbaarheids- en sectorale en institutionele moderniseringsstudies;

    2.Het INNOVA-investeringsprogramma ter ondersteuning van buitenlandse investeringen in O & O;

    3.Het VIVES-programma voor het verlenen van financiële steun aan stagiairs in bedrijven die betrokken zijn bij exportactiviteiten;

    4.Het internationale opleidingsprogramma voor mentorschap;

    5.Programma ter versterking van de communicatiesystemen, telematicadiensten en digitalisering van exportverenigingen, exportfederaties, Spaanse kamers van koophandel en hun federaties;

    6.Het Export-Base Uitbreidingsprogramma, een programma voor gepersonaliseerde coaching voor internationalisering van bedrijven en kmo’s in het bijzonder;

    7.Programma ter versterking van het Spaanse ecosysteem voor snelgroeiende ondernemingen;

    8.Steun voor de openstelling en consolidatie van markten door middel van subsidies voor uitgaven in verband met inspecties en audits van autoriteiten van derde landen en uitgaven voor juridische en consultancyactiviteiten op het gebied van handelsbescherming;

    9.Een financieel stimuleringsprogramma van COFIDES (een financiële instelling in handen van de staat die middellange- en langetermijnfinanciering verstrekt ter ondersteuning van internationaliseringsinvesteringsprojecten van bedrijven) om impactinvesteringen te bevorderen. Het hoofddoel ervan is het genereren van meetbare, sociale en/of milieueffecten, naast een financieel rendement;

    10.Het stimuleren van de digitalisering van overheidsdiensten ter ondersteuning van internationalisering;

    11.Digitalisering van ICEX (een nationaal overheidsbedrijf dat de internationalisering van Spaanse bedrijven bevordert).

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 89 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 90 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 91 en installaties voor mechanische biologische behandeling 92 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    Voor financieringsinstrumenten moet, om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), de juridische overeenkomst tussen de Spaanse autoriteiten en de entiteit waaraan de uitvoering is toevertrouwd of de financiële intermediair die verantwoordelijk is voor het financieringsinstrument en het daaropvolgende investeringsbeleid van het financieringsinstrument:

    I.te eisen dat de technische richtsnoeren van de Commissie inzake duurzaamheidstoetsing voor het InvestEU-fonds worden toegepast; en het

    II.de volgende lijst van activiteiten en activa uitsluiten van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 93 ; II) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 94 ; III) activiteiten en activa in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 95 en installaties voor mechanische biologische behandeling 96 ; en iv) activiteiten en activa waarbij de verwijdering van afvalstoffen op lange termijn schade kan toebrengen aan het milieu; en het

    III.de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de projecten door de met de uitvoering belaste entiteit/financiële intermediair voor alle transacties, met inbegrip van transacties die zijn vrijgesteld van duurzaamheidstoetsing, te verifiëren.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.

    M.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    189

    C13.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wet tot wijziging van Wet 34/2006 betreffende de toegang tot het beroep van advocaat en procuradores 

    Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    De wet tot wijziging van Wet 34/2006 betreffende de toegang tot het beroep van advocaat en procuradores treedt in werking: 
    — Hervorming van het huidige systeem van minimumvergoedingen in een systeem van maximumvergoedingen en een nieuwe verplichting om de klant een kostenraming voor advies te verstrekken. 
    Multidisciplinaire activiteiten van de beroepen van advocaat en procuradores binnen dezelfde rechtspersoon toestaan; 
    — Één enkele toegang tot de beroepen van advocaat en procuradores.

    190

    C13.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wet tot hervorming van de insolventiewet

    Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Inwerkingtreding van de hervorming van de „Insolventiewet”. 
    De hervorming van de insolventiewet die verder gaat dan de vereisten van de richtlijn: 
    — een efficiëntere tweedekansprocedure voor natuurlijke personen wordt ingesteld, die schuldverlichting mogelijk maakt zonder voorafgaande liquidatie van de activa van de insolvente partij; 
    — een speciale procedure voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in te voeren, die de duur en de kosten verlaagt en volledig langs elektronische weg wordt verwerkt.

    191

    C13.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake de oprichting en groei van ondernemingen

    Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Inwerkingtreding van de nieuwe „wet inzake de oprichting en groei van ondernemingen” ter vereenvoudiging van de procedures voor de oprichting van een bedrijf en ter bevordering van gediversifieerde financieringsbronnen voor bedrijfsgroei. De wet inzake de oprichting en groei van ondernemingen omvat ook maatregelen ter bevordering van een cultuur van vervroegde betaling, met name om liquiditeit te verschaffen aan kmo’s en zelfstandigen door betalingsachterstanden te voorkomen. De uit te voeren maatregelen ter bevordering van een cultuur van vervroegde betaling omvatten richtsnoeren inzake publiciteit en transparantie van betalingstermijnen, beste bedrijfspraktijken en mechanismen voor een betere handhaving, zoals een systeem voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting. De wet op de oprichting en groei van ondernemingen omvat ook wijzigingen van de „Wet markteenheid” om de uitvoering ervan te vergemakkelijken en de mechanismen te versterken die beschikbaar zijn voor marktdeelnemers die door marktbelemmeringen worden getroffen. Er wordt een nieuwe sectorale conferentie voor verbetering van de regelgeving en bedrijfsklimaat opgezet om de correcte toepassing van de beginselen van goede regelgeving door alle overheidsdiensten te vergemakkelijken en een optimale coördinatie van de verschillende overheidsdiensten te waarborgen.

    449

    C13.R1

    Inwerkingtreding van de wijzigingen van de wet inzake de bescherming van de mededinging en van de bijbehorende regelgeving

    Bepaling betreffende de inwerkingtreding van de wijzigingen van de wet en de verordeningen

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2025

    Inwerkingtreding van de wijzigingen van de wet inzake de bescherming van de mededinging en van de bijbehorende regelgeving.

    450

    C13.R2

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Besluit 629/2022 van 26 juli tot wijziging van de regeling van organieke wet 4/2000 betreffende de rechten en vrijheden van buitenlanders in Spanje en hun sociale integratie

    Bepaling van het koninklijk besluit tot vaststelling van de inwerkingtreding van de relevante bepalingen

    KWARTAAL 3

    2022

    Inwerkingtreding van de relevante bepalingen van Koninklijk Besluit 629/2022 van 26 juli tot wijziging van de regeling van organieke wet 4/2000 betreffende de rechten en vrijheden van buitenlanders in Spanje en hun sociale integratie in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel.

    192

    C13.R2

    M

    Inwerkingtreding van de starterswet

    Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Inwerkingtreding van de „Start-ups Law”, die een gunstig kader creëert voor de oprichting en groei van zeer innovatieve start-ups. De wet inzake starters voorziet in hervormingen van de belastingbijdragen in de vorm van stimulansen om de ontwikkeling van start-ups en het aantrekken van buitenlandse ondernemers en investeerders aan te moedigen en te vergemakkelijken, in overeenstemming met de doelstellingen van begrotingsconsolidatie. De wet inzake starters stelt ook mechanismen vast om de uitvoering ervan en de relatie ervan met de maatregelen in verband met het ecosysteem van digitale ondernemers te vergemakkelijken.

    451

    C13.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wijziging van Wet 14/2013 van 27 september betreffende de ondersteuning van ondernemers en de internationalisering daarvan

    Bepaling in de wetswijziging die de inwerkingtreding van de relevante bepalingen aangeeft

    KWARTAAL 4

    2023

    Inwerkingtreding van de relevante bepalingen van de wijziging van Wet 14/2013 van 27 september betreffende steun voor ondernemers en de internationalisering ervan overeenkomstig de beschrijving van de maatregel.

    452

    C13.R3

    M

    Maatregelen om de toegang van kmo’s tot financiering te verbeteren door middel van wijzigingen in Wet 6/2023 van 17 maart 2023.

    Bepaling in de wet ter aanduiding van de inwerkingtreding van de wet

    KWARTAAL 2

    2024

    Inwerkingtreding van de wet inzake effectenmarkten en beleggingsdiensten. Zij vereenvoudigt het proces van toelating tot de handel van vastrentende effecten, breidt de toegang tot BME Growth uit, breidt verplichte openbare overnamebiedingen uit tot effecten die op MTF’s worden verhandeld, en beperkt de belemmeringen voor toetreding tot de financiële markten door de afschaffing van het informatiesysteem (Post-Trade Interface) voor het toezicht op de clearing, afwikkeling en registratie van effecten.

    193

    C13.I1

    T

    Ondernemers of kmo’s die profiteren van maatregelen om het ondernemersecosysteem te stimuleren

    Aantal

    0

    6 900

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 6 900 ondernemers of kmo’s die een programma hebben voltooid dat gericht is op het stimuleren van het ondernemersecosysteem, in het kader van het strategisch kader voor het kmo-beleid 2030, de Spaanse ondernemerschapsstrategie en de Spaanse digitale agenda 2025, met inbegrip van ten minste 2 000 vrouwelijke ondernemers/kmo’s onder leiding van of deelname van vrouwen. Meer bepaald zullen 6,100 ondernemers worden ondersteund in het kader van het programma voor ondernemersvaardigheden (waarvan 1,200 vrouwen) en 800 vrouwelijke ondernemers via het programma voor het aantrekken van talent door vrouwen en in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een lijst van uitsluitingen en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    194

    C13.I1

    T

    Gebruikers die profiteren van maatregelen om het ondernemersecosysteem te stimuleren

    Aantal

    0

    12 000

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste 12 000 gebruikers die profiteren van maatregelen om het ecosysteem voor ondernemerschap te stimuleren, in het kader van het strategisch kader voor het kmo-beleid 2030, de Spaanse ondernemerschapsstrategie en de Spaanse digitale agenda 2025; en in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een lijst van uitsluitingen en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    195

    C13.I1

    T

    Andere acties verspreiding en communicatie en financiering

    Aantal

    0

    480

    KWARTAAL 4

    2024

    Er zijn ten minste 480 acties afgerond voor verspreidings- en communicatiecampagnes voor het opzetten, ontwikkelen of aantrekken naar Spanje van internationale evenementen die gericht zijn op innovatieve bedrijven en programma’s om vrouwelijk talent aan te trekken. Dit omvat ten minste 20 evenementen over ondernemerschap die zijn ontwikkeld in het kader van het „vlaggenprogramma”; en ten minste 260 communicatieacties (200 verschijningen in de media en 60 evenementen) onder „Brand Spain Entrepreneurship Nation”. 
    Financiering van een ondersteunende lijn voor ondernemerschap en kmo’s via het programma ter ondersteuning van vrouwelijk ondernemerschap. Dit omvat de ondersteuning van ten minste 200 vrouwelijke ondernemers door middel van participatieve leningen die zijn verstrekt door Empresa Nacional de Innovación, S.A., in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) van ondersteunde transacties in het kader van deze maatregel door middel van duurzaamheidstoetsing, het gebruik van een lijst van uitsluitingen en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    196

    C13.I2

    T

    CERSA-garantie

    Miljoen EUR

    0

    1 000

    KWARTAAL 4

    2023

    CERSA-garantie: Ten minste een bedrag van 1 000 000 000 EUR aan garanties van CERSA waarmee kmo’s garanties kunnen verkrijgen voor langetermijninvesteringen en werkkapitaal. De selectiecriteria waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) van ondersteunde transacties in het kader van deze maatregel door middel van duurzaamheidstoetsing, het gebruik van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    197

    C13.I2

    T

    Kmo’s ondersteund door het programma „Vaardigheden voor groei in kmo’s”

    Aantal

    0

    11 000

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 11 000 kmo’s die het programma „Vaardigheden voor groei van kmo’s” hebben voltooid. De selectiecriteria waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    198

    C13.I2

    T

    Ondernemers en kmo’s, ondersteund door het steunprogramma voor industrieel ondernemerschap

    Aantal

    0

    1 500

    KWARTAAL 4

    2023

    Er wordt langetermijnfinanciering verstrekt aan ondernemers en kmo’s voor industriële investeringsprojecten in het kader van het steunprogramma voor industrieel ondernemerschap. Er wordt voorzien in financiering voor de oprichting van industriële ondernemingen of de uitbreiding van bestaande faciliteiten. 
    Ten minste 1 500 concrete acties die tussen 1 januari 2021 en 31 december 2023 financiering hebben ontvangen. De selectiecriteria waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    (Uitgangssituatie: 1 januari 2021)

    199

    C13.I3

    M

    Digitaliseringsplan voor kmo’s 2021-2025

    Publicatie

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Goedkeuring door de ministerraad van het plan voor de digitalisering van kmo’s 2021-2025, dat voorziet in een reeks instrumenten om de reeds beschikbare digitale instrumenten in micro- en autonome ondernemingen op te nemen, de digitalisering van kleine ondernemingen te stimuleren en technologische innovatie te bevorderen

    200

    C13.I3

    T

    Begroting vastgelegd voor het programma van de digitale toolkit

    %

    0

    30

    KWARTAAL 4

    2022

    Ten minste 30 % van de vastgelegde begroting van 3 067 000 000 EUR is bestemd voor acties voor de digitalisering van kmo’s, micro-ondernemingen en zelfstandigen via het programma Digital Toolkit, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    201

    C13.I3

    T

    Begroting vastgelegd voor het programma voor medewerkers van het veranderingsprogramma

    %

    0

    30

    KWARTAAL 4

    2022

    Ten minste 30 % van de vastgelegde begroting van 300 000 000 EUR, bestemd voor kmo’s in het kader van het programma „Managers of Change”. De oproepen tot het indienen van voorstellen met een mandaat omvatten subsidiabiliteitscriteria die waarborgen dat de geselecteerde projecten voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    202

    C13.I3

    T

    Begroting vastgelegd voor het steunprogramma voor innovatieve ondernemingen

    %

    0

    30

    KWARTAAL 4

    2022

    Ten minste 30 % van de vastgelegde begroting van 115 000 000 EUR in het kader van het „Programma ter ondersteuning van clusters voor innovatieve ondernemingen”. De algemene voorwaarden (ordenesde bases) en oproepen tot het indienen van voorstellen omvatten subsidiabiliteitscriteria die waarborgen dat de geselecteerde projecten voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en de vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    203

    C13.I3

    T

    Begroting vastgelegd voor het programma van DIH’s

    %

    0

    30

    KWARTAAL 4

    2022

    Ten minste 30 % van de vastgelegde begroting van 37 590 000 EUR in het kader van het programma voor digitale-innovatiehubs. De algemene voorwaarden (ordenesde bases) en oproepen tot het indienen van voorstellen omvatten subsidiabiliteitscriteria die waarborgen dat de geselecteerde projecten voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en de vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    204

    C13.I3

    T

    Kmo’s ondersteund door het programma Digital Toolkit

    Aantal

    0

    500 000

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 500 000 kmo’s, micro-ondernemingen en zelfstandigen die steun hebben ontvangen uit het programma „Digital Toolkit”, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    205

    C13.I3

    T

    Begrotingsuitvoering van het programma voor medewerkers van het wijzigingsprogramma

    %

    30

    100

    KWARTAAL 4

    2023

    100 % van de vastgelegde begroting van 300 000 000 EUR, bestemd voor kleine en middelgrote ondernemingen in het kader van het programma „Werknemers van verandering”. Dit is een programma dat ten minste 15 000 kleine en middelgrote ondernemingen (10-249 werknemers) moet ondersteunen bij hun digitale transformatieprocessen. De selectiecriteria waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. (uitgangssituatie: 31 december 2022).

    206

    C13.I3

    T

    Begrotingsuitvoering van het steunprogramma voor innovatieve ondernemingen

    %

    30

    100

    KWARTAAL 4

    2023

    100 % van de vastgelegde begroting van 115 000 000 EUR in het kader van het „Programma ter ondersteuning van innovatieclusters voor ondernemingen”. Het doel van deze maatregel is steun te verlenen aan projecten voor de digitalisering van de waardeketen van de verschillende economische sectoren, uitgevoerd door Innovative Business Clusters en hun geassocieerde entiteiten in het kader van het ondersteuningsbeleid voor kmo’s van het ministerie van Industrie en Toerisme. De algemene voorwaarden (ordenesde bases) en oproepen tot het indienen van voorstellen omvatten subsidiabiliteitscriteria die waarborgen dat de geselecteerde projecten voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en de vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. (uitgangssituatie: 31 december 2022).

    207

    C13.I3

    T

    Uitvoering van de begroting van het DIHS-programma

    %

    30

    75

    KWARTAAL 4

    2023

    75 % van de vastgelegde begroting van 37 590 000 EUR in het kader van het programma voor digitale-innovatiehubs. Dit is een programma om bedrijven te helpen concurrerender te worden door hun bedrijfs- en productieprocessen te verbeteren door intensief gebruik te maken van digitale technologieën. De algemene voorwaarden (ordenesde bases) en oproepen tot het indienen van voorstellen omvatten subsidiabiliteitscriteria die waarborgen dat de geselecteerde projecten voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en de vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. (uitgangssituatie: 31 december 2022).

    208

    C13.I3

    T

    Voltooiing van het programma voor digitale toolkit

    Aantal

    500 000

    676 000

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 676 000 kmo’s, micro-ondernemingen en zelfstandigen die steun hebben ontvangen uit het programma „Digital Toolkit”, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. Het programma is gebaseerd op de verstrekking van subsidies ter ondersteuning van de integratie van digitale technologie met het oog op een doeltreffende invoering van e-handel, het digitaliseren van de betrekkingen met de overheid en met klanten, de ontwikkeling van interne digitale processen en de invoering van e-facturering en digitale marketing; bevordering van met name dienstgerichte oplossingen. Het programma subsidieert gedeeltelijk de kosten van de vaststelling van pakketten digitale basisoplossingen zoals internetaanwezigheid, e-verkoop, cloudoffice, digitale banen, digitalisering basisprocessen, klantenbeheer, digitale marketing en cyberbeveiliging. (uitgangssituatie: 31 december 2023).

    Van de uiteindelijke doelstelling van ten minste 676 000 kmo’s, micro-ondernemingen en zelfstandigen:

    ·Ten minste 629 000 kmo’s met minder dan 50 werknemers, micro-ondernemingen en zelfstandigen worden ondersteund met een voucher van ten minste 2 000 EUR en maximaal 12 000 EUR.

    ·Ten minste 12 100 kmo’s met ten minste 50 en minder dan 250 werknemers worden ondersteund met een voucher van ten minste 25 000-29 000 EUR.

    209

    C13.I3

    T

    Kmo’s die acties hebben voltooid om hun gebruik van digitale technologieën te vergroten (m.u.v. digitale toolkit)

    Aantal

    0

    169 747

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 169 747 kmo’s die acties hebben voltooid die erop gericht zijn hun gebruik van digitale technologieën te vergroten, ondersteund door de volgende programma’s: „Programmaactoren van verandering”, „SME 2.0 accelerators”; „Innovative Business Cluster Support Programme” (Innovative Business Cluster Support Programme).

    1) programma „actors of Change”: dit is een programma dat ten minste 15 000 kleine en middelgrote ondernemingen (tien tot 249 werknemers) ondersteunt bij hun digitale transformatieprocessen.
    2) programma „SME 2.0 accelerators”: dit is een actie in het kader van de investering die de infrastructuur ter ondersteuning van de digitalisering van kmo’s zal uitbreiden met adviesdiensten en opleidingsdiensten.
    3) programma „Innovative Business Cluster Support”: dit programma ondersteunt projecten voor de digitalisering van de waardeketen van de verschillende economische sectoren, uitgevoerd door clusters voor innovatieve ondernemingen en hun geassocieerde entiteiten, als onderdeel van het ondersteuningsbeleid voor kmo’s van het ministerie van Industrie en Toerisme.

    Voltooiing van door het ondersteuningsprogramma voor digitale-innovatiehubs gefinancierde acties en/of werkpakketten die overeenstemmen met toekenningsbesluiten voor ten minste 37 590 000 EUR. Werkpakketten die door het programma Digitaal Europa worden gefinancierd, worden niet in aanmerking genomen. Het ondersteuningsprogramma voor digitale-innovatiehubs helpt bedrijven concurrerender te worden door hun bedrijfs- en productieprocessen te verbeteren door intensief gebruik te maken van digitale technologieën.

    De oproepen tot het indienen van voorstellen van de vorige programma’s en het ondersteuningsprogramma voor digitale-innovatiehubs bevatten subsidiabiliteitscriteria die waarborgen dat de geselecteerde projecten voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    210

    C13.I4

    T

    Kmo’s en bedrijfsverenigingen die steun hebben ontvangen uit het Technologisch Fonds

    Aantal

    0

    200

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste 200 kmo’s of bedrijfsverenigingen in de commerciële sector die subsidiesteun hebben ontvangen uit het Technologisch Fonds, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. 
    Projecten in de sector van de kleine handel waren gericht op de integratie van nieuwe technologieën die de lokale handel in staat stellen in te spelen op nieuwe consumptiegewoonten, in het kader van het „Technologisch Fonds” (200 projecten). Projecten die in het kader van dit fonds in aanmerking komen, zijn onder meer: 
    a. Projecten op het gebied van nieuwe technologieën die gericht zijn op het verbeteren van de commerciële en communicatiestrategie online, bedrijfsmodellen of winkelervaringen. 
    b. Projecten op het gebied van nieuwe technologieën om de fysieke winkelervaring aan te passen aan de nieuwe behoeften en gewoonten van de consument en nieuwe beheersmodellen. 
    C. Projecten op het gebied van technologische oplossingen om de efficiëntie en duurzaamheid van de logistiek van de laatste kilometer te verbeteren. 
    d. Projecten voor de toepassing van technologische oplossingen ter verbetering van de energie- en hulpbronnenefficiëntie. 
    De investering wordt aangevuld met de oprichting van een digitaal platform (Plataforma Comercio Conectado)om de digitalisering van de sector te bevorderen.

    211

    C13.I4

    T

    Moderniseringsacties op gemeentelijke markten of commerciële gebieden

    Aantal

    0

    30

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 30 moderniseringsacties voltooid op gemeentelijke markten of commerciële gebieden, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en de eis van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. 
    Door lokale overheden ingediende projecten ter verbetering van de modernisering van gemeentelijke markten, commerciële gebieden, niet-sedentaire verkoopmarkten en korte afzetkanalen, in het kader van het programma „Duurzame markten” (30 projecten). Projecten die in het kader van dit programma in aanmerking komen, zijn onder meer: 
    a. Projecten voor de invoering van instrumenten voor klantinzicht op basis van big data of andere technologieën. 
    b. Projecten in de digitale transformatie van markten die de marktplaats en winkelervaring verbeteren. 
    C. Projecten gericht op de digitale transformatie van straathandel en korte afzetkanalen. 
    d. Projecten op het gebied van werkzaamheden en renovatie ter verbetering van de faciliteiten, de toegankelijkheid, de uitrusting en de toereikendheid van de door gemeentelijke markten, commerciële en niet-sedentaire markten bezette gebieden en de aangrenzende gebieden. 
    projecten om het verbruik van productiemiddelen door de handel te verminderen en deze te vervangen door milieuvriendelijke alternatieven. 
    f. Installatie van slimme leveringspunten. 
    g. Projecten ter verbetering van de energie-efficiëntie van gemeentelijke markten, commerciële gebieden en niet-sedentaire afzetmarkten. 
    h. Acties ter bevordering van recycling of hergebruik van afval. 
    I. Bevordering van en opleiding op het gebied van technologische vaardigheden van gemeentelijke, commerciële en niet-sedentaire afzetmarkten.

    212

    C13.I4

    T

    Modernisering van de marktinfrastructuur in kleine gemeenten

    Aantal

    0

    100

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 100 voltooide acties voor de modernisering van de marktinfrastructuur in kleine gemeenten zijn goedgekeurd en geïnitieerd, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en de vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. 
    Projecten die in het kader van dit programma in aanmerking komen, zijn onder meer: 
    a. Projecten voor de invoering van instrumenten voor klantinzicht op basis van big data of andere technologieën. 
    b. Projecten in de digitale transformatie van markten die de marktplaats en winkelervaring verbeteren. 
    C. Projecten gericht op de digitale transformatie van straathandel en korte afzetkanalen. 
    d. Projecten op het gebied van werkzaamheden en renovatie ter verbetering van de faciliteiten, de toegankelijkheid, de uitrusting en de toereikendheid van de door gemeentelijke markten, commerciële en niet-sedentaire markten bezette gebieden en de aangrenzende gebieden. 
    projecten om het verbruik van productiemiddelen door de handel te verminderen en deze te vervangen door milieuvriendelijke alternatieven. 
    f. Installatie van slimme leveringspunten. 
    g. Projecten ter verbetering van de energie-efficiëntie van gemeentelijke markten, commerciële gebieden en niet-sedentaire afzetmarkten. 
    h. Acties ter bevordering van recycling of hergebruik van afval. 
    I. Bevordering van en opleiding op het gebied van technologische vaardigheden van gemeentelijke, commerciële en niet-sedentaire afzetmarkten.

    213

    C13.I5

    T

    Ondernemingen die deelnemen aan projecten ter ondersteuning van hun internationalisering

    Aantal

    0

    3 000

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 3 000 ondernemingen, waarvan ten minste 2 500 kmo’s, die hebben deelgenomen aan en projecten ter ondersteuning van hun internationalisering hebben voltooid in het kader van de actieplannen voor internationalisering 2021-2022 en 2023-2024. Horizontale acties ter ondersteuning van de digitalisering van exportverenigingen, kamers van koophandel en administratieve diensten zullen alle exporteurs ten goede komen en de internationalisering van nieuwe ondernemingen bevorderen, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een lijst van uitsluitingen en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. 
    De acties in het kader van de investering worden geselecteerd uit de volgende lijst van projecten/gebieden: 
    1. Financieringslijn voor haalbaarheids-, haalbaarheids-, prehaalbaarheids- en sectorale en institutionele moderniseringsstudies. 
    2. Het INNOVA-investeringsprogramma ter ondersteuning van buitenlandse investeringen in O & O. 
    3. Het VIVES-programma voorziet in financiële steun voor de aanwerving van stagiairs in bedrijven die betrokken zijn bij exportactiviteiten. 
    4. Internationaliseringsprogramma voor mentorschap en opleiding. 
    5. Programma ter versterking van de communicatiesystemen, telematicadiensten en digitalisering van exportverenigingen, exportfederaties, Spaanse kamers van koophandel en hun federaties. 
    6. Het Export-Base Uitbreidingsprogramma, een programma voor gepersonaliseerde coaching voor internationalisering van bedrijven en kmo’s in het bijzonder. 
    7. Programma ter versterking van het Spaanse ecosysteem voor snelgroeiende ondernemingen. 
    8. Steun voor de openstelling en consolidatie van markten door middel van subsidies voor uitgaven in verband met inspecties en audits van autoriteiten van derde landen en uitgaven voor juridische en consultancyactiviteiten op het gebied van handelsbescherming. 
    9. Een financieel stimuleringsprogramma van COFIDES (een financiële instelling in handen van de staat die middellange- en langetermijnfinanciering verstrekt ter ondersteuning van internationaliseringsinvesteringsprojecten van bedrijven) om impactinvesteringen te bevorderen. 
    10. Het stimuleren van de digitalisering van overheidsdiensten ter ondersteuning van internationalisering. 
    11. Digitalisering van ICEX (een nationaal overheidsbedrijf dat de internationalisering van Spaanse bedrijven bevordert) en oprichting van virtuele campus. 
    De selectiecriteria waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) van ondersteunde transacties in het kader van deze maatregel door middel van duurzaamheidstoetsing, het gebruik van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    M.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor de steun via leningen

    Investering 6 (C13.I6) — ICO Groene lijn en Ondernemingen en Ondernemerslijn

    Deze maatregel bestaat uit een investering in twee financiële lijnen: de groene lijn van het ICO en de lijn voor ondernemingen en ondernemers van het ICO.

    ICO Groene Lijn

    Dit onderdeel van deze maatregel bestaat uit een overheidsinvesteringen in een faciliteit, de groene ICO-lijn, om particuliere investeringen te stimuleren en de toegang tot financiering in de groene sectoren van Spanje te verbeteren en kapitaalmarkten op dit gebied te ontwikkelen, met name op zeven verschillende gebieden: duurzaam vervoer, met inbegrip van spoorvervoer; energie-efficiëntie; hernieuwbare energie, met inbegrip van energieopslag en elektriciteitsnet; industriële decarbonisatie en koolstofarme industriële waardeketens in verband met de energietransitie; V) waterbeheer; de circulaire economie; aanpassing aan de klimaatverandering. Defaciliteit functioneert door directe financiering, aankoop van bedrijfsobligaties en investeringen in aandelenkapitaal en quasi-eigen vermogen, rechtstreeks of via tussenpersonen, te verstrekken aan de particuliere sector en huishoudens, alsook aan entiteiten uit de publieke sector die zich bezighouden met soortgelijke activiteiten. Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit beoogt de faciliteit in eerste instantie ten minste 22 000 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

    De faciliteit wordt beheerd door Instituto de Crédito Oficial (ICO) en Axis (de risico-/particuliere kapitaalbeheerder van ICO) als uitvoerende partners. De faciliteit omvat de volgende productlijnen:

    ·Bemiddelingslijn: de bemiddelingslijn bestaat uit leningen van ICO aan commerciële banken, die op hun beurt leningen verstrekken aan eindbegunstigden voor de financiering van groene projecten. De eindbegunstigden zijn particuliere ondernemingen (zoals kmo’s, kleine midcap-ondernemingen, grote ondernemingen of ondernemers) en huishoudens.

    ·Directe financiering ICO: op deze lijn worden directe leningen verstrekt aan particuliere ondernemingen (zoals midcap-ondernemingen) en overheidsbedrijven om groene projecten te financieren. De leningen worden rechtstreeks door ICO verstrekt en elk project wordt medegefinancierd door een of meer derde particuliere investeerders. De door het ICO verstrekte middelen vertegenwoordigen maximaal 70 % van het totale steunbedrag voor de investering. Particuliere investeerders dekken ten minste 30 % van het totale bedrag aan investeringssteun.

    ·Aankopen van bedrijfsobligaties: in het kader van deze lijn koopt ICO niet-achtergestelde vastrentende effecten met een middelgroot en langdurig karakter die zijn uitgegeven door Spaanse ondernemingen op de georganiseerde secundaire markten (zoals alternatieve vastrentende markten (MARF) of Association of Intermediaries for Financial Assets (AIAF)). De effecten zijn gekoppeld aan een specifiek groen investeringsproject van de onderneming die het effect uitgeeft.

    ·Investeringen in eigen vermogen en quasi-eigenvermogen: deze lijn bestaat uit het verstrekken van directe aandeleninvesteringen via Axis (de risico-/particuliere kapitaalbeheerder van ICO) en/of de overdracht van middelen aan aandelenfondsen of andere investeringsvehikels die worden beheerd door particuliere financiële intermediairs die eigenvermogenstransacties verrichten in ondernemingen die groene projecten uitvoeren. De maximale deelneming van de groene lijn mag niet meer bedragen dan 49 % van de beleggingsfondsen. De kapitaalinvesteringen van de groene lijn mogen er niet toe leiden dat het aandeel van het overheidskapitaal in een eindbegunstigde meer dan 49 % van het totale eigen vermogen bedraagt.

    Met het oog op de uitvoering van de investering in de faciliteit ondertekenen Spanje en het ICO een uitvoeringsovereenkomst met de volgende inhoud:

    1.Beschrijving van het besluitvormingsproces van de faciliteit: Het definitieve investeringsbesluit van de faciliteit wordt genomen door een investeringscomité of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de Spaanse regering. Voor investeringen via intermediairs wordt het definitieve investeringsbesluit genomen door intermediairs.

    2.Essentiële vereisten van het bijbehorende beleggingsbeleid, waaronder:

    a.De beschrijving van het (de) financiële product (en) en de in aanmerking komende eindbegunstigden in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel.

    b.De eis dat alle gesteunde investeringen economisch levensvatbaar moeten zijn.

    c.Een verbod op herfinanciering van uitstaande leningen.

    d.De eis om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), met name:

    I.In het geval van leningen, projectobligaties of gelijkwaardige instrumenten: het investeringsbeleid sluit de volgende lijst van activiteiten en activa uit van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 97 , ii) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 98 , iii) activiteiten en activa in verband met afvalstortplaatsen, verbrandingsinstallaties 99 en installaties voor mechanische biologische behandeling 100 .

    II.In het geval van eigen vermogen, quasi-eigen vermogen, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten: het beleggingsbeleid verplicht ondernemingen om plannen voor een groene transitie vast te stellen overeenkomstig de definitie in artikel 19 bis, lid 2, onder a), iii), 101 van Richtlijn 2013/34/EU indien meer dan 50 % van hun directe inkomsten tijdens het voorgaande boekjaar afkomstig is van de volgende lijst van activiteiten en activa: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 102 , ii) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 103 , iii) activiteiten en activa in verband met afvalstortplaatsen, verbrandingsinstallaties 104 en installaties voor mechanische biologische behandeling 105 . 

    III.Voorts vereist het investeringsbeleid de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de faciliteit.

    e.Het vereiste dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    3.Het bedrag dat onder de uitvoeringsovereenkomst valt, de vergoedingenstructuur voor de uitvoerende partner en de verplichting om terugvloeiende middelen te herinvesteren overeenkomstig het investeringsbeleid van de faciliteit, tenzij deze worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    4.Monitoring-, audit- en controlevereisten, met inbegrip van:

    1.De beschrijving van het monitoringsysteem van de uitvoerende partner om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investeringen.

    2.De beschrijving van de procedures van de uitvoerende partner om fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

    3.De verplichting om de subsidiabiliteit van elke concrete actie te verifiëren overeenkomstig de vereisten van de uitvoeringsovereenkomst, onder meer door gebruik te maken van een lijst van positieve verklaringen en/of een eigen verklaring voor concrete acties van minder dan 10 000 000 EUR, alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

    4.De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren overeenkomstig een controleplan van het ICO. Bij deze audits wordt nagegaan i) of de controlesystemen doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; II) naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels en de vereisten inzake klimaatstreefcijfers; en iii) dat de verplichting voor de intermediair om na te gaan of de eindbegunstigde een verantwoordelijke verklaring indient om te controleren of dezelfde kosten door een ander instrument van de Unie worden gedekt, wordt nageleefd. Bij de controles wordt ook de wettigheid van de transacties gecontroleerd en wordt nagegaan of de voorwaarden van de toepasselijke uitvoeringsovereenkomst en financieringsovereenkomsten worden nageleefd, onder meer door gebruik te maken van een positieve lijst van verklaringen en/of eigen verklaringen voor concrete acties van minder dan 10 000 000 EUR, alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

    5.Vereisten voor klimaatinvesteringen die door de uitvoerende partner worden uitgevoerd: ten minste 17 800 000 000 EUR van de RRF-investering in de faciliteit draagt bij aan de klimaatdoelstellingen overeenkomstig bijlage VI bij de RRF-verordening. 106

    6.Vereisten voor de selectie van financiële intermediairs: Het ICO selecteert financiële intermediairs op een open, transparante en niet-discriminerende wijze. Controles op de afwezigheid van belangenconflicten bij financiële intermediairs worden vooraf uitgevoerd via een IT-systeem zoals Minerva voor alle betrokken financiële actoren.

    7.Vereiste om financieringsovereenkomsten te ondertekenen: Het ICO ondertekent financieringsovereenkomsten met de financiële intermediairs overeenkomstig de essentiële vereisten die als bijlage bij de uitvoeringsovereenkomst worden verstrekt. De belangrijkste vereisten van de financieringsovereenkomst omvatten alle vereisten in het kader waarvan de faciliteit opereert, met inbegrip van:

    1.De verplichting van de financiële intermediair om zijn besluiten mutatis mutandis te nemen in overeenstemming met de hierboven vermelde vereisten inzake besluitvorming en beleggingsbeleid, met inbegrip van de naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan”.

    2.De beschrijving van het monitoring-, audit- en controlekader dat de financiële intermediair moet opzetten en dat mutatis mutandis onderworpen is aan alle hierboven vermelde monitoring-, audit- en controlevoorschriften.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    ICO Ondernemingen en Ondernemers

    Dit element van de maatregel bestaat uit een overheidsinvesteringen in een faciliteit, de ICO Line voor ondernemingen en ondernemers, om particuliere investeringen te stimuleren en de toegang tot financiering te verbeteren in sectoren die verband houden met de economische activiteit van de onderneming en om kapitaalmarkten op deze gebieden te ontwikkelen, projecten in verband met de digitalisering van openbare en particuliere universiteiten, als onderdeel van de PERTE New Economy of the Language (NEL), en projecten van ondernemingen in de toeristische sector die verband houden met duurzaamheid, digitalisering, bijscholingsregelingen voor personeel en uitrusting, en het versterken van het concurrentievermogen en de veerkracht ervan. [De groene lijn zal ook dienen ter dekking van de behoeften aan werkkapitaal die ondernemingen in staat stellen de bovengenoemde doelstellingen te verwezenlijken]. De faciliteit functioneert door directe financiering, aankoop van bedrijfsobligaties en investeringen in aandelenkapitaal en quasi-eigen vermogen, rechtstreeks of via tussenpersonen, te verstrekken aan de particuliere sector en aan entiteiten uit de publieke sector die zich bezighouden met soortgelijke activiteiten. Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit beoogt de faciliteit in eerste instantie ten minste 815 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

    De faciliteit wordt beheerd door Instituto de Crédito Oficial (ICO) en Axis (de risico-/particuliere kapitaalbeheerder van ICO) als uitvoerende partners. De faciliteit omvat de volgende productlijnen:

    ·Bemiddelingslijn: de bemiddelingslijn bestaat uit leningen van ICO aan commerciële banken, die op hun beurt leningen verstrekken aan eindbegunstigden ter financiering van projecten die verband houden met hun economische activiteit; digitalisering en kunstmatige intelligentie voor universiteiten; en duurzaamheid, digitalisering, om- en bijscholing van personeel en uitrusting, en projecten om het concurrentievermogen en de veerkracht van de toeristische sector te versterken. De eindbegunstigden zijn particuliere ondernemingen (zoals zelfstandigen, kmo’s, kleine midcap-ondernemingen, grote ondernemingen of ondernemers) en overheidsinstanties die soortgelijke activiteiten verrichten.

    ·Directe financiering ICO: op deze lijn worden directe leningen verstrekt aan particuliere ondernemingen (zoals midcap-ondernemingen en grote ondernemingen) en overheidsbedrijven om projecten te financieren die verband houden met hun economische activiteit. De leningen worden rechtstreeks door ICO verstrekt en elk project wordt medegefinancierd door een of meer derde particuliere investeerders. De door het ICO verstrekte middelen vertegenwoordigen maximaal 70 % van het totale steunbedrag voor de investering. Particuliere investeerders dekken ten minste 30 % van het totale bedrag aan investeringssteun.

    ·Aankopen van bedrijfsobligaties: in het kader van deze lijn koopt ICO niet-achtergestelde vastrentende effecten met een middelgroot en langdurig karakter die zijn uitgegeven door Spaanse ondernemingen op de georganiseerde secundaire markten (zoals alternatieve vastrentende markten (MARF) of Association of Intermediaries for Financial Assets (AIAF)). De effecten zijn gekoppeld aan een specifiek beleggingsproject van de onderneming die het effect uitgeeft.

    ·Investeringen in eigen vermogen en quasi-eigenvermogen: deze lijn bestaat uit het verstrekken van directe aandeleninvesteringen via Axis (de risico-/particuliere kapitaalbeheerder van ICO) en/of de overdracht van middelen aan aandelenfondsen of andere investeringsvehikels die worden beheerd door particuliere financiële intermediairs die eigenvermogenstransacties verrichten in ondernemingen (start-ups, kmo’s, midcaps en grote ondernemingen). De maximale deelneming van de groene lijn mag niet meer bedragen dan 49 % van de beleggingsfondsen. De kapitaalinvesteringen van de groene lijn mogen er niet toe leiden dat het aandeel van het overheidskapitaal in een eindbegunstigde meer dan 49 % van het totale eigen vermogen bedraagt.

    Met het oog op de uitvoering van de investering in de faciliteit ondertekenen Spanje en het ICO een uitvoeringsovereenkomst met de volgende inhoud:

    1.Beschrijving van het besluitvormingsproces van de faciliteit: Het definitieve investeringsbesluit van de faciliteit wordt genomen door een investeringscomité of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de regering. Voor investeringen via intermediairs wordt het definitieve investeringsbesluit genomen door intermediairs.

    2.Essentiële vereisten van het bijbehorende beleggingsbeleid, waaronder:

    a.De beschrijving van het (de) financiële product (en) en de in aanmerking komende eindbegunstigden in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel.

    b.De eis dat alle gesteunde investeringen economisch levensvatbaar moeten zijn.

    c.Een verbod op herfinanciering van uitstaande leningen.

    d.De eis om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), met name:

    I.In het geval van leningen, projectobligaties of gelijkwaardige instrumenten: het investeringsbeleid sluit de volgende lijst van activiteiten en activa uit van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 107 , ii) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 108 , iii) activiteiten en activa in verband met afvalstortplaatsen, verbrandingsinstallaties 109 en installaties voor mechanische biologische behandeling 110 .

    II.In het geval van eigen vermogen, quasi-eigen vermogen, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten: het beleggingsbeleid verplicht ondernemingen om plannen voor een groene transitie vast te stellen overeenkomstig de definitie in artikel 19 bis, lid 2, onder a), iii), 111 van Richtlijn 2013/34/EU indien meer dan 50 % van hun directe inkomsten tijdens het voorgaande boekjaar afkomstig is van de volgende lijst van activiteiten en activa: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 112 , ii) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 113 , iii) activiteiten en activa in verband met afvalstortplaatsen, verbrandingsinstallaties 114 en installaties voor mechanische biologische behandeling 115 . 

    III.Voorts vereist het investeringsbeleid de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de faciliteit.

    e.Het vereiste dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    3.Het bedrag dat onder de uitvoeringsovereenkomst valt, de vergoedingenstructuur voor de uitvoerende partner en de verplichting om terugvloeiende middelen te herinvesteren overeenkomstig het investeringsbeleid van de faciliteit, tenzij deze worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    4.Monitoring-, audit- en controlevereisten, met inbegrip van:

    1.De beschrijving van het monitoringsysteem van de uitvoerende partner om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investeringen.

    2.De beschrijving van de procedures van de uitvoerende partner om fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

    3.De verplichting om de subsidiabiliteit van elke concrete actie te verifiëren overeenkomstig de vereisten van de uitvoeringsovereenkomst, onder meer door gebruik te maken van een eigen verklaring voor verrichtingen van minder dan 10 000 000 EUR, alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

    4.De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren overeenkomstig een controleplan van het ICO. Bij deze audits wordt nagegaan i) of de controlesystemen doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; II) naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels en de vereisten inzake digitale streefcijfers; en iii) dat de verplichting voor de intermediair om na te gaan of de eindbegunstigde een verantwoordelijke verklaring indient om te controleren of dezelfde kosten door een ander instrument van de Unie worden gedekt, wordt nageleefd. Bij de controles wordt ook de wettigheid van de transacties gecontroleerd en wordt nagegaan of de voorwaarden van de toepasselijke uitvoeringsovereenkomst en financieringsovereenkomsten worden nageleefd, onder meer door gebruik te maken van eigen verklaringen voor concrete acties van minder dan 10 000 000 EUR, alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

    5.Vereisten voor digitale investeringen door de uitvoerende partner: ten minste 150 000 000 EUR van de RRF-investering in de faciliteit draagt bij aan de digitale doelstellingen overeenkomstig bijlage VII bij de RRF-verordening. 116

    6.Vereisten voor de selectie van financiële intermediairs: Het ICO selecteert financiële intermediairs op een open, transparante en niet-discriminerende wijze. Controles op de afwezigheid van belangenconflicten bij financiële intermediairs worden vooraf uitgevoerd via een IT-systeem zoals Minerva voor alle betrokken financiële actoren.

    7.Vereiste om financieringsovereenkomsten te ondertekenen: Het ICO ondertekent financieringsovereenkomsten met de financiële intermediairs overeenkomstig de essentiële vereisten die als bijlage bij de uitvoeringsovereenkomst worden verstrekt. De belangrijkste vereisten van de financieringsovereenkomst omvatten alle vereisten in het kader waarvan de faciliteit opereert, met inbegrip van:

    1.De verplichting van de financiële intermediair om zijn besluiten mutatis mutandis te nemen in overeenstemming met de hierboven vermelde vereisten inzake besluitvorming en beleggingsbeleid, met inbegrip van de naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan”.

    2.De beschrijving van het monitoring-, audit- en controlekader dat de financiële intermediair moet opzetten en dat mutatis mutandis onderworpen is aan alle hierboven vermelde monitoring-, audit- en controlevoorschriften.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    Investering 7 (C13.I7) — ICO Next Tech-fonds

    Deze maatregel bestaat uit een overheidsinvesteringen in een faciliteit, ICO Next Tech-fonds, om particuliere investeringen te stimuleren en de toegang tot financiering in de strategische sectoren van Spanje die gekoppeld zijn aan de digitale transitie te verbeteren en kapitaalmarkten op dit gebied te ontwikkelen. De faciliteit werkt door financiële stimulansen te bieden via mede-investeringen met andere fondsen, rechtstreeks of via tussenpersonen, aan de particuliere sector en aan entiteiten uit de publieke sector die soortgelijke activiteiten verrichten. Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit beoogt de faciliteit in eerste instantie ten minste 4 000 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

    De faciliteit wordt beheerd door Axis (de risico-/particuliere kapitaalbeheerder van ICO) als uitvoerende partners. De faciliteit omvat de volgende productlijnen:

    ·Doorkiesnummer: deze lijn bestaat uit het verstrekken van directe investeringen in eigen vermogen of quasi-eigenvermogen via AXIS, de risico-/particuliere kapitaalbeheerder van ICO, aan in Spanje opgerichte ondernemingen, ongeacht hun omvang en eigendom van het kapitaal, die zich ertoe verbinden nieuwe technologische projecten uit te voeren. De kapitaalinvesteringen van het Fonds mogen er niet toe leiden dat het aandeel van het overheidskapitaal in een eindbegunstigde meer dan 49 % van het totale eigen vermogen bedraagt.

    ·Indirecte regel: deze lijn bestaat uit de overdracht van middelen aan bestaande investeringsvehikels die worden beheerd door particuliere financiële intermediairs, met inbegrip van durfkapitaalfondsen, die kapitaalinvesteringen verrichten op de technologische gebieden waarop het fonds zich richt. De maximale deelneming van het Fonds mag niet meer bedragen dan 49 % van het beleggingsvehikel.

    ·European Tech Championship Initiative (ETCI): dit begrotingsonderdeel bestaat uit een overdracht van middelen van maximaal 1 miljard EUR door Spanje naar ETCI, een door het Europees Investeringsfonds (EIF) beheerd fonds, dat in de laatste fase groeikapitaal zal kanaliseren naar veelbelovende Europese innovatoren. 

    Met het oog op de uitvoering van de investering in de faciliteit ondertekenen Spanje en Axis een uitvoeringsovereenkomst met de volgende inhoud:

    1.Beschrijving van het besluitvormingsproces van de faciliteit: Het definitieve investeringsbesluit van de faciliteit wordt genomen door een investeringscomité of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de Spaanse regering. Voor investeringen via intermediairs wordt het definitieve investeringsbesluit genomen door intermediairs.

    2.Essentiële vereisten van het bijbehorende beleggingsbeleid, waaronder:

    a.De beschrijving van het (de) financiële product (en) en de in aanmerking komende eindbegunstigden in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel.

    b.De eis dat alle gesteunde investeringen economisch levensvatbaar moeten zijn.

    c.Een verbod op herfinanciering van uitstaande leningen.

    d.De eis om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), met name:

    I.In het geval van eigen vermogen, quasi-eigen vermogen, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten: het beleggingsbeleid verplicht ondernemingen om plannen voor een groene transitie vast te stellen overeenkomstig de definitie in artikel 19 bis, lid 2, onder a), iii), 117 van Richtlijn 2013/34/EU indien meer dan 50 % van hun directe inkomsten tijdens het voorgaande boekjaar afkomstig is van de volgende lijst van activiteiten en activa: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 118 , ii) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 119 , iii) activiteiten en activa in verband met afvalstortplaatsen, verbrandingsinstallaties 120 en installaties voor mechanische biologische behandeling 121 . 

    II.Voorts vereist het investeringsbeleid de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de faciliteit.

    e.Het vereiste dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    3.Het bedrag dat onder de uitvoeringsovereenkomst valt, de vergoedingenstructuur voor de uitvoerende partner en de verplichting om terugvloeiende middelen te herinvesteren overeenkomstig het investeringsbeleid van de faciliteit, tenzij deze worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    4.Monitoring-, audit- en controlevereisten, met inbegrip van:

    a.De beschrijving van het monitoringsysteem van de uitvoerende partner om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investeringen.

    b.De beschrijving van de procedures van de uitvoerende partner om fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

    c.De verplichting om de subsidiabiliteit van elke concrete actie te verifiëren overeenkomstig de vereisten van de uitvoeringsovereenkomst, onder meer door gebruik te maken van een eigen verklaring voor concrete acties van minder dan 10 000 000 EUR, alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren, alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

    d.De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren overeenkomstig een controleplan van het ICO. Bij deze audits wordt nagegaan i) of de controlesystemen doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; II) naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels en de vereisten inzake klimaatstreefcijfers; en iii) dat de verplichting voor de intermediair om na te gaan of de eindbegunstigde een verantwoordelijke verklaring indient om te controleren of dezelfde kosten door een ander instrument van de Unie worden gedekt, wordt nageleefd. Bij de controles wordt ook de wettigheid van de transacties gecontroleerd en wordt nagegaan of de voorwaarden van de toepasselijke uitvoeringsovereenkomst en financieringsovereenkomsten worden nageleefd, onder meer door gebruik te maken van eigen verklaringen voor concrete acties van minder dan 10 000 000 EUR, alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

    5.Vereisten voor digitale investeringen door de uitvoerende partner: ten minste 4 000 000 000 EUR van de RRF-investering in de faciliteit draagt bij aan de doelstellingen inzake digitale verandering overeenkomstig bijlage VII bij de RRF-verordening. 122  

    6.Vereisten voor de selectie van financiële intermediairs: Het ICO selecteert financiële intermediairs op een open, transparante en niet-discriminerende wijze. Controles op de afwezigheid van belangenconflicten bij financiële intermediairs worden vooraf uitgevoerd via een IT-systeem zoals Minerva voor alle betrokken financiële actoren.

    7.Vereiste om financieringsovereenkomsten te ondertekenen: De as ondertekent financieringsovereenkomsten met de financiële intermediairs in overeenstemming met de essentiële vereisten die als bijlage bij de uitvoeringsovereenkomst worden verstrekt. De belangrijkste vereisten van de financieringsovereenkomst omvatten alle vereisten in het kader waarvan de faciliteit opereert, met inbegrip van:

    1.De verplichting van de financiële intermediair om zijn besluiten mutatis mutandis te nemen in overeenstemming met de hierboven vermelde vereisten inzake besluitvorming en beleggingsbeleid, met inbegrip van de naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan”.

    2.De beschrijving van het monitoring-, audit- en controlekader dat de financiële intermediair moet opzetten en dat mutatis mutandis onderworpen is aan alle hierboven vermelde monitoring-, audit- en controlevoorschriften.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    Investering 8 (C13.I8) — co-investeringsfonds (FOCO)

    Deze maatregel bestaat uit een overheidsinvesteringen in een faciliteit, het co-investeringsfonds, om particuliere investeringen te stimuleren en de toegang tot financiering in de strategische sectoren van Spanje te verbeteren, met name die welke verband houden met de groene en de digitale transitie en de PERTE’s, en om kapitaalmarkten op deze gebieden te ontwikkelen. Die faciliteit werkt door leningen, investeringen in eigen vermogen en quasi-eigenvermogen te verstrekken via mede-investeringen met buitenlandse en multilaterale institutionele investeerders van derde landen, rechtstreeks of via tussenpersonen aan de particuliere sector. Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit beoogt de faciliteit in eerste instantie ten minste 2 000 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

    De faciliteit wordt beheerd door Compañía Española de Financiación del Desarrollo (COFIDES) als uitvoerende partner. De faciliteit omvat de volgende productlijnen:

    ·Doorkiesnummer: De faciliteit investeert rechtstreeks samen met buitenlandse institutionele investeerders van derde landen in ondernemingen die zich ertoe hebben verbonden nieuwe projecten uit te voeren in de strategische economische sectoren van Spanje, met inbegrip van die welke verband houden met de groene en de digitale transitie en de PERTE’s. De faciliteit kan investeren met behulp van leningen, eigen vermogen en quasi-eigen-vermogensinstrumenten. De kapitaalinvesteringen van het fonds mogen er niet toe leiden dat het aandeel van het overheidskapitaal in een eindbegunstigde meer bedraagt dan 49 % van het totale eigen vermogen.

    ·Indirecte regel: De faciliteit investeert in bestaande fondsen die investeren in de sectoren waarop de faciliteit zich richt en is in staat op maat gesneden financieringsinstrumenten op te zetten die op dezelfde sectoren zijn gericht. De maximale deelneming van de faciliteit mag niet meer bedragen dan 49 % van een fonds of ander investeringsvehikel en mag er niet toe leiden dat het aandeel van het overheidskapitaal in een fonds of investeringsvehikel meer bedraagt dan 49 % van het totale eigen vermogen.

    De mede-investering door derde investeerders is ten minste gelijkwaardig aan de bijdrage van de faciliteit en investeert onder gelijke voorwaarden. Derde mede-investeerders kunnen onder meer het volgende omvatten:

    ·Buitenlandse openbare instellingen, zoals publieke pensioenfondsen, overheids- en suboverheidsfondsen, multilaterale instellingen die investeren in particuliere kapitaalmarkten (zoals het Europees Investeringsfonds).

    ·Buitenlandse particuliere institutionele langetermijnbeleggers zoals beleggingsfondsen, pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen.

    ·Binnenlandse particuliere investeringsvehikels en -entiteiten, mits zij financiële middelen mobiliseren van buitenlandse particuliere investeerders.

    ·Buitenlandse kapitaalvennootschappen die deelnemen aan bedrijfscijfers in Spanje om investeringsprojecten en productieve activiteiten uit te voeren die door het fonds kunnen worden ondersteund.

    Met het oog op de uitvoering van de investering in de faciliteit keurt Spanje een verordening en alle bijbehorende documenten goed voor de oprichting en het beheer van de faciliteit, die de volgende inhoud bevat:

    1.Beschrijving van het besluitvormingsproces van de faciliteit: Het initiële investeringsbesluit van de faciliteit wordt genomen door een investeringscomité of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de Spaanse regering. Het definitieve investeringsbesluit van de faciliteit is beperkt tot de goedkeuring (zonder wijzigingen) of de uitoefening van een vetorecht op een investeringsbesluit dat wordt voorgesteld door het investeringscomité of een gelijkwaardig bestuursorgaan. Voor investeringen via intermediairs wordt het definitieve investeringsbesluit door de intermediairs genomen.

    2.Essentiële vereisten van het bijbehorende beleggingsbeleid, waaronder:

    a.De beschrijving van de financiële producten en de in aanmerking komende eindbegunstigden in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel. Voor strategische investeringen, d.w.z. investeringen in defensietechnologieën en -producten die zijn vastgesteld in het jaarlijkse werkprogramma voor het Europees Defensiefonds; ruimteinvesteringen in atoomklokken, strategische draagraketten; en ruimteproducten; en investeringen die uitsluitend gericht zijn op de ontwikkeling en uitrol van cyberbeveiligingsinstrumenten en -oplossingen, ook wanneer deze deel uitmaken van de uitrol of modernisering van digitale netwerken en data-infrastructuur; eindbegunstigden staan niet onder zeggenschap van een derde land of entiteiten uit derde landen en hebben hun uitvoerend beheer in de Unie, behalve voor investeringen van minder dan 10 000 000 EUR. Indien de eindbegunstigde betrokken is bij een strategische investering op het gebied van 5G-connectiviteit, zijn de maatregelen en risicobeperkingsplannen overeenkomstig de toolbox voor 5G-cyberbeveiliging 123 ook van toepassing op zijn leveranciers. Dergelijke leveranciers zijn met name verkopers van telecommunicatieapparatuur en fabrikanten en andere derde leveranciers, zoals cloudinfrastructuuraanbieders, verleners van beheerde diensten, systeemintegrators, beveiligings- en onderhoudscontractanten, fabrikanten van transmissieapparatuur. Wanneer de eindbegunstigde betrokken is bij een strategische investering op het gebied van defensie, geldt deze beperking ook voor zijn leveranciers en onderaannemers. De in de drie bovenstaande alinea’s uiteengezette beperkingen met betrekking tot het ontbreken van zeggenschap door een derde land of een entiteit uit een derde land zijn niet van toepassing op een bepaalde financierings- en investeringsverrichting wanneer de eindbegunstigde kan aantonen dat hij een juridische entiteit is waarvoor de lidstaat waarin hij is gevestigd een garantie heeft goedgekeurd die in overeenstemming is met de beginselen betreffende in aanmerking komende entiteiten die zijn vastgelegd in de desbetreffende bepalingen van de verordening betreffende het Europees Defensiefonds („EDF”) 124 of de ontheffing die de Commissie heeft verleend overeenkomstig de beginselen betreffende in aanmerking komende entiteiten die zijn vastgelegd in de desbetreffende bepalingen van de ruimtevaartverordening 125 . De uitvoerende partner moet de regering in kennis stellen van elke toegestane afwijking van de beperkingen.

    b.De eis dat alle gesteunde investeringen economisch levensvatbaar moeten zijn.

    c.Een verbod op herfinanciering van uitstaande leningen. 

    d.De eis om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), met name:

    I.In het geval van leningen, projectobligaties of gelijkwaardige instrumenten: het investeringsbeleid sluit de volgende lijst van activiteiten en activa uit van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 126 , ii) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 127 , iii) activiteiten en activa in verband met afvalstortplaatsen, verbrandingsinstallaties 128 en installaties voor mechanische biologische behandeling 129 . In het geval van eigen vermogen, quasi-eigen vermogen, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten: het investeringsbeleid sluit ondernemingen uit met een aanzienlijke focus 130 in de volgende sectoren: I) energieproductie op basis van fossiele brandstoffen en aanverwante activiteiten 131 ; energie-intensieve industrieën en/of industrieën met een hoge CO2-uitstoot 132 ; III) productie, verhuur of verkoop van vervuilende voertuigen 133 ; IV) afvalinzameling, afvalverwerking en -verwijdering 134 , v) verwerking van splijtstof, productie van kernenergie.

    II.Voorts vereist het investeringsbeleid de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de faciliteit.

    e.Het vereiste dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    3.Het bedrag waarop de verordeningen en eventuele bijbehorende documenten tot oprichting van de faciliteit betrekking hebben, de vergoedingenstructuur voor de uitvoerende partner en de verplichting om terugvloeiende middelen te herinvesteren overeenkomstig het investeringsbeleid van de faciliteit, tenzij deze worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht.

    4.Monitoring-, audit- en controlevereisten, met inbegrip van:

    a.De beschrijving van het monitoringsysteem van de uitvoerende partner om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investeringen.

    b.De beschrijving van de procedures van de uitvoerende partner om fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

    c.De verplichting om de subsidiabiliteit van elke concrete actie te verifiëren overeenkomstig de vereisten van de verordeningen tot oprichting van de faciliteit alvorens zich ertoe te verbinden een operatie te financieren.

    d.De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren overeenkomstig een controleplan van COFIDES. Bij deze audits wordt nagegaan i) of de controlesystemen doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; II) naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels, de vereisten inzake klimaat en digitale streefcijfers; en iii) dat de verplichting voor de intermediair om na te gaan of de eindbegunstigde een verantwoordelijke verklaring indient om te controleren of dezelfde kosten door een ander instrument van de Unie worden gedekt, wordt nageleefd. Bij de audits wordt ook nagegaan of de transacties wettig zijn en of de voorwaarden van de toepasselijke verordening en de bijbehorende documenten tot vaststelling van de faciliteit en de financieringsovereenkomsten worden nageleefd.

    5.Vereisten voor de selectie van financiële intermediairs: COFIDES selecteert financiële intermediairs op een open, transparante en niet-discriminerende wijze. Controles op de afwezigheid van belangenconflicten bij financiële intermediairs worden vooraf uitgevoerd via een IT-systeem zoals Minerva voor alle betrokken financiële actoren. 

    6.Vereiste om financieringsovereenkomsten te ondertekenen: COFIDES ondertekent financieringsovereenkomsten met de financiële intermediairs overeenkomstig de essentiële vereisten die worden verstrekt als onderdeel van de bijbehorende documenten tot oprichting van de faciliteit. De belangrijkste vereisten van de financieringsovereenkomst omvatten alle vereisten in het kader waarvan de faciliteit opereert, met inbegrip van: 

    a.De verplichting van de financiële intermediair om zijn besluiten mutatis mutandis te nemen in overeenstemming met de hierboven vermelde vereisten inzake besluitvorming en beleggingsbeleid, met inbegrip van de naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan”.

    b.De beschrijving van het monitoring-, audit- en controlekader dat de financiële intermediair moet opzetten en dat mutatis mutandis onderworpen is aan alle hierboven vermelde monitoring-, audit- en controlevoorschriften. 

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    Investering 9 (C13.I9) — Het Fonds voor solvabiliteitssteun voor strategische ondernemingen (FASEE)

    Deze investering bestaat uit een fonds voor solvabiliteitssteun voor strategische ondernemingen om tijdelijke solvabiliteitssteun te verlenen aan levensvatbare en strategische ondernemingen in economisch strategische sectoren die door de COVID-19-pandemie zijn getroffen. Deze investering heeft alleen betrekking op concrete acties die voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels, de afwezigheid van belangenconflicten en dubbele financiering. Er wordt een controle achteraf door een onafhankelijke auditor uitgevoerd om na te gaan of aan deze vereisten is voldaan en of de gegevens zijn verzameld als bedoeld in artikel 22 van de RRF-verordening.

    Terugvloeiende middelen in verband met de verrichtingen van het fonds worden op soortgelijke wijze geherinvesteerd totdat zij worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2024 voltooid zijn.

    Investering 10 (C13.I10) — Het COVID-19-bedrijfsherkapitalisatiefonds (FONREC)

    Deze investering bestaat uit een COVID-19-bedrijfsherkapitalisatiefonds om tijdelijke solvabiliteitssteun te verlenen aan levensvatbare middelgrote ondernemingen (tussen 10 miljoen en 400 miljoen EUR aan omzet) die door de COVID-19-pandemie zijn getroffen. Deze investering heeft alleen betrekking op concrete acties die voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels, de afwezigheid van belangenconflicten en dubbele financiering. Er wordt een controle achteraf door een onafhankelijke auditor uitgevoerd om na te gaan of aan deze vereisten is voldaan en of de gegevens zijn verzameld als bedoeld in artikel 22 van de RRF-verordening.

    Terugvloeiende middelen in verband met de verrichtingen van het fonds worden op soortgelijke wijze geherinvesteerd totdat zij worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2025 voltooid zijn.

    Investering 11 (C13.I11) — Garantie instrument SGR-CERSA

    Deze investering is bedoeld als aanvulling op maatregel C13.I2. Het verbetert de toegang tot financiering voor kmo’s en midcapondernemingen door steun te verlenen in de vorm van financiële, commerciële en technische garanties door de versterking van Compañia Española de Reafianzamiento SME S.A. (CERSA). In het kader van deze actielijn verleent CERSA via zijn tegengarantiedekking langetermijnsteun aan de regionale onderlinge waarborgmaatschappijen (SGR’s), ter dekking van het risico dat zij dragen. CERSA bevordert het concurrentievermogen en de veerkracht van kmo’s en midcaps, onder meer door middel van drie nieuwe specifieke lijnen die toegang bieden tot langetermijnfinanciering en werkkapitaal voor acties in het kader van deze investering op het gebied van: digitalisering; duurzaamheid; groei en herstel (versterking van de veerkracht, voornamelijk voor kmo’s die getroffen zijn door de COVID-19-pandemie, die klaar zijn om aanzienlijke transformatie- en groeiplannen uit te voeren). De in het kader van CERSA en de SGR’s verstrekte garanties worden bevorderd door de digitale-innovatiehubs en in andere initiatieven om bedrijven te informeren over de beschikbare digitaliseringssteun.

    Op basis van de RRF-investering van 630 000 000 EUR beoogt CERSA in eerste instantie ten minste 2 100 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    Investering 12 (C13.I12) — ENISA Ondernemerschaps- en KMO-fonds

    Deze maatregel bestaat uit een overheidsinvesteringen in een faciliteit, Enisa voor ondernemerschap en het kmo-fonds, om particuliere investeringen te stimuleren en de toegang tot financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) te verbeteren om te investeren in levensvatbare en innovatieve projecten en projecten in verband met taaltechnologie, als onderdeel van de PERTE New Economy of the Language (NEL). De faciliteit functioneert door rechtstreeks participatieve leningen te verstrekken aan de particuliere sector en aan entiteiten uit de publieke sector die zich bezighouden met soortgelijke activiteiten. Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit beoogt de faciliteit in eerste instantie ten minste 303 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

    De faciliteit wordt beheerd door het staatsbedrijf voor innovatie (Empresa Nacional de Innovación, SA — Enisa) als uitvoerende partner.

    Met het oog op de uitvoering van de investering in de faciliteit ondertekenen Spanje en Enisa een uitvoeringsovereenkomst met de volgende inhoud:

    1.Beschrijving van het besluitvormingsproces van de faciliteit: Het initiële investeringsbesluit van de faciliteit wordt genomen door een investeringscomité en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de Spaanse regering. In het geval van Enisa wordt het investeringscomité geïntegreerd door personeelsleden van Enisa (die onafhankelijk zijn van de overheid). Het definitieve investeringsbesluit van de faciliteit is beperkt tot de goedkeuring (zonder wijzigingen) of de uitoefening van een vetorecht op een investeringsbesluit dat wordt voorgesteld door het investeringscomité of een gelijkwaardig bestuursorgaan. 

    2.Essentiële vereisten van het bijbehorende beleggingsbeleid, waaronder:

    1.De beschrijving van het financiële product en de in aanmerking komende eindbegunstigden in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel.

    2.De eis dat alle gesteunde investeringen economisch levensvatbaar moeten zijn.

    3.Een verbod op herfinanciering van uitstaande leningen.

    4.De eis om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), met name:

    I.het investeringsbeleid sluit de volgende lijst van activiteiten en activa uit van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 135 , ii) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 136 , iii) activiteiten en activa in verband met afvalstortplaatsen, verbrandingsinstallaties en installaties voor mechanische biologische behandeling.

    II.het investeringsbeleid vereist naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de faciliteit.

    5.Het vereiste dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    3.Het bedrag dat onder de uitvoeringsovereenkomst valt, de vergoedingenstructuur voor de uitvoerende partner en de verplichting om terugvloeiende middelen te herinvesteren overeenkomstig het investeringsbeleid van de faciliteit, tenzij deze worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    4.Monitoring-, audit- en controlevereisten, met inbegrip van:

    1.De beschrijving van het monitoringsysteem van de uitvoerende partner om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investeringen.

    2.De beschrijving van de procedures van de uitvoerende partner om fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

    3.De verplichting om de subsidiabiliteit van elke concrete actie overeenkomstig de in de uitvoeringsovereenkomst vastgestelde vereisten te verifiëren alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

    4.De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren in overeenstemming met een auditplan van Enisa. Bij deze audits wordt nagegaan i) of de controlesystemen doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; II) naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels en de vereisten inzake digitale streefcijfers; en iii) dat de verplichting voor de intermediair om na te gaan of de eindbegunstigde een verantwoordelijke verklaring indient om te controleren of dezelfde kosten door een ander instrument van de Unie worden gedekt, wordt nageleefd. Bij de controles wordt ook nagegaan of de transacties wettig zijn en of de voorwaarden van de toepasselijke uitvoeringsovereenkomst en financieringsovereenkomsten in acht worden genomen.

    5.Vereisten voor digitale investeringen door de uitvoerende partner: ten minste 20 000 000 EUR van de RRF-investering in de faciliteit draagt bij aan de digitale doelstellingen overeenkomstig bijlage VII bij de RRF-verordening.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    Investering 13 (C13.I13) — Regionaal Fonds voor veerkracht (FRA)

    Deze maatregel bestaat uit overheidsinvesteringen in het InvestEU-lidstaatcompartiment en in een faciliteit, het regionaal weerbaarheidsfonds, om particuliere investeringen te stimuleren en de toegang tot financiering in Spaanse autonome gemeenschappen te verbeteren op de volgende prioritaire gebieden: sociale en betaalbare huisvesting en stadsvernieuwing; duurzaam vervoer, concurrentievermogen van de industrie en het MKB; onderzoek, ontwikkeling en innovatie; duurzaam toerisme; zorgeconomie; water- en afvalbeheer; en energietransitie; en om de kapitaalmarkten op deze gebieden te ontwikkelen.

    De faciliteit functioneert door rechtstreeks of via tussenpersonen financiering te verstrekken aan de particuliere sector, entiteiten uit de publieke sector die zich bezighouden met soortgelijke activiteiten, en publieke entiteiten zoals regionale en lokale overheden. Op basis van de investeringen in de herstel- en veerkrachtfaciliteit beoogt de faciliteit ten minste 19 500 000 000 EUR aan financiering te verstrekken. Nog eens 500 000 000 EUR wordt bijgedragen aan het InvestEU-lidstaatcompartiment.

    De faciliteit wordt beheerd door de EIB-groep als uitvoerende partner. De faciliteit omvat de volgende productlijnen:

    ·Directe openbare lijn (3 500 000 000 EUR): Rechtstreekse medefinanciering van leningen ter financiering van projecten van overheidsinstanties zoals regionale en lokale overheden.

    ·Andere lijnen (16 000 000 000 EUR): Lijnen die gericht zijn op particuliere of publieke entiteiten in soortgelijke activiteiten, met name:

    oDirecte medefinanciering ter financiering van projecten door middel van leningen, de verwerving van activa of deelname aan projectfinanciering.

    oFinanciering via intermediairs aan kmo’s, midcaps en particulieren, onder meer via aandelenbeleggingen, quasi-aandelenkapitaal, garanties en door activa gedekte securitisatie op bestaande leningportefeuilles, senior particulier krediet en de aankoop van groene obligaties die zijn uitgegeven door financiële entiteiten die een nieuwe in aanmerking komende leningenportefeuille genereren.

    Met het oog op de uitvoering van de investering in de faciliteit ondertekenen Spanje en de EIB-groep een uitvoeringsovereenkomst met de volgende inhoud:

    1.Het initiële investeringsbesluit van de faciliteit wordt door de EIB-groep onafhankelijk van de Spaanse regering genomen. Het definitieve investeringsbesluit van de faciliteit is beperkt tot de goedkeuring (zonder wijzigingen) of de uitoefening van een vetorecht op een investeringsbesluit dat wordt voorgesteld door het investeringscomité of een gelijkwaardig bestuursorgaan. Voor investeringen via intermediairs wordt het definitieve investeringsbesluit door de intermediairs genomen.

    2.Essentiële vereisten van het bijbehorende beleggingsbeleid, waaronder:

    a.De beschrijving van de financiële producten en de in aanmerking komende eindbegunstigden in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel.

    b.De eis dat alle gesteunde investeringen economisch levensvatbaar moeten zijn.

    c.Een verbod op herfinanciering van uitstaande leningen. 

    d.De eis om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), met name:

    I.In het geval van leningen, projectobligaties of gelijkwaardige instrumenten: het investeringsbeleid sluit de volgende lijst van activiteiten en activa uit van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 137 , ii) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 138 , iii) activiteiten en activa in verband met afvalstortplaatsen, verbrandingsinstallaties 139 en installaties voor mechanische biologische behandeling 140 . 

    II.In het geval van eigen vermogen, quasi-eigen vermogen, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten: het beleggingsbeleid verplicht ondernemingen om plannen voor een groene transitie vast te stellen overeenkomstig de definitie in artikel 19 bis, lid 2, onder a), iii), 141 van Richtlijn 2013/34/EU indien meer dan 50 % van hun directe inkomsten tijdens het voorgaande boekjaar afkomstig is van de volgende lijst van activiteiten en activa: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 142 , ii) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 143 , iii) activiteiten en activa in verband met afvalstortplaatsen, verbrandingsinstallaties 144 en installaties voor mechanische biologische behandeling 145 .

    III.Voorts vereist het investeringsbeleid de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de faciliteit.

    e.Het vereiste dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    3.Het bedrag dat onder de uitvoeringsovereenkomst valt, de vergoedingenstructuur voor de uitvoerende partner en de verplichting om terugvloeiende middelen te herinvesteren overeenkomstig het investeringsbeleid van de faciliteit, tenzij deze worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    4.Monitoring-, audit- en controlevereisten, met inbegrip van:

    a.De verplichting om de subsidiabiliteit van elke concrete actie te verifiëren overeenkomstig de vereisten van de verordeningen tot oprichting van de faciliteit alvorens zich ertoe te verbinden een operatie te financieren.

    b.De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren in overeenstemming met een controleplan van de EIB-groep. Bij deze audits wordt nagegaan i) of de controlesystemen doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; II) naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels, de vereisten inzake klimaat en digitale streefcijfers; en iii) dat de verplichting voor de intermediair om na te gaan of de eindbegunstigde een verantwoordelijke verklaring indient om te controleren of dezelfde kosten door een ander instrument van de Unie worden gedekt, wordt nageleefd. Bij de controles wordt ook nagegaan of de transacties wettig zijn en of de voorwaarden van de toepasselijke uitvoeringsovereenkomst en financieringsovereenkomsten in acht worden genomen.

    c.De verplichting van de EIB-groep om aan de algemeen controleur van de centrale overheid (IGAE) een jaarlijks controleverslag te verstrekken dat door haar externe accountants is opgesteld.

    5.Vereisten voor klimaatinvesteringen die door de uitvoerende partner worden uitgevoerd: ten minste 9 750 000 000 EUR van de RRF-investering in de faciliteit draagt bij aan de doelstellingen inzake klimaatverandering overeenkomstig bijlage VI bij de RRF-verordening. 146

    6.Vereisten voor de selectie van financiële intermediairs: De EIB-groep selecteert financiële intermediairs op een open, transparante en niet-discriminerende wijze. Controles op de afwezigheid van belangenconflicten bij financiële intermediairs worden vooraf uitgevoerd voor alle betrokken financiële actoren. 

    7.Vereiste om financieringsovereenkomsten te ondertekenen: De EIB-groep ondertekent financieringsovereenkomsten met de financiële intermediairs overeenkomstig de essentiële vereisten die als bijlage bij de uitvoeringsovereenkomst worden verstrekt. De belangrijkste vereisten van de financieringsovereenkomst omvatten alle vereisten in het kader waarvan de faciliteit opereert, met inbegrip van: 

    a.De verplichting van de financiële intermediair om zijn besluiten mutatis mutandis te nemen in overeenstemming met de hierboven vermelde vereisten inzake besluitvorming en beleggingsbeleid, met inbegrip van de naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan”.

    b.De beschrijving van het monitoring-, audit- en controlekader dat de financiële intermediair moet opzetten en dat mutatis mutandis onderworpen is aan alle hierboven vermelde monitoring-, audit- en controlevoorschriften. 

    De bijdrage aan het InvestEU-lidstaatcompartiment (500 000 000 EUR) wordt gebruikt voor financiering aan kmo’s, midcaps en particulieren, onder meer door middel van obligaties, leningen, leasing, achtergestelde schuld, factoring, bankgaranties of handelsfinanciering.

    Een garantieovereenkomst tussen de Commissie en de uitvoerende partner, geselecteerd overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) 2021/523 van het Europees Parlement en de Raad van 24 maart 2021 tot vaststelling van het InvestEU-programma en tot wijziging van Verordening (EU) 2015/1017, treedt in werking. Spanje heeft het EIF voorgesteld als uitvoerende partner voor de uitvoering van deze maatregel.

    Spanje ondertekent met de Europese Commissie een bijdrageovereenkomst die het volgende omvat:

    -De voorgestelde uitvoerende partner.

    -Het vereiste van naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01). Indien nodig sluit de garantieovereenkomst de volgende activiteiten en activa uit van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 147 ; II) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 148 ; III) activiteiten en activa in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 149 en installaties voor mechanische biologische behandeling 150 .

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    M.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor monitoring en uitvoering van steun via leningen

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie.

    Aantal 

     

    De maatregel 

     

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer 

     

    Naam 

     

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen 

     

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel 

    Tijd 

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling 

     

    Eenheid 

    Basislijn 

    Doelstelling 

    Q 

    Jaar 

    L25

    C13.I6

    Uitvoeringsovereenkomst met ICO voor de groene lijn van het ICO

    Inwerkingtreding van de uitvoeringsovereenkomst 

     

     

     

    KWARTAAL 4 

    2023 

    Inwerkingtreding van de uitvoeringsovereenkomst.

    L25A

    C13.I6

    T

    ICO Green Line — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (I)

    %

    0 %

    15 %

    KWARTAAL 4

    2024

    ICO/as en door het ICO geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van eigenvermogensfondsen) voor een bedrag dat nodig is om ten minste 15 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 2,5 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 50 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de uitvoerende partner). Het ICO stelt een verslag op waarin het aandeel van deze financiering dat bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen wordt beschreven aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening.

    L26

    C13.I6

    T

    ICO Green Line — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (II)

    %

    15 %

    50 %

    KWARTAAL 2

    2025

    ICO/as en door het ICO geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van eigenvermogensfondsen) voor een bedrag dat nodig is om ten minste 50 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 2,5 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 50 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de uitvoerende partner). Het ICO stelt een verslag op waarin het aandeel van deze financiering dat bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen wordt beschreven aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening.

    L27

    C13.I6

    T

    ICO Green Line — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (III)

    %

    50 %

    75 %

    KWARTAAL 4

    2025

    ICO/as en door het ICO geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van eigenvermogensfondsen) voor een bedrag dat nodig is om ten minste 75 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 7,5 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 50 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de uitvoerende partner). Het ICO stelt een verslag op waarin het aandeel van deze financiering dat bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen wordt beschreven aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening.

    L28

    C13.I6

    T

    ICO Green Line — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (IV)

    %

    75 %

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    ICO/as en door het ICO geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van eigenvermogensfondsen) voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 10 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 50 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de uitvoerende partner). Ten minste 80,9 % van deze financiering draagt bij aan klimaatdoelstellingen volgens de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening.

    L29

    C13.I6

    T

    ICO Groene Lijn — ministerie heeft de investering voltooid

    Certificaat van overdracht

     

    KWARTAAL 3

    2026

    Spanje draagt 22 000 000 000 EUR over naar het ICO voor de faciliteit.

    L30

    C13.I6

    M

    Uitvoeringsovereenkomst voor ICO-ondernemingen en ondernemers

    Inwerkingtreding van de uitvoeringsovereenkomst 

    KWARTAAL 4

    2023

    Inwerkingtreding van de uitvoeringsovereenkomst.

    L31

    C13.I6

    T

    ICO Ondernemingen en ondernemers — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (I)

     

    %

    0 %

    50 %

    KWARTAAL 2

    2025

    ICO/as en door het ICO geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van eigenvermogensfondsen) voor een bedrag dat nodig is om ten minste 50 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 2,5 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 50 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de uitvoerende partner).

    L32

    C13.I6

    T

    ICO Ondernemingen en ondernemers — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (II)

    %

    50 %

    75 %

    KWARTAAL 4

    2025

    ICO/as en door het ICO geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van eigenvermogensfondsen) voor een bedrag dat nodig is om ten minste 75 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 7,5 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 50 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de uitvoerende partner).

    L33

    C13.I6

    T

    ICO Ondernemingen en ondernemers — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (III)

     

    %

    75 %

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    ICO/as en door het ICO geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van eigenvermogensfondsen) voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 10 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 50 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de uitvoerende partner). Ten minste 1,84 % van deze financiering draagt bij aan digitale doelstellingen aan de hand van de methode in bijlage VII bij de RRF-verordening.

    L34

    C13.I6

    M

    ICO Enterprises and entrepreneurs Line — ministerie heeft de investering voltooid.

    Certificaat van overdracht

    KWARTAAL 3

    2026

    Spanje draagt 8 150 000 000 EUR over naar het ICO voor de faciliteit.

    L35

    C13.I7

    M

    Nieuw Tech-fonds — Uitvoeringsovereenkomst met as

    Ondertekening van de gewijzigde uitvoeringsovereenkomst

    KWARTAAL 4

    2023

    Inwerkingtreding van de uitvoeringsovereenkomst

    L36

    C13.I7

    T

    Volgende technologie — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden en aandelenfondsen (I)

    %

    0 %

    50 %

    KWARTAAL 2

    2025

    De as en de door de as geselecteerde intermediairs hebben een juridische financieringsovereenkomst gesloten met eindbegunstigden en aandelenfondsen voor een bedrag dat nodig is om ten minste 50 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). De as stelt een verslag op waarin het aandeel van deze financiering dat bijdraagt aan de digitale doelstellingen wordt beschreven aan de hand van de methode in bijlage VII bij de RRF-verordening.

    L37

    C13.I7

    T

    Volgende technologie — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden en aandelenfondsen (II)

    %

    50 %

    75 %

    KWARTAAL 4

    2025

    De as en de door de as geselecteerde intermediairs hebben een juridische financieringsovereenkomst gesloten met eindbegunstigden en aandelenfondsen voor een bedrag dat nodig is om ten minste 75 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). De as stelt een verslag op waarin het aandeel van deze financiering dat bijdraagt aan de digitale doelstellingen wordt beschreven aan de hand van de methode in bijlage VII bij de RRF-verordening.

    L38

    C13.I7

    T

    Volgende technologie — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden en aandelenfondsen (II)

    %

    75 %

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    De as en de door de as geselecteerde intermediairs hebben een juridische financieringsovereenkomst gesloten met eindbegunstigden en aandelenfondsen voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). 100 % van deze financiering draagt bij aan digitale doelstellingen volgens de methode in bijlage VII bij de RRF-verordening.

    L39

    C13.I7

    M

    Next Tech — het ministerie heeft de investeringen voltooid.

    Certificaat van overdracht

    KWARTAAL 3

    2026

    Spanje draagt 4 000 000 000 EUR over naar het ICO voor de faciliteit.

    L40

    C13.I8

    M

    Foco — verordeningen tot oprichting van het fonds

    Inwerkingtreding van de verordeningen tot oprichting van de faciliteit

    KWARTAAL 1

    2024

    Inwerkingtreding van de verordening en alle bijbehorende documenten tot oprichting van de faciliteit.

    L41

    C13.I8

    T

    Foco — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (I)

    %

    0

    50 %

    KWARTAAL 2

    2025

    De faciliteit en de door COFIDES geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van eigenvermogensfondsen) voor een bedrag dat nodig is om ten minste 50 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 20 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 20 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de faciliteit).

    L42

    C13.I8

    T

    Foco — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (II)

    %

    50 %

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    De faciliteit en de door COFIDES geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van eigenvermogensfondsen) voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 20 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 20 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de faciliteit).

    L43

    C13.I8

    T

    Foco — het ministerie heeft de investering voltooid.

    Certificaat van overdracht

    KWARTAAL 3

    2026

    Spanje draagt 2 000 000 000 EUR over naar de faciliteit.

    L44

    C13.I9

    T

    Fonds voor solvabiliteitssteun voor strategische ondernemingen

    Miljoen EUR

    0

    563

    KWARTAAL 2

    2024

    Ten minste 563 300 000 EUR van de in het kader van het FASEE in aanmerking komende verrichtingen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit is uitbetaald aan de eindbegunstigden. Een controle achteraf door een onafhankelijke auditor moet ten minste de naleving bevestigen van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels, de afwezigheid van fraude, corruptie, belangenconflicten en dubbele financiering, alsook de verzameling van gegevens als bedoeld in artikel 22 van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Bij de controle achteraf wordt nagegaan of alleen steun is verleend aan ondernemingen die op het moment van toekenning van de steun levensvatbaar en strategisch waren voor het nationale of regionale productieapparaat.

    L45

    C13.I10

    T

    FONREC

    Miljoen EUR

    0

    457,01

    KWARTAAL 2

    2025

    Ten minste 457 010 000 EUR van de in het kader van de FONREC in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht in aanmerking komende concrete acties is uitbetaald aan de eindbegunstigden. Een controle achteraf door een onafhankelijke auditor moet ten minste de naleving bevestigen van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels, de afwezigheid van fraude, corruptie, belangenconflicten en dubbele financiering, alsook de verzameling van gegevens als bedoeld in artikel 22 van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Bij de controle achteraf wordt nagegaan of alleen steun is verleend aan ondernemingen die op grond van het rechtskader van het instrument in aanmerking komen.

    L46

    C13.I11

    T

    CERSA

    Miljoen EUR

    0

    2 100

    KWARTAAL 3

    2026

    CERSA-garantie: Ten minste een bedrag van 2 100 000 000 EUR aan garanties die vanaf 1 juli 2023 door CERSA zijn verleend, zodat kmo’s en midcaps garanties kunnen verkrijgen voor langetermijninvesteringen en werkkapitaal, en financiële, commerciële en technische garanties. De selectiecriteria waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) van ondersteunde transacties in het kader van deze maatregel door gebruik te maken van een uitsluitingslijst, en de eis van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    L47

    C13.I12

    M

    Enisa — Ondernemerschaps- en KMO-fonds — Uitvoeringsovereenkomst

    Inwerkingtreding van de uitvoeringsovereenkomst

    KWARTAAL 2

    2024

    Inwerkingtreding van de uitvoeringsovereenkomst.

    L48

    C13.I12

    T

    Enisa Ondernemerschaps- en KMO-fonds — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden

    0

    50 %

    KWARTAAL 2

    2025

    Enisa heeft juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden voor een bedrag dat nodig is om ten minste 50 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen).

    L49

    C13.I12

    T

    Enisa Ondernemerschaps- en KMO-fonds — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden

    50 %

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    Enisa heeft juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 6,6 % van deze financiering draagt bij aan digitale doelstellingen aan de hand van de methode in bijlage VII bij de RRF-verordening.

    L50

    C13.I12

    M

    Enisa Ondernemerschaps- en KMO-fonds — het ministerie heeft de investeringen voltooid.

    Certificaat van overdracht

    KWARTAAL 3

    2026

    Spanje draagt 303 000 000 EUR over aan Enisa voor de faciliteit.

    L51

    C13.I13

    M

    Regionaal fonds voor veerkracht — InvestEU: Ondertekening van de bijdrageovereenkomst tussen de regering van Spanje en de Europese Commissie

    Ondertekening van de bijdrageovereenkomst

    KWARTAAL 4

    2024

    Ondertekening van de bijdrageovereenkomst tussen de regering van Spanje en de Europese Commissie voor een bedrag van 500 000 000 EUR.

    L52

    C13.I13

    T

    Regionaal fonds voor veerkracht — InvestEU: Financierings- of investeringsverrichtingen ten belope van ten minste 500 miljoen EUR die zijn toegewezen aan het door het InvestEU-investeringscomité goedgekeurde instrument.

    0

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    Financierings- of investeringsverrichtingen ten belope van 100 % van het totale bedrag aan RRF-middelen dat aan het instrument is toegewezen, zijn goedgekeurd door het InvestEU-investeringscomité.

    L53

    C13.I13

    M

    Fonds voor regionale veerkracht: Uitwerkingsovereenkomst

    Inwerkingtreding van de uitvoeringsovereenkomst

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Inwerkingtreding van de uitvoeringsovereenkomst

    L54

    C13.I13

    T

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Andere lijnen: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (met inbegrip van aandelenfondsen) (I)

    0

    15 %

    KWARTAAL 4

    2024

    De EIB-groep en de door de EIB-groep geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) voor een bedrag dat nodig is om ten minste 15 % van de RRF-investeringen in de andere lijnen te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 2,5 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 60 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de faciliteit). De EIB-groep stelt aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening een verslag op met een gedetailleerde beschrijving van het percentage van deze financiering dat bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen.

    L55

    C13.I13

    T

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Andere lijnen: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (met inbegrip van aandelenfondsen) (II)

    15 %

    50 %

    KWARTAAL 2

    2025

    De EIB-groep en de door de EIB-groep geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) voor een bedrag dat nodig is om ten minste 50 % van de RRF-investeringen in de andere lijnen te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 2,5 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 60 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de faciliteit). De EIB-groep stelt aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening een verslag op met een gedetailleerde beschrijving van het percentage van deze financiering dat bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen.

    L56

    C13.I13

    T

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Andere lijnen: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (met inbegrip van eigenvermogensfondsen) (III)

    50 %

    75 %

    KWARTAAL 4

    2025

    De EIB-groep en de door de EIB-groep geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) voor een bedrag dat nodig is om ten minste 75 % van de RRF-investeringen in de andere lijnen te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 2,5 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 60 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de faciliteit). De EIB-groep stelt aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening een verslag op met een gedetailleerde beschrijving van het percentage van deze financiering dat bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen.

    L57

    C13.I13

    T

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Andere lijnen: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (met inbegrip van aandelenfondsen) (IV)

    75 %

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    De EIB-groep en de door de EIB-groep geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen in de andere lijnen te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 2,5 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 60 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de faciliteit). De EIB-groep stelt aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening een verslag op met een gedetailleerde beschrijving van het percentage van deze financiering dat bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen.

    L58

    C13.I13

    T

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Direct Public Line: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (I)

    0

    50 %

    KWARTAAL 4

    2024

    De EIB-groep en de door de EIB-groep geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden voor een bedrag dat nodig is om ten minste 50 % van de RRF-investeringen in de directe openbare lijn te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). De EIB-groep stelt aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening een verslag op met een gedetailleerde beschrijving van het percentage van deze financiering dat bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen.

    L59

    C13.I13

    T

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Direct Public Line: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (II)

    50 %

    100 %

    KWARTAAL 2

    2025

    De EIB-groep en de door de EIB-groep geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen in de directe openbare lijn te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). De EIB-groepstelt aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening een verslag op met een gedetailleerde beschrijving van het percentage van deze financiering dat bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen.

    L60

    C13.I13

    M

    Regionaal fonds voor veerkracht — klimaatbijdrage

    KWARTAAL 3

    2026

    Ten minste 50 % van de financiering van de rechtstreekse openbare lijn en andere lijnen draagt bij tot de klimaatdoelstellingen volgens de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening.

    L61

    C13.I13

    M

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Direct Public Line: Voltooiing van projecten door overheidsinstanties

    KWARTAAL 3

    2026

    Voltooiing van projecten door overheidsinstanties die goed zijn voor ten minste 3 150 000 000 EUR (inclusief beheerskosten) in de directe openbare lijn.

    L62

    C13.I13

    M

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Het ministerie van Economische Zaken en Digitale Transitie heeft de investering voltooid

    Certificaat van uitbetaling aan het Fonds

    KWARTAAL 3

    2026

    Spanje draagt voor de faciliteit 19 500 000 000 EUR over aan de EIB-groep.

           

    N. COMPONENT 14: Toerisme

    In het onderdeel van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan worden de volgende uitdagingen aangepakt:

    -De Spaanse toeristische sector wordt als gevolg van de crisis als gevolg van de COVID-19-pandemie geconfronteerd met een zeer delicate situatie en er zijn dringend maatregelen nodig om de duurzaamheid en het concurrentievermogen ervan te vergroten.

    -De Canarische Eilanden en de Balearen, die de motor zijn van de Spaanse toeristische sector, hebben speciale maatregelen nodig om de externe effecten en hun grote afhankelijkheid van vakantieactiviteiten te beperken.

    -Spanje staat op het gebied van informatie- en communicatietechnologie op de 27e plaats, volgens het verslag over het concurrentievermogen op het gebied van toerisme van het World Economic Forum. Bovendien zijn de publieke en particuliere investeringen in O & O relatief laag. Daarnaast wordt in veel verslagen erop gewezen dat de reissector het grootste potentieel heeft om te profiteren van kunstmatige intelligentie (128 % toename van de toegevoegde waarde van activiteiten via AI-toepassingen).

    Het doel van deze component is de toeristische sector in Spanje te transformeren en te moderniseren door het concurrentievermogen en de veerkracht ervan te vergroten.

    De component heeft betrekking op de landspecifieke aanbevelingen inzake het bevorderen van investeringen in innovatie en energie-efficiëntie en het verbeteren van de doeltreffendheid van beleid ter ondersteuning van onderzoek en innovatie (landspecifieke aanbeveling 3 2019), het ondersteunen van de economie (landspecifieke aanbeveling 1 2020), het ondersteunen van de werkgelegenheid door middel van maatregelen voor het behoud van banen en de ontwikkeling van vaardigheden en het verbeteren van de toegang tot digitaal leren (landspecifieke aanbeveling 2 2020), het bevorderen van publieke en particuliere investeringen en het bevorderen van de groene en de digitale transitie (landspecifieke aanbeveling 3 2020) en het verbeteren van de coördinatie tussen de verschillende bestuursniveaus (landspecifieke aanbeveling 4 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    N.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C14.R1) — Koninklijk Besluit tot uitvoering van het financieel fonds van de staat voor het concurrentievermogen van het toerisme (FOCIT)

    De hervorming heeft tot doel het concurrentievermogen van de toeristische sector te verbeteren door innovatie te bevorderen en energie-efficiëntie en de circulaire economie te ondersteunen.

    De hervorming wijzigt de bestaande rechtshandelingen betreffende de doelstellingen, de aard, de activiteiten en de subsidiabele projecten van het Overheidsfonds voor het concurrentievermogen van het toerisme.

    De gewijzigde rechtshandeling maakt het mogelijk dat het financieel fonds van de staat voor het concurrentievermogen van toerisme toeristische bedrijven financiert om de energie-efficiëntie te verbeteren, het verbruik van hulpbronnen en de afvalproductie te verminderen en het hergebruik en de recycling van afval te bevorderen. Op het gebied van energie-efficiëntie en de circulaire economie financiert het fonds innovatieprojecten.

    Het financieringsinstrument kan gebruikmaken van blendingregelingen waarbij leningen worden gecombineerd met andere soorten steun. Het instrument wordt gefinancierd uit de nationale begroting.

    De hervorming omvat ook de volgende specifieke maatregelen:

    ·een plan ter bevordering van de toeristische sector, waarin maatregelen ter bevordering van de toeristische sector worden beschreven en het kader voor de uitvoering van maatregelen op het gebied van toerisme wordt vastgesteld.

    ·de lancering van een website met gegevens uit verschillende bronnen van toerismestatistieken, waaronder openbare en particuliere organisaties zoals INE, Turespaña, de Bank van Spanje, AENA en RENFE.

    De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2021 voltooid.

    Investering 1 (C14.I1) — Omvorming van het toerismemodel naar duurzaamheid

    De investering heeft tot doel de ecologische, sociaal-economische en territoriale duurzaamheid van het toerisme te versterken en is gericht op toeristische bestemmingen, sociale partners en particuliere marktdeelnemers in de sector.

    De investering bestaat uit vier submaatregelen:

    1.Voorbereiding van de strategie voor duurzaam toerisme Spanje 2030, die een nationale toerismeagenda vormt om de uitdagingen van de sector op middellange en lange termijn het hoofd te bieden en de drie pijlers van duurzaamheid te stimuleren: sociaal-economisch, ecologisch en territoriaal;

    2.Duurzaamheidsplannen voor toerisme bij bestemmingen: Deze submaatregelen worden uitgevoerd in de volgende volgorde:

    a.Voorbereiding van de duurzaamheidsstrategie voor toerisme bij bestemming, die de basis zal vormen voor het structureren, plannen, ontwikkelen en evalueren van de acties van de toeristische administratie om bestemmingen te transformeren, overeenkomstig duurzame criteria en in overeenstemming met de SDG’s van de Agenda 2030.

    b.Voorbereiding van het Duurzaamheidsplan Bestemming Toerisme. In dit programma worden de voorwaarden voor de deelname van de autonome gemeenschappen en de lokale overheden, het toepassingsgebied, de minimuminvesteringsdrempels, de procedure voor het indienen van voorstellen en de regels voor de goedkeuring, uitvoering en motivering van de voorstellen vastgesteld.

    c.Voorbereiding en uitvoering van de territoriale plannen voor de duurzaamheid van toerisme in bestemmingen. Deze worden ontwikkeld door middel van een participatief en samenwerkingsproces tussen de drie bevoegde overheidsdiensten en de verschillende publieke en private actoren van het toeristische ecosysteem van de bestemming. Zij stellen elk gebied en elke bestemming in staat om bij de uitoefening van hun bevoegdheden op het gebied van toeristische planning en in het kader van de door de Spaanse regering goedgekeurde duurzaamheidsstrategie voor toeristische bestemmingen het hoofd te bieden aan de uitdagingen op het gebied van duurzaamheid van het toerisme. Deze plannen bestaan uit acties op het gebied van:

    I.Groene transitie, met inbegrip van acties in het kader van deze investering met betrekking tot milieuherstel, het beheer van het openbaar gebruik in beschermde natuurgebieden, de uitvoering van certificeringssystemen voor toerisme, de uitvoering van maatregelen voor de circulaire economie in openbare diensten en de aanleg van cyclable/walkable plattelandpaden.

    II.Energie-efficiëntie, met inbegrip van acties in het kader van deze investering om de CO2-emissies in gebouwen, openbare infrastructuur en diensten te verminderen, de klimaatverandering te beperken, milieutechnologieën toe te passen, duurzame mobiliteit koolstofvrij te maken en te bevorderen of het stedelijke milieu te verbeteren.

    III.Digitale transformatie, met inbegrip van acties in het kader van deze investering om diensten aan toeristen op bestemmingen te digitaliseren, de digitale voetafdruk van de bestemming te ontwikkelen, of marktinformatie en beheer van de vraag naar toerisme.

    IV.Transformatie van het concurrentievermogen, met inbegrip van acties in het kader van deze investering die erop gericht zijn de toegankelijkheid via de bestemming te vergroten, de lokale openbare toeristische infrastructuur te verbeteren of het scheppen van banen te bevorderen door de ontwikkeling van nieuwe toeristische producten zoals culturele, natuur-, gastronomische of traditionele ambachtelijke ambachtelijke activiteiten.

    3.Een sociaal duurzaamheidsplan voor de toeristische sector.

    4.Transformatie van het bestaande Spaanse kwaliteitssysteem voor toerisme voor toeristische bestemmingen (SICTED) tot een alomvattend duurzaamheidssysteem voor toerisme voor toeristische bestemmingen. Dit omvat de ontwikkeling van nieuwe processen en richtsnoeren, de modernisering van het bestaande IT-platform, de opleiding van nieuwe actoren op het gebied van duurzaamheid in het toerisme en de ontwikkeling van een mechanisme voor gegevensaggregatie voor het analyseren en monitoren van de markt voor toeristische huisvesting in heel Spanje.

    De acties in het kader van deze investering vinden plaats tussen 1 januari 2021 en 30 juni 2026, met uitbetalingen aan lokale overheden in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023 en met uitvoering tot 2026. Projecten ter bevordering van de duurzaamheid van toeristische bestemmingen in het kader van deze investering moeten uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 151 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 152 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 153 en installaties voor mechanische biologische behandeling 154 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. De selectiecriteria zorgen er bovendien voor dat alleen activiteiten die aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving voldoen, kunnen worden ondersteund. De selectiecriteria zorgen ervoor dat ten minste 359 miljoen EUR bijdraagt aan de doelstellingen inzake klimaatverandering met een klimaatcoëfficiënt van 100 % en ten minste 519 miljoen EUR met een klimaatcoëfficiënt van 40 %, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht. Als alternatief zorgen de selectiecriteria ervoor dat ten minste 1 788.6 miljoen EUR bijdraagt aan klimaatveranderingsdoelstellingen met een gemiddelde klimaatcoëfficiënt van ten minste 31,7 % overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad. Dit gemiddelde bijdragepercentage kan worden bereikt door gebruik te maken van het volledige scala van steunverleningsgebieden dat is vastgesteld in bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 2 (C14.I2) — Digitaliserings- en inlichtingenprogramma voor bestemmingen en de toeristische sector

    Het doel van de acties in het kader van deze investering is de ontwikkeling van een slim bestemmingsplatform dat interoperabele openbare en particuliere diensten beschikbaar stelt voor toeristen. Dit zal worden aangevuld met de ontwikkeling van een toeristisch inlichtingensysteem en een reeks initiatieven om het Spaanse netwerk van slimme bestemmingen te stimuleren. De acties in het kader van deze investering ondersteunen ook digitale oplossingen op basis van artificiële intelligentie en andere ontsluitende technologieën in ondernemingen in de toeristische sector en voorzien in financiering voor de ontwikkeling van industriële dataruimten en de bevordering van digitale innovatie in de toeristische sector.

    De acties in het kader van deze investering vinden plaats via aanbestedingen en directe investeringen. Ten minste 1000 ondernemingen of clusters hebben financiering ontvangen uit de investeringsprojecten met betrekking tot artificiële intelligentie en andere ontsluitende technologieën en uiterlijk op 30 juni 2025 wordt een platform voor slimme bestemming gelanceerd.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2025 zijn voltooid.

    Investering 3 (C14.I3) — Strategieën voor de veerkracht van toerisme voor gebieden buiten het schiereiland

    De investering is gericht op de Balearen, de Canarische Eilanden, Ceuta en Melilla om de specifieke uitdagingen aan te pakken waarmee de toeristische sector in deze gebieden wordt geconfronteerd. De maatregelen verbeteren het concurrentievermogen en het vermogen van deze gebieden om zich aan te passen aan veranderingen op de internationale markten en bestaan uit:

    -openbare infrastructuur, met bijzondere aandacht voor het verbeteren van openbare ruimten ter bevordering van toerisme, milieubeheer en afvalverwerking, en op de herkwalificatie van verouderde toeristische infrastructuur;

    -versterking van de openbare diensten in gebieden met bijzondere toeristische invloed: administratieve, veiligheids- en gezondheidsdiensten;

    -opleiding, met bijzondere aandacht voor jongerenopleidingen in verband met de toeristische sector;

    -ontwikkeling van alternatieve toeristische producten en modernisering van het toeristische aanbod;

    -stimulansen om de connectiviteit met de gebieden te vergemakkelijken en voor toeristische bedrijven om buiten het hoogseizoen actief te zijn;

    -bevordering van de nationale en internationale extrapeninsulaire gebieden als toeristische bestemmingen van historisch cultureel belang; en het

    -voor seizoensinvloeden gecorrigeerde strategische promoties, met bijzondere nadruk op online marketingstrategieën, taaltoegankelijkheid, proactieve capaciteit op het gebied van multimedia-instrumenten en institutioneel relatiebeheer (CRM).

    In juni 400 zouden ten minste 2025 economische en sociale actoren hebben geprofiteerd van de investeringen in de extrapeninsulaire regio’s.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2025 zijn voltooid.

    Investering 4 (C14.I4) — Speciale acties op het gebied van concurrentievermogen

    De investering omvat een reeks maatregelen om het concurrentievermogen van de toeristische sector te verbeteren. Specifieke acties die in het kader van deze investering worden ondersteund, omvatten:

    -de ontwikkeling van toeristische producten in overeenstemming met de strategie voor de ontwikkeling van duurzame toeristische producten, die onder meer de volgende indicatieve categorieën omvat: gastronomisch toerisme, cultureel toerisme, stedelijk toerisme, ecoturisme, zakelijk toerisme, sporttoerisme zoals fietsen, erfgoed en religieus toerisme;

    -projecten ter vermindering van het jaarlijkse afval- of energieverbruik van toeristische bedrijven. Voor de vermindering van het energieverbruik omvatten de specifieke maatregelen de installatie van sensoren voor het monitoren en optimaliseren van het energieverbruik, de bevordering van het gebruik van energiebeheersystemen (zoals gecertificeerde systemen volgens ISO 500001), het gebruik van thermisch efficiënte materialen, het gebruik van energie-efficiënte technologieën en het gebruik van externe elementen zoals tinten of tuinen. De specifieke maatregelen ter vermindering van afval omvatten plannen voor de scheiding van afval aan de bron en acties ter bevordering van hergebruik en recycling van afval. Andere maatregelen omvatten bewustmakingscampagnes en opleidingen op het gebied van energie-efficiëntie en afvalbeheer die gericht zijn op personeel in toeristische voorzieningen en de bevordering van de productie en aankoop van lokale benodigdheden;

    -de regeneratie en rehabilitatie van historische toeristische erfgoedlocaties, met inbegrip van i) de vermindering en compensatie van de koolstofvoetafdruk door middel van de opstelling van actieplannen voor de vermindering van broeikasgasemissies, ii) de eco-rehabilitatie van de locaties, iii) de verbetering van de energie-efficiëntie door vervanging van diesel- of brandstofketels door aardgasketels, iv) acties voor aanpassing aan de klimaatverandering, v) verbeteringen in grijze waterbehandelingssystemen, vi) modernisering van afvalbeheersystemen, vii) herstel en gebruik van ruimten met slimme technologieën, acties ter verbetering van de toegankelijkheid van de locaties en viii) acties om het energie- en waterverbruik te verminderen; en het

    -verbetering van commerciële gebieden in lokale gebieden met een hoge toeristische instroom, met inbegrip van acties in het kader van deze investering in nieuwe technologieën; toepassing van technologische oplossingen ter verbetering van de energie-efficiëntie; milieuefficiënte processen en recycling en hergebruik van afval; opleiding van personeel; een geïntegreerde digitale handtekening die is aangepast aan buitenlandse bezoekers; en aanpassing van openbare ruimten om de toegankelijkheid en mobiliteit te verbeteren.

    Ten minste 60 projecten in commerciële gebieden in lokale gebieden met een hoge toeristische instroom moeten uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid. De uiterlijk op 30 juni 2025 uitgevoerde investeringen resulteren in: ten minste 45 nieuwe toeristische producten beschikbaar zijn en ii) ten minste 3 400 toeristische inrichtingen moeten projecten hebben afgerond om hun jaarlijkse afval- of energieverbruik te verminderen. Uiterlijk op 30 juni 2026 moeten ten minste 50 projecten gericht op historische toeristische erfgoedlocaties zijn voltooid.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 155 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 156 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 157 en installaties voor mechanische biologische behandeling 158 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    N.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    214

    C14.R1

    M

    Plan om de toeristische sector te promoten

    Website publicatie

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2020

    In het plan worden maatregelen beschreven om de toeristische sector te stimuleren en wordt het kader voor de uitvoering van toerismegerelateerde maatregelen vastgesteld.

    215

    C14.R1

    M

    Lancering van de website „DATAESTUR” met gegevens over toerisme

    Link naar de website van Dataestur

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    De website verzamelt gegevens over toerisme in Spanje uit verschillende bronnen van toerismestatistieken, waaronder openbare en particuliere instanties zoals INE, Turespaña, de Bank van Spanje, AENA of RENFE, en is operationeel.

    216

    C14.R1

    M

    Inwerkingtreding van het Koninklijk Besluit tot uitvoering van het financieel fonds van de staat voor het concurrentievermogen van het toerisme

    Bepaling in het koninklijk besluit tot vaststelling van de inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Het koninklijk besluit tot uitvoering van het Overheidsfonds voor het concurrentievermogen van het toerisme verbetert de toegang tot overheidsfinanciering voor bedrijven op het gebied van de circulaire economie en energie-efficiëntie.

    217

    C14.I1

    T

    Begrotingstoewijzing van plannen ter bevordering van de duurzaamheid van het toerisme op hun bestemming

    Miljoen EUR

    0

    561

    KWARTAAL 4

    2021

    Publicatie in het PB van de toekenning aan lokale overheden van steun voor de uitvoering van „Territoriale plannen voor duurzaamheid op het gebied van toerisme bij bestemming”, voor ten minste 561 000 000 EUR en met 35 % van de middelen om rekening te houden met maatregelen voor de groene transitie, duurzaamheid en energie-efficiëntie/elektromobiliteit op bestemmingen. De selectiecriteria waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een lijst van uitsluitingen en de eis van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. De selectiecriteria zorgen ervoor dat van de definitieve totale begroting die voor de maatregel wordt toegekend, ten minste 359 000 000 EUR van de maatregel bijdraagt aan de doelstellingen inzake klimaatverandering met een klimaatcoëfficiënt van 100 % en ten minste 519 000 000 EUR met een klimaatcoëfficiënt van 40 %, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 tot oprichting van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Als alternatief zorgen de selectiecriteria ervoor dat ten minste 1 788.6 miljoen EUR bijdraagt aan klimaatveranderingsdoelstellingen met een gemiddelde klimaatcoëfficiënt van ten minste 31,7 % overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad. Dit gemiddelde bijdragepercentage kan worden bereikt op basis van de in bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 vermelde steunverleningsgebieden.

    218

    C14.I1

    T

    Begrotingstoewijzing van plannen ter bevordering van de duurzaamheid van het toerisme op hun bestemming

    Miljoen EUR

    561

    1 173

    KWARTAAL 4

    2022

    Bekendmaking in het PB van de toekenning aan lokale overheden van steun voor de uitvoering van „Territoriale plannen voor duurzaam toerisme bij bestemming”, voor een bedrag van ten minste 1 173 000 000 EUR (uitgangswaarde: 31 december 2021) en met 35 % van de middelen om rekening te houden met maatregelen voor de groene transitie, duurzaamheid en energie-efficiëntie/elektromobiliteit op bestemmingen. De selectiecriteria waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. De selectiecriteria zorgen ervoor dat van de definitieve totale begroting die voor de maatregel wordt toegekend, ten minste 359 000 000 EUR van de maatregel bijdraagt aan de doelstellingen inzake klimaatverandering met een klimaatcoëfficiënt van 100 % en ten minste 519 000 000 EUR met een klimaatcoëfficiënt van 40 %, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 tot oprichting van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Als alternatief zorgen de selectiecriteria ervoor dat ten minste 1 788.6 miljoen EUR bijdraagt aan klimaatveranderingsdoelstellingen met een gemiddelde klimaatcoëfficiënt van ten minste 31,7 % overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad. Dit gemiddelde bijdragepercentage kan worden bereikt op basis van de in bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 vermelde steunverleningsgebieden.

    219

    C14.I1

    T

    Begrotingstoewijzing van plannen ter bevordering van de duurzaamheid van het toerisme op hun bestemming

    Miljoen EUR

    1 173

    1 788,6

    KWARTAAL 4

    2023

    Bekendmaking in het PB van de toekenning aan lokale overheden van steun voor de uitvoering van „Territoriale plannen voor duurzaamheid van toerisme bij bestemming voor ten minste 1 788 600 000 EUR” (uitgangswaarde: 31 december 2022) en met 35 % van de middelen om rekening te houden met maatregelen voor de groene transitie, duurzaamheid en energie-efficiëntie/elektromobiliteit op bestemmingen. De selectiecriteria waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. De selectiecriteria zorgen ervoor dat van de definitieve totale begroting die voor de maatregel wordt toegekend, ten minste 359 000 000 EUR van de maatregel bijdraagt aan de doelstellingen inzake klimaatverandering met een klimaatcoëfficiënt van 100 % en ten minste 519 000 000 EUR met een klimaatcoëfficiënt van 40 %, overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 tot oprichting van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Als alternatief zorgen de selectiecriteria ervoor dat ten minste 1 788.6 miljoen EUR bijdraagt aan klimaatveranderingsdoelstellingen met een gemiddelde klimaatcoëfficiënt van ten minste 31,7 % overeenkomstig bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad. Dit gemiddelde bijdragepercentage kan worden bereikt op basis van de in bijlage VI bij Verordening (EU) 2021/241 vermelde steunverleningsgebieden.

    220

    C14.I1

    M

    Voltooiing van plannen ter bevordering van de duurzaamheid van het toerisme op hun bestemming

    Verslag van de monitoringcommissie over de validering van de voortgangsdrempel

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2024

    De Commissie ziet erop toe dat alle gegunde bestemmingen ten minste voldoen aan het volgende uitvoeringspercentage van elk toeristisch duurzaamheidsplan: 
    — 50 % voltooiing voor bestemmingen die in 2021 zijn toegekend. 
    — 30 % voltooiing voor bestemmingen die in 2022 zijn toegekend. 
    — 15 % voltooiing voor bestemmingen die in 2023 zijn toegekend.

    221

    C14.I1

    M

    Voltooiing van projecten ter bevordering van de duurzaamheid van toeristische bestemmingen

    Verklaring van voltooiing

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van alle projecten die zijn opgenomen in „Territoriale plannen voor duurzaamheid op het gebied van toerisme bij bestemming” en die overeenkomstig de streefdoelen 217, 218 en 219 zijn toegekend met 35 % van de middelen om rekening te houden met maatregelen voor de groene transitie, duurzaamheid en energie-efficiëntie/elektromobiliteit op bestemmingen, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    222

    C14.I2

    M

    Lancering van het platform voor slimme bestemmingen van de toeristische sector.

    Link naar het platform

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2025

    Invoering en lancering van een volledig operationeel platform voor slimme bestemming. Het platform stelt interoperabele openbare en particuliere diensten beschikbaar voor toeristen.

    223

    C14.I2

    T

    Begunstigden van innovatieve, op technologie gebaseerde projecten in verband met AI en andere ontsluitende technologieën

    Aantal

    0

    1 000

    KWARTAAL 2

    2025

    Ten minste 1 000 begunstigden (bedrijven of clusters) die innovatieve, op technologie gebaseerde projecten voor de toeristische sector hebben voltooid die verband houden met artificiële intelligentie en andere ontsluitende technologieën zoals het internet der dingen, 5G, big data, cyberbeveiliging en mobiele applicaties.

    224

    C14.I3

    T

    Begunstigden in de extrapeninsulaire regio’s die projecten hebben voltooid ter verbetering van hun concurrentievermogen en hun vermogen om zich aan te passen aan veranderingen op de internationale markten

    Aantal

    0

    400

    KWARTAAL 2

    2025

    Ten minste 400 begunstigden in de extrapeninsulaire regio’s (Balearen, Canarische Eilanden, Ceuta en Melilla) die projecten hebben voltooid ter verbetering van hun concurrentievermogen en hun vermogen om zich aan te passen aan veranderingen op de internationale markten.

    225

    C14.I4

    T

    Projecten gericht op commerciële gebieden in lokale gebieden met een hoge toeristische toestroom

     

    Aantal

    0

    60

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 60 projecten gericht op commerciële gebieden in lokale gebieden met een hoge toeristische instroom zijn voltooid, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en de vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    226

    C14.I4

    T

    Toeristische producten geleverd in overeenstemming met de toerismestrategie

    Aantal

    0

    45

    KWARTAAL 2

    2025

    Ten minste 45 nieuwe toeristische producten geleverd in overeenstemming met de strategie voor de ontwikkeling van producten voor duurzaam toerisme, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    227

    C14.I4

    T

    Toeristische bedrijven die hun jaarlijkse afval- of energieverbruik verminderen

    Aantal

    0

    3 400

    KWARTAAL 2

    2025

    Ten minste 3 400 toeristische inrichtingen hebben projecten afgerond die erop gericht zijn hun jaarlijkse afval- of energieverbruik te verminderen, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een lijst van uitsluitingen en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    228

    C14.I4

    T

    Projecten voor het herstel van historische erfgoedsites met een huidig of toekomstig toeristisch gebruik

    Aantal

    0

    50

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 50 acties voor de regeneratie van historische erfgoedlocaties voltooid, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en de vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    O. COMPONENT 15: Digitale connectiviteit

    Digitale connectiviteit is een belangrijke factor voor de ontwikkeling van economische activiteit, voor een hogere productiviteit, voor het stimuleren van innovatie en voor territoriale en sociale cohesie. Toegang tot digitale netwerken wordt steeds noodzakelijker om toegang te krijgen tot openbare diensten, economische activiteiten te ontwikkelen en actief deel te nemen aan de samenleving.

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan gaat in op de uitdagingen op het gebied van connectiviteit bij het aanbieden van de dekking van ultrasnelle vaste netwerken met meer dan 100 Mbps/s, en 5G in Spanje en met name in plattelandsgebieden en in de belangrijkste grensoverschrijdende vervoerscorridors. Vanuit het oogpunt van cyberbeveiliging is de belangrijkste uitdaging die met de component wordt aangepakt, de totstandbrenging van een betrouwbare en veilige omgeving voor burgers en bedrijven om bij te dragen aan het digitaliseringsproces en hyperconnectiviteit in verband met de uitvoering van 5G en de diensten die met deze technologie moeten komen, zoals toepassingen van het internet der dingen (IoT).

    Deze component heeft tot doel de telecommunicatiesector in overeenstemming te brengen met de vereisten van de Europese digitale strategie en de economische, sociale en territoriale cohesie te versterken door digitale lacunes te dichten en de toegang tot ultrasnelle dekking op het gehele nationale grondgebied te verbeteren. De component ondersteunt de versnelde uitrol van 5G-technologie door: 1) het beschikbaar stellen van de nodige spectrummiddelen in de prioritaire banden voor 5G; 2) ontwikkeling van een betrouwbare en veilige omgeving voor de uitrol en 3) bevordering van de ontwikkeling van 5G-technologietoepassingen. Het heeft ook tot doel een duurzame cyberbeveiligingscultuur voor burgers en bedrijven te ondersteunen.

    De component gaat in op de landspecifieke aanbevelingen om het economisch investeringsbeleid te richten op het bevorderen van innovatie (landspecifieke aanbeveling 3 2019) en het vervroegen van volwassen overheidsinvesteringen en het richten van investeringen op de digitale transitie (landspecifieke aanbevelingen 3 2020, 1 2022 en 1 2023).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    O.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C15.R1) — Hervorming van het regelgevingskader voor telecommunicatie: Algemene wetgeving, regelgevingsinstrumenten en uitvoeringsinstrumenten

    De doelstelling van de maatregel is de omzetting van Richtlijn 2018/1972 van het Europees wetboek voor elektronische communicatie, de ontwikkeling van beste praktijken voor de uitrol van vaste en mobiele 5G-netwerken met hoge capaciteit en de ontwikkeling van de nodige maatregelen om de toolbox die voortvloeit uit de Aanbeveling van de Europese Commissie inzake connectiviteit (C (2020) 6270), in nationaal kader ten uitvoer te leggen.

    De toolbox die voortvloeit uit de uitvoering van Aanbeveling C (2020) 6270 van de Europese Commissie inzake connectiviteit wordt in het Spaanse rechtskader opgenomen in de algemene telecommunicatiewetgeving in de onderdelen die de status van wet vereisen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2022 voltooid zijn. 

    Hervorming 2 (C15.R2) — Stappenplan 5G: Spectrumbeheer en -toewijzing, vermindering van de lasten bij de uitrol, cyberbeveiligingsverordening 5G en ondersteuning van lokale overheden

    De doelstelling van de maatregel is: 1) voltooiing van het „tweede digitale dividend” en de veilingprocedure voor de 700 MHz-frequentieband en de 26 GHz-frequentieband; 2) de spectrumbelasting voor telecommunicatie-exploitanten voor 2022 en 2023 tijdelijk verlagen om de uitrol van 5G te versnellen; 3) de EU-toolbox voor 5G-cyberbeveiliging op te nemen in de nationale wetgeving; en 4) het verspreiden van goede praktijken op het gebied van telecommunicatie en stadsplanning onder lokale overheden.

    Wat de uitvoering betreft, worden de volgende stappen vastgesteld:

    -Voltooiing van het „tweede digitale dividend”

    -Strategie voor de bevordering van 5G-technologie

    -Veiling voor de 700 MHz-band

    -Aanbesteding voor de 26 GHz-band

    -Tijdelijke verlaging spectrumbelasting

    -Cyberbeveiligingswet 5G

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2022 voltooid zijn. 

    Investering 1 (C15.I1) — Bevordering van territoriale cohesie door de uitrol van netwerken: Ultrasnelle breedbanduitbreiding

    De doelstelling van de maatregel is: 1) de dekking van ultrasnelle breedbandtoegangsnetwerken in gebieden waar deze ontbreekt te verdiepen, met als doel 100 % van de bevolking te bereiken; en 2) specifieke acties uit te voeren voor de uitbreiding van de dekking in historische stedelijke centra met de status van witgebied.

    De investering bestaat uit het aanbieden van ultrasnelle breedbandconnectiviteit (meer dan 100 Mbps) aan die gebieden, voornamelijk plattelandsgebieden en gebieden van historische waarde, die momenteel niet over dergelijke connectiviteit beschikken. Tegen eind 2021 wordt een gedetailleerd uitvoerbaar plan vastgesteld en tegen eind 2023 wordt 100 % van de begroting toegekend. In het plan worden ook de definitieve doelstellingen (in termen van extra dekking in eenheden) vastgesteld die moeten worden bereikt en worden de technologische neutraliteit en de handhaving van mechanismen voor marktconcurrentie en toegang voor alle exploitanten tot de uitgerolde infrastructuur gewaarborgd. De interventiegebieden worden in een dergelijk plan vastgesteld. Het uitvoeringsplan bevat ook de vereiste wettelijke en regelgevende stappen, met inbegrip van de stappen die moeten worden ondernomen om de naleving van de desbetreffende EU-staatssteunregels te waarborgen. Het doel is te zorgen voor symmetrische snelheden van 300 Mbps, die kunnen worden opgewaardeerd tot 1 Gbps symmetrisch (gigabit per seconde) in witte gebieden en in grijze gebieden.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

    Investering 2 (C15.I2) Versterking van de connectiviteit in referentiecentra, sociaal-economische aanjagers en sectorale digitaliseringsprojecten

    De doelstelling van de maatregel is: 1) verbetering van de connectiviteit en uitrusting van centra die toegang bieden tot essentiële zorg en sociale diensten, zoals ziekenhuizen, gezondheidscentra, onderwijs- en opleidingscentra; en 2) ultraconnectiviteit bieden in de belangrijkste sociaal-economische actoren van het land en in gebieden met een grote vraag naar capaciteit (technologische eilanden).

    De investering bestaat uit de uitbreiding van de 1-gigabitconnectiviteit naar de belangrijkste centra van sociale en economische activiteit in het hele land. De geselecteerde locaties omvatten industrielocaties, datacentra, agro-industriële locaties, onderzoekscentra, vervoersknooppunten, logistieke knooppunten of gegevensintensieve bedrijven, alsmede gezondheidscentra zoals ziekenhuizen, opleidingscentra en gezondheidscentra.

    Specifieke acties omvatten: a) projecten ter versterking van de connectiviteit in focal points en openbare diensten; b) projecten op het gebied van 1-gigabitconnectiviteit en steun voor belangrijke sectoren, waaronder innovatieve sectorale digitaliseringsprojecten (gezondheid, agrovoeding, mobiliteit, toerisme, industrie, handel enz.) en connectiviteitsprojecten voor industrie- en bedrijventerreinen in witte/grijze gebieden.

    De investering moet uiterlijk 31 december 2024 voltooid zijn.

    Investering 3 (C15.I3) — Connectiviteitsvouchers voor kmo’s en kwetsbare groepen

    De investering bestaat uit het verstrekken van:

    -Vouchers voor kmo’s om investeringen in connectiviteit te financieren (met inbegrip van basisconnectiviteit van ten minste 100 Mbps en diensten met toegevoegde waarde zoals VPN en cyberbeveiliging); en het

    -Vouchers voor kwetsbare personen of gezinnen om breedbandaansluitingspakketten met de meest geschikte technologie te financieren.

    De investering moet uiterlijk 31 december 2024 voltooid zijn.

    Investering 4 (C15.I4) — Vernieuwing en duurzaamheid van infrastructuur

    De investering bestaat erin een deel van het bestaande gebouwenbestand uit te rusten met infrastructuur om de optimale uitrol van netwerken met zeer hoge capaciteit in de laatste kilometer van toegang te vergemakkelijken. Deze investering zal, naast de duurzame coördinatie en optimalisering van de uitrol van toegangsnetwerken van de volgende generatie, naar verwachting het energieverbruik van uitgerolde netwerken optimaliseren. De investering moet uiterlijk 31 december 2024 voltooid zijn.

    Investering 5 (C15.I5) — Uitvoering van grensoverschrijdende digitale infrastructuur

    De investering bestaat uit drie projecten.

    1) verbetering van de connectiviteit van grensoverschrijdende digitale infrastructuur: Dit zou de deelname van Spaanse bedrijven aan consortia van ondernemingen met zich meebrengen voor projecten voor interconnecties van data-infrastructuur en onderzeese kabels van de Connecting Europe Facility (CEF2 Digital) en de nieuwe algemene groepsvrijstellingsverordening.

    2) deelname aan digitale-infrastructuurprojecten: de kandidaat-projecten zouden verband houden met de cloud van de nieuwe generatie en de infrastructuur en diensten van de nieuwe generatie; en geavanceerde processoren en halfgeleiders.

    3) andere grensoverschrijdende O & O-projecten op het gebied van digitale infrastructuur, met inbegrip van investeringen in beveiligde satellietcommunicatiesystemen en de ontwikkeling van kwantumcommunicatiecapaciteit.

    Uiterlijk op 31 december 2022 moet een gedetailleerd uitvoerbaar plan voor deze investeringen worden ingediend, met als doel de geselecteerde projecten duidelijk te omschrijven.

    In het plan worden de technische criteria (belangrijkste kenmerken van de projecten en de begunstigden) en de vereiste wettelijke en bestuursrechtelijke stappen beschreven, met inbegrip van de stappen die nodig zijn om aan het staatssteuntoezicht te voldoen. De investering moet uiterlijk 30 juni 2026 voltooid zijn.

    Investering 6 (C15.I6) — Uitrol 5G: netwerken, technologische veranderingen en innovatie

    De investering bestaat uit vier verschillende subprojecten:

    1) de uitrol van 5G wordt gestimuleerd en versneld op de belangrijkste vervoerscorridors (wegen en spoorwegen), zowel nationaal (secundaire corridors in bepaalde gebieden) als grensoverschrijdend (primaire corridors). Dit initiatief is afgestemd op de door de Europese Commissie vastgestelde 5G-corridors en versterkt de corridors tussen Spanje en Portugal en Spanje en Frankrijk voor in totaal ten minste 4 000 locaties, inclusief backhaulverbindingen. Deze maatregel heeft betrekking op de secundaire routes die niet onder de bij spectrumaanbestedingen opgelegde verplichtingen vallen.

    2) de uitrol van 5G in bepaalde gebieden met als doel tegen 31 december 2 025 een bevolkingsdekking van 75 % in de 5G-preferente banden te bereiken. Om deze uitrol te vergemakkelijken, worden ook acties ondernomen om de capaciteit van het bestaande netwerk te vergroten om te kunnen voldoen aan de hoge vraag naar bandbreedte en de dichtheid van basisstations waarvoor de uitrol van 5G vereist is (ten minste 7 000 nieuwe of bestaande locaties met nieuwe 5G-apparatuur; en ten minste 4 000 bestaande locaties met acties om de capaciteit van hun backhaulnetwerk te vergroten). Deze maatregel biedt dekking voor gebieden die niet onder de bij spectrumaanbestedingen opgelegde verplichtingen vallen.

    3) de uitrol van 5G in belangrijke economische activiteiten (industriële productieomgevingen in strategische ondernemingen in bepaalde belangrijke productiesectoren met een grote impact) en in essentiële diensten (productieomgevingen op onderwijs-, zorg- en sociaal-gezondheidsgebied). Er worden ten minste 43 connectiviteitsprojecten verwacht.

    4) ondersteuning van O & O in verband met 5G en 6G, voor innovatie-ecosystemen (ten minste 200 projecten) en 5G-cyberveiligheidsecosystemen (oprichting van een centrum, met capaciteit om ongeveer 300 ingenieurs te huisvesten, voor 5G-cyberbeveiliging, exclusief de kosten in verband met de bouw-/renovatiewerkzaamheden).

    Voor alle bovengenoemde projecten moet uiterlijk op 30 juni 2022 een gedetailleerd uitvoerbaar plan worden ingediend, met als doel de geselecteerde projecten duidelijk te omschrijven en 100 % van de begroting uiterlijk op 31 december 2024 toe te kennen en uiterlijk op 30 juni 2026 te zijn voltooid.

    Het plan omvat het uitvoeringsplan voor de uitrol van 5G met acties op de volgende gebieden: 1) 5G-corridors; 2) uitrol van 5G-toegangsnetwerken en mobiele backhaulnetwerken in andere bepaalde gebieden; 3) projecten voor de uitrol van 5G voor de connectiviteit en digitalisering van belangrijke economische activiteiten en essentiële diensten; en 4) steun voor innovatieve toepassingen voor het 5G- en 6G-ecosysteem. In het plan worden ook de technische criteria (belangrijkste kenmerken van projecten en bestreken gebieden, indien van toepassing) en de vereiste wettelijke en regelgevende stappen beschreven, met inbegrip van de stappen die nodig zijn om aan de relevante EU-staatssteunregels te voldoen. In het plan worden ook de definitieve doelstellingen vastgesteld die uiterlijk op 31 december 2025 moeten zijn bereikt.

    De investering moet uiterlijk 30 juni 2026 voltooid zijn.

    Investering 7 (C15.I7) Cyberbeveiliging: Versterking van de capaciteiten van burgers, kmo’s en professionals; verbetering van het ecosysteem van de sector

    De investering bestaat uit een aantal acties die gericht zijn op de ontwikkeling van de cyberbeveiligingscapaciteiten van zowel burgers als bedrijven en het stimuleren van het Spaanse cyberbeveiligingsecosysteem. De acties draaien rond drie assen:

    1) versterking van de cyberbeveiligingscapaciteiten van burgers, kmo’s en professionals. Burgers en bedrijven, met name kmo’s, uitrusten met de nodige vaardigheden om risico’s bij het dagelijks gebruik van digitale diensten in kaart te brengen. De programma’s op dit gebied omvatten een bewustmakingscampagne die naar verwachting zoveel mogelijk mensen zal bereiken door middel van communicatiecampagnes, buurtacties en de ontwikkeling van specifieke middelen voor deze doeleinden. Dit omvat ook een verhoging van de responsmechanismen door middel van gecoördineerde responsdiensten en acties zoals de Helplijn voor cyberbeveiliging, die de capaciteit ervan zal verhogen tot 20 000 oproepen per maand.

    2) het industriële ecosysteem voor cyberbeveiliging stimuleren. Dit deel van de maatregel omvat specifieke acties op het gebied van: de nationale cyberbeveiligingssector voor de opkomst, groei en ontwikkeling van nieuwe bedrijven in deze sector; O & O op het gebied van cyberbeveiliging, dat de ontwikkeling van oplossingen en diensten met een hoge toegevoegde waarde mogelijk maakt; het opleiden en ontwikkelen van talenten om tegemoet te komen aan de onvervulde vraag naar professionals in de sector. Voorts voorziet het in de oprichting van een demonstratiecentrum voor de ontwikkeling van cyberbeveiligingsinfrastructuur en de oprichting van nieuwe cyberbeveiligingsdiensten, waaronder testlaboratoria en simulatoren van cyberaanvallen, en voor de ontwikkeling van certificeringen van cyberbeveiligingslabels. 3) oprichting van een internationale hub voor cyberbeveiliging om de sector in Europa te stimuleren door actieve deelname aan het Europees netwerk van cyberbeveiligingscentra. Dit omvat de lancering van het spiegelcentrum van het Europees kenniscentrum (ERCC).

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 8 (C15.I8) — PERTE Chip: Versterking van het wetenschappelijke en technologische ecosysteem. Grotere ontwerpcapaciteiten

    Deze maatregel maakt deel uit van de PERTE Chip, een strategisch initiatief dat tot doel heeft de wetenschappelijke, ontwerp- en productiecapaciteit van de micro-elektronica- en halfgeleiderindustrie in Spanje te ontwikkelen. Deze investering versterkt het wetenschappelijke en technologische ecosysteem van de halfgeleiderindustrie, met bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van onderzoek, ontwikkeling en innovatie in de sector als geheel, met inbegrip van het creëren en verbeteren van schoonmaakkamerinfrastructuur, het genereren en aantrekken van talent of de versterking van specifieke gebieden zoals geïntegreerde fotonica of RISC-V.

    Projecten die in het kader van deze investering worden gesteund, dragen ten minste gedeeltelijk bij aan een of meer van de volgende actielijnen:

    ·Actie 1. Ontwikkeling van O & O op geavanceerde microprocessoren en alternatieve architecturen.

    ·Actie 2. Ontwikkeling van fotonica O/DC-I

    ·Actie 3. Financieringslijn voor het lPCEI inzake micro-elektronica en communicatietechnologieën (IPCEI ME-TC)

    ·Actie 4. Oprichting van fictieve bedrijven voor het ontwerpen van geavanceerde microprocessoren en alternatieve architecturen.

    ·Actie 5. Aanleg van proeftestlijnen.

    ·Actie 6. Oprichting van een netwerk voor onderwijs, opleiding en opleiding inzake halfgeleiders

    ·Actie 7. Een productiecapaciteit van minder dan 5 nm hebben

    ·Actie 8. Een productiecapaciteit van meer dan 5 nm hebben

    ·Actie 9. Stimuleringsregeling voor ICT-productie

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    O.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    229

    C15.R1

    M

    Inwerkingtreding van de telecommunicatiewet

    Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    De telecommunicatiewet moet ook Richtlijn 2018/1972 van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (EECC) omzetten. In de wet moeten ook de aanbevelingen over de EU-toolbox voor connectiviteit worden opgenomen, die moeten worden opgenomen in een wet die in overeenstemming is met het Spaanse rechtskader. Naast de omzetting van Richtlijn 2018/1972 van het Europees wetboek voor elektronische communicatie omvat de wet: I) bepalingen voor de inventaris van onderzeese kabels en IXP/datacentra; II) en een vereenvoudigde fiscale regeling voor lokale belastingen op de uitrol van netwerken; en iii) de invoering van één contactpunt voor de toepassing van de vergunningen en machtigingen die door verschillende overheidsniveaus zijn verleend voor de uitrol van netwerken.

    230

    C15.R2

    M

    Digitaal Spaans plan en strategie voor de bevordering van 5G-technologie 2025

    Publikatie

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    Publicatie van het Plan 2025 Digital Spain en goedkeuring door de ministerraad van de „Strategie voor de bevordering van 5G-technologie”

    231

    C15.R2

    M

    Vrijgave van de 700 MHz-frequentieband

    Kennisgeving aan de Europese Commissie

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    Voltooiing van het proces van vrijgave van de 700 MHz-frequentieband overeenkomstig Beschikking (EU) 2017/899 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 betreffende het gebruik van de 470-790 MHz-band in de Unie

    232

    C15.R2

    M

    Toewijzing van de 700 MHz-spectrumband

    Bekendmaking in het Publicatieblad

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Bekendmaking in het Publicatieblad van de toekenning van de 700 MHz-spectrumband als gevolg van de veiling

    233

    C15.R2

    M

    Inwerkingtreding van de rechtshandeling inzake de verlaging van de belasting op 5G-spectrum

    Bepaling in de rechtshandeling betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Vaststelling van een rechtshandeling voor de verlaging van de belasting op 5G-spectrum om de uitrol van 5G te versnellen, waarin de overeenkomstige versnelling van de uitrol van 5G wordt gedefinieerd die van elke begunstigde wordt verwacht. In de rechtshandeling worden de voor de uitrol van het project vereiste wettelijke en regelgevende stappen vastgesteld. 

    234

    C15.R2

    M

    Toewijzing van de 26 GHz-spectrumband

    Bekendmaking in het Publicatieblad

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Bekendmaking in het Publicatieblad van de toekenning van de 26 GHz-spectrumband als gevolg van de veiling

    235

    C15.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake 5G-cyberbeveiliging

    Bepaling in de wet inzake 5G-cyberbeveiliging met betrekking tot de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    De wet inzake 5G-cyberbeveiliging omvat en geeft uitvoering aan de aanbeveling over de EU-toolbox voor 5G-cyberbeveiliging.

    De wet bevat ten minste de volgende elementen:

    — Verplichtingen inzake veiligheidsrisicobeoordeling en -beheer voor telecomexploitanten; — Verplichtingen inzake diversificatie van de toeleveringsketen om technologische afhankelijkheid te voorkomen;

    — Middelen voor de identificatie van verkopers met een hoog en middelgroot risico, en

    mogelijke beperkingen op het gebruik ervan.

    236

    C15.I1

    M

    Uitrol van ultrasnelle breedband: toekenning

    Gunning van projecten

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Gunning van alle contracten en subsidies (totale begroting van 752 000 000 EUR) en overdracht van middelen voor de uitvoering van acties om ultrasnelle breedbandconnectiviteit te bieden in witte en grijze gebieden met symmetrische snelheden van 300 Mbps, die kunnen worden opgewaardeerd tot 1 Gbps, behalve in afgelegen plattelandsgebieden die specifieke projecten moeten dekken, waar ten minste 100 Mbps gegarandeerd zou zijn.

    237

    C15.I1

    M

    Uitrol van ultrasnelle breedband: Voltooiing van het project

    Voltooiing van gegunde projecten

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2025

    Voltooiing van de projecten voor de uitrol van ultrasnelle breedband, overeenkomstig de criteria van de toekenning van het programma (Milestone # 236).

    238

    C15.I2

    T

    Verbetering van de connectiviteit in belangrijke centra en sectoren

    Aantal

    0

    16 100

    KWARTAAL 4

    2024

    Aantal entiteiten dat is geüpgraded tot 1-gigabitconnectiviteitssnelheid: 
    — ten minste 9 000 openbare centra en diensten zoals volksgezondheidscentra, onderwijs- en opleidingscentra en O & O-centra; 
    — ten minste 1 600 kleine industrie- en bedrijfsterreinen; 
    — ten minste 5 500 aansluitingen voor digitaliseringsprojecten (gezondheidszorg, agrovoeding, mobiliteit, toerisme, industrie, handel enz.).

    239

    C15.I3

    T

    Connectiviteitsvouchers voor kmo’s en kwetsbare groepen

    Aantal

    0

    136 000

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 125 000 connectiviteitsvouchers voor personen of gezinnen die als „kwetsbaar” zijn aangemerkt (om breedbandaansluitingspakket met de meest geschikte technologie te verwerven) en ten minste 11 000 connectiviteitsvouchers voor kmo’s (vouchers bestaan uit twee afzonderlijke elementen, connectiviteit met 100 Mbps en een reeks diensten met toegevoegde waarde, VPN, cyberbeveiliging).

    240

    C15.I4

    T

    Aanpassing van telecommunicatie-infrastructuur in gebouwen

    Aantal

    0

    7 700

    KWARTAAL 4

    2024

    In ten minste 7 700 gebouwen voltooide werkzaamheden ter verbetering van hun gemeenschappelijke connectiviteitsnetwerkinfrastructuur op het niveau van netwerken met zeer hoge capaciteit.

    241

    C15.I5

    M

    Verbetering van grensoverschrijdende digitale infrastructuur: onderscheiding

    Officiële publicatie van de gunning van de projecten

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2024

    Toekenning van alle contracten en subsidies voor de projecten (totale begroting van 500 000 000 EUR voor de oproep tot het indienen van projecten) en overdracht van middelen voor de uitvoering van de acties voor: a) voor onderzeese kabels en interconnectie van cloud-/data-infrastructuur; b) projecten voor cloud- en baaninfrastructuren en -diensten van de nieuwe generatie; C) projecten voor geavanceerde processoren en halfgeleiders; en d) O & O-I-projecten ter versterking van de capaciteiten op het gebied van kwantumcommunicatie en beveiligde satellietcommunicatie

    242

    C15.I5

    M

    Verbetering van grensoverschrijdende digitale infrastructuur: voltooiing van het project

    Voltooiing van gegunde projecten

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van de projecten (toegekend in Milestone # 241) voor a) onderzeese kabels en interconnectie van cloud-/data-infrastructuur; b) projecten van de nieuwe generatie cloud- en baaninfrastructuren en -diensten; C) projecten voor geavanceerde processoren en halfgeleiders; en d) O & O-I-projecten ter versterking van de capaciteiten op het gebied van kwantumcommunicatie en beveiligde satellietcommunicatie

    243

    C15.I6

    M

    Uitrol van 5G-technologie: onderscheiding

    Officiële publicatie van de gunning van de projecten

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2024

    Toekenning van alle contracten en subsidies voor de projecten (totale projectbegroting 1 465 000 000 EUR) en overdracht van middelen voor de uitvoering van de acties voor: a) de uitrol van 5G op de belangrijkste nationale (in bepaalde gebieden) en grensoverschrijdende vervoerscorridors (4 000 locaties); b) de uitrol van 5G in bepaalde gebieden met als doel tegen 2 025 een bevolkingsdekking van 75 % in de voorkeursbanden voor 5G te bereiken (ten minste 7 000 nieuwe of bestaande locaties met nieuwe 5G-apparatuur; en ten minste 4 000 bestaande locaties met acties om de capaciteit van hun backhaulnetwerk te vergroten); C) de uitrol van 5G in essentiële economische activiteiten (43 connectiviteitsprojecten); en d) steun aan O & O in verband met 5G en 6G voor innovatie-ecosystemen (200 projecten) en 5G-cyberveiligheidsecosystemen.

    244

    C15.I6

    M

    Uitrol van 5G-technologie: Voltooiing van het project

    Voltooiing van gegunde projecten

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van de projecten voor a) de uitrol van 5G op het belangrijkste nationale grondgebied (in bepaalde gebieden) en grensoverschrijdende vervoerscorridors (4 000 locaties); b) de uitrol van 5G in bepaalde gebieden met als doel tegen 2 025 een bevolkingsdekking van 75 % in de voorkeursbanden voor 5G te bereiken (ten minste 7 000 nieuwe of bestaande locaties met nieuwe 5G-apparatuur en ten minste 4 000 bestaande locaties met acties om de capaciteit van hun backhaulnetwerk te vergroten); C) de uitrol van 5G in essentiële economische activiteiten (43 connectiviteitsprojecten); en d) steun aan O & O in verband met 5G en 6G voor innovatie-ecosystemen (200 projecten) en 5G-cyberveiligheidsecosystemen. De projecten worden voltooid overeenkomstig de criteria van de toekenning van het programma (mijlpaal 243).

    245

    C15.I7

    M

    Lancering van het nationale programma ter ondersteuning van de cyberbeveiligingsindustrie, het programma voor wereldwijde beveiligingsinnovatie en aanverwante acties.

    Publicatie van de programma’s

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Lancering van het nationale programma ter ondersteuning van de cyberbeveiligingsindustrie en het programma voor wereldwijde innovatie op het gebied van veiligheid, en andere aanverwante acties (met een budget van 311 000 000 EUR), die betrekking hebben op belangrijke industriële aspecten, zoals: 
    het stimuleren van de nationale cyberbeveiligingssector voor de opkomst, groei en ontwikkeling van bedrijven in deze sector 
    ontwikkeling van oplossingen en diensten met een hoge toegevoegde waarde op het gebied van cyberbeveiliging 
    — talenten opleiden en ontwikkelen die gespecialiseerd zijn op het gebied van cyberbeveiliging; 
    Internationaliseringsacties op het gebied van cyberbeveiliging 
    — oprichting van een demonstratiecentrum voor de ontwikkeling van cyberbeveiligingsinfrastructuur en het opzetten van nieuwe cyberbeveiligingsdiensten, met inbegrip van testlaboratoria en simulatoren van cyberaanvallen 
    ontwikkeling van certificeringen van cyberbeveiligingslabels.

    453

    C15.I7

    M

    Lancering van het nationale programma ter ondersteuning van de cyberbeveiligingsindustrie, het programma voor wereldwijde beveiligingsinnovatie en aanverwante acties.

    Publicatie van de programma’s

    KWARTAAL 2

    2023

    Voortzetting vanaf mijlpaal 245 van de uitrol van het nationale programma ter ondersteuning van de cyberindustrie en het programma voor wereldwijde innovatie op het gebied van veiligheid en andere aanverwante acties (met een budget van 107 000 000 EUR, bovenop de 311 000 000 EUR in het kader van mijlpaal 245 voor een totaalbedrag van 418 000 000 EUR), die betrekking heeft op belangrijke industriële aspecten, zoals:

    — het stimuleren van de nationale cyberbeveiligingssector voor de opkomst, groei en ontwikkeling van bedrijven in deze sector;

    ontwikkeling van oplossingen en diensten met een hoge toegevoegde waarde op het gebied van cyberbeveiliging

    — talenten opleiden en ontwikkelen die gespecialiseerd zijn op het gebied van cyberbeveiliging;

    — internationaliseringsacties op het gebied van cyberbeveiliging;

    — oprichting van een demonstratiecentrum voor de ontwikkeling van cyberbeveiligingsinfrastructuur en het opzetten van nieuwe cyberbeveiligingsdiensten, met inbegrip van testlaboratoria en simulatoren van cyberaanvallen

    ontwikkeling van certificeringen van cyberbeveiligingslabels.

    246

    C15.I7

    T

    Versterking en verbetering van cyberbeveiligingscapaciteiten: Bronnen

    Aantal

    0

    100

    KWARTAAL 4

    2023

    Versterken en verbeteren van de cyberbeveiligingscapaciteiten door ten minste 100 middelen ter beschikking te stellen voor bewustmakings- en communicatieacties op het gebied van cyberbeveiliging. Digitale vaardigheden op het gebied van cyberbeveiliging worden op alle onderwijsniveaus ontwikkeld door de ontwikkeling van specifieke middelen, instrumenten en materialen. Voorts wordt een internationale hub voor cyberbeveiliging opgericht die deelneemt aan het Europees netwerk van cyberbeveiligingscentra.

    247

    C15.I7

    T

    Versterking en verbetering van cyberbeveiligingscapaciteiten: Helplijn cyberbeveiliging

     

    Aantal

    5 000

    20 000

    KWARTAAL 4

    2022

    Versterking van de cyberbeveiligingscapaciteiten door de verbetering van de helplijn voor cyberbeveiliging van het Nationaal Instituut voor cyberbeveiliging (INCIBE), met een maandelijkse capaciteit van ten minste 20 000 oproepen per maand. Deze hulplijn ondersteunt ook het verwijderen van materiaal van seksueel misbruik van kinderen voor webhulpmiddelen (CSAM).

    248

    C15.I7

    M

    Voltooiing van de projecten in het kader van het nationale programma ter ondersteuning van de cyberbeveiligingsindustrie, het programma voor wereldwijde beveiligingsinnovatie en aanverwante acties.

    Kennisgeving van voltooiing van investeringsprojecten

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van de projecten die zijn opgenomen in het nationale programma ter ondersteuning van de cyberbeveiligingsindustrie en het programma voor wereldwijde beveiligingsinnovatie, en andere aanverwante acties op de volgende gebieden (toegekend in mijlpaal 245): 
    het stimuleren van de nationale cyberbeveiligingssector voor de opkomst, groei en ontwikkeling van bedrijven in deze sector 
    ontwikkeling van oplossingen en diensten met een hoge toegevoegde waarde op het gebied van cyberbeveiliging 
    — talenten op het gebied van cyberbeveiliging op te leiden en te ontwikkelen; 
    Internationaliseringsacties op het gebied van cyberbeveiliging 
    — oprichting van een demonstratiecentrum voor de ontwikkeling van cyberbeveiligingsinfrastructuur en het opzetten van nieuwe cyberbeveiligingsdiensten, met inbegrip van testlaboratoria en simulatoren van cyberaanvallen 
    ontwikkeling van certificeringen van cyberbeveiligingslabels

    454

    C15.I8

    M

    PERTE CHIP. Versterking van de wetenschappelijke capaciteiten, het ontwerp en de innovatieve productie: onderscheiding

    Officiële publicatie van de gunning van de projecten

    KWARTAAL 2

    2025

    Ten minste 540 900 000 EUR wordt toegekend aan O & O-projecten op het gebied van micro-elektronica en halfgeleiders, met inbegrip van het creëren en verbeteren van de infrastructuur van witte kamers, het ontwerpen, genereren en aantrekken van talent of innovatieve productie.

    455

    C15.I8

    T

    PERTE CHIP. Versterking van de wetenschappelijke capaciteiten, het ontwerp en de innovatieve productie: uitbetaling.

    Miljoen EUR

    0

    486,81

    KWARTAAL 2

    2026

    Uitbetaling van ten minste 486 810 000 EUR voor O & O-projecten op het gebied van micro-elektronica en halfgeleiders, met inbegrip van het creëren en verbeteren van infrastructuur voor witte kamers, het ontwerpen, genereren en aantrekken van talent of innovatieve productie.

    456

    C15.I8

    T

    PERTE CHIP. Leerstoelen en micro-elektronicatent

    Aantal

    0

    13

    KWARTAAL 2

    2026

    Oprichting en financiering van ten minste 13 universitaire professorschappen, elk met een looptijd van 3 jaar, gefinancierd door de herstel- en veerkrachtfaciliteit, gericht op micro-elektronica om talent in Spanje in verband met het ontwerp en de productie van halfgeleiders te stimuleren.



    O.3.    Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor steun via leningen

    Investering 9 (C15.I9) — CHIP-financieringsfaciliteit

    Deze maatregel bestaat uit een overheidsinvesteringen in een faciliteit, de CHIP-financieringsfaciliteit, om particuliere investeringen te stimuleren en de toegang tot financiering in de Spaanse halfgeleidersector, met inbegrip van grootschalige productiefaciliteiten, te verbeteren. Die faciliteit functioneert door leningen, eigen vermogen en quasi-aandeleninvesteringen (of een combinatie daarvan) te verstrekken aan de particuliere sector en aan entiteiten uit de publieke sector die zich bezighouden met soortgelijke activiteiten. Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit beoogt de faciliteit in eerste instantie ten minste 10 750 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

    De faciliteit wordt beheerd door Sociedad Estatal de Microelectrónica y Semiconductores (SEMyS) als uitvoerende partner. Het Fonds omvat de volgende productlijnen:

    ·Doorkiesnummer: Directe investeringen in ondernemingen die gebruikmaken van gewone leningen, participatieleningen en deelnemingen in tijdelijk kapitaal en minderheidskapitaal. De kapitaalinvesteringen van het Fonds mogen er niet toe leiden dat het aandeel van het overheidskapitaal in een eindbegunstigde meer dan 49 % van het totale eigen vermogen bedraagt.

    ·Mede-investering in „Open EU-gieterijen” en „geïntegreerde productiefaciliteiten”: Om de halfgeleiderindustrie in Spanjete ondersteunen, is het fonds in staat steun te verlenen aan gemengde financiële instrumenten, door middel van leningen, eigen vermogen en quasi-eigen vermogen (of een combinatie daarvan), die particulier en publiek kapitaal integreren in coördinatie met steunprogramma’s van de overheid, met inachtneming van de hieronder beschreven governancevereisten.

    Met het oog op de uitvoering van de investering in de faciliteit ondertekenen Spanje en SEMyS een uitvoeringsovereenkomst, of keurt Spanje het overeenkomstige rechtsinstrument en de bijbehorende documenten goed, die de volgende inhoud bevatten:

    1.Beschrijving van het besluitvormingsproces van de faciliteit: Het initiële investeringsbesluit van de faciliteit wordt genomen door een investeringscomité of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de Spaanse regering. Het definitieve investeringsbesluit van de faciliteit is beperkt tot de goedkeuring (zonder wijzigingen) of de uitoefening van een vetorecht op een investeringsbesluit dat wordt voorgesteld door het investeringscomité of een gelijkwaardig bestuursorgaan.

    2.Essentiële vereisten van het bijbehorende beleggingsbeleid, waaronder:

    a.De beschrijving van de financiële producten en de in aanmerking komende eindbegunstigden in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel. 

    b.De eis dat alle gesteunde investeringen economisch levensvatbaar moeten zijn.

    c.Een verbod op herfinanciering van uitstaande leningen. 

    d.De eis om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), met name voor investeringen in nieuwe faciliteiten, wordt gebruikgemaakt van de beste beschikbare technologie met het laagste milieueffect in de sector. Voorts vereist het investeringsbeleid de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de faciliteit.

    e.Het vereiste dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    3.Het bedrag waarop het rechtsinstrument en de bijbehorende documenten tot oprichting van de faciliteit betrekking hebben, de vergoedingenstructuur voor de uitvoerende partner en de verplichting om terugvloeiende middelen te herinvesteren overeenkomstig het investeringsbeleid van de faciliteit, tenzij deze worden gebruikt om terugbetalingen van leningen van de herstel- en veerkrachtfaciliteit te verrichten.

    4.Monitoring-, audit- en controlevereisten, met inbegrip van:

    a.De beschrijving van het monitoringsysteem van de uitvoerende partner om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investeringen.

    b.De beschrijving van de procedures van de uitvoerende partner om fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

    c.De verplichting om de subsidiabiliteit van elke concrete actie te verifiëren overeenkomstig de vereisten van de verordeningen tot oprichting van de faciliteit alvorens zich ertoe te verbinden een operatie te financieren.

    d.De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren overeenkomstig een auditplan van SEMyS. Bij deze audits wordt nagegaan i) of de controlesystemen doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; II) naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels, de vereisten inzake klimaat en digitale streefcijfers; en iii) dat de verplichting voor de intermediair om na te gaan of de eindbegunstigde een verantwoordelijke verklaring indient om te controleren of dezelfde kosten door een ander instrument van de Unie worden gedekt, wordt nageleefd.Bij de controles wordt ook de wettigheid van de transacties gecontroleerd en wordt nagegaan of de voorwaarden van de toepasselijke uitvoeringsovereenkomst of de toepasselijke verordening en de bijbehorende documenten tot oprichting van de faciliteit, en financieringsovereenkomsten in acht worden genomen.

    5.Vereisten voor digitale investeringen door de uitvoerende partner: ten minste 10 750 000 000 EUR van de RRF-investering in de faciliteit draagt bij tot de doelstellingen van de digitale transitie overeenkomstig bijlage VII bij de RRF-verordening. 159  

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    O.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor monitoring en uitvoering van terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    L63

    C15.I9

    M

    Financieringsfaciliteit voor chips: Formele goedkeuring van het financieringsmechanisme

    Ondertekening van de uitvoeringsovereenkomst 

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Ondertekening van de uitvoeringsovereenkomst door het ministerie en SEMyS of inwerkingtreding van de verordening, en alle bijbehorende documenten tot oprichting van de faciliteit.

    L64

    C15.I9

    T

    Financieringsfaciliteit voor chips: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (I)

    0

    25 %

    KWARTAAL 2

    2025

    De faciliteit heeft juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden voor een bedrag dat nodig is om ten minste 25 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen).

    De Spaanse regering en de aanvrager van een algemeen protocol voor actie zoals beschreven in de Spaanse nationale wet of een gelijkwaardig diplomatiek instrument, worden ook ondertekend voor ten minste één productiefaciliteit voor halfgeleiders (frontend of achteruiteinde) in de vorm van een open EU-gieterij of een faciliteit voor geïntegreerde productie die het eerst van een soort is overeenkomstig de definities in de Europese chipwet.

    SEMyS stelt een verslag op waarin wordt gespecificeerd dat ten minste 100 % van deze financiering bijdraagt aan de doelstellingen van de digitale transitie, aan de hand van de methode in bijlage VII bij de RRF-verordening.

    L65

    C15.I9

    T

    Financieringsfaciliteit voor chips: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (II)

    25 %

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    De faciliteit heeft juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen).

    SEMyS stelt een verslag op waarin wordt gespecificeerd dat ten minste 100 % van deze financiering bijdraagt aan de doelstellingen van de digitale transitie, aan de hand van de methode in bijlage VII bij de RRF-verordening.

    L66

    C15.I9

    M

    Financieringsfaciliteit voor chips: Het ministerie heeft de investering voltooid.

    Certificaat van overdracht

    KWARTAAL 3

    2026

    Spanje draagt 10 750 000 000 EUR over naar SEMyS voor de faciliteit.

    P. COMPONENT 16: Artificiële intelligentie

    Artificiële intelligentie (AI) biedt vanuit technologisch, economisch en sociaal oogpunt een aanzienlijk transformatiepotentieel, gezien de sectoroverschrijdende penetratie ervan, de grote impact, de snelle groei en de bijdrage aan het verbeteren van de productiviteit en het concurrentievermogen.

    De belangrijkste uitdagingen die in deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan aan bod komen, hebben betrekking op: I) het beperkte gebruik van AI in bedrijven, met name in kmo’s, ii) het opzetten van algemeen toegankelijke gegevensopslagplaatsen, en iii) de bevordering van publieke en particuliere investeringen in innovatie op het gebied van AI. De component is opgebouwd rond de nationale strategie voor artificiële intelligentie (ENIA), een van de belangrijkste plannen van de digitale agenda van de Spaanse regering (España Digital 2025). Deze component draagt ook bij tot het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen, met name het verkleinen van de genderkloof (door middel van acties gericht op vrouwen), de digitale kloof, de ecologische transitie en territoriale cohesie.

    Vanuit dit oogpunt heeft deze component tot doel:

    a)Spanje te positioneren als toonaangevend land op het gebied van wetenschappelijke excellentie en innovatie op het gebied van AI op interdisciplinaire wijze;

    b)wereldwijd het voortouw nemen bij de ontwikkeling van instrumenten, technologieën en toepassingen voor de projectie en het gebruik van de Spaanse taal op het gebied van AI;

    c)het scheppen van gekwalificeerde banen te bevorderen, opleiding en onderwijs te stimuleren, Spaans talent te stimuleren en wereldwijd talent aan te trekken;

    d)AI te integreren als een factor voor het verbeteren van de productiviteit van de Spaanse particuliere sector, de efficiëntie van het openbaar bestuur en als aanjager van duurzame en inclusieve economische groei;

    e)een klimaat van vertrouwen creëren met betrekking tot AI, zowel wat technologische ontwikkeling, regelgeving als sociale impact betreft;

    f)het wereldwijde debat over technologisch humanisme stimuleren door het opzetten van en deelnemen aan fora en outreachactiviteiten voor de ontwikkeling van een ethisch kader dat de individuele en collectieve rechten van burgers waarborgt;

    g)AI in staat stellen om de grote uitdagingen van de samenleving aan te pakken en met name de genderkloof en de digitale kloof te verkleinen, de ecologische transitie en de territoriale cohesie te ondersteunen.

    Deze component heeft betrekking op de landspecifieke aanbevelingen inzake het bevorderen van investeringen in innovatie (landspecifieke aanbeveling 3 2019), het verbeteren van de toegang tot digitaal leren (landspecifieke aanbeveling 2 2020) en het bevorderen van publieke en particuliere investeringen en het bevorderen van de digitale transitie (landspecifieke aanbeveling 3 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    P.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C16.R1) — Nationale AI-strategie

    Het doel van deze alomvattende maatregel is het kader vast te stellen voor de uitvoering van een betrouwbare, transparante en inclusieve nationale AI-strategie die de naleving van fundamentele beginselen en waarden waarborgt en rekening houdt met de collectieve aspiraties van burgers. Daartoe omvat de maatregel drie wetgevingshervormingen om het regelgevings- en ethisch kader inzake AI vast te stellen en negen investeringsprojecten ter ondersteuning van de ontwikkeling en toepassing van op AI gebaseerde technologieën in de Spaanse economie en samenleving, zoals projecten op het gebied van vaardigheden, talenten en infrastructuur.

    Deze acties zijn onderverdeeld in vijf beleidshefbomen:

    ·Regelgevings- en ethisch kader (rechtshandelingen):

    a)de nationale AI-strategie (ENIA): een nationaal plan van acties en hervormingen voor de invoering en uitbreiding van op AI gebaseerde technologieën in de Spaanse economie en samenleving door de oprichting van de adviesraad voor artificiële intelligentie;

    b)testomgevingen voor regelgeving: het ontwikkelen van de nodige wetgevingshandelingen om testomgevingen voor regelgeving voor de toepassing van AI mogelijk te maken. Veilige omgevingen of testomgevingen worden gebruikt voor de invoering van nieuwe processen en diensten op basis van gegevens, zowel in de publieke als in de privésfeer. Veilige omgevingen en testomgevingen kunnen worden benut door overheidsinstanties, gebruikers van AI en door de makers van gegevensopslagplaatsen, mogelijk als onderdeel van het netwerk van digitale-innovatiehubs om nieuwe producten en toepassingen in te voeren en te reguleren;

    c)AI-waarnemingspost en vertrouwenscertificering: met inbegrip van de ontwikkeling van i) een beschermingsplan voor kwetsbare groepen op het gebied van AI, met inbegrip van arbeids- en sociale rechten en de behoeften van vrouwen, ii) een plan om het bewustzijn van en het vertrouwen in AI te vergroten, iii) waarnemingsposten voor de ethische en regelgevingseffecten van algoritmen waarin AI is verwerkt, iv) betrouwbare AI-certificering en zeehondenarchitectuur voor AI-producten en -diensten, en v) het opstellen en bevorderen van het Handvest van digitale rechten.

    d)De oprichting van een Spaans agentschap (AESIA) voor de bewaking van de artificiële-intelligentiesystemen, die in dienst zijn van zowel de publieke als de particuliere sector. Het agentschap voert met name ten minste toezicht op en bevordert de waarborging van rechten met betrekking tot AI, interpreteert de resultaten van de ontwikkeling van testomgevingen voor regelgeving en voert evaluaties uit van de ontwikkeling van AI met het oog op de verdere ontwikkeling van regelgeving en gidsen voor AI.

    ·Bevordering van O & O op het gebied van AI (projecten):

    e)O & O-I-missies: financiering van projecten voor industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling op het gebied van AI met het oog op de aanpak van de in ENIA bedoelde grote maatschappelijke uitdagingen of landenmissies (d.w.z. genderkloof, ecologische transitie, territoriale structuur en digitale kloof) in sectoren met een grote relevantie en grote capaciteit voor ontwrichting en impact (d.w.z. energie, mobiliteit, biomedische geneeskunde, klimaat, agrovoeding, gezondheid, toerisme en horeca);

    f)multidisciplinair AI-instituut: de oprichting van een multidisciplinair onderzoekscentrum dat AI samen met andere wetenschappen integreert, met bijzondere aandacht voor neurotechnologieën;

    g)netwerk van excellentie op het gebied van AI: de oprichting van een Spaans expertisenetwerk op het gebied van AI, met interdisciplinaire opleiding en programma’s voor hoge specialisatie en mechanismen voor de aanwerving en het behoud van talenten die op een geïntegreerde manier werken om onderzoek op nationaal niveau te coördineren.

    ·Het aantrekken van talenten (projecten):

    h)Spain Talent Hub: de oprichting van een informatiennode om talent op het gebied van AI aan te trekken en te behouden, de Spaanse talenthub, die naar verwachting zal dienen als contactpunt voor de aanwerving en verbetering van talenten en buitenlandse investeringen, met bijzondere aandacht voor de behoeften van vrouwen, en investeringen met een sociale impact;

    i)Academische leerstoelen: financiering van de oprichting van 10 tot 15 tijdelijke academische leerstoelen tussen 1 januari 2021 en 31 december 2023, met bijzondere aandacht voor kernthema’s zoals de impact van AI op de democratie, opkomende AI-trends, AI-systeembeoordelingen, hybridisatie van hersenen en biomedische AI.

    ·Gegevens- en technologie-infrastructuur (projecten):

    j)Plan voor natuurtaaltechnologie: het doel is de ontwikkeling van de natuurlijke taalverwerkende industrie en van systemen voor machinevertaling en conversatie in Spanje, met name in het Spaans en de andere officiële talen;

    k)versterking van de strategische capaciteiten van supercomputers: ontwikkeling van een programma om de toegang tot en het gebruik door kleine en middelgrote ondernemingen en het bedrijfsleven van supercomputingcentra in verschillende regio’s (zoals Extremadura, Galicië en Aragon) te vergemakkelijken, alsook de invoering van Quantum Computing in projecten van verschillende thema’s, waaronder mobiliteit en klimaatverandering. Daarnaast wordt in het kader van PERTE Chip de ontwikkeling van kwantumchips versterkt door O & O te ondersteunen bij de ontwikkeling van kwantumchiptechnologieën van de nieuwe generatie.

    ·Integratie van AI in waardeketens (projecten):

    l)oproep tot het indienen van subsidies voor de integratie van AI in waardeketens: steunprogramma ter financiering van experimentele ontwikkelingsprojecten waarvan de technologische rijpheid overeenkomt met de TRL-niveaus 6, 7 en 8. De financiering van projecten op deze technologische maturiteitsniveaus vormt een sterke steun voor producten die dicht bij de marktintroductie kunnen staan en dus naar de waardeketen kunnen worden overgeheveld;

    m)Nationaal programma voor groene algoritmen: een steunprogramma voor de ontwikkeling van groene algoritmen om de energie-efficiëntie te maximaliseren en de milieueffecten van AI-modellen te verminderen, en tegelijkertijd het gebruik van deze technologie te ondersteunen om verschillende milieu-uitdagingen het hoofd te bieden.

    De hervormingen en investeringen worden uitgevoerd door middel van i) oproepen tot het indienen van subsidies, O & O-missies, de integratie van AI in waardeketens en de ontwikkeling van kwantumchiptechnologieën van de nieuwe generatie; II) conventies, voor gegevens- en technologie-infrastructuur; III) aanbestedingen, voor het regelgevings- en ethisch kader, het nationale programma voor groene algoritmen en het plan voor natuurlijke talen; en iv) consortia, voor het multidisciplinaire AI-instituut.

    De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 30 juni 2026 voltooid.

    P.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelpunt

    Q

    Jaar

    249

    C16.R1

    M

    Nationale strategie voor kunstmatige intelligentie

    Publicatie in het PB

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2020

    Publicatie van de nationale strategie voor AI. De strategie heeft de volgende doelstellingen: 
    1. Spanje positioneren als land dat zich inzet voor de bevordering van wetenschappelijke excellentie en innovatie op het gebied van AI. 
    2. Projectie van de Spaanse taal in AI. 
    3. Het scheppen van gekwalificeerde banen, het stimuleren en aantrekken van talent, met bijzondere aandacht voor vrouwen. 
    4. Opname van AI in het productiesysteem om de productiviteit van het Spaanse bedrijfsleven te verbeteren. 
    5. Totstandbrenging van een betrouwbare omgeving met betrekking tot AI. 
    6. Ontwikkeling van een ethisch kader dat de individuele en collectieve rechten van burgers op het gebied van AI waarborgt. 
    7. Het versterken van inclusieve en duurzame AI; met name om de genderkloof en de digitale kloof te dichten en de ecologische transitie en territoriale cohesie te ondersteunen.

    250

    C16.R1

    M

    Handvest van digitale rechten

    Publicatie in het PB

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Goedkeuring door de Spaanse regering en publicatie op de officiële webpagina van het Handvest van de digitale rechten. Het Handvest is niet normatief van aard, maar is bedoeld om de nieuwe uitdagingen op het gebied van toepassing en interpretatie die de aanpassing van rechten aan de digitale omgeving met zich meebrengt, te erkennen en in dit verband beginselen en beleidsmaatregelen voor te stellen. Daarnaast zal zij ook een referentiekader voorstellen voor het optreden van de overheid, waarbij alle mogelijkheden en kansen van de huidige digitale omgeving worden benut en ontwikkeld en tegelijkertijd de risico’s ervan worden afgewend.

    251

    C16.R1

    M

    Ondersteuning van projecten op het gebied van kunstmatige intelligentie

    Publicatie en financiering van de subsidies van het programma

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste 500 000 000 EUR vastgelegd voor subsidies voor projecten op het gebied van O & O-projecten op het gebied van artificiële intelligentie, de Spaanse AI-talenthub, multidisciplinair instituut voor AI, een netwerk van excellentie op het gebied van AI, een plan voor technologie voor natuurlijke talen, academische voorzitters, waarnemingsposten, betrouwbare AI-certificering en -zegels, een beschermingsplan voor kwetsbare groepen in AI, een plan voor AI-bewustzijn en -vertrouwen, kwantumcomputing en een nationaal programma voor groene algoritmen.

    458

    C16.R1

    M

    Testomgevingen voor regelgeving en het Spaanse Agentschap voor toezicht op artificiële intelligentie (AESIA)

    Publicatie in het PB

    KWARTAAL 4

    2024

    Bekendmaking in het PB van de nodige wetgevingshandelingen om testomgevingen voor regelgeving voor de toepassing van AI mogelijk te maken, en van een koninklijk besluit tot goedkeuring van de interne statuten van het Spaanse agentschap voor toezicht op artificiële intelligentie. Deze omvatten: de aard en de juridische regeling van het agentschap (waarbij het zijn publieke rechtspersoonlijkheid, zijn eigen activa en zijn beheersautonomie verleent); het doel, het doel en de competenties ervan; de biologische structuur en het selectieproces; haar patrimonium, financieel en contractsregime; en haar economisch-budgettair beheer en -toezicht.

    252

    C16.R1

    T

    Landenmissies waarop deze betrekking hebben

    Aantal

    0

    7

    KWARTAAL 1

    2026

    Ten minste 7 projecten gefinancierd voor specifieke landenmissies met innovatieve KI-gestuurde oplossingen om vastgestelde problemen in deze missies aan te pakken: gezondheid, industrie, milieu, samenleving, energie, landbouw en economie, projecten worden uitgevoerd met financiering van samenwerkingsprojecten ter hoogte van ongeveer 10 000 000 tot 15 000 000 EUR.

    253

    C16.R1

    M

    Voltooiing van projecten op het gebied van kunstmatige intelligentie

    Kennisgeving van voltooiing van investeringsprojecten

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2026

    Voltooiing van projecten op het gebied van O & O op het gebied van artificiële intelligentie, Spanje, AI-talenthub, multidisciplinair instituut voor AI, een netwerk van excellentie op het gebied van AI, een plan voor natuurtaaltechnologie, academische stoelen, waarnemingsposten, betrouwbare AI-certificering en -verzegeling, een beschermingsplan voor kwetsbare groepen op het gebied van AI, een nationaal programma voor AI-bewustzijn en -vertrouwen, kwantumcomputing en groene algoritmen, overeenkomstig de criteria van de aanbestedingen (Milestone # 251).

    457

    C16.R1

    T

    PERTE CHIP. Versterking van het kwantumecosysteem.

    Miljoen EUR

    0

    36

    KWARTAAL 2

    2026

    Uitbetaling van ten minste 36 000 000 EUR voor O & O-I-projecten op het gebied van kwantumtechnologieën van de nieuwe generatie, met inbegrip van steun voor de ontwikkeling van kwantumhardware, software en kwantummiddleware, de ontwikkeling van alternatieve cubits en bijbehorende noodzakelijke proeflijnen, kwantumcommunicatie en cryptografie, kwantuminternettechnologieën, metrologie en kwantumdetectie.

    Q. COMPONENT 17: Wetenschap, technologie en innovatie

    In de Spaanse strategie voor wetenschap, technologie en innovatie 2021-2027 wordt uitgegaan van een aanzienlijke groei van de investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Spanje, tot 2,12 % van het bbp in 2027. In dit verband is de belangrijkste doelstelling van deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan het verbeteren van het Spaanse systeem van wetenschap, technologie en innovatie door de governance ervan te hervormen, de coördinatie tussen de actoren te verbeteren, de doeltreffendheid ervan te vergroten en de investeringen in O & O-I te versnellen aan de hand van de volgende elementen:

    a)De ontwikkeling van een duidelijk en voorspelbaar regelgevingskader dat de governance van de sector verbetert, de doeltreffendheid van het overheidsbeleid op het gebied van O & O-I vergroot, de kennisoverdracht verbetert en investeringen in O & O-I bevordert;

    b)investeringen in infrastructuur, uitrusting en menselijk kapitaal;

    c)investeringen in kennisoverdracht, regionale O & O-I-, nationale O & O-I-projecten en publiek-private partnerschappen; en het

    d)de investeringen in O & O in de strategische sectoren gezondheid, milieu, klimaatverandering en energie, micro-elektronica en halfgeleiders, duurzame automobiel- en lucht- en ruimtevaart.

    In deze component wordt ingegaan op de landspecifieke aanbevelingen inzake de bevordering van investeringen in innovatie en energie-efficiëntie en inzake het verbeteren van de doeltreffendheid van het beleid ter ondersteuning van onderzoek en innovatie (landspecifieke aanbeveling 3 2019), het bevorderen van publieke en private investeringen en onderzoek en innovatie (landspecifieke aanbeveling 3 2020), het verbeteren van de coördinatie van alle bestuursniveaus (landspecifieke aanbeveling 4 2020) en het toespitsen van investeringen in de groene en de digitale transitie, met name op het bevorderen van onderzoek en innovatie (landspecifieke aanbeveling 3 2021).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de mitigerende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    VRAAG 1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C17.R1): Hervorming van de wet inzake wetenschap, technologie en innovatie

    Het doel van deze maatregel is het regelgevingskader voor de sector wetenschap, technologie en innovatie te versterken, teneinde het bestuur en de coördinatie van de sector te verbeteren, een aantrekkelijke wetenschappelijke loopbaan te creëren en de kennisoverdracht van onderzoek naar toegepaste producten/diensten voor de samenleving te verbeteren. Spanje actualiseert met name Wet 14/2011 inzake wetenschap, technologie en innovatie, verbetering van de coördinatie van het wetenschaps-, onderzoeks- en innovatiebeleid, verbetering van de governance en coördinatie van het Spaanse systeem voor wetenschap, technologie en innovatie, invoering van een nieuwe wetenschappelijke loopbaan en verbetering van de kennisoverdracht.

    Deze maatregel houdt verband met de hieronder beschreven investeringen in C17.I1, C17.I4 en C17.I5.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 30 juni 2022 zijn voltooid.

    Hervorming 2 (C17.R2): Spaanse strategie voor wetenschap, technologie en innovatie 2021-2027 en geavanceerde ontwikkeling van het informatiesysteem voor wetenschap, technologie en innovatie

    De maatregel omvat de goedkeuring door de Spaanse regering van de Spaanse strategie voor wetenschap, technologie en innovatie 2021-2027. De strategie bevat de algemene doelstellingen voor de sector in de periode 2021-2027. Om de kennisoverdracht te verbeteren, zijn in de strategie voorheen gescheiden strategieën voor wetenschap en technologie en een strategie voor innovatie samengevoegd. De strategie biedt een overkoepelend kader voor zowel nationale als regionale O & O-plannen. Daartoe heeft Spanje in het kader van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) een strategie voor slimme specialisatie van Spanje vastgesteld, die de structuur biedt voor de komende regionale strategieën voor slimme specialisatie.

    De Raad voor Wetenschaps-, Technologie- en Innovatiebeleid, voorgezeten door het ministerie van Wetenschap en Innovatie, met vertegenwoordigers van belangrijke ministeries en regio’s, heeft de strategie ontwikkeld. Over de strategie is overleg gepleegd met de belangrijkste belanghebbenden, waaronder de particuliere sector, openbare onderzoeksorganisaties en het maatschappelijk middenveld. Om de strategie te monitoren en te evalueren is een comité opgericht met vertegenwoordigers van de staat, de regio’s, de economische en sociale actoren, de wetenschappelijke en innovatieve gemeenschap en het maatschappelijk middenveld.

    De strategie voorziet in jaarlijkse monitoringverslagen, een tussentijdse evaluatie (uiterlijk in december 2023) en een eindevaluatie van de strategie wordt openbaar gemaakt. In de evaluaties zal ook aandacht worden besteed aan de vooruitgang die is geboekt bij de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen aan Spanje op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Daarnaast heeft deze maatregel specifiek tot doel het informatiesysteem voor wetenschap, technologie en innovatie te verbeteren en de gegevensverzameling en -analyse voor het toezicht op de Spaanse strategie voor wetenschap, technologie en innovatie te verbeteren.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 3 (C17.R3): Reorganisatie van openbare onderzoeksorganisaties en rationalisering van hun structuur en werking

    Het doel van deze maatregel is de doeltreffendheid van openbare onderzoeksorganisaties te vergroten, na een analyse van de uitdagingen, door middel van de reorganisatie van de PRO’s, met inbegrip van hun bestuursstructuur. Begin 2021 heeft een comité van deskundigen een analyse van de PRO’s uitgevoerd en geconcludeerd dat grotere, onafhankelijke en flexibele onderzoeksagentschappen betere structuren hadden om te concurreren.

    Na deze analyse neemt Spanje drie PRO’s op in de Spaanse Nationale Onderzoeksraad (Centro Superior de Investigaciones Científicas, CSIC): het Instituto Nacional de Investigación y Tecnología Agraria (Instituto Nacional de Investigación y Tecnología Agraria, INIA), het Spaanse Instituut voor oceanografie (Instituto Español de Oceanografía, IEO) en het Spaanse instituut voor geologische en mijnbouw (Instituto Geológico Minero de España, IGME). Deze reorganisatie versterkt de capaciteit van deskundigen op het gebied van het visserijbeleid, de agrovoedingssector en de ecologische transitie van Spanje. De drie PRO’s hebben de wettelijke regeling van een overheidsagentschap, dat voorziet in meer flexibiliteit en een prestatiegericht kader dat is vastgelegd in een meerjarige beheersovereenkomst. Voorts voert Spanje prestatiegericht begroten in. De hervorming versterkt het bestuur, de evaluatie van de prestaties en de controle van de resulterende entiteit.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.

    Investering 1 (C17.I1): Aanvullende onderzoeks- en ontwikkelingsplannen met autonome gemeenschappen

    Het doel van deze maatregel is de coördinatie van het niveau van de staat met regio’s op het gebied van O & O-I te bevorderen door middel van de vaststelling van aanvullende O & O-plannen die moeten worden medegefinancierd door de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de regio’s. Dit nieuwe instrument zal ook de samenwerking tussen regio’s bevorderen, aangezien zij gemeenschappelijke prioriteiten vaststellen in het kader van hun respectieve regionale strategieën voor slimme specialisatie (RIS3).

    In overeenstemming met de Spaanse strategie voor wetenschap, technologie en innovatie 2021-2027 moeten de aanvullende plannen het genereren van kennis en technologische innovatie, de coördinatie van de verschillende bestuursniveaus verbeteren en de territoriale economische transformatie op de volgende strategische gebieden stimuleren: kwantumcommunicatie, energie en groene waterstof, agrovoeding, biodiversiteit, astrofysica en hoog-energetische fysica, mariene wetenschap, materiaalwetenschap en biotechnologie toegepast op gezondheid. Om territoriale synergieën tot stand te brengen, voorzien de aanvullende plannen in de deelname van verschillende regio’s aan een programma, met de mogelijkheid om aan verschillende programma’s deel te nemen. Het is dus mogelijk om in verschillende plannen specifieke regionale capaciteiten op te nemen en te benutten. De plannen hebben een looptijd van twee of drie jaar en vereisen medefinancieringsverplichtingen van de regio’s.

    De acties in het kader van deze investering omvatten de ondertekening van acht financiële overeenkomsten tussen het ministerie van Wetenschap en Innovatie en de regio’s.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

    Investering 2 (C17.I2): Versterking van de capaciteit, infrastructuur en uitrusting van het staatssysteem voor wetenschap, technologie en innovatie

    Deze investering is gericht op de beschikbaarstelling, verbetering en actualisering van de technische wetenschappelijke uitrusting en infrastructuur van het O & O-I-systeem, teneinde het onderzoek van topkwaliteit te vergemakkelijken en het concurrentievermogen van het systeem te verbeteren.

    Deze investering ondersteunt de infrastructuur en uitrusting van de sector wetenschap, technologie en innovatie door middel van oproepen tot het indienen van voorstellen. De investering financiert ook het herstel, de actualisering of de nieuwe strategische nationale infrastructuur, zoals: een infrastructuur voor bioveiligheidsniveau 3 om het hoofd te bieden aan de nieuwe uitdagingen van overdraagbare ziekteverwekkers, de bouw van een nieuwe fytogenetische plant, de oprichting van een nieuw centrum voor geavanceerde optische producten en de modernisering van de infrastructuur van het Centro de Investigaciones Energéticas, Medioambientales y Tecnológicas (CIEMAT) met de nodige infrastructuur om onderzoek naar hernieuwbare energie uit te voeren. Specifieke acties in het kader van deze te ondersteunen investering omvatten grote wetenschappelijke infrastructuren in Spanje, met name die welke zijn opgenomen in de „kaart van unieke wetenschappelijke en technische infrastructuur” (ICTS)(Mapa de Infraestructuras Científicas y Técnicas Singulares). Voorts wordt met de investering steun verleend aan onder meer Europese en internationale infrastructuur zoals CERN en Deep Underground Neutrino Experiment.

    Daarnaast omvat de investering een reeks oproepen tot het indienen van subsidies om de internationaliseringscapaciteit van het Spaanse O & O-I-systeem te vergroten, waaronder: oproep tot het indienen van voorstellen voor Europees projectbeheer, oproep voor Europe Research 2020, oproep voor Europe Excellence 2020, 2022 en 2023. De investering voorziet ook in de digitalisering van het O & O-beheer.

    De acties in het kader van deze investering vinden plaats met oproepen tot het indienen van voorstellen en directe overheidsinvesteringen.

    Daarnaast ondersteunen de investeringen, in het kader van het strategisch project voor het herstel en de economische transformatie (PERTE Chip), onderzoeksontwikkelings- en innovatieprojecten in de waardeketen van de halfgeleider- en micro-elektronicasector. Er zullen met name investeringen worden gedaan in de bouw, vergroting van de oppervlakte, versterking van bestaande infrastructuur en uitrusting op het gebied van schone ruimten (Nationaal Centrum voor micro-elektronica van de CSIC en de unieke wetenschappelijke en technische infrastructuur (ICTS) Distributed MICRONANOFABS), en in acties ter versterking van de capaciteit op het gebied van halfgeleiders in verband met supercomputing (Mare Nostrum 5, het Spaanse netwerk van supercomputers (RES) en het nationaal netwerk van communicatie voor onderwijs en onderzoek (RedIRIS), alsook in de Spaanse bijdrage aan de gemeenschappelijke onderneming voor de kaderovereenkomst voor de ontwikkeling van een grootschalig Europees initiatief voor high-performance computing met een ecosysteem gebaseerd op RISC-V.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    Investering 3 (C17.I3): Nieuwe particuliere, interdisciplinaire, openbare O & O-I-projecten, concepttests en de toekenning van steun als gevolg van internationale vergelijkende oproepen. Baanbrekende O & O gericht op maatschappelijke uitdagingen. Precommerciële overheidsopdrachten

    Het doel van de acties in het kader van deze investering is het versterken van het genereren van kennis, kennisoverdracht en publiek-private partnerschappen op het gebied van O & O. Met de acties in het kader van deze investering wordt de onderzoeks- en innovatieactiviteit in de particuliere sector geïntensiveerd en wordt de samenwerking tussen openbare onderzoeksorganisaties en de particuliere sector versterkt. De maatregel heeft ook tot doel de O & O-activiteiten op strategische gebieden, zoals de groene en de digitale transitie, te vergroten en de internationalisering van Spaanse onderzoeksgroepen te bevorderen.

    In het kader van deze investering zijn negen oproepen tot het indienen van voorstellen gepland: 1) een oproep tot het indienen van conceptproeven dient ter financiering van projecten in de vroege stadia van de preconcurrentiële ontwikkeling om de omzetting van wetenschappelijke kennis in producten of diensten te versnellen, 2) een oproep tot het indienen van interdisciplinaire projecten voor de financiering van projecten door publiek-private consortia die het Spaanse concurrentievermogen op het gebied van O, O & O-I versterken, 3) een oproep tot het indienen van O & O-II-projecten in verband met de groene en de digitale transitie, 4) een oproep voor publiek-private samenwerkingsprojecten ter financiering van projecten met een hoger niveau van technologische paraatheid gericht op het bereiken van marktgerichte resultaten; 5) een oproep tot het indienen van internationale samenwerkingsprojecten ter financiering van projecten van Spaanse publieke onderzoekers die deel uitmaken van projecten die zijn geselecteerd voor financiering door de partnerschappen Horizon 2020 en Horizon Europa, 6) een oproep tot het indienen van O & O om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken, waaronder bijvoorbeeld veilige, efficiënte en schone energie of cyberbeveiliging, 7) een oproep voor de financiering van precommerciële overheidsopdrachten met de oproep tot het indienen van een Alliantie voor innovatie, 8) een oproep tot het indienen van O & O-II-projecten op het gebied van halfgeleiders („Missions for Science and Innovation linked to the PERTE Chip”), en 9) een oproep tot het indienen van conceptbewijzen op het gebied van halfgeleiders.

    De investeringen in het kader van deze maatregel vinden plaats in de periode 2020-2026, met oproepen tot het indienen van voorstellen en precommerciële overheidsopdrachten die in de periode 2020-2025 moeten worden geconcentreerd, en de uitvoering van enkele van de complexere investeringen loopt tot 2026.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 160 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 161 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 162 en installaties voor mechanische biologische behandeling 163 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. In de taakomschrijving wordt bovendien bepaald dat alleen activiteiten mogen worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De volgende O & O-I-acties in het kader van deze investering worden geacht in overeenstemming te zijn met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01): I) de O & O-acties in het kader van deze investering die leiden tot technologisch neutrale resultaten op het niveau van de toepassing ervan; II) de O & O-I-acties in het kader van deze investering ter ondersteuning van alternatieven met geringe milieueffecten waarvoor deze bestaan; of iii) de O & O-I-acties in het kader van deze investering die in de eerste plaats gericht zijn op de ontwikkeling van alternatieven met de laagst mogelijke milieueffecten in de sector voor activiteiten waarvoor er geen technologisch en economisch haalbaar alternatief met een lage impact bestaat.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    Investering 4 (C17.I4): Nieuwe wetenschappelijke carrière

    Het doel van deze investering is het bevorderen van een stabiele wetenschappelijke loopbaan. Het houdt verband met C17.R1. De geactualiseerde wetenschapswet omvat een nieuwe wetenschappelijke loopbaan in Spanje, die een kader biedt voor alle onderzoeksmedewerkers, met inbegrip van universitair personeel. Het systeem zorgt voor transparantie bij de aanstelling van personeel, flexibiliteit, mobiliteit en stabiliteit in de onderzoeksloopbaan.

    De steun wordt verleend in de vorm van subsidies die worden toegekend via vergelijkende oproepen tot het indienen van voorstellen in het kader van de volgende programma’s: 1) Doctores Industriales, een vierjarig programma voor promovendi in het bedrijf (50 plaatsen), 2) Torres Quevedo-beurs, een driejarig programma voor PhD-onderzoekers in het bedrijf (170 plaatsen), 3) een opleidingsbeurs van Juan de la Cierva, een tweejarig programma voor promovendi in academische instellingen, omvat een mobiliteitsbeurs (1,200 plaatsen), en 4) de inrichtingsbeurs Juan de la Cierva, een driejarig programma voor PhD in academische instellingen, omvat een onderzoeksbeurs (650 plaatsen). Deze maatregel omvat ook een opstartpakket voor onderzoek voor 750 onderzoekers met stabiele contracten bij academische instellingen of openbare onderzoeksorganisaties, alsook een specifiek onderzoekspakket voor 25 onderzoekers op het gebied van micro-elektronica en halfgeleiders. De acties in het kader van deze investering vinden plaats met oproepen tot het indienen van vergelijkende subsidies.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    Investering 5 (C17.I5): Kennisoverdracht

    Het doel van deze investering is technologieoverdracht te bevorderen en de overdracht van onderzoeksresultaten op het gebied van innovatieve technologieën te ondersteunen. Deze investering houdt verband met hervorming C17.R1; de geactualiseerde wetenschapswet ondersteunt kennisoverdracht door de mobiliteit van onderzoekers te stimuleren, een flexibel juridisch instrument te creëren om samen te investeren in technologische start-ups, en de stimuleringsstructuur zodanig te veranderen dat kennisoverdracht naar behoren wordt erkend in de beloning van de onderzoeker, samen met de traditionele onderzoeksactiviteit.

    Deze maatregelen omvatten zes specifieke acties om kennisoverdracht te verbeteren: 1) de oproep „Innovatie-ecosystemen op basis van Cervera Network of Excellence”, 2) verbetering van de capaciteiten en oriëntatie van de bureaus voor de overdracht van onderzoeksresultaten, 3) de oproep om Cervera subsidies te verlenen aan technologiecentra, onderzoekscentra en kmo’s en midcaps om O & O in prioritaire technologieën uit te voeren, 4) steun aan Spaanse kmo’s met het Europese excellentiekeurmerk, 5) risicokapitaalsteun voor mede-investeringen en investeringen in bedrijven met strategische technologieën door middel van een fonds voor technologieoverdracht, en 6) steun aan NEOTEC, een lopend O & O-kaderprogramma ter ondersteuning van de oprichting en consolidatie van op technologie gebaseerde ondernemingen.

    De acties in het kader van deze investering vinden voornamelijk plaats met oproepen tot het indienen van voorstellen.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 164 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 165 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 166 en installaties voor mechanische biologische behandeling 167 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De volgende O & O-I-acties in het kader van deze investering worden geacht in overeenstemming te zijn met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01): I) de O & O-acties in het kader van deze investering die leiden tot technologisch neutrale resultaten op het niveau van de toepassing ervan; II) de O & O-I-acties in het kader van deze investering ter ondersteuning van alternatieven met geringe milieueffecten waarvoor deze bestaan; of iii) de O & O-I-acties in het kader van deze investering die in de eerste plaats gericht zijn op de ontwikkeling van alternatieven met de laagst mogelijke milieueffecten in de sector voor activiteiten waarvoor er geen technologisch en economisch haalbaar alternatief met een lage impact bestaat.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 6 (C17.I6): Gezondheid

    Het doel van deze investering is de ontwikkeling van onderzoek en innovatie in de gezondheidssector te bevorderen. De maatregel omvat de volgende actielijnen:

    1) investeringen op het gebied van geavanceerde therapieën, opkomende geneesmiddelen en gepersonaliseerde geneeskunde;

    2) maatregelen ter versterking van de strategische capaciteiten en internationalisering van het nationale gezondheidsstelsel;

    3) acties ter ondersteuning van de capaciteit om infectieziekten en mondiale bedreigingen te bestrijden door het Instituto de Salud Carlos III, met name het Nationaal Centrum voor Microbiologie, het Nationaal Centrum voor Epidemiologie en de Nationale School voor Beroepsgeneeskunde en de Nationale School voor Gezondheid;

    4) deelname aan het meerlandenproject „The Genome of Europe” in het kader van het „1 miljoen Genomes” -initiatief,

    5) maatregelen voor capaciteitsopbouw in verband met onderzoek naar infectieziekten, andere wereldwijde bedreigingen van de gezondheid en vergrijzing;

    6) acties in het kader van PERTE Vanguard Health om: de industriële capaciteiten in de gezondheidssector versterken en internationaliseren door steun te verlenen aan de Spaanse deelname aan meerlandenprojecten op het gebied van O, O & O-I, ii) steun voor onderzoek en ontwikkeling in verband met de diagnose van zeldzame ziekten, iii) ondersteuning van O & O op het gebied van gepersonaliseerde precisiegeneeskunde, iv) ontwikkeling van een Proteomics en Metabolomics Platform bij het Instituto de Salud Carlos III (ISCIII), v) de actualisering, uitbreiding en verbetering van de infrastructuur voor menselijke biomonitoring van ISCIII, en vi) ontwikkeling en modernisering van Patient Oriented Clinical Research Units, en

    7) het niet-terugvorderbare deel van de leningen aan de gezondheidssector, als aanvulling op investering C17.I10 (leningen aan de gezondheids- en ruimtevaartindustrie).

    De acties in het kader van deze investering vinden plaats met oproepen tot het indienen van voorstellen, risicokapitaal, publieke en particuliere investeringen en directe overheidsinvesteringen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    Investering 7 (C17.I7): Milieu, klimaatverandering en energie

    Het doel van deze maatregel is de ontwikkeling van onderzoek en innovatie in de milieu-, klimaatveranderings- en energiesector te bevorderen. De maatregel ondersteunt: 1) O & I-projecten in verband met duurzame kunststoffen in een circulaire economie, de productie van alternatieve kunststoffen en duurzaam beheer van kunststofafval, 2) een project inzake klimaatverandering en de gevolgen voor waterreserves, 3) een project inzake hoogtechnologische componenten in de energietransitie, waarbij met name wordt gekeken naar energieopslag en de ontwikkeling van prototypes voor CO2-afvang uit emissies van industriële processen in energie-intensieve industrieën door Consejo Superior de Investigaciones Científicas (CSIC). Wanneer het gaat om installaties in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS), bereiken zij de verwachte broeikasgasemissies die ten minste lager zijn dan de relevante benchmarks 168 , en worden activiteiten met betrekking tot fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik, uitgesloten 169 , 4) een onderzoeksproject inzake strategische metalen voor de energietransitie, en 5) de oprichting van een O & O-centrum voor energieopslag in Extremadura met als doel de technologische en wetenschappelijke respons op het beheer van de productie van groene energie te stimuleren, met name wat industriële toepassingen van waterstof betreft, alsook de productie, de opslag en het vervoer van groene waterstof. De maatregel ondersteunt ook capaciteitsopbouw in het centrum om wetenschappers en onderzoekers op te leiden op het gebied van energie en energieopslag.

    De acties in het kader van deze investering vinden plaats als aanbestedingen.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 170 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 171 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 172 en installaties voor mechanische biologische behandeling 173 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De volgende O & O-I-acties in het kader van deze investering worden geacht in overeenstemming te zijn met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01): I) de O & O-acties in het kader van deze investering die leiden tot technologisch neutrale resultaten op het niveau van de toepassing ervan; II) de O & O-I-acties in het kader van deze investering ter ondersteuning van alternatieven met geringe milieueffecten waarvoor deze bestaan; of iii) de O & O-I-acties in het kader van deze investering die in de eerste plaats gericht zijn op de ontwikkeling van alternatieven met de laagst mogelijke milieueffecten in de sector voor activiteiten waarvoor er geen technologisch en economisch haalbaar alternatief met een lage impact bestaat.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 8 (C17.I8): Duurzaam O & O voor de automobielsector

    Het doel van deze maatregel is de ontwikkeling van onderzoek en innovatie in de duurzame automobielsector te bevorderen. De maatregel heeft met name tot doel: 1) de ontwikkeling ondersteunen van onderdelen en platforms die uitsluitend bestemd zijn voor elektrische voertuigen, plug-in hybride en waterstofvoertuigen, 2) onderzoek en ontwikkeling op het gebied van autonoom rijden en geconnecteerde mobiliteit bevorderen door de architectuur van nieuwe hardware- en softwarevoertuigen te ontwikkelen, en 3) aanpassing van de productiegebieden van onderdelen en systemen die uitsluitend bestemd zijn voor elektrische voertuigen, plug-in hybride voertuigen en waterstofvoertuigen. De projecten worden uitgevoerd door consortia van drie tot acht bedrijven (ten minste één moet een kmo zijn), met een looptijd van maximaal drie jaar.

    De acties in het kader van deze investering vinden plaats met oproepen tot het indienen van voorstellen.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 174 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 175 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 176 en installaties voor mechanische biologische behandeling 177 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De volgende O & O-I-acties in het kader van deze investering worden geacht in overeenstemming te zijn met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01): I) de O & O-acties in het kader van deze investering die leiden tot technologisch neutrale resultaten op het niveau van de toepassing ervan; II) de O & O-I-acties in het kader van deze investering ter ondersteuning van alternatieven met geringe milieueffecten waarvoor deze bestaan; of iii) de O & O-I-acties in het kader van deze investering die in de eerste plaats gericht zijn op de ontwikkeling van alternatieven met de laagst mogelijke milieueffecten in de sector voor activiteiten waarvoor er geen technologisch en economisch haalbaar alternatief met een lage impact bestaat.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2024 zijn voltooid.

    Investering 9 (C17.I9): Ruimtevaart

    Het doel van deze maatregel is de ontwikkeling van onderzoek en innovatie in de lucht- en ruimtevaartsector te bevorderen, waarbij de acties in het kader van deze investering vooral gericht zijn op koolstofvrije of koolstofarme ruimtevaarttechnologieën en luchtvaart. De maatregel is gericht op de verbetering van de industriële capaciteit in verband met toekomstige emissiearme en emissievrije luchtvaartuigen, kritieke technologische ontwikkelingen met betrekking tot onbemande luchtvaartuigen, inschepingssystemen, multifunctionele vliegtuigen en geavanceerde productiesystemen die de totstandbrenging van digitale tweelingen omvatten, de bevordering van efficiëntie en een lager verbruik van hulpbronnen of een lager milieueffect. In het kader van het nationale programma voor ruimtevaarttechnologie ondersteunt de maatregel ook de lucht- en ruimtevaartindustrie door de financiering van O & O-I, de actualisering van de productiecapaciteit, digitalisering en technologie, alsmede de ontwikkeling en toepassing van groene technologieën die bijdragen tot de duurzaamheid van de sector. Interessegebieden zijn onder meer toegang tot de ruimte, aardobservatie, optische en beveiligde communicatiesystemen en satellietconstellaties. De acties in het kader van deze investering vinden plaats met oproepen tot het indienen van voorstellen en overheidsopdrachten.

    Daarnaast moet, als aanvulling op investering C17.I10 (leningen aan de gezondheids- en ruimtevaartindustrie), het niet-terugvorderbare deel van de leningen aan de lucht- en ruimtevaartindustrie onder deze investering worden opgenomen.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluiten de subsidiabiliteitscriteria in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten of openbare aanbestedingen de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 178 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 179 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 180 en installaties voor mechanische biologische behandeling 181 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. . De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De volgende O & O-I-acties in het kader van deze investering worden geacht in overeenstemming te zijn met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01): I) de O & O-acties in het kader van deze investering die leiden tot technologisch neutrale resultaten op het niveau van de toepassing ervan; II) de O & O-I-acties in het kader van deze investering ter ondersteuning van alternatieven met geringe milieueffecten waarvoor deze bestaan; of iii) de O & O-I-acties in het kader van deze investering die in de eerste plaats gericht zijn op de ontwikkeling van alternatieven met de laagst mogelijke milieueffecten in de sector voor activiteiten waarvoor er geen technologisch en economisch haalbaar alternatief met een lage impact bestaat.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    VRAAG 2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    254

    C17.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wijziging van Wet 14/2011 van 1 juni betreffende wetenschap, technologie en innovatie.

    Bepaling van de wet inzake de inwerkingtreding

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Inwerkingtreding van de wijziging van de wet inzake wetenschap, technologie en innovatie ter verbetering van de coördinatie tussen de verschillende bestuursniveaus van het wetenschaps-, onderzoeks- en innovatiebeleid, verbetering van de governance en coördinatie van het Spaanse systeem voor wetenschap, technologie en innovatie, invoering van een nieuwe wetenschappelijke loopbaan en verbetering van de kennisoverdracht.

    255

    C17.R2

    M

    Publicatie van de Spaanse strategie voor wetenschap, technologie en innovatie 2021-2027

    Publicatie van de Spaanse strategie voor wetenschap, technologie en innovatie 2021-2027

     

    KWARTAAL 4

    2020

    De Spaanse strategie voor wetenschap, technologie en innovatie (EECTI) bevat de algemene strategie die alle overheidsdiensten, met inbegrip van het regionale en lokale niveau, op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie moeten volgen. De strategie is de strategie voor slimme specialisatie voor Spanje. Er wordt een toezichtcomité voor de strategie opgericht, bestaande uit vertegenwoordigers van de staat, de regio’s, de economische en sociale belanghebbenden en de wetenschappelijke gemeenschap. De strategie is gebaseerd op het beginsel van coördinatie van de verschillende bestuursniveaus en is zo opgezet dat het genderperspectief in O & O wordt gewaarborgd. Zij heeft tot doel de publiek-private samenwerking te versterken, kennisoverdracht te bevorderen, wetenschappelijk talent te behouden en een wetenschappelijke loopbaan te ontwikkelen, te zorgen voor passende fiscale prikkels ter ondersteuning van O & O-I in de particuliere sector en een genderperspectief te integreren.

    256

    C17.R2

    M

    De tussentijdse evaluatie van de Spaanse strategie voor wetenschap, technologie en innovatie 2021-2027

    Overeenkomst in de Consejo de Política Científica, Tecnológica y de Innovación en publicatie van de evaluatie op de website van het ministerie van Wetenschap en Innovatie.

     

    KWARTAAL 4

    2023

    De tussentijdse evaluatie door het toezichtcomité van de Spaanse strategie voor wetenschap, technologie en innovatie 2021-2027 wordt op 2023 december gepubliceerd. De indicatoren die bij de evaluatie moeten worden gebruikt, zijn overeengekomen in de Consejo de Política Científica, Tecnológica y de Innovación (waarin de 17 autonome gemeenschappen vertegenwoordigd zijn), een indicatieve lijst van deze indicatoren en het zoeken naar gegevens is opgenomen in de Spaanse strategie voor wetenschap, technologie en innovatie 2021-2027. Het systeem voor wetenschap, technologie en innovatie wordt gebruikt om gegevens te verzamelen over de vooruitgang die is geboekt bij de uitvoering van de strategie.

    257

    C17.R3

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit betreffende de reorganisatie van openbare onderzoeksorganisaties.

    Bepaling van het koninklijk besluit betreffende de inwerkingtreding

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Inwerkingtreding van het Koninklijk Besluit reorganisatie openbare onderzoeksorganisaties (PRO’s). Doel hiervan is de beheers- en wetenschappelijke adviescapaciteit van de drie PRO’s met een verminderde kritische massa te verbeteren door integratie in een grotere PRO, door: I) het verbeteren van de concurrentiepositie van de resulterende PRO, ii) het verbeteren van de efficiëntie ervan, en iii) het bieden van administratieve flexibiliteit.

    258

    C17.I1

    T

    Overeenkomsten ondertekend door het ministerie van Wetenschap en Innovatie met de autonome gemeenschappen voor de uitvoering van de „aanvullende O & O-plannen”.

    Aantal

    4

    KWARTAAL 4

    2021

    Vier overeenkomsten ondertekend door het ministerie van Wetenschap en Innovatie met de autonome gemeenschappen voor de uitvoering van „aanvullende O & O-plannen” van ten minste 140 000 000 EUR. De overeenkomsten maken strategische coördinatie en synergieën tussen regionale en nationale strategieën voor slimme specialisatie mogelijk.

    259

    C17.I2

    T

    Prijzen voor projecten ter verbetering van de nationale wetenschappelijke infrastructuur en de capaciteit van het Spaanse wetenschaps- en innovatiesysteem, en bilaterale overeenkomsten met internationale entiteiten en andere instrumenten voor de financiering van projecten op het gebied van Europese en internationale infrastructuur.

    Miljoen EUR

    300,2

    KWARTAAL 4

    2022

    Publicatie in de nationale subsidiedatabank van ten minste 255 155 000 EUR, toegekend voor projecten ter verbetering van de nationale wetenschappelijke infrastructuur, de capaciteit van het Spaanse wetenschaps- en innovatiesysteem en overeenkomsten met internationale entiteiten en andere instrumenten ter financiering van projecten van ten minste 45 000 000 EUR in Europese en internationale infrastructuur (CERN, DUNE, HKK, ESS-lund, Harmony en SKA).

    260

    C17.I2

    T

    Voltooiing van alle projecten ter verbetering van de wetenschappelijke infrastructuur en de capaciteit van het Spaanse wetenschaps- en innovatiesysteem, met inbegrip van projecten inzake Europese en internationale infrastructuur.

    %

    100

    KWARTAAL 3

    2026

    100 % van de O/I-projecten voltooid (voor ten minste 676 000 000 EUR) in overeenstemming met de doelstelling om de wetenschappelijke infrastructuur en capaciteit van het Spaanse wetenschapstechnologie- en innovatiesysteem te verbeteren door wetenschappelijke apparatuur te vernieuwen, de BSL3-installatie te moderniseren, een nieuwe fytogene infrastructuur te creëren, het CIEMAT (Centro de Investigaciones Energéticas, Medioambientales y Tecnológicas) uit terusten met de nodige infrastructuur voor onderzoek naar hernieuwbare energie (met inbegrip van waterstof en opslag); oprichting van een centrum voor geavanceerde optische en O & O-infrastructuur na de „PlanesEstratégicos de Infrastructuras científicas y Técnicas Singulares”, projecten ter ondersteuning van de Europese en internationale infrastructuur (CERN, DUNE, HKK, ESS-lund, Harmony en SKA) en door investeringen zoals de aankoop en vernieuwing van wetenschappelijke apparatuur, de bouw van schone kamers op het gebied van halfgeleiders en micronanotechnologie, en de versterking van de capaciteiten op het gebied van high-performance computing en communicatie.

    261

    C17.I3

    T

    Toekenning van nieuwe particuliere, interdisciplinaire, openbare O & O-I-projecten, concepttests, internationale vergelijkende oproepen en baanbrekende O op sociale uitdagingen

    Miljoen EUR

    897

    KWARTAAL 4

    2022

    Bekendmaking in het PB van de toekenning van ten minste 897 000 000 EUR in het kader van de volgende oproepen: oproep tot het indienen van „proof of concept” -projecten (80 000 000 EUR), oproep tot het indienen van interdisciplinaire projecten in strategische lijnen (73 000 000 EUR), oproep tot het indienen van O & O-projecten in verband met de groene en digitale transitie (296 000 000 EUR), oproep voor publiek-private samenwerkingsprojecten (140 000 000 EUR), oproep tot het indienen van O & O om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken (230 000 000 EUR) en oproepen tot het indienen van internationale samenwerkingsprojecten (78 000 000 EUR). De evaluatie van projecten in het kader van deze investering waarborgt de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), zoals uiteengezet in de beschrijving van de maatregel.

    262

    C17.I3

    T

    Goedkeuring van O & I-projecten waarvan ten minste 35 % verband houdt met de groene en digitale transitie

    Aantal

    3 110

    KWARTAAL 2

    2024

    Ten minste 3 110 O/I-projecten zijn goedgekeurd waarvan ten minste 35 % verband houdt met de groene en digitale transitie, waaronder 110 projecten in verband met PERTE Chip. De evaluatie van projecten in het kader van deze investering waarborgt de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), zoals uiteengezet in de beschrijving van de maatregel.

    263

    C17.I4

    T

    Ondersteuning van de loopbaan in wetenschappelijk onderzoek door middel van beurzen en subsidies

    Aantal

    2 070

    KWARTAAL 2

    2024

    De Spaanse wetenschappelijke onderzoekscarrière wordt versterkt door de steun van ten minste 2 070 onderzoekers via het programma Juan de la Cierva Incorporation, Juan de la Cierva Training, Industrial PhD Programme en Torres Quevedo. Bovendien hebben ten minste 775 onderzoekers een „onderzoekspakket” gekregen in het kader van een vast contract dat vergelijkbaar is met Tenure Track, waarvan 25 onderzoekers een onderzoekspakket voor starters van CHIP hebben ontvangen.

    264

    C17.I4

    T

    Voltooiing van beurzen en subsidies ter ondersteuning van de Spaanse wetenschappelijke onderzoeksloopbaan

    Aantal

    2 070

    KWARTAAL 2

    2026

    De Spaanse wetenschappelijke onderzoekscarrière wordt versterkt door ten minste 2070 onderzoekers die het programma Juan de la Cierva Incorporation, Juan de la Cierva Training, Industrial PhD Programme en Torres Quevedo hebben voltooid.

    265

    C17.I5

    T

    Innovatieve en op technologie gebaseerde bedrijven hebben in het kader van het programma INNVIERTE kapitaal ontvangen om hun onderzoeksactiviteiten in een vroeg stadium te versterken

    Aantal

    45

    KWARTAAL 4

    2023

    Om technologieoverdracht te bevorderen en bij te dragen tot de totstandbrenging van een innovatief bedrijfsweefsel op basis van innovatieve technologieën, hebben ten minste 45 innovatieve en op technologie gebaseerde ondernemingen in het kader van het programma INNVIERTE kapitaal ontvangen om hun onderzoeksactiviteiten in een vroeg stadium te versterken. Al deze ondernemingen hebben ook investeringen van de particuliere sector ontvangen. De evaluatie van projecten in het kader van deze investering waarborgt de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), zoals uiteengezet in de beschrijving van de maatregel.

    266

    C17.I5

    T

    Ondersteuning van jonge technologiebedrijven om hun bedrijfsplan uit te voeren.

    Aantal

    348

    KWARTAAL 2

    2024

    Via de oproepen voor NEOTEC-subsidies de overdracht van technologie te bevorderen en de oprichting van nieuwe bedrijven op basis van innovatieve technologieën te bevorderen: Ten minste 348 nieuwe technologie-gebaseerde ondernemingen die hun bedrijfsplan kunnen voortzetten. Deze ondernemingen moeten drie jaar of minder oud zijn en moeten innovatieve ondernemingen zijn zoals gedefinieerd in de AGVV. De evaluatie van projecten in het kader van deze investering waarborgt de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), zoals uiteengezet in de beschrijving van de maatregel.

    459

    C17.I5

    T

    Voltooiing van projecten ter bevordering van technologieoverdracht en ter ondersteuning van de overdracht van onderzoeksresultaten op het gebied van innovatieve technologieën

    Miljoen EUR

    118.8

    KWARTAAL 3

    2026

    Voltooiing van de volgende projecten voor een totaalbedrag van 118 800 000 EUR.

    De toegekende projecten omvatten:

    — Oproep tot het indienen van innovatie-ecosystemen op basis van de Cervera-topnetwerken

    Verbetering van de capaciteiten en oriëntatie van de bureaus voor de overdracht van onderzoeksresultaten

    — Oproep tot het toekennen van Cervera-subsidies aan technologiecentra, onderzoekscentra en kmo’s en midcaps voor de uitvoering van O & O op het gebied van prioritaire technologieën

    — Oproep tot steun aan Spaanse kmo’s met het Europese excellentiekeurmerk

    267

    C17.I6

    T

    Steun voor projecten ter versterking van de strategische capaciteiten en internationalisering van het nationale gezondheidsstelsel, projecten in verband met de strategie voor precisiegeneeskunde en bijdrage aan een openbaar — particulier investeringsinstrument voor geavanceerde therapieën.

    Miljoen EUR

    436.2

    KWARTAAL 1

    2024

    Bekendmaking in het PB van ten minste 436 185 000 EUR, toegekend: 
    * 174 000 000 EUR aan projecten ter versterking van de strategische capaciteiten en internationalisering van het nationale gezondheidsstelsel, waaronder:
    — 80 000 000 EUR voor de toekenning van de strategische actie op het gebied van gezondheid 
     — 75 000 000 EUR subsidies ter vergroting van de wetenschappelijke capaciteit van de onderzoekscentra die betrokken zijn bij het nationale gezondheidsstelsel en subsidies voor voorstellen in verband met de financiering van wetenschappelijke en technische uitrusting, met inbegrip van de vernieuwing van wetenschappelijk en technisch materieel in veroudering; 
     — 6 000 000 EUR voor subsidies voor het Excellentiekeurmerk Instituto de Salud Carlos III; 
    — 13 000 000 EUR subsidies voor publiek-private partnerschappen voor de integratie van de GMP/LPG-omgeving in de SNS-onderzoeksgroepen, dat wil zeggen subsidies voor de internationalisering van het nationale gezondheidsstelsel 
    * 140 500 000 EUR aan projecten in verband met de strategie voor gepersonaliseerde geneeskunde, waaronder: 
    — Algemene oproep van 29 500 000 EUR voor gepersonaliseerde geneeskunde 
    — Oproep van 91 500 000 EUR voor specifieke programma’s op het gebied van gepersonaliseerde geneeskunde 
    — Oproep van 15 000 000 EUR voor het plan inzake gepersonaliseerde en geavanceerde therapieën 
    — Oproep van 4 500 000 EUR voor Spaanse internationalisering op het gebied van gepersonaliseerde geneeskunde 
    Maatregelen voor de internationalisering van het gezondheidsstelsel ondersteunen de positie van Spanje in de Europese gezondheidssector, door de Spaanse deelname aan het EU-programma HEALTH en Horizon Europa aan te moedigen. Het maakt de financiering mogelijk van onderzoeks- en innovatieclusters die deel uitmaken van gezamenlijke grensoverschrijdende programmeringsprojecten die zijn geselecteerd voor financiering door Horizon Europa en Horizon 2020-partnerschappen, zoals ERA-Net co-fonds, Europese gezamenlijke programmeringsinitiatieven (EJP’s) of internationale gezamenlijke programmeringsinitiatieven (GPI’s), initiatieven die zijn opgezet op grond van artikel 187 en 185 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en partnerschappen die zijn vastgesteld in het kaderprogramma Horizon Europa. 
    * En ten minste 1 EUR aan een publiek-privaat investeringsvehikel in geavanceerde therapieën.

    * 85 000 000 EUR aan acties in het kader van PERTE voor de gezondheid van vanghouders: I.) Oproep tot het indienen van gezamenlijke missies van het ministerie van Volksgezondheid en het ministerie van Wetenschap en Innovatie op het gebied van zeldzame ziekten. ii) Oproep tot het uitvoeren van gezamenlijke missies van het ministerie van Volksgezondheid en het ministerie van Wetenschap en Innovatie bij de implementatie van precisiegenees.iii) Oproep tot investeringen in opleiding, verbeterde infrastructuur, ontwerp en uitrusting voor onderzoekscapaciteiten van patiëntgerichte klinische onderzoekeenheden.

    268

    C17.I6

    T

    Voltooiing van alle projecten ter versterking van de ontwikkeling van onderzoek en innovatie in de gezondheidssector.

     

    %

    100

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van alle projecten voor een totaalbedrag van 527 126 000 EUR. 
    Projecten die zijn toegekend, met inbegrip van de volgende oproepen: 
    * Met betrekking tot de versterking van de strategische capaciteiten en internationalisering van het nationale gezondheidsstelsel: 
    de strategische actie op het gebied van gezondheid 
      projecten ter vergroting van de wetenschappelijke capaciteiten van de onderzoekscentra die betrokken zijn bij het nationale gezondheidsstelsel; 
      voorstellen in verband met de financiering van wetenschappelijke en technische uitrusting, met inbegrip van de vernieuwing van wetenschappelijk en technisch materieel in veroudering; 
      projecten voor het Excellentiekeurmerk Instituto de Salud Carlos III; en 
      publiek-private partnerschappen voor de integratie van de GMP/LPG-omgeving in de SNS-onderzoeksgroepen. 
    * Met betrekking tot de strategie voor gepersonaliseerde geneeskunde: 
    — projecten in het kader van de algemene oproep tot het indienen van voorstellen voor gepersonaliseerde geneeskunde 
     projecten in het kader van de oproep tot het indienen van voorstellen voor het plan inzake gepersonaliseerde en geavanceerde therapieën 
      projecten in het kader van de oproep tot het indienen van voorstellen voor de Spaanse internationalisering van gepersonaliseerde geneeskunde 
    * Ten minste 2 kapitaalverhoging voor klinische proeven (fase II en III) in geneesmiddelen voor geavanceerde therapieën

    460

    C17.I6

    T

    Uitbetaling van middelen voor O & O-projecten in het kader van PERTE Health

    Miljoen EUR

    243

    KWARTAAL 3

    2026

    In het kader van PERTE Health is 243 000 000 EUR uitbetaald aan de volgende O & O-projecten:

    — projecten voor de versterking en internationalisering van de industriële capaciteit van de gezondheidssector;

    — projecten voor een gezamenlijke missie op het gebied van zeldzame ziekten, waaronder ALS en neuromusculaire ziekten;

    — projecten voor een gezamenlijke missie op het gebied van precisiegeneeskunde,

    — oprichting van een Proteomics and Metabolomics Platform bij het Instituto de Salud Carlos III (ISCIII);

    — projecten voor de actualisering van de infrastructuur voor menselijke biomonitoring van ISCIII; en het

    — projecten voor de modernisering van Patient Oriented Clinical Research Units met het oog op de verbetering van hun infrastructuur, ontwerp of uitrusting voor hun onderzoekscapaciteit, opleiding in klinisch onderzoek of ontwikkelde bureaus voor klinische onderzoekscontrole.

    269

    C17.I7

    M

    Energieopslag, O, centrum voor energieopslag

    Centrum gebouwd en uitgerust

     

    KWARTAAL 2

    2026

    In Extremadura wordt een O & O-centrum voor energieopslag gebouwd en uitgerust met als doel de technologische en wetenschappelijke respons op het beheer van de productie van groene energie te stimuleren, met name wat industriële toepassingen voor waterstof betreft, alsook de productie, de opslag en het vervoer van groene waterstof. Het centrum omvat experimentele demonstratiefaciliteiten voor het testen en valideren van oplossingen voor energieopslag. Het is uitgerust met de nodige wetenschappelijke en technische uitrusting.

    Consejo Superior de Investigaciones Científicas heeft de volgende investeringen voltooid:

    O & O-I-projecten in verband met duurzame kunststoffen in een circulaire economie, de productie 
     van alternatieve kunststoffen en duurzaam beheer van kunststofafval

    — een project inzake klimaatverandering en de gevolgen voor waterreserves

    — een project inzake hightechcomponenten in de energietransitie, waarbij met name wordt gekeken naar energieopslag en de ontwikkeling van prototypen voor CO2-afvang uit industriële procesemissies in energie-intensieve industrieën door CSIC

    — een onderzoeksproject inzake strategische metalen voor de energietransitie

    De evaluatie van projecten in het kader van deze investering waarborgt de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), zoals uiteengezet in de beschrijving van de maatregel.

    270

    C17.I8

    T

    Steun voor O & O-projecten op het gebied van duurzame automobielindustrie

    Aantal

    35

    KWARTAAL 2

    2022

    Ten minste 35 bedrijven die O & O-I-projecten in de duurzame automobielsector hebben gekregen om de technologische capaciteit van de bedrijven te vergroten op het gebied van de ontwikkeling van energieopslagsystemen met zeer lage emissies en hoge recyclebaarheid, hoogrenderende waterstofmobiliteitssystemen, autonoom rijden en geconnecteerde mobiliteit of aanpassing van productieve omgevingen met veilige en robuuste systemen voor interactie tussen mens en machine in de slimme productieomgeving. De projecten waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), niet-geselecteerde en niet-gefinancierde activiteiten en de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. De projecten hebben betrekking op: 
    — de ontwikkeling van onderdelen en platforms voor elektrische voertuigen, plug-in hybride en waterstofvoertuigen 
    autonoom rijden en geconnecteerde mobiliteit, ontwikkeling van nieuwe hardware- en softwarevoertuigarchitectuur 
     aanpassing van de productiegebieden van onderdelen en systemen voor elektrische voertuigen, plug-in hybride en waterstofvoertuigen. 
    De projecten worden uitgevoerd door consortia van drie tot acht bedrijven (ten minste één moet kmo’s zijn), met een looptijd van ten hoogste drie jaar en een minimumbudget van 5 000 000 EUR.

    461

    C17.I9

    M

    Publicatie van de prijzen van de oproepen tot het indienen van voorstellen voor O & O-I in de lucht- en ruimtevaartsector.

    Publicatie in het PB

    KWARTAAL 4

    2024

    Bekendmaking in het PB van de toekenning van 70 000 000 EUR in het kader van oproepen tot het indienen van O & O-projecten in de lucht- en ruimtevaart in het kader van het plan voor ruimtevaarttechnologie. De evaluatie van projecten in het kader van deze investering waarborgt de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), zoals uiteengezet in de beschrijving van de maatregel.

    271

    C17.I9

    T

    Steun voor O & O-innovatieprojecten op het gebied van lucht- en ruimtevaart, met bijzondere aandacht voor emissiearme en emissievrije projecten

    Aantal

    65

    KWARTAAL 4

    2023

    Aan ten minste 65 bedrijven zijn O & O-I-projecten op het gebied van de lucht- en ruimtevaart toegekend, met de nadruk op emissiearme en nuluitstoot, met inbegrip van investeringen in lucht- en ruimtevaarttechnologieën en luchtvaart, met steun van het Aeronáutica-plan. De projecten worden uitgevoerd door bedrijvenconsortia van 3 tot 6 bedrijven (ten minste één moet kmo’s zijn), met een looptijd van maximaal 3 jaar. De evaluatie van projecten in het kader van deze investering waarborgt de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), zoals uiteengezet in de beschrijving van de maatregel.

    272

    C17.I9

    T

    Voltooiing van de O & O-innovatieprojecten op het gebied van de lucht- en ruimtevaart, met bijzondere aandacht voor emissiearme en emissievrije projecten

    Aantal

    81

    KWARTAAL 3

    2026

    Ten minste 81 bedrijven hebben met steun van het Aeronáutica-plan hun O & O-projecten op het gebied van ruimtevaart voltooid, met bijzondere aandacht voor emissiearme en emissievrije emissies, met inbegrip van investeringen in lucht- en ruimtevaarttechnologieën en luchtvaart, en om precommerciële overheidsopdrachten uit te voeren voor de ontwikkeling van technologie en innovatie op het gebied van aardobservatiesatellieten. De evaluatie van projecten in het kader van deze investering waarborgt de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), zoals uiteengezet in de beschrijving van de maatregel.

    462

    C17.I9

    T

    Uitbetaling van middelen aan projecten in het kader van PERTE Aerospace.

    Miljoen EUR

    90

    KWARTAAL 3

    2026

    In het kader van het ruimtevaarttechnologie-programma, uitbetaling van ten minste 90 000 000 EUR aan subsidies en niet-terugvorderbare leningen voor O & O-innovatieprojecten. De evaluatie van projecten in het kader van deze investering waarborgt de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), zoals uiteengezet in de beschrijving van de maatregel.

    VRAAG 3 Beschrijving van de investeringen voor steun via leningen 

    Investering 10 (C17.I10) — Steun voor leningen in het kader van PERTE Gezondheid en PERTE Aerospace

    De investering heeft betrekking op het gebruik van steun via leningen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit ter bevordering van particuliere investeringen in de gezondheids- en ruimtevaartsector in het kader van PERTE Health en PERTE Aerospace.

    In het kader van PERTE voor gezondheid heeft de maatregel tot doel de wetenschappelijke, technologische en innovatiecapaciteiten in de gezondheidssector te versterken. De maatregel ondersteunt met name investeringen door middel van: 1) leningen aan bedrijven in de gezondheidssector ter ondersteuning van activiteiten als O & O-I, industriële schaalvergroting, modernisering en actualisering van productieprocessen, en de ontwikkeling en uitvoering van duurzame processen; 2) investeringen van INNVIERTE in technologische en innovatieve Spaanse bedrijven in de gezondheidssector; en 3) leningen aan onderzoekscentra van het nationale gezondheidsstelsel om hun capaciteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling uit te breiden.

    In het kader van PERTE Aerospace heeft de maatregel tot doel de wetenschappelijke, technologische en innovatiecapaciteiten in de lucht- en ruimtevaartsector te versterken. De maatregel ondersteunt investeringen in de vorm van leningen aan ondernemingen in de lucht- en ruimtevaartsector in activiteiten als O & O-I, industriële opschaling, modernisering en actualisering van productieprocessen, digitalisering en technologische modernisering en de ontwikkeling en uitvoering van duurzame processen.

    Terugvloeiende middelen in verband met de financiële verrichtingen worden gebruikt voor de aflossing van leningen van de lening in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel in overeenstemming is met het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht, zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), moeten de juridische overeenkomst (en) tussen de uitvoerende entiteit en de begunstigde entiteit en het daaropvolgende investeringsbeleid van het financieringsinstrument: 

    -In het geval van leningen en garanties: de volgende lijst van activiteiten en activa uitsluiten van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 182 ; II) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 183 ; III) activiteiten en activa in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 184 ] 185 en installaties voor mechanische biologische behandeling 186 . De volgende O & O-I-acties in het kader van deze investering worden geacht in overeenstemming te zijn met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01): I) de O & O-acties in het kader van deze investering die leiden tot technologisch neutrale resultaten op het niveau van de toepassing ervan; II) de O & O-I-acties in het kader van deze investering ter ondersteuning van alternatieven met geringe milieueffecten waarvoor deze bestaan; of iii) de O & O-I-acties in het kader van deze investering die in de eerste plaats gericht zijn op de ontwikkeling van alternatieven met de laagst mogelijke milieueffecten in de sector voor activiteiten waarvoor er geen technologisch en economisch haalbaar alternatief met een lage impact bestaat.

    -In het geval van durfkapitaalinstrumenten: ondernemingen verplichten om plannen voor een groene transitie vast te stellen overeenkomstig de definitie in artikel 19 bis, lid 2, onder a), iii), van Richtlijn 2013/34/EU (gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2022/2464) indien meer dan 50 % van hun directe inkomsten tijdens het voorgaande boekjaar afkomstig is van de volgende lijst van activiteiten en activa: activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik; II) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 187 ; III) activiteiten en activa in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties ]   188 en installaties voor mechanische biologische behandeling 189 .

    -De uitvoerende entiteit eist dat de begunstigde de relevante EU- en nationale milieuwetgeving naleeft.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    VRAAG 4 Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor monitoring en uitvoering van steun via leningen 

    Zie de tabel hieronder. De datum voor de uitgangswaarde voor alle indicatoren is het begin van de actie, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    L67

    C17.I10

    T

    Investeringen in eigenvermogenssteun in de gezondheidssector

    Miljoen EUR

    0

    27

    KWARTAAL 3

    2026

    Uitbetaling van 27 000 000 EUR door Innvierte aan innovatieve en technologische bedrijven in de gezondheidssector als eigen vermogen of quasi-eigen vermogen. De evaluatie van projecten in het kader van deze investering waarborgt de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), zoals uiteengezet in de beschrijving van de maatregel.

    L68

    C17.I10

    T

    Vastlegging van middelen in de vorm van leningen ter ondersteuning van de gezondheids- en ruimtevaartsector

    Miljoen EUR

    0

    181.6

    KWARTAAL 4

    2024

    Vastlegging door CDTI van 181 600 000 EUR aan leningen voor investeringen in O & O, industriële opschaling, modernisering van productieprocessen en de toepassing van groene technologieën in de gezondheids- en ruimtevaartsector.

    L69

    C17.I10

    T

    Uitbetaling van middelen in de vorm van leningen ter ondersteuning van de gezondheids- en ruimtevaartsector

    Miljoen EUR

    0

    461.7

    KWARTAAL 3

    2026

    Uitbetaling door CDTI van 461 700 000 EUR aan leningen voor investeringen in O & O-I, industriële opschaling, modernisering van productieprocessen en de toepassing van groene technologieën in de gezondheids- en ruimtevaartsector.

    L70

    C17.I10

    T

    Versterking van de O & O-capaciteiten van het nationale gezondheidsstelsel.

    Aantal

    0

    4

    KWARTAAL 3

    2026

    Afronding van de investeringsprojecten ter verbetering van de onderzoeks- en technologische ontwikkelingscapaciteiten van ten minste vier onderzoekscentra van het nationale gezondheidsstelsel.

    R. COMPONENT 18: Renovatie en uitbreiding van de capaciteiten van het nationale gezondheidsstelsel

    De gezondheidscrisis heeft de kracht van het Spaanse nationale gezondheidsstelsel aangetoond, maar heeft ook de problemen aan het licht gebracht waarmee het wordt geconfronteerd met situaties die anticipatie, snelle reactie en coördinatie vereisen, alsook de noodzaak om bestaande structurele problemen in verband met demografische, sociale, technologische of economische trends te verhelpen. In dit onderdeel van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan worden de volgende uitdagingen aangepakt: I) de kwetsbaarheid voor de wereldwijde gezondheidscrisis, ii) de transformatie van het gezondheidsstelsel als gevolg van de vergrijzing, iii) gendergelijkheid en iv) de duurzaamheid en veerkracht van het systeem op lange termijn.

    De doelstellingen van dit onderdeel zijn:

    ·Het gezondheidsstelsel voorbereiden om potentiële mondiale gezondheidsbedreigingen zoals de huidige COVID-19-pandemie te voorkomen en aan te pakken door de capaciteit op het gebied van volksgezondheid en epidemiologische surveillancesystemen te vergroten.

    ·Een gezondheidsdienst met de hoogste snelheid, kwaliteit en veiligheid bieden, ongeacht de middelen van de patiënten, hun verblijfplaats, geslacht, herkomst of leeftijd.

    ·Mensen centraal houden in het gezondheidsstelsel, hun participatie verbeteren en de gezondheidszorg aanpassen aan de behoeften van mensen en gemeenschappen.

    ·Zorgen voor informatiesystemen die niet alleen de activiteiten meten, maar ook de uiteindelijke gezondheidsresultaten.

    ·Gezondheid en welzijn actief bevorderen en ziekten en afhankelijkheid gedurende het hele leven voorkomen.

    ·De beste professionals aantrekken en behouden die hun individuele en collectieve ontwikkelingskansen bieden.

    ·Evolueren naar een gedigitaliseerd nationaal gezondheidsstelsel dat informatie en kennis genereert en gezondheidsonderzoek en -innovatie bevordert, als motor voor banen, groei, productiviteit en innovatie.

    ·Zorgen voor voldoende en duurzame financiering om de nieuwe uitdagingen op gezondheidsgebied van een moderne en ontwikkelde samenleving aan te pakken, en tevens te zorgen voor een efficiënte besteding.

    ·Versterken en ontwikkelen van coördinatie en multilevel governance bij het beheer van het nationale gezondheidsstelsel en versterken van de territoriale samenhang. Actief strategieën bevorderen om gendergelijkheid in het gezondheidsstelsel tot stand te brengen.

    Dit onderdeel van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan ondersteunt de doeltreffende uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen voor de bestrijding van de pandemie en de versterking van de capaciteit en de veerkracht van het gezondheidsstelsel met betrekking tot gezondheidswerkers en essentiële medische producten en infrastructuur (landspecifieke aanbeveling 1 2020) en het ondersteunen van de werkgelegenheid door middel van maatregelen om banen te behouden, doeltreffende aanwervingsstimulansen en de ontwikkeling van vaardigheden (landspecifieke aanbeveling 2 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    R.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C18.R1) — Versterking van eerstelijnszorg en gemeenschapszorg

    De versterking van de eerstelijnszorg is een van de belangrijkste uitdagingen op gezondheidsgebied waarmee Spanje de komende jaren wordt geconfronteerd. Deze hervorming heeft tot doel betere antwoorden te bieden op nieuwe gezondheidsproblemen, de individuele zorgervaring voor iedereen te verbeteren, ziekten te voorkomen en de rol van de eerstelijnszorg te vergroten.

    De hervorming bestaat uit de voorbereiding en uitvoering van een actieplan voor de ontwikkeling van het strategisch kader voor de versterking van de eerstelijnszorg en de gemeenschapszorg, dat in 2019 door de centrale regering en de autonome gemeenschappen is aangenomen. Het actieplan is opgebouwd rond actielijnen waarin de regionale uitvoering van projecten moet worden vormgegeven. Dit omvat de verbetering van de processen voor klinisch beheer, de uitbreiding en vernieuwing van diagnoseapparatuur in gezondheidscentra, IT-ontwikkeling, opleiding van beroepsbeoefenaren of verbetering van de infrastructuur van gezondheidscentra en gezondheids- en hulpdiensten. Het actieplan wordt goedgekeurd door de Interterritoriale Raad. De uitvoering ervan wordt niet gefinancierd door het herstel- en veerkrachtplan.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C18.R2) — Hervorming van het volksgezondheidsstelsel

    De hervorming heeft tot doel een algemeen en geïntegreerd kader voor de volksgezondheid tot stand te brengen. Het bestaat uit de ontwikkeling van een ambitieuzer, meer geïntegreerd en beter uitgewerkt volksgezondheidsstelsel door middel van de volgende acties:

    - Een volksgezondheidsstrategie die een algemeen en geïntegreerd kader vaststelt waarmee bij alle beleidsmaatregelen op het gebied van de volksgezondheid rekening zal worden gehouden en die een looptijd van vijf jaar heeft, met tussentijdse evaluaties om de twee jaar waarin de mate van uitvoering wordt geanalyseerd. De strategie wordt goedgekeurd door de Interterritoriale raad van het nationale gezondheidsstelsel.

    - Een netwerk voor de bewaking van de volksgezondheid en een nieuw staatscentrum voor volksgezondheid, die worden opgericht bij wet of koninklijk besluit van de regering.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 3 (C18. R3) — Versterking van cohesie, rechtvaardigheid en universaliteit

    Het doel van deze hervorming is de toegang tot universele gezondheidszorg in Spanje, de gelijke toegang tot gezondheidszorg en de samenhang in de gezondheidszorg tussen de verschillende gebieden van het land verder te verbeteren. De hervorming bestaat uit drie pijlers:

    - Wet inzake billijkheid, universaliteit en cohesie van het nationale gezondheidsstelsel. De doelstellingen van de wet zijn: I) zorgen voor toegang tot gezondheidszorg voor iedereen, ii) patiëntenvertegenwoordigers integreren in de bestuursorganen van het Spaanse nationale gezondheidsstelsel, iii) het gebruik van nieuwe eigen bijdragen beperken, iv) de definitie van sociale en gezondheidsvoordelen in het dienstenpakket van het nationale gezondheidsstelsel wijzigen, v) zorgen voor coördinatie tussen de gezondheids- en sociale autoriteiten, vi) een effectbeoordeling invoeren voor alle wijzigingen in de regelgeving op dit gebied en vii) het gebruik van geneesmiddelen in het nationale gezondheidsstelsel hervormen. Deze wet gaat vergezeld van een grondige effectbeoordeling waarin ook de gevolgen voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn worden onderzocht en wordt openbaar gemaakt.

    - De heroriëntatie van zeer complexe zorg in het gezondheidsstelsel door het netwerk van focal points (CSUR’s) te consolideren en te ontwikkelen en zeer complexe niet-CSUR-zorg te herschikken.

    - Uitbreiding van de gemeenschappelijke portefeuille van openbare gezondheidsdiensten. Deze hervorming zal de diensten van de gemeenschappelijke portefeuille met tandheelkundige zorg, genomische geneeskunde, orthopedische en prothetische zorg en preventieve zorg uitbreiden en verbeteren.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 4 (C18. R4) — Versterking van de beroepsvaardigheden en vermindering van tijdelijke werkgelegenheid

    De hervorming heeft tot doel tekorten aan verpleegkundigen en artsen aan te pakken, het gebruik van tijdelijke contracten te verminderen, de arbeidsomstandigheden te verbeteren en de opleiding en professionele ontwikkeling te verbeteren.

    De hervorming heeft betrekking op twee gebieden:

    1.De wijziging van de Spaanse wet inzake gezondheidswerkers (kaderstatuut voor statutair personeel van gezondheidsdiensten) om de tijdelijke tewerkstelling te verminderen. Bij de herziening van de wet wordt verslag uitgebracht over de economische gevolgen ervan en in het bijzonder over de langetermijneffecten van de wet op de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. De wijziging wordt aangevuld met andere juridisch bindende regels en begeleidende maatregelen om:

    I.Zorgen voor de inzet van professionals in bepaalde geografische gebieden die onvoldoende worden ondersteund door stimuleringsmaatregelen.

    II.Verbetering van het milieu en de arbeidsomstandigheden door middel van maatregelen die bijdragen tot de professionele ontwikkeling en het behoud van talent in het Spaanse systeem, met verbeteringen in de economische omstandigheden, maar ook door mogelijkheden te creëren op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en onderzoek.

    2.De inwerkingtreding van een koninklijk besluit ter verbetering van het gespecialiseerde opleidingsstelsel in de gezondheidszorg. Het koninklijk besluit regelt de horizontale opleiding in de gezondheidswetenschappen specialisaties, specifieke opleidingsgebieden en de procedure voor de validatie en erkenning van specialistische kwalificaties op het gebied van de gezondheidswetenschappen.

    Deze hervorming houdt verband met hervorming 1 in component 11 (C11.R1).

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 5 (C18.R5) — Hervorming van de regulering van geneesmiddelen en verbetering van de toegang tot geneesmiddelen

    Het hoofddoel van deze hervorming is de actualisering van het Spaanse regelgevingskader voor geneesmiddelen en medische hulpmiddelen door wijziging van de wet inzake garanties en rationeel gebruik van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen (Koninklijk Wetsbesluit 1/2015 van 24 juli), de wetgeving tot vaststelling van het desbetreffende regelgevingskader in Spanje. Het systeem moet met name worden aangepast om het hoofd te bieden aan nieuwe ontwrichtende wetenschappelijke ontwikkelingen, de maatregelen te verdiepen om de uitgaven voor geneesmiddelen te rationaliseren, het rationele gebruik van geneesmiddelen te stimuleren en veranderingen door te voeren in het licht van de ervaringen tijdens de pandemie. Bij het opstellen van de wet wordt verslag uitgebracht over de economische impact ervan en met name over de langetermijneffecten van de wet op de houdbaarheid van de overheidsfinanciën.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Investering 1 (C18.I1) — Investeringsplan voor hoogtechnologische apparatuur in het nationale gezondheidsstelsel

    Spanje heeft een hogere mate van veroudering van apparatuur dan het Europese gemiddelde en een lagere gemiddelde dichtheid van apparatuur per inwoner, maar met enkele uitzonderingen zoals MRI-scanners. Ook de geografische spreiding van de apparatuur is onevenwichtig. Het doel van deze investering is bestaande apparatuur te vernieuwen en Spanje te voorzien van extra hoogtechnologische medische apparatuur.

    De investering heeft betrekking op:

    - Vernieuwing van apparatuur als gevolg van veroudering.

    - Uitbreiding van de voorraad materieel om de interregionale verschillen in evenwicht te brengen en geleidelijk het gemiddelde van de Europese Unie te bereiken in termen van aantal per miljoen inwoners, met bijzondere aandacht voor gebieden op Spaans grondgebied die per inwoner onderbediend zijn in vergelijking met het nationale gemiddelde.

    Het plan omvat de volgende soorten apparatuur: lineaire versnellers, gecomputeriseerde axiale tomografie (CAT), met inbegrip van planningversnellers; magnetische resonantie, positron emissitomografie (PET), positron emission tomografie en CAT (PET-CAT), gammakamer, digitale braquiotherapieapparatuur, vasculaire angiografie, neurorradiologische angiografie en hemodynamische ruimten.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.

    Investering 2 (C18.I2) — Acties ter versterking van de preventie en bevordering van de gezondheid

    Deze investering heeft tot doel de preventieve zorg te versterken. Het is met name gericht op het bevorderen van een gezonde levensstijl en een gezonde omgeving. Het heeft betrekking op gebieden als: bestrijding van roken, preventie van alcoholgebruik, bevordering van de geestelijke gezondheid, bevordering van gezonde leefomgevingen en levensstijlen, het plan voor antimicrobiële resistentie en kankerpreventie, met inbegrip van de verspreiding van de Europese code tegen kanker.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.

    Investering 3 (C18.I3) — Meer capaciteit om te reageren op gezondheidscrises

    De pandemie heeft duidelijk gemaakt dat de capaciteit voor surveillance, vroegtijdige opsporing en snelle respons op kritieke situaties moet worden versterkt en dat de capaciteiten van laboratoria en gezondheidsinstellingen moeten worden versterkt. Deze investering bestaat uit een reeks acties die gericht zijn op het vergroten van de capaciteit om te reageren op toekomstige gezondheidscrises:

    1. Uitrusting voor het nieuwe overheidscentrum voor volksgezondheid;

    2. Het informatiesysteem voor de bewaking van de volksgezondheid, dat bestaande informatiesystemen voor overdraagbare en niet-overdraagbare ziekten in Spanje uitbreidt, verbetert en integreert;

    3. Voltooiing van het universitair ziekenhuis van Melilla en bouw van het nieuwe gebouw van het Nationaal Dosimetriecentrum;

    4. Vergroting van de capaciteit van het testlaboratorium voor individuele beschermingsmiddelen bij het Nationaal Instituut voor veiligheid en gezondheid op het werk;

    5. Versterking van het Nationaal Centrum voor Voedselvoorziening;

    6. Technologische investeringen in het Geneesmiddelenbureau en de nationale transplantatieorganisatie;

    7. Beoordeling van de prestaties van het nationale gezondheidsstelsel tijdens de pandemie.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

    Investering 4 (C18.I4) — Opleiding van gezondheidswerkers en middelen om kennis te delen en de behandeling van patiënten met zeldzame ziekten te verbeteren

    Deze investering is bedoeld om de vaardigheden en competenties van gezondheidswerkers te versterken, met bijzondere aandacht voor opleiding in verband met de hervormingen en investeringen van deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan. Het heeft ook tot doel instrumenten te bevorderen om gezondheidswerkers in staat te stellen kennis uit te wisselen teneinde de coördinatie en kwaliteit van de gezondheidszorg te verbeteren, onder meer op prioritaire gebieden die onder deze afdeling vallen. Voorts heeft het tot doel de behandeling van patiënten met zeldzame ziekten te verbeteren.

    De investering heeft betrekking op vijf gebieden:

    ·Permanente opleiding op de volgende gebieden: gebruik van gezondheidstechnologieën en informatiesystemen, toezicht op de volksgezondheid en epidemiologie, patiënt- en beroepsveiligheid, rationeel gebruik van diagnostische en therapeutische middelen, vroegtijdige opsporing van kanker, geestelijke gezondheid, milieugezondheid, preventie van risicofactoren, vroegtijdige opsporing van gendergeweld, vroegtijdige opsporing van kindermisbruik, bio-ethiek, zorg aan het einde van het leven, klinische communicatie, empirisch onderbouwde geneeskunde, teamwerk, onderzoeksmethodologie, ontwikkeling van managementvaardigheden van degenen die verantwoordelijk zijn voor gezondheidscentra, opleiding van begeleiders van gespecialiseerde gezondheidsopleidingen en opleiding voor beoordelaars van permanente educatie.

    ·De invoering van een systeem voor de beoordeling en erkenning van de niet-gereglementeerde vaardigheden die de beroepsbeoefenaren van het nationale gezondheidsstelsel hebben verworven

    ·Samenwerkingsinstrumenten voor het omgaan met zeer complexe omstandigheden.

    ·Ontwikkeling van een computerkaart om gedeelde middelen en diensten voor vroege zorg en genomische geneeskunde in Spanje te visualiseren.

    ·Voltooiing van proefprojecten om het nationale gezondheidsstelsel uit te rusten met interoperabele capaciteiten, infrastructuur, apparatuur en informatiesystemen om de verbetering van de gezondheidszorg voor patiënten met zeldzame ziekten te vergemakkelijken.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 5 (C18.I5) — Plan om het verbruik van geneesmiddelen te rationaliseren en duurzaamheid te bevorderen, en de portefeuille van genomische diensten in het nationale gezondheidsstelsel uit te breiden

    Deze investering bestaat uit de uitvoering van een plan om het gebruik van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen te rationaliseren. Het plan is gericht op de verwezenlijking van de volgende doelstellingen:

    ·het gebruik van medische producten alleen wanneer deze nodig zijn en, indien gebruikt, de meest kosteneffectieve producten gebruiken;

    ·polyoniteit (meer dan vijf geneesmiddelen) en het onnodige gebruik van geneesmiddelen te verminderen; 

    ·de klinische onzekerheid in verband met nieuwe geneesmiddelen verminderen door de wetenschappelijke kennis te vergroten, de beschikbare informatie te verbeteren en de financiële onzekerheid te verminderen.

    ·uitbreiding van de portefeuille van genomische diensten in het nationale gezondheidsstelsel

    Het plan omvat de oprichting of verdere ontwikkeling van drie systemen om de evaluatie van drugs en gezondheidstechnologieën in Spanje te verbeteren:

    1.Oprichting van het netwerk voor de evaluatie van geneesmiddelen in het nationale gezondheidsstelsel: Er wordt een technologisch platform ontwikkeld om de verslagen over de beoordeling en beoordeling van geneesmiddelen (waarin de toegevoegde waarde van nieuwe geneesmiddelen op basis van hun kosteneffectiviteit wordt geanalyseerd) in de verschillende ontwikkelingsstadia te beheren en te delen.

    2.Uitbreiding van het systeem van geneesmiddelen met een grote impact (VALTERMED). Dit instrument is gebaseerd op een register van administratieve, klinische en therapeutische gegevens om de initiële status en ontwikkeling van patiënten na aanvang van de farmacologische behandeling te volgen en te analyseren. Het doel van dit nieuwe instrument wordt geïntegreerd in de informatiesystemen van de autonome gemeenschappen en bevat informatie over de gevolgen van geneesmiddelen voor de levenskwaliteit van patiënten.

    3.Oprichting van het Spaanse netwerk van gezondheidstechnologieën en -zorg (RedETS). Dit netwerk speelt een sleutelrol bij het verstrekken van wetenschappelijk en technisch advies voor de besluitvorming over de integratie van gezondheidstechnologieën en -diensten in overheidsfinanciering. Het technologisch platform maakt het mogelijk om de verschillende RedETS-producten in hun verschillende ontwikkelingsstadia te beheren en te delen onder de agentschappen/eenheden van het netwerk, en om toe te zien op de naleving van de voor elk van de fasen vastgestelde termijnen.

    Deinvestering omvat projecten met betrekking tot: bevordering van het gebruik van generieke en biosimilaire geneesmiddelen, ontwikkeling en modernisering van orthopedische en prothetische diensten en producten, opleiding van gezondheidswerkers over rationeel gebruik van geneesmiddelen en oplossingen om innovaties in geneesmiddelen te stimuleren.

    Met de investering wordt ook de catalogus van genetische tests van het nationale gezondheidsstelsel uitgebreid door de aankoop van de nodige apparatuur en het opzetten van een informatiesysteem voor de integratie van genomische informatie op nationaal niveau.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 6 (C18.I6) — Meer met gezondheidsgegevens

    Deze investering bestaat in de oprichting van een Health Data Lake, dat informatie verzamelt van verschillende informatiesystemen, waaronder regionale systemen, met als doel massaanalyses in real time te vergemakkelijken om diagnostiek en behandeling te ondersteunen en te verbeteren, de identificatie van risicofactoren, trendanalyse, het identificeren van patronen, het voorspellen van gezondheidsrisicosituaties en het programmeren van middelen om deze aan te pakken, met inbegrip van het gebruik van algoritmen op basis van artificiële intelligentie, en nieuwe schaalbare systeemarchitecturen en nieuwe instrumenten voor de verwerking en identificatie van modellen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

    R.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelstelling

    273

    C18.R1

    M

    Actieplan voor eerstelijnszorg en gemeenschapszorg

    Goedkeuring door het Interterritoriaal Consejo

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Het belangrijkste doel van het actieplan is de eerstelijnszorg in het nationale gezondheidsstelsel te versterken, teneinde beter te kunnen reageren op nieuwe gezondheidsproblemen, de individuele zorgervaring voor iedereen te verbeteren, ziekten te voorkomen en de capaciteit van de eerstelijnszorg om gezondheidsproblemen op te lossen, te vergroten.

    274

    C18.R2

    M

    Goedkeuring van de Spaanse volksgezondheidsstrategie

    Goedkeuring door de Consejo Interterritoriaal Sanidad

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    In de volksgezondheidsstrategie worden de strategische richtsnoeren voor volksgezondheidsacties in heel Spanje vastgesteld. Het doel van de strategie is de gezondheid van de Spaanse bevolking te verbeteren door de essentiële lijnen en prioriteiten vast te stellen die door alle gezondheidsinstanties moeten worden gevolgd in hun beleid ter bevordering, preventie en bescherming van de volksgezondheid, bij acties met betrekking tot doelgroepen, bij het informeren van burgers, het opleiden van vakmensen en het inspelen op hun behoeften. De strategie zorgt ervoor dat in al het overheidsbeleid rekening wordt gehouden met volksgezondheid en gelijke toegang tot gezondheidszorg en bevordert intersectorale maatregelen op dit gebied. Het heeft een looptijd van vijf jaar, met tussentijdse evaluaties om de twee jaar waarin de mate van uitvoering wordt geanalyseerd. Het omvat maatregelen en acties met betrekking tot alle gebieden van de volksgezondheid die worden uitgevoerd in het beleid, de plannen en de programma’s van alle gezondheidsinstanties in Spanje gedurende de looptijd van de strategie, binnen de in de strategie vastgestelde termijnen.

    275

    C18.R3

    M

    Wet inzake billijkheid, universaliteit en cohesie van het nationale gezondheidsstelsel, en de heroriëntatie van zeer complexe zorg en de toename van het gemeenschappelijke dienstenpakket

    Inwerkingtreding van de wet en goedkeuringen door de Consejo Interterritorial Sanidad 

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    De doelstellingen van de wet en bouwstenen zijn: Zorgen voor toegang tot gezondheidszorg voor iedereen, integreren van patiëntenvertegenwoordigers in de bestuursorganen van het Spaanse nationale gezondheidsstelsel, beperken van het gebruik van nieuwe eigen bijdragen, wijzigen van de definitie van sociale en gezondheidsvoordelen in de portefeuille van het nationale gezondheidsstelsel, zorgen voor coördinatie tussen gezondheids- en sociale autoriteiten, en een effectbeoordeling invoeren voor alle wijzigingen in de regelgeving op dit gebied, en ten slotte het gebruik van geneesmiddelen in het nationale gezondheidsstelsel hervormen. Deze wet gaat vergezeld van een ook openbaar te maken diepgaande effectbeoordeling waarin ook de gevolgen voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn worden onderzocht.

    Na het akkoord van de Consejo Interterritorial Sanidad, inwerkingtreding van een ministerieel besluit tot uitbreiding van de gemeenschappelijke portefeuille van openbare gezondheidsdiensten door ten minste de diensten op het gebied van tandheelkundige zorg, genomische geneeskunde, orthopedische en prothetische zorg en preventieve zorg uit te breiden en te verbeteren.

    Goedkeuring door de Consejo Interterritoriaal Sanidad van de consolidatie en ontwikkeling van het netwerk van focal points en de herschikking van de zorg die niet wordt beheerd door die centra, diensten en referentie-eenheden (CSUR)

    276

    C18.R4

    M

    Wet betreffende het kaderstatuut voor statutair personeel van de gezondheidsdienst, andere aanvullende maatregelen en verbetering van het gespecialiseerde opleidingsstelsel in de gezondheidszorg

    Inwerkingtreding van de wetswijziging en inwerkingtreding van het koninklijk besluit

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Het kaderstatuut is de basisnorm voor de toegang tot de status van gezondheidsfunctionaris en regelt het aanbieden van functies, promotie, mobiliteit en arbeidsvoorwaarden.

    Het amendement heeft de volgende directe doelstellingen: 
    — Tijdelijke contracten verminderen.

    Deze wet gaat vergezeld van een grondige effectbeoordeling waarin ook de gevolgen ervan voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn worden onderzocht.

    De wijziging wordt aangevuld met andere juridisch bindende regels en begeleidende maatregelen om:

    Zorgen voor de inzet van professionals in bepaalde geografische gebieden die onvoldoende worden ondersteund door stimuleringsmaatregelen. 
    Verbeteren van het milieu en de arbeidsomstandigheden door middel van maatregelen die bijdragen tot de professionele ontwikkeling en het behoud van talent in het Spaanse systeem, met verbeteringen in de economische omstandigheden, maar ook door mogelijkheden te creëren op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en onderzoek. 

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot verbetering van het gespecialiseerde opleidingsstelsel in de gezondheidszorg

    277

    C18.R5

    M

    Wet inzake garanties en rationeel gebruik van medische producten

    Inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Inwerkingtreding van de wet inzake garanties en rationeel gebruik van medische producten. Enkele van de belangrijkste doelstellingen van deze hervorming van de wetgeving zijn: 
    — Het stelsel van referentieprijzen wijzigen door elementen in te voeren die de concurrentie vergroten. 
    — Het op afstand verstrekken van geneesmiddelen consolideren. 
    — Toe te staan dat de magazijnen van de sociaal-sanitaire centra aan de eerstelijnsapotheek worden gekoppeld. 
    — Het systeem wijzigen om de driemaandelijkse bijdrage van fabrikanten, importeurs en leveranciers van met overheidsmiddelen gefinancierde geneesmiddelen en gezondheidsproducten aan het nationale gezondheidsstelsel te berekenen. 
    — De bevoegdheden op het gebied van de controle op reclame voor drugs verduidelijken. 
    — Wijziging van de door het Medicine Agency toegepaste tarieven. 
    — De sanctieprocedure en overtredingen wijzigen en actualiseren.

     
    Deze wet gaat vergezeld van een grondige effectbeoordeling waarin ook de gevolgen voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn worden onderzocht.

    278

    C18.I1

    M

    Goedkeuring van het investeringsplan voor uitrusting en verdeling van de middelen

    Goedkeuring door de Consejo Interterritoriaal Sanidad

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Goedkeuring door de Consejo Interterritorial van het plan en verdeling van de middelen, met mechanismen voor de toekenning van 796 100 000 EUR aan subsidies.

    279

    C18.I1

    T

    Installatie/vernieuwing/uitbreiding van apparatuur

    Aantal

    0

    750

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste 750 nieuwe apparatuur in gebruik nemen door middel van vernieuwingen, uitbreidingen of nieuwe installaties in het hele land.

    280

    C18.I2

    T

    Campagnes en acties op het gebied van de volksgezondheid

    Aantal

    0

    11

    KWARTAAL 4

    2023

    Er zijn ten minste 11 verspreidings- of screeningcampagnes op het gebied van de volksgezondheid uitgevoerd op gebieden als: bestrijding van roken, preventie van alcoholgebruik, bevordering van de geestelijke gezondheid, bevordering van gezonde leefomgevingen en levensstijlen, het plan voor antimicrobiële resistentie en kankerpreventie, met inbegrip van de verspreiding van de Europese code tegen kanker. De campagnes zijn nationaal. De verspreiding vindt plaats via radio-, print-, internet-, direct-marketing- en buitenacties.

    281

    C18.I3

    M

    Informatiesysteem van het netwerk voor surveillance van de volksgezondheid

    Certificaat van inbedrijfstelling

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2025

    Er wordt een monitoringsysteem voor de staat en de autonome gemeenschappen (het informatiesysteem van het netwerk voor de bewaking van de volksgezondheid) operationeel om vroegtijdige waarschuwing en snelle respons mogelijk te maken, teneinde problemen die een gezondheidsrisico kunnen inhouden op te sporen, informatie van de bevoegde autoriteiten te verspreiden en de uitvoering van controlemaatregelen te vergemakkelijken.

    Uitrusting voor het nieuwe overheidscentrum voor volksgezondheid wordt aangekocht voor een totale waarde van ten minste 9.45 miljoen EUR.

    De aankoop van uitrusting van het universitair ziekenhuis van Melilla en de bouw van het nieuwe gebouw van het Nationaal Dosimetriecentrum en de aankoop van uitrusting en implementatie van systemen en infrastructuur om de capaciteit van het testlaboratorium van het Nationaal Instituut voor veiligheid en gezondheid op het werk, het nationaal centrum voor voedsel, het Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten en de nationale transplantatieorganisatie te vergroten voor een totale waarde van ten minste 44 miljoen EUR, worden voltooid.

    De beoordeling van de prestaties van het nationale gezondheidsstelsel tijdens de pandemie wordt voltooid en gepubliceerd.

    282

    C18.I4

    T

    Gezondheidswerkers die zijn opgeleid in het kader van plannen voor permanente educatie

    Aantal

    0

    90 000

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste 90 000 beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg hebben in totaal 360 000 studiepunten voor permanente educatie voltooid, wat overeenkomt met in totaal 3.6 miljoen uren opleiding in het kader van plannen voor permanente educatie die zijn ontworpen in overeenstemming met de prioriteiten die zijn vastgesteld in de definitie van C18.I4. De opleidingen hebben betrekking op: Het gebruik van gezondheidstechnologieën en -informatiesystemen, toezicht op de volksgezondheid en epidemiologie, patiënt- en beroepsveiligheid, rationeel gebruik van diagnostische en therapeutische middelen, vroegtijdige opsporing van kanker, geestelijke gezondheid, milieugezondheid, preventie van risicofactoren, vroegtijdige opsporing van gendergerelateerd geweld, vroegtijdige opsporing van kindermisbruik, bio-ethiek, klinische communicatie, empirisch onderbouwde geneeskunde, samenwerking met anderen, onderzoeksmethoden, ontwikkeling van managementcompetenties van managers van gezondheidsinstellingen en opleiding van mentoren in gespecialiseerde gezondheidsopleidingen. Er zijn opleidingen aangeboden in de vorm van opleidingen in de klas, online- en blended leren en zijn voltooid door gekwalificeerde gezondheidswerkers en professionals op het gebied van beroepsopleiding in de gezondheidszorg.

    463

    C18.I4

    T

    Opleiding van gezondheidswerkers en middelen om kennis te delen

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 1 300 gezondheidszorg wordt opgeleid op basis van internationale modellen voor het beoordelen en accrediteren van vaardigheden van gezondheidswerkers (modellen voor hercertificering van gezondheidswerkers). De volgende IT-toepassingen worden ook ontwikkeld voor het beoordelen en accrediteren van de niet-gereglementeerde vaardigheden:

    ·Webapplicatie voor hercertificering

    ·De integratie van professionele hercertificeringsgegevens in het REPS-portaal

    Samenwerkingsinstrumenten voor het omgaan met zeer complexe omstandigheden worden aangekocht of ontwikkeld. De samenwerkingsinstrumenten omvatten ten minste de volgende functies:

    ·Gedeelde klinische processen voor patiëntenbeheer.

    ·Communicatie tussen beroepsbeoefenaars.

    Er moet een geautomatiseerde kaart worden opgesteld om gedeelde middelen en diensten voor vroege zorg en genomische geneeskunde te visualiseren.

    283

    C18.I5

    M

    VALTERM ED system and platform for the Assessment of Health Technologies and Benefits of the National Health System (Evaluatie van gezondheidstechnologieën en -voordelen van het nationale gezondheidsstelsel)

    Certificaat van inbedrijfstelling

    KWARTAAL 4

    2023

    Het netwerk tussen het ministerie van Volksgezondheid en de autonome regio’s voor de beoordeling van geneesmiddelen is operationeel, het VALTERM ED-systeem is operationeel en er is een platform opgezet voor het Spaanse netwerk van agentschappen voor de beoordeling van gezondheidstechnologieën en -baten van het nationale gezondheidsstelsel (SNS REDETS).

    464

    C18.I5

    T

    Plan om de consumptie van geneesmiddelen te rationaliseren en duurzaamheid te bevorderen

    KWARTAAL 2

    2026

    Er wordt een campagne gevoerd om het gebruik van generieke en biosimilaire geneesmiddelen te bevorderen.

    Er wordt een informatiesysteem voor het beheer van het voorschrijven van orthopedische en prothetische diensten ingevoerd.

    Ten minste 46 300 gezondheidswerkers krijgen een opleiding over het rationeel gebruik van geneesmiddelen, het gebruik van wetenschappelijke kennis voor klinische actie en de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van kritisch lezen van wetenschappelijke literatuur.

    Er wordt een diplomasecursus opgezet over de beoordeling van geneesmiddelen en gezondheidstechnologieën.

    284

    C18.I6

    T

    Gezondheidsgegevensmeer operationeel

    Aantal

    0

    17

    KWARTAAL 4

    2023

    Een meer voor gezondheidsgegevens is operationeel voor de staat en omvat ten minste 17 autonome regio’s of steden met als doel massagegevensanalyse mogelijk te maken voor de identificatie en verbetering van diagnoses en behandelingen.

    465

    C18.I4

    T

    Voltooiing van projecten ter verbetering van de gezondheidszorg voor patiënten met zeldzame ziekten

    Miljoen EUR

    0

    50

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van proefprojecten ter waarde van ten minste 50 miljoen euro om het nationale gezondheidsstelsel (SNS) uit te rusten met interoperabele capaciteiten, infrastructuur, uitrusting en informatiesystemen om de verbetering van de gezondheidszorg voor patiënten met zeldzame ziekten te vergemakkelijken

    466

    C18.I5

    T

    Uitbreiding van de genoomdiensten in het nationale gezondheidsstelsel

     

    Miljoen EUR

    0

    23

    KWARTAAL 2

    2026

    De apparatuur die nodig is voor de uitvoering van de uitgebreide catalogus van genetische tests met een waarde van ten minste 23 000 000 EUR, wordt aangekocht en een informatiesysteem voor de integratie van genomische informatie op nationaal niveau is operationeel.

    466a

    C18.I6

    T

    Projecten voor de verwerking van massagegevens

    2

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste twee grootschalige gegevensverwerkingsprojecten worden uitgevoerd als onderdeel van de investering in het meer met gezondheidsgegevens.

    S. COMPONENT 19: Digitale vaardigheden

    De belangrijkste doelstelling van deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan is het verhogen van het niveau van digitale vaardigheden (basis- en geavanceerde vaardigheden) door middel van acties die gericht zijn op verschillende bevolkingsgroepen. De verwerving van deze vaardigheden is van cruciaal belang voor Spanje om de kansen te benutten die worden geboden door de toegenomen digitalisering van de economie en de samenleving.

    Gerichte acties voor de digitalisering van kmo’s vormen een aanvulling op de maatregelen van component 13 van het plan (Steun aan kmo’s). Acties ter verhoging van het aantal hooggekwalificeerde personen op het gebied van ICT vormen een aanvulling op acties in component 15 (Digitale connectiviteit). Tot slot moeten acties voor de digitalisering van scholen de maatregelen in component 21 (Onderwijs) versterken en het effect van de in afdeling 23 (Arbeidsmarkt) geplande acties vergroten.

    De component heeft betrekking op de landspecifieke aanbevelingen inzake het bevorderen van innovatie (landspecifieke aanbeveling 3 2019), toegang tot digitaal leren (landspecifieke aanbeveling 2 2020) en het vervroegen van volwassen publieke investeringsprojecten, het bevorderen van particuliere investeringen ter bevordering van het economisch herstel en het toespitsen van investeringen op de groene en digitale transitie (landspecifieke aanbeveling 3 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    S.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C19.R1) — Nationaal plan voor digitale competenties

    Deze maatregel bestaat uit een strategisch plan dat tot doel heeft: I) het aanbieden van opleidingen op het gebied van digitale vaardigheden aan de bevolking in het algemeen; II) het overbruggen van de digitale kloof tussen mannen en vrouwen; III) het onderwijssysteem te digitaliseren en digitale vaardigheden voor leren te ontwikkelen; IV) het aanbieden van digitale vaardigheden voor een betere inzetbaarheid van particuliere werknemers en werklozen, v) de digitale vaardigheden van werknemers in de overheidssector ondersteunen; VI) de ontwikkeling van digitale vaardigheden in kmo’s; en vii) het aantal ICT-specialisten verhogen. De investeringen in de component dragen bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het strategisch plan.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 januari 2021 voltooid zijn.

    Investering 1 (C19. I1) — Transversale digitale vaardigheden

    Het doel van deze maatregel is het verbeteren van het niveau van digitale vaardigheden van de bevolking. De maatregel voorziet in: a) de ontwikkeling van een netwerk van ondersteuningscentra voor opleiding op het gebied van basis- en geavanceerde digitale vaardigheden, b) e-inclusiemaatregelen om ouderen mondiger te maken of de opleiding van kwetsbare kinderen te vergemakkelijken, c) diverse bewustmakingscampagnes, d) activiteiten om de digitale capaciteiten van de algemene bevolking te vergroten, en e) de ontwikkeling van digitale middelen voor de verspreiding en het onderwijzen van de Spaanse taal. De maatregel bevordert ook de digitale empowerment van vrouwen en bevordert wetenschappelijke en technologische beroepen op school.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2026 voltooid zijn.

    Investering 2 (C19. I2) — Digitale transformatie van het onderwijs

    Het doel van deze maatregel is de toegang tot digitaal leren te verbeteren door draagbare apparaten aan te bieden aan ten minste 300 000 leerlingen uit kwetsbare groepen in openbare of door de overheid gesubsidieerde scholen. Ook worden interactieve digitale systemen (IDS) geïnstalleerd, geactualiseerd en onderhouden in ten minste 240 000 klaslokalen in openbare en door de overheid gesubsidieerde scholen om afstandsonderwijs en blended leren mogelijk te maken. De maatregel ondersteunt ook de voorbereiding of herziening van een digitale strategie in ten minste 22 000 openbare en door de overheid gesubsidieerde schoolcentra, en omvat de digitale opleiding van 700 000 leerkrachten.

    Deze maatregel ondersteunt ook de uitvoering van het plan voor digitaal beroepsonderwijs en -opleiding. Dit wordt bereikt door middel van een instrument voor digitaal accreditatiebeheer voor beroepsvaardigheden die zijn verworven door werkervaring, en door het creëren van digitale instrumenten voor het beheer van beroepsonderwijs en -opleiding voor werkgelegenheid in overeenstemming met de nationale kwalificatiecatalogus en het register van het beroepsleven. Tot slot ondersteunt de maatregel de oprichting van simulatoren, digitale tweelingen en technologische hubs.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2025 voltooid zijn.

    Investering 3 (C19. I3) — Digitale vaardigheden voor werkgelegenheid

    Het doel van deze maatregel is de digitale vaardigheden van werkenden en werklozen — met name jongeren — te versterken om hun inzetbaarheid te verbeteren. De opleiding is ook gericht op het openbaar bestuur (onder meer gezondheidswerkers, troepen en zeevarenden van de strijdkrachten en speciale reservisten, personeel dat werkzaam is op het gebied van sociale zekerheid en financiën). Tot slot ondersteunt de maatregel de digitalisering van kmo’s door middel van acties die gericht zijn op specifieke sectoren van de economie en opleiding voor personen die als katalysatoren van verandering kunnen fungeren, met inbegrip van deskundigen en bedrijfsleiders.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2026 voltooid zijn.

    Investering 4 (C19. I4) — Digitale professionals

    Het doel van deze maatregel is het bestaande aanbod van beroepsopleidingen op het gebied van geavanceerde digitale vaardigheden aan te passen en talent op deze gebieden aan te trekken en te behouden. Het creëert ook open onderwijsmiddelen voor digitaal onderwijs op het gebied van artificiële intelligentie en cyberbeveiliging op verschillende niveaus.

    De maatregel omvat speciale opleidingen voor ongeveer 20 000 IT-deskundigen, met bijzondere aandacht voor cyberbeveiliging, alsook de financiering van 4-jarige beurzen om talent op het gebied van geavanceerde digitale vaardigheden aan te trekken en te behouden.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2025 voltooid zijn.

    S.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is het begin van de actie, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    285

    C19.R1

    M

    Goedkeuring van het nationale plan voor digitale competenties door de ministerraad

    Referentie van de Raad van Ministers

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Goedkeuring van het nationale plan voor digitale competenties door de ministerraad. Het plan heeft de volgende doelstellingen: (1) het aanbieden van opleidingen op het gebied van digitale vaardigheden voor de bevolking in het algemeen; (2) het overbruggen van de digitale kloof tussen mannen en vrouwen; (3) digitalisering van het onderwijssysteem en ontwikkeling van digitale vaardigheden voor leren; (4, 5) het aanbieden van digitale vaardigheden voor een betere inzetbaarheid van particuliere en publieke werknemers; (6) ontwikkeling van digitale vaardigheden in kmo’s; en (7) verhoging van het aantal ICT-specialisten, die niet bindend zijn voor regio’s en lokale entiteiten.

    286

    C19.I1

    T

    Opleiding van burgers op het gebied van digitale vaardigheden.

    %

    0

    75

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste 75 % van de begroting is vastgelegd voor acties in het kader van de investering om burgers op te leiden op het gebied van digitale vaardigheden.

    287

    C19.I1

    M

    Voltooiing van acties ter verbetering van de digitale capaciteiten

    Kwalificatiecertificaat van nationale digitale opleidingscentra

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2024

    Oprichting van een nationaal netwerk van digitale vaardigheden (met inbegrip van de hervorming van 1 500 centra voor beroepsopleiding) en uitvoering van bewustmakingscampagnes en communicatieplannen

    288

    C19.I1

    T

    Opleiding van burgers op het gebied van digitale vaardigheden.

    Aantal

    0

    2 600 000

    KWARTAAL 2

    2026

    2 600 000 burgers zijn opgeleid in digitale vaardigheden, overeenkomstig de acties in het kader van de maatregel. De opleidingen moeten ten minste 7.5 uur bedragen.

    289

    C19.I2

    M

    Programma om openbare en door de overheid gesubsidieerde scholen uit te rusten met digitale instrumenten

    Bekendmaking in het Publicatieblad

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Goedkeuring van het programma om ten minste 240 000 klaslokalen uit te rusten, 700 000 leerkrachten op te leiden en de digitale strategie voor ten minste 22 000 openbare en door de overheid gesubsidieerde schoolcentra voor te bereiden of te herzien, en 300 000 geconnecteerde digitale apparaten (laptops, tablets) aan te bieden in openbare en door de overheid gesubsidieerde scholen, in samenwerking met de autonome gemeenschappen. Het programma is bindend voor de autonome gemeenschappen.

    290

    C19.I2

    M

    Voltooiing van acties voor de digitale transformatie van het onderwijs

    Certificering door de nationale en regionale overheid

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2025

    Voltooiing van de acties voor de digitale transformatie van het onderwijs, met inbegrip van de certificering van digitale vaardigheden van ten minste 80 % van de 700 000 leerkrachten die in digitale vaardigheden zijn opgeleid; en ten minste 22 000 centra die worden ondersteund bij de voorbereiding en herziening van hun digitale strategieën.

    291

    C19.I2

    T

    Levering van verbonden digitale apparaten in openbare en door de overheid gesubsidieerde scholen om de „digitale kloof” te overbruggen en ten minste 240 000 klaslokalen uit te rusten

    Aantal

    0

    540 000

    KWARTAAL 4

    2025

    Voltooide levering van verbonden en interactieve digitale apparaten voor ten minste 300 000 leerlingen en apparatuur voor ten minste 240 000 klaslokalen in openbare en door de overheid gesubsidieerde scholen om de „digitale kloof” te overbruggen. Certificeringen van de nationale en regionale overheden van de aankoop en levering van de uitrusting.

    292

    C19.I3

    T

    Digitale opleiding voor werkgelegenheid

    Aantal

    0

    300 000

    KWARTAAL 2

    2026

    Ten minste 300 000 mensen namen deel aan opleidingen over digitale vaardigheden. Elke opleiding moet ten minste 150 uur bedragen.

    292a

    C19.I3

    T

    Digitale opleiding in de werkomgeving

    Miljoen EUR

    0

    310

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van opleidingen over digitale vaardigheden in de werkomgeving en opleidingsinhoud ter ondersteuning van de uitvoering ervan, overeenkomend met een totaal budget van ten minste 310 miljoen EUR. Elke opleiding moet ten minste 25 uur bedragen.

    293

    C19.I4

    T

    Beursprogramma’s voor digitaal talent

    Aantal

    0

    300

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 300 begunstigden hebben beursprogramma’s toegekend voor het aantrekken en behouden van digitaal talent (cumulatief 2021-2024). Elk programma heeft een minimum van 240 ECTS.

    294

    C19.I4

    T

    Opleiding van IT-professionals

     

    Aantal

    0

    18 000

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 18 000 IT-professionals zijn opgeleid in gespecialiseerde cursussen van elk ten minste 250 uur.

    T. COMPONENT 20: Strategisch plan voor het stimuleren van de beroepsopleiding

    Het onderdeel van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan heeft tot doel het stelsel voor beroepsonderwijs en -opleiding te transformeren en te moderniseren en aan te passen aan de veranderingen in de productieve sectoren van de economie. Daartoe beoogt de component bij te dragen tot de verbetering van de inzetbaarheid en de arbeidsmobiliteit van werknemers, en in het verlengde daarvan de productiviteit en het concurrentievermogen te vergroten.

    Bestaande discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden worden aangepakt om het evenwicht tussen het onderwijs- en opleidingsniveau van de bevolking en de behoeften van de arbeidsmarkt te verbeteren, met name door de bijscholing van laaggeschoolden in de richting van meer intermediaire vaardigheden en omscholing te ondersteunen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan technische en digitale vaardigheden, het aanpakken van de vaardigheidskloof tussen mannen en vrouwen en het aantrekkelijker maken van programma’s voor hoger beroepsonderwijs en -opleiding om de inschrijving te verbeteren. De component voorziet ook in de erkenning van bestaande vaardigheden, met het oog op het openstellen van toegang tot nieuwe opleidingsmogelijkheden en nieuwe kwalificaties in een meer geïntegreerd systeem voor beroepsonderwijs en -opleiding dat mensen begeleidt in zowel het verplichte onderwijs — dat bijdraagt tot het terugdringen van voortijdig schoolverlaten — als gedurende het hele beroepsleven.

    De component draagt bij tot de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen met betrekking tot het terugdringen van voortijdig schoolverlaten (landspecifieke aanbeveling 2 2019); de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven intensiveren om het aanbod van voor de arbeidsmarkt relevante vaardigheden en kwalificaties te verbeteren, met name op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (landspecifieke aanbeveling 2 2019); de werkgelegenheid te ondersteunen door middel van maatregelen voor het behoud van banen, doeltreffende stimulansen voor aanwerving en de ontwikkeling van vaardigheden (landspecifieke aanbeveling 2 2020); de toegang tot digitaal leren verbeteren (landspecifieke aanbeveling 2 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    T.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C20.R1) — Plan voor de modernisering van de beroepsopleiding

    Deze hervorming bestaat uit de vaststelling en uitvoering van een plan voor de modernisering van de beroepsopleiding. Het plan werd op 22 juli 2020 gepresenteerd. Het doel ervan is ervoor te zorgen dat het systeem voor beroepsopleiding (BOO) inspeelt op een arbeidsmarkt waarvoor een tussentijdse kwalificatie vereist is, en zo te voldoen aan de behoeften van de productiesector (met name technici/senior technici) en ervoor te zorgen dat beroepsopleiding en kwalificaties de kansen op inzetbaarheid verbeteren. Beroepsopleiding wordt aangemerkt als een essentieel element om de economische en sociale motor in de nasleep van de pandemie te stimuleren.

    Het plan is gericht op het opzetten van één geïntegreerd systeem voor beroepsonderwijs en -opleiding dat opleiding en beroepskwalificaties biedt aan de gehele bevolking, met inbegrip van studenten in het onderwijsstelsel en beroepsonderwijs en -opleiding voor werk. Zij situeert beroepsonderwijs en -opleiding als een standaard terugkerend element van professionele ontwikkeling voor alle werknemers gedurende hun hele beroepsleven.

    Het belangrijkste instrument van het plan is de nationale catalogus van beroepskwalificaties, die wordt herzien en geactualiseerd, onder meer door de toepassing van de digitale en de groene transitie te integreren. Het omvat het ontwerp van nieuwe beroepsopleidingskwalificaties in alle sectoren, maar met bijzondere aandacht voor de twaalf strategische sectoren waarin de beroepsopleiding moet worden geïntensiveerd, rekening houdend met de regionale behoeften.

    Het plan wordt uitgevoerd door middel van de vaststelling van verschillende wetten bij koninklijk besluit, die overeenkomen met de vaststelling van nieuwe leerplannen. In totaal zullen in de periode 2021-42 geleidelijk ongeveer 2023 nieuwe graden worden ingevoerd, die middelbare, hogere en specialistische graden bestrijken. De hervorming omvat ook een periodieke herziening van de beroepsopleidingsgraden en het ontwerpen van nieuwe beroepsopleidingsgraden die beantwoorden aan de behoeften van de productiesectoren, met bijzondere aandacht voor de sectoren die in het strategisch plan voor beroepsopleiding prioriteit krijgen.

    Andere prioritaire lijnen van het plan omvatten innovatie, toegepast onderzoek, ondernemerschap, digitalisering en duurzaamheid als kernelementen van beroepsopleiding; en bedrijven te positioneren als een integraal onderdeel van de beroepsopleiding en publiek-private samenwerking in het systeem te bevorderen, met name door het duale karakter van de beroepsopleiding te bevorderen. Daartoebouwt de hervorming voort op gezamenlijke werkzaamheden van ministeries, bedrijven en sociale partners om vast te stellen welke vaardigheden de economie nodig heeft.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2020 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C20.R2) — Wet tot regeling van het geïntegreerde stelsel van beroepsonderwijs en -opleiding dat gekoppeld is aan het nationale kwalificatiesysteem

    In overeenstemming met de doelstellingen van het plan voor de modernisering van de beroepsopleiding en het kader van het nationale kwalificatiesysteem dient Spanje een wet tot regeling van het geïntegreerde systeem voor beroepsopleiding in en keurt het deze goed. De nieuwe wet zal de twee huidige afzonderlijke beroepsopleidingsstelsels, het onderwijsstelsel en de beroepsopleidingen, in één enkel stelsel integreren. Het voorziet in een geïntegreerd systeem van levenslang leren voor de bevolking op elke leeftijd en in elke persoonlijke of werksituatie, waarbij aanvullende en cumulatieve cursussen worden aangeboden die tot nieuwe kwalificaties leiden. Het moet ook gedurende het hele leven vergezeld gaan van een oriëntatieproces.

    In de eerste voorbereidingsfase heeft het ministerie van Onderwijs en Beroepsopleiding een wetsontwerp opgesteld, met de consensus van de sociale partners en de regionale regeringen. De Raad van Ministers zal het wetsontwerp naar verwachting vóór 31 december 2021 goedkeuren en de aanneming in het parlement vindt uiterlijk op 30 juni 2022 plaats.

    De uiteindelijk goedgekeurde wet tot harmonisatie van de twee bestaande stelsels voor beroepsopleiding heeft tot doel het stelsel te moderniseren, met name door:

    a)de nadruk te leggen op de bijscholing van laaggeschoolden en hun inzetbaarheid te verbeteren;

    b)aanpakken van discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden;

    c)het actualiseren van de nationale catalogus van beroepskwalificaties en het aanpassen ervan aan de toekomstige behoeften van de economie, met inbegrip van het ondersteunen van de groene en digitale transitie; en het

    d)het aantrekkelijker maken van programma’s voor hoger beroepsonderwijs en -opleiding met het oog op een betere inschrijving.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2022 voltooid zijn.

    Investering 1 (C20.I1) — Herscholing en bijscholing van de beroepsbevolking in verband met beroepskwalificaties

    Deze investering omvat vier acties die gericht zijn op het behoud en de verbetering van de beroepsvaardigheden van de beroepsbevolking ouder dan 16 jaar (werkenden of werklozen):

    a)De beoordeling en formele erkenning van beroepsvaardigheden die zijn verworven door werkervaring en niet-formele opleiding. Daartoe wordt beoogd ervoor te zorgen dat bestaande vaardigheden formeel worden erkend en dat toegang wordt geboden tot bijscholing en nieuwe kwalificaties. In totaal investeert het plan in de registratie, evaluatie en accreditatie van 2 bekwaamheidseenheden over een periode van vijf jaar. 

    b)Een modulair aanbod voor werknemers die betrokken zijn bij de competentie-eenheden van de nationale catalogus van beroepskwalificaties. De actie is gericht op de werknemers en zorgt ervoor dat ten minste 300 000 werknemers een digitale opleiding voor beroepsvooruitgang volgen en hen in staat stellen hogere vaardigheden te verwerven. 

    c)De beroepsopleiding flexibeler en toegankelijker maken door de oprichting van „Aulas Mentor”. De actie voorziet in niet-formele opleiding in overeenstemming met de nationale catalogus van beroepskwalificaties voor mensen in plattelandsgebieden of mensen die het risico lopen te worden ontvolkt. Bijzondere aandacht gaat uit naar vrouwen met het oog op het creëren van nieuwe leermogelijkheden, het scheppen van banen en het verbeteren van de lokale economie.

    d)Modulaire bij- en omscholing voor werkenden en werklozen. De actie biedt opleidingen aan in opkomende en snel evoluerende toekomstgerichte vaardigheden die naar verwachting banen zullen genereren in de toekomst, met inbegrip van de groene transitie, de zorgeconomie en andere strategische sectoren die in het moderniseringsplan zijn vastgesteld. Er wordt prioriteit gegeven aan de meest kwetsbare groepen die opleidingen aanbieden die gericht zijn op omscholing en bijscholing van ten minste 700 000 werkenden en werklozen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2025 voltooid zijn.

    Investering 2 (C20.I2): Digitale transformatie van beroepsopleiding

    Deze investering is gericht op de transformatie en modernisering van beroepsopleiding ter ondersteuning van de digitalisering van elke productiesector, maar geeft ook prioriteit aan ecologische duurzaamheid als sleutelcompetentie. Het omvat vier acties:

    a)Digitale en groene opleiding van leerkrachten in beroepsopleidingen, waardoor zij kunnen fungeren als een belangrijke pijler in het opleidingsproces en als hefboom voor de digitale en ecologische transitie die wordt toegepast op de respectieve productiesectoren voor beroepsopleiding. De nadruk ligt op het waarborgen van de technische, professionele en pedagogische vaardigheden van leerkrachten om de kwaliteit van het onderwijs- en opleidingsstelsel te ondersteunen.

    b)De omzetting van klaslokalen in toegepaste technologische ruimten die met behulp van technologische middelen nieuwe werkomgevingen creëren, stellen studenten in staat technologieën te benaderen die zij later in de bedrijven zullen vinden. De investering maakt het mogelijk ten minste 1 253 „technologie” -klaslokalen op te richten.

    c)Oprichting van „ondernemerschapsklassen” in openbare beroepsopleidingscentra, die studenten de mogelijkheid bieden ondernemerschap te begrijpen als een integraal onderdeel van hun vakbekwaamheid en een basis te leggen voor het opzetten of opstarten van een bedrijf. Spanje zorgt ervoor dat de actie na afloop van de faciliteit voor herstel en veerkracht budgettair houdbaar is, onder meer door gebruik te maken van andere bronnen van EU-financiering.

    d)Oprichting van een netwerk van 50 expertisecentra, waarbij onderzoek en innovatie op het gebied van beroepsopleiding worden gestimuleerd.

    De investeringen in technologie- en ondernemersclaslokalen, samen met de centra voor topkwaliteit die gericht zijn op onderzoek en innovatie, spelen een belangrijke rol bij de modernisering van het bedrijfsleven, het ondersteunen van de transformatie van de economie en het verbeteren van het concurrentievermogen. Bovendien worden zij geacht bij te dragen aan het stimuleren van de oprichting van bedrijven in strategische sectoren en aan het vergroten van de omvang en productiviteit van kmo’s.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2025 voltooid zijn.

    Investering 3 (C20.I3): Innovatie en internationalisering van beroepsopleiding

    Deze investering heeft tot doel het totale aanbod aan beroepsopleiding te vergroten door ten minste 8 252 nieuwe groepen beroepsonderwijs en -opleiding op te richten ten opzichte van het academisch jaar 2019/2020, het aanbod weer in evenwicht te brengen met de behoeften van het bedrijfsleven en doeltreffend in te spelen op de sectorale behoeften zoals uiteengezet in het plan voor de modernisering van de beroepsopleiding en regionale kloven. De nadruk ligt op het voldoen aan de vraag van de arbeidsmarkt naar tussentijdse kwalificaties. De territoriale verdeling van de financiering om het aanbod van beroepsonderwijs en -opleiding te vergroten, wordt gebaseerd op een behoeftenanalyse en volgt op besprekingen met relevante belanghebbenden om ervoor te zorgen dat het aanbod doeltreffend tegemoetkomt aan regionale lacunes en sectorale behoeften. Verwacht wordt dat hierover overeenstemming zal worden bereikt in het kader van de sectorale onderwijsconferenties, met de autonome regio’s.

    Om de communicatie in een vreemde taal te bevorderen als essentieel onderdeel van beroepsprestaties, wordt tweetaligheid op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding als strategische doelstelling bevorderd. De nadruk ligt op leraren- en leerlingenonderwijs in een vreemde taal als onderdeel van de formatieve cyclus, door 3 700 cycli om te zetten in tweetalig aanbod.

    Voorts is de investering gericht op de ontwikkeling van projecten voor innovatie en kennisoverdracht tussen centra voor beroepsonderwijs en -opleiding en ondernemingen, zodat deze een essentieel onderdeel van het nieuwe beroepsopleidingsmodel worden. De investering is ook bedoeld om opleidingscycli op gemiddeld en hoog niveau om te zetten in tweetalige cycli, als reactie op de toenemende internationalisering van bedrijven en de mondialisering van economieën.

    Spanje zorgt ervoor dat de actie na afloop van de faciliteit voor herstel en veerkracht budgettair houdbaar is, onder meer door gebruik te maken van andere bronnen van EU-financiering.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2025 voltooid zijn.

    T.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    295

    C20.R1

    M

    Plan voor de modernisering van de beroepsopleiding en de daarmee verband houdende wetten op het koninklijk besluit

    Publicatie op de MEFP-webpagina en presentatie door de minister-president

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    Presentatie door de minister-president van het plan voor de modernisering van de beroepsopleiding en publicatie in het Staatsblad van 8 Koninklijk Besluit wetten tot uitvoering van het plan, overeenkomend met 5 curricula voor specialisten, 2 middelbare graad en 1 hogere graden

    296

    C20.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wet op het geïntegreerde stelsel van beroepsopleiding, met als doel het systeem te moderniseren

    Bekendmaking in het Publicatieblad

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Inwerkingtreding van de wet inzake één geïntegreerd stelsel voor beroepsopleiding, met als doel het systeem te moderniseren. De wet harmoniseert de twee bestaande stelsels voor beroepsopleiding en moderniseert deze door: de nadruk leggen op de bijscholing van laaggeschoolden en het verbeteren van hun inzetbaarheid; aanpakken van discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden; de nationale catalogus van beroepskwalificaties actualiseren en aanpassen aan de toekomstige behoeften van de economie, onder meer door de groene en digitale transitie te ondersteunen; het aantrekkelijker maken van programma’s voor hoger beroepsonderwijs en -opleiding met het oog op een betere inschrijving.

    297

    C20.I1

    T

    Nieuwe competentie-eenheden van de nationale catalogus van beroepskwalificaties

    Aantal

    0

    2 000 000

    KWARTAAL 4

    2025

    Registratie (inschrijving), evaluatie en accreditatie van 2 000 000 competentie-eenheden van de nationale catalogus van beroepskwalificaties die zijn verworven door werkervaring en niet-formele opleidingsroutes.

    298

    C20.I1

    T

    Modulaire opleidingen voor bij- en omscholing van werkenden en werklozen

    Aantal

    0

    1 000 000

    KWARTAAL 4

    2024

    Levering van een modulaire digitale opleiding voor bij- en omscholing (waarvan ten minste 300 000 werknemers zijn opgeleid) en van een modulaire opleiding gericht op omscholing en bijscholing van werkenden en werklozen (ten minste 700 000 personen die zijn opgeleid).

    299

    C20.I2

    T

    Centra voor topkwaliteit en innovatie op het gebied van beroepsopleiding

    Aantal

    0

    50

    KWARTAAL 4

    2024

    Oprichting van ten minste 50 expertisecentra en innovatiecentra op het gebied van beroepsopleiding

    467

    C20.I2

    T

    Omzetting van klaslokalen in toegepaste technologische ruimten

    Aantal

    0

    1 253

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 1 253 klaslokalen worden omgevormd tot technologische klaslokalen waarin werkomgevingen worden gecreëerd met behulp van technologische hulpmiddelen om studenten in staat te stellen de technologieën te benaderen die zij later in de bedrijven zullen vinden.

    467a

    C20.I2

    T

    Oprichting en ondersteuning van „ondernemerschap” -klaslokalen

    Aantal

    0

    1 350

    KWARTAAL 4

    2024

    Oprichting en ondersteuning van ten minste 1 350 klassen „ondernemerschap” in openbare beroepsopleidingscentra.

    467b

    C20.I2

    T

    Voltooiing van groene opleidingen voor leerkrachten in beroepsonderwijs en -opleiding

    Aantal

    0

    25 281

    KWARTAAL 4

    2024

    Voltooiing van 30-uurse digitale en groene opleidingen voor ten minste 25 281 leerkrachten in beroepsonderwijs en -opleiding.

    300

    C20.I3

    T

    Ten minste 1 667 nieuwe groepen beroepsonderwijs en -opleiding ten opzichte van het academisch jaar 2019/2020.

    Aantal

    39 063

    40 730

    KWARTAAL 4

    2022

    Gecumuleerde oprichting van ten minste 1 667 nieuwe groepen beroepsonderwijs en -opleiding in vergelijking met het academisch jaar 2019/2020. De territoriale verdeling van de financiering om het aanbod van beroepsonderwijs en -opleiding te vergroten, wordt gebaseerd op een behoeftenanalyse en volgt op besprekingen met relevante belanghebbenden om ervoor te zorgen dat het aanbod doeltreffend beantwoordt aan de sectorale behoeften zoals uiteengezet in het plan voor de modernisering van de beroepsopleiding en regionale lacunes. Datum van de uitgangswaarde: Academisch jaar 2019/2020.

    301

    C20.I3

    T

    Tweetalige beroepsopleidingscycli

    Aantal

    0

    3 700

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 3 700 beroepsopleidingscycli (middelgroot en hoog) omgezet in tweetalig aanbod

    302

    C20.I3

    T

    Nieuwe groepen beroepsonderwijs en -opleiding in vergelijking met het academisch jaar 2019/2020.

    Aantal

    39 063

    47 315

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 8 252 nieuwe groepen beroepsonderwijs en -opleiding ten opzichte van het academisch jaar 2019/2020. Datum van de uitgangswaarde: Academisch jaar 2019/2020.

    U. COMPONENT 21: Modernisering en digitalisering van het onderwijs, met inbegrip van vroegtijdig onderwijs 0-3

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan is gericht op de modernisering van het onderwijsstelsel en de verbetering van de onderwijsinfrastructuur. Het is gericht op een flexibeler en inclusiever systeem dat beter is afgestemd op de behoeften van elke leerling en nieuwe onderwijs- en leertechnieken, ook digitaal, introduceert. De belangrijkste doelstellingen voor elke onderwijsfase zijn:

    a)Opvang en onderwijs voor jonge kinderen De component heeft tot doel de deelname aan OOJK geleidelijk te verhogen door prioriteit te geven aan het beschikbaar stellen van nieuwe openbare plaatsen voor kinderen in gebieden met een hoger risico op armoede of sociale uitsluiting en in plattelandsgebieden. De nadruk ligt op kinderen van 0 tot 3 jaar en er wordt aandacht besteed aan zowel de toegang als de betaalbaarheid, teneinde met name de integratie van vrouwen op de arbeidsmarkt te bevorderen en de basis te leggen voor het verbeteren van de onderwijsresultaten en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten in latere stadia.

    b)Basis- en middelbaar onderwijs. De component heeft tot doel de onderwijsresultaten te verbeteren door het aantal voortijdige schoolverlaters en het hoge aantal herhalingen terug te dringen, door extra steun te verlenen aan ondermaats presterende leerlingen, en door een nieuw curriculum te ontwikkelen voor sleutelcompetenties (waaronder digitale) in het verplichte basis- en middelbaar onderwijs en baccalaureaat.

    c)Universitair systeem. De component heeft tot doel het universitair systeem te moderniseren door de organisatie van universitaire cursussen aan te passen aan de huidige maatschappelijke behoeften, de relevantie van het hoger onderwijs voor de arbeidsmarkt te verbeteren en de technologische transformatie te ondersteunen. Het heeft ook tot doel de toegang tot hoger onderwijs te verbeteren en de betaalbaarheid ervan te verbeteren.

    De component draagt bij tot de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen met betrekking tot het terugdringen van voortijdig schoolverlaten en het verbeteren van de onderwijsresultaten, rekening houdend met regionale verschillen (landspecifieke aanbevelingen 2 2019) en het verbeteren van de toegang tot digitaal leren (landspecifieke aanbeveling 2 2020). Het draagt ook bij tot de uitvoering van eerdere landspecifieke aanbevelingen met betrekking tot betere ondersteuning van de opleiding van studenten en leerkrachten, en tot een betere ondersteuning van gezinnen (landspecifieke aanbevelingen 2 2019), met inbegrip van toegang tot hoogwaardige kinderopvang.

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    U.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C21.R1) — Nieuwe organieke wet inzake onderwijs

    Deze hervorming stimuleert de goedkeuring van een nieuwe wet inzake onderwijs voor jonge kinderen, verplicht basis- en middelbaar onderwijs en baccalaureaat. Het legt de basis voor het vergroten van de onderwijs- en opleidingsmogelijkheden voor de gehele bevolking, onder meer door de onderwijsresultaten te verbeteren, problemen vroegtijdig op te sporen en de autonomie van scholen te versterken. De nadruk ligt op het verminderen van segregatie naar achtergrond van studenten en het verbeteren van de inclusieve capaciteit van het systeem. Bovendien is het de bedoeling de digitale competenties op alle onderwijsniveaus te versterken en zo in te spelen op de steeds digitalere economie. Op 29 december 2020 is een nieuwe wet (LOMLOE) aangenomen.

    De ontwikkeling van de regelgeving van de onderwijswet moet worden uitgevoerd door middel van:

    a)de regulering van een nieuw competentiegericht curriculum;

    b)evaluatie, met name de algemene evaluatie van het onderwijsstelsel en de diagnostische evaluaties;

    c)de ontwikkeling van het beroep van leraar; en het

    d)de regulering van de erkenning en validering van buitenlandse niet-universitaire diploma’s en studies.

    Daartoe legt het de basis voor hervorming 2 en diverse investeringen die deel uitmaken van de component.

    Tot slot zal de hervorming naar verwachting de integratie van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften in reguliere scholen bevorderen, en zal zij vergezeld gaan van een 10-jarig voortschrijdend plan dat met de regionale autoriteiten is overeengekomen en aanvullende middelen ter beschikking stelt ter ondersteuning van scholen waar leerlingen met bijzondere behoeften worden opgevangen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 maart 2021 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C21.R2) — Een nieuw leerplan voor sleutelcompetenties, fundamenteel leren en inclusieve academische planning 

    Opbasis van de goedkeuring van de nieuwe onderwijswet (LOMLOE) waarnaar in hervorming 1 wordt verwezen, omvat deze hervorming de goedkeuring van wetsbesluiten inzake minimumeisen voor basisonderwijs, verplicht secundair onderwijs en baccalaureaat. Het omvat ook de invoering van methodologische richtsnoeren voor onderwijzen en leren op basis van een competentiegericht curriculum en waarin „zachte vaardigheden” worden opgenomen, rekening houdend met de aanbeveling van de Raad van 22 mei 2018 inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren. De wetsbesluiten bevatten een evaluatiekader dat is ontwikkeld in samenhang met het curriculum en gericht is op het niveau van verwerving van de competenties en op de beoordeling van de maatregelen die de voortgang van de studenten ten goede komen. Het doel is een flexibeler en opener onderwijsmodel te ontwerpen dat diepgaand leren bevordert door samenwerkingsmethoden toe te passen en bij te dragen tot betere onderwijsresultaten. In het nieuwe curriculum wordt aandacht besteed aan onderwijs voor duurzame ontwikkeling en burgerschap. De ontwikkeling van digitale competenties wordt op alle niveaus opgenomen, zowel via specifieke inhoud als vanuit een horizontaal perspectief.

    Bij deze hervorming nemen ten minste 100 externe deskundigen deel aan de uitwerking van het curriculum van de gebieden en onderwerpen van de onderwijsfasen en van de evaluatiekaders, die de basis zullen vormen voor het opstellen van de koninklijke besluiten van het nieuwe curriculum en het gemeenschappelijk evaluatiekader.

    De hervorming omvat ook de voorbereiding van ondersteuning, begeleiding en lesmateriaal, alsook opleiding van leerkrachten om ervoor te zorgen dat zij het nieuwe curriculum doeltreffend kunnen uitvoeren. Het materiaal wordt online gepubliceerd ten behoeve van alle leerkrachten, samen met de verspreiding van goede praktijken. Ten minste 4 000 professionals moeten de opleiding voor de toepassing van het nieuwe curriculum voltooien.

    Het ontwerp en de uitvoering van de hervorming worden uitgevoerd in overleg met de adviesorganen en deskundigen op het gebied van onderwijs en met de autonome gemeenschappen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 september 2024 voltooid zijn.

    Hervorming 3 (C21.R3) — alomvattende hervorming van het universitaire stelsel

    De hervorming is gericht op nieuwe wetgeving inzake het universitair stelsel die gericht is op een alomvattende hervorming van het stelsel op basis van vier hoofddoelstellingen:

    a)Bevordering van de toegang tot hoger onderwijs. De beurzen worden verhoogd, rekening houdend met sociaal-economische omstandigheden, en gelijke kansen worden gewaarborgd door de beurzen voor studenten met een handicap te verbeteren. Het beurzenstelsel is in 2020 hervormd, maar zal in 2021 en 2022 verder worden ontwikkeld. De openbare universiteitsgelden worden ook verlaagd, onder meer door drempels vast te stellen en grote regionale verschillen te verkleinen.

    b)Goedkeuring van de organisatie van universitaire cursussen. Er wordt een decreto-legge vastgesteld om de organisatie van universitaire opleidingen te hervormen en de kwaliteit en relevantie ervan voor de arbeidsmarkt te waarborgen. Daartoe wordt de samenwerking tussen universiteiten en bedrijven in het tertiair onderwijs bevorderd door het reguleren van duale bachelor- en masterdiploma’s, met inbegrip van opleidingsprogramma’s in bedrijven die onder toezicht staan van universiteiten. Overeenkomstig de doelstellingen van de Europese onderwijsruimte wordt de automatische erkenning van diploma’s gewaarborgd. De verificatie-, follow-up- en accreditatieprocedures voor niet-of semiface-to-face onderwijs worden ook versterkt, waarbij kwaliteitsborging van het universitaire onderwijsaanbod wordt gecombineerd met een vermindering van de bureaucratie in de betrokken procedures. Ook innovatief onderwijs wordt bevorderd.

    c)Zorgen voor goed bestuur van universitaire instellingen en bevorderen van onderzoek, overdracht en mobiliteit van onderwijzend en onderzoekspersoneel. Het doel is de doeltreffendheid, efficiëntie en autonomie van de universiteiten bij het dagelijks bestuur van universiteiten te waarborgen, de deelname van belanghebbenden aan het bestuur te vergroten en transparantie en verantwoordingsplicht te bevorderen. Het zorgt er ook voor dat universiteiten over hooggekwalificeerde leerkrachten beschikken dat de onderwijsloopbaan voorspelbaarder is en dat de band tussen onderwijs en onderzoek wordt versterkt.

    d)Waarborging van de kwaliteit van de universitaire instellingen. Er wordt een decreto-legge vastgesteld waarin academische kwaliteitscriteria worden vastgelegd voor de oprichting, erkenning, erkenning en erkenning van universiteiten en daaraan verbonden centra, met inbegrip van afstands- en semi-face-universiteiten. Het doel is dat universiteiten over een minimaal formatief academisch aanbod beschikken en tegelijkertijd de mogelijkheid van specialisatie van universiteiten waarborgen; een minimumaantal bachelorstudenten; ten minste 5 % van hun begroting te besteden aan onderzoeksprogramma’s; en beschikken over interne kwaliteitsborgingssystemen.

    Daartoe wordt bij de hervorming rekening gehouden met de aanbevelingen van de Conferentie van rectoren van Spaanse universiteiten (CRUE). Het draagt bij tot het vergroten van de relevantie van het hoger onderwijs voor de arbeidsmarkt, onder meer door samenwerking met het bedrijfsleven te bevorderen en prestatiegerichte financieringsmodellen in openbare universiteiten in te voeren.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2023 voltooid zijn.

    Investering 1 (C21.I1) — Bevordering van voor- en vroegschoolse educatie en opvang (OOJK) 

    In het kader van deze maatregel zal Spanje investeren in de bouw van nieuwe OOJK-faciliteiten, de rehabilitatie en renovatie van bestaande gebouwen en uitrusting om ten minste 60 000 nieuwe openbare plaatsen voor voor- en vroegschoolse educatie en opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar te creëren. De nadruk ligt op betaalbare openbare plaatsen voor kinderen in gebieden met een hoger risico op armoede of sociale uitsluiting en op het platteland, met name voor de leeftijdsgroep van 1-2 jaar. De gebouwen zijn eigendom van regionale of lokale overheden of van het ministerie van Onderwijs en Beroepsopleiding in het geval van Ceuta en Melilla.

    De investering kan ook betrekking hebben op operationele uitgaven, met inbegrip van de salarissen van leerkrachten tijdens de uitrol van de investering, om regionale en lokale overheden te stimuleren voor maximaal 40 000 nieuwe onderwijsplaatsen. Spanje zorgt ervoor dat de actie na afloop van de faciliteit voor herstel en veerkracht budgettair houdbaar is, onder meer door gebruik te maken van andere bronnen van EU-financiering.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2025 voltooid zijn.

    Investering 2 (C21.I2): Programma voor oriëntatie, vooruitgang en educatieve verrijking („PROA +”)

    Om laagpresterende leerlingen ondersteuning en begeleiding te bieden en zowel het percentage voortijdige schoolverlaters als het aantal voortijdige schoolverlaters te verminderen, investeert Spanje in de uitbreiding van het bestaande programma voor oriëntatie, vooruitgang en onderwijsverrijking („PROA +”).

    Dit programma is gericht op activiteiten die de minimumonderwijsvoorwaarden voor alle studenten waarborgen, voorzien in versterkingsmaatregelen voor degenen die meer leerproblemen hebben, voornamelijk op het gebied van basisvaardigheden, op zoek gaan naar nieuwe vormen van organisatie en management in het onderwijscentrum, en voorzien in aanvullende ondersteuning en opleiding voor leerkrachten. Deze activiteiten moeten erop gericht zijn het succes van alle leerlingen op deze scholen te verbeteren.

    Het programma is gericht op scholen met bijzondere onderwijscomplexiteit, ook in plattelandsgebieden, met een aanzienlijk percentage kwetsbare leerlingen die in reguliere klaslokalen leermoeilijkheden ondervinden. De selectie van de centra wordt uitgevoerd door onderwijsinstanties. Debeoogde scholen bevinden zich met name in gebieden die bestaan uit leerlingen en gezinnen met een lage sociaal-economische en onderwijsachtergrond. In totaal krijgen ten minste 2 700 scholen steun.

    De investeringen worden ontwikkeld in samenwerking met de autonome gemeenschappen in het kader van sectorale conferenties, en de territoriale verdeling van de middelen wordt gebaseerd op specifieke criteria die zijn overeengekomen om rekening te houden met de behoeften en bij te dragen tot het verkleinen van regionale verschillen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2024 voltooid zijn.

    Investering 3 (C21.I3) — Steun voor kwetsbare studenten en gezinnen 

    Spanje investeert in het opzetten van ten minste 1 000 eenheden voor ondersteuning, begeleiding en psychoducatie van kwetsbare leerlingen in schooldistricten. Het vergemakkelijkt de ondersteuning van studenten en hun gezinnen bij het overwinnen van onderwijsbelemmeringen om ziekteverzuim en voortijdig schoolverlaten terug te dringen. Samenwerking met verschillende leerkaders (zowel formeel als niet-formeel) wordt ondersteund om de ontwikkeling van essentiële interpersoonlijke, communicatieve en cognitieve vaardigheden te bevorderen. De investering wordt ontwikkeld door middel van territoriale samenwerking met autonome gemeenschappen in het kader van sectorale conferenties, waarin de criteria voor de territoriale verdeling van de middelen worden vastgesteld.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2024 voltooid zijn.

    Investering 4 (C21.I4) — Opleiding van onderwijzend en onderzoekspersoneel 

    Deze maatregel omvat investeringen in subsidies aan openbare universiteiten, met als doel de herkwalificatie van het Spaanse universitaire stelsel te bevorderen en de professionele ontwikkeling van het onderwijzend personeel te bevorderen, alsook om recente promovendi de kans te bieden zich in de toekomst in het hoger onderwijs te integreren. De subsidies dienen ter financiering van postdoctoraal onderzoek in het kader van prestigieuze buitenlandse universiteiten en onderzoekscentra, alsook in Spaanse universiteiten en andere overheidsfunctionarissen van het Spaanse systeem van wetenschap, technologie en innovatie. Daartoe zullen de subsidies naar verwachting bijdragen tot het aantrekken van internationaal talent en het aanpakken van het lage internationaliseringspercentage aan Spaanse universiteiten.

    De subsidies worden verstrekt in het kader van drie verschillende programma’s, waarbij specifieke criteria worden toegepast, afhankelijk van de doelgroep, waarbij de nadruk ligt op i) de opleiding van jonge PhD’s; beurzen voor universitair docenten — vaste hoogleraren en senioren op een vaste baan; en iii) subsidies om internationaal talent aan te trekken, financiering van postdoctorale opleidingen die worden georganiseerd door prestigieuze Spaanse universiteiten en andere overheidsfunctionarissen van het Spaanse systeem van wetenschap, technologie en innovatie. De looptijd van de programma’s bedraagt één tot drie jaar, afhankelijk van het programma en de doelgroep.

    Al deze subsidies worden in de periode 2021-23 uitgevoerd en komen ten minste 2 600 kandidaten ten goede. Elke universiteit ontvangt rechtstreeks een begrotingstoewijzing van het ministerie van Universiteiten op basis van objectieve criteria, met inbegrip van het aantal onderwijzend en onderzoekspersoneel, en PHD-proefschrift. Op basis van de sollicitaties worden de kandidaten beoordeeld door een panel van deskundigen met een internationaal prestige dat door elke universiteit wordt aangewezen en dat bestaat uit minimaal drie leden en een meerderheid van externe deskundigen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Investering 5 (C21.I5) — Verbetering van de digitale infrastructuur, uitrusting, technologieën, onderwijs en evaluatie van universiteiten 

    Deze investering omvat een aantal maatregelen ter verbetering van de technologische en digitale capaciteiten en vaardigheden van universiteiten. Het gaat onder meer om investeringen in digitale leermiddelen en infrastructuur, zoals netwerken voor de opslag van cloudgegevens van servers, cyberbeveiliging en klassikale technologieën voor onlinecursussen; en investeringen in digitale opleidingen voor academisch personeel en studenten.

    Investeringsacties verbeteren de technologische ontwikkeling en de digitale middelen ter ondersteuning van digitale onderwijsdiensten. Er wordt steun verleend aan gecentraliseerde infrastructuur en ICT-diensten, waarbij de nadruk ligt op glasvezelnetwerken en op efficiënte wijze ICT-diensten worden uitgerold, voortbouwend op schaalvoordelen en interoperabiliteit. Een belangrijke doelstelling is het richten van investeringen om de digitale kloof tussen academisch personeel en studenten te verkleinen om de diensten en apparatuur voor onderwijs op afstand te verbeteren. Andere doelstellingen zijn investeringen in het bevorderen van universiteitsoverschrijdende digitale innovatieprojecten, die op grotere schaal kunnen worden uitgebreid en overgenomen, en het ondersteunen van de nationale universiteit voor afstandsonderwijs (UNED) om de mogelijkheden voor hoger onderwijs in ontvolkte gebieden te vergroten.

    Het doel is de ontwikkeling van de „digitale index voor universiteiten” via de website van het ministerie van Universiteiten te monitoren en te verspreiden, met als doel de index voor het universitaire stelsel als geheel in 2023 met ten minste 10 % te verhogen ten opzichte van 2019. Deze index heeft betrekking op verschillende dimensies, waaronder management (zoals het aantal klaslokalen dat digitaal onderwijs mogelijk maakt, het aantal professoren dat digitale systemen gebruikt, het aantal onlineprocedures en het niveau van connectiviteit op campussen enz.); innovatie (zoals interuniversitaire digitale overeenkomsten, acties op het gebied van leeranalyse, multimediaopslagplaatsen, digitale competenties in onderwijzend personeel, gepersonaliseerde trajecten enz.); en governance (zoals een plan voor digitale transformatie, digitaliseringsprojectportefeuilles en opleidingsplannen op het gebied van digitale competenties enz.).

    De universiteiten verstrekken jaarlijks vervolginformatie via de certificering van hun interne controlegebied.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Investering 6 (C21.I6) — Plan voor de ontwikkeling van microcredentials aan universiteiten

    Deze investering heeft tot doel de capaciteiten van het universiteitssysteem als instellingen voor een leven lang leren te ontwikkelen en bij te dragen tot de bij- en omscholing van volwassenen, overeenkomstig de aanbeveling van de Raad van juni 2022 betreffende een Europese aanpak van microcredentials voor een leven lang leren en inzetbaarheid op de arbeidsmarkt.

    Het eerste element van deze maatregel bestaat uit de vaststelling van een actieplan voor de totstandbrenging van een kader voor de ontwikkeling van microcredentials dat door het ministerie van Universiteiten na overleg met de belanghebbenden wordt opgesteld en op de website van het ministerie wordt gepubliceerd. Het plan omvat acties i) om universiteiten om te vormen tot instellingen voor een leven lang leren; II) de vraag van volwassenen en hun werkgevers aan te moedigen; III) de kwaliteit en relevantie van microcredentials te bevorderen; IV) de billijkheid van de toegang te ondersteunen; en v) gepersonaliseerde en flexibele opleidingstrajecten te creëren.

    Het tweede element van deze maatregel bestaat uit de verstrekking van ten minste 60 000 eenheden microcredentials met een duur van minder dan 15 ECTS, overeenkomend met ten minste 1 000 verschillende opleidingsacties, met inbegrip van de mogelijkheid om meer dan één eenheid aan dezelfde volwassene aan te bieden. De opleidingsacties voorzien in specifieke kennis en vaardigheden waar op de arbeidsmarkt vraag naar is. De maatregel omvat ook de publicatie op de website van het ministerie van Universiteiten van een beoordelingsverslag over de verstrekking van microcredentials tot en met 31 december 2025.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2026 voltooid zijn.

    U.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    303

    C21.R1

    M

    Inwerkingtreding van de organieke wet op het onderwijs

    Bepaling in de wet ter aanduiding van de inwerkingtreding van de organieke wet

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Het doel van de organieke onderwijswet (LOMLOE) is een vernieuwd rechtsstelsel tot stand te brengen dat, op basis van de beginselen van kwaliteit, kansengelijkheid en inclusie, de onderwijs- en opleidingsmogelijkheden van studenten vergroot en bijdraagt tot de verbetering van de onderwijsresultaten.

    304

    C21.R2

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit betreffende de minimumonderwijsvereisten voor het onderwijs

    Bepaling in het koninklijk besluit tot vaststelling van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2022

    Het koninklijk besluit betreffende de minimumeisen voor het onderwijs in het basisonderwijs, het verplichte secundair onderwijs en het baccalaureaat omvat de invoering van methodologische richtsnoeren voor onderwijzen en leren op basis van een competentiegericht curriculum, waarin „zachte vaardigheden” zijn opgenomen; een evaluatiekader voor de verwerving van competenties; het ontwerp van een flexibeler en opener model dat diepgaand leren bevordert; en de voorbereiding van lesmateriaal, ondersteuning, begeleiding en opleiding voor leerkrachten om ervoor te zorgen dat zij het nieuwe curriculum doeltreffend kunnen uitvoeren.

    305

    C21.R2

    M

    Materiaal om leerkrachten te begeleiden en te ondersteunen bij de uitvoering van het nieuwe curriculum, en opleiding van professionals

    Certificaten van gepubliceerd materiaal en gegeven opleiding

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2024

    Voltooiing van de voorbereiding van de ondersteunende gids en het lesmateriaal. Al het materiaal wordt online gepubliceerd voor 100 % van de leerkrachten. Ten minste 4 000 leerkrachten moeten een voltooide opleiding hebben gevolgd voor de toepassing van het nieuwe curriculum. Ten minste 100 externe deskundigen moeten deelnemen aan de uitwerking van het curriculum van de gebieden en onderwerpen van de onderwijsfasen en van de evaluatiekaders, die de basis vormen voor het opstellen van de koninklijke besluiten van het nieuwe curriculum en het gemeenschappelijk evaluatiekader.

    306

    C21.R3

    M

    Inwerkingtreding van de Koninklijke besluiten voor de organisatie van universiteiten

    Bepaling in de koninklijke besluiten tot vaststelling van de inwerkingtreding van de koninklijke besluiten

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2021

    De twee koninklijke besluiten voor de organisatie van universiteiten zijn: 
    Koninklijk besluit tot vaststelling van de organisatie van universitaire opleidingen en de procedure om de kwaliteit ervan te waarborgen 
    — Koninklijk besluit betreffende de regeling voor de oprichting, erkenning, erkenning en erkenning van universiteiten en verbonden centra.

    307

    C21.R3

    M

    Inwerkingtreding van de organieke wet op het universitaire stelsel

    Bepaling in de wet ter aanduiding van de inwerkingtreding van de organieke wet

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2023

    De nieuwe organieke wet ter bevordering van de toegang tot het hoger onderwijs, aanpassing van de organisatie van universitaire opleidingen, goed bestuur van universitaire instellingen en bevordering van onderzoek, overdracht en mobiliteit van onderwijzend en onderzoekspersoneel. De hervorming vergroot de relevantie van het hoger onderwijs voor de arbeidsmarkt, met inbegrip van de bevordering van samenwerking met instellingen uit de particuliere en de derde sector en de invoering van prestatiegerichte financiering van openbare universiteiten.

    308

    C21.I1

    T

    Begrotingspremie voor de bevordering van de eerste cyclus van voor- en vroegschoolse educatie

     

    EUR

    0

    670 990 000

    KWARTAAL 4

    2023

    Begrotingstoewijzing aan regionale/lokale entiteiten van 670 990 000 EUR voor de bevordering van de eerste cyclus van voor- en vroegschoolse educatie door het creëren van nieuwe plaatsen in overheidshanden.

    309

    C21.I1

    T

    Nieuwe plaatsen voor de eerste cyclus van voor- en vroegschoolse educatie

    Aantal

    0

    60 000

    KWARTAAL 4

    2025

    Bevordering van de eerste cyclus van voor- en vroegschoolse educatie door de voltooiing van de oprichting van nieuwe openbare plaatsen (nieuwbouw en/of hervorming/rehabilitatie en uitrusting op ten minste 60 000 plaatsen ten opzichte van eind 2020, en van deze operationele uitgaven voor maximaal 40 000 plaatsen tot 2025).

    310

    C21.I2

    T

    Ondersteuning van scholen in het kader van het PROA ± programma

    Aantal

    0

    2 700

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 2 700 scholen in het hele land ondersteund door het PROA ± programma, in overeenstemming met de vereisten van het programma

    311

    C21.I3

    T

    Begeleidings- en begeleidingseenheden voor kwetsbare studenten

    Aantal

    0

    1 000

    KWARTAAL 4

    2024

    In het hele land moeten ten minste 1 000 begeleidings- en begeleidingseenheden voor kwetsbare studenten operationeel zijn.

    312

    C21.I4

    T

    Beurzen en beurzen voor postdoctoraatsstudenten, assistent-professoren en onderzoekers

    Aantal

    0

    2 600

    KWARTAAL 4

    2023

    Toekenning van beurzen en beurzen voor postdoctoraatsstudenten, assistent-professoren en onderzoekers aan ten minste 2 600 kandidaten. De doelstellingen van deze subsidies zijn onder meer de bevordering van de professionele ontwikkeling van het onderwijzend personeel dat in de toekomst in het systeem kan worden geïntegreerd. De subsidies dienen ter financiering van onderzoeksverblijven van prestigieuze buitenlandse universiteiten en onderzoekscentra, alsook bij Spaanse universiteiten en andere overheidsfunctionarissen. Daartoe dragen de subsidies bij tot het aantrekken van internationaal talent. De subsidies worden verstrekt in het kader van drie verschillende programma’s, waarbij specifieke criteria worden toegepast, afhankelijk van het doel en de doelgroep, en hebben een looptijd van één tot drie jaar, afhankelijk van het programma en de doelgroep.

    313

    C21.I5

    M

    Verhoging van de „Digitale index voor universiteiten”

    Publicatie van de index op de website van het ministerie van Universiteiten

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Voltooiing van investeringen in i) digitale hulpmiddelen zoals de verbetering van digitale apparatuur en infrastructuur; II) cyberveiligheid en klassikale technologieën voor onlineonderwijs; III) digitale opleiding voor academisch personeel en studenten; en iv) investeringen voor platforms voor digitale diensten; nodig om de „digitale index voor universiteiten” met ten minste 10 % te verhogen ten opzichte van het niveau van 2019 voor het universiteitssysteem als geheel, met verschillende maturiteitsdimensies: Management, innovatie en overheid. In aanmerking komende projecten moeten vanaf februari 2020 van start zijn gegaan. De „Digitale index voor universiteiten” is een verkorte versie van het „Digital Maturity Model for Universities” (MD4U), een kader van indicatoren dat door Crue-TIC (IT-sector van de Conferentie van Spaanse universiteiten) wordt gebruikt voor haar jaarlijkse enquête over het digitaliseringsniveau van Spaanse universiteiten op het gebied van beheer, innovatie en bestuur. De „digitale index voor universiteiten” is een „dashboard” om de ontwikkeling van het digitale niveau van universiteiten te monitoren. De uitgangswaarde voor het effect van het programma zijn de waarden van het digitaliseringsniveau van het universitaire systeem in 2019, met de datum van de uitgangswaarde 31 december 2019.

    468

    C21.I6

    M

    Goedkeuring van het actieplan voor de ontwikkeling van microcredentials aan universiteiten

    Publicatie op de website van het ministerie van Universiteiten

    KWARTAAL 2

    2023

    Goedkeuring van een actieplan voor de totstandbrenging van een kader voor de ontwikkeling van microcredentials, opgesteld door het ministerie van Universiteiten na overleg met belanghebbenden. Het plan omvat acties i) om universiteiten om te vormen tot instellingen voor een leven lang leren; II) de vraag van volwassenen en hun werkgevers aan te moedigen; III) de kwaliteit en relevantie van microcredentials te bevorderen; IV) de billijkheid van de toegang te ondersteunen; en v) gepersonaliseerde en flexibele opleidingstrajecten te creëren.

    469

    C21.I6

    T

    Uuniversiteitsmicrocredentials afgegeven aan volwassenen

    Aantal

    0

    60.000

    KWARTAAL 2

    2026

    Verstrekking van ten minste 60 000 eenheden microcredentials met een duur van minder dan 15 ECTS, overeenkomend met ten minste 1 000 verschillende opleidingsacties, met inbegrip van de mogelijkheid om meer dan één eenheid aan dezelfde volwassene aan te bieden. De opleidingsacties voorzien in specifieke kennis en vaardigheden waar op de arbeidsmarkt vraag naar is. De maatregel omvat ook de publicatie op de website van het ministerie van Universiteiten van een beoordelingsverslag over de verstrekking van microcredentials tot en met 31 december 2025.

    V. COMPONENT 22: Actieplan voor de zorgeconomie, versterking van het gelijkheids- en inclusiebeleid

    De belangrijkste doelstelling van deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan is de modernisering en versterking van het beleid inzake sociale diensten en sociale inclusie. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan het model voor langdurige zorg, met als doel in te spelen op de toenemende vraag naar verschillende diensten voor langdurige zorg als gevolg van een vergrijzende bevolking, en innovatie en een mensgericht zorgmodel te bevorderen dat is gebaseerd op een strategie voor de-institutionalisering.

    Op het gebied van andere sociale diensten en sociale insluiting omvatten de doelstellingen de modernisering en versterking van sociale diensten door het bevorderen van innovatie en nieuwe technologieën om ervoor te zorgen dat overal op het grondgebied wordt voorzien, de behoeften beter in kaart worden gebracht en de kwaliteit ervan wordt verbeterd. Op het gebied van steun aan gezinnen zijn acties gericht op het verbeteren van de rechtsbescherming en materiële ondersteuning (in geld en in natura) voor gezinnen, teneinde de armoede onder kinderen terug te dringen. Een ander doel van de component is de modernisering van andere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende sociale uitkeringen om hun bescherming en activeringsrol te verbeteren. Specifieke gerichte acties zijn gericht op de ondersteuning van slachtoffers van gendergeweld, het bevorderen van de toegankelijkheid van overheidsdiensten en het verbeteren van de capaciteit van het opvangstelsel voor verzoekers om internationale bescherming.

    De component draagt bij tot de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen om ervoor te zorgen dat werkgelegenheids- en sociale diensten over de capaciteit beschikken om doeltreffende ondersteuning te bieden (landspecifieke aanbeveling 2 2019); verbetering van de steun aan gezinnen (landspecifieke aanbeveling 2 2019); de versnippering van het nationale stelsel van werkloosheidsbijstand verminderen en lacunes in de dekking van regionale minimuminkomensregelingen aanpakken (landspecifieke aanbeveling 2 2019); en verbetering van de dekking en toereikendheid van minimuminkomens- en gezinssteunregelingen (landspecifieke aanbeveling 2 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    V.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C22.R1) - Versterking van de langdurige zorg en bevordering van een verandering in het model van ondersteuning en langdurige zorg

    De hervorming is gericht op een mensgericht en op rechten gebaseerd steunmodel. Het systeem voor autonome en afhankelijke zorg (SAAD) zal naar verwachting worden verbeterd door hervormingen door te voeren die de administratieve procedures vereenvoudigen, de behandeling van aanvragen versnellen en de wachtlijsten voor personen ten laste die geen diensten ontvangen waarop zij recht hebben, verminderen en de verschillen tussen het grondgebied verkleinen. Het is ook gericht op het verbeteren van de kwaliteit van professionele diensten, het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en het vergroten van de dekking van de verschillende soorten financiële voordelen. Voor de middellange termijn is de hervorming gericht op de uitvoering van een nationale strategie voor de-institutionalisering, een model dat gericht is op gemeenschapszorg die tegemoetkomt aan de behoeften en voorkeuren van mensen die steun nodig hebben, terwijl tegelijkertijd wordt gezorgd voor kostenefficiëntie en ondersteuning van de gezinnen die voor hen zorgen.

    De hervorming van de langdurige zorg wordt gebaseerd op een evaluatie van het WAD in de loop van 2021 om een diepgaand inzicht te krijgen in de voortgang van het in 2020 gestarte hervormingsproces in de langdurige zorg en de gevolgen daarvan. De conclusies van deze evaluatie worden in de eerste helft van 2022 aan de territoriale raad voorgelegd.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2022 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C22.R2) — Modernisering van de openbare sociale diensten en invoering van een nieuw regelgevingskader

    De hervorming heeft tot doel het openbare stelsel van sociale diensten te versterken door middel van wetgeving om een gemeenschappelijk minimumdienstenpakket en gemeenschappelijke normen voor de verlening ervan op het gehele grondgebied te waarborgen, waarbij de gelijkheid van alle Spanjaarden bij de uitoefening van hun rechten wordt gewaarborgd, zoals bepaald in artikel 149, lid 1, van de Spaanse grondwet. Daartoe draagt het bij tot het verminderen van ongelijkheden en ongelijkheden met betrekking tot het type, het niveau en de kwaliteit van de verleende diensten. Het regelgevingskader wordt overeengekomen met de regio’s en lokale ondernemingen en heeft ook betrekking op de organisatie van het openbare stelsel, met inbegrip van de interne coördinatie en coördinatie met andere socialebeschermingsstelsels (onderwijs, gezondheidszorg, justitie, huisvesting en stadsplanning, werkgelegenheid, enz.); de deelname van sociale ondernemingen aan de verlening van sociale diensten; het systeem van bevoegdheden en financiering. Voorts heeft het tot doel innovatie te bevorderen, de vaardigheden van maatschappelijk werkers te verbeteren en een nieuw informatiesysteem voor sociale diensten op te zetten.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 3 (C22.R3) - Vaststellen van een nieuwe wet inzake de bescherming van gezinnen en de erkenning van hunverscheidenheid

    Er zaleen nieuwe wet inzake de bescherming van gezinnen en de erkenning van hun diversiteit worden aangenomen om in te spelen op de demografische en maatschappelijke veranderingen die de afgelopen decennia hebben plaatsgevonden. Het doel van deze nieuwe wet is te voorzien in de wettelijke erkenning van de verschillende soorten gezinsstructuren en de vaststelling van de uitkeringen en diensten waarop zij recht hebben, afhankelijk van hun kenmerken en inkomensniveau. Daartoe omvatten de hervormingen de systematisering, actualisering en verbetering van het rechtskader en de beschermende maatregelen die de algemene overheid erkent voor gezinnen, rekening houdend met hun diversiteit, zowel op het gebied van sociale bescherming (uitkeringen, sociale diensten) als op juridisch gebied (hervorming van het burgerlijk recht voor bepaalde groepen: ongehuwde paren, gereconstitueerde gezinnen) en economische (belastingen, subsidies enz.). Het omvat ook een herziening van de wet inzake grote gezinnen.

    Een overkoepelende doelstelling van de hervorming is het terugdringen van kinderarmoede. Daarom moet bijzondere aandacht worden besteed aan het verminderen van ongelijkheden door bescherming te bieden aan gezinnen met bijzondere behoeften of in kwetsbare situaties, zoals eenoudergezinnen, of gezinnen die met armoede of sociale uitsluiting worden bedreigd. Bovendien worden in de wet gedeelde beginselen en doelstellingen vastgesteld om te zorgen voor samenhang en complementariteit met ander overheidsbeleid, waaronder belastingheffing, en om de bescherming op basis van subjectieve rechten te verbeteren.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2023 voltooid zijn.

    Hervorming 4 (C22.R4) — Hervorming van het opvangstelsel voor migranten en verzoekers om internationale bescherming

    Het huidige opvangsysteem voor migranten en verzoekers om internationale bescherming in Spanje wordt versterkt om de capaciteit ervan te verbeteren, het aan te passen aan bestaande en geraamde toekomstige behoeften en het efficiënter te maken. De nadruk ligt met name op het verkorten van lange wachttijden en lage erkenningspercentages voor verzoekers om internationale bescherming. Met een robuuster en beter functionerend systeem zal het beheer van toekomstige migratiecrises naar verwachting soepeler verlopen.

    Het opvangbeleid wordt afgestemd op de behoeften van kwetsbare personen en asielzoekers en de integratiedoelstellingen van de EU, waardoor het hele systeem veerkrachtiger wordt. Het bevat ook het niveau van de voordelen voor basisdiensten voor verzoekers die niet over financiële middelen beschikken en voor verzoekers met een kwetsbaarder profiel dat betere bescherming nodig heeft, met als doel het verstrekken van opvangvoorzieningen in de vorm van financiële voordelen tot een minimum te beperken. Bovendien moet het systeem voor begeleidende diensten en trajecten worden aangepast. Het richt zich op de organisatie van het opvangstelsel vanuit territoriaal oogpunt, met als doel de overname van bevoegdheden door autonome gemeenschappen te versnellen, zoals vastgesteld in de jurisprudentie, door middel van een aantal proefprojecten. Ten slotte worden de parameters voor de territoriale verdeling van aanvragers in samenwerking met de autonome gemeenschappen overeengekomen.

    Met hetoog op de uitvoering wordt een systeem van indicatoren met elementen als nationaliteit, geslacht, etniciteit, kwetsbaarheid, omstandigheden in het land van herkomst enz. gebruikt in een gewogen formule die een objectieve berekening van de kans op bescherming mogelijk maakt. Tijdens de behandeling van de verzoeken moet het resultaat van de formule de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de opvang in staat stellen verzoekers naar het elementaire of verbeterde opvangtraject te leiden. Dit geldt ook voor de overeenkomstige uitkeringen. Dit maakt het mogelijk basisopvangvoorzieningen voor alle asielzoekers toe te passen en betere opvangvoorzieningen te bieden aan personen met een grote erkenningskans.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 maart 2022 voltooid zijn.

    Hervorming 5 (C22.R5) — Verbetering van het stelsel van niet op premie- of bijdragebetaling berustende financiële uitkeringen van de algemene overheid

    Deze hervorming omvat de goedkeuring van de nieuwe regeling voor het minimuminkomen (MVI) in mei 2020, de invoering van één enkel nationaal systeem voor niet op premie- of bijdragebetaling berustende financiële uitkeringen en een minimumniveau van niet op premie- of bijdragebetaling berustende financiële uitkeringen voor de meest kwetsbare huishoudens.

    Uitgaande van de MVI-regeling wordt een plan vastgesteld om het stelsel van niet op premie- of bijdragebetaling berustende financiële uitkeringen van de algemene overheid te reorganiseren en te vereenvoudigen. Doel van het plan is de niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen op basis van de MVI-regeling te integreren en te rationaliseren, teneinde de doeltreffendheid en efficiëntie van de overheidsmiddelen te verbeteren en deze te richten op kwetsbare personen en mensen die met armoede of sociale uitsluiting worden bedreigd. De nadruk ligt op het waarborgen van een passende dekking, afhankelijk van de omstandigheden die tot kwetsbaarheid leiden, en op het waarborgen van adequate inkomenssteun, waarmee wordt bijgedragen tot armoedebestrijding. Daartoe wordt rekening gehouden met de structurele behoeften van huishoudens, met name gezinnen met kinderen en personen met een handicap. Ook wordt inkomenssteun gekoppeld aan het actief zoeken naar werk, teneinde sociaal-economische integratie te bevorderen en „armoedevallen” te voorkomen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Investering 1 (C22.I1): Plan voor langdurige zorg en ondersteuning: deïnstitutionalisering, uitrusting en technologie 

    In overeenstemming met hervorming 1 van deze component investeert Spanje in zes actiegebieden.

    I.In een steunplan voor de lange termijn waarin de huidige situatie van het zorgbeleid wordt geanalyseerd en waarin de behoeften aan verbetering in kaart worden gebracht en een voorstel wordt gedaan voor de hervorming van de huidige wet inzake persoonlijke autonomie en zorg voor mensen in een afhankelijkheidssituatie. Zij evalueert ook de situatie en lopende projecten in verschillende gebieden;

    II.Een nationale strategie voor de-institutionalisering, met inbegrip van de uitvoering van bewustmakings- en verspreidingscampagnes;

    III.Vier proefprojecten gericht op het stimuleren van de-institutionalisering en het trekken van lessen voor de transformatie van steun en langdurige zorg, onder meer voor ondersteuning en langdurige zorg voor personen met een verstandelijke handicap; 

    IV.Bouw en renovatie van residentiële, niet-residentiële en dagzorgcentra, en investeringsapparatuur om de kwaliteit van de zorgdiensten te verbeteren. Deze investeringsprojecten worden uitgevoerd door de autonome gemeenschappen op basis van een beoordeling van de territoriale behoeften; en ervoor zorgen dat nieuwe en gerenoveerde woonplaatsen in overeenstemming zijn met het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

    V.Hervorming van gemeenschapsgeïntegreerde dagzorgcentra, ook in plattelandsgebieden, beheerd door IMSERSO (Instituto de Mayores y Servicios Social, onder het ministerie van Sociale Rechten en Agenda 2030). Elf centra worden hervormd en aangepast aan het nieuwe model voor langdurige zorg dat gericht is op personen met een fysieke handicap, wat overeenkomt met 1 100 plaatsen. Investeringen worden ook gericht op innovatieve projecten in dezelfde centra; en het

    VI.Nieuwe telezorgdiensten om te evolueren naar proactieve en gepersonaliseerde zorg die bijdraagt tot de persoonlijke autonomie en het onderhoud van hulpbehoevenden in hun huis.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2026 voltooid zijn.

    Investering 2 (C22.I2): Plan voor de modernisering van de sociale diensten — Technologische transformatie, innovatie, opleiding en versterking van kinderopvang 

    In overeenstemming met hervorming 2 van deze component investeert Spanje in vijf actiegebieden.

    I.Nieuwe technologieën om zowel de doeltreffendheid van sociale diensten (kortere wachttijden) als de kwaliteit ervan (betere resultaten van sociale interventies) te verbeteren, met inbegrip van de bevordering van geïntegreerde zorg.

    II.Technologische instrumenten voor de verbetering van het beheer van sociale diensten en informatiesystemen, waaronder een onlineplatform voor het centraliseren van informatie die beschikbaar is bij nationale en regionale overheden. Dit omvat met name de volledige implementatie van het Spaanse informatiesysteem voor sociale diensten (SIESS). Dit nieuwe informatiesysteem zal naar verwachting ook interoperabiliteit met andere systemen mogelijk maken (werkgelegenheid, gezondheidszorg, derde sector). Het omvat ook een online-instrument voor het analyseren van projecten die zijn ontwikkeld door organisaties uit de derde sector, voor het beheer van verschillende begrotingsprogramma’s in verband met sociale diensten en zorg voor gezinnen, kinderen en bepaalde kwetsbare groepen, en een onlineplatform voor het centraliseren van informatie over zorg die beschikbaar is in de algemene overheid en de autonome gemeenschappen.

    III.Proefprojecten ter bevordering van innovatie op het gebied van sociale diensten.

    IV.Opleiding van personeel in het openbare stelsel van sociale diensten dat betrokken is bij de uitvoering en ondersteuning van het nieuwe model voor langdurige zorg.

    V.Verbetering van de residentiële infrastructuur en andere aspecten van kinderopvang- en jeugdzorgcentra, beter inspelen op emotionele, persoonlijke en educatieve/professionele behoeften.

    Het grootste deel van de investering bestaat uit projecten die door regionale overheden worden uitgevoerd voor de technologische transformatie van sociale diensten en voor de modernisering van de infrastructuur en diensten in verband met woonbescherming en pleeggezinnen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2025 voltooid zijn.

    Investering 3 (C22.I3): Toegankelijk landplan Spanje

    Spanje investeert in de verbetering van de toegankelijkheid van openbare diensten voor personen met een handicap, met bijzondere aandacht voor de verbetering van de cognitieve toegankelijkheid in de communicatie met overheidsinstanties (met inbegrip van websites) en de fysieke toegang tot openbare gebouwen en openbare ruimten; geschiktheid van de fysieke ruimten voor gezondheidsdiensten; toegankelijkheid in onderwijscentra; en huisvesting van het openbaar vervoer, met inbegrip van toegankelijkheid tussen stedelijke en plattelandsgebieden. Er wordt financiële steun verleend aan gemeenten voor de uitvoering van werken en de aankoop van uitrusting, met name in plattelandsgebieden. Er wordt ook geïnvesteerd in communicatie- en bewustmakingscampagnes, alsook aan O & I-onderzoeksprojecten op het gebied van cognitieve toegankelijkheid.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 maart 2024 voltooid zijn.

    Investering 4 (C22.I4): Plan Spanje beschermt u tegen gendergeweld 

    Spanje investeert in telefoon- en onlinediensten ter ondersteuning van slachtoffers van geweld tegen vrouwen, met inbegrip van slachtoffers van mensenhandel en seksuele uitbuiting. Het omvat 24 uur durende crisisondersteuningscentra in alle provincies, waaronder Ceuta en Melilla, waarbij rekening wordt gehouden met de uitdagingen in verband met het waarborgen van anonimiteit en demografische aspecten. De oprichting van deze centra maakt deel uit van de verbintenis van Spanje tot het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, dat in 2014 voor Spanje is geratificeerd. Met de investering wordt ook een nieuwe dienst voor sociale begeleiding en arbeidsbemiddeling opgezet die diverse soorten diensten verleent, waaronder juridisch advies, psychologische en emotionele ondersteuning en bijstand bij de integratie op de arbeidsmarkt. De bijstand in tele vorm omvat ook de bescherming van slachtoffers, met inbegrip van instrumenten om toezicht te houden op afstandsmaatregelen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2025 voltooid zijn.

    Investering 5 (C22.I5): Vergroting van de capaciteit en efficiëntie van het opvangsysteem voor migranten en verzoekers om internationale bescherming 

    Spanje investeert in het vergroten van de capaciteit van het opvangstelsel door de rechtstreekse deelname van de staat aan de middelen van het opvangnetwerk te vergroten. Dit draagt bij tot een grotere stabiliteit van de aangeboden accommodatie- en opvangdiensten. De investering omvat een evaluatie van de behoeften van het systeem in de komende drie jaar, steun voor de renovatie en renovatie van bestaande centra en administratieve procedures voor de aankoop, bouw van nieuwe gebouwen en mogelijke renovatie van bestaande gebouwen, waarbij de energie-efficiëntie wordt gewaarborgd. Op basis van een beoordeling van goede praktijken bepaalt Spanje ook het beheer van opvangcentra door derden. Tot slot heeft de investering betrekking op de digitalisering van centra en de ontwikkeling van een nieuwe digitale architectuur om het beheer ervan te verbeteren en de toewijzing van de plaatsen van aanvragers tussen de autonome gemeenschappen te vergemakkelijken.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2026 voltooid zijn.

    V.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    314

    C22.R1

    M

    Goedkeuring door de Territoriale Raad van de evaluatie van het systeem voor autonome en afhankelijke zorg (SAAD).

    Publicatie van de evaluatie

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    De evaluatie vindt in de loop van 2021 plaats om een diepgaand inzicht te krijgen in de voortgang van het in 2020 gestarte hervormingsproces voor langdurige zorg en de gevolgen daarvan. De conclusies van deze evaluatie worden in de eerste helft van 2022 aan de territoriale raad voorgelegd.

    315

    C22.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake sociale diensten en ministeriële regelingen

    Bepaling in de wet en in de ministeriële regeling waarin de inwerkingtreding ervan wordt aangegeven

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2023

    De goedkeuring van de wet op de sociale diensten wordt gevolgd door de aanneming van de nodige ministeriële regelingen. De wet heeft tot doel het huidige voorzieningenstelsel te verbeteren en de basisvoorwaarden te regelen waaronder sociale diensten in Spanje worden verleend.

    316

    C22.R3

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake gezinsdiversiteit

    Bepaling in de wet ter aanduiding van de inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2023

    Het doel van de wet inzake gezinsdiversiteit is i) de wettelijke erkenning van de verschillende soorten gezinsstructuren; de vaststelling van de uitkeringen en diensten waarop zij recht hebben op basis van hun kenmerken en inkomensniveau; en iii) de vermindering van kinderarmoede, rekening houdend met de bevindingen van een herverdelingseffectbeoordeling.

    317

    C22.R4

    M

    Inwerkingtreding van de wetgevingshervorming van het opvangstelsel voor migranten en verzoekers om internationale bescherming in Spanje

    Bepaling in de volgorde van inwerkingtreding van de beschikking

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2022

    Bij een centraal ministerieel besluit wordt het door het ministerie van Inclusie, Sociale Zekerheid en Migratie vastgestelde opvangstelsel voor migranten en verzoekers om internationale bescherming in Spanje hervormd. De hervorming heeft tot doel nieuwe opvangprocedures voor alle opvangcentra in het opvangnetwerk te ontwikkelen en basisopvangvoorzieningen voor alle asielzoekers en betere opvangvoorzieningen voor personen met een hoge erkenningskans te erkennen.

    318

    C22.R5

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Wetsbesluit 20/2020 van 29 mei tot goedkeuring van het essentiële minimuminkomen

    Bepaling in de wet ter aanduiding van de inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2020

    Inwerkingtreding van het minimuminkomen (Koninklijk Wetsbesluit 20/2020 van 29 mei).

    319

    C22.R5

    M

    Publicatie van het „Plan voor de reorganisatie en vereenvoudiging van het stelsel van niet op premie- of bijdragebetaling berustende financiële uitkeringen van de algemene overheid”.

    Bekendmaking van het plan in het Publicatieblad

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2022

    Goedkeuring van een „Plan voor de reorganisatie en vereenvoudiging van het stelsel van niet op premie- of bijdragebetaling berustende financiële uitkeringen van de Algemene Overheidsadministratie” (publicatie in het Publicatieblad). Het plan heeft tot doel de niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen te integreren rond een inkomensdekkingsinstrument om de doeltreffendheid en efficiëntie van overheidsmiddelen te verbeteren en deze te richten op mensen die het risico lopen kwetsbaar of sociaal uitgesloten te worden. Dit plan richt zich op de passende dekking van de verschillende omstandigheden die mensen tot kwetsbaarheid brengen en op de toereikendheid van de inkomenssteun. Daartoe wordt enerzijds rekening gehouden met structurele behoeften zoals huishoudens met kinderen en personen met een handicap, en anderzijds wordt inkomenssteun gekoppeld aan het actief zoeken naar werk voor inclusie en wordt „armoedeval” vermeden. In het plan wordt rekening gehouden met alle bestaande, niet op premie- of bijdragebetaling berustende systemen met het oog op de geleidelijke integratie ervan in één enkel nationaal systeem om ervoor te zorgen dat de doelstelling van het plan volledig wordt gehaald.

    320

    C22.R5

    M

    Inwerkingtreding van wetgeving om het stelsel van niet op premie- of bijdragebetaling berustende financiële uitkeringen te reorganiseren en te vereenvoudigen

    Bepaling in de wet ter aanduiding van de inwerkingtreding van de wet

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    De hervorming heeft tot doel het stelsel van niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen te reorganiseren en te vereenvoudigen. Het doel van de hervorming is om in het dekkingsinstrument dat is opgebouwd rond de regeling inzake het minimuminkomen (IMV) de belangrijkste, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties van de Algemene Overheidsadministratie op te nemen, het stelsel van niet op premie- of bijdragebetaling berustende financiële uitkeringen te reorganiseren en te vereenvoudigen in overeenstemming met de doelstellingen van het „plan tot reorganisatie en vereenvoudiging van het stelsel van niet op premie- of bijdragebetaling berustende financiële uitkeringen van de Algemene Overheidsadministratie”.

    321

    C22.I1

    T

    Projecten uitgevoerd door het ministerie van Sociale Rechten en Agenda 2030

     

    Aantal

    0

    4

    KWARTAAL 2

    2023

    Voltooiing van 4 proefprojecten inzake gedeïnstitutionaliseerde zorg, waarvan er één gericht is op ondersteuning en zorg voor mensen met een verstandelijke handicap, en hervorming van centra die overeenkomen met ten minste 1100 IMSERSO-plaatsen.

    470

    C22.I1

    T

    Residentiële, niet-residentiële en dagverblijven.

    Miljoen EUR

    0

    1 355

    KWARTAAL 2

    2024

    Bekendmaking in het Publicatieblad of het platform voor overheidsopdrachten van de gunning van ten minste 1 355 000 000 EUR voor de renovatie en bouw van residentiële, niet-residentiële en dagzorgcentra, om deze aan te passen aan het nieuwe model voor langdurige zorg.

    322

    C22.I1

    T

    Thuistelecardiensten in het systeem voor autonomie en zorg voor afhankelijkheid (SAAD)

     

    Miljoen EUR

    0

    304

    KWARTAAL 1

    2025

    Nieuwe tele-zorgdiensten voor ten minste 304 000 000 EUR Datum uitgangswaarde: 31 maart 2020.

    323

    C22.I1

    T

    Residentiële, niet-residentiële en dagverblijven.

     

    Aantal

     

    15 200

    KWARTAAL 2

    2026

    Residentiële, niet-residentiële en dagverblijven, gerenoveerd en/of gebouwd om ten minste 15 200 plaatsen aan te passen aan het nieuwe model voor langdurige zorg.

    324

    C22.I2

    M

    Invoering van specifieke technologische instrumenten om de informatie- en beheersystemen voor sociale diensten te verbeteren.

    Externe evaluatie van alle fasen en de eindresultaten van het project.

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2023

    De ontwikkeling en toepassing van specifieke technologische instrumenten ter verbetering van de informatie- en beheersystemen van de sociale diensten omvatten:

    I.het Spaanse informatiesysteem voor sociale diensten (SIESS);

    II.een online-instrument voor de analyse van projecten die zijn ontwikkeld door entiteiten uit de derde sector;

    III.computerinstrumenten voor het beheer van diverse begrotingsprogramma’s in verband met sociale diensten en zorg voor het gezin, kinderen en bepaalde kwetsbare groepen; en het

    IV.een onlineplatform om informatie over in het land beschikbare zorg te centraliseren. 

    325

    C22.I2

    M

    Voltooiing van projecten voor de technologische transformatie van sociale diensten en voor de modernisering van de infrastructuur en diensten in verband met residentiële bescherming en pleeggezinnen

    Controle van de met elk van de autonome regio’s gesloten overeenkomsten

     

     

    KWARTAAL 4

    2025

    Voltooiing door regionale overheden van de technologische transformatie van sociale diensten, waardoor interoperabiliteit mogelijk wordt met andere systemen die in wisselwerking staan met sociale diensten (werkgelegenheid, gezondheidszorg, derde sector), en modernisering van de infrastructuur en diensten die verband houden met residentiële bescherming van centra voor kinderopvang en adolescenten, onder meer door beter in te spelen op gepersonaliseerde ondersteuningsbehoeften (met inbegrip van emotionele en educatieve/professionele ondersteuning) en opleiding van pleeggezinnen, voor een totaal budget van ten minste 450 000 000 EUR.

    471

    C22.I2

    T

    Uitvoering van proefprojecten

    Aantal

    0

    19

    KWARTAAL 4

    2025

    Voltooiing van ten minste 19 proefprojecten ter bevordering van innovatie op het gebied van sociale diensten.

    326

    C22.I3

    T

    Projecten ter verbetering van de toegankelijkheid

     

    Miljoen EUR

    0

    178

    KWARTAAL 1

    2024

    Voltooiing van investeringen door gemeenten, de regionale overheden en de centrale overheid om de toegankelijkheid te verbeteren en belemmeringen weg te nemen, met een totale begroting van ten minste 178 miljoen euro, die gericht moeten zijn op:

    I.verbetering van de cognitieve toegankelijkheid in de communicatie met overheidsinstanties (met inbegrip van websites);

    II.verbetering van de fysieke toegang tot openbare gebouwen en openbare ruimten, met inbegrip van gezondheidsdiensten en onderwijscentra;

    III.verbetering van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer;

    IV.uitvoering van aanpassingswerkzaamheden en aankoop van uitrusting door gemeenten, met name in plattelandsgebieden.

    V.Communicatie- en bewustmakingscampagnes;

    VI.O & I-onderzoeksprojecten op het gebied van cognitieve toegankelijkheid.

    473

    C22.I4

    M

    Het opzetten van verschillende soorten diensten voor slachtoffers van seksueel geweld.

    Inwerkingtreding van de wetgeving

    KWARTAAL 1

    2023

    Inwerkingtreding van wetgeving tot oprichting van een nieuwe sociale en arbeidsbegeleidingsdienst voor slachtoffers van seksueel geweld, die verschillende soorten diensten verleent, waaronder juridisch advies, psychologische en emotionele ondersteuning en bijstand bij de integratie op de arbeidsmarkt.

    472

    C22.I4

    M

    Investeringen in telefoon- en onlinediensten ter ondersteuning van slachtoffers van geweld tegen vrouwen

     

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 30.000 apparaten voor monitoring op afstand, een nieuwe app voor slachtoffers en een nieuw platform voor big data en artificiële intelligentie ter ondersteuning van slachtoffers van geweld tegen vrouwen, met inbegrip van slachtoffers van mensenhandel en seksuele uitbuiting. Datum van de uitgangswaarde: 1 februari 2020.

    327

    C22.I4

    T

    Centra voor slachtoffers van seksueel geweld.

     

    Aantal

    19

    52

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste één uitgebreid zorgcentrum voor slachtoffers van seksueel geweld operationeel per provincie en één in de autonome Spaanse steden Ceuta en Melilla. Datum van de uitgangswaarde: 1 februari 2020.

    328

    C22.I5

    T

    Capaciteit van het opvangsysteem voor migranten en verzoekers om internationale bescherming

     

    Aantal

    400

    6 100

    KWARTAAL 2

    2026

    De opvangcapaciteit van het opvangsysteem voor asielzoekers in internationale bescherming in de centra van het ministerie van Inclusie, Sociale Zekerheid en Migratie met ten minste 5 700 plaatsen verhogen ten opzichte van 2019. Ten minste 176 000 000 EUR wordt besteed aan de bouw en sanering van gebouwen, om de energie-efficiëntie te waarborgen. Datum van de uitgangswaarde: 31 december 2019.

    V.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor steun via leningen

    Hervorming 6 (C22.R6): Versterking van de garantiemechanismen om een hoger niveau van bescherming van rechten te waarborgen in bepaalde gevallen waarin de consument door een bijzondere sociale en economische kwetsbaarheid wordt getroffen.

    Het doel van de hervorming is diverse maatregelen te nemen om consumenten en gebruikers te beschermen tegen situaties van sociale en economische kwetsbaarheid.

    De hervorming omvat ten minste de vaststelling van wetgeving inzake de etikettering in het brailalfabet en in andere formaten, om de universele toegankelijkheid van consumentengoederen en -producten te waarborgen die van bijzonder belang zijn voor de bescherming van de veiligheid, integriteit en levenskwaliteit, met name voor blinden en visueel gehandicapten als kwetsbare consumenten. Voorts wijzigt de hervorming de wetgeving om te zorgen voor gepersonaliseerde behandeling in betalingsdiensten op verzoek van consumenten en gebruikers in kwetsbare situaties, teneinde discriminatie op grond van de „digitale kloof” te voorkomen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2025 voltooid zijn.

    Investering 6 (C22.I6): Sociaal Effectfonds (FIS)

    Deze maatregel bestaat uit een overheidsinvesteringen in een faciliteit, het Social Impact Fund, om particuliere investeringen te stimuleren en de toegang tot financiering in de sector sociale impact van Spanje te verbeteren, met name projecten die bijdragen tot sociale en milieuoplossingen, rekening houdend met de procedures voor effectmeting en -beheer die zijn vastgesteld door de beste praktijken van de sector (GIIN en andere), en om kapitaalmarkten op deze gebieden te ontwikkelen. Die faciliteit functioneert doorrechtstreeks, of via tussenpersonen, leningen, eigen vermogen en quasi-eigen-vermogensinvesteringen te verstrekken aan de particuliere sector en aan entiteiten uit de publieke sector die zich bezighouden met soortgelijke activiteiten. Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit beoogt de faciliteit in eerste instantie ten minste 400 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

    De faciliteit wordt beheerd door Compañía Española de Financiación del Desarrollo (COFIDES) als uitvoerende partner. De faciliteit omvat de volgende drie productlijnen:

    ·Inschrijving op aandelen in beleggingsfondsen met sociale impact. Deze lijn koopt aandelen van beleggingsvehikels die door particuliere financiële beheerders worden beheerd en gericht zijn op investeringen in sociale en milieuprojecten in alle stadia van de rijpheid. De aankoop is beperkt tot 25 % van de totale aandelen van elk fonds, behalve in naar behoren gemotiveerde gevallen, waarin dat percentage zou kunnen stijgen, maar niet meer dan 49 % mag bedragen. Bovendien koopt de faciliteit geen aandelen van meer dan twee fondsen die door dezelfde financiële beheerder worden beheerd, tenzij een van de twee fondsen zich in een afstotingsperiode bevindt en ten minste 50 % van de beheerde activa heeft afgestoten.

    ·Mede-investering of medefinanciering, via eigenvermogensinstrumenten of andere schuldinstrumenten, in projecten met meetbare sociale of milieueffecten of in ondernemingen die zich ertoe hebben verbonden nieuwe projecten met deze kenmerken uit te voeren. Deze lijn coinvesteert of cofinanciert projecten met andere publieke of particuliere middelen, met inbegrip van die waarvoor de faciliteit aandelen heeft gekocht.

    ·Directe leningen en participatieve leningen in ondernemingen die projecten uitvoeren met meetbare sociale of milieueffecten.

    Deze investering dient ook ter dekking van een faciliteit voor technische bijstand (TAF), gericht op het verbeteren van de capaciteit van de begunstigden om hun impact van hun investeringsprojecten te beheren en te meten. Het ondersteunt ook het goed financieel beheer van de faciliteit. Het TAF wordt beheerd door COFIDES en krijgt een initiële toewijzing van maximaal 8 miljoen euro.

    Met het oog op de uitvoering van de investering in de faciliteit keurt Spanje een verordening en alle bijbehorende documenten goed voor de oprichting en het beheer van de faciliteit, die de volgende inhoud bevat:

    1)Beschrijving van het besluitvormingsproces van de faciliteit: Het initiële investeringsbesluit van de faciliteit wordt genomen door een investeringscomité of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de Spaanse regering. Het definitieve investeringsbesluit van de faciliteit is beperkt tot de goedkeuring (zonder wijzigingen) of de uitoefening van een vetorecht op een investeringsbesluit dat wordt voorgesteld door het investeringscomité of een gelijkwaardig bestuursorgaan. Voor investeringen via intermediairs wordt het definitieve investeringsbesluit door de intermediairs genomen.

    2)Essentiële vereisten van het bijbehorende beleggingsbeleid, waaronder:

    a)De beschrijving van de financiële producten en de in aanmerking komende eindbegunstigden in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel.

    b)De eis dat alle gesteunde investeringen economisch levensvatbaar moeten zijn.

    c)Een verbod op herfinanciering van uitstaande leningen. 

    d)De eis om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), met name:

    I)In het geval van leningen, projectobligaties of gelijkwaardige instrumenten: het investeringsbeleid sluit de volgende lijst van activiteiten en activa uit van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 190 , ii) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 191 , iii) activiteiten en activa in verband met afvalstortplaatsen, verbrandingsinstallaties en installaties voor mechanische biologische behandeling.

    II)In het geval van eigen vermogen, quasi-eigen vermogen, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten: het investeringsbeleid sluit ondernemingen uit met een aanzienlijke focus 192 in de volgende sectoren: I) energieproductie op basis van fossiele brandstoffen en aanverwante activiteiten 193 ; energie-intensieve industrieën en/of industrieën met een hoge CO2-uitstoot 194 ; III) productie, verhuur of verkoop van vervuilende voertuigen 195 ; IV) afvalinzameling, afvalverwerking en -verwijdering 196 , v) verwerking van splijtstof, productie van kernenergie

    III)Voorts vereist het investeringsbeleid de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de faciliteit.

    e)Het vereiste dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    3)Het bedrag waarop de verordeningen en eventuele bijbehorende documenten tot oprichting van de faciliteit betrekking hebben, de vergoedingenstructuur voor de uitvoerende partner en de verplichting om terugvloeiende middelen te herinvesteren overeenkomstig het investeringsbeleid van de faciliteit, tenzij deze worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht.

    4)Monitoring-, audit- en controlevereisten, met inbegrip van:

    a)De beschrijving van het monitoringsysteem van de uitvoerende partner om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investeringen.

    b)De beschrijving van de procedures van de uitvoerende partner om fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

    c)De verplichting om de subsidiabiliteit van elke concrete actie te verifiëren overeenkomstig de vereisten van de verordeningen tot oprichting van de faciliteit alvorens zich ertoe te verbinden een operatie te financieren.

    d)De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren overeenkomstig een controleplan van COFIDES. Bij deze audits wordt nagegaan i) of de controlesystemen doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; II) naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels, de vereisten inzake klimaat en digitale streefcijfers; en iii) dat de verplichting voor de intermediair om na te gaan of de eindbegunstigde een verantwoordelijke verklaring indient om te controleren of dezelfde kosten door een ander instrument van de Unie worden gedekt, wordt nageleefd. Bij de audits wordt ook nagegaan of de transacties wettig zijn en of de voorwaarden van de toepasselijke verordening en de bijbehorende documenten tot vaststelling van de faciliteit en de financieringsovereenkomsten worden nageleefd.

    5)Vereisten voor de selectie van financiële intermediairs: COFIDES selecteert financiële intermediairs op een open, transparante en niet-discriminerende wijze. Controles op de afwezigheid van belangenconflicten bij financiële intermediairs worden vooraf uitgevoerd via een IT-systeem zoals Minerva voor alle betrokken financiële actoren. 

    6)Vereiste om financieringsovereenkomsten te ondertekenen: COFIDES ondertekent financieringsovereenkomsten met de financiële intermediairs overeenkomstig de essentiële vereisten die worden verstrekt als onderdeel van de bijbehorende documenten tot oprichting van de faciliteit. De belangrijkste vereisten van de financieringsovereenkomst omvatten alle vereisten in het kader waarvan de faciliteit opereert, met inbegrip van: 

    a)De verplichting van de financiële intermediair om zijn besluiten mutatis mutandis te nemen in overeenstemming met de hierboven vermelde vereisten inzake besluitvorming en beleggingsbeleid, met inbegrip van de naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan”.

    b)De beschrijving van het monitoring-, audit- en controlekader dat de financiële intermediair moet opzetten en dat mutatis mutandis onderworpen is aan alle hierboven vermelde monitoring-, audit- en controlevoorschriften. 

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    V.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor monitoring en uitvoering van steun via leningen

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie.

    Aantal

    Meten

     

    Mijlpaal

    /Streefcijfer

     

    Naam

     

    Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen)

     

    Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoel)

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

     

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    L71

    C22.R6

    M

    Inwerkingtreding van de relevante wetgeving

    Bepaling in de wetgeving die voorziet in de inwerkingtreding van de wetgeving

     

    KWARTAAL 4

    2025

    Inwerkingtreding van de relevante wetgeving inzake de bescherming van consumenten en gebruikers tegen situaties van sociale en economische kwetsbaarheid, met name: wet 4/2022 betreffende de bescherming van consumenten en gebruikers tegen situaties van sociale en economische kwetsbaarheid en; het koninklijk besluit tot regulering van de etikettering van braille en andere formaten om de universele toegankelijkheid van goederen en consumentenproducten van bijzonder belang te waarborgen.

    L72

    C22.I6

    M

    Sociaal Effectfonds: Verordening tot oprichting van de faciliteit

    Inwerkingtreding van de verordening tot oprichting van de faciliteit

    KWARTAAL 1

    2024

    Inwerkingtreding van de verordening en alle bijbehorende documenten tot oprichting van de faciliteit

    L73

    C22.I6

    T

    Sociaal Effectfonds: Juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen)

    %

    0

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    De faciliteit en de door COFIDES geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van eigenvermogensfondsen) voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 40 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 10 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de faciliteit).

    L74

    C22.I6

    M

    Sociaal Effectfonds: Ministerie heeft de investering voltooid

    Certificaat van overdracht

    KWARTAAL 3

    2026

    Spanje draagt 400 000 000 EUR over naar de faciliteit.

    W. COMPONENT 23: Nieuw overheidsbeleid voor een dynamische, veerkrachtige en inclusieve arbeidsmarkt

    Het onderdeel van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan pakt belangrijke structurele uitdagingen van de Spaanse arbeidsmarkt aan. De belangrijkste doelstellingen ervan zijn de structurele werkloosheid en de jeugdwerkloosheid terug te dringen, het wijdverbreide gebruik van tijdelijke contracten te verminderen en de dualiteit op de arbeidsmarkt te corrigeren, de investeringen in menselijk kapitaal te verhogen, de instrumenten voor collectieve onderhandelingen te moderniseren en de doeltreffendheid en efficiëntie van een actief arbeidsmarktbeleid te vergroten.

    De component omvat relevante investeringen, die een aanvulling vormen op de investeringen die door de structuurfondsen (met name het Europees Sociaal Fonds) worden gefinancierd, die erop gericht zijn het effect van hervormingen op het scheppen van hoogwaardige banen, productiviteitswinsten en het verkleinen van de sociale, territoriale en genderkloven te maximaliseren.

    In het algemeen zijn de maatregelen in de component erop gericht de reeds lang bestaande uitdagingen van de Spaanse arbeidsmarkt aan te pakken en een reeks ambitieuze en coherente hervormingen voor te stellen, waarvan de meeste tegen eind 2021 moeten worden uitgevoerd. Sommige hervormingsvoorstellen worden momenteel besproken met de sociale partners via een proces van sociale dialoog. Daarom zijn sommige details expliciet open gelaten om voldoende ruimte te laten voor het akkoord en de goedkeuring door de sociale partners.

    In de component wordt ingegaan op de landspecifieke aanbevelingen over de overgang naar arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd en over aanwervingsstimulansen, over openbare diensten voor arbeidsvoorziening, actief arbeidsmarktbeleid en volwasseneneducatie, over werkloosheidsbescherming, minimuminkomensregelingen en het behoud van banen (landspecifieke aanbevelingen 2 2019 en 2 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    W.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C23.R1) — Regelgeving inzake telewerken

    Met deze hervorming wordt een regelgevingskader vastgesteld voor het verrichten van telewerk met als doel de bescherming en flexibiliteit van werknemers te verbeteren en tegelijkertijd de productiviteit van het bedrijfsleven te vrijwaren. Het bestaat uit de goedkeuring van twee koninklijke wetsbesluiten:

    ·Koninklijk wetsbesluit 28/2020 van 22 september voorziet in een regelgevingskader dat bevorderlijk is voor de invoering van telewerken in de particuliere sector, met behoud van de productiviteit van het bedrijfsleven en het bieden van bescherming en flexibiliteit aan werknemers. Het waarborgt dezelfde arbeidsvoorwaarden als degenen die op afstand en ter plaatse werken, alsook het vrijwillige karakter van telewerken, zowel voor de werknemer als voor de werkgever. Het vastgestelde kader bevordert gemengde vormen van werk op afstand en ter plaatse.

    ·Koninklijk Wetsbesluit 29/2020 van 29 september betreffende telewerken bij overheidsdiensten stelt een regelgevingskader vast voor overheidspersoneel waarin de mogelijkheid wordt erkend om dit soort werk op vrijwillige en omkeerbare basis met voorafgaande toestemming aan te bieden.

    Deze hervorming houdt verband met hervorming 1 in component 11 inzake openbaar bestuur.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2020 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C23.R2) — Maatregelen om de genderkloof te dichten

    Deze hervorming heeft tot doel de loonkloof tussen mannen en vrouwen te dichten. Het bestaat uit twee verordeningen:

    ·Koninklijk besluit 901/2020 van 13 oktober regelt de verplichting van werkgevers om gelijkheidsplannen op te stellen en te registreren om beloningstransparantie te bieden. Alle ondernemingen met meer dan 150 werknemers zijn verplicht dergelijke plannen op te stellen en te registreren, en in 2022 zijn ook alle ondernemingen met meer dan 50 werknemers verplicht. Het koninklijk besluit bepaalt de procedure voor de onderhandelingen over de plannen, de eisen die aan de diagnose moeten worden gesteld en de kenmerken van de evaluatie en het toezicht daarop.

    ·Het Koninklijk Besluit 902/2020 van 13 oktober betreffende gelijke beloning voor mannen en vrouwen waarborgt het beginsel van beloningstransparantie om discriminerende situaties als gevolg van onjuiste functiebeoordelingen (d.w.z. een lager loon voor gelijkwaardige arbeid) vast te stellen. In het besluit worden de situaties omschreven waarin een werk als gelijkwaardig wordt beschouwd. Het is van kracht sinds april 2021, na de periode van 6 maanden die de werkgevers hebben gekregen om de vereiste uitvoeringsmechanismen op te zetten.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 juni 2021 voltooid zijn.

    Hervorming 3 (C23.R3) — Regelgeving van het werk van thuisdistributeurs door digitale platforms (riders)

    De hervorming heeft tot doel de arbeidsomstandigheden te reguleren van de zogenaamde riders, die zich met behulp van technologische middelen bezighouden met distributieactiviteiten aan derden. Een koninklijk wetsbesluit waarborgt deze werknemers het recht op een eerlijke en gelijke behandeling wat betreft arbeidsvoorwaarden en het recht op toegang tot sociale bescherming en opleiding, door het wettelijk vermoeden van een arbeidsverhouding tussen de onderneming en de bestuurder. Het maakt het ook mogelijk dat de wettelijke vertegenwoordiging van werknemers wordt geïnformeerd over de regels in algoritmen en systemen voor artificiële intelligentie die van invloed kunnen zijn op de arbeidsomstandigheden, met inbegrip van de toegang tot en het behoud van werkgelegenheid en profilering.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 september 2021 voltooid zijn.

    Hervorming 4 (C23.R4) — Vereenvoudiging van contracten: veralgemening van het contract voor onbepaalde tijd, redenen om gebruik te maken van tijdelijke contracten en regulering van het opleidings- of leerlingcontract.

    Deze hervorming bestaat in een wijziging van de in het werknemersstatuut vastgestelde regeling inzake arbeidsovereenkomsten (wetsbesluit nr. 2/2015), met als doel het gebruik van tijdelijke contracten als uitsluitend oorzakelijke oorsprong te regelen en het gebruik van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd te veralgemenen. De hervorming omvat de volgende elementen:

    ·Vereenvoudiging en reorganisatie van het contractenmenu, met drie hoofdtypen: voor onbepaalde tijd, tijdelijk en opleiding/leerlingplaats. Het ontwerp van de nieuwe soorten overeenkomsten heeft tot doel de geldige oorzaken van het gebruik van tijdelijke contracten te beperken, waardoor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd de algemene regel worden.

    ·De herziening van het gebruik van het opleidings-/leerlingcontract om jongeren een passend kader te bieden om de arbeidsmarkt te betreden.

    ·De versterking van het gebruik van het seizoencontract, een speciaal soort contract voor onbepaalde tijd dat wordt gebruikt voor seizoensgebonden activiteiten.

    ·De hervorming versterkt de controle op het gebruik van deeltijdcontracten om onregelmatige arbeidstijden te voorkomen.

    ·Versterking van de strijd tegen arbeidsfraude, onder meer door het sanctiesysteem te actualiseren.

    Deze hervorming hangt nauw samen met hervorming 1 in afdeling 11, die andere wetswijzigingen in het statuut van het overheidspersoneel zal invoeren om het gebruik van tijdelijke contracten in de overheidssector te verminderen. Het houdt ook verband met hervorming 6 (flexibiliteits- en stabiliteitsmechanisme) in deze component.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2021 voltooid zijn.

    Hervorming 5 (C23.R5) — Modernisering van het actieve arbeidsmarktbeleid

    Het doel van deze hervorming is de uitvoering van het actief arbeidsmarktbeleid in Spanje te moderniseren, rekening houdend met de conclusies van de uitgaventoetsingen van de onafhankelijke begrotingsautoriteit („AIReF”). De hervorming bestaat uit meerdere elementen, zoals het ontwikkelen van individuele trajecten voor counseling, het voorkomen van misbruik in werkgerelateerde opleidingen (zoals stages en opleidingscontracten), het versterken van het systeem voor volwasseneneducatie en de erkenning van competenties, het opzetten van een éénloketsysteem voor jongeren, het verbeteren van de coördinatie tussen werkgelegenheids- en sociale diensten en met de regio’s, en het verbeteren van de samenwerking met de particuliere sector.

    Deze hervorming wordt aangevuld met twee andere hervormingen in deze component, namelijk hervorming 7 (aanwervingsprikkels) en hervorming 11 (digitalisering van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening). Sommige elementen van de hervorming (zoals de versterking van het omscholings- en bijstandsprogramma voor oudere werknemers) bieden synergieën met hervorming 2 in component 30 (afstemming van de effectieve pensioenleeftijd op de wettelijke pensioenleeftijd).

    De hervorming omvat een aantal wetgevingsstappen in 2021 en 2022:

    a)Actieplan 2021-2027 om de jeugdwerkloosheid aan te pakken bij de uitvoering van de EU-jongerengarantie Plus. Het actieplan omvat een herziening van de stage-/leerlingcontracten en de goedkeuring van een statuut van stagiairs. Deze maatregelen moeten in overeenstemming zijn met het onderwijsbeleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten (zoals uiteengezet in component 21). De uitvoering van dit onderdeel van de maatregel moet uiterlijk op 30 juni 2021 zijn voltooid.

    b)Spaanse werkgelegenheidsstrategie 2021-2024, na een proces van sociale dialoog. De belangrijkste doelstellingen van de nieuwe strategie zijn:

    ·Een mensgerichte en bedrijfsgerichte aanpak: de opzet van het actief arbeidsmarktbeleid zal naar verwachting gericht zijn op de specifieke omstandigheden van elke persoon en elk bedrijf.

    ·Samenhang met productieve transformatie: Actief arbeidsmarktbeleid moet professionele overgangen mogelijk maken die gepaard gaan met de overgang van het productiemodel naar een groene en digitale economie.

    ·Resultaatgerichtheid: Verwacht wordt dat het actief arbeidsmarktbeleid zal worden beoordeeld, gemonitord en de verwezenlijking van resultaten zal bevorderen.

    ·Verbetering van de capaciteiten van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening door middel van digitalisering en modernisering.

    ·Governance en samenhang van het nationale werkgelegenheidssysteem ter verbetering van de coördinatie op nationaal en regionaal niveau en belanghebbenden die betrokken zijn bij het actief arbeidsmarktbeleid.

    De uitvoering van dit onderdeel van de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2021 zijn voltooid.

    c)Hervorming van de arbeidswet, met de volgende doelstellingen: (I) versterking van de beleids- en coördinatie-instrumenten van het nationale werkgelegenheidsstelsel; II) het actieve arbeidsmarktbeleid te hervormen; III) de governance van het systeem te herzien; IV) versterking van de lokale dimensie van het werkgelegenheidsbeleid; en v) te voldoen aan de vereisten voor de uitvoering van de verschillende maatregelen die in het kader van het nationaal plan voor actief werkgelegenheidsbeleid zijn gepland. In dit verband omvatten de belangrijkste elementen van de wetswijzigingen:

    ·Versterking van het actieve en passieve werkgelegenheidsbeleid, rekening houdend met de bevoegdheidsverdeling tussen de staat en de autonome gemeenschappen.

    ·Versterking van het bemiddelingssysteem en publiek-private partnerschappen.

    ·Gemeenschappelijke dienstenportefeuille van het nationale werkgelegenheidsstelsel.

    ·Herziening van het financieringsmodel.

    ·Samenwerking met sociale diensten.

    ·Lokale en Europese dimensie.

    ·Technologische ontwikkeling voor inzetbaarheid.

    ·Gebruik van ICT en big data.

    ·Verbetering van de inzetbaarheid.

    De uitvoering van dit onderdeel van de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.

    Hervorming 6 (C23.R6) — permanent mechanisme voor interne flexibiliteit, stabiliteit van de werkgelegenheid en omscholing van werknemers in transitie.

    Deze hervorming heeft tot doel een permanente regeling vast te stellen om zich aan te passen aan conjuncturele en structurele schokken, door de opschorting of verkorting van de arbeidstijd te dekken door middel van een werkgelegenheidregelingsplan waarin de eis is opgenomen om werknemers te verbeteren of om te scholen in de vaardigheden waarvan is vastgesteld dat zij vraag hebben. De regeling bouwt voort op de ervaring met de werktijdverkortingsregelingen (zogenaamde „ERTE’s”) die tijdens de COVID-19-crisis zijn ingezet om banen te behouden tijdens de lockdown en andere door de pandemie veroorzaakte activiteitsbeperkingen.

    De hervorming bestaat uit twee nieuwe aanpassingsmechanismen:

    ·Een economisch stabilisatiemechanisme dat ondernemingen interne flexibiliteit biedt en werknemers stabiliteit biedt bij tijdelijke of cyclische schokken, met bijzondere aandacht voor de opleiding van werknemers.

    ·Een mechanisme ter ondersteuning van de om- en bijscholing van werknemers en ondernemingen in transitie om hen te helpen het hoofd te bieden aan technologische innovaties of innovaties aan de vraag, en dat de vrijwillige mobiliteit van werknemers binnen en tussen bedrijven vergemakkelijkt.

    De maatregel wordt uitgevoerd door wijziging van het werknemersstatuut. Het omvat de oprichting van een tripartiete fonds dat wordt gefinancierd uit socialezekerheidsbijdragen van werkgevers en werknemers, aangevuld door de staat. Zij waarborgt de houdbaarheid van de begroting op middellange tot lange termijn, rekening houdend met verschillende opties en scenario’s. Over de concrete werking van dit fonds wordt met de sociale partners onderhandeld.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2021 voltooid zijn.

    Hervorming 7 (C23.R7) — Herziening van de aanwervingsprikkels

    Het doel van de hervorming is het systeem van aanwervingsprikkels te vereenvoudigen en de doeltreffendheid ervan te vergroten door doelgerichter te zijn, door rekening te houden met de uitgaventoetsing door de onafhankelijke begrotingsautoriteit („AIReF”). Het heeft met name tot doel de inzetbaarheid van zeer specifieke groepen met een lage arbeidsparticipatie te verbeteren door hoogwaardige banen en vaste contracten te bevorderen. Het aantal stimulansen wordt verminderd en de vereisten voor begunstigde ondernemingen worden gestandaardiseerd. Er wordt voorzien in een permanente monitoring en evaluatie van het stimuleringssysteem voor aanwervingen.

    De hervorming wordt uitgevoerd door middel van een wijziging van Wet 43/2006. Het houdt nauw verband met andere maatregelen in deze component, zoals hervorming 5 (algemene hervorming van het actieve arbeidsmarktbeleid) en investering 7 (activeringstrajecten voor begunstigden van de minimuminkomensregeling).

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2022 voltooid zijn.

    Hervorming 8 (C23.R8) — Modernisering van collectieve onderhandelingen

    Deze hervorming heeft tot doel de werking van collectieve onderhandelingen te verbeteren door de desbetreffende wettelijke regels in het werknemersstatuut (titel III van wetsbesluit nr. 2/2015) te wijzigen na een proces van sociale dialoog. Daarom worden de beoogde wijzigingen in de regelgeving in het plan niet volledig uitgewerkt. De wijzigingen moeten leiden tot een verbetering van de wettelijke regels inzake collectieve onderhandelingen.

    De modernisering van de collectieve onderhandelingen omvat wijzigingen in de onderhandelingsstructuur zelf, met als doel de representativiteit van de onderhandelende partijen te versterken, de inhoud van de dialoog te verrijken en de rechtszekerheid bij de uitvoering en de effecten ervan te vergroten. Wijzigingen mogen niet leiden tot onevenredige belemmeringen voor ondernemingen om zich aan de cyclus aan te passen en in te spelen op productiviteitsontwikkelingen.

    De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2021 voltooid.

    Hervorming 9 (C23.R9) — Modernisering van uitbestedingsactiviteiten

    Deze hervorming heeft tot doel de arbeidsomstandigheden en de rechten van personen die werkzaam zijn in uitbestede ondernemingen te verbeteren door artikel 42 van het werknemersstatuut (wetsbesluit nr. 2/2015) te wijzigen om ervoor te zorgen dat het correct wordt gebruikt in gevallen waarin het de productieve activiteit verbetert en ontmoedigt van degenen waar het louter een middel is om de kosten te verlagen.

    Deze hervorming zorgt voor een passend niveau van bescherming voor werknemers in onderaanneming en moet leiden tot een gelijk speelveld tussen werknemers in onderaanneming en bedrijfswerknemers. Het versterkt ook de verantwoordelijkheid van contractanten of onderaannemers en voorkomt uitbesteding van diensten door middel van onderaanneming in gevallen waarin dit is gebeurd met als doel de arbeidsnormen voor personen die voor onderaannemers werken, te verlagen.

    De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2021 voltooid.

    Hervorming 10 (C23.R10) — Vereenvoudiging en verbetering van de werkloosheidsbijstand

    Deze hervorming van de wetgeving heeft betrekking op de niet op premie- of bijdragebetaling berustende werkloosheidsbijstand en vindt plaats via de wijziging van Koninklijk Wetsbesluit 8/2015. Het houdt nauw verband met hervorming 5 van component 22, waarin een meer algemene hervorming van de niet op premie- of bijdragebetaling berustende sociale uitkeringen wordt geschetst.

    De hervorming omvat de volgende doelstellingen:

    I.de bescherming tegen werkloosheid uitbreiden door een aantal lacunes in de dekking van het huidige systeem op te vullen en de maximumduur te verlengen;

    II.vereenvoudiging van het systeem, dat momenteel versnipperd is in verschillende regelingen;

    III.de uitkering te koppelen aan een gepersonaliseerde activeringstraject;

    IV.de overgang naar sociale bescherming vergemakkelijken wanneer de begunstigde niet opnieuw aan het werk gaat en zich in een kwetsbare situatie bevindt.

    In de regel is de doelgroep van de nieuwe regeling dezelfde als in het huidige stelsel, d.w.z. werkloze werknemers die niet in aanmerking komen voor een op premie- of bijdragebetaling berustende werkloosheidsuitkering, hetzij omdat zij te lang werkloos zijn geweest en hun rechten hebben uitgeput, hetzij omdat hun bijdrageverleden te kort is (minder dan 12 maanden maar meer dan zes maanden). Het maandelijkse bedrag van de uitkering blijft 80 % van de IPREM (indicator voor het overheidsinkomen van meerdere effecten).

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2022 voltooid zijn.

    Hervorming 11 (C23.R11) — Digitalisering van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening (ODA’s) voor modernisering en efficiëntie.

    Het doel van deze hervorming is de verlening van openbare diensten voor arbeidsvoorziening te transformeren en de efficiëntie ervan voor burgers en bedrijven te verbeteren. De hervorming bestaat uit de volgende elementen:

    ·Verbetering van het interne beheer: modernisering van de informatiesystemen ter ondersteuning van het stelsel van werkloosheidsuitkeringen en van de systemen ter ondersteuning van een actief arbeidsmarktbeleid.

    ·Digitalisering van alle openbare diensten voor burgers en bedrijven en verbetering van de klantenservice, met inbegrip van het aanbod van nieuwe diensten (mobiele applicatie en verbeterd systeem voor voorafgaande afspraken en onlinediensten).

    ·Statistieken en gegevensbeheer: Integratie van adequaat gegevensbeheer, dat de besluitvorming bevordert, alsook de publicatie van informatie die van groot belang is voor de samenleving.

    ·Verbetering van fraudebestrijdingssystemen door middel van artificiële-intelligentiesystemen en big data.

    ·Modernisering van banen en infrastructuur om telewerkregelingen voor ODA-personeel te vergemakkelijken.

    De hervorming van de ODA’s is onderdeel van een meer algemene inspanning om overheidsdiensten te moderniseren en te digitaliseren (component 11 van het herstel- en veerkrachtplan). De hervorming van de ODA’s wordt gefinancierd door middel van de aanbesteding en uitvoering van investering 2 in component 11.

    De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2023 voltooid.

    Investering 1 (C23.I1) — Werkgelegenheid voor jongeren

    Deze investering omvat een reeks activerings- en opleidingsprogramma’s voor jonge werkzoekenden (16-29 jaar), met als doel hun integratie op de arbeidsmarkt te ondersteunen. Het bestaat uit de volgende acties:

    1.„Tandem” -programma. Het biedt jongeren tussen 16 en 29 jaar opleiding op het werk in workshops op openbare scholen, met bijzondere aandacht voor de vaardigheden die nodig zijn voor de dubbele transitie, sociale zorg en territoriale cohesie. Overheidsinstanties van de centrale overheid en andere entiteiten uit de publieke sector van de staat, alsmede verenigingen, stichtingen en andere entiteiten zonder winstoogmerk die belast zijn met de uitvoering, ontvangen de subsidies.

    2.Programma „Eerste beroepservaring” bij overheidsdiensten. Het biedt werkloze jongeren die hun formele opleiding hebben voltooid, een eerste werkervaring in de publieke sector (zowel centrale als territoriale overheden). Zij verwerven zachte vaardigheden door te werken in verband met de dubbele transitie, sociale zorg en territoriale cohesie. De subsidies worden toegekend aan overheidsinstanties van de centrale en territoriale overheden die met de uitvoering zijn belast.

    3.Onderzoeksprogramma. Het dient ter dekking van de aanwerving van jonge onderzoekers door openbare onderzoeksinstellingen, openbare universiteiten, technologische centra en andere publieke en private entiteiten met een onderzoeksproject.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

    Investering 2 (C23.I2) — Werkgelegenheid van vrouwen en gendermainstreaming in het actieve arbeidsmarktbeleid

    Het doel van deze investering is de integratie van vrouwen op de arbeidsmarkt te verbeteren, in overeenstemming met vele andere maatregelen in het plan om het genderevenwicht te bevorderen. Het bestaat uit de volgende acties:

    1.Steunlijn voor vrouwen in landelijke en stedelijke gebieden. Het heeft betrekking op opleidingsacties op het gebied van digitale, groene en langdurige zorg, ondernemerschap en sociale economie. Oproepen tot het indienen van subsidievoorstellen worden georganiseerd voor openbare en particuliere entiteiten die belast zijn met het verstrekken van opleidingen.

    2.Ondersteuningslijn voor vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld of mensenhandel. Het heeft betrekking op integratietrajecten voor deze vrouwen, in twee fasen. Gedurende de eerste zes maanden volgen de deelnemers gepersonaliseerde trajecten voor sociale inclusie en volgen de volgende zes maanden een werkplekopleiding met de toezegging van werkgevers om hen daarna aan te werven.

    3.Gendermainstreaming in het actieve arbeidsmarktbeleid. Het betreft de opname van gendermainstreaming in alle onderdelen van de jaarlijkse werkgelegenheidsplannen van de ODA’s (zowel centraal als regionaal) in de periode 2021-2023. Daartoe worden adviesdiensten ingehuurd.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

    Investering 3 (C23.I3) — Nieuwe vaardigheden voor de groene, digitale en productieve transitie

    Deze investering omvat verschillende opleidingsinitiatieven met als doel werknemers die het risico lopen te worden ontheemd om te scholen. Het bestaat uit de volgende actielijnen:

    1.Oproepen tot het indienen van voorstellen voor subsidies en aanbestedingen voor de verwerving van nieuwe vaardigheden voor digitale, groene en productieve transformatie. Het is gericht op werknemers in de toeristische sector, werklozen, werknemers in dienst en personen die aan ERTE’s onderworpen zijn. De opleidingsacties hebben de duur die de productieve sector nodig heeft.

    2.Opleidingsvouchers voor de verwerving van nieuwe vaardigheden voor digitale, groene en productieve transformatie. Het is gericht op dezelfde soorten werknemers als de vorige actielijn, maar in dit geval ontvangt de begunstigde een directe subsidie voor opleidingsdoeleinden in vaardigheden die relevant zijn voor groene, digitale en andere strategische sectoren.

    3.Opsporing van vaardigheidsbehoeften. Een onderzoek op basis van een enquête in ten minste 23 productiesectoren biedt doeltreffende antwoorden op de vraag naar opleiding en omscholing op de arbeidsmarkt, met inbegrip van vaardigheden in de digitale transitie en de groene transitie. Ook wordt ingespeeld op veranderingen en wordt ingespeeld op de potentiële vraag naar geschoolde arbeidskrachten.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

    Investering 4 (C23.I4) — Nieuwe territoriale projecten voor evenwichtsherstel en eigen vermogen

    Met deze investering worden ten minste 68 nieuwe territoriale projecten gefinancierd met als doel de demografische uitdaging aan te pakken en de productieve transformatie te vergemakkelijken, met name naar een groene en digitale economie. In elke autonome regio van het land worden ten minste vier projecten uitgevoerd.

    Het bestaat uit twee soorten projecten:

    1.Territoriale projecten voor kwetsbare groepen. Deze projecten zijn gericht op langdurig werklozen, die gepersonaliseerde en geïndividualiseerde routes volgen waarin verschillende acties worden geïntegreerd, zoals: begeleiding en begeleiding, oriëntatieprogramma’s, zorg door teams voor het zoeken naar werk, opleidings- en bemiddelingsbeurzen, hulp bij het aanwerven en monitoren van acties.

    2.Projecten op het gebied van ondernemerschap en micro-ondernemingen. Deze projecten pakken de demografische uitdaging aan en vergemakkelijken de productieve transformatie, met name naar een groene en digitale economie. De te financieren initiatieven omvatten onder meer landbouwopleidingsprojecten, duurzame lokale ontwikkeling, initiatieven van de sociale economie voor culturele en artistieke activiteiten, ecologische transitie, initiatieven voor lokale ontwikkeling, plattelandstoerisme en artistiek erfgoed. Een project kan acties financieren zoals: sociaal ondernemerschap en freelancers, arbeidsmarktstudies, plaatselijke promotie- en ontwikkelingsactoren, hulp bij het opstarten van coöperaties of micro-ondernemingen, netwerkvorming, deelname aan conferenties en verspreidingsacties.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.

    Investering 5 (C23.I5) — Governance en stimulering van beleidsmaatregelen ter ondersteuning van activering

    Deze maatregel heeft tot doel de openbare diensten voor arbeidsvoorziening te versterken en het actieve arbeidsmarktbeleid efficiënter te maken. Daartoe wordt voorzien in de oprichting van een netwerk van 20 centra voor oriëntatie, ondernemerschap en innovatie op het gebied van werkgelegenheid. Zij zullen verspreid zijn over het land (één centrum op het niveau van de centrale overheid en één in elk autonoom gebied, met inbegrip van Ceuta en Melilla) om de coördinatie tussen de regio’s van de ODA’s te verbeteren.

    Daarnaast wordt voorzien in een reeks bijscholingsacties voor de werknemers van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, die hen voorzien van gemiddeld 14 000 opleidingsacties per jaar. De opleiding wordt georganiseerd in modules van gemiddeld 30 uur en elke werknemer neemt gemiddeld deel aan een module per jaar in de periode 2021-2023.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.

    Investering 6 (C23.I6) — Algemeen plan om de sociale economie te stimuleren

    Deze maatregel ondersteunt innovatieve projecten op het gebied van de sociale economie met als doel een inclusiever en duurzamer economisch weefsel tot stand te brengen.

    Het bestaat uit de ontwikkeling van ten minste 30 projecten van de sociale economie van 2021 tot en met 2025 op de volgende gebieden:

    ·Het scheppen en behouden van werkgelegenheid voor levensvatbare ondernemingen in moeilijkheden of zonder generatievernieuwing, door hun omzetting in bedrijfsformules van de sociale economie (coöperaties en arbeidsbedrijven), beheerd door hun werknemers.

    ·Oprichting en consolidatie van innovatieve entiteiten van de sociale economie, met gevolgen voor generatievernieuwing en ondernemerschap onder jongeren.

    ·Digitalisering van ondernemingen in de sociale economie door de oprichting van digitale platforms om het welzijn van de burgers in plattelandsgebieden te verbeteren.

    ·Netwerken van coöperaties, arbeidsbedrijven en andere vormen van sociale economie in combinatie met capaciteitsopbouw- en opleidingsmaatregelen om de samenleving nieuwe alomvattende diensten te verlenen.

    ·Het bevorderen van duurzame en inclusieve transities van kwetsbare ondernemingen en groepen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2025 zijn voltooid.

    Investering 7 (C23.I7) — Bevordering van inclusieve groei door beleid voor sociale inclusie te koppelen aan de nationale minimuminkomensregeling (IMV)

    Het doel van deze investering is de doeltreffendheid van integratietrajecten voor de begunstigden van de nationale minimuminkomensregeling (IMV) te verbeteren door ten minste 18 proefprojecten uit te voeren. Na de voltooiing ervan wordt een evaluatie uitgevoerd om de dekking, de doeltreffendheid en het succes van minimuminkomensregelingen te beoordelen. Deze evaluatie omvat specifieke aanbevelingen om de benuttingsgraad te verhogen en de doeltreffendheid van het beleid inzake sociale inclusie te verbeteren. Deze maatregel houdt nauw verband met hervorming 5 van component 22.

    Voor de uitvoering van de proefprojecten ondertekent het ministerie van Sociale Inclusie partnerschapsovereenkomsten met de betrokken regionale en lokale overheden, alsook met entiteiten van sociale actie in de derde sector en sociale partners. Deze partnerschapsovereenkomsten hebben de volgende doelstellingen: verbetering van de benuttingsgraad van de IMV; de doeltreffendheid van het IMV vergroten door middel van integratietrajecten. Elke partnerschapsovereenkomst gaat vergezeld van een actieplan waarin ten minste de volgende punten worden omschreven:

    ·IMV-begunstigden die deelnemen aan het proefproject.

    ·De meest geschikte trajecten (vast te stellen op basis van de geleerde lessen) en de daarmee samenhangende resultaten/resultaten op het gebied van inclusie die via de interventie moeten worden bereikt.

    ·Vereiste gegevensinfrastructuur: niet alleen IMV-begunstigden zijn nodig, maar ook andere begunstigden van regionale programma’s om te kunnen rekenen op goede controlegroepen.

    ·Eenheidskosten van de interventie.

    ·Monitoringplan voor het ministerie van Inclusie om de verwezenlijking van de verschillende in het plan vastgestelde mijlpalen te beoordelen.

    ·Publicatie van een evaluatie zodra het proefproject is afgerond met bevindingen en geleerde lessen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 maart 2024 zijn voltooid.

    W.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    329

    C23.R1

    M

    Inwerkingtreding van twee koninklijke wetsbesluiten tot regeling van werkzaamheden op afstand in de particuliere sector en in overheidsdiensten

    Bepalingen in het koninklijk besluit Wet op de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    De twee koninklijke wetsbesluiten regelen de werkzaamheden op afstand in de particuliere sector en in overheidsdiensten. De doelstellingen van de wetten zijn: I) te voorzien in een regelgevingskader (RDL 28/2020) dat de invoering van telewerk bevordert, met behoud van de productiviteit van het bedrijfsleven en het bieden van bescherming en flexibiliteit aan werknemers; en ii) het reguleren van telewerken in alle overheidsdiensten (RDL 29/2020) als een nieuwe manier om het werk te organiseren en te structureren, teneinde de algemene belangen beter te dienen en de normale werking van overheidsdiensten te waarborgen.

    330

    C23.R2

    M

    Inwerkingtreding van twee verordeningen inzake gelijke beloning van vrouwen en mannen en inzake gelijkheidsplannen en hun registratie

    Bepalingen in de statuten betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2021

    De twee verordeningen zijn van toepassing op gelijke beloning van vrouwen en mannen en op gelijkheidsplannen en hun registratie. De doelstellingen van de verordeningen zijn: I) het beginsel van beloningstransparantie te waarborgen om discriminatie als gevolg van onjuiste functiebeoordelingen op te sporen; en ii) gelijkheidsplannen ontwikkelen en ervoor zorgen dat deze in een openbaar register worden ingeschreven.

    331

    C23.R3

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Wetsbesluit ter bescherming van werknemers die met behulp van technologische middelen distributieactiviteiten verrichten aan derden

    Bepalingen van de Koninklijk Wetswet betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2021

    Het koninklijk wetsbesluit heeft betrekking op de bescherming van werknemers die met behulp van technologische middelen aan derden distributieactiviteiten verrichten. De wet heeft tot doel deze mensen het recht op eerlijke en gelijke behandeling op het gebied van arbeidsomstandigheden, het recht op toegang tot sociale bescherming en opleiding te waarborgen en de wettelijke vertegenwoordiging van werknemers in staat te stellen op de hoogte te worden gebracht van de regels in algoritmen en systemen voor artificiële intelligentie die van invloed kunnen zijn op de arbeidsomstandigheden van platforms, met inbegrip van de toegang tot en het behoud van werk en profilering.

    332

    C23.R4

    M

    Wijziging van het werknemersstatuut om de vermindering van tijdelijke banen te ondersteunen door het aantal soorten arbeidsovereenkomsten te stroomlijnen

    Bepalingen in de wijziging betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Met inachtneming van de sociale dialoog en als onderdeel van een alomvattende aanpak waarbij een evenwicht wordt gevonden tussen de behoefte aan flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt, de inwerkingtreding van de wijziging van de bepalingen van wetsbesluit 2/2015 van 23 oktober tot goedkeuring van de herschikte tekst van het werknemersstatuut ter ondersteuning van de vermindering van de tijdelijke werkgelegenheid door stroomlijning van het aantal soorten arbeidsovereenkomsten.

    333

    C23.R5

    M

    Inwerkingtreding van het actieplan ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid

    Bepalingen in het actieplan betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2021

    Het actieplan pakt de jeugdwerkloosheid aan bij de uitvoering van de EU-jongerengarantie Plus. Het doel van de jongerengarantie is de interinstitutionele coördinatie te verbeteren en te verdiepen, de betrekkingen met de particuliere sector en lokale autoriteiten te versterken, de kwaliteit en adequaatheid van opleidingen te verbeteren, nieuwe arbeidskansen te zoeken in sectoren met groeipotentieel, voortijdig schoolverlaten terug te dringen, het evaluatie- en monitoringsysteem te handhaven en te verbeteren, en de gepersonaliseerde begeleidingsprogramma’s verder te versterken.

    334

    C23.R5

    M

    Koninklijk besluit voor een nieuwe Spaanse werkgelegenheidsstrategie 2021-2024

    Bepalingen in het koninklijk besluit betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Metinachtneming van de sociale dialoog en als onderdeel van een alomvattende aanpak waarbij de behoefte aan flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt in evenwicht wordt gebracht, goedkeuring door de ministerraad en inwerkingtreding van een koninklijk besluit voor een nieuwe Spaanse werkgelegenheidsstrategie 2021-2024. De belangrijkste doelstellingen van de nieuwe strategie zijn: 
    een mensgerichte en bedrijfsgerichte aanpak: Actief werkgelegenheidsbeleid is gericht op de specifieke omstandigheden van elke persoon en elk bedrijf. 
    II) Consistentie met productieve transformatie: Actief werkgelegenheidsbeleid maakt professionele overgangen mogelijk die gepaard gaan met de verschuiving van het productiemodel naar een groene en digitale economie. 
    III) Oriëntatie van de resultaten: Actief werkgelegenheidsbeleid wordt beoordeeld, gemonitord en bevorderd. 
    verbetering van de capaciteit van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening: Door middel van digitalisering en modernisering.
    governance en cohesie van het nationale werkgelegenheidssysteem ter verbetering van de coördinatie op nationaal en regionaal niveau en belanghebbenden die betrokken zijn bij actief werkgelegenheidsbeleid.

    335

    C23.R5

    M

    Inwerkingtreding van de wijziging van de arbeidswet (Koninklijk Wetsbesluit 3/2015)

    Bepaling in de wijziging betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    De wijziging van de arbeidswet (Koninklijk Wetsbesluit 3/2015): I) de beleids- en coördinatie-instrumenten van het nationale werkgelegenheidsstelsel versterken; II) het actieve arbeidsmarktbeleid te hervormen; III) de governance van het systeem te herzien; IV) de lokale dimensie van het werkgelegenheidsbeleid versterken; en v) voldoen aan de vereisten voor de uitvoering van de verschillende maatregelen in het kader van het nationaal plan voor actief werkgelegenheidsbeleid.

    336

    C23.R6

    M

    Wijziging van het werknemersstatuut om een regeling in te voeren om zich aan conjuncturele en structurele schokken aan te passen, met inbegrip van een systeem dat interne flexibiliteit voor bedrijven en stabiliteit voor werknemers biedt

    Bepalingen in de wijziging betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Met inachtneming van de sociale dialoog en als onderdeel van een alomvattende aanpak waarbij de behoefte aan flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt in evenwicht wordt gebracht en de houdbaarheid van de begroting op middellange tot lange termijn wordt gewaarborgd, de inwerkingtreding van wijzigingsbepalingen van Koninklijk Wetsbesluit 2/2015 van 23 oktober tot goedkeuring van de herschikte tekst van het werknemersstatuut om een regeling vast te stellen voor aanpassing aan conjuncturele en structurele schokken, met inbegrip van een systeem dat ondernemingen interne flexibiliteit en stabiliteit biedt voor werknemers, de bij- en omscholing van werknemers in bedrijven en sectoren in transitie te ondersteunen en de vrijwillige mobiliteit van werknemers (binnen en tussen bedrijven) te vergemakkelijken.

    337

    C23.R7

    M

    Inwerkingtreding van de hervorming van Wet 43/2006 om het stimuleringsstelsel voor aanwervingen te vereenvoudigen en doeltreffender te maken, rekening houdend met de aanbevelingen van AIReF

    Bepaling in de hervorming bij de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    De hervorming van wet 43/2006 zal de aanwervingsstimuleringsregeling vereenvoudigen en doeltreffender maken, rekening houdend met de aanbevelingen van de Spaanse onafhankelijke autoriteit voor fiscale verantwoordelijkheid (AIReF) in haar beoordelingsverslag van 2020: „Stimulansen voor aanwerving”

    338

    C23.R8

    M

    Wijziging van het werknemersstatuut om de wettelijke regels voor collectieve onderhandelingen te verbeteren

    Bepalingen in de wijziging betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Met inachtneming van de sociale dialoog en als onderdeel van een alomvattende aanpak waarbij de behoefte aan flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt in evenwicht wordt gebracht, de inwerkingtreding van de wijziging van een aantal bepalingen van Koninklijk Wetsbesluit 2/2015 van 23 oktober tot goedkeuring van de herschikte tekst van het werknemersstatuut, teneinde de wettelijke regels inzake collectieve onderhandelingen te verbeteren.

    339

    C23.R9

    M

    Wijziging van het werknemersstatuut ter verbetering van de rechten van personen die werkzaam zijn in onderaanneming

    Bepalingen in de wijziging betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Met inachtneming van de sociale dialoog en als onderdeel van een alomvattende aanpak waarbij een evenwicht wordt gevonden tussen de behoefte aan flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt, de inwerkingtreding van de wijziging van de bepalingen van wetsbesluit 2/2015 van 23 oktober tot goedkeuring van de herschikte tekst van het werknemersstatuut ter verbetering van de rechten van werknemers in onderaanneming.

    340

    C23.R10

    M

    Inwerkingtreding van de wijziging van Koninklijk Wetsbesluit 8/2015 tot hervorming van de regeling inzake niet op premie- of bijdragebetaling berustende werkloosheidssteun

    Bepaling in de wijziging betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    De hervorming van Koninklijk Wetsbesluit 8/2015 heeft betrekking op de regulering van niet op premie- of bijdragebetaling berustende werkloosheidssteun, met inbegrip van de volgende doelstellingen: I) de bescherming tegen werkloosheid uit te breiden; II) vereenvoudiging van het systeem; III) het voordeel te koppelen aan een gepersonaliseerde activeringstraject; IV) de overgang naar sociale bescherming vergemakkelijken wanneer de begunstigde niet opnieuw aan het werk gaat en zich in een kwetsbare situatie bevindt.

    341

    C23.R11

    M

    Certificaten van voltooiing van de diensten in het kader van de contracten voor de modernisering van de openbare dienst voor arbeidsvoorziening

    Certificaten van voltooiing van de diensten in het kader van de contracten (bestuursbesluiten)

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Certificaten van voltooiing van de diensten in het kader van de contracten (bestuursbesluiten) voor de modernisering van de openbare dienst voor arbeidsvoorziening, door verbetering van de interne beheersystemen, modernisering van banen en digitalisering van de Ondersteuningsdienst voor de burger. Zij omvat: 
    Verbetering van het interne beheer: Verbetering van de informatiesystemen ter ondersteuning van het systeem van werkloosheidsuitkeringen en van de informatiesystemen ter ondersteuning van het werkgelegenheidsbeleid. 
    Digitale diensten voor arbeidsvoorziening: Digitalisering van overheidsdiensten aan burgers en bedrijven en verbetering van de klantenservice. 
    — Statistieken en gegevensbeheer: Integratie van een adequaat gegevensbeheer, dat besluitvorming mogelijk maakt, alsook de publicatie van informatie die van groot belang is voor de samenleving. 
    Modernisering van banen en infrastructuur.

    342

    C23.I1

    T

    Mensen die de jongerenprogramma’s hebben afgerond.

    Aantal

    0

    18 300

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 18 300 mensen die de jongerenprogramma’s hebben afgerond, waarbij 21 900 mensen zich hebben ingeschreven. 
    Deze doelstelling is gebaseerd op drie programma’s: 
    • Tandemprogramma. Doel: beroepsbekwaamheid te verwerven door middel van een opleiding in afwisselend werk. Ten minste 25 % van het programma was gericht op klimaatgerelateerde vaardigheden en 25 % van het programma was gericht op digitale vaardigheden. 
    • Eerste ervaringsprogramma. Doel: een eerste werkervaring in verband met een kwalificatie vergemakkelijken. Ten minste 20 % van het programma was gericht op klimaatgerelateerde vaardigheden en 20 % van het programma was gericht op digitale vaardigheden. 
    • „Investigo” -programma. Doel: verrichten van werkzaamheden in verband met de ontwikkeling van een onderzoeksproject.

    343

    C23.I2

    T

    Mensen die het „Plan Empleo Mujer, plattelands- en stedelijke gebieden” hebben afgerond en slachtoffers van gendergeweld en menselijk verkeer

    Aantal

    0

    23 200

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 23 200 mensen hebben het „Plan Empleo Mujer, plattelands- en stedelijke gebieden” en het programma voor slachtoffers van gendergeweld en menselijk verkeer voltooid, waarbij 29 000 mensen betrokken zijn. Dit programma omvat een persoonlijke en geïntegreerde route van oriëntatie, begeleiding en opleiding die is afgestemd op het inzetbaarheidsprofiel van de deelnemende vrouwen. De aangeboden opleiding houdt verband met banen met goede territoriale vooruitzichten, die voortvloeien uit de behoeften van de plattelands- en stedelijke arbeidsmarkt waarop het programma wordt ontwikkeld, en is gericht op het verwerven van een kwalificatie die de inzetbaarheid van de deelnemers en hun kansen op toegang tot fatsoenlijk werk vergroot, terwijl tegelijkertijd de productieve ontwikkeling van plattelandsgebieden wordt versterkt, de genderkloof wordt bestreden en de duurzaamheid van vrouwen op het grondgebied wordt vergroot. Ten minste 35 % van het programma was gericht op klimaatgerelateerde vaardigheden en 35 % van het programma was gericht op digitale vaardigheden.

    344

    C23.I3

    T

    Mensen die opleidingsprogramma’s hebben afgerond om vaardigheden te verwerven voor de digitale, ecologische en productieve transformatie

    Aantal

    0

    825 000

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 825 000 mensen hebben opleidingsprogramma’s afgerond om vaardigheden te verwerven voor de digitale, ecologische en productieve transformatie, waarbij 975 000 mensen zijn ingeschreven. De opleiding is gericht op de toeristische sector, op andere strategische sectoren van nationaal belang, op werknemers die onderworpen zijn aan ERTE’s en op werknemers die een microkredietopleiding volgen. Ten minste 30 % van het programma was gericht op klimaatgerelateerde vaardigheden en 30 % van het programma was gericht op digitale vaardigheden.

    420

    C23.I3

    T

    Opsporing van vaardigheidsbehoeften door middel van een onderzoeksprogramma

    Publicatie van het onderzoeksprogramma

    Aantal

    0

    23

    KWARTAAL 4

    2025

    Voltooiing van een onderzoeksprogramma om de behoeften aan vaardigheden op te sporen op basis van een enquête in ten minste 23 productieve sectoren die doeltreffende antwoorden bieden op de vraag naar opleiding en omscholing op de arbeidsmarkt, met inbegrip van vaardigheden in de digitale transitie en de groene transitie. Ook wordt ingespeeld op veranderingen en wordt ingespeeld op de potentiële vraag naar geschoolde arbeidskrachten door de ontwikkeling van opleidingsspecialismen.

    345

    C23.I4

    M

    Goedkeuring van de regionale toewijzing van middelen voor territoriale projecten voor kwetsbare groepen, ondernemerschap en micro-ondernemingen.

    Referentienotulen van de sectorale werkgelegenheidsconferentie

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2021

    Goedkeuring tijdens de sectorale werkgelegenheidsconferentie van de regionale toewijzing van middelen voor territoriale projecten voor kwetsbare groepen en territoriale projecten voor ondernemerschap en micro-ondernemingen, zoals de ontwikkeling van projecten ter bevordering van ondernemerschap, initiatieven voor lokale ontwikkeling, initiatieven voor de sociale economie en nieuwe territoriale projecten die de transformatie van de productie vergemakkelijken, met name naar een groene en digitale economie.

    346

    C23.I4

    T

    Er zijn territoriale projecten voor kwetsbare groepen, ondernemerschap en micro-ondernemingen afgerond, waarbij ten minste 39 000 werknemers en 64 000 ondernemingen betrokken zijn.

    Aantal

    0

    68

    KWARTAAL 4

    2023

    Er zijn ten minste 68 territoriale projecten voor kwetsbare groepen en territoriale projecten voor ondernemerschap en micro-ondernemingen afgerond, waarbij ongeveer 39 000 werknemers en 64 000 ondernemingen zijn betrokken. 
    De territoriale projecten voor kwetsbare groepen worden ontwikkeld door middel van gepersonaliseerde en geïndividualiseerde routes waarin verschillende acties worden geïntegreerd, zoals: begeleiding en begeleiding, oriëntatieprogramma’s, zorg door teams voor het zoeken naar werk, opleidings- en bemiddelingsbeurzen, hulp bij het aanwerven en monitoren van acties. 
    De projecten voor ondernemerschap en micro-ondernemingen pakken de demografische uitdaging aan en vergemakkelijken de productieve transformatie, met name naar een groene en digitale economie, onder meer door middel van landbouwopleidingsprojecten, duurzame lokale ontwikkeling, initiatieven van de sociale economie voor culturele en artistieke actie, ecologische transitie, initiatieven voor lokale ontwikkeling, plattelandstoerisme en artistiek erfgoed. Deze projecten omvatten onder meer: sociaal ondernemerschap en freelancers, arbeidsmarktstudies, plaatselijke promotie- en ontwikkelingsactoren, hulp bij het opstarten van coöperaties of micro-ondernemingen, netwerkvorming, deelname aan conferenties, verspreidingsacties.

    347

    C23.I5

    T

    Openbare centra voor begeleiding, ondernemerschap, ondersteuning en innovatie voor nieuwe banen zijn volledig operationeel.

    Aantal

    0

    20

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 20 openbare centra voor begeleiding, ondernemerschap, ondersteuning en innovatie voor nieuwe banen zijn volledig operationeel.

    348

    C23.I5

    T

    Opleidingsacties voor ODA-personeel

     

    Aantal

    0

    42 000

    KWARTAAL 4

    2023

    Er zijn ten minste 42 000 opleidingsacties voor ODA-personeel afgerond om hun vaardigheden te verbeteren en werkzoekenden doeltreffender te ondersteunen.

    349

    C23.I6

    T

    Projecten van de sociale economie voltooid

    Aantal

    0

    30

    KWARTAAL 2

    2025

    Ten minste 30 projecten van de sociale economie zijn voltooid ter ondersteuning van: a) het scheppen en behouden van werkgelegenheid voor levensvatbare ondernemingen in moeilijkheden of zonder generatievernieuwing, door hun omzetting in bedrijfsformules van de sociale economie (coöperaties en arbeidsbedrijven), beheerd door hun mannelijke en vrouwelijke werknemers; b) de oprichting en consolidatie van innovatieve entiteiten van de sociale economie, met gevolgen voor generatievernieuwing en ondernemerschap onder jongeren; C) de digitalisering van ondernemingen in de sociale economie door middel van de oprichting van digitale platforms die gericht zijn op het verbeteren van het welzijn van de burgers in plattelandsgebieden; d) netwerken van coöperaties, arbeidsbedrijven en andere vormen van sociale economie in combinatie met capaciteitsopbouw- en opleidingsmaatregelen om de samenleving nieuwe alomvattende diensten te bieden; en e) het bevorderen van duurzame en inclusieve transities van kwetsbare ondernemingen en groepen.

    350

    C23.I7

    M

    Verbetering van de benuttingsgraad van het minimuminkomen („IMV”) en vergroting van de doeltreffendheid ervan door middel van inclusiebeleid

    Bekendmaking van de partnerschapsovereenkomst („Convenio”)

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2022

    De sociaal-economische inclusie van IMV-begunstigden ondersteunen door middel van trajecten: acht partnerschapsovereenkomsten gesloten met subnationale overheden, sociale partners en entiteiten voor sociale actie uit de derde sector om de trajecten uit te voeren. Deze partnerschapsovereenkomsten hebben de volgende doelstellingen: verbetering van de benuttingsgraad van de IMV; de doeltreffendheid van het IMV vergroten door middel van integratiebeleid.

    351

    C23.I7

    M

    Evaluatie ter beoordeling van de dekking, de doeltreffendheid en het succes van minimuminkomensregelingen

    Publicatie van de evaluatie

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2024

    Na de voltooiing van ten minste 18 proefprojecten, publicatie van een evaluatie om de dekking, de doeltreffendheid en het succes van minimuminkomensregelingen te beoordelen, met inbegrip van specifieke aanbevelingen om de benuttingsgraad te verhogen en de doeltreffendheid van het beleid inzake sociale inclusie te verbeteren.

    X. COMPONENT 24: Cultuurindustrie

    De culturele industrie speelt een belangrijke rol in de Spaanse economie en was goed voor 3,2 % van het bbp van het land en 3,6 % van de totale werkgelegenheid in het land vóór de COVID-19-pandemie. Bovendien heeft het een onmisbare waarde voor de samenleving, zoals blijkt uit de hoge culturele participatie van de Spaanse bevolking vóór de pandemie. Toch heeft de bedrijfstak te kampen met een aantal structurele kenmerken waardoor zij haar potentieel niet ten volle heeft kunnen benutten en haar in tijden van crisis bijzonder kwetsbaar hebben gemaakt.

    Tegen deze achtergrond omvat component 24 van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan hervormingen en investeringen die gericht zijn op de hervorming van het werkkader van kunstenaars en op het versterken en moderniseren van het culturele bedrijfsleven.

    De component gaat in op de landspecifieke aanbevelingen inzake het bevorderen van investeringen om de economie te ondersteunen en het herstel na de COVID-19-pandemie te ondersteunen (landspecifieke aanbeveling 1 2020) en inzake het ondersteunen van de werkgelegenheid, het versterken van de bescherming tegen werkloosheid en het verbeteren van de toegang tot digitaal leren (landspecifieke aanbeveling 2 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    X.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C24.R1) — Ontwikkeling van de status van kunstenaar en bevordering van investeringen, culturele sponsoring en participatie

    Deze hervorming is bedoeld om de uitdaging aan te pakken die voortvloeit uit het feit dat in de bestaande arbeids- en belastingregelgeving geen rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van de culturele sector (zoals onregelmatige inkomens en arbeidspatronen) en de noodzaak om particuliere financiering aan te trekken die verder gaat dan overheidssteun.

    Bij de hervorming wordt een adequaat juridisch, fiscaal en arbeidskader voor de culturele sector ontwikkeld om de sociale bescherming van de verschillende actoren in de sector te verbeteren en particuliere investeringen aantrekkelijker te maken.

    Bij deze hervorming worden wijzigingen in de regelgeving goedgekeurd voor de uitvoering van het statuut van de kunstenaar, met inbegrip van wijzigingen in de regelgeving met betrekking tot de volgende aspecten:

    a)de toereikendheid van de btw en de inkomstenbelasting;

    b)representativiteit van vakbonden;

    c)gezondheid en bijzondere arbeidsverhoudingen van kunstenaars in openbare loopbanen;

    d)de regulering van sponsoring;

    e)het stelsel van fiscale stimuleringsmaatregelen.

    Deze wijzigingen zullen worden doorgevoerd door de oprichting van het interministerieel comité voor het statuut van de kunstenaar en de opstelling van wetgevingsvoorstellen in 2021, waarbij het rechtsinstrument uiterlijk op 31 december 2022 in werking treedt. In de periode 2021-2023 zullen ook maatregelen worden genomen om particuliere investeringen in de culturele sector aan te moedigen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2022 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C24.R2) — Plan ter versterking van het auteursrecht en de naburige rechten

    Deze hervorming heeft tot doel de auteursrechten en andere intellectuele-eigendomsrechten te versterken door middel van de volgende acties:

    a)Goedkeuring van een wet inzake intellectuele-eigendomsrechten in de Europese digitale eengemaakte markt tot omzetting van de Richtlijnen 2019/789 SatCab en 2019/790 inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt;

    b)Vaststelling van een koninklijk besluit tot goedkeuring van de nieuwe verordening inzake het register van intellectuele eigendom om dit orgaan aan te passen aan de nieuwe digitale realiteit;

    c)Aanneming van een koninklijk besluit tot wijziging van Koninklijk Besluit 1889/2011 van 30 december 2006 tot regeling van de werking van afdeling II van de commissie voor intellectuele eigendom om de bestrijding van nieuwe vormen van inbreuken op de intellectuele eigendom op het internet te vergemakkelijken; en het

    d)Goedkeuring van het passende normatieve instrument en van de statuten van het Spaanse Bureau voor het auteursrecht.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Investering 1 (C24.I1) — Versterking van het concurrentievermogen van de cultuurindustrie

    Deze investering is bedoeld om de uitdagingen met betrekking tot het concurrentievermogen van de culturele sector aan te pakken door de veerkracht van het bedrijfsweefsel van de culturele en creatieve sector te verbeteren en bij te dragen tot hun digitale transitie.

    Daartoe worden de acties in het kader van deze investering ingedeeld in de volgende drie projectcategorieën:

    a)Concurrentievermogen en professionalisering van de culturele en creatieve industrieën, door middel van: I) het versterken van de ondernemers- en financiële vaardigheden van professionals in de culturele sector door middel van een beurzenprogramma; II) gespecialiseerde opleiding op het gebied van management voor professionals op het gebied van uitvoerende kunsten en muziekkunsten; en iii) steun voor culturele acceleratoren voor de ontwikkeling van culturele projecten met een groot groeipotentieel;

    b)Digitalisering van de systemen voor het beheer van intellectuele eigendom, door middel van: I) het ondersteunen van projecten om beheerders van intellectuele-eigendomsrechten te digitaliseren; en ii) ondersteuning van de digitale transformatie van de administratieve entiteiten die intellectuele-eigendomsrechten beheren;

    c)Internationalisering van de CCI-sector door middel van: I) de bevordering en digitalisering van de boekensector, ii) steun voor de modernisering en modernisering van het beheer van de podiumkunsten en muziek; en iii) maatregelen om bedrijven en professionals in de culturele en creatieve sector te ondersteunen bij het vergroten van hun aanwezigheid op nationale en internationale markten.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 197 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 198 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 199 en installaties voor mechanische biologische behandeling 200 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 2 (C24.I2) - Bevordering van cultuur op het hele grondgebied

    Deze investering heeft tot doel de territoriale en sociale cohesie te verbeteren door de toegang tot cultuur te vergemakkelijken en de duurzaamheid en consolidatie van de culturele sector op het hele grondgebied te ondersteunen. De specifieke acties in het kader van deze investering zijn onderverdeeld in de volgende vier projectcategorieën:

    a)Steun voor de modernisering en het duurzame beheer van de infrastructuur voor uitvoerende en muziekkunsten, alsmede de bevordering van interterritoriale verspreidingskanalen, door: I) middelen over te dragen aan de autonome gemeenschappen om de modernisering en het duurzame beheer van uitvoerende en muziekinfrastructuur te ondersteunen en ii) de coördinatie van culturele prestaties tussen autonome gemeenschappen te vergemakkelijken;

    b)Acties voor de instandhouding, het herstel en de opwaardering van het Spaanse culturele erfgoed, door middel van acties met betrekking tot: I) de identificatie van erfgoed dat van cultureel belang is verklaard en ii) de valorisatie van het erfgoed onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Cultuur en Sport, met name door de volledige restauratie van het Tabacalera-gebouw in Madrid;

    c)Het dotatiekapitaal van bibliotheken, door: I) de aankoop van licenties voor digitale boeken en ii) de aankoop van papieren boeken; en het

    d)Steun voor de uitbreiding en diversificatie van het culturele aanbod in niet-stedelijke gebieden, door: I) bevordering van culturele innovatie en ondernemerschap in niet-stedelijke gebieden; II) het waarborgen van gelijke toegang tot cultuur; en iii) door middel van cultuur het verantwoord en duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen te bevorderen.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 201 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 202 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 203 en installaties voor mechanische biologische behandeling 204 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

    Investering 3 (C24.I3) — Digitalisering en bevordering van belangrijke culturele diensten

    Deze maatregel heeft tot doel grote culturele instellingen te digitaliseren en te bevorderen. De specifieke investeringen in het kader van deze maatregel zijn gericht op de ondersteuning van:

    a)Het Nationaal Prado Museum, door: I) de verbetering van de toegankelijkheid en integratie ervan in het stedelijk weefsel, ii) de integratie van alle sensoren in één enkel gecontroleerd systeem, iii) de ontwikkeling van een inclusieve ervaring om het museum toegankelijk te maken voor meer bezoekers, iv) de ontwikkeling van een interoperabel digitaal platform tussen musea, v) de verbetering van digitale instrumenten voor de administratie, en vi) het creëren van multimedia-inhoud; 

    b)Het Nationaal Museum Centro de Arte Reina Sofia, door beurzen en onderzoekswoningen aan te bieden aan jonge kunstenaars en denkers, met de nadruk op de ontwikkeling van digitaliseringsacties voor het cultureel erfgoed;

    c)De Spaanse Nationale Bibliotheek, door het gebruik en hergebruik van haar digitale gegevens en verzamelingen te bevorderen ter ondersteuning van onderwijs, onderzoek, culturele industrieën en technologische ontwikkelingen;

    d)Een plan voor de digitalisering van en de toegang tot het bibliografisch erfgoed van andere bibliotheekactiva van overheidsdiensten of particuliere entiteiten, met het oog op de beschikbaarstelling ervan aan de burgers via digitale gegevensbanken;

    e)De digitalisering, de uitbreiding van de capaciteit en de interoperabiliteit van alle soorten archiefsystemen, inventarissen en registers van historisch erfgoed, met inbegrip van audiovisueel erfgoed; en het

    f)Maatregelen om de instrumenten voor overheidsbeheer te moderniseren en een geïntegreerd systeem in te voeren voor de digitalisering en catalogisering van de middelen, activa, structuren en infrastructuur van INAEM (Instituto Nacional de las Artes Escénicas y de la Música), met inbegrip van maatregelen zoals de invoering van diverse geavanceerde instrumenten voor de planning, het beheer en de effectbeoordeling van overheidssteunregelingen voor de uitvoerende en muzieksector, alsmede de invoering van een digitaal geïntegreerd systeem (INAEM DIGITAL) voor de digitalisering en catalogisering van de documentatie-, archiveringsdiensten en de structuren en infrastructuren van het INAEM.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 205 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 206 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 207 en installaties voor mechanische biologische behandeling 208 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.

    X.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    352

    C24.R1

    M

    Inwerkingtreding van het statuut van de kunstenaar, sponsoring en fiscale stimuleringsmaatregelen.

    Bepalingen in de verordening betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Inwerkingtreding van wijzigingen in de regelgeving voor de tenuitvoerlegging van het statuut van de kunstenaar en de regulering van de volgende aspecten met het oog op de verbetering van de arbeidsomstandigheden van kunstenaars: toereikendheid van de btw; inkomstenbelasting; vakbondsrepresentativiteit, gezondheid en bijzondere arbeidsverhoudingen van kunstenaars in openbare loopbanen; betere regulering van sponsoring en fiscale stimuleringsmaatregelen.

    353

    C24.R2

    M

    Inwerkingtreding van wet- en regelgeving ter versterking van het auteursrecht en de naburige rechten

    Bepalingen in de rechtshandelingen betreffende de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    1) vaststelling van de wet inzake intellectuele-eigendomsrechten in de Europese digitale eengemaakte markt met volledige omzetting van de richtlijnen 2019/789 SatCab en 2019/790; 2) koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement inzake het register van intellectuele eigendom; 3) koninklijk besluit tot wijziging van Koninklijk Besluit 1889/2011 van 30 december 2006 tot regeling van de werking van de commissie voor intellectuele eigendom; en 4) Goedkeuring van het passende normatieve instrument en van de statuten van het Spaanse Bureau voor het auteursrecht

    354

    C24.I1

    T

    Versterking van het concurrentievermogen van de cultuurindustrie

    Aantal

    0

    1 216

    KWARTAAL 4

    2023

    Aantal entiteiten en projecten dat financiering uit de steunregeling ontvangt, voor: 
    — ondernemers- en financiële vaardigheden van de professionals uit de culturele en creatieve sector (ten minste 900 entiteiten); 
    — uitgevoerde digitaleplanning en gecreëerde instrumenten om de digitale transformatie te bespreken (ten minste 16 projecten); 
    internationalisering van de culturele en creatieve sector (ten minste 300 entiteiten). 
    Projecten moeten voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een lijst van uitsluitingen en de eis van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    475

    C24.I1

    T

    Voltooiing van initiatieven en projecten ter versterking van het concurrentievermogen van de cultuurindustrie

    Aantal

    0

    1 216

    KWARTAAL 2

    2026

    Voltooiing van de 1 216 acties ter bevordering van het concurrentievermogen van de cultuurindustrie, door middel van: 
    — ondernemers- en financiële vaardigheden van de professionals uit de culturele en creatieve sector (ten minste 900 entiteiten); 
    — uitgevoerde digitaleplanning en gecreëerde instrumenten om de digitale transformatie te bespreken (ten minste 16 projecten); 
    internationalisering van de culturele en creatieve sector (ten minste 300 entiteiten).

    355

    C24.I2

    T

    Modernisering en duurzaam beheer van de infrastructuur voor podiumkunsten en muzikale kunsten

    Aantal

    0

    200

    KWARTAAL 4

    2023

    Modernisering en duurzaam beheer van ouderen- en muziekkunstinfrastructuur: ten minste 200 acties uitgevoerd in ten minste 17 regio’s, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een lijst van uitsluitingen en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    357

    C24.I2

    T

    Vergunningen voor e-boeken voor bibliotheken

    Aantal

    0

    300 000

    KWARTAAL 4

    2023

    Vergunningen voor e-boeken gekocht en verstrekt aan openbare bibliotheken (ten minste 300 000)

    359

    C24.I2

    T

    Stimuleren van culturele en creatieve initiatieven

    Aantal

    0

    400

    KWARTAAL 4

    2023

    Bevordering van culturele activiteiten van organisaties met en zonder winstoogmerk in niet-stedelijke gebieden (ten minste 400 initiatieven).

    358

    C24.I2

    T

    Aankoop van boeken voor bibliotheken

    Aantal

    0

    450 000

    KWARTAAL 4

    2024

    Papieren boeken gekocht en overgedragen aan openbare bibliotheken (ten minste 450 000)

    356

    C24.I2

    T

    Instandhouding, restauratie en opwaardering van het Spaanse culturele erfgoed

    Aantal

    0

    19

    KWARTAAL 4

    2025

    Culturele voorzieningen die worden ondersteund met maatregelen voor de instandhouding, het herstel en de opwaardering van het Spaanse culturele erfgoed: ten minste 19 locaties in ten minste 15 regio’s, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een lijst van uitsluitingen en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    474

    C24.I2

    T

    Instandhouding, restauratie en opwaardering van het Spaanse culturele erfgoed (Tabacalera)

    KWARTAAL 2

    2026

    De culturele locatie Tabacalera in Madrid ondersteunde maatregelen voor de instandhouding, restauratie en opwaardering van het Spaanse culturele erfgoed.

    360

    C24.I3

    T

    Digitalisering en bevordering van belangrijke culturele diensten

     

    Miljoen EUR

    0

    40

    KWARTAAL 2

    2022

    In totaal vastgelegde begroting van ten minste 40 000 000 EUR om bij te dragen aan: a) het Nationaal Prado Museum en het Reina Sofia Museum digitaliseren en digitaliseren; 
    Acties om de jaarlijkse gebruikers van de digitale collectie van de Spaanse Nationale Bibliotheek te vergroten 
    — Digitalisering van het andere Bibliografisch erfgoed [gedigitaliseerde bioscoopcollecties]; 
    — Digitale toegang tot het Bibliografisch erfgoed en interoperabiliteit van alle soorten openbare archiefsystemen en uitbreiding van de gegevensopslagcapaciteit van de Spaanse historische erfgoedinventarisatie- en archiefsystemen; 
    Voltooiing van een geïntegreerd systeem voor de digitalisering en catalogisering van de middelen, activa, structuren en infrastructuur van INAEM

    361

    C24.I3

    T

    Voltooiing van de digitalisering en bevordering van belangrijke culturele diensten

    Aantal

    0

    200

    KWARTAAL 4

    2023

    Voltooiing van ten minste 200 projecten, in overeenstemming met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door het gebruik van een uitsluitingslijst en het vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving, om: 
    — Het Nationaal Prado Museum en het Reina Sofia Museum te stimuleren en te digitaliseren; 
    — Acties om de jaarlijkse gebruikers van de digitale collectie van de Spaanse Nationale Bibliotheek te vergroten; 
    — Digitale toegang tot het Bibliografisch erfgoed en interoperabiliteit van alle soorten openbare archiefsystemen en uitbreiding van de gegevensopslagcapaciteit van de Spaanse historische erfgoedinventarisatie- en archiefsystemen; 
    — Voltooiing van een geïntegreerd systeem voor de digitalisering en catalogisering van de middelen, activa, structuren en infrastructuur van INAEM.

    362

    C24.I3

    T

    Voltooiing van de digitalisering van het Bibliografisch erfgoed

     

    Omvang (mio)

    10

    12

    KWARTAAL 4

    2023

    Digitalisering van het Bibliografisch erfgoed (openbare en particuliere collecties) (in totaal 12 miljoen gebruikers/collecties gedigitaliseerd)

    Y. COMPONENT 25: Spaanse audiovisuele hub

    Deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan omvat een reeks investeringen en hervormingen die erop gericht zijn de audiovisuele sector nieuw leven in te blazen en te versterken. Het heeft tot doel het investeringsklimaat te verbeteren, Spanje te consolideren als internationaal platform voor audiovisuele investeringen en van Spanje een referentie te maken voor de uitvoer van audiovisuele producten, waaronder videospelletjes en digitale creatie. Deze component omvat ook acties ter bevordering van de internationalisering van bedrijven, ter bevordering van innovatie in de sector en ter uitvoering van betere regelgeving.

    In overeenstemming met het plan „Spain Digital 2025” en het onlangs goedgekeurde „Plan Spain Audio-visual Hub of Europe” zal de component naar verwachting het scheppen van banen ondersteunen, met name onder jongeren en de toeristische sector, en maatregelen omvatten om de genderkloof te verkleinen.

    De component gaat in op de landspecifieke aanbevelingen inzake het bevorderen van investeringen in innovatie (landspecifieke aanbeveling 3 2019) en het richten van investeringen op de groene en digitale transitie (landspecifieke aanbeveling 3 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    Y.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C25.R1): Hervorming van het regelgevingskader voor de audiovisuele sector

    De hervorming van het regelgevingskader voor de audiovisuele sector omvat de goedkeuring van twee wetten en de goedkeuring van een sectorplan:

    1.Inwerkingtreding van de algemene wet inzake audiovisuele communicatie, die verschillende doelstellingen heeft. Ten eerste, aanpassing en modernisering van het rechtskader voor audiovisuele mediadiensten en de platformvideouitwisselingsdiensten in Spanje. In de tweede plaats mechanismen in te voeren om de rechten van gebruikers te waarborgen, zoals de bescherming van minderjarigen en het publiek tegen bepaalde soorten inhoud. Ten derde, het bevorderen van Europese audiovisuele werkzaamheden door de steun voor onafhankelijke audiovisuele productie te verdubbelen. Ten vierde, verbetering van de integratie van personen met een handicap. De wet is tegen het einde van het eerste kwartaal van 2022 in werking getreden.

    2.Hervorming van Wet 55/2007 inzake film, die tot doel heeft i) de wetsbepalingen aan te passen aan de nieuwe realiteit van de sector; II) het regelgevingskader in overeenstemming te brengen met het Europese rechtskader, met inbegrip van de staatssteunregels; en iii) het mechanisme te actualiseren en te wijzigen om financiële steun te verlenen aan de audiovisuele sector. Dit wordt uiterlijk op 31 december 2023 ingevuld.

    3.Goedkeuring en uitvoering van het plan „Spain Audio-visual Hub for Europe”, dat tot doel heeft van Spanje een mondiaal investeringsplatform te maken, buitenlandse investeringen aan te trekken en audiovisuele producten te exporteren. Dit plan is in maart 2021 door de Raad van Ministers aangenomen. Het omvat investeringen om de gehele waardeketen van de audiovisuele industrie te verbeteren op basis van de comparatieve voordelen van Spanje in de sector, waaronder een gevestigde audiovisuele industrie, goed opgeleid menselijk kapitaal en een wereldwijd erkend creatief vermogen. Het plan omvat alle formaten van de audiovisuele sector (zoals film, series, reclame, videospelletjes en animatie). De Spaanse audiovisuele hub voor Europa heeft tot doel synergieën tot stand te brengen met andere sectoren, zoals cultuur en toerisme. De maatregelen waren gebaseerd op vier prioriteiten: om van Spanje een aantrekkingskracht voor audiovisuele productie te maken, ii) de administratieve en regelgevingskosten in verband met de sector te verminderen, iii) het concurrentievermogen van bedrijven in de sector te verbeteren door te investeren in hun digitalisering, en iv) talent te genereren en de genderkloof te verkleinen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Investering 1 (C25.I1): Programma voor de bevordering, modernisering en digitalisering van de audiovisuele sector

    Deze investering heeft tot doel het concurrentievermogen en de veerkracht van het bedrijfsleven en het creatieve weefsel van de audiovisuele sector te verbeteren, de internationalisering ervan te bevorderen en buitenlandse investeringen aan te trekken. Daartoe zijn er drie afzonderlijke programma’s binnen de investering.

    1.Een programma om de audiovisuele sector te bevorderen, te moderniseren en te digitaliseren om het concurrentievermogen en de veerkracht van het bedrijfsleven en het creatieve weefsel van de audiovisuele sector te verbeteren. Het programma ondersteunt ook de toepassing en integratie van digitale technologieën in de productie en bevordering van audiovisuele inhoud en de digitalisering van het vergoedingsinstrument voor makers.

    2.Een programma ter bevordering van de internalisering van de audiovisuele sector door deelname aan conferenties voor audiovisuele bedrijven, platforms en laboratoria en beurzen voor projectontwikkeling. Het doel is verschillende mechanismen in te voeren om het volledige potentieel van de Spaanse audiovisuele industrie te benutten en het lokale talent in een mondiale omgeving te promoten.

    3.Een programma om buitenlandse directe investeringen in de audiovisuele sector aan te trekken door een aantrekkelijk investeringsklimaat tot stand te brengen, de administratieve lasten te verminderen en verschillende administratieve procedures te vergemakkelijken (waarbij banden worden gelegd met de overheid op algemeen, regionaal en lokaal niveau). 

    Deze investering wordt uitgevoerd door middel van overeenkomsten met publieke en private entiteiten, oproepen tot het indienen van aanvragen ter ondersteuning van de integratie van digitale technologieën in audiovisuele producten en diensten, oproepen tot steun voor innovatie bij het creëren en ontwikkelen van audiovisuele en digitale inhoud in de verschillende formaten ervan, digitalisering en gegevensanalyse van de audiovisuele sector, nieuwe instrumenten voor internationale promotie en digitale marketing van audiovisuele inhoud, zoals online B2B- en B2C-instrumenten.

    Deze investering is gericht op bedrijven, professionals en actoren in de hele audiovisuele waardeketen, en heeft bijzondere aandacht voor kmo’s die audiovisuele inhoud produceren, kmo’s die gespecialiseerd zijn in beloningsbeheer voor makers, en technologieadviesbureaus die platforms kunnen ontwikkelen die open staan voor alle belanghebbenden.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2024 voltooid zijn.

    Y.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is het begin van de actie, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    363

    C25.R1

    M

    Plan „Spanje, audiovisuele hub van Europa”.

    Goedkeuring door de Raad van Ministers

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Goedkeuring door de Raad van ministers van het plan „Spanje, audiovisuele hub van Europa”. Het plan combineert overheidsinvesteringen en hervormingen die gericht zijn op i) internationalisering van de sector en verhoging van de aantrekkelijkheid van Spanje als bestemming van buitenlandse investeringen; II) de regelgevings- en administratieve kosten te verminderen; III) het concurrentievermogen van alle ondernemingen te verbeteren door de toepassing van nieuwe technologieën om de onderneming in staat te stellen te concurreren op een gedigitaliseerde markt; en iv) menselijk kapitaal bevorderen door de genderkloof te verkleinen.

    364

    C25.R1

    M

    Inwerkingtreding van de algemene wet inzake audiovisuele communicatie.

    Bepalingen van de wet inzake de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2022

    Inwerkingtreding van de algemene wet inzake audiovisuele communicatie. Deze wet regelt het rechtskader voor het aanbieden van audiovisuele communicatiediensten in Spanje en zet Richtlijn 2018/1808 inzake audiovisuele communicatiediensten daadwerkelijk om in het nationale rechtsstelsel. Het doel ervan is het rechtskader voor audiovisuele communicatiediensten en videoplatforms in Spanje aan te passen en te actualiseren. De wet beoogt ook een gelijk speelveld te waarborgen voor alle verschillende actoren die op de markt aanwezig zijn. Ten slotte bevat de wet een mechanisme om de rechten van gebruikers te waarborgen (zoals de bescherming van minderjarigen en het publiek tegen bepaalde soorten inhoud).

    365

    C25.R1

    M

    Inwerkingtreding van de bioscoopwet.

    Bepalingen van de wet inzake de inwerkingtreding

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Goedkeuring van de filmwet door het parlement en inwerkingtreding. Bij deze wet wordt het rechtskader aangepast aan de nieuwe realiteit en behoeften van de audiovisuele sector, waarbij de nationale regelgeving wordt afgestemd op het Europese rechtskader.

    366

    C25.I1

    T

    Ondersteuning van kmo’s in de audiovisuele sector.

    Aantal

    0

    100

    KWARTAAL 4

    2023

    Ondersteuning van kmo’s in de audiovisuele sector bij hun digitalisering, bevordering van gendergelijkheid, internationalisering en het aantrekken van buitenlandse directe investeringen in het kader van het algemene programma, met een totale begrotingstoewijzing van 200 miljoen EUR (ten minste 100 kmo’s ondersteund).

    476

    C25.I1

    T

    Voltooiing van projecten ter ondersteuning van kmo’s in de audiovisuele sector

    Aantal

    0

    100

    KWARTAAL 4

    2024

    Voltooiing van projecten ter ondersteuning van kmo’s in de audiovisuele sector (projecten ter ondersteuning van ten minste 100 kmo’s).

    Y.3 Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor steun via leningen

    Investering 2 (C25.I2) — PERTE „Nieuwe Taaleconomie”: Informatie in het Spaans en in andere officiële talen.

    Deze investering heeft tot doel het economisch potentieel van Spaanse en medeofficiële talen te bevorderen door de internationalisering, verspreiding en uitbreiding van de mediasector in deze talen te bevorderen. Daartoe ondersteunt deze investering projecten voor de digitalisering en verspreiding van inhoud, alsook de invoering door bedrijven in de mediasector van nieuwe technologische instrumenten voor het beheer en de verwerking van inhoud in het Spaans en de medeofficiële taal.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    Investering 3 (C25.I3) — Fonds van de audiovisuele hub

    Deze maatregel bestaat uit een publieke investering in een faciliteit, het ICO Audiovisual Hub Fund, om particuliere investeringen te stimuleren en de toegang tot financiering te verbeteren in projecten in verband met films, fictie, televisie, inhoud, digitale cultuur, alsook multimedia- en interactieve inhoud zoals videospellen, immersieve ervaringen en visuele effecten, en om kapitaalmarkten op dit gebied te ontwikkelen. De faciliteit functioneert door directe financiering, aankoop van bedrijfsobligaties en investeringen in aandelenkapitaal en quasi-eigen vermogen, rechtstreeks of via tussenpersonen, te verstrekken aan de particuliere sector en aan entiteiten uit de publieke sector die zich bezighouden met soortgelijke activiteiten. Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit beoogt de faciliteit in eerste instantie ten minste 1 712 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

    De faciliteit wordt beheerd door Instituto de Crédito Oficial (ICO) en Axis (de risico-/particuliere kapitaalbeheerder van ICO) als uitvoerende partners. De faciliteit omvat de volgende productlijnen:

    ·Bemiddelingslijn: de bemiddelingslijn bestaat uit leningen van het ICO aan commerciële banken, die op hun beurt leningen verstrekken aan eindbegunstigden voor de financiering van projecten in de audiovisuele en culturele sector. De eindbegunstigden zijn particuliere ondernemingen (zoals kmo’s, ondernemers, midcap-ondernemingen en grote ondernemingen) en overheidsbedrijven.

    ·Directe financiering ICO: op deze lijn worden directe leningen verstrekt aan particuliere ondernemingen (zoals midcapondernemingen en grote ondernemingen) en overheidsbedrijven om projecten in de audiovisuele sector te financieren. De leningen worden rechtstreeks door ICO verstrekt en elk project wordt medegefinancierd door een of meer derde particuliere investeerders. De door het ICO verstrekte middelen vertegenwoordigen maximaal 70 % van het totale steunbedrag voor de investering. Particuliere investeerders dekken ten minste 30 % van het totale bedrag aan investeringssteun. 

    ·Aankopen van bedrijfsobligaties: in het kader van deze lijn koopt ICO niet-achtergestelde vastrentende effecten met een middelgroot en langdurig karakter die zijn uitgegeven door Spaanse ondernemingen op de georganiseerde secundaire markten (zoals alternatieve vastrentende markten (MARF) of Association of Intermediaries for Financial Assets (AIAF)). De effecten zijn gekoppeld aan een specifiek beleggingsproject van de onderneming die het effect uitgeeft. 

    ·Investeringen in eigen vermogen en quasi-eigenvermogen: deze lijn bestaat uit het verstrekken van directe aandeleninvesteringen via Axis (de risico-/particuliere kapitaalbeheerder van ICO) en/of de overdracht van middelen aan aandelenfondsen of andere investeringsvehikels die worden beheerd door particuliere financiële intermediairs die eigenvermogenstransacties verrichten in ondernemingen in de audiovisuele sector. De maximale deelneming van het Fonds mag niet meer bedragen dan 49 % van de beleggingsfondsen. De kapitaalinvesteringen van het Fonds mogen er niet toe leiden dat het aandeel van het overheidskapitaal in een eindbegunstigde meer dan 49 % van het totale eigen vermogen bedraagt.

    Met het oog op de uitvoering van de investering in de faciliteit ondertekenen Spanje en het ICO een uitvoeringsovereenkomst met de volgende inhoud:

    1.Beschrijving van het besluitvormingsproces van de faciliteit: Het definitieve investeringsbesluit van de faciliteit wordt genomen door een investeringscomité of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de regering. Voor investeringen via intermediairs wordt het definitieve investeringsbesluit genomen door intermediairs.

    2.Essentiële vereisten van het bijbehorende beleggingsbeleid, waaronder:

    a.De beschrijving van het (de) financiële product (en) en de in aanmerking komende eindbegunstigden in overeenstemming met de beschrijving van de maatregel.

    b.De eis dat alle gesteunde investeringen economisch levensvatbaar moeten zijn.

    c.Een verbod op herfinanciering van uitstaande leningen.

    d.De eis om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01). Voorts vereist het investeringsbeleid de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de faciliteit.

    e.Het vereiste dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    3.Het bedrag dat onder de uitvoeringsovereenkomst valt, de vergoedingenstructuur voor de uitvoerende partner en de verplichting om terugvloeiende middelen te herinvesteren overeenkomstig het investeringsbeleid van de faciliteit, tenzij deze worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    4.Monitoring-, audit- en controlevereisten, met inbegrip van:

    1.De beschrijving van het monitoringsysteem van de uitvoerende partner om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investeringen.

    2.De beschrijving van de procedures van de uitvoerende partner om fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

    3.De verplichting om de subsidiabiliteit van elke concrete actie overeenkomstig de in de uitvoeringsovereenkomst vastgestelde vereisten te verifiëren alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

    4.De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren overeenkomstig een controleplan van het ICO. Bij deze audits wordt nagegaan i) of de controlesystemen doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; II) naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels en vereisten inzake digitale streefcijfers; en iii) dat de verplichting voor de intermediair om na te gaan of de eindbegunstigde een verantwoordelijke verklaring indient om te controleren of dezelfde kosten door een ander instrument van de Unie worden gedekt, wordt nageleefd. Bij de controles wordt ook de wettigheid van de transacties gecontroleerd en wordt nagegaan of de voorwaarden van de toepasselijke uitvoeringsovereenkomst en financieringsovereenkomsten worden nageleefd, onder meer door gebruik te maken van een positieve lijst van verklaringen en/of eigen verklaringen voor concrete acties van minder dan 10 000 000 EUR, alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

    5.Vereisten voor digitale investeringen door de uitvoerende partner: ten minste 1 712 000 000 EUR van de RRF-investering in de faciliteit draagt bij aan de digitale doelstellingen overeenkomstig bijlage VII bij de RRF-verordening. 209

    6.Vereisten voor de selectie van financiële intermediairs: Het ICO selecteert financiële intermediairs op een open, transparante en niet-discriminerende wijze. Controles op de afwezigheid van belangenconflicten bij financiële intermediairs worden vooraf uitgevoerd via een IT-systeem zoals Minerva voor alle betrokken financiële actoren.

    7.Vereiste om financieringsovereenkomsten te ondertekenen: Het ICO ondertekent financieringsovereenkomsten met de financiële intermediairs overeenkomstig de essentiële vereisten die als bijlage bij de uitvoeringsovereenkomst worden verstrekt. De belangrijkste vereisten van de financieringsovereenkomst omvatten alle vereisten in het kader waarvan de faciliteit opereert, met inbegrip van:

    1.De verplichting van de financiële intermediair om zijn besluiten mutatis mutandis te nemen in overeenstemming met de hierboven vermelde vereisten inzake besluitvorming en beleggingsbeleid, met inbegrip van de naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan”.

    2.De beschrijving van het monitoring-, audit- en controlekader dat de financiële intermediair moet opzetten en dat mutatis mutandis onderworpen is aan alle hierboven vermelde monitoring-, audit- en controlevoorschriften.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    Y.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor monitoring en uitvoering van steun via leningen

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is het begin van de actie, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw met betrekking tot maatregel C25.I2.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelpunt

    Q

    Jaar

    L75

    C25.I2

    M

    Publicatie van de prijzen voor de financiering van de digitalisering en de verspreiding van inhoud van de projecten

    Bekendmaking in het PB of op de officiële website

    KWARTAAL 3

    2025

    Bekendmaking in het Publicatieblad of op de officiële website van de toekenning van ten minste 19 500 000 EUR aan leningen voor projecten voor de digitalisering en verspreiding van inhoud en informatie, alsook voor de invoering door bedrijven in de mediasector van nieuwe technologische instrumenten voor het beheer en de verwerking van inhoud in het Spaans en de medeofficiële taal.

    L76

    C25.I2

    T

    Uitvoering van projecten om inhoud te digitaliseren en te verspreiden

    Miljoen EUR

    17.55

    KWARTAAL 2

    2026

    Afronding van projecten waarvoor een budget van ten minste 17 550 000 EUR is toegekend met betrekking tot de digitalisering, de verspreiding van inhoud en de invoering van nieuwe technologische instrumenten voor het beheer en de verwerking van inhoud in het Spaans en de andere officiële talen.

    L77

    C25.I3

    M

    ICO Audiovisual Hub Fund: Uitwerkingsovereenkomst

    Inwerkingtreding van de uitvoeringsovereenkomst

    KWARTAAL 4

    2023

    Inwerkingtreding van de uitvoeringsovereenkomst.

    L78

    C25.I3

    T

    ICO Audiovisual Hub Fund: Juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (I).

           0

    50 %

    KWARTAAL 2

    2025

    ICO/as en door het ICO geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden voor een bedrag dat nodig is om ten minste 50 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 2,5 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 50 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de uitvoerende partner). Het ICO stelt een verslag op met een gedetailleerde beschrijving van het percentage van deze financiering dat bijdraagt aan digitale doelstellingen, aan de hand van de methode in bijlage VII bij de RRF-verordening.

    L79

    C25.I3

    T

    ICO Audiovisual Hub Fund: Juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (II).

    50 %

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    ICO/as en door het ICO geselecteerde intermediairs hebben juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen). Ten minste 10 % van de financiering stemt overeen met financieringsovereenkomsten met eigenvermogensfondsen en ten minste 50 % stemt overeen met financieringsovereenkomsten die met eindbegunstigden zijn gesloten voor alle andere investeringsproducten (met inbegrip van directe investeringen in eigen vermogen door de uitvoerende partner). Het ICO heeft er ook voor gezorgd dat 100 % van deze financiering bijdraagt aan digitale doelstellingen aan de hand van de methode in bijlage VII bij de RRF-verordening.

    L80

    C25.I3

    M

    ICO Audiovisual Hub Fund: Ministerie heeft de investering voltooid

    Miljoen EUR

    0

    1 712

    KWARTAAL 3

    2026

    Spanje draagt 1 712 000 000 EUR over naar het ICO voor de faciliteit.

    Z. COMPONENT 26: Bevordering van sport

    Volgens het Spaanse herstel- en veerkrachtplan vertegenwoordigt de sportsector 3,1 % van het bbp in Spanje en is hij direct of indirect goed voor 2,1 % van de totale werkgelegenheid in het land.

    De belangrijkste doelstelling van deze component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan is de transformatie van de sportsector te bevorderen door middel van de digitalisering van sportorganisaties en de modernisering van sportfaciliteiten om hun ecologische duurzaamheid en toegankelijkheid te waarborgen. Het ondersteunt ook de bevordering van sport voor gezondheidsdoeleinden, met name door een betere toegang tot lichaamsbeweging in gebieden waar ontvolking dreigt, en door middel van onderzoek op dit gebied. Tot slot omvat de component gerichte investeringen ter bevordering van de deelname van vrouwen aan beroeps- en amateursport.

    De component gaat in op de landspecifieke aanbevelingen inzake het bevorderen van investeringen in innovatie en energie-efficiëntie (landspecifieke aanbeveling 3 2019), het bevorderen van publieke en particuliere investeringen, het stimuleren van de groene transitie (landspecifieke aanbevelingen 1 2023, 1 2022 en 3 2020) en het versterken van de veerkracht van het gezondheidsstelsel (landspecifieke aanbeveling 1 2020).

    Deze component dient ter ondersteuning en aanvulling van acties waarin andere delen van het plan voorzien, zoals die ter bevordering van een gezonde levensstijl in component 18 (Hervorming van het gezondheidsstelsel). Door de optimalisering en modernisering van bestaande sportinfrastructuur vormt het ook een aanvulling op de maatregelen in het kader van afdeling 2 (Renovatie) en ondersteunt het de transformatie van de toeristische sector in Spanje in overeenstemming met component 14 (Toerisme).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    Z.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C26.R1) — Wet inzake sport

    Het doel van deze wetgevingsmaatregel is de gezondheid en veiligheid in de sportbeoefening op alle niveaus te waarborgen, aspecten van gendergelijkheid, toegankelijkheid en sociale cohesie op te nemen in de regulering van sport, sportorganisaties en -infrastructuur te moderniseren door middel van digitalisering en hun ecologische transformatie, en de internationalisering van de sector te bevorderen. In de wetgeving worden de organisatiestructuren van sport aangepast aan de huidige uitdagingen waarmee zij wordt geconfronteerd, rekening houdend met de lessen die uit de pandemie zijn getrokken.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2022 voltooid zijn.

    Hervorming 2 (C26.R2) — Wet op sportbeoefenaars

    Het doel van deze wetgevingsmaatregel is ervoor te zorgen dat de regulering van nieuwe sportberoepen niet leidt tot belemmeringen voor de vestiging en het verrichten van diensten op het Spaanse grondgebied. De maatregel is gericht op uitdagingen die voortvloeien uit de heterogeniteit van de regelgeving op regionaal niveau (met inbegrip van verschillende toegangsvereisten tussen regio’s). De maatregel waarborgt de naleving van het EU-recht, met name het noodzakelijkheids- en het evenredigheidsbeginsel.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.

    Hervorming 3 (C26.R3) — Nationale strategie voor de bevordering van sport

    Het doel van deze strategie is de beoefening van sport te bevorderen om de negatieve gevolgen van een sedentaire levensstijl en gebrek aan lichaamsbeweging voor de gezondheid en het welzijn te voorkomen. De maatregel omvat onder meer: a) acties om goede praktijken en gezonde gewoonten in te voeren; b) een analyse-instrument om het effect van de strategie te meten en te verbeteren.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 december 2023 voltooid zijn.

    Investering 1 (C26.I1) — Digitaal plan voor sport

    Het doel van deze maatregel is de digitalisering van sportfederaties, met inbegrip van hun begrotingsbeheer en de procedures voor het verlenen van sportvergunningen. Het verbetert ook de analyse van gegevens die voortvloeien uit sportbeoefening, onder meer met het oog op de bevordering van een gezonde levensstijl en voor onderzoeksdoeleinden. Ten slotte bevordert het de digitalisering van openbare centra voor sportgeneeskunde en de bestrijding van doping.

    De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 30 september 2025 voltooid.

    Investering 2 (C26.I2) — Plan voor de ecologische transitie van sportfaciliteiten

    Het doel van deze maatregel is de verbetering van bestaande sportfaciliteiten, met inbegrip van sportfaciliteiten die toerisme en hoogwaardige sportcentra kunnen aantrekken. Dit wordt bereikt door hun digitalisering voor een optimaal gebruik en een verbetering van hun energie-efficiëntie die naar verwachting een besparing van ten minste 30 % van de vraag naar primaire energie zal opleveren. De maatregel bevordert ook sport in plattelandsgebieden door de oprichting van een netwerk van monitoren om lichaamsbeweging te stimuleren.

    Deselectiecriteria voor investeringen in het kader van deze component waarborgen de naleving van de 100 % klimaattracking voor ten minste 106 000 000 EUR. De gebruikte indicatoren voor de verbetering van de energieprestaties worden geaccrediteerd door middel van het desbetreffende energieprestatiecertificaat in het kader van Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen 210 .

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

    Investering 3 (C26.I3) — Sociaal plan voor sport

    Het doel van deze maatregel is tweeledig. Enerzijds heeft het tot doel de bestaande sportfaciliteiten te verbeteren door hun digitalisering, energie-efficiëntie en toegankelijkheid te verbeteren, zodat Spanje kan inschrijven op het organiseren van internationale sportwedstrijden. Anderzijds heeft het tot doel de deelname van vrouwen aan beroepssport te bevorderen door middel van acties om hun aanwezigheid, zichtbaarheid en opleiding te vergroten en de professionalisering van vrouwelijke sporten, met name voetbal, mogelijk te maken. 

    De selectiecriteria voor investeringen in het kader van deze component waarborgen de naleving van de 100 % klimaattracking voor ten minste 27 500 000 EUR van de totale investering. De gebruikte indicatoren voor de verbetering van de energieprestaties worden geaccrediteerd door middel van het desbetreffende energieprestatiecertificaat in het kader van Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.

    Z.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    367

    C26.R1

    M

    Inwerkingtreding van de sportwet

    Bepaling in de wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    De wet bevordert de gezondheid en veiligheid in de beoefening van sport op alle niveaus, gendergelijkheid, sociale inclusie en toegankelijkheid, de bevordering van de internationale dimensie van het model en de modernisering van organisaties en infrastructuur door eerbiediging van het milieu en digitalisering.

    368

    C26.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wet tot regeling van bepaalde sportberoepen

    Bepaling in de wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Vaststelling van de wet inzake de regulering van bepaalde beroepen in de sport, teneinde uitdagingen als gevolg van de heterogeniteit van de regelgeving aan te pakken en terdege rekening te houden met de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid.

    369

    C26.R3

    M

    Nationale strategie voor de bevordering van sport tegen sedentaire levensstijl en gebrek aan lichaamsbeweging

    Publicatie op webpagina

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Goedkeuring door de Spaanse regering van de uitvoering van de nationale strategie voor de bevordering van sport tegen sedentaire levensstijl en gebrek aan lichaamsbeweging. De doelstellingen van de strategie zijn: a) invoering van een permanent analyse-instrument om het effect van de strategie te analyseren, te meten en te verbeteren; b) de uitvoering van acties die tot doel hebben na de analyse goede praktijken en gezonde gewoonten vast te stellen. De strategie is bindend voor regionale en lokale overheden.

    370

    C26.I1

    M

    Digitalisering van de sportsector

    Publicatie in PB

     

     

    KWARTAAL 3

    2025

    Begrotingsuitvoering van ten minste 75.6 miljoen EUR, wat moet leiden tot een aanzienlijke verbetering van de digitalisering van de sector, met name: a) digitalisering van sportfederaties (met inbegrip van begrotings- en vergunningsbeheer) met een nieuw IT-systeem; b) IT Datawaresysteem voor gegevensanalyses; C) het internet der dingen (IoT) in HPC-centra; d) systemen om de patronen van concurrenten vast te stellen of de opleiding van elke sporter te optimaliseren; e) publicatie van 10 onderzoeksprojecten op het gebied van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging (HEPA); f) IT-systeemtest in het nationaal centrum voor sportgeneeskunde; g) oprichting van een elektronisch bureau voor antidopingbeheer, met inbegrip van de invoering van een „papierloos” systeem voor AD-controles; en h) onderzoek naar de digitaliseringsbehoeften (zoals toepassingen, sportfederaties, sportgeneeskunde, gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging en dopingbestrijding) voor de digitalisering van de sportsector.

    371

    C26.I1

    T

    Centra voor sportgeneeskunde

    Aantal

     

    20

    KWARTAAL 4

    2023

    Ten minste 20 van de 23 centra voor sportgeneeskunde gebruiken de nieuwe IT-technologie.

    372

    C26.I1

    M

    Voltooiing van IT-projecten in HPC-centra en antidopingadministratie

    Verzameling van gegevens van de prestatiecentra; Begin van de tests van de AD-controleapp

     

     

     

    VRAAG3

    2025

    Voltooiing van de ontwikkeling van IT-systemen (met inbegrip van IoT) in HPC-centra. Oprichting van een elektronisch bureau voor antidopingbeheer, met inbegrip van de invoering van een „papierloos” systeem voor AD-controles.

    373

    C26.I2

    T

    Renovatie en verbetering van technische centra voor sport- en sportfaciliteiten

     

    Aantal

    0

    95

    KWARTAAL 4

    2025

    Ten minste 40 technische centra en 45 sportfaciliteiten moeten zijn gerenoveerd en de energie-efficiëntie en/of optimalisering van het gebruik door middel van digitalisering en/of verbeterde toegankelijkheid hebben verbeterd. Het middel voor de verificatie van de voltooiing van de werkzaamheden is de verklaring van voltooiing van de werkzaamheden. Met interventies op het gebied van energie-efficiëntie wordt de vraag naar primaire energie gemiddeld met ten minste 30 % verminderd. De lijst van faciliteiten wordt openbaar gemaakt.

    374

    C26.I3

    M

    Projecten ter bevordering van gelijkheid in de sport

    Publicatie in PB

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Gunning door de CSD (National Council for Sports) van een oproep tot het indienen van voorstellen in het Publicatieblad, die naar verwachting ten minste 15 begunstigde projecten zal selecteren om gelijkheid in de sport te bevorderen, met name door middel van opleiding, professionalisering van vrouwelijke sport en zichtbaarheid van vrouwelijke sport. De totale begroting van de oproep bedraagt 11 700 000 EUR.

    375

    C26.I3

    T

    Voltooiing van de acties in het kader van het sociaal plan voor sport

     

    Aantal

    0

    40

    KWARTAAL 4

    2023

    Voltooiing van acties in het kader van het sociaal plan voor sport, met inbegrip van de renovatie van ten minste 40 sportfaciliteiten en acties ter bevordering van de aanwezigheid van vrouwen in de beroepssport (opleidingsprogramma’s, marketingcampagnes en studies). Met interventies op het gebied van energie-efficiëntie wordt de vraag naar primaire energie gemiddeld met ten minste 30 % verminderd. De lijst van faciliteiten wordt openbaar gemaakt.

    AA. ONDERDEEL 27: Maatregelen en maatregelen ter voorkoming en bestrijding van belastingfraude

    Dit onderdeel van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan gaat in op de uitdagingen op het gebied van het voorkomen en bestrijden van belastingfraude en belastingontduiking. Het doel van de component is de naleving van de belastingwetgeving te verbeteren en meer belastinginkomsten te innen. De component gaat onder meer in op de landspecifieke aanbevelingen inzake de versterking van de begrotingskaders en de kaders voor overheidsopdrachten op alle overheidsniveaus (landspecifieke aanbeveling 1 2019) en — wanneer de economische omstandigheden dit toelaten — het voeren van een begrotingsbeleid dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn en het waarborgen van de houdbaarheid van de schuld, waarbij investeringen worden aangemoedigd (landspecifieke aanbeveling 1 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    AA.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C27.R1) — Vaststelling van de fraudebestrijdingswet

    Deze hervorming heeft tot doel de regels tegen belastingontwijkingspraktijken die rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt aan te scherpen en de indirecte en directe belastingen, bepaalde lokale belastingen en de regulering van kansspelen te wijzigen. De hervorming brengt wijzigingen in de verordening met als doel parameters voor fiscale rechtvaardigheid vast te stellen en maatregelen ter voorkoming en bestrijding van fraude te vergemakkelijken door de belastingcontrole te versterken.

    De hervorming bestaat uit de aanneming en inwerkingtreding van een wet ter bestrijding van belastingontduiking en -fraude die:

    ·Verruimt de reikwijdte van transacties waarbij elektronische betalingen worden toegestaan (handtekeningen uit de kringen) en een wettelijke drempel voor contante betalingen vast te stellen;

    ·Actualiseert de lijst van belastingparadijzen aan de hand van criteria inzake transparantie, geen belastingheffing en schadelijke belastingregelingen;

    ·De regels voor mensen met belastingachterstallige belastingen te wijzigen;

    ·Een verbod op „software voor dubbel gebruik” ten uitvoer legt;

    ·Introduceert een referentiewaarde voor de belastinggrondslag in de onroerendgoedbelasting.

    De wet wordt uiterlijk op 30 juni 2021 aangenomen. De wet treedt uiterlijk op 30 juni 2022 in werking. De hervorming voorziet in een voorlopige beoordeling van de wet tegen 31 december 2022 en op basis daarvan kunnen er in 2023 wijzigingen plaatsvinden.

    Hervorming 2 (C27.R2) — Modernisering van de belastingdienst

    De belastingdienst is belast met de uitvoering van het belastingstelsel en het douanestelsel van de staat en voert zijn activiteiten uit in het kader van het strategisch plan 2020-2023. Dit strategisch plan, dat in grote mate steunt op het gebruik van IT-oplossingen, wordt elk jaar herzien om ervoor te zorgen dat het wordt aangepast aan nieuwe ontwikkelingen op het gebied van belastingbeleid, informatiebronnen, gedrag van belastingbetalers en technologische ontwikkelingen. Het doel van deze hervorming is het ondersteunen van de uitvoering en jaarlijkse evaluatie van het strategisch plan 2020-2023, dat gericht is op de modernisering van de dienstverlening door agentschappen om belastingfraude en -ontduiking terug te dringen. Hervorming 2 is nauw verweven met andere hervormingen in deze component. De hervorming omvat:

    ·Verhoging van de personele middelen bij de belastingdienst in overeenstemming met zijn behoeften op middellange termijn, en

    ·Het uitvoeren van een herziening van de gebouwen van het Agentschap om de technologie te moderniseren en de energie-efficiëntie te verhogen.

    De hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2023 ten uitvoer gelegd.

    Hervorming 3 (C27.R3) — Verbeterde bijstand aan belastingbetalers

    De doelstellingen van deze hervorming zijn het verbeteren van de bijstand aan de belastingbetalers. Een belangrijk onderdeel van de strategie van het belastingagentschap voor 2020-2023 is het verbeteren van de dienstverlening aan belastingplichtigen door meer gebruik te maken van elektronische platforms (de zogenaamde „ADI’s”, Integral Digital Administration). De hervorming bestaat uit het verlenen van nieuwe diensten om de vennootschaps- en personenbelasting en de btw-belasting te vergemakkelijken. Nieuwe diensten omvatten verbeterde communicatiemethoden, helpdeskdiensten en raadpleging van gebruikersgegevens, belastingaangiften en behandeling van aangiften. Het is de bedoeling dat de verlening van dergelijke diensten in de periode 2021-2023 in drie golven zal worden uitgebreid, met als doel dat steeds meer klanten kiezen voor een beroep op de elektronische diensten in plaats van hun lokale belastingbureaus te bezoeken. Met deze maatregelen wil het Agentschap het voor hun klanten gemakkelijker maken om aan het belastingwetboek te voldoen en zo de belastinginkomsten te verhogen.

    De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2023 voltooid.

    Hervorming 4 (C27.R4) — Internationale dimensie

    Het doel van deze hervorming is het gebruik van IT-systemen in het kader van internationale samenwerking ter bestrijding van belastingfraude en -ontduiking te vergroten en te optimaliseren. Deze hervorming, naar aanleiding van internationale overeenkomsten op het beleidsterrein, bestaat erin maatregelen te nemen om de belastingplichtigen gemakkelijker te maken hun belastingverplichtingen na te komen (met inbegrip van gegevens in de inkomstenbelasting), de strijd tegen zwartwerk en de schaduweconomie op te voeren, en de kwaliteit en het nut van de van de verschillende landen verkregen informatie te evalueren. Deze doelstellingen zullen naar verwachting worden bereikt door meer gebruik te maken van meer geavanceerde IT-systemen en de invoering van onlinediensten aan de belastingbetaler.

    De hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2021 ten uitvoer gelegd.

    Hervorming 5 (C27.R5) — Coöperatief model

    Het doel van deze hervorming is de betrekkingen van de belastingdienst met haar belanghebbenden, zoals grote ondernemingen, kmo’s, zelfstandigen en relevante verenigingen, alsook het rechtsstelsel te verbeteren om tot een betere naleving van de belastingverplichtingen te komen. Wat belastingbetalers betreft, streeft het Agentschap naar betere samenwerking en betere naleving door middel van vrijwillige verslagen over fiscale transparantie. De samenwerking met rechters, openbare aanklagers en rechtbanken zal naar verwachting worden geïntensiveerd door meer belastingonderzoeken.

    De hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2021 ten uitvoer gelegd.

    AA.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    376

    C27.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wet tegen belastingontduiking en -fraude

    Bepaling van de wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Inwerkingtreding van eenLey de medidas de Prevention ción y lucha contra el fraude fiscal (wet ter bestrijding van belastingontduiking en -fraude) die: 
    — Verruimt de reikwijdte van transacties waarbij elektronische betalingen verplicht zijn (zakelijke professionals) en stelt wettelijke drempels voor contante betalingen vast; 
     — Actualiseert de lijst van belastingparadijzen aan de hand van criteria inzake transparantie, geen belastingheffing en schadelijke belastingregelingen. 
    — Ten uitvoer leggen van wijzigingen in de regels voor het op de lijst plaatsen van personen met achterstallige belastingen. 
    — Voert een verbod op „software voor dubbel gebruik” in. 
    — Invoering van een referentiewaarde voor de belastinggrondslag in de onroerendgoedbelasting.

    377

    C27.R1

    M

    Tussentijdse beoordeling van de gevolgen van de wet tegen belastingontduiking en -fraude.

    Publicatie van het verslag op de website van het ministerie van Financiën.

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Het ministerie van Financiën voert een tussentijdse evaluatie uit van de wet tegen belastingontduiking en -fraude. Deze beoordeling met mogelijke aanbevelingen voor verbeteringen zal worden gepubliceerd op de website van het ministerie van Financiën.

    378

    C27.R2

    T

    Modernisering van de belastingdienst — Aantal personeelsleden bij de belastingdienst

     

    Aantal

    25 325

    26 320

    KWARTAAL 4

    2021

    Verhoging van het personeelsbestand van de belastingdienst tot ten minste 26 320 werknemers. Datum van de uitgangswaarde: 31 december 2020.

    379

    C27.R2

    T

    Modernisering van de belastingdienst — Belastingonderzoeken

     

    Aantal

    5 743

    6 591

    KWARTAAL 4

    2021

    De autoriteiten voeren 6 591 fiscale onderzoeken (aantal in 2021 uitgevoerde belastingonderzoeken) uit om niet-aangegeven belastbare activiteiten op te sporen. Datum van de uitgangswaarde: 31 december 2020.

    380

    C27.R3

    T

    Betere bijstand aan belastingplichtigen — Sociedades Web geüpgraded en beschikbaar voor ten minste 1 666 123 belastingplichtigen.

     

    Aantal

    0

    1 666 123

    KWARTAAL 4

    2021

    Sociedades Web, een dienst die gericht is op belastingplichtigen van vennootschapsinkomsten, wordt opgewaardeerd en verstrekt automatisch belastinginformatie die eerder door ondernemingen aan de overheid is meegedeeld en die relevant is voor de belastingaangifte. Na voltooiing van die upgrade wordt de dienst ter beschikking gesteld van 1 666 123 belastingplichtigen met vennootschapsinkomsten. Datum van de uitgangswaarde: 31 december 2020.

    381

    C27.R3

    T

    Betere bijstand aan belastingplichtigen — Renta Web geüpgraded en beschikbaar voor ten minste 1 779 505 belastingplichtigen

     

    Aantal

    0

    1 779 505

    KWARTAAL 4

    2021

    Renta Web is een software voor personenbelasting die de directe invoer van de „librosregistro” in de aangiften van de personenbelasting mogelijk maakt. Het zal beschikbaar zijn voor 1 779 505 belastingplichtigen met een persoonlijk inkomen. Datum van de uitgangswaarde: 31 december 2020.

    382

    C27.R3

    M

    Levering van vier digitale ondersteuningsplatforms

    Publicatie van een verslag van de belastingdienst

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2023

    Het belastingagentschap zet vier digitale belastingondersteuningsplatforms (DSP’s) op en maakt deze operationeel om de diensten aan belastingplichtigen te verbeteren. De DSP’s fungeren als virtuele onlinebalies die belastingplichtigen een bredere ondersteunende dienst bieden, waardoor zij in verschillende talen contact kunnen opnemen met de belastingdienst om online dezelfde ondersteuningsprocedures uit te voeren als die welke in een traditioneel kantoor beschikbaar zijn, zoals algemene informatiediensten, bijstand bij de verschillende procedures en bijstand bij het indienen van belastingaangiften.

    383

    C27.R4

    T

    Internationale dimensie — Geregistreerde buitenlandse belastingbetalers geïdentificeerd

     

    Aantal (%)

    0

    85

    KWARTAAL 4

    2021

    Om de naleving van de belastingwetgeving te verbeteren, met name van belastingplichtigen die als buitenlandse belastingplichtigen in het register zijn opgenomen, voert de belastingdienst een project uit waarbij gebruik wordt gemaakt van nieuwe informatie over belastingplichtigen uit verschillende internationale bronnen zoals FATCA en CRS. Na voltooiing van het project zal de ontvangen internationale informatie naar verwachting geschikt zijn voor risicoanalyse. Het doel van het project is dat belastinggegevens van ten minste 85 % van de geregistreerde buitenlandse belastingplichtigen waarvan de belastingdienst in 2019 informatie heeft ontvangen, zijn geïdentificeerd en dat zijn belastinggegevens zijn gecontroleerd om uiterlijk op 31 december 2021 in de risicoanalyse te kunnen worden gebruikt. Datum van de uitgangswaarde: 31 december 2020.

    384

    C27.R5

    T

    Coöperatief model — Transparantieverslagen

     

    Aantal

    0

    20

    KWARTAAL 4

    2021

    De belastingdienst voert in 2021 een project uit dat multinationale ondernemingen aanmoedigt informatie over hun activiteiten bekend te maken. Deze informatieverschaffing kan gevolgen hebben voor de belastingheffing van deze ondernemingen. Het streefdoel is 20 transparantieverslagen die in 2021 worden ingediend.

    AB. ONDERDEEL 28: Aanpassing van het belastingstelsel aan de realiteit van de eenentwintigste eeuw

    De maatregelen in component 28 van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan omvatten verschillende fiscale maatregelen, zoals de noodmaatregelen waartoe in de acute fase van de economische crisis in 2020 is besloten, de invoering van nieuwe belastingen in het kader van de staatsbegroting 2021 en middellangetermijnprojecten om het belastingstelsel beter af te stemmen op zijn doel. De maatregelen omvatten ook fiscale prikkels om de groene transitie te versnellen. Met de hervorming van het Spaanse belastingstelsel wordt beoogd het billijker, progressiever, duurzamer en rechtvaardiger te maken en tegelijkertijd de opzet van groene belastingen te verdiepen, een genderperspectief op te nemen en het overheidsbeleid van algemeen belang, zoals de bescherming van de gezondheid, te versterken. De hervormingen hebben ook tot doel een positieve bijdrage te leveren aan de economische groei, het scheppen van banen, de economische veerkracht en de interterritoriale cohesie. Aangezien de totale verhouding tussen de belastinginkomsten en het bbp in Spanje lager is dan in vergelijkbare economieën, is er ruimte om de inkomsten te verhogen en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op middellange en lange termijn te bevorderen.

    De component heeft onder meer betrekking op de landspecifieke aanbevelingen inzake de versterking van de begrotingskaders en de kaders voor overheidsopdrachten op alle overheidsniveaus (landspecifieke aanbeveling 1 2019), over — wanneer de economische omstandigheden dat toelaten — het voeren van een begrotingsbeleid dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn en het waarborgen van de houdbaarheid van de schuld, waarbij tegelijkertijd investeringen worden aangemoedigd (landspecifieke aanbeveling 3 2023 en 4 2022), over het opvoeren van de investeringen in de ecologische en digitale transitie (landspecifieke aanbevelingen 1 2023, 1 2022 en 3 2020) en over het vergroten van de beschikbaarheid van sociale en betaalbare energie-efficiënte huisvesting, met name door renovatie (landspecifieke aanbevelingen 3 2023 en 4 2022).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    AB.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C28.R1) — In 2020 en 2021 genomen maatregelen om de gevolgen van de COVID-19-pandemie te verzachten

    Spanje heeft in 2020 en 2021 verschillende belastingmaatregelen genomen om de negatieve gevolgen van de economische crisis als gevolg van de uitbraak van COVID-19 te verzachten. Deze maatregelen omvatten uitstel van belasting- en douaneschulden, opschorting en verlenging van belastingtermijnen, mogelijkheden voor vereenvoudigde personenbelasting, vennootschapsbelasting- en btw-regelingen voor kmo’s, tijdelijke verlaging van het btw-tarief voor bepaalde goederen die nodig zijn om de gezondheidscrisis te bestrijden en de oprichting van het Insolventiefonds voor niet-financiële ondernemingen. Het doel van deze maatregelen was de economische en sociale gevolgen van de pandemie te verzachten. Deze maatregelen treden in werking op 1 februari 2020 en sommige ervan worden in 2021 voortgezet.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk in maart 31 2021 zijn voltooid.

    Hervorming 2 (C28.R2) — Analyse van belastingvoordelen

    Bij een uitgaventoetsing door de onafhankelijke fiscale autoriteit (Autoridad Independiente de Responsabilidad Fiscal, AIReF) met betrekking tot belastingvoordelen met betrekking tot personenbelasting, accijnzen en btw zijn mogelijkheden vastgesteld om bepaalde belastingvoordelen te wijzigen. In 2020 werden de belastingvoordelen van regelingen voor personenbelasting en het verlaagde btw-tarief voor frisdranken en sappen en bepaalde dranken met toegevoegde suikers en/of zoetstoffen gewijzigd. De uitvoering van verdere hervormingen van de regelgeving uiterlijk op 31 maart 2023 vloeit voort uit de aanbevelingen van een werkgroep die is opgericht om de belastingvoordelen voor 15 te beoordelen. Deze werkgroep heeft tot doel aanbevelingen te doen over de wijze waarop belastingvoordelen de komende jaren verder kunnen worden gewijzigd of afgeschaft om het belastingstelsel doeltreffender te maken, de inkomsten te verhogen, de groene transitie te ondersteunen en billijkheid te bevorderen. 

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk in maart 31 2023 zijn voltooid.

    Hervorming 3 (C28.R3) — Oprichting van een comité van deskundigen voor belastinghervorming

    De autoriteiten richten op 12 april 2021 een comité van deskundigen op om de kenmerken van een optimaal belastingstelsel te onderzoeken en aanbevelingen te doen over de wijze waarop de huidige belastingheffing op coherente wijze kan worden gemoderniseerd en aangepast. Het comité van deskundigen besteedt met name aandacht aan de volgende gebieden:

    ·milieubelasting;

    ·vennootschapsbelasting;

    ·belasting van de gedigitaliseerde economie;

    ·vermogensbelasting, met inbegrip van onroerendgoedbelasting en concrete uitvoering van de harmonisatie op dit gebied;

    ·belastingheffing op opkomende economische activiteiten; en het

    ·gendergelijkheid.

    De hervorming gaat ook vergezeld van een analyse van de verdelingseffecten ervan, met bijzondere aandacht voor gezinnen met kinderen. De analyse omvat ten minste de volgende elementen: I) effect op de algemene budgettaire progressiviteit van het belastingstelsel; II) gevolgen voor kwetsbare groepen; III) gevolgen voor gezinnen met kinderen; IV) belasting van grote ondernemingen; en v) de verdeling van de belasting tussen belasting op arbeid en kapitaal.

    Het Comité van deskundigen publiceert zijn verslag in februari 2022. De op de aanbevelingen van het verslag gebaseerde wijzigingen van het belastingstelsel treden uiterlijk op 31 maart 2023 in werking.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk in maart 31 2023 zijn voltooid.

    Hervorming 4 (C28.R4) — Hervorming van belastingmaatregelen die bijdragen tot de ecologische transitie

    Deze hervorming omvat belastingmaatregelen ter ondersteuning van de groene transitie. Deze maatregelen:

    ·de invoering van een belasting op het storten van afval op stortplaatsen en verbrandingsinstallaties;

    ·de invoering van een belasting op wegwerpplastic verpakkingen;

    ·de wijziging van de belasting op gefluoreerde broeikasgassen;

    ·belastingen of betalingen in verband met mobiliteit, zoals wegentol en voertuigregistratiebelasting; alsmede,

    ·de herziening van de subsidies voor minerale oliën die als brandstof worden gebruikt.

    De uitvoering van de maatregelen moet uiterlijk op 30 juni 2022 zijn voltooid.

    Hervorming 5 (C28.R5) — Goedkeuring van de digitaledienstenbelasting

    Bij deze hervorming wordt een heffing ingevoerd op basis van de omzet van ondernemingen met een netto-omzet van meer dan 750 000 000 EUR en de inkomsten uit de levering van bepaalde digitale diensten, zoals onlinereclame en onlinetussenhandelsdiensten in Spanje. De heffing staat los van de vraag of de onderneming al dan niet op het Spaanse grondgebied is gevestigd. De heffing treedt in het eerste kwartaal van 2021 in werking. De hervorming omvat ook een effectbeoordelingsverslag van de maatregel, dat uiterlijk op 31 maart 2022 en 2023 wordt uitgebracht.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk in maart 31 2021 zijn voltooid.

    Hervorming 6 (C28.R6) — Goedkeuring van de belasting op financiële transacties

    Deze maatregel voorziet in een heffing op basis van de aankoopwaarde van aandelen van beursgenoteerde Spaanse ondernemingen met een marktkapitalisatie van meer dan 1 000 000 000 EUR. De uitvoering van de hervorming is in het eerste kwartaal van 2021 van kracht geworden. De hervorming omvat ook een effectbeoordelingsverslag van de maatregel, dat uiterlijk op 31 maart 2022 en 2023 wordt uitgebracht.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk in maart 31 2021 zijn voltooid.

    Hervorming 7 (C28.R7) — Korttermijnbelastingmaatregelen op persoonlijke belastingen

    De hervorming verhoogt de progressiviteit en herverdeling van de personenbelasting door middel van wijzigingen van de Wet op de inkomstenbelasting en de Wet op de inkomstenbelasting. Het zal met name het tarief op de algemene nationale schaal met 2 procentpunten verhogen van 300 000 EUR als algemene berekeningsgrondslag, en besparingen met 3 procentpunten ten opzichte van 200 000 EUR. Bovendien wordt het maximum voor de verlaging van de individuele pensioenbijdragen van 8 000 EUR tot 2 000 EUR verlaagd en wordt het huidige maximum voor bijdragen van de onderneming aan haar werknemer verhoogd van 8 000 EUR tot 10 000 EUR. Wat de vermogensbelasting betreft, verhoogt de hervorming het tarief dat van toepassing is op de laatste schijf van het tarief met 1 procentpunt, van 2,5 % naar 3,5 % (voor activa van meer dan 10 000 000 EUR). De uitvoering van de hervorming moet uiterlijk op 1 januari 2021 zijn voltooid.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk in maart 31 2021 zijn voltooid.

    Hervorming 8 (C28.R8) — Korte goedkeuring van belastingmaatregelen op het gebied van de vennootschapsbelasting

    Bij de hervorming wordt de wet op de vennootschapsbelasting gewijzigd om de bijdrage van deze belasting aan de ondersteuning van overheidsuitgaven te verhogen, en worden tevens vereenvoudigingen van de vrijstellingen en aftrekposten ingevoerd om een minimumtarief van 15 % voor belastingplichtigen te waarborgen. Anderzijds wordt de vrijstelling voor dividenden en meerwaarden die voortvloeien uit hun deelneming in dochterondernemingen, zowel ingezeten als niet-ingezeten, op het Spaanse grondgebied verminderd met 5 %.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk in maart 31 2021 zijn voltooid.

    Hervorming 9 (C28.R9) — Korttermijnbelastingmaatregelen voor indirecte belastingen

    De hervorming breidt de toepassing van het op 21 % vastgestelde normale btw-tarief uit tot frisdranken, sappen en gasvormige dranken met toegevoegde suiker. Een dergelijke maatregel vormt een sociale verbintenis om verantwoorde consumptie van deze categorieën dranken te bevorderen en is in overeenstemming met de doelstelling om de externe kosten van de Spaanse verzorgingsstaat te financieren, die in dit geval het gevolg zijn van ongezonde voedingspatronen. Bovendien wordt het belastingtarief voor verzekeringspremies met twee procentpunten verhoogd, tot 8 %, evenwel in de middellage bandbreedte ten opzichte van de buurlanden.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk in maart 31 2021 zijn voltooid.

    AB.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw. 

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelpunt

    Q

    Jaar

    385

    C28.R1

    M

    Begrotingsmaatregelen die in 2020 en 2021 zijn vastgesteld om de gevolgen van de COVID-19-pandemie te verzachten.

    Bepaling van de wetten en KB die de inwerkingtreding ervan aangeven

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Inwerkingtreding van de belastingmaatregelen die in 2020 en 2021 zijn vastgesteld om de negatieve economische en sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie te verzachten: 
    1. Overgangsregelingen: diverse koninklijke wetsbesluiten die de regering sinds het begin van de COVID-19-pandemie heeft goedgekeurd. 
    2. Wijziging van overheidsvoorschriften: 
    − Koninklijk Wetsbesluit 1/1993 van september 24 tot goedkeuring van de geconsolideerde tekst van de wet op de belasting op patrimoniale overdracht en documentaire wetten. 
    − Wet 37/1992 van december 28 betreffende de belasting over de toegevoegde waarde. 
    − Wet 49/2002 van december 23 inzake de belastingregeling voor entiteiten zonder winstoogmerk en inzake fiscale prikkels voor beschermheerschap. 
    − Wet 58/2003 van december 17, Algemene Belastingdienst. 
    — Wet 35/2006 van november 28 inzake inkomstenbelasting

    386

    C28.R2

    M

    Herziening en wijzigingen van belastingvoordelen

    Bepalingen van de hervormingen met vermelding van de inwerkingtreding ervan en publicatie op de website Financiën van de aanbevelingen van de werkgroep

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2023

    Inwerkingtreding van de regelgevingshervormingen die nodig zijn om uitvoering te geven aan de aanbevelingen van de werkgroep om 15 belastingvoordelen te wijzigen of af te schaffen. De belastingvoordelen zijn geselecteerd in termen van kwantitatief en kwalitatief belang en beoordeeld volgens de AIReF-methode. De hervormingen van de regelgeving zijn erop gericht het belastingstelsel doeltreffender te maken, de inkomsten te verhogen, de groene transitie te ondersteunen en billijkheid te bevorderen.

    387

    C28.R3

    M

    Benoeming van het comité van deskundigen door de minister van Financiën.

    Publicatie op webpagina

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2021

    Benoeming van een comité van deskundigen om de hervorming van het belastingstelsel te sturen. Het comité is verantwoordelijk voor het uitvoeren van een technische analyse van de noodzakelijke hervormingen, rekening houdend met het huidige scenario en de verwachte situatie op middellange en lange termijn, met bijzondere aandacht voor de volgende gebieden: milieubelasting, vennootschapsbelasting, belasting van de digitale economie, vermogensbelasting en concrete harmonisatie op dit gebied, belastingheffing op opkomende economische activiteiten.

    388

    C28.R3

    M

    Inwerkingtreding van de hervormingen die voortvloeien uit de aanbevelingen van het Comité

    Bepalingen van de hervormingen die de inwerkingtreding ervan aangeven

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2023

    Inwerkingtreding van de hervormingen die voortvloeien uit de aanbevelingen van het Comité van deskundigen met betrekking tot de verschillende elementen van het Spaanse belastingstelsel, teneinde de verhouding tussen de inkomsten en het bbp van de Spaanse overheid dichter bij het EU-gemiddelde te brengen, een minimumvennootschapsbelasting te waarborgen, het belastingstelsel efficiënter te maken, te moderniseren en aan te passen aan nieuwe trends, waaronder een genderperspectief, waarbij de nadruk ligt op milieubelastingen, vennootschapsbelasting, belasting van de gedigitaliseerde economie, harmonisatie van de vermogensbelasting en belastingheffing op opkomende economische activiteiten. De hervormingen gaan ook vergezeld van een analyse van de verdelingseffecten ervan, met bijzondere aandacht voor gezinnen met kinderen.

    389

    C28.R4

    M

    Belastingen op kunststoffen en afval voor eenmalig gebruik

    Bepaling van de wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2021

    Inwerkingtreding van de wet tot regeling van de belasting op plastic en het storten en verbranden van afval om de circulaire economie te bevorderen en het gebruik van kunststoffen voor eenmalig gebruik te verminderen.

    390

    C28.R4

    M

    Analyse van de voertuigregistratiebelasting en de verkeersbelasting

    Publicatie op webpagina

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2022

    De hervorming voorziet in een analyse van de motorrijtuigenbelasting, de verkeersbelasting of betalingen zoals wegentol. Op basis van deze analyse zal een herziening van de wet worden overwogen om duurzamer wegvervoer te bevorderen en de broeikasgasemissies te verminderen.

    391

    C28.R4

    M

    Inwerkingtreding van de hervorming van de belasting op gefluoreerde gassen

    Bepaling van de wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Inwerkingtreding van de hervorming van de belasting op gefluoreerde gassen om het gebruik ervan te ontmoedigen en belastingontwijking te verminderen.

    392

    C28.R5

    M

    Digitaledienstenbelasting

    Bepaling van de wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Inwerkingtreding van de wet op bepaalde digitale diensten (Ley 4/2020, de 15 de octubre, del Impuesto sobre Determinados Servicios Digitales) om nieuwe bronnen van inkomsten voor de overheid te genereren op basis van opkomende bedrijfssectoren en tegelijkertijd het belastingstelsel op coherente wijze en waar relevant in de internationale context te ontwikkelen.

    393

    C28.R6

    M

    Belasting op financiële transacties

    Bepaling van de wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Inwerkingtreding van de wet op de belasting op financiële transacties (Ley 5/2020, de 15 de octubre, del Impuesto sobre las Transacciones Financieras) om nieuwe inkomstenbronnen voor de overheid te genereren en tegelijkertijd het belastingstelsel op coherente wijze en waar relevant in de internationale context te ontwikkelen.

    394

    C28.R7

    M

    Wijzigingen van de inkomstenbelasting en de winstbelasting in 2021

    Bepaling van de begrotingswet die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Inwerkingtreding van de wijzigingen die zijn ingevoerd bij de begrotingswet voor 2021 en de ontwikkelingsverordeningen met betrekking tot personenbelasting en inkomstenbelasting om het overheidstekort te verminderen en de personenbelasting progressiever te maken.

    395

    C28.R8

    M

    Wijzigingen van de vennootschapsbelasting in 2021

    Bepaling van de begrotingswet die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Inwerkingtreding van de wijzigingen die zijn ingevoerd bij de begrotingswet voor 2021 en de ontwikkelingsverordeningen met betrekking tot de vennootschapsbelasting om de inkomsten uit de vennootschapsbelasting te verhogen.

    396

    C28.R9

    M

    Wijzigingen van indirecte belastingen in 2021

    Bepaling van de begrotingswet die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Inwerkingtreding van de wijzigingen die zijn ingevoerd bij de begrotingswet voor 2021 en de ontwikkelingsverordeningen met betrekking tot indirecte belastingen om gezondere voedingspatronen te bevorderen door het verbruik van bepaalde suikerdranken te verminderen en de inkomsten van de centrale overheid te verhogen door de belasting op verzekeringspremies te verhogen.

    AB.3.    Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor steun via leningen

    Investering 1 (C28.I1) — Fiscale stimulansen voor energie-efficiëntie-renovaties en de aankoop van elektrische voertuigen en oplaadpunten

    Het doel van deze maatregel is te voorzien in fiscale prikkels i) ter bevordering van de renovatie van gebouwen met het oog op een verbetering van de energie-efficiëntie; en ii) het stimuleren van de uitrol van elektrische voertuigen en oplaadstations. De maatregel bouwt voort op investeringen C1.I2 en C2.I1.

    De maatregel leidt tot renovatieacties om de energie-efficiëntie te verbeteren en het primaire energieverbruik van de belastingbetaler met gemiddeld ten minste 30 % te verminderen.

    Daarnaast voorziet deze maatregel in fiscale stimulansen voor huishoudens voor de aankoop van elektrische en hybride voertuigen en de installatie van oplaadpunten. De fiscale prikkels bestaan uit belastingaftrek om huishoudens te ondersteunen bij de aankoop van nieuwe hybride en elektrische voertuigen (BEV, REEV, PHEV, FCEV, FCHV) en oplaadstations.

    Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), mogen de selectiecriteria voor fiscale stimulansen alleen de aankoop van emissievrije of emissiearme voertuigen financieren 211 .

    De uitvoering van de maatregelen moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    AB.4.    Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor monitoring en uitvoering van steun via leningen

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw. 

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Uitgangssituatie

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    L81

    C28.I1

    T

    Voltooiing van renovatiemaatregelen voor woningen, verbetering van de energie-efficiëntie.

    Aantal

    410 000

    510 000

    KWARTAAL 3

    2026

    Ten minste 510 000 renovatieacties voor woningen in ten minste 355 000 afzonderlijke woningen voltooid, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 % (cumulatief). Voor de toepassing van de indicator moet het begrip huisvesting verenigbaar zijn met de definitie van Eurostat („Een woning is een kamer of reeks kamers — met inbegrip van accessoires, lobby’s en gangen — in een permanent gebouw of een structureel gescheiden deel van een gebouw dat, door de wijze waarop zij is gebouwd, geherbouwd of omgebouwd, bestemd is voor huisvesting door één particulier huishouden het hele jaar door”) en kan, in voorkomend geval, sociale of openbare huisvesting omvatten. De gebruikte indicatoren voor de verbetering van de energieprestaties worden geaccrediteerd door middel van het desbetreffende energieprestatiecertificaat in het kader van Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen. Het aantal renovaties van woningen wordt bepaald als de som van alle verbeterings- en rehabilitatiemaatregelen die via de fiscale stimuleringsmaatregelen worden uitgevoerd. Het gemiddelde besparingspercentage van het primaire energieverbruik om te voldoen aan de minimumwaarde van 30 % wordt verkregen door de reeks rehabilitatiemaatregelen te wegen op het bedrag aan steun of financiering dat in het kader van het herstel- en veerkrachtplan wordt toegepast. Deze indicator omvat verbeterings- en rehabilitatiemaatregelen in alle gemeenten, ongeacht hun omvang. Om de naleving van de verkregen energiebesparingen te rechtvaardigen, zijn de energieprestatiecertificaten van voltooide werken vereist en geaggregeerd om de gemiddelde behaalde energiebesparingen te bevestigen. (Uitgangssituatie: 30 juni 2 026 overeenkomstig streefdoel 29 van component 2)

    L82

    C28.I1

    T

    EVS en uitgerolde oplaadinfrastructuur

    Aantal

    238 000

    348 000

    KWARTAAL 3

    2026

    Ten minste 110 000 extra nieuwe elektrische voertuigen (BEV, REEV, PHEV, FCEV of FCHV) en laadstations die onder het toepassingsgebied van fiscale stimuleringsmaatregelen vallen, zijn uitgerold.

    (Uitgangssituatie: 31 december 2 025 overeenkomstig streefdoel 419 van component 1)

    AC. ONDERDEEL 29: Verbetering van de doeltreffendheid van de overheidsuitgaven

    De hervormingen in component 29 van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan zijn erop gericht i) de doeltreffendheid van de overheidsuitgaven te verbeteren door het kader en de praktijken voor uitgaventoetsingen te versterken en ii) de begroting van de centrale overheid af te stemmen op de duurzameontwikkelingsdoelstellingen en de beginselen van groene budgettering.

    Het doel van de component van het plan is de kwaliteit van de overheidsuitgaven te verbeteren, met name door de samenstelling ervan te herzien en het gebruik ervan te heroriënteren, de economische groei en het scheppen van banen te ondersteunen en uiteindelijk de overheidsfinanciën en de overheidsschuld op middellange termijn duurzamer te maken. De hervormingen pakken ook de uitdagingen aan die de nieuwe economische en sociale realiteit met zich meebrengt.

    De component heeft betrekking op de landspecifieke aanbeveling over — wanneer de economische omstandigheden dit toelaten — het voeren van een begrotingsbeleid dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn en het waarborgen van de houdbaarheid van de schuld, waarbij investeringen worden aangemoedigd (landspecifieke aanbeveling 1 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    AC.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C29.R1) — Toetsing en evaluatie van de overheidsuitgaven

    Het doel van deze hervorming is een permanent kader op te zetten dat de kwaliteit van de overheidsuitgaven verbetert en de begrotingsstabiliteit en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën versterkt. Deze hervorming omvat vier subelementen:

    ·Opname in het besluitvormingsproces van de aanbevelingen van de uitgaventoetsing 2018-2020 (fase I en fase II): Om tot een doeltreffende follow-up van de aanbevelingen van fase I en II te komen, krijgen de begrotingseenheden waaraan aanbevelingen zijn gedaan, een termijn om op deze aanbevelingen te antwoorden overeenkomstig het beginsel van „pas toe of leg uit”. Het ministerie van Financiën zal naar verwachting worden belast met het toezicht op de follow-up en het opstellen van een jaarverslag over de reactie op de aanbevelingen.

    ·Start van fase III van de uitgaventoetsing 2021: De derde fase van de uitgaventoetsing zal zich toespitsen op financiële instrumenten en gemeentelijk afvalbeheer;

    ·Nieuw proces voor toetsing en evaluatie van overheidsuitgaven (voor 2022-2026): Toekomstige uitgaventoetsingen in deze cyclus zouden worden uitgevoerd door de onafhankelijke begrotingsautoriteit (Autoridad Independiente de Responsabilidad Fiscal, AIReF). De focus, de reikwijdte en het tijdschema van deze toekomstige evaluaties worden vastgesteld door de Raad van Ministers na overleg met de AIReF. Het doel is om in 2022-2026 jaarlijks een verslag te publiceren;

    ·Versterking van de capaciteit van de beoordelaar (AIReF): Het statuut van de AIReF wordt gewijzigd om een nieuwe eenheid op te richten die verantwoordelijk is voor de toetsing van de overheidsuitgaven.

    Hervorming 1 kan worden beschouwd als een ondersteuning van de samenhang en andere hervormingen in het Spaanse herstel- en veerkrachtplan, met name in de componenten 6, 17, 18, 21, 23 en 28, waarin de aanbevelingen op basis van fase I en II van de uitgaventoetsing zijn meegenomen in die hervormingsprioriteiten.

    Deze hervorming zal naar verwachting uiterlijk op 30 juni 2023 zijn voltooid.

    Hervorming 2 (C29.R2) — Afstemming van de begroting van de centrale overheid op de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de Agenda 2030

    Het doel van deze hervorming is de staatsbegroting af te stemmen op de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s), die aan het hele plan ten grondslag liggen. De hervorming bestaat uit de publicatie van een verslag in het kader van het begrotingsproces van de staat dat, overeenkomstig een vooraf vastgestelde methode, de afstemming van overheidsinvesteringen op de SDG’s weerspiegelt. Deze hervorming bouwt voort op de methodologie en het monitoringkader dat momenteel wordt ontworpen met steun van het EU-instrument voor technische ondersteuning.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 september 2021 voltooid zijn.

    Hervorming 3 (C29.R3) — Afstemming van de begroting van de centrale overheid met groene budgettering

    Het doel van deze hervorming is de staatsbegroting op middellange termijn af te stemmen op het EU-referentiekader voor groene budgettering. Het versterkt hervorming 2 en meer in het algemeen de groene aspiraties van het plan. De hervorming bestaat uit de publicatie van twee verslagen, in het kader van het begrotingsproces van de centrale overheid, waarin respectievelijk de groene en de bruine uitgaven over de jaarlijkse begrotingswetten voor 2023 en 2024 in kaart worden gebracht. Deze hervorming bouwt voort op de methodologie en het monitoringkader dat momenteel wordt ontworpen met steun van het EU-instrument voor technische ondersteuning.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 september 2023 voltooid zijn.

    AC.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw. 

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    397

    C29.R1

    M

    Oprichting van een permanent team bij het ministerie van Financiën voor het actief toezicht op de uitvoering van de resultaten van de uitgaventoetsingen en goedkeuring van het besluit tot aanpassing van de jaarlijkse begrotingswet

    Bepalingen van de wetgeving die de inwerkingtreding ervan aangeven. Volgorde van aanpassing van de jaarlijkse begrotingswet

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2021

    Inwerkingtreding i) van de oprichting binnen het ministerie van Financiën (in het staatssecretariaat voor Begroting en Uitgaven) van een permanent team dat actief toezicht houdt op de uitvoering van de resultaten van de uitgaventoetsingen, waarbij het „pas toe of leg uit” -beginsel wordt bevorderd; en ii) van de toezegging van het ministerie van Financiën om een jaarverslag te publiceren met antwoorden op alle aanbevelingen van AIReF inzake uitgaventoetsing. De volgorde van samenwerking van de jaarlijkse begrotingswet omvat de toezegging van de centrale overheid en de sociale zekerheid om via de begrotingscyclus toezicht te houden op en gevolg te geven aan de aanbevelingen van de uitgaventoetsingen, met inbegrip van maatregelen die in het volgende jaar zijn of zullen worden uitgevoerd.

    398

    C29.R1

    M

    Fase III van de uitgaventoetsing

    Goedkeuring door de Raad van Ministers

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2021

    De Raad van Ministers besluit over de start van fase III van de uitgaventoetsing in 2021. De derde fase van de uitgaventoetsing heeft betrekking op ten minste twee gebieden: financiële instrumenten en beheer van stedelijk afval. De uitgaventoetsing wordt uitgevoerd door AIReF.

    399

    C29.R1

    M

    Oprichting van een permanente eenheid binnen de AIReF die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de uitgaventoetsingen waartoe de regering opdracht heeft gegeven.

    Bepalingen van het KB met vermelding van de inwerkingtreding ervan

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2021

    Inwerkingtreding van de wijziging van Koninklijk Besluit 215/2014 van het organieke statuut van de AIReF, met de oprichting van een permanente eenheid die belast is met de uitvoering van de uitgaventoetsingen in opdracht van de regering.

    400

    C29.R1

    M

    Goedkeuring door de Raad van Ministers van de nieuwe cyclus (2022-26) van uitgaventoetsingen in opdracht van AIReF.

    Bepaling van het akkoord van de Raad van Ministers waarin de inwerkingtreding ervan wordt aangegeven

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    De nieuwe meerjarige evaluatiecyclus van de overheidsuitgaven bestrijkt de periode 2022-2026. Om de toepassing naar behoren te plannen en de nodige informatie te verzamelen voor elke fase van de uitgaventoetsing, stelt de Raad van Ministers, na overleg met de AIReF, ten minste de beleidsterreinen, de betrokken overheidsinstanties en de termijnen die door de analyse moeten worden bestreken, alsmede de relevante methodologische aspecten vast en maakt deze bekend.

    401

    C29.R1

    M

    Publicatie van een monitoringverslag

    Publicatie op de webpagina van het ministerie van Financiën

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2022

    Jaarlijkse publicatie van een monitoringverslag. Het verslag bevat een lijst van de aanbevelingen van de AIReF en een gedetailleerde beschrijving van de wijzigingen in de regelgeving of andere maatregelen die zijn genomen om deze aan te pakken. Indien de uitgavencentra waaraan de aanbevelingen worden gericht, het er niet mee eens zijn, wordt een passende motivering opgenomen.

    402

    C29.R1

    M

    Fase III van de uitgaventoetsing

    Publicatie van de verslagen op de website van AIReF

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2023

    Publicatie van de verslagen van de derde fase van de uitgaventoetsing door AIReF.

    403

    C29.R2

    M

    Verslag over de afstemming van de begroting op de SDG’s

    Publicatie als aanvullende documentatie in de jaarlijkse begrotingswet

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2021

    Publicatie van het verslag bij de ontwerpbegrotingswet 2022 over de afstemming ervan op de duurzameontwikkelingsdoelstellingen.

    404

    C29.R3

    M

    Verslag over de afstemming van de groene budgetten

    Publicatie als aanvullende documentatie in de jaarlijkse begrotingswet

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2022

    Verslag over groene begroting (groene dimensie) bij de jaarlijkse begrotingswet voor 2023. Het verslag brengt groene uitgaven in de jaarlijkse begrotingswet in kaart en wordt opgesteld in overeenstemming met de methodologie en het monitoringkader dat is ontworpen met de steun van het EU-instrument voor technische ondersteuning.

    405

    C29.R3

    M

    Verslag over de afstemming van de groene budgetten

    Publicatie als aanvullende documentatie in de jaarlijkse begrotingswet

     

     

     

    KWARTAAL 3

    2023

    Verslag over groene begroting (bruine dimensie) bij de jaarlijkse begrotingswet voor 2024. In het verslag worden de bruine uitgaven in de jaarlijkse begrotingswet in kaart gebracht en wordt het opgesteld in overeenstemming met de methodologie en het monitoringkader dat is ontworpen met steun van het EU-instrument voor technische ondersteuning.

    AD. ONDERDEEL 30: Pensioenen

    Het doel van de component van het Spaanse herstel- en veerkrachtplan is het pensioenstelsel te hervormen om i) de financiële houdbaarheid van het stelsel op korte, middellange en lange termijn te waarborgen, ii) de koopkracht van de pensioenen te handhaven, iii) de toereikendheid van de pensioenen te behouden, iv) gepensioneerden te beschermen tegen armoede en v) te zorgen voor gelijkheid tussen de generaties. De hervormingsmaatregelen bouwen voort op de brede parlementaire consensus over de aanneming van de aanbevelingen van het Pact van Toledo 212 . De maatregelen, die nog steeds onder de sociale dialoog vallen, zijn onder meer: I) de scheiding van financieringsbronnen, ii) een herzien indexeringsmechanisme voor pensioenuitkeringen, iii) stimulansen voor late pensionering en wijzigingen in de regelgeving met betrekking tot vervroegde uittreding, iv) wijzigingen in de bijdrageperiode voor de berekening van het ouderdomspensioen, v) een nieuw stelsel van bijdragen voor zelfstandigen op basis van het reële inkomen en vi) de ontwikkeling van bedrijfspensioenregelingen door middel van collectieve onderhandelingen.

    De component gaat in op de landspecifieke aanbevelingen inzake het behoud van de houdbaarheid van het pensioenstelsel (landspecifieke aanbeveling 1 2019) en het voeren van een begrotingsbeleid, wanneer de economische omstandigheden dit toelaten, dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn en het waarborgen van de houdbaarheid van de schuld, waarbij investeringen worden aangemoedigd (landspecifieke aanbeveling 1 2020).

    Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    AD.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C30.R1) — Afsplitsing van de financieringsbronnen van de sociale zekerheid

    Het doel van de hervorming is de financiering van het pensioenstelsel in overeenstemming te brengen met de aanbevelingen van het Pact van Toledo, zodat op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen worden gefinancierd uit sociale bijdragen en niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen uit de staatsbegroting worden betaald. De hervorming bestaat erin dat de staat de financiering overneemt van een aantal uitgavenposten die momenteel door sociale bijdragen worden gedekt. De hervorming versterkt het verband tussen bijdragen en rechten en verbetert de financiële houdbaarheid van het op bijdragen berustende stelsel.

    De uitgavenposten die voorheen via sociale bijdragen maar in het kader van deze hervorming werden gefinancierd, worden als niet op premie- of bijdragebetaling berustend en gefinancierd uit de staatsbegroting, bestaan uit i) een deel van het niet op premie- of bijdragebetaling berustend werkgelegenheidsbeleid, ii) verlagingen van de socialezekerheidsbijdrage ter bevordering van de werkgelegenheid, iii) uitkeringen bij geboorte en kinderopvang, iv) uitgaven in verband met vervroegde uittreding, v) de aanvulling op het moederschapspensioen, v) pensioenen voor gezinsleden, vi) steunmaatregelen („impliciete subsidies”) voor bijzondere regelingen en vii) de kosten voor het aanvullen van de hiaten in de bijdragen voor de berekening van het ouderdomspensioen.

    De hervorming is begonnen met bepalingen in de algemene staatsbegroting voor 2021 en zal geleidelijk ten uitvoer worden gelegd door middel van overdrachten van de staatsbegroting naar de begroting voor de sociale zekerheid.

    De maatregel wordt uiterlijk op 31 december 2023 uitgevoerd.

    Hervorming 2 (C30.R2) — Handhaving van de koopkracht van de pensioenen, aanpassing van de effectieve pensioenleeftijd aan de wettelijke pensioenleeftijd, aanpassing van de berekeningsperiode voor de berekening van het ouderdomspensioen aan nieuwe loopbanen en vervanging van de houdbaarheidsfactor door een intergenerationeel eigenvermogensmechanisme

    De hervorming heeft tot doel i) de koopkracht van gepensioneerden te garanderen, ii) de arbeidsparticipatie op een leeftijd die dicht bij de wettelijke pensioenleeftijd ligt, iii) uitstellen van de pensionering, iv) de progressiviteit van het bijdragenstelsel te versterken, v) de huidige verordening aan te passen aan discontinue loopbanen en andere vormen van atypisch werk, en vi) de gevolgen van de komende demografische veranderingen aan te pakken zonder de toereikendheid van de huidige en toekomstige pensioenen te verslechteren. De hervorming bestaat uit vier afzonderlijke regelgevingshervormingen in overeenstemming met de aanbevelingen van het Pact van Toledo, die in twee stappen moeten worden goedgekeurd.

    De hervormingen die uiterlijk op 31 december 2 021 in werking moeten treden, zijn:

    ·Een nieuw indexeringsmechanisme dat pensioenuitkeringen koppelt aan de inflatie, met als doel de koopkracht van gepensioneerden permanent te waarborgen.

    ·Afstemming van de effectieve pensioenleeftijd op de wettelijke pensioenleeftijd, met de doelstellingen om de arbeidsparticipatie op een leeftijd die dicht bij de wettelijke pensioenleeftijd ligt, te verhogen en de pensionering uit te stellen. De maatregel bestaat uit de volgende wijzigingen in de regelgeving:

    a.Nieuwe prikkels creëren om de pensionering uit te stellen (meer economische prikkels om de pensionering uit te stellen en bevordering van de verenigbaarheid van werk en pensioen). Werknemers die hun pensionering uitstellen, hebben met name het recht om te kiezen uit: een verhoging van het pensioenbedrag voor elk volledig extra bijdragejaar dat wordt verrekend tussen de wettelijke pensioenleeftijd en de daadwerkelijke pensionering; een forfaitaire betaling; en een combinatie van de eerste twee.

    b.Versterking van de negatieve prikkels bij de regulering van elementen inzake vervroegde uittreding van de huidige regelgeving inzake vervroegde uittreding. Het verlagingspercentage voor vervroegde uittreding wordt gewijzigd om de effectieve pensioenleeftijd te verhogen en de voorkeursbehandeling van gepensioneerden met de maximale bijdragegrondslag af te schaffen. Bepalingen inzake collectieve onderhandelingen die de toegang tot het pensioen op de normale pensioengerechtigde leeftijd dwingen, zijn verboden.

    De hervormingen die uiterlijk op 31 december 2 022 in werking moeten treden, zijn:

    ·De aanpassing van de op premie- of bijdragebetaling berustende periode voor de berekening van het ouderdomspensioen, met als doel de progressiviteit van het stelsel te versterken en de huidige verordening aan te passen aan discontinue loopbanen en andere vormen van atypisch werk.

    ·Vervanging van de duurzaamheidsfactor door een mechanisme dat de intergenerationele billijkheid en de houdbaarheid van de begroting waarborgt. Het doel van de maatregel is de gevolgen van de komende demografische veranderingen aan te pakken zonder de toereikendheid van de huidige en toekomstige pensioenen te verslechteren.

    De maatregel wordt uiterlijk op 31 december 2022 uitgevoerd.

    Hervorming 3 (C30.R3) — Hervorming van het stelsel van socialezekerheidsbijdragen voor zelfstandigen

    Het doel van de hervorming is de behandeling van werknemers en zelfstandigen gelijk te trekken, de bijdragen aan het pensioenstelsel te verhogen en ervoor te zorgen dat zelfstandigen een toereikend pensioeninkomen ontvangen. De hervorming wijzigt de bijdrageregeling voor zelfstandigen. Bij de hervorming worden de bijdragen van zelfstandigen gebaseerd op het reële inkomen, in plaats van op een door henzelf gekozen bijdragebasis, in overeenstemming met de aanbevelingen van het Pact van Toledo. De uiteindelijke bijdrage wordt berekend op basis van het door de belastingdienst verstrekte beroepsinkomen als zelfstandige. De hervorming wordt geleidelijk doorgevoerd door middel van verhogingen van de minimumbijdragegrondslag om aanpassing aan de nieuwe regeling mogelijk te maken.

    De maatregel wordt uiterlijk op 30 juni 2022 uitgevoerd.

    Hervorming 4 (C30.R4) — Stroomlijning van moederschapstoeslagen

    Het doel van de hervorming is ouders, voornamelijk moeders, te compenseren voor de kosten van een geboorte en kinderopvang, teneinde de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen te verkleinen. De hervorming voorziet in een herziening van de moederschapstoeslag en is reeds aangenomen (Koninklijk Wetsbesluit 3/2021 van 2 februari). De vorige moederschapstoeslag die sinds 2016 van kracht was, werd door het Hof van Justitie van de Europese Unie in zijn arrest van 12 december 2019 als discriminerend voor mannen beschouwd. De hervormde aanvulling op het zwangerschapsverlof zal naar verwachting in overeenstemming zijn met de uitspraak van de rechtbank en discriminatie voorkomen. De nieuwe toeslag is gebaseerd op een analyse van de premieroutes om vast te stellen welke van de twee ouders het meest benadeeld was in hun op premie- of bijdragebetaling berustende loopbaan als gevolg van de geboorte van een kind, op voorwaarde dat bij afwezigheid van een bijzonder benadeelde ouder de toeslag aan de moeder wordt toegekend.

    De maatregel wordt uiterlijk op 31 maart 2021 uitgevoerd.

    Hervorming 5 (C30.R5) — Herziening van het huidige aanvullende pensioenstelsel

    Bij de hervorming wordt het regelgevingskader voor het aanvullende pensioenstelsel herzien, met als doel de dekking van bedrijfspensioenregelingen die via collectieve onderhandelingen zijn overeengekomen, bij voorkeur op sectoraal niveau, te vergroten. Het nieuwe rechtskader voor bedrijfspensioenregelingen is bedoeld voor werknemers zonder bedrijfspensioenregelingen in hun ondernemingen en zelfstandigen die momenteel geen toegang hebben tot deze tweedepijlerregelingen.

    De specifieke maatregelen van de hervorming omvatten:

    I.Oprichting van door de overheid gesteunde fondsen voor bedrijfspensioenvoorziening, beheerd door de particuliere sector.

    II.Stimulansen en wijzigingen in de regelgeving om de dekking van bedrijfspensioenregelingen die via collectieve onderhandelingen zijn overeengekomen, te vergroten.

    III.Vereenvoudiging van de procedures van de pensioenregelingen.

    IV.Wijzigingen in de regelgeving om de mobiliteit van werknemers tussen verschillende bedrijven en sectoren te bevorderen.

    V.Fiscale prikkels ter bevordering van de deelname aan collectieve bedrijfspensioenregelingen

    VI.Beperking van de beheerskosten voor collectieve beroepsregelingen tot minder dan 0,30 % van de beheerde activa.

    De uitvoering van de hervorming is begonnen met bepalingen in de algemene staatsbegroting voor 2021 waarbij fiscale prikkels die voorheen met individuele pensioenregelingen verband hielden, werden verschoven ten gunste van collectieve regelingen (maatregel v. hierboven) en door de publieke bevordering van fondsen voor bedrijfspensioenvoorziening (maatregel i. hierboven).

    De maatregel wordt uiterlijk op 30 juni 2022 uitgevoerd.

    Hervorming 6 (C30.R6) — Aanpassing van de grondslag van de maximale bijdrage

    De hervorming verhoogt de maximale bijdragegrondslag van het pensioenstelsel en past de maximale pensioenen aan om de bijdragegrondslag te verruimen, de progressiviteit van het pensioenstelsel te verhogen en de totale inkomsten te verhogen. De maatregelen zijn in overeenstemming met de aanbevelingen van het Pact van Toledo. De aanpassing van het systeem verloopt geleidelijk om de contribuanten in staat te stellen zich aan de veranderingen aan te passen. De maximale pensioenen en de maximale bijdragegrondslagen worden dienovereenkomstig verhoogd om het op premie- of bijdragebetaling berustende karakter van het stelsel te behouden. De hervorming wordt de komende dertig jaar geleidelijk doorgevoerd.

    De maatregel treedt uiterlijk op 31 december 2022 in werking.

    AD.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2020, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw. 

    Aantal

    Meten

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelstelling

    Q

    Jaar

    406

    C30.R1

    M

    Scheiding van de financiering van de sociale zekerheid

    Bepaling van de wet die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    Inwerkingtreding van Wet 11/2020 van 30 december betreffende de algemene staatsbegroting 2021 inzake de scheiding van financieringsbronnen voor de sociale zekerheid. De staat draagt jaarlijks een bedrag over aan het socialezekerheidsstelsel dat gelijk is aan de niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitgaven. Dit maakt het mogelijk het tekort op het gebied van de sociale zekerheid te verminderen en over te dragen aan de centrale overheid, die over de nodige instrumenten beschikt om het tekort aan te pakken. Het neemt ook de twijfels weg over de solvabiliteit van het systeem en verbetert de voorwaarden om de uitdagingen op middellange en lange termijn aan te pakken. De staatsbegrotingswet 2021 voorziet in een eerste en belangrijke stap in deze richting.

    407

    C30.R2

    M

    Handhaving van de koopkracht van de pensioenen en aanpassing van de effectieve pensioenleeftijd en de wettelijke pensioenleeftijd

    Bepaling van de wetgeving die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2021

    Inwerkingtreding van de in het Publicatieblad bekendgemaakte wetgeving die gericht is op: 
    handhaving van de koopkracht van pensioenen: er zal een nieuw herwaarderingsmechanisme worden ontwikkeld dat pensioenen koppelt aan de inflatie om ervoor te zorgen dat de koopkracht van gepensioneerden permanent wordt gewaarborgd. 
    afstemming van de effectieve pensioenleeftijd en de wettelijke pensioenleeftijd: stimulansen bieden om de pensionering uit te stellen, met inbegrip van meer economische prikkels en de bevordering van het combineren van werk en pensioen, teneinde de arbeidsparticipatie op een leeftijd die dicht bij de wettelijke pensioenleeftijd ligt, te verhogen en de pensionering uit te stellen.

    408

    C30.R2

    M

    Aanpassing van de berekeningsperiode voor de berekening van het ouderdomspensioen

    Bepaling van de wetgeving die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Inwerkingtreding van wetgeving voor de aanpassing van het berekeningsperiode, waarbij de berekeningsperiode voor de berekening van het ouderdomspensioen wordt verlengd.

    409

    C30.R2

    M

    Vervanging van de duurzaamheidsfactor door een intergenerationeel eigenvermogensmechanisme

    Bepaling van de wetgeving die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Inwerkingtreding van wetgeving ter vervanging van de huidige houdbaarheidsfactor die pensioenen koppelt aan de levensverwachting door een mechanisme dat intergenerationele rechtvaardigheid en budgettaire houdbaarheid garandeert door aanpassing aan demografische veranderingen.

    410

    C30.R2

    M

    Geactualiseerde prognoses waaruit blijkt hoe de in 2021 en 2022 doorgevoerde pensioenhervormingen de houdbaarheid van de begroting op lange termijn waarborgen

    Publicatie van een verslag op de website over sociale zekerheid

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Publicatie van geactualiseerde prognoses waaruit blijkt hoe de in 2021 en 2022 doorgevoerde pensioenhervormingen de houdbaarheid van de begroting op lange termijn waarborgen, waarbij ook rekening wordt gehouden met het effect van andere structurele hervormingen, zoals arbeidsmarkthervormingen.

    411

    C30.R3

    M

    Hervorming van het stelsel van socialezekerheidsbijdragen voor zelfstandigen

    Bepaling van de wetgeving die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Inwerkingtreding van de wetgeving inzake de hervorming van het stelsel van socialezekerheidsbijdragen voor zelfstandigen, waarbij het bijdragestelsel geleidelijk wordt verschoven naar het reële inkomen.

    412

    C30.R4

    M

    Stroomlijning van de moederschapstoeslagen

    Bepaling van de RDL met vermelding van de inwerkingtreding ervan

     

     

     

    KWARTAAL 1

    2021

    Inwerkingtreding van Koninklijk Wetsbesluit 3/2021 van 3 februari 2021 betreffende de stroomlijning van de moederschapstoeslagen. Om te voldoen aan het arrest van het Hof van Justitie van 12 december 2019 moeten pensioentoeslagen gestroomlijnd en gericht zijn op het verkleinen van de genderkloof. Er wordt een vaste vergoeding ingevoerd voor ouders wier beroepsleven onmiddellijk na het ouderschap is gewijzigd.

    413

    C30.R5

    M

    Herziening van belastingvoordelen in verband met het huidige aanvullende pensioenstelsel

    Bepaling van de wet ter aanduiding van de inwerkingtreding van slotbepaling 11 en artikel 62

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2020

    Inwerkingtreding van Wet 11/2020 van december 30 betreffende de algemene staatsbegroting 2021 betreffende de herziening van belastingvoordelen in verband met het huidige aanvullende pensioenstelsel. Het recht op belastingvoordelen wordt overgedragen van individuele particuliere pensioenregelingen naar bedrijfspensioenregelingen op basis van collectieve arbeidsovereenkomsten. Relevante bepalingen van de begrotingswet voor de invoering van het nieuwe kader zijn de slotbepaling 11 LPGE en artikel 62.

    414

    C30.R5

    M

    Herziening van het huidige aanvullende pensioenstelsel

    Bepaling van de wetgeving die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 2

    2022

    Inwerkingtreding van wetgeving inzake de herziening van het huidige aanvullende pensioenstelsel ter bevordering van pensioenregelingen door de oprichting door de administratie van pensioenfondsen die openstaan voor alle ondernemingen en werknemers.

    415

    C30.R6

    M

    Aanpassing van de grondslag van de maximale bijdrage

    Bepaling van de wetgeving die de inwerkingtreding ervan aangeeft

     

     

     

    KWARTAAL 4

    2022

    Inwerkingtreding van wetgeving voor de aanpassing van de grondslag van de maximale bijdrage: geleidelijke verhoging van de maximale bijdragegrondslag van het stelsel en aanpassing van de maximale pensioenen om de bijdragegrondslag en de progressiviteit van het stelsel te verruimen en de totale inkomsten te verhogen.

    AE. ONDERDEEL 31: REPowerEU-hoofdstuk

    Het REPowerEU-hoofdstuk heeft tot doel de algemene afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en met name de vergunningverlening voor nieuwe elektriciteitsnetwerken en hernieuwbare-energieprojecten te vereenvoudigen, de productie van hernieuwbare energie en hernieuwbare waterstof te ondersteunen, de waardeketen voor hernieuwbare energiebronnen te verbeteren en de industriële decarbonisatie te stimuleren.

    De component gaat in op de landspecifieke aanbevelingen met betrekking tot het verminderen van de totale afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in 2022 en 2023. Het draagt bij met maatregelen om de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen, met de nadruk op gedecentraliseerde installaties en zelfverbruik, onder meer door de vergunningsprocedures verder te stroomlijnen en de toegang tot het net te verbeteren. Het ondersteunt ook aanvullende investeringen in opslag, netwerkinfrastructuur en hernieuwbare waterstof (landspecifieke aanbeveling 4 2022 en landspecifieke aanbeveling 3 2023).

    Geen enkele maatregel in deze component mag ernstige afbreuk doen aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de mitigerende stappen in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

    AE.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

    Hervorming 1 (C31.R1) — Hervorming ter verbetering van de vergunningverlening voor projecten voor de productie van hernieuwbare energie en de infrastructuur van het elektriciteitsnet

    Het doel van de hervorming is tweeledig. Ten eerste de vergunningsprocedures voor de productie van hernieuwbare energie en voor de infrastructuur van het elektriciteitsnet vereenvoudigen en ten tweede de behandeling van vergunningsaanvragen stroomlijnen. Wat de eerste doelstelling betreft, bestaat de hervorming uit wetgeving ter vereenvoudiging van de procedures voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie en voor de infrastructuur van het elektriciteitsnet. In dit verband omvat de hervorming de volgende elementen:

    ·vereenvoudiging van de procedures voor bepaalde categorieën projecten, met inbegrip van de milieueffectbeoordeling en de vergunningsprocedure;

    ·verduidelijking en vermindering van de administratieve lasten voor bepaalde projecten met betrekking tot de injectie van hernieuwbare gassen in het gasnet;

    ·Vaststelling van een termijn waarbinnen het CNMC een verslag moet uitbrengen over de goedkeuring van nieuwe projecten op het gebied van hernieuwbare energie;

    ·Opheffing van beperkingen op het gebruik van zelfverbruik en vereenvoudiging van de vergunningsprocedures;

    ·Verbetering van de toewijzing van netwerkcapaciteit.

    Wat de tweede doelstelling betreft, omvat de hervorming de oprichting van een nieuwe administratieve eenheid binnen het centrale bestuur ter ondersteuning van de verwerking van vergunningsaanvragen voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 30 september 2023 voltooid zijn.

    Investering 1 (C31.I1) — Investeringen ter bevordering van zelfverbruik (op basis van hernieuwbare energie en opslag achter de meter) en energiegemeenschappen

    Deze investering is een opschaling van de maatregelen C7.I1, C7.R3 en C8.I1. Het doel van deze investering is de bevordering van toepassingen voor zelfverbruik, opslag achter de meter en energiegemeenschappen. De investering ondersteunt het volgende:

    ·zelfverbruikstoepassingen die in gebouwen of in productieprocessen zijn geïntegreerd en die gebaseerd zijn op technologieën voor hernieuwbare energie of oplossingen voor opslag achter de meter; en het

    ·initiatieven van energiegemeenschappen, hetzij door de installatie van hernieuwbare energie of energie-efficiëntieoplossingen, hetzij door middel van participatieve en gemeenschapsbouwprocessen.

    De rechtsinstrumenten in het kader van C7.I1, C7.R3 en C8.I1 kunnen bijdragen tot de uitvoering van deze maatregel zolang zij geen dubbele financiering met zich meebrengen.

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    Investering 2 (C31.I2) — Regeling ter ondersteuning van de productie en het gebruik van hernieuwbare waterstof

    Deze maatregel bestaat uit een overheidsinvesteringen in een steunregeling voor subsidies en eventueel eigen vermogen, met inbegrip van durfkapitaal, om de productie en het gebruik van hernieuwbare waterstof te ondersteunen. De regeling werkt door financiële stimulansen te bieden via de toekenning van subsidies of investeringen in eigen vermogen, met inbegrip van durfkapitaal, aan de particuliere sector en aan entiteiten uit de publieke sector die soortgelijke activiteiten verrichten. Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit is de steunregeling erop gericht in eerste instantie ten minste 1 600 000 000 EUR aan financiering te verstrekken. De regeling wordt beheerd door het „Instituto de Diversificación y Ahorro de la Energía” (IDAE) als uitvoerende partner.

    Om de investering in de regeling uit te voeren, stelt Spanje een of meer rechtsinstrumenten vast (in het geval van investeringen in eigen vermogen zou dit instrument een investeringsbeleid zijn dat door de IDAE moet worden goedgekeurd), waarbij de regeling wordt ingesteld, die de volgende elementen omvat:

    1.De lijst van voor steun in aanmerking komende activiteiten, die ten minste een van de volgende activiteiten moet omvatten:

    oOndersteuning van innovatie in de waardeketen en de kennisbasis voor hernieuwbare waterstof: dit onderdeel kan onderzoek en ontwikkeling, technologieoverdracht en fabricage- en testsystemen en -onderdelen omvatten.

    oHet opzetten van clusters voor hernieuwbare waterstof waarin productie, verwerking en verbruik op grote schaal worden geïntegreerd.

    oHet ontwikkelen van baanbrekende projecten die de invoering van hernieuwbare waterstof op kleinere schaal mogelijk maken in verschillende sectoren, zoals de industrie, elektriciteitsopwekking, thermische toepassingen en vervoer.

    oOndersteuning van de integratie van het Spaanse systeem voor hernieuwbare waterstof in het Europese systeem, bijvoorbeeld door bedrijven te ondersteunen bij Europese projecten zoals in IPCEI-initiatieven. De resulterende projecten in het kader van deze IPCEI-initiatieven moeten passen in het kader van de drie eerder genoemde activiteiten die voor steun in aanmerking komen (waardeketen, clusters, baanbrekende projecten).

    2.Beschrijving van het besluitvormingsproces van de regeling: De evaluatie van de aanvragen en de selectie van de begunstigden die in de definitieve toekenningsbesluiten of investeringsbesluiten in het kader van de regeling moeten worden opgenomen, worden genomen door een investeringscomité of een technisch evaluatiecomité en worden goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de regering, wat betekent dat zij personeel moeten zijn dat in dienst is van de IDAE en/of andere onafhankelijke deskundigen. Definitieve toekenningsbesluiten of investeringsbesluiten in het kader van de regeling zijn beperkt tot de goedkeuring (zonder wijzigingen) of de uitoefening van een vetorecht op een door het investeringscomité of een gelijkwaardig bestuursorgaan voorgesteld gunningsbesluit of investeringsbesluit. Indien het IDAE deelneemt aan een van de aanvragers en het budget voor die oproep ontoereikend is om alle ontvangen aanvragen te dekken, wordt het evaluatieproces extern gecontroleerd, zoals gepland in het „Plan de Mitigación de Potenciales Conflictos de Interés en Sociedades Participadas” van het IDAE.

    3.Vereiste om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht, zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01). In het geval van algemene steun aan ondernemingen (met inbegrip van eigen vermogen en durfkapitaal) sluiten het/de rechtsinstrument (en) ondernemingen uit met een aanzienlijke focus 213 in de volgende sectoren: I) energieproductie op basis van fossiele brandstoffen en aanverwante activiteiten 214 ; energie-intensieve industrieën en/of industrieën met een hoge CO2-uitstoot 215 ; III) productie, verhuur of verkoop van vervuilende voertuigen 216 ; IV) afvalinzameling, afvalverwerking en -verwijdering 217 , v) verwerking van splijtstof, productie van kernenergie. Voorts moeten de rechtsinstrumenten de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de subsidieregelingen vereisen.

    4.Het vereiste dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    5.Het bedrag dat onder de regeling valt en de verplichting om ongebruikte opbrengsten van de regeling te herinvesteren in de hierboven genoemde activiteiten, ook na 2026.

    6.Rapportagevereisten klimaatinvestering voor de subsidieregeling 218 .

    7.Voor investeringen in aandelen, met inbegrip van durfkapitaal, omvatten de belangrijkste vereisten van het investeringsbeleid met betrekking tot de mogelijke toewijzing van fondsen aan beleggingen in aandelen, met inbegrip van durfkapitaal:

    a)Beschrijving van de onderdelen van het (de) financiële product (en) en de in aanmerking komende eindbegunstigden

    b)De eis dat alle gesteunde investeringen economisch levensvatbaar moeten zijn.

    8.Voor investeringen in eigen vermogen, met inbegrip van durfkapitaal, de volgende monitoring-, audit- en controlevoorschriften:

    a)De beschrijving van het monitoringsysteem van IDAE om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investering.

    b)De beschrijving van de procedures van het IDAE om fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

    c)De verplichting om de subsidiabiliteit van elke concrete actie te controleren overeenkomstig de vereisten die zijn vastgelegd in de desbetreffende rechtshandeling tot instelling van de regeling, alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

    d)De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren in overeenstemming met een auditplan van IDAE. Bij deze audits wordt nagegaan i) of de controlesystemen doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; II) naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels, de vereisten inzake klimaat en digitale streefcijfers; en iii) dat de verplichting voor IDAE om na te gaan of de eindbegunstigde een verantwoordelijke verklaring indient om te controleren of dezelfde kosten door een ander instrument van de Unie worden gedekt, wordt nageleefd. Bij de audits wordt ook nagegaan of de transacties wettig zijn en of de voorwaarden van het (de) toepasselijke rechtsinstrument (en) tot vaststelling van de regeling worden nageleefd.

    De investering wordt uiterlijk op 31 augustus 2026 uitgevoerd.

    Investering 3 (C31.I3) — Subsidieregeling ter ondersteuning van de waardeketen van hernieuwbare energiebronnen en opslag

    Deze maatregel bestaat uit een overheidsinvesteringen in een steunregeling voor subsidies en eventueel eigen vermogen, met inbegrip van durfkapitaal, ter ondersteuning van de waardeketen van hernieuwbare energie en opslag. De regeling werkt door financiële stimulansen te bieden via de toekenning van subsidies of investeringen in eigen vermogen, met inbegrip van durfkapitaal, aan de particuliere sector en aan entiteiten uit de publieke sector die soortgelijke activiteiten verrichten. Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit is de steunregeling erop gericht in eerste instantie ten minste 1 000 000 000 EUR aan financiering te verstrekken. De regeling wordt beheerd door het „Instituto de Diversificación y Ahorro de la Energía” (IDAE) als uitvoerende partner.

    Met het oog op de uitvoering van de investering stelt de overheid een of meer rechtsinstrumenten vast (in het geval van beleggingen in aandelen zou dit instrument een investeringsbeleid zijn dat door de IDAE moet worden goedgekeurd) tot instelling van de regeling, die de volgende elementen omvat:

    1.De lijst van voor steun in aanmerking komende activiteiten, die ten minste een van de volgende activiteiten moet omvatten: het ontwerp, de productie, de opslag, de recycling of de ontwikkeling van technologieën en componenten die relevant zijn voor de transitie naar een klimaatneutrale economie. Voorbeelden van die technologieën of onderdelen zijn batterijen, zonnepanelen, windturbines en warmtepompen. De terugwinning van grondstoffen die nodig zijn voor de vervaardiging van die technologieën kan ook worden ondersteund.

    2.Beschrijving van het besluitvormingsproces van de regeling: De evaluatie van de aanvragen en de selectie van de begunstigden die in de definitieve toekenningsbesluiten of investeringsbesluiten in het kader van de regeling moeten worden opgenomen, worden genomen door een investeringscomité of een technisch evaluatiecomité en worden goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de regering, wat betekent dat zij personeel moeten zijn dat in dienst is van de IDAE en/of andere onafhankelijke deskundigen. Definitieve toekenningsbesluiten of investeringsbesluiten in het kader van de subsidieregeling zijn beperkt tot de goedkeuring (zonder wijzigingen) of de uitoefening van een vetorecht op een door het investeringscomité of een gelijkwaardig bestuursorgaan voorgestelde toekenningsbesluit of investeringsbesluit. Indien het IDAE deelneemt aan een van de aanvragers en het budget voor die oproep ontoereikend is om alle ontvangen aanvragen te dekken, wordt het evaluatieproces extern gecontroleerd, zoals gepland in het „Plan de Mitigación de Potenciales Conflictos de Interés en Sociedades Participadas” van het IDAE.

    3.De eis om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht, zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01). In het (de) rechtsinstrument (en) wordt met name de volgende lijst van activiteiten uitgesloten: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 219 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 220 ; en iii) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties 221 en installaties voor mechanische biologische behandeling 222 . In het geval van algemene steun aan ondernemingen (met inbegrip van eigen vermogen en durfkapitaal) sluiten het/de rechtsinstrument (en) ondernemingen uit met een aanzienlijke focus 223 in de volgende sectoren: I) energieproductie op basis van fossiele brandstoffen en aanverwante activiteiten 224 ; energie-intensieve industrieën en/of industrieën met een hoge CO2-uitstoot 225 ; III) productie, verhuur of verkoop van vervuilende voertuigen 226 ; IV) afvalinzameling, afvalverwerking en -verwijdering 227 , v) verwerking van splijtstof, productie van kernenergie. Voorts moeten de rechtsinstrumenten de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de subsidieregelingen vereisen.

    4.Eisen voor klimaatinvesteringen voor de subsidieregeling: ten minste 902 000 000 EUR van de investeringen in de subsidieregeling draagt bij tot de doelstelling inzake klimaatverandering overeenkomstig bijlage VI bij de RRF-verordening. 228  

    5.Het vereiste dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    6.Het bedrag dat onder de regeling valt en de verplichting om ongebruikte opbrengsten van de regeling te herinvesteren in de hierboven genoemde activiteiten, ook na 2026.

    7.Voor beleggingen in aandelen, met inbegrip van durfkapitaal, omvatten de belangrijkste vereisten van het beleggingsbeleid:

    a)Beschrijving van de onderdelen van het (de) financiële product (en) en de in aanmerking komende eindbegunstigden

    b)De eis dat alle gesteunde investeringen economisch levensvatbaar moeten zijn.

    7.Voor investeringen in eigen vermogen, met inbegrip van durfkapitaal, de volgende monitoring-, audit- en controlevoorschriften:

    e)De beschrijving van het monitoringsysteem van IDAE om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investering.

    f)De beschrijving van de procedures van het IDAE om fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

    g)De verplichting om de subsidiabiliteit van elke concrete actie te controleren overeenkomstig de vereisten die zijn vastgelegd in de desbetreffende rechtshandeling tot instelling van de regeling, alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

    h)De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren in overeenstemming met een auditplan van IDAE. Bij deze audits wordt nagegaan of: de controlesystemen doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; II) naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, de staatssteunregels, de vereisten inzake klimaat en digitale streefcijfers; en iii) dat de verplichting voor IDAE om na te gaan of de eindbegunstigde een verantwoordelijke verklaring indient om te controleren of dezelfde kosten door een ander instrument van de Unie worden gedekt, wordt nageleefd. Bij de audits wordt ook nagegaan of de transacties wettig zijn en of de voorwaarden van het (de) toepasselijke rechtsinstrument (en) tot vaststelling van de regeling worden nageleefd.

    De investering wordt uiterlijk op 30 juni 2026 uitgevoerd.

    Investering 4 (C31.I4) — Investeringen ter ondersteuning van de infrastructuur van het elektriciteitsnet

    Het doel van deze investering is de ontwikkeling van het Spaanse elektriciteitstransmissienetwerk te ondersteunen. De investering bestaat uit de voltooiing van subsidiabele projecten in het kader van het Spaanse netontwikkelingsplan 2021-2026 (hierna „het plan” genoemd). Alvorens de steun te verlenen, zal Spanje de subsidiabiliteitscriteria vaststellen waaraan de uit het Spaanse netontwikkelingsplan 2021-2026 te selecteren projecten moeten voldoen op basis van:

    ·Projecten die voldoen aan de REPowerEU-doelstellingen, en met name projecten die bijdragen tot de integratie van hernieuwbare energiebronnen, tot het koolstofvrij maken van de industrie, tot emissievrij vervoer en tot het aanpakken van interne congestie; en het

    ·projecten die uiterlijk op 31 augustus 2026 voltooid moeten zijn.

    De investering wordt uiterlijk op 31 augustus 2026 uitgevoerd.

    Investering 5 (C31.I5) — Investeringen ter ondersteuning van het koolstofvrij maken van de industrie (subsidies)

    Het doel van deze maatregel, die deel uitmaakt van het strategische project voor het koolstofvrij maken van de industrie, is het ondersteunen van het koolstofvrij maken van industriële processen. De maatregel bestaat uit de uitvoering van projecten die gericht zijn op het koolstofvrij maken van de be- en verwerkende industrie, bijvoorbeeld projecten die gericht zijn op broeikasgasemissiereductie, en de ontwikkeling van nieuwe, zeer efficiënte en koolstofvrije productiefaciliteiten.

    Het besluit tot goedkeuring van de PERTE voor het koolstofvrij maken van de industrie bevat selectiecriteria om de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) te waarborgen. Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 229 ; II) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik, buiten de emissiehandelssystemen (ETS) 230 . De selectiecriteria vereisen bovendien dat alleen activiteiten mogen worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De volgende O & O-I-acties in het kader van deze investering worden geacht in overeenstemming te zijn met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01): O & O-I-acties in het kader van deze investering die gericht zijn op het aanzienlijk vergroten van de ecologische duurzaamheid van bedrijven (zoals decarbonisatie, vermindering van verontreiniging en de circulaire economie), indien de O & O-I-acties in het kader van deze investering in de eerste plaats gericht zijn op het ontwikkelen of aanpassen van alternatieven met de laagst mogelijke milieueffecten in de sector.

    231

    De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooidzijn.

    Investering 6 (C31.I6) — Subsidieregeling voor decarbonisatieprojecten (subsidies)

    Deze maatregel bestaat uit een overheidsinvestering in een overheidssubsidieregeling om particuliere investeringen te stimuleren. De regeling bevordert het koolstofvrij maken van industriële processen en de ontwikkeling van nieuwe zeer efficiënte en koolstofvrije productiefaciliteiten in het kader van het door de Raad van Ministers goedgekeurde strategische DECARB-project (PERTE). Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit is de subsidieregeling erop gericht in eerste instantie ten minste 430 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

    De regeling wordt beheerd door SEPIDES als uitvoerende partner. Bij een relevante rechtshandeling worden SEPIDES omgezet in een overheidsbedrijf om deze investering uit te voeren.

    Om de investering in de regeling ten uitvoer te leggen, stelt de regering een of meer rechtsinstrumenten vast tot instelling van de subsidieregeling, die de volgende elementen omvatten:

    1.Beschrijving van het besluitvormingsproces voor de regeling: De evaluatie van de aanvragen en de selectie van de begunstigden die in de definitieve toekenningsbesluiten of investeringsbesluiten in het kader van de regeling moeten worden opgenomen, worden genomen door een evaluatiecomité of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de Spaanse regering, dat wil zeggen dat zij personeel moeten zijn dat in dienst is van SEPIDES en/of andere onafhankelijke deskundigen. Het definitieve investeringsbesluit van de regeling is beperkt tot de goedkeuring (zonder wijzigingen) of de uitoefening van een vetorecht op een investeringsbesluit dat wordt voorgesteld door het evaluatiecomité of een gelijkwaardig bestuursorgaan. 

    2.De lijst van activiteiten voor de groene en digitale transformatie van de sector die in aanmerking komen voor steun, die ten minste 430 000 000 EUR bedraagt. De maatregel ondersteunt innovatieve projecten met een substantiële industriële transformatie in termen van energie-efficiëntie, duurzaamheid en digitale transformatie van de sector, alsook de ontwikkeling van nieuwe, zeer efficiënte en koolstofvrije productiefaciliteiten.

    3.Vereiste om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht, zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01). In het (de) rechtsinstrument (en) wordt met name de volgende lijst van activiteiten uitgesloten: I) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarbij de verwachte broeikasgasemissies worden bereikt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 232 ; II) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik, buiten de emissiehandelssystemen (ETS) 233 . Voorts moeten de rechtsinstrumenten de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de subsidieregelingen vereisen. De volgende O & O-I-acties in het kader van deze investering worden geacht in overeenstemming te zijn met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01): O & O-I-acties in het kader van deze investering die gericht zijn op het aanzienlijk vergroten van de ecologische duurzaamheid van bedrijven (zoals decarbonisatie, vermindering van verontreiniging en de circulaire economie), indien de O & O-I-acties in het kader van deze investering in de eerste plaats gericht zijn op het ontwikkelen of aanpassen van alternatieven met de laagst mogelijke milieueffecten in de sector. Voorts moeten de rechtsinstrumenten de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de subsidieregelingen vereisen. 

    4.Eisen voor klimaatinvesteringen voor de subsidieregeling: ten minste 172 000 000 EUR van de RRF-investering in de regeling draagt bij aan de doelstellingen inzake klimaatverandering overeenkomstig bijlage VI bij de RRF-verordening. 234  

    5.De eis dat eindbegunstigden van de subsidieregeling geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    6.Het bedrag dat onder de regeling valt en de verplichting om ongebruikte opbrengsten van de subsidieregeling te herinvesteren in de hierboven genoemde activiteiten, ook na 2026.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    AE.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun 

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2022, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelpunt

    Q

    Jaar

    477

    C31.R1

    M

    Hervorming van de vergunningsprocedures voor de productie van hernieuwbare energie en de infrastructuur van het elektriciteitsnet

    Inwerkingtreding van de bepalingen van de desbetreffende rechtshandelingen

    KWARTAAL 3

    2023

    Deze mijlpaal omvat twee elementen.

    ·Ten eerste de inwerkingtreding van de Koninklijk Wetsbesluiten 14/2022, 17/2022, 18/2022 en 20/2022. De energiemaatregelen in deze koninklijke wetsbesluiten zijn erop gericht de vergunningverlening voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie en de infrastructuur voor elektriciteitsnetwerken te vereenvoudigen.

    ·Ten tweede de inwerkingtreding van Orden TED/189/2023 tot oprichting van een nieuwe administratieve eenheid binnen de centrale overheid ter ondersteuning van de behandeling van vergunningaanvragen voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie.

    478

    C31.I1

    T

    Investeringen ter bevordering van energieopslag of zelfverbruik op basis van de productie van hernieuwbare energie of opslag achter de meter

    MW

    4400

    5100

    KWARTAAL 3

    2026

    700 MW geïnstalleerde capaciteit in toepassingen voor energieopslag of zelfverbruik die in gebouwen of in productieprocessen zijn geïntegreerd. De toepassingen voor zelfverbruik zijn gebaseerd op technologieën voor hernieuwbare energie of oplossingen voor opslag achter de meter. (Uitgangssituatie: datum Q2 2026, doel van streefdoel 117 en datum Q2 2026; doel van streefdoel 126)

    479

    C31.I1

    T

    Aantal initiatieven van energiegemeenschappen

    Aantal

    37

    77

    KWARTAAL 3

    2026

    Voltooiing van 40 initiatieven van energiegemeenschappen, hetzij door middel van de installatie van hernieuwbare energie of energie-efficiëntieoplossingen, hetzij door de uitvoering van participatieve en gemeenschapsgebouwen. (Uitgangssituatie: datum Q4 2024, doel van streefdoel 111)

    483

    C31.I2

    M

    Steunregeling voor hernieuwbare waterstof: Ministerie heeft de investering voltooid

    Certificaat van overdracht

    KWARTAAL 2

    2024

    Spanje draagt ten minste 1 600 miljoen EUR over aan IDAE voor de steunregeling.

    480

    C31.I2

    M

    Steunregeling voor hernieuwbare waterstof: Invoering van de regeling

    Inwerkingtreding van het (de) desbetreffende rechtsinstrument (en)

    KWARTAAL 4

    2024

    In werking treden van het (de) rechtsinstrument (en) tot vaststelling van de steunregeling overeenkomstig de vereisten in de beschrijving van de maatregel.

    481

    C31.I2

    T

    Steunregeling voor hernieuwbare waterstof: Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of gepubliceerde definitieve toekenningsresoluties (I)

    Inwerkingtreding van juridische financieringsovereenkomsten of publicatie van definitieve toekenningsresoluties

    0

    50 %

    KWARTAAL 2

    2025

    De IDAE heeft de definitieve toekenningsresoluties of de inwerkingtreding van financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden gepubliceerd voor ten minste 50 % van de investeringen in de herstel- en veerkrachtfaciliteit in de steunregeling (met inbegrip van indirecte kosten).

    482

    C31.I2

    T

    Steunregeling voor hernieuwbare waterstof: Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of gepubliceerde definitieve toekenningsresoluties (II)

    Inwerkingtreding van juridische financieringsovereenkomsten of publicatie van definitieve toekenningsresoluties

    50 %

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    De IDAE heeft de definitieve toekenningsresoluties of de inwerkingtreding van financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden gepubliceerd voor 100 % van de investeringen in de herstel- en veerkrachtfaciliteit in de steunregeling (met inbegrip van indirecte kosten).

    487

    C31.I3

    M

    Steunregeling voor de waardeketen: Ministerie heeft de investering voltooid

    Certificaat van overdracht

    KWARTAAL 2

    2024

    Spanje draagt 1 000 miljoen EUR over naar IDAE voor de steunregeling.

    484

    C31.I3

    M

    Steunregeling voor de waardeketen: Invoering van de regeling

    Inwerkingtreding van het ministerieel besluit

    KWARTAAL 4

    2024

    Inwerkingtreding van het (de) rechtsinstrument (en) tot vaststelling van de steunregeling overeenkomstig de vereisten in de beschrijving van de maatregel.

    485

    C31.I3

    T

    Steunregeling voor de waardeketen: Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of gepubliceerde definitieve toekenningsresoluties (I)

    Inwerkingtreding van juridische financieringsovereenkomsten of publicatie van definitieve toekenningsresoluties

    0

    50 %

    KWARTAAL 2

    2025

    De IDAE heeft de definitieve toekenningsresoluties of de inwerkingtreding van financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden gepubliceerd voor ten minste 50 % van de investeringen in de herstel- en veerkrachtfaciliteit in de steunregeling (met inbegrip van indirecte kosten).

    486

    C31.I3

    T

    Steunregeling voor de waardeketen: Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of gepubliceerde definitieve toekenningsresoluties (II)

    Inwerkingtreding van juridische financieringsovereenkomsten of publicatie van definitieve toekenningsresoluties

    50 %

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    De IDAE heeft de definitieve toekenningsresoluties of de inwerkingtreding van financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden gepubliceerd voor ten minste 100 % van de investeringen in de herstel- en veerkrachtfaciliteit in de steunregeling (met inbegrip van indirecte kosten). De IDAE heeft ervoor gezorgd dat ten minste 90 % van deze financiering bijdraagt aan klimaatdoelstellingen aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening.

    488

    C31.I4

    M

    Bekendmaking van de selectiecriteria voor elektriciteitstransmissie-projecten

    Inwerkingtreding van de desbetreffende rechtshandeling

    KWARTAAL 1

    2024

    In werking treden van het koninklijk besluit tot vaststelling van de subsidiabiliteitscriteria waaraan de uit het Spaanse netontwikkelingsplan 2021-2026 te selecteren projecten voor elektriciteitstransmissie moeten voldoen, op basis van:

    ·Projecten die voldoen aan de REPowerEU-doelstellingen, en met name projecten die bijdragen tot de integratie van hernieuwbare energiebronnen, tot het koolstofvrij maken van de industrie, tot emissievrij vervoer of tot het aanpakken van interne congestie; en het

    ·projecten die uiterlijk in het vierde kwartaal van 2 2026 moeten zijn voltooid.

    489

    C31.I4

    M

    Vaststelling van de lijst van ondersteunde elektriciteitstransmissie-projecten

    Publicatie van de lijst van projecten

    KWARTAAL 4

    2024

    Goedkeuring door het betrokken ministerie van de lijst van ondersteunde projecten voor elektriciteitstransmissie ten bedrage van 931 miljoen EUR en in overeenstemming met de selectiecriteria die voortvloeien uit mijlpaal 488.

    490

    C31.I4

    M

    Voltooiing van de ondersteunde elektriciteitstransmissie-projecten

    Verklaring van voltooiing

    KWARTAAL 3

    2026

    Voltooiing van de ondersteunde elektriciteitstransmissie-projecten die zijn opgenomen in de lijst die is goedgekeurd op basis van mijlpaal 489.

    491

    C31.I5

    M

    Publicatie van de oproepen tot het indienen van voorstellen en regels voor het verlenen van steun voor het koolstofvrij maken van de industrie

    Publikatie

    KWARTAAL 2

    2024

    Goedkeuring van de oproepen tot het indienen van voorstellen en de regels voor steun in de vorm van subsidies voor projecten voor het koolstofvrij maken van de maakindustrie, alsook voor de ontwikkeling van nieuwe zeer efficiënte en koolstofvrije productiefaciliteiten. De oproepen en de regels voor steun in de vorm van subsidies voor projecten moeten ervoor zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01 door gebruik te maken van een lijst van uitsluitingen en de verplichting om te voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    492

    C31.I5

    M

    Publicatie van prijzen voor decarbonisatieprojecten

    Bekendmaking van gunningsbesluiten

    Miljoen

    EUR

    0

    531

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 531 000 000 EUR is toegekend aan eindbegunstigden (waarbij ten minste 40 % van de totale middelen bijdraagt aan klimaatdoelstellingen volgens de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening). 

    493

    C31.I5

    M

    Voltooiing van decarbonisatieprojecten

    Verklaring van voltooiing

    KWARTAAL 3

    2026

    Voltooiing van projecten voor een totale toegekende begroting van ten minste 531 000 000 EUR.

    494

    C31.I6

    M

    Subsidieregeling voor het koolstofvrij maken van de industrie: Omzetting van SEPIDES in een openbaar bedrijf

    Inwerkingtreding van een wetgevingshandeling

    KWARTAAL 2

    2024

    Inwerkingtreding van het desbetreffende wetgevingsinstrument waarmee SEPIDES wordt omgezet in een overheidsbedrijf voor de uitvoering van de subsidieregeling

    497

    C31.I6

    M

    Subsidieregeling voor het koolstofvrij maken van de industrie: Ministerie heeft de investering voltooid

    Certificaat van uitbetaling aan SEPIDES

    KWARTAAL 2

    2024

    Spanje draagt voor de regeling 430 000 000 EUR over aan SEPIDES.

    495

    C31.I6

    M

    Subsidieregeling voor het koolstofvrij maken van de industrie: Invoering van de regeling

    Inwerkingtreding van het (de) desbetreffende rechtsinstrument (en)

    KWARTAAL 3

    2024

    Inwerkingtreding van het (de) rechtsinstrument (en) tot vaststelling van de subsidieregeling overeenkomstig de eisen vermeld in de beschrijving van de maatregel.

    496

    C31.I6

    T

    Subsidieregeling voor het koolstofvrij maken van de industrie: Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd

    Inwerkingtreding van juridische financieringsovereenkomsten of gepubliceerde definitieve toekenningsresoluties

    0

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    SEPIDES hebben definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd of juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen (met inbegrip van indirecte kosten) in de regeling te gebruiken. SEPIDES hebben ervoor gezorgd dat ten minste 40 % van deze financiering bijdraagt aan klimaatdoelstellingen aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening.

    AE.3 Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor steun via leningen

    Investering 7 (C31.I7) — Investeringen ter ondersteuning van het koolstofvrij maken van de industrie (leningen)

    De maatregel, die deel uitmaakt van het strategische project voor het koolstofvrij maken van de industrie, heeft tot doel steun te verlenen in de vorm van leningen aan projecten die gericht zijn op het koolstofvrij maken van de be- en verwerkende industrie. Deze investeringsmaatregel bestaat uit ten minste één van de volgende drie verschillende actielijnen:

    ·steun in de vorm van leningen voor projecten ter verwezenlijking van het koolstofvrij maken van de be- en verwerkende industrie, bijvoorbeeld projecten die de uitstoot van broeikasgassen verminderen;

    ·voltooiing van een proefproject om bedrijven te stimuleren investeringen te doen met hoge kosten in grote investeringsprojecten voor het koolstofvrij maken van de industrie en aanzienlijke broeikasgasemissiereducties door gedurende een bepaalde periode een vaste koolstofprijs te betalen (koolstofcontract voor verschillen); en

    ·steun in de vorm van leningen voor de ontwikkeling van nieuwe zeer efficiënte en koolstofvrije productiefaciliteiten.

    Het besluit van de Raad van Ministers tot goedkeuring van de PERTE voor het koolstofvrij maken van de industrie bevat gedetailleerde selectiecriteria om de naleving van de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) te waarborgen. Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor komende oproepen tot het indienen van projecten opgenomen subsidiabiliteitscriteria de volgende lijst van activiteiten uit: I) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) met verwachteCO2-equivalente emissies die niet aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzingen 235 ; en ii) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik, buiten het emissiehandelssysteem (ETS) 236 . De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    De volgende O & O-I-acties in het kader van deze investering worden geacht in overeenstemming te zijn met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01): O & O-I-acties in het kader van deze investering die gericht zijn op het aanzienlijk vergroten van de ecologische duurzaamheid van bedrijven (zoals decarbonisatie, vermindering van verontreiniging en de circulaire economie), indien de O & O-I-acties in het kader van deze investering in de eerste plaats gericht zijn op het ontwikkelen of aanpassen van alternatieven met de laagst mogelijke milieueffecten in de sector.

    237

    Terugvloeiende middelen in verband met de financiële verrichtingen worden geherinvesteerd in nieuwe verrichtingen op hetzelfde beleidsterrein van de maatregel, tenzij zij worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    Investering 8 (C31.I8) — Steunregeling voor decarbonisatieprojecten (leningen)

    Deze maatregel bestaat uit een investering in een steunregeling om particuliere investeringen in het koolstofvrij maken van de industrie te stimuleren door middel van leningen.

    De regeling bevordert de decarbonisatie van industriële processen en de ontwikkeling van nieuwe zeer efficiënte en koolstofvrije productiefaciliteiten, door middel van leningen aan de particuliere sector, in het kader van het door de Raad van Ministers goedgekeurde strategisch project voor de decarbonisatie van de industrie. Op basis van de investering in de herstel- en veerkrachtfaciliteit is de steunregeling erop gericht in eerste instantie ten minste 1 050 000 000 EUR aan financiering in de vorm van leningen te verstrekken.

    De regeling wordt beheerd door SEPIDES als uitvoerende partner. Bij een relevante rechtshandeling worden SEPIDES omgezet in een overheidsbedrijf om deze investering uit te voeren (dit is een mijlpaal in het kader van investering 6 van component 31 van het herstel- en veerkrachtplan van Spanje).

    Om de investering in de regeling ten uitvoer te leggen, stelt de regering een of meer rechtsinstrumenten vast tot instelling van de leningregeling, die de volgende elementen omvatten:

    1.Beschrijving van het besluitvormingsproces voor de regeling: De evaluatie van de aanvragen en de selectie van de begunstigden die moeten worden opgenomen in definitieve toekenningsbesluiten of investeringsbesluiten in het kader van de regeling, worden genomen door een investeringscomité of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de Spaanse regering, datwil zeggen dat zij personeel moeten zijn dat in dienst is van SEPIDES en/of andere onafhankelijke deskundigen. Het definitieve investeringsbesluit van de regeling is beperkt tot de goedkeuring (zonder wijzigingen) of de uitoefening van een vetorecht op een investeringsbesluit dat door het investeringscomité of een gelijkwaardig bestuursorgaan wordt voorgesteld.

    2.De lijst van activiteiten voor de groene en digitale transformatie van de sector die in aanmerking komen voor steun, die ten minste 1 050 000 000 EUR bedraagt. De maatregel ondersteunt innovatieve projecten met een substantiële industriële transformatie in termen van energie-efficiëntie, duurzaamheid en digitale transformatie van de sector.

    3.Vereisten om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht, zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01). In het (de) rechtsinstrument (en) wordt met name de volgende lijst van activiteiten uitgesloten: I) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) met verwachteCO2-equivalente emissies die niet aanzienlijk lager zijn dan de relevante benchmarks voor kosteloze toewijzingen 238 ; en ii) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik, buiten het emissiehandelssysteem (ETS) 239 . Voorts moeten de rechtsinstrumenten de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de leningregelingen vereisen. De volgende O & O-I-acties in het kader van deze investering worden geacht in overeenstemming te zijn met de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01): O & O-I-acties in het kader van deze investering die gericht zijn op het aanzienlijk vergroten van de ecologische duurzaamheid van bedrijven (zoals decarbonisatie, vermindering van verontreiniging en de circulaire economie), indien de O & O-I-acties in het kader van deze investering in de eerste plaats gericht zijn op het ontwikkelen of aanpassen van alternatieven met de laagst mogelijke milieueffecten in de sector. Voorts moeten de rechtsinstrumenten de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de eindbegunstigden van de leningregelingen vereisen.

    4.Vereisten voor klimaatinvesteringen: ten minste 420 000 000 EUR van de RRF-investering in de regeling draagt bij aan de doelstellingen inzake klimaatverandering overeenkomstig bijlage VI bij de RRF-verordening. 240

    5.Het vereiste dat eindbegunstigden van de leningregeling geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

    6.Het bedrag dat onder de regeling valt en de verplichting om ongebruikte opbrengsten van de leningregeling te herinvesteren in de hierboven genoemde activiteiten, ook na 2026.

    De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

       AE.4 Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering van steun via leningen

    Zie de tabel hieronder. De datum van de uitgangswaarde voor alle indicatoren is 1 februari 2022, tenzij anders aangegeven in de beschrijving van de actie. De bedragen in de tabel omvatten geen btw.

    Aantal

    De maatregel

    Mijlpaal 
    /Streefcijfer

    Naam

    Kwalitatieve indicator voor mijlpalen

    Kwantitatieve indicator voor streefdoel

    Tijd

    Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling

    Eenheid

    Basislijn

    Doelpunt

    Q

    Jaar

    L83

    C31.I7

    M

    Publicatie van de oproepen tot het indienen van voorstellen en regels voor het verlenen van steun voor het koolstofvrij maken van de industrie.

    Publikatie

    KWARTAAL 2

    2024

    Goedkeuring van de oproepen tot het indienen van voorstellen en de regels voor steun in de vorm van leningen voor projecten voor het koolstofvrij maken van de maakindustrie en de ontwikkeling van nieuwe investeringen in zeer efficiënte en koolstofvrije productiefaciliteiten. De oproepen en de regels voor steun in de vorm van leningen voor projecten moeten ervoor zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01 door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en de verplichting om te voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

    L84

    C31.I7

    T

    Publicatie van prijzen voor decarbonisatieprojecten

    Miljoen EUR

    0

    585

    KWARTAAL 4

    2024

    Ten minste 585 000 000 EUR is toegekend aan eindbegunstigden (waarbij ten minste 40 % van de totale middelen bijdraagt aan klimaatdoelstellingen volgens de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening).

    L85

    C31.I7

    M

    Voltooiing van decarbonisatieprojecten

    Verklaring van voltooiing

    KWARTAAL 3

    2026

    Voltooiing van projecten voor een totale toegekende begroting van ten minste 585 000 000 EUR. In het geval van financiering van een proefproject voor koolstofcontracten ter verrekening van verschillen, wordt het daaraan toegekende budget geacht gelijkwaardig te zijn aan de omvang van de garanties in verband met het koolstofcontract voor verschillen die onder het proefproject vallen.

    L86

    C31.I8

    M

    Steunregeling voor het koolstofvrij maken van de industrie (leningen): Ministerie heeft de investering voltooid

    Certificaat van uitbetaling aan SEPIDES

    KWARTAAL 2

    2024

    Spanje draagt voor de regeling 1 050 000 000 EUR over aan SEPIDES.

    L87

    C31.I8

    M

    Invoering van de leningregeling

    Inwerkingtreding van het (de) desbetreffende rechtsinstrument (en)

    KWARTAAL 3

    2024

    Inwerkingtreding van het (de) rechtsinstrument (en) tot vaststelling van de leningregeling in overeenstemming met de vereisten in de beschrijving van de maatregel.

    L88

    C31.I8

    T

    Steunregeling voor het koolstofvrij maken van de industrie (leningen): Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd.

    Inwerkingtreding van juridische financieringsovereenkomsten of gepubliceerde definitieve toekenningsresoluties

    0

    100 %

    KWARTAAL 3

    2026

    SEPIDES hebben definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd of juridische financieringsovereenkomsten gesloten met eindbegunstigden voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen (met inbegrip van indirecte kosten) in de regeling te gebruiken. SEPIDES hebben ervoor gezorgd dat ten minste 40 % van deze financiering bijdraagt aan klimaatdoelstellingen aan de hand van de methode in bijlage VI bij de RRF-verordening.

    2.Geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan

    De geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan van Spanje bedragen 163 029 653 473 EUR.

    AFDELING 2: FINANCIËLE ONDERSTEUNING

    3.Financiële bijdrage

    De in artikel 2, lid 2, bedoelde tranches worden als volgt georganiseerd:

    3.1.Eerste tranche (niet-terugvorderbare steun):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    1

    C1.R1

    M

    Besluit TMA/178/2020 en Koninklijk Wetsbesluit 23/2020

    21

    C2.R1

    M

    Inwerkingtreding van de Spaanse stedelijke agenda en de langetermijnrenovatiestrategie voor energierehabilitatie in de bouwsector in Spanje

    39

    C3.R1

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Wetsbesluit 5/2020 betreffende dringende maatregelen op het gebied van landbouw en voeding en Wet 8/2020 tot wijziging van Wet 12/2013 inzake maatregelen ter verbetering van de werking van de voedselketen

    63

    C4.R2

    M

    Vaststelling van de nationale strategie voor groene infrastructuur, connectiviteit en ecologisch herstel

    82

    C6.R1

    M

    Strategie voor duurzame, veilige en geconnecteerde mobiliteit (openbare raadpleging)

    102

    C7.R1

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Wetsbesluit 23/2020 (energiemaatregelen)

    103

    C7.R1

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Besluit 960/2020 (economische regeling voor hernieuwbare energie)

    104

    C7.R1

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Besluit 1183/2020 (aansluiting van hernieuwbare energie op het elektriciteitsnet)

    105

    C7.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake klimaatverandering en energietransitie

    121

    C8.R1

    M

    Goedkeuring van de langetermijnstrategie voor decarbonisatie („ELP2050”).

    122

    C8.R2

    M

    Inwerkingtreding van hervormingen op het gebied van planning, wetgeving en regelgeving om de ontwikkeling van oplossingen voor energieopslag te bevorderen.

    129

    C9.R1

    M

    Routekaart voor waterstof

    137

    C10.R1

    M

    Oprichting van het Instituut voor het Fonds voor een rechtvaardige transitie

    144

    C11.R1

    M

    Inwerkingtreding van een wetgevingshandeling ter vermindering van tijdelijke werkgelegenheid in overheidsdiensten

    151

    C11.R2

    M

    Inwerkingtreding van wet 3/2020 betreffende procedurele en organisatorische maatregelen op het gebied van justitie

    153

    C11.R3

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Besluit 937/2020 betreffende de regulering van de Caja General de Depósitos

    154

    C11.R3

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot goedkeuring van de regeling ter uitvoering van Wet 22/2015 van 20 juli 2004 betreffende de controle van de rekeningen

    157

    C11.R5

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Wetsbesluit 36/2020 betreffende de uitvoering van het herstel-, transformatie- en veerkrachtplan

    158

    C11.R5

    M

    Oprichting van nieuwe organen binnen de centrale overheid voor de follow-up van de uitvoering, controle en audit van het plan.

    159

    C11.R5

    M

    Volgorde tot vaststelling van de procedures en het formaat van de informatie die moet worden gedeeld voor het monitoren van het herstel- en veerkrachtplan en de boekhoudkundige uitvoering van de uitgaven

    173

    C11.I5

    M

    Geïntegreerd informatiesysteem van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

    177

    C12.R2

    M

    Spaanse strategie voor de circulaire economie (EEEC)

    181

    C12.I2

    M

    Plan om de waardeketen van de automobielindustrie te verbeteren met het oog op duurzame en geconnecteerde mobiliteit

    199

    C13.I3

    M

    Digitaliseringsplan voor kmo’s 2021-2025

    214

    C14.R1

    M

    Plan om de toeristische sector te promoten

    215

    C14.R1

    M

    Lancering van de website „DATAESTUR” met gegevens over toerisme

    230

    C15.R2

    M

    Digitaal Spaans plan en strategie voor de bevordering van 5G-technologie 2025

    231

    C15.R2

    M

    Vrijgave van de 700 MHz-frequentieband

    249

    C16.R1

    M

    Nationale strategie voor kunstmatige intelligentie

    255

    C17.R2

    M

    Publicatie van de Spaanse strategie voor wetenschap, technologie en innovatie 2021-2027

    257

    C17.R3

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit betreffende de reorganisatie van openbare onderzoeksorganisaties.

    285

    C19.R1

    M

    Goedkeuring van het nationale plan voor digitale competenties door de ministerraad

    295

    C20.R1

    M

    Plan voor de modernisering van de beroepsopleiding en de daarmee verband houdende wetten op het koninklijk besluit

    303

    C21.R1

    M

    Inwerkingtreding van de organieke wet op het onderwijs

    318

    C22.R5

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Wetsbesluit 20/2020 van 29 mei tot goedkeuring van het essentiële minimuminkomen

    329

    C23.R1

    M

    Inwerkingtreding van twee koninklijke wetsbesluiten tot regeling van werkzaamheden op afstand in de particuliere sector en in overheidsdiensten

    330

    C23.R2

    M

    Inwerkingtreding van twee verordeningen inzake gelijke beloning van vrouwen en mannen en inzake gelijkheidsplannen en hun registratie

    333

    C23.R5

    M

    Inwerkingtreding van het actieplan ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid

    363

    C25.R1

    M

    Plan „Spanje, audiovisuele hub van Europa”.

    385

    C28.R1

    M

    Begrotingsmaatregelen die in 2020 en 2021 zijn vastgesteld om de gevolgen van de COVID-19-pandemie te verzachten.

    387

    C28.R3

    M

    Benoeming van het comité van deskundigen door de minister van Financiën.

    392

    C28.R5

    M

    Digitaledienstenbelasting

    393

    C28.R6

    M

    Belasting op financiële transacties

    394

    C28.R7

    M

    Wijzigingen van de inkomstenbelasting en de winstbelasting in 2021

    395

    C28.R8

    M

    Wijzigingen van de vennootschapsbelasting in 2021

    396

    C28.R9

    M

    Wijzigingen van indirecte belastingen in 2021

    397

    C29.R1

    M

    Oprichting van een permanent team bij het ministerie van Financiën voor het actief toezicht op de uitvoering van de resultaten van de uitgaventoetsingen en goedkeuring van het besluit tot aanpassing van de jaarlijkse begrotingswet

    398

    C29.R1

    M

    Fase III van de uitgaventoetsing

    399

    C29.R1

    M

    Oprichting van een permanente eenheid binnen de AIReF die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de uitgaventoetsingen waartoe de regering opdracht heeft gegeven.

    406

    C30.R1

    M

    Scheiding van de financiering van de sociale zekerheid

    412

    C30.R4

    M

    Stroomlijning van de moederschapstoeslagen

    413

    C30.R5

    M

    Herziening van belastingvoordelen in verband met het huidige aanvullende pensioenstelsel

    Bedrag van de tranche

    EUR 11 494 252 874

    3.2.Tweede tranche (niet-terugbetaalbare steun):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    24

    C2.R5

    M

    Inwerkingtreding van het Koninklijk Besluit renovatiebureaus („één-loketten”)

    26

    C2.I1

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit betreffende het regelgevingskader voor de uitvoering van het vernieuwingsprogramma; en Koninklijk Wetsbesluit tot regeling van stimulansen op het gebied van inkomstenbelasting ter ondersteuning van het programma

    30

    C2.I2

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot vaststelling van het regelgevingskader voor de uitvoering van het programma voor energie-efficiënte sociale huurwoningen die voldoen aan energie-efficiënte criteria

    40

    C3.R1

    M

    Inwerkingtreding van de tweede wijziging van Wet 12/2013 inzake maatregelen ter verbetering van de werking van de voedselketen

    46

    C3.I1

    T

    Inwerkingtreding van de contractuele overeenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en SEIASA ter ondersteuning van de verbetering en duurzaamheid van geïrrigeerde gebieden (fase I)

    56

    C3.I7

    M

    Overeenkomsten met openbare onderzoeksorganen

    74

    C5.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wijzigingen van de verordening hydrologische planning

    83

    C6.R1

    M

    Strategie voor duurzame, veilige en geconnecteerde mobiliteit (goedkeuring)

    108

    C7.R2

    M

    Nationale strategie voor zelfconsumptie

    112

    C7.R4

    M

    Routekaart voor offshore-windenergie en andere mariene energie

    139

    C10.I1

    M

    Programma voor opleidingssteun voor een „rechtvaardige transitie” en toekenning van steun voor de economische ontwikkeling van gebieden met een rechtvaardige transitie

    155

    C11.R4

    M

    Inwerkingtreding van het ministerieel besluit tot oprichting van de Nationale Evaluatiedienst

    189

    C13.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wet tot wijziging van Wet 34/2006 betreffende de toegang tot het beroep van advocaat en procuradores

    216

    C14.R1

    M

    Inwerkingtreding van het Koninklijk Besluit tot uitvoering van het financieel fonds van de staat voor het concurrentievermogen van het toerisme

    217

    C14.I1

    T

    Begrotingstoewijzing van plannen ter bevordering van de duurzaamheid van het toerisme op hun bestemming

    232

    C15.R2

    M

    Toewijzing van de 700 MHz-spectrumband

    233

    C15.R2

    M

    Inwerkingtreding van de rechtshandeling inzake de verlaging van de belasting op 5G-spectrum

    250

    C16.R1

    M

    Handvest van digitale rechten

    258

    C17.I1

    T

    Overeenkomsten ondertekend door het ministerie van Wetenschap en Innovatie met de autonome gemeenschappen voor de uitvoering van de „aanvullende O & O-plannen”.

    273

    C18.R1

    M

    Actieplan voor eerstelijnszorg en gemeenschapszorg

    278

    C18.I1

    M

    Goedkeuring van het investeringsplan voor uitrusting en verdeling van de middelen

    289

    C19.I2

    M

    Programma om openbare en door de overheid gesubsidieerde scholen uit te rusten met digitale instrumenten

    306

    C21.R3

    M

    Inwerkingtreding van de Koninklijke besluiten voor de organisatie van universiteiten

    331

    C23.R3

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Wetsbesluit ter bescherming van werknemers die met behulp van technologische middelen distributieactiviteiten verrichten aan derden

    332

    C23.R4

    M

    Wijziging van het werknemersstatuut om de vermindering van tijdelijke banen te ondersteunen door het aantal soorten arbeidsovereenkomsten te stroomlijnen

    334

    C23.R5

    M

    Koninklijk besluit voor een nieuwe Spaanse werkgelegenheidsstrategie 2021-2024

    336

    C23.R6

    M

    Wijziging van het werknemersstatuut om een regeling in te voeren om zich aan conjuncturele en structurele schokken aan te passen, met inbegrip van een systeem dat interne flexibiliteit voor bedrijven en stabiliteit voor werknemers biedt

    338

    C23.R8

    M

    Wijziging van het werknemersstatuut om de wettelijke regels voor collectieve onderhandelingen te verbeteren

    339

    C23.R9

    M

    Wijziging van het werknemersstatuut ter verbetering van de rechten van personen die werkzaam zijn in onderaanneming

    345

    C23.I4

    M

    Goedkeuring van de regionale toewijzing van middelen voor territoriale projecten voor kwetsbare groepen, ondernemerschap en micro-ondernemingen.

    378

    C27.R2

    T

    Modernisering van de belastingdienst — Aantal personeelsleden bij de belastingdienst

    379

    C27.R2

    T

    Modernisering van de belastingdienst — Belastingonderzoeken

    380

    C27.R3

    T

    Betere bijstand aan belastingplichtigen — Sociedades Web geüpgraded en beschikbaar voor ten minste 1 666 123 belastingplichtigen.

    381

    C27.R3

    T

    Betere bijstand aan belastingplichtigen — Renta Web geüpgraded en beschikbaar voor ten minste 1 779 505 belastingplichtigen

    383

    C27.R4

    T

    Internationale dimensie — Geregistreerde buitenlandse belastingbetalers geïdentificeerd

    384

    C27.R5

    T

    Coöperatief model — Transparantieverslagen

    389

    C28.R4

    M

    Belastingen op kunststoffen en afval voor eenmalig gebruik

    400

    C29.R1

    M

    Goedkeuring door de Raad van Ministers van de nieuwe cyclus (2022-26) van uitgaventoetsingen in opdracht van AIReF.

    403

    C29.R2

    M

    Verslag over de afstemming van de begroting op de SDG’s

    407

    C30.R2

    M

    Handhaving van de koopkracht van de pensioenen en aanpassing van de effectieve pensioenleeftijd en de wettelijke pensioenleeftijd

    Bedrag van de tranche

    EUR 13 793 103 448

    3.3.Derde tranche (niet-terugvorderbare steun):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    2

    C1.R1

    M

    Wijzigingen van de Technische Bouwcode (o.v.), de laagspanningselektrotechnische regeling (LVER) en goedkeuring van een koninklijk besluit tot regulering van openbare laaddiensten

    45

    C3.R6

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit betreffende het beheer van nationale visgronden

    51

    C3.I4

    T

    Investeringsplan ter bevordering van de duurzaamheid en het concurrentievermogen van de landbouw en de veeteelt

    57

    C3.I7

    T

    Aankoop van akoestische sondes voor onderzoek in de visserij

    61

    C3.I11

    T

    Financiering van investeringsprojecten in de visserijsector

    65

    C4.I1

    M

    Het gunnen van opdrachten voor speciale vliegtuigen voor brandbestrijding en het opzetten van een systeem voor de monitoring en het beheer van kennis over biodiversiteit

    110

    C7.R3

    M

    Proefproject voor energiegemeenschappen

    115

    C7.I1

    M

    Aanbesteding voor investeringssteun voor innovatieve capaciteit of hernieuwbare capaciteit met toegevoegde waarde

    124

    C8.R4

    M

    Inwerkingtreding van maatregelen ter bevordering van testomgevingen voor regelgeving ter bevordering van onderzoek en innovatie in de elektriciteitssector.

    130

    C9.R1

    M

    Inwerkingtreding van de verordening tot vaststelling van garanties van oorsprong voor hernieuwbare gassen

    190

    C13.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wet tot hervorming van de insolventiewet

    229

    C15.R1

    M

    Inwerkingtreding van de telecommunicatiewet

    254

    C17.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wijziging van Wet 14/2011 van 1 juni betreffende wetenschap, technologie en innovatie.

    270

    C17.I8

    T

    Steun voor O & O-projecten op het gebied van duurzame automobielindustrie

    274

    C18.R2

    M

    Goedkeuring van de Spaanse volksgezondheidsstrategie

    296

    C20.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wet op het geïntegreerde stelsel van beroepsopleiding, met als doel het systeem te moderniseren

    304

    C21.R2

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit betreffende de minimumonderwijsvereisten voor het onderwijs

    314

    C22.R1

    M

    Goedkeuring door de Territoriale Raad van de evaluatie van het systeem voor autonome en afhankelijke zorg (SAAD).

    317

    C22.R4

    M

    Inwerkingtreding van de wetgevingshervorming van het opvangstelsel voor migranten en verzoekers om internationale bescherming in Spanje

    350

    C23.I7

    M

    Verbetering van de benuttingsgraad van het minimuminkomen („IMV”) en vergroting van de doeltreffendheid ervan door middel van inclusiebeleid

    360

    C24.I3

    T

    Digitalisering en bevordering van belangrijke culturele diensten

    364

    C25.R1

    M

    Inwerkingtreding van de algemene wet inzake audiovisuele communicatie.

    374

    C26.I3

    M

    Projecten ter bevordering van gelijkheid in de sport

    376

    C27.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wet tegen belastingontduiking en -fraude

    390

    C28.R4

    M

    Analyse van de voertuigregistratiebelasting en de verkeersbelasting

    391

    C28.R4

    M

    Inwerkingtreding van de hervorming van de belasting op gefluoreerde gassen

    401

    C29.R1

    M

    Publicatie van een monitoringverslag

    411

    C30.R3

    M

    Hervorming van het stelsel van socialezekerheidsbijdragen voor zelfstandigen

    414

    C30.R5

    M

    Herziening van het huidige aanvullende pensioenstelsel

    Bedrag van de tranche

    EUR 6 896 551 724

    3.4.Vierde tranche (niet-terugvorderbare steun):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    4

    C1.I1

    T

    Budget besteed aan aankopen of toegekend door gemeenten ter bevordering van duurzame mobiliteit

    22

    C2.R3

    M

    Inwerkingtreding van de huisvestingswet, met inbegrip van acties ter ondersteuning van de toename van het woningaanbod in overeenstemming met bijna-energieneutrale gebouwen

    23

    C2.R4

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake de kwaliteit van de architectuur en de bouwomgeving

    25

    C2.R6

    M

    Inwerkingtreding van de wijzigingen van de horizontale eigendomswet om de financiering van rehabilitatie te vergemakkelijken

    38

    C2.I6

    T

    Actieplannen in het kader van de Spaanse stedelijke agenda

    41

    C3.R2

    M

    Inwerkingtreding van het regelgevingskader voor de ontwikkeling van een algemeen register van beste beschikbare technieken op landbouwbedrijven om informatie te verstrekken over de uitstoot van verontreinigende stoffen en broeikasgassen, en de planningswetgeving te hervormen met criteria voor landbouwbedrijven in alle sectoren

    43

    C3.R4

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit inzake een governancemechanisme ter verbetering van het Spaanse irrigatiesysteem.

    44

    C3.R5

    M

    Goedkeuring van het tweede actieplan van de digitaliseringsstrategie voor de agrovoedingssector en de plattelandsgebieden.

    47

    C3.I1

    T

    Uitvoering van de overeenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en SEIASA ter ondersteuning van de verbetering en duurzaamheid van geïrrigeerde gebieden (fase II)

    55

    C3.I6

    M

    Aankoop van ICT-uitrusting voor de mariene reserves van visserijbelangen en contracten voor de aankoop van speciale vaartuigen voor de mariene reserves

    60

    C3.I10

    M

    Aankoop van lichte patrouillevaartuigen en patrouillevaartuigen op volle zee ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij

    62

    C4.R1

    M

    Strategisch plan voor natuurlijk erfgoed en biodiversiteit en plan voor het netwerk van beschermde mariene gebieden

    64

    C4.R3

    M

    Goedkeuring van de Spaanse bosstrategie en het Spaanse steunplan

    77

    C5.I2

    M

    Herstel van de bescherming van riviertanks tegen overstromingsrisico’s

    80

    C5.I4

    T

    Herstel van aangetaste gebieden en ecosystemen over ten minste 50 kilometer kustlijn

    84

    C6.R2

    M

    Indicatieve spoorwegstrategie

    85

    C6.I1

    M

    TEN-T-kernnetwerk: gunning van projecten

    88

    C6.I2

    M

    TEN-T-netwerk verschillende vervoerswijzen (spoor en weg): gedeeltelijke begrotingstoewijzing

    95

    C6.I3

    M

    Intermodale en logistieke infrastructuur: gedeeltelijke begrotingstoewijzing

    99

    C6.I4

    M

    Ondersteuning van het programma voor duurzaam en digitaal vervoer.

    140

    C10.I1

    T

    Steun voor projecten op het gebied van milieu-, digitale en sociale infrastructuur.

    145

    C11.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wijziging van Wet 40/2015 en ministeriële besluiten ter versterking van de interterritoriale samenwerking

    146

    C11.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wet ter versterking van de evaluatie van het overheidsbeleid

    147

    C11.R1

    M

    Inwerkingtreding van de hervorming van Wet 7/1985 inzake lokale bestuursregelingen en de wijziging van Koninklijk Besluit 1690/1986 van 11 juli tot goedkeuring van de verordening betreffende bevolking en territoriale afbakening van lokale entiteiten

    148

    C11.R1

    M

    Inwerkingtreding van regelgevende maatregelen met betrekking tot het ambtenarenapparaat van de overheid

    152

    C11.R2

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk wetsbesluit ter verbetering van de efficiëntie van gerechtelijke procedures en van het koninklijk wetsbesluit inzake digitale efficiëntie

    156

    C11.R4

    M

    Nationale aanbestedingsstrategie

    164

    C11.I2

    T

    Gerechtelijke procedures die elektronisch moeten worden uitgevoerd

    174

    C11.I5

    T

    Nieuwe communicatie-instrumenten en -activiteiten

    178

    C12.R2

    M

    Inwerkingtreding van de handelingen die deel uitmaken van het beleidspakket circulaire economie

    179

    C12.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake afvalstoffen en verontreinigde bodem

    182

    C12.I2

    M

    PERTE op het gebied van elektrische voertuigen

    183

    C12.I2

    M

    PERTE’s op strategische gebieden als omschreven in het plan

    184

    C12.I2

    T

    Innovatieve projecten voor de transformatie van de industrie op het gebied van energie-efficiëntie, duurzaamheid en digitalisering

    191

    C13.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake de oprichting en groei van ondernemingen

    192

    C13.R2

    M

    Inwerkingtreding van de starterswet

    450

    C13.R2

    M

    Inwerkingtreding van Koninklijk Besluit 629/2022 van 26 juli tot wijziging van de regeling van organieke wet 4/2000 betreffende de rechten en vrijheden van buitenlanders in Spanje en hun sociale integratie

    200

    C13.I3

    T

    Begroting vastgelegd voor het programma van de digitale toolkit

    201

    C13.I3

    T

    Begroting vastgelegd voor het programma voor medewerkers van het veranderingsprogramma

    202

    C13.I3

    T

    Begroting vastgelegd voor het steunprogramma voor innovatieve ondernemingen

    203

    C13.I3

    T

    Begroting vastgelegd voor het programma van DIH’s

    218

    C14.I1

    T

    Begrotingstoewijzing van plannen ter bevordering van de duurzaamheid van het toerisme op hun bestemming

    234

    C15.R2

    M

    Toewijzing van de 26 GHz-spectrumband

    235

    C15.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake 5G-cyberbeveiliging

    245

    C15.I7

    M

    Lancering van het nationale programma ter ondersteuning van de cyberbeveiligingsindustrie, het programma voor wereldwijde beveiligingsinnovatie en aanverwante acties.

    247

    C15.I7

    T

    Versterking en verbetering van cyberbeveiligingscapaciteiten: Helplijn cyberbeveiliging

    259

    C17.I2

    T

    Prijzen voor projecten ter verbetering van de nationale wetenschappelijke infrastructuur en de capaciteit van het Spaanse wetenschaps- en innovatiesysteem, en bilaterale overeenkomsten met internationale entiteiten en andere instrumenten voor de financiering van projecten op het gebied van Europese en internationale infrastructuur.

    261

    C17.I3

    T

    Toekenning van nieuwe particuliere, interdisciplinaire, openbare O & O-I-projecten, concepttests, internationale vergelijkende oproepen en baanbrekende O op sociale uitdagingen

    300

    C20.I3

    T

    Ten minste 50 000 nieuwe plaatsen voor beroepsonderwijs en -opleiding ten opzichte van eind 2020.

    319

    C22.R5

    M

    Publicatie van het „Plan voor de reorganisatie en vereenvoudiging van het stelsel van niet op premie- of bijdragebetaling berustende financiële uitkeringen van de algemene overheid”.

    335

    C23.R5

    M

    Inwerkingtreding van de wijziging van de arbeidswet (Koninklijk Wetsbesluit 3/2015)

    337

    C23.R7

    M

    Inwerkingtreding van de hervorming van Wet 43/2006 om het stimuleringsstelsel voor aanwervingen te vereenvoudigen en doeltreffender te maken, rekening houdend met de aanbevelingen van AIReF

    340

    C23.R10

    M

    Inwerkingtreding van de wijziging van Koninklijk Wetsbesluit 8/2015 tot hervorming van de regeling inzake niet op premie- of bijdragebetaling berustende werkloosheidssteun

    352

    C24.R1

    M

    Inwerkingtreding van het statuut van de kunstenaar, sponsoring en fiscale stimuleringsmaatregelen.

    367

    C26.R1

    M

    Inwerkingtreding van de sportwet

    377

    C27.R1

    M

    Tussentijdse beoordeling van de gevolgen van de wet tegen belastingontduiking en -fraude.

    404

    C29.R3

    M

    Verslag over de afstemming van de groene budgetten

    408

    C30.R2

    M

    Aanpassing van de berekeningsperiode voor de berekening van het ouderdomspensioen

    409

    C30.R2

    M

    Vervanging van de duurzaamheidsfactor door een intergenerationeel eigenvermogensmechanisme

    410

    C30.R2

    M

    Geactualiseerde prognoses waaruit blijkt hoe de in 2021 en 2022 doorgevoerde pensioenhervormingen de houdbaarheid van de begroting op lange termijn waarborgen

    415

    C30.R6

    M

    Aanpassing van de grondslag van de maximale bijdrage

    Bedrag van de tranche

    EUR 11 435 531 581

    3.5.Vijfde tranche (niet-terugvorderbare steun):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    11

    C1.I2

    T

    Gunning van innovatieve projecten ter bevordering van elektromobiliteit

    21bis

    C2.R2

    M

    Publicatie van aanbevelingen van werkgroepen voor de uitvoering van de langetermijnrenovatiestrategie in Spanje

    42

    C3.R3

    M

    Inwerkingtreding van het normatieve kader voor duurzame voeding in landbouwbodems.

    53

    C3.I5

    T

    Ondertekening van contractuele overeenkomsten tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en Enisa

    70

    C4.I3

    T

    Sanering van voormalige mijnbouwterreinen (ten minste 20 voormalige mijnbouwterreinen)

    73

    C4.I4

    M

    Acties inzake duurzaam bosbeheer

    75

    C5.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wijziging van de waterwet en de nieuwe regeling ter vervanging van Koninklijk Besluit 1620/2007

    76

    C5.I1

    T

    Verbeterde infrastructuur voor water- en afvalwaterzuivering

    109

    C7.R2

    M

    Voltooiing van de maatregelen in het kader van de nationale strategie voor zelfconsumptie

    113

    C7.R4

    M

    Inwerkingtreding van de regelgevende maatregelen op de kaart voor offshore-windenergie en andere mariene energie

    131

    C9.I1

    T

    Financiering van kmo’s ter versterking van de waardeketen voor waterstof

    138

    C10.R1

    T

    Protocollen voor een rechtvaardige transitie en adviesraad

    433

    C11.R1

    M

    Actualisering van het nationale veiligheidskader

    453

    C15.I7

    M

    Lancering van het nationale programma ter ondersteuning van de cyberbeveiligingsindustrie, het programma voor wereldwijde beveiligingsinnovatie en aanverwante acties.

    307

    C21.R3

    M

    Inwerkingtreding van de organieke wet op het universitaire stelsel

    468

    C21.I6

    M

    Goedkeuring van het actieplan voor de ontwikkeling van microcredentials aan universiteiten

    315

    C22.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake sociale diensten en ministeriële regelingen

    316

    C22.R3

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake gezinsdiversiteit

    321

    C22.I1

    T

    Projecten uitgevoerd door het ministerie van Sociale Rechten en Agenda 2030

    473

    C22.I4

    M

    Het opzetten van verschillende soorten diensten voor slachtoffers van seksueel geweld.

    386

    C28.R2

    M

    Herziening en wijzigingen van belastingvoordelen

    388

    C28.R3

    M

    Inwerkingtreding van de hervormingen die voortvloeien uit de aanbevelingen van het Comité

    402

    C29.R1

    M

    Fase III van de uitgaventoetsing

    Bedrag van de tranche

    EUR 7 671 001 527

    3.6.Zesde Instalment (niet-terugvorderbare steun):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    5

    C1.I1

    T

    Begroting uitgegeven aan aankopen of toegekend door autonome gemeenschappen van ten minste 900 miljoen EUR ter bevordering van duurzame mobiliteit

    6

    C1.I1

    T

    Voltooide projecten ter bevordering van duurzame mobiliteit, ook in stedelijke en grootstedelijke gebieden

    12

    C1.I2

    T

    Registratie van subsidieaanvragen voor elektrische voertuigen en oplaadpunten

    14

    C1.I3

    T

    Korte spoorlijnen (Cercanías)

    15

    C1.I3

    T

    Stations verbeterd door digitalisering

    16

    C1.I3

    T

    Verbeterde „Cercanías” -stations

    32

    C2.I3

    M

    Toekenning van renovaties voor woningen en niet voor bewoning bestemde gebouwen, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 %

    422

    C3.R2

    M

    Inwerkingtreding van de verordening ter verbetering van de bioveiligheid van het vervoer van vee en van de regelgeving voor het duurzame gebruik van antibiotica bij diersoorten

    424

    C3.I1

    T

    Uitvoering van het addendum bij de overeenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en SEIASA ter ondersteuning van de verbetering en duurzaamheid van geïrrigeerde gebieden (fase II)

    54

    C3.I5

    T

    Kmo’s in de agrovoedingssector ondersteund voor de uitvoering van innovatieve en digitale bedrijfsprojecten

    58

    C3.I8

    T

    Projecten voor onderzoeksontwikkeling en innovatie ter ondersteuning van de veerkracht en duurzaamheid van de visserij- en aquacultuursector

    59

    C3.I9

    M

    Digitale versterking van het Spaanse visserijinformatiesysteem (SIPE) en van het visserijbewakingssysteem

    67

    C4.I2

    T

    Beschermde mariene gebieden

    79

    C5.I3

    M

    Gunning van contracten voor de toepassing van instrumenten ter verbetering van de kennis en het gebruik van watervoorraden en ter bewaking van regenval en andere meteorologische gegevens

    81

    C5.I4

    T

    Herstel van aangetaste gebieden en ecosystemen over ten minste 100 kilometer kustlijn

    106

    C7.R1

    T

    Extra productiecapaciteit voor hernieuwbare energie

    107

    C7.R1

    T

    Cumulatieve extra capaciteit voor hernieuwbare energie geïnstalleerd in Spanje

    114

    C7.R4

    M

    Voltooiing van de in het stappenplan voor biogas vastgestelde maatregelen

    116

    C7.I1

    M

    Nieuwe projecten, technologieën of installaties voor mariene infrastructuur voor hernieuwbare energie

    118

    C7.I2

    M

    Kantoor Schone energie en slimme projecten voor eilanden

    123

    C8.R3

    M

    Inwerkingtreding van regelgevende maatregelen voor de integratie van flexibiliteit en vraagrespons.

    125

    C8.I1

    T

    Toegekende innovatieve opslagprojecten

    127

    C8.I2

    T

    Innovatieve digitaliseringsprojecten voor elektriciteitsdistributie

    128

    C8.I3

    T

    Projecten ter bevordering van nieuwe bedrijfsmodellen voor de energietransitie

    132

    C9.I1

    T

    Technologische ontwikkelingen in de waardeketen voor hernieuwbare waterstof

    133

    C9.I1

    T

    Clusters van hernieuwbare waterstof (of valleien)

    134

    C9.I1

    T

    Pioniersprojecten op het gebied van waterstof

    135

    C9.I1

    T

    Testfaciliteiten of nieuwe productielijnen.

    149

    C11.R1

    M

    Statuten van de nieuwe overheidsinstantie die de evaluatie uitvoert

    437

    C11.R3

    M

    Publicatie van het tweejaarlijkse verslag over het risico van klimaatverandering voor het financiële stelsel en oprichting van de Raad voor duurzame financiering

    160

    C11.I1

    M

    Interconnectie van nationale platforms voor overheidsopdrachten

    161

    C11.I1

    T

    Gunning van projecten ter ondersteuning van de digitale transformatie van het centraal openbaar bestuur

    163

    C11.I2

    M

    Interoperabele platforms voor de uitwisseling van socialezekerheids- en gezondheidsgegevens

    165

    C11.I2

    T

    Gunning van projecten ter ondersteuning van digitaliseringsprojecten van het centraal openbaar bestuur

    167

    C11.I3

    M

    Digitalisering van regionale en lokale entiteiten

    176

    C12.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wet op de industrie

    187

    C12.I3

    T

    Voltooiing van projecten ter ondersteuning van de uitvoering van de afvalwetgeving en ter bevordering van de circulaire economie in het bedrijfsleven

    451

    C13.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wijziging van Wet 14/2013 van 27 september betreffende de ondersteuning van ondernemers en de internationalisering daarvan

    194

    C13.I1

    T

    Gebruikers die profiteren van maatregelen om het ondernemersecosysteem te stimuleren

    196

    C13.I2

    T

    CERSA-garantie

    198

    C13.I2

    T

    Ondernemers en kmo’s, ondersteund door het steunprogramma voor industrieel ondernemerschap

    205

    C13.I3

    T

    Begrotingsuitvoering van het programma voor medewerkers van het wijzigingsprogramma

    206

    C13.I3

    T

    Begrotingsuitvoering van het steunprogramma voor innovatieve ondernemingen

    207

    C13.I3

    T

    Uitvoering van de begroting van het DIHS-programma

    210

    C13.I4

    T

    Kmo’s en bedrijfsverenigingen die steun hebben ontvangen uit het Technologisch Fonds

    219

    C14.I1

    T

    Begrotingstoewijzing van plannen ter bevordering van de duurzaamheid van het toerisme op hun bestemming

    236

    C15.I1

    M

    Uitrol van ultrasnelle breedband: onderscheiding

    246

    C15.I7

    T

    Versterking en verbetering van cyberbeveiligingscapaciteiten: Bronnen

    251

    C16.R1

    M

    Ondersteuning van projecten op het gebied van kunstmatige intelligentie

    256

    C17.R2

    M

    De tussentijdse evaluatie van de Spaanse strategie voor wetenschap, technologie en innovatie 2021-2027

    265

    C17.I5

    T

    Innovatieve en op technologie gebaseerde bedrijven hebben in het kader van het programma INNVIERTE kapitaal ontvangen om hun onderzoeksactiviteiten in een vroeg stadium te versterken

    271

    C17.I9

    T

    Steun voor O & O-innovatieprojecten op het gebied van lucht- en ruimtevaart, met bijzondere aandacht voor emissiearme en emissievrije projecten

    275

    C18.R3

    M

    Wet inzake billijkheid, universaliteit en cohesie van het nationale gezondheidsstelsel, en de heroriëntatie van zeer complexe zorg en de toename van het gemeenschappelijke dienstenpakket

    276

    C18.R4

    M

    Wet betreffende het kaderstatuut voor statutair personeel van de gezondheidsdienst, andere aanvullende maatregelen en verbetering van het gespecialiseerde opleidingsstelsel in de gezondheidszorg

    277

    C18.R5

    M

    Wet inzake garanties en rationeel gebruik van medische producten

    279

    C18.I1

    T

    Installatie/vernieuwing/uitbreiding van apparatuur

    280

    C18.I2

    T

    Campagnes en acties op het gebied van de volksgezondheid

    282

    C18.I4

    T

    Gezondheidswerkers die zijn opgeleid in het kader van plannen voor permanente educatie

    283

    C18.I5

    M

    VALTERM ED system and platform for the Assessment of Health Technologies and Benefits of the National Health System (Evaluatie van gezondheidstechnologieën en -voordelen van het nationale gezondheidsstelsel)

    284

    C18.I6

    T

    Gezondheidsgegevensmeer operationeel

    286

    C19.I1

    T

    Opleiding van burgers op het gebied van digitale vaardigheden.

    308

    C21.I1

    T

    Begrotingspremie voor de bevordering van de eerste cyclus van voor- en vroegschoolse educatie

    312

    C21.I4

    T

    Beurzen en beurzen voor postdoctoraatsstudenten, assistent-professoren en onderzoekers

    313

    C21.I5

    M

    Verhoging van de „Digitale index voor universiteiten”

    320

    C22.R5

    M

    Inwerkingtreding van wetgeving om het stelsel van niet op premie- of bijdragebetaling berustende financiële uitkeringen te reorganiseren en te vereenvoudigen

    324

    C22.I2

    M

    Invoering van specifieke technologische instrumenten om de informatie- en beheersystemen voor sociale diensten te verbeteren.

    341

    C23.R11

    M

    Certificaten van voltooiing van de diensten in het kader van de contracten voor de modernisering van de openbare dienst voor arbeidsvoorziening

    346

    C23.I4

    T

    Er zijn territoriale projecten voor kwetsbare groepen, ondernemerschap en micro-ondernemingen afgerond, waarbij ten minste 39 000 werknemers en 64 000 ondernemingen betrokken zijn.

    348

    C23.I5

    T

    Opleidingsacties voor ODA-personeel

    353

    C24.R2

    M

    Inwerkingtreding van wet- en regelgeving ter versterking van het auteursrecht en de naburige rechten

    354

    C24.I1

    T

    Versterking van het concurrentievermogen van de cultuurindustrie

    355

    C24.I2

    T

    Modernisering en duurzaam beheer van de infrastructuur voor podiumkunsten en muzikale kunsten

    357

    C24.I2

    T

    Vergunningen voor e-boeken voor bibliotheken

    359

    C24.I2

    T

    Stimuleren van culturele en creatieve initiatieven

    361

    C24.I3

    T

    Voltooiing van de digitalisering en bevordering van belangrijke culturele diensten

    362

    C24.I3

    T

    Voltooiing van de digitalisering van het Bibliografisch erfgoed

    365

    C25.R1

    M

    Inwerkingtreding van de bioscoopwet.

    366

    C25.I1

    T

    Ondersteuning van kmo’s in de audiovisuele sector.

    368

    C26.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wet tot regeling van bepaalde sportberoepen

    369

    C26.R3

    M

    Nationale strategie voor de bevordering van sport tegen sedentaire levensstijl en gebrek aan lichaamsbeweging

    371

    C26.I1

    T

    Centra voor sportgeneeskunde

    375

    C26.I3

    T

    Voltooiing van de acties in het kader van het sociaal plan voor sport

    382

    C27.R3

    M

    Levering van vier digitale ondersteuningsplatforms

    405

    C29.R3

    M

    Verslag over de afstemming van de groene budgetten

    477

    C31.R1

    M

    Hervorming van de vergunningsprocedures voor de productie van hernieuwbare energie en de infrastructuur van het elektriciteitsnet

    Bedrag van de tranche

    EUR 4 076 613 963

    3.7.Zevende tranche (niet-terugvorderbare steun):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    3

    C1.R2

    M

    Goedkeuring van een wet inzake duurzame mobiliteit

    7

    C1.I1

    T

    Budget besteed aan aankopen of toegekend door gemeenten ter bevordering van duurzame mobiliteit

    8

    C1.I1

    T

    Prijs voor projecten ter verbetering van nieuwe vormen van mobiliteit op openbare wegen

    17

    C1.I3

    T

    Cumulatief budget toegekend voor investeringen in spoorlijnen over korte afstand

    27

    C2.I1

    T

    Voltooiing van renovatieacties voor woonwoningen of besluiten tot toekenning van steun voor de uitvoering van renovatieacties voor woonwoningen, waarbij de vraag naar primaire energie met gemiddeld ten minste 30 % wordt verminderd (ten minste 231 000 acties in ten minste 160 000 unieke woningen)

    36

    C2.I5

    T

    Voltooiing van renovaties van openbare gebouwen, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 % (ten minste 290 000 m²)

    50

    C3.I3

    T

    Verbeterde reinigings- en ontsmettingscentra en productiecentra voor plantaardig teeltmateriaal met versterkte opleidings- en bioveiligheidssystemen

    86

    C6.I1

    T

    TEN-T-kernnetwerk: voortgang van de werkzaamheden

    89

    C6.I2

    T

    TEN-V-netwerk buiten het kernnetwerk: voortgang van de spoorwegwerkzaamheden

    90

    C6.I2

    T

    Gemeenschappelijk Europees luchtruim: toegekend project en voortgang van de voltooiing van de projecten

    91

    C6.I2

    M

    Digitalisering van het ministerie van Vervoer, Mobiliteit en Stedelijke Agenda

    96

    C6.I3

    M

    Uitvoering van de begroting voor de intermodale en logistieke infrastructuur

    100

    C6.I4

    M

    Duurzaam en digitaal vervoer: aanvang van de werken

    111

    C7.R3

    T

    Voltooiing van energiegerelateerde proefprojecten in lokale gemeenschappen

    431

    C10.I1

    T

    Steun voor projecten op het gebied van milieu-, digitale en sociale infrastructuur

    150

    C11.R1

    T

    Stabilisatie van de werkgelegenheid bij de overheid

    432

    C11.R1

    M

    Wet inzake transparantie en integriteit in de activiteiten van belangengroepen

    434

    C11.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wet op de organisatorische en procedurele efficiëntie

    435

    C11.R2

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake het recht op verdediging

    436

    C11.R3

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake klantendiensten en van de wet tot oprichting van de autoriteit voor de bescherming van financiële cliënten

    170

    C11.I4

    T

    Renovatie van voertuigen in het openbaar bestuur

    171

    C11.I4

    T

    Energierenovatie van openbare gebouwen (140 000 m²)

    185

    C12.I2

    T

    Begrotingsuitvoering van PERTES en innovatieve projecten voor de transformatie van de industrie

    440

    C12.R2

    M

    Werkgroep van de Afvalcoördinatiecommissie om toe te zien op de naleving van de afvalwetgeving

    442

    C12.I3

    T

    Verdeling van subsidies voor de uitvoering van afvaluitvoeringsprojecten.

    446

    C12.I5

    M

    Subsidieregeling ter ondersteuning van de circulaire economie: Vaststelling van de subsidieregeling

    448

    C12.I5

    M

    Subsidieregeling ter ondersteuning van de circulaire economie: Ministerie heeft de investering voltooid 

    448a

    C12.I6

    M

    Subsidieregeling voor de sector elektrische voertuigen (subsidies): Ministerie heeft de investering voltooid

    448b

    C12.I6

    M

    Subsidieregeling voor de sector elektrische voertuigen (subsidies); Vaststelling van de subsidieregeling

    452

    C13.R3

    M

    Maatregelen om de toegang van kmo’s tot financiering te verbeteren door middel van wijzigingen in Wet 6/2023 van 17 maart 2023.

    193

    C13.I1

    T

    Ondernemers of kmo’s die profiteren van maatregelen om het ondernemersecosysteem te stimuleren

    195

    C13.I1

    T

    Andere acties verspreiding en communicatie en financiering

    197

    C13.I2

    T

    Kmo’s ondersteund door het programma „Vaardigheden voor groei in kmo’s”

    204

    C13.I3

    T

    Kmo’s ondersteund door het programma Digital Toolkit

    211

    C13.I4

    T

    Moderniseringsacties op gemeentelijke markten of commerciële gebieden

    212

    C13.I4

    T

    Modernisering van de marktinfrastructuur in kleine gemeenten

    213

    C13.I5

    T

    Ondernemingen die deelnemen aan projecten ter ondersteuning van hun internationalisering

    220

    C14.I1

    M

    Voltooiing van plannen ter bevordering van de duurzaamheid van het toerisme op hun bestemming

    225

    C14.I4

    T

    Projecten gericht op commerciële gebieden in lokale gebieden met een hoge toeristische toestroom

    238

    C15.I2

    T

    Verbetering van de connectiviteit in belangrijke centra en sectoren

    239

    C15.I3

    T

    Connectiviteitsvouchers voor kmo’s en kwetsbare groepen

    240

    C15.I4

    T

    Aanpassing van telecommunicatie-infrastructuur in gebouwen

    241

    C15.I5

    M

    Verbetering van grensoverschrijdende digitale infrastructuur: onderscheiding

    243

    C15.I6

    M

    Uitrol van 5G-technologie: onderscheiding

    458

    C16.R1

    M

    Testomgevingen voor regelgeving en het Spaanse Agentschap voor toezicht op artificiële intelligentie (AESIA)

    262

    C17.I3

    T

    Goedkeuring van O & I-projecten waarvan ten minste 35 % verband houdt met de groene en digitale transitie

    263

    C17.I4

    T

    Ondersteuning van de loopbaan in wetenschappelijk onderzoek door middel van beurzen en subsidies

    266

    C17.I5

    T

    Ondersteuning van jonge technologiebedrijven om hun bedrijfsplan uit te voeren.

    267

    C17.I6

    T

    Steun voor projecten ter versterking van de strategische capaciteiten en internationalisering van het nationale gezondheidsstelsel, projecten in verband met de strategie voor precisiegeneeskunde en bijdrage aan een openbaar — particulier investeringsinstrument voor geavanceerde therapieën.

    461

    C17.I9

    M

    Publicatie van de prijzen van de oproepen tot het indienen van voorstellen voor O & O-I in de lucht- en ruimtevaartsector.

    287

    C19.I1

    M

    Voltooiing van acties ter verbetering van de digitale capaciteiten

    293

    C19.I4

    T

    Beursprogramma’s voor digitaal talent

    298

    C20.I1

    T

    Modulaire opleidingen voor bij- en omscholing van werkenden en werklozen

    299

    C20.I2

    T

    Centra voor topkwaliteit en innovatie op het gebied van beroepsopleiding

    467a

    C20.I2

    T

    Oprichting van „ondernemerschap” -klaslokalen

    467b

    C20.I2

    T

    Voltooiing van groene opleidingen voor leerkrachten in beroepsonderwijs en -opleiding

    301

    C20.I3

    T

    Tweetalige beroepsopleidingscycli

    305

    C21.R2

    M

    Materiaal om leerkrachten te begeleiden en te ondersteunen bij de uitvoering van het nieuwe curriculum, en opleiding van professionals

    310

    C21.I2

    T

    Ondersteuning van scholen in het kader van het PROA ± programma

    311

    C21.I3

    T

    Begeleidings- en begeleidingseenheden voor kwetsbare studenten

    470

    C22.I1

    T

    Residentiële, niet-residentiële en dagverblijven.

    326

    C22.I3

    T

    Projecten ter verbetering van de toegankelijkheid

    327

    C22.I4

    T

    Centra voor slachtoffers van seksueel geweld.

    347

    C23.I5

    T

    Openbare centra voor begeleiding, ondernemerschap, ondersteuning en innovatie voor nieuwe banen zijn volledig operationeel.

    351

    C23.I7

    M

    Evaluatie ter beoordeling van de dekking, de doeltreffendheid en het succes van minimuminkomensregelingen

    358

    C24.I2

    T

    Aankoop van boeken voor bibliotheken

    476

    C25.I1

    T

    Voltooiing van projecten ter ondersteuning van kmo’s in de audiovisuele sector

    483

    C31.I2

    M

    Steunregeling voor hernieuwbare waterstof: Ministerie heeft de investering voltooid

    480

    C31.I2

    M

    Steunregeling voor hernieuwbare waterstof: Invoering van de regeling

    487

    C31.I3

    M

    Steunregeling voor de waardeketen: Ministerie heeft de investering voltooid

    484

    C31.I3

    M

    Steunregeling voor de waardeketen: Invoering van de regeling

    488

    C31.I4

    M

    Bekendmaking van de selectiecriteria voor elektriciteitstransmissie-projecten

    489

    C31.I4

    M

    Vaststelling van de lijst van ondersteunde elektriciteitstransmissie-projecten

    491

    C31.I5

    M

    Publicatie van de oproepen en regels voor de verlening van steun voor het koolstofvrij maken van de industrie en voltooiing van een studie over de uitvoering van een fonds om bedrijven te stimuleren koolstofvrij te maken (carbon contract for differences)

    492

    C31.I5

    M

    Publicatie van prijzen voor decarbonisatieprojecten

    494

    C31.I6

    M

    Subsidieregeling voor het koolstofvrij maken van de industrie: Omzetting van SEPIDES in een openbaar bedrijf

    497

    C31.I6

    M

    Subsidieregeling voor het koolstofvrij maken van de industrie: Ministerie heeft de investering voltooid

    495

    C31.I6

    M

    Subsidieregeling voor het koolstofvrij maken van de industrie: Invoering van de regeling

    Bedrag van de tranche

    EUR 10 261 710 743

    3.8.Achtste tranche (niet-terugvorderbare steun):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    421

    C3.I2

    T

    Voltooiing van de bouw van een laboratorium van bioveiligheidsniveau 3 en een nationaal fytosanitair laboratorium.

    78

    C5.I2

    T

    Vermindering van de hoeveelheid uit watervoerende lagen gewonnen water

    168

    C11.I3

    T

    Gunning van projecten ter ondersteuning van de digitale transformatie van de regionale en lokale overheidsdiensten en het ministerie van Territoriaal Beleid en Openbaar Bestuur

    444

    C12.I4

    M

    PERTE CHIP. Versterking van de waardeketen voor halfgeleiders.

    222

    C14.I2

    M

    Lancering van het platform voor slimme bestemmingen van de toeristische sector.

    223

    C14.I2

    T

    Begunstigden van innovatieve, op technologie gebaseerde projecten in verband met AI en andere ontsluitende technologieën

    224

    C14.I3

    T

    Begunstigden in de extrapeninsulaire regio’s die projecten hebben voltooid ter verbetering van hun concurrentievermogen en hun vermogen om zich aan te passen aan veranderingen op de internationale markten

    226

    C14.I4

    T

    Toeristische producten geleverd in overeenstemming met de toerismestrategie

    227

    C14.I4

    T

    Toeristische bedrijven die hun jaarlijkse afval- of energieverbruik verminderen

    454

    C15.I8

    M

    PERTE CHIP. Versterking van de wetenschappelijke capaciteiten, het ontwerp en de innovatieve productie: toekenning

    322

    C22.I1

    T

    Thuistelecardiensten in het systeem voor autonomie en zorg voor afhankelijkheid (SAAD)

    349

    C23.I6

    T

    Projecten van de sociale economie voltooid

    481

    C31.I2

    T

    Steunregeling voor hernieuwbare waterstof: Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of gepubliceerde definitieve toekenningsresoluties (I)

    485

    C31.I3

    T

    Steunregeling voor de waardeketen: Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of gepubliceerde definitieve toekenningsresoluties (I)

    Bedrag van de tranche

    EUR 573 787 087

    3.9.Negende tranche (niet-terugvorderbare steun):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    417

    C1.R2

    M

    Ontwikkeling van een softwaretoepassing voor de uitvoering van de kosten-batenanalyse voor investeringen in vervoersinfrastructuur

    9

    C1.I1

    T

    Voltooide projecten ter bevordering van duurzame mobiliteit, ook in stedelijke en grootstedelijke gebieden

    10

    C1.I1

    T

    De staatswegen in stedelijke gebieden zijn verbeterd om nieuwe vormen van mobiliteit te bevorderen

    419

    C1.I2

    T

    Elektrische voertuigen en oplaadpunten geïnstalleerd

    13

    C1.I2

    T

    Voltooiing van innovatieve projecten ter bevordering van elektromobiliteit

    68

    C4.I2

    T

    Beschermde mariene gebieden

    71

    C4.I3

    M

    Maatregelen voor het herstel van ecosystemen

    81b

    C5.I4

    T

    Herstel van aangetaste gebieden en ecosystemen over ten minste 145 kilometer kustlijn

    119

    C7.I2

    T

    Voltooiing van projecten ter ondersteuning van de energietransitie op eilanden

    141

    C10.I1

    T

    Hulp bij het zoeken naar werk en omscholing voor werklozen

    142

    C10.I1

    T

    Investeringsprojecten om industriële installaties aan te passen aan groene waterstof en energieopslag.

    162

    C11.I1

    M

    Voltooiing van projecten ter ondersteuning van de digitale transformatie van het centraal openbaar bestuur

    166

    C11.I2

    M

    Voltooiing van projecten ter ondersteuning van digitaliseringsprojecten van het centraal openbaar bestuur

    441

    C12.R2

    M

    Inwerkingtreding van de handelingen die deel uitmaken van het tweede pakket circulaire economie

    447

    C12.I5

    T

    Subsidieregeling ter ondersteuning van de circulaire economie: Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd

    449

    C13.R1

    M

    Inwerkingtreding van de wijzigingen van de wet inzake de bescherming van de mededinging en van de bijbehorende regelgeving

    208

    C13.I3

    T

    Voltooiing van het programma voor digitale toolkit

    209

    C13.I3

    T

    Kmo’s die acties hebben voltooid om hun gebruik van digitale technologieën te vergroten (m.u.v. digitale toolkit)

    237

    C15.I1

    M

    Uitrol van ultrasnelle breedband: Voltooiing van het project

    281

    C18.I3

    M

    Informatiesysteem van het netwerk voor surveillance van de volksgezondheid

    466a

    C18.I6

    T

    Projecten voor de verwerking van massagegevens

    290

    C19.I2

    M

    Voltooiing van acties voor de digitale transformatie van het onderwijs

    291

    C19.I2

    T

    Levering van verbonden digitale apparaten in openbare en door de overheid gesubsidieerde scholen om de „digitale kloof” te overbruggen en ten minste 240 000 klaslokalen uit te rusten

    294

    C19.I4

    T

    Opleiding van IT-professionals

    297

    C20.I1

    T

    Nieuwe competentie-eenheden van de nationale catalogus van beroepskwalificaties

    467

    C20.I2

    T

    Omzetting van klaslokalen in toegepaste technologische ruimten

    302

    C20.I3

    T

    Nieuwe plaatsen voor beroepsonderwijs en -opleiding vergeleken met eind 2020

    309

    C21.I1

    T

    Nieuwe plaatsen voor de eerste cyclus van voor- en vroegschoolse educatie

    325

    C22.I2

    M

    Voltooiing van projecten voor de technologische transformatie van sociale diensten en voor de modernisering van de infrastructuur en diensten in verband met residentiële bescherming en pleeggezinnen

    471

    C22.I2

    T

    Uitvoering van proefprojecten

    472

    C22.I4

    M

    Investeringen in telefoon- en onlinediensten ter ondersteuning van slachtoffers van geweld tegen vrouwen

    342

    C23.I1

    T

    Mensen die de jongerenprogramma’s hebben afgerond.

    343

    C23.I2

    T

    Mensen die het „Plan Empleo Mujer, plattelands- en stedelijke gebieden” hebben afgerond en slachtoffers van gendergeweld en menselijk verkeer

    344

    C23.I3

    T

    Mensen die opleidingsprogramma’s hebben afgerond om vaardigheden te verwerven voor de digitale, ecologische en productieve transformatie

    420

    C23.I3

    T

    Opsporing van vaardigheidsbehoeften door middel van een onderzoeksprogramma

    356

    C24.I2

    T

    Instandhouding, restauratie en opwaardering van het Spaanse culturele erfgoed

    370

    C26.I1

    M

    Digitalisering van de sportsector

    372

    C26.I1

    M

    Voltooiing van IT-projecten in HPC-centra en antidopingadministratie

    373

    C26.I2

    T

    Renovatie en verbetering van technische centra voor sport- en sportfaciliteiten

    Bedrag van de tranche

    EUR 5 633 854 130

    3.10.Tiende tranche (niet-terugbetaalbare steun):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    418

    C1.R2

    M

    Sandbox Office (sandbox office)

    18

    C1.I3

    T

    Aangepaste spoorlijnen voor korte afstanden (Cercanías)

    19

    C1.I3

    T

    Stations verbeterd door digitalisering

    20

    C1.I3

    T

    Verbeterde „Cercanías” -stations

    28

    C2.I1

    T

    Hectaren grond in gebieden of wijken die worden vernieuwd voltooid, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie met ten minste 30 %

    29

    C2.I1

    T

    Voltooiing van renovatieacties voor woonwoningen, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 % (ten minste 410 000 acties in ten minste 285 000 unieke woningen)

    31

    C2.I2

    T

    Nieuwe woningen gebouwd voor sociale huur of tegen betaalbare prijzen die voldoen aan energie-efficiënte criteria

    33

    C2.I3

    M

    Voltooiing van renovaties voor woningen en niet voor bewoning bestemde gebouwen, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 %

    34

    C2.I4

    M

    Renovatie van woningen en niet voor bewoning bestemde gebouwen in gemeenten met minder dan 5 000 inwoners, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 %

    35

    C2.I4

    T

    Projecten op het gebied van schone energie in gemeenten met minder dan 5 000 inwoners

    37

    C2.I5

    T

    Voltooiing van renovaties van openbare gebouwen, met een gemiddelde vermindering van de vraag naar primaire energie van ten minste 30 % (ten minste 1 230 000 m²)

    423

    C3.R6

    M

    Inwerkingtreding van de herziening van de visserijwet en van de wet ter modernisering van de controle-, inspectie- en sanctiesystemen op visserijgebied.

    48

    C3.I1

    T

    Modernisering van irrigatiesystemen in termen van waterbesparing en energie-efficiëntie

    49

    C3.I2

    T

    Voltooiing van de bouw van een dierenfaciliteit met een bioveiligheidsniveau 3.

    52

    C3.I4

    T

    Voltooide projecten voor precisielandbouw, energie-efficiëntie, de circulaire economie en het gebruik van hernieuwbare energie

    66

    C4.I1

    M

    Voltooiing en operationalisering van het systeem voor de monitoring en het beheer van kennis over biodiversiteit

    69

    C4.I2

    T

    Acties voor het behoud van de biodiversiteit

    72

    C4.I3

    T

    Voltooiing van de sanering van voormalige mijnbouwterreinen (ten minste 30 voormalige mijnbouwterreinen)

    425

    C4.I4

    M

    Acties inzake duurzaam bosbeheer (deel II)

    426

    C5.I3

    M

    Ingebruikname van instrumenten om de kennis en het gebruik van watervoorraden te verbeteren en de neerslag en andere meteorologische gegevens te monitoren

    427

    C5.I1

    T

    Verbeterde infrastructuur voor water- en afvalwaterzuivering

    428

    C5.I1

    T

    Verbeterde infrastructuur voor water- en afvalwaterzuivering

    429

    C5.I2

    M

    Levering van fotovoltaïsche energie aan ontziltingsinstallaties en distributie daarvan

    430

    C5.I3

    M

    Acties inzake PERTE voor de digitalisering van watergebruikers

    87

    C6.I1

    T

    TEN-T-kernnetwerk: voltooiing van werkzaamheden

    92

    C6.I2

    T

    Nieuwe of verbeterde TEN-T-netwerken, andere werkzaamheden

    93

    C6.I2

    T

    Gemeenschappelijk Europees luchtruim: voltooiing van het project

    94

    C6.I2

    M

    Rijkswegennet aangepast aan de huidige regelgeving

    97

    C6.I3

    T

    Intermodale en logistieke infrastructuur

    98

    C6.I3

    T

    Voltooiing van projecten inzake toegankelijkheid van het spoor en van duurzaamheidsprojecten in havens

    101

    C6.I4

    M

    Duurzaam en digitaal vervoer: voltooiing van werkzaamheden

    117

    C7.I1

    T

    Extra productiecapaciteit voor innovatieve hernieuwbare energie of hernieuwbare energie met toegevoegde waarde

    120

    C7.I2

    T

    Extra productiecapaciteit voor hernieuwbare energie op de eilanden

    126

    C8.I1

    T

    Innovatieve opslagprojecten operationeel

    136

    C9.I1

    T

    Toegestane elektrolysecapaciteit

    143

    C10.I1

    T

    Gerenoveerde grond in gesloten kolenmijnen of aan elektriciteitscentrales grenzende gebieden.

    169

    C11.I3

    M

    Voltooiing van alle projecten ter ondersteuning van de digitale transformatie van de regionale en lokale overheidsdiensten en het ministerie van Territoriaal Beleid en Openbaar Bestuur

    438

    C11.I3

    T

    Uitvoering van het plan voor persoonlijke digitale zorg

    172

    C11.I4

    T

    Energierenovaties in openbare gebouwen (1 050 000 m²)

    439

    C11.I4

    T

    Implementatie van fotovoltaïsche zonne-energiesystemen of andere hernieuwbare energiebronnen in de installaties van de centrale overheid

    175

    C11.I5

    T

    Opgeleid overheidspersoneel

    180

    C12.I1

    T

    Hoogwaardige sectorale en interoperabele dataruimten

    186

    C12.I2

    T

    Voltooiing van PERTE’s en innovatieve projecten voor de transformatie van de industrie

    188

    C12.I3

    T

    Toename van gescheiden ingezameld stedelijk afval

    443

    C12.I3

    T

    Voltooiing van projecten op het gebied van afvalbeheer

    445

    C12.I4

    T

    PERTE CHIP. Versterking van de waardeketen voor halfgeleiders (II).

    448C

    C12.I6

    T

    Subsidieregeling voor de sector elektrische voertuigen (subsidies): Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd

    221

    C14.I1

    M

    Voltooiing van projecten ter bevordering van de duurzaamheid van toeristische bestemmingen

    228

    C14.I4

    T

    Projecten voor het herstel van historische erfgoedsites met een huidig of toekomstig toeristisch gebruik

    242

    C15.I5

    M

    Verbetering van grensoverschrijdende digitale infrastructuur: voltooiing van het project

    244

    C15.I6

    M

    Uitrol van 5G-technologie: Voltooiing van het project

    248

    C15.I7

    M

    Voltooiing van de projecten in het kader van het nationale programma ter ondersteuning van de cyberbeveiligingsindustrie, het programma voor wereldwijde beveiligingsinnovatie en aanverwante acties.

    455

    C15.I8

    T

    PERTE CHIP. Versterking van de wetenschappelijke capaciteiten, het ontwerp en de innovatieve productie: uitbetaling.

    456

    C15.I8

    T

    PERTE CHIP. Leerstoelen en micro-elektronicatent

    252

    C16.R1

    T

    Landenmissies waarop deze betrekking hebben

    253

    C16.R1

    M

    Voltooiing van projecten op het gebied van kunstmatige intelligentie

    457

    C16.R1

    T

    PERTE CHIP. Versterking van het kwantumecosysteem.

    260

    C17.I2

    T

    Voltooiing van alle projecten ter verbetering van de wetenschappelijke infrastructuur en de capaciteit van het Spaanse wetenschaps- en innovatiesysteem, met inbegrip van projecten inzake Europese en internationale infrastructuur.

    264

    C17.I4

    T

    Voltooiing van beurzen en subsidies ter ondersteuning van de Spaanse wetenschappelijke onderzoeksloopbaan

    459

    C17.I5

    T

    Voltooiing van projecten ter bevordering van technologieoverdracht en ter ondersteuning van de overdracht van onderzoeksresultaten op het gebied van innovatieve technologieën

    268

    C17.I6

    T

    Voltooiing van alle projecten ter versterking van de ontwikkeling van onderzoek en innovatie in de gezondheidssector.

    460

    C17.I6

    T

    Uitbetaling van middelen voor O & O-projecten in het kader van PERTE Health

    269

    C17.I7

    M

    Energieopslag, O, centrum voor energieopslag

    272

    C17.I9

    T

    Voltooiing van de O & O-innovatieprojecten op het gebied van de lucht- en ruimtevaart, met bijzondere aandacht voor emissiearme en emissievrije projecten

    462

    C17.I9

    T

    Uitbetaling van middelen aan projecten in het kader van PERTE Aerospace.

    463

    C18.I4

    T

    Opleiding van gezondheidswerkers en middelen om kennis te delen

    464

    C18.I5

    T

    Plan om de consumptie van geneesmiddelen te rationaliseren en duurzaamheid te bevorderen

    465

    C18.I4

    T

    Voltooiing van projecten ter verbetering van de gezondheidszorg voor patiënten met zeldzame ziekten

    466

    C18.I5

    T

    Uitbreiding van de genoomdiensten in het nationale gezondheidsstelsel

    288

    C19.I1

    T

    Opleiding van burgers op het gebied van digitale vaardigheden.

    292

    C19.I3

    T

    Digitale opleiding voor werkgelegenheid

    292a

    C19.I3

    T

    Digitale opleiding in de werkomgeving

    469

    C21.I6

    T

    Uuniversiteitsmicrocredentials afgegeven aan volwassenen

    323

    C22.I1

    T

    Residentiële, niet-residentiële en dagverblijven.

    328

    C22.I5

    T

    Capaciteit van het opvangsysteem voor migranten en verzoekers om internationale bescherming

    475

    C24.I1

    T

    Voltooiing van initiatieven en projecten ter versterking van het concurrentievermogen van de cultuurindustrie

    474

    C24.I2

    T

    Instandhouding, restauratie en opwaardering van het Spaanse culturele erfgoed (Tabacalera)

    478

    C31.I1

    T

    Investeringen ter bevordering van energieopslag of zelfverbruik op basis van de productie van hernieuwbare energie of opslag achter de meter

    479

    C31.I1

    T

    Aantal initiatieven van energiegemeenschappen

    482

    C31.I2

    T

    Steunregeling voor hernieuwbare waterstof: Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of gepubliceerde definitieve toekenningsresoluties (II)

    486

    C31.I3

    T

    Steunregeling voor de waardeketen: Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of gepubliceerde definitieve toekenningsresoluties (II)

    490

    C31.I4

    M

    Voltooiing van de ondersteunde elektriciteitstransmissie-projecten

    493

    C31.I5

    M

    Voltooiing van decarbonisatieprojecten

    496

    C31.I6

    T

    Subsidieregeling voor het koolstofvrij maken van de industrie: Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd

    Bedrag van de tranche

    EUR 8 017 775 948

    4.Lening

    De in artikel 2 bis, lid 2, bedoelde tranches worden als volgt georganiseerd:

    4.1.Eerste tranche (steun via leningen):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    L1

    C1.R3

    M

    Inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot regeling van lage-emissiezones (LEZ’s)

    Bedrag van de tranche

    EUR 528 000 381

    4.2.Tweede tranche (steun via leningen):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    L4

    C2.I7

    M

    Uitwerkingsovereenkomst

    L10

    C3.I12

    T

    Uitvoering van de overeenkomst tussen het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (MAPA) en SEIASA ter ondersteuning van de verbetering en duurzaamheid van geïrrigeerde gebieden (fase III)

    L25

    C13.I6

    M

    Uitvoeringsovereenkomst met ICO voor de groene lijn van het ICO

    L30

    C13.I6

    M

    Uitvoeringsovereenkomst voor ICO-ondernemingen en ondernemers (inclusief aandelenfondsen)

    L35

    C13.I7

    M

    Nieuw Tech-fonds — Uitvoeringsovereenkomst met as

    L53

    C13.I13

    M

    Fonds voor regionale veerkracht: Uitwerkingsovereenkomst

    L63

    C15.I9

    M

    Financieringsfaciliteit voor chips: Formele goedkeuring van het financieringsmechanisme

    L77

    C25.I3

    M

    ICO Audiovisual Hub Fund: Uitwerkingsovereenkomst

    Bedrag van de tranche

    EUR 14 916 010 762

    4.3.Derde tranche (steun via leningen):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    L12

    C4.R4

    M

    Goedkeuring van de nationale strategie ter bestrijding van woestijnvorming en van het bijbehorende actieplan (2022-2026) en oprichting van collegiale organen.

    L15

    C6.R3

    M

    Energie-efficiëntiestrategie

    L18

    C11.I6

    M

    Verordening tot instelling van het Fonds voor veiligheid en veerkracht 

    L22

    C12.I7

    M

    Steunregeling voor strategische projecten in de waardeketen van elektrische auto’s en agrovoeding (leningen): Ministerie heeft de investering voltooid

    L23

    C12.I7

    M

    Steunregeling voor strategische projecten in de waardeketen van elektrische auto’s en agrovoeding (leningen): Invoering van de regeling

    L25A

    C13.I6

    T

    ICO Green Line — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (I)

    L40

    C13.I8

    M

    Foco — verordeningen tot oprichting van het fonds

    L44

    C13.I9

    T

    Fonds voor solvabiliteitssteun voor strategische ondernemingen

    L47

    C13.I12

    M

    Enisa — Ondernemerschaps- en KMO-fonds — Uitvoeringsovereenkomst

    L51

    C13.I13

    M

    Regionaal fonds voor veerkracht — InvestEU: Ondertekening van de bijdrageovereenkomst tussen de regering van Spanje en de Europese Commissie

    L54

    C13.I13

    T

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Andere lijnen: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (met inbegrip van aandelenfondsen) (I)

    L58

    C13.I13

    T

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Direct Public Line: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (I)

    L68

    C17.I10

    T

    Vastlegging van middelen in de vorm van leningen ter ondersteuning van de gezondheids- en ruimtevaartsector

    L72

    C22.I6

    M

    Sociaal Effectfonds: Verordening tot oprichting van de faciliteit

    L83

    C31.I7

    M

    Publicatie van de oproepen tot het indienen van voorstellen en regels voor het verlenen van steun voor het koolstofvrij maken van de industrie.

    L84

    C31.I7

    T

    Publicatie van prijzen voor decarbonisatieprojecten

    L86

    C31.I8

    M

    Steunregeling voor het koolstofvrij maken van de industrie (leningen): Ministerie heeft de investering voltooid

    L87

    C31.I8

    M

    Invoering van de leningregeling

    Bedrag van de tranche

    16 632 012 000

    4.4.Vierde tranche (steun via leningen):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    L2

    C2.R7

    M

    Inwerkingtreding van een wijziging van de geconsolideerde tekst van de wet inzake ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing

    L3

    C2.R7

    M

    Publicatie van een gids voor beste praktijken voor het vereenvoudigen en stroomlijnen van vergunningsprocedures

    L5

    C2.I7

    T

    ICO-leningfaciliteit ter bevordering van sociale huisvesting: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (I)

    L89

    C11.I6

    T

    Gunning van projecten ter versterking van de cyberbeveiligingscapaciteiten van het openbaar bestuur op het gebied van preventie, bescherming, opsporing en respons op cyberdreigingen (cyberbeveiligingsprogramma)

    L19

    C11.I6

    T

    Veiligheids- en veerkrachtfaciliteit: Juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (I)

    L26

    C13.I6

    T

    ICO Green Line — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (II)

    L31

    C13.I6

    T

    ICO Ondernemingen en ondernemers — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (I)

    L36

    C13.I7

    T

    Volgende technologie — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden en aandelenfondsen (I)

    L41

    C13.I8

    T

    Foco — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (I)

    L45

    C13.I10

    T

    FONREC

    L48

    C13.I12

    T

    Enisa Ondernemerschaps- en KMO-fonds — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden

    L55

    C13.I13

    T

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Andere lijnen: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (met inbegrip van aandelenfondsen) (II)

    L59

    C13.I13

    T

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Direct Public Line: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (II)

    L64

    C15.I9

    T

    Financieringsfaciliteit voor chips: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (I)

    L78

    C25.I3

    T

    ICO Audiovisual Hub Fund: Juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (I).

    Bedrag van de tranche

    EUR 18 612 013 429

    4.5.Vijfde tranche (steun via leningen):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    L9

    C3.R8

    M

    Inwerkingtreding van de verordening betreffende het informatiesysteem voor landbouwbedrijven

    L16

    C6.R3

    M

    Berekening van de koolstofvoetafdruk door het directoraat-generaal Wegen

    L27

    C13.I6

    T

    ICO Green Line — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (III)

    L32

    C13.I6

    T

    ICO Ondernemingen en ondernemers — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (II)

    L37

    C13.I7

    T

    Volgende technologie — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden en aandelenfondsen (II)

    L56

    C13.I13

    T

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Andere lijnen: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (met inbegrip van eigenvermogensfondsen) (III)

    L71

    C22.R6

    M

    Inwerkingtreding van de relevante wetgeving

    L75

    C25.I2

    M

    Publicatie van de prijzen voor de financiering van de digitalisering en de verspreiding van inhoud van de projecten

    Bedrag van de tranche

    EUR 4 224 003 048

    4.6.Zesde tranche (steun via leningen):

    Volgnummer

    Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

    Mijlpaal/Doelstelling

    Naam

    L6

    C2.I7

    T

    ICO-leningfaciliteit ter bevordering van sociale huisvesting: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (II)

    L7

    C2.I7

    M

    ICO-leningfaciliteit ter bevordering van sociale huisvesting: Ministerie heeft de investering voltooid

    L8

    C3.R7

    M

    Inwerkingtreding van de wet inzake de preventie van voedselverlies en -verspilling

    L11

    C3.I12

    T

    Modernisering van irrigatiesystemen in termen van waterbesparing en energie-efficiëntie

    L13

    C5.I5

    T

    Vermindering van de grondwaterwinning

    L14

    C5.I6

    M

    Acties voor de digitalisering van de stedelijke watercyclus en de industriële sector

    L17

    C11.I6

    T

    Voltooiing van projecten ter versterking van de cyberbeveiligingscapaciteiten van het openbaar bestuur op het gebied van preventie, bescherming, opsporing en respons op cyberdreigingen (cyberbeveiligingsprogramma)

    L20

    C11.I6

    T

    Veiligheids- en veerkrachtfaciliteit: Juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (II)

    L21

    C11.I6

    M

    Veiligheids- en veerkrachtfaciliteit: Ministerie heeft de investering voltooid

    L24

    C12.I7

    T

    Steunregeling voor strategische projecten in de waardeketen van elektrische auto’s en agrovoeding (leningen): Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd

    L28

    C13.I6

    T

    ICO Green Line — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (IV)

    L29

    C13.I6

    T

    ICO Groene Lijn — ministerie heeft de investering voltooid

    L33

    C13.I6

    T

    ICO Ondernemingen en ondernemers — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (III)

    L34

    C13.I6

    M

    ICO Enterprises and entrepreneurs Line — ministerie heeft de investering voltooid.

    L38

    C13.I7

    T

    Volgende technologie — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden en aandelenfondsen (II)

    L39

    C13.I7

    M

    Next Tech — het ministerie heeft de investeringen voltooid.

    L42

    C13.I8

    T

    Foco — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (II)

    L43

    C13.I8

    T

    Foco — het ministerie heeft de investering voltooid.

    L46

    C13.I11

    T

    CERSA

    L49

    C13.I12

    T

    Enisa Ondernemerschaps- en KMO-fonds — Juridische overeenkomsten gesloten met eindbegunstigden

    L50

    C13.I12

    M

    Enisa Ondernemerschaps- en KMO-fonds — het ministerie heeft de investeringen voltooid.

    L52

    C13.I13

    T

    Regionaal fonds voor veerkracht — InvestEU: Financierings- of investeringsverrichtingen ten belope van ten minste 500 miljoen EUR die zijn toegewezen aan het door het InvestEU-investeringscomité goedgekeurde instrument.

    L57

    C13.I13

    T

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Andere lijnen: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (met inbegrip van aandelenfondsen) (IV)

    L60

    C13.I13

    M

    Regionaal fonds voor veerkracht — klimaatbijdrage

    L61

    C13.I13

    M

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Direct Public Line: Voltooiing van projecten door overheidsinstanties

    L62

    C13.I13

    M

    Regionaal weerbaarheidsfonds — Het ministerie van Economische Zaken en Digitale Transitie heeft de investering voltooid

    L65

    C15.I9

    T

    Financieringsfaciliteit voor chips: Met eindbegunstigden gesloten juridische overeenkomsten (II)

    L66

    C15.I9

    M

    Financieringsfaciliteit voor chips: Het ministerie heeft de investering voltooid.

    L67

    C17.I10

    T

    Investeringen in eigenvermogenssteun in de gezondheidssector

    L69

    C17.I10

    T

    Uitbetaling van middelen in de vorm van leningen ter ondersteuning van de gezondheids- en ruimtevaartsector

    L70

    C17.I10

    T

    Versterking van de O & O-capaciteiten van het nationale gezondheidsstelsel.

    L73

    C22.I6

    T

    Sociaal Effectfonds: Juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen)

    L74

    C22.I6

    M

    Sociaal Effectfonds: Ministerie heeft de investering voltooid

    L76

    C25.I2

    T

    Uitvoering van projecten om inhoud te digitaliseren en te verspreiden

    L79

    C25.I3

    T

    ICO Audiovisual Hub Fund: Juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden (met inbegrip van aandelenfondsen) (II).

    L80

    C25.I3

    M

    ICO Audiovisual Hub Fund: Ministerie heeft de investering voltooid

    L81

    C28.I1

    T

    Voltooiing van renovatiemaatregelen voor woningen, verbetering van de energie-efficiëntie.

    L82

    C28.I1

    T

    EVS en uitgerolde oplaadinfrastructuur

    L85

    C31.I7

    M

    Voltooiing van decarbonisatieprojecten, met inbegrip van een proefproject voor een fonds om bedrijven te stimuleren koolstofvrij te maken (koolstofcontract ter verrekening van verschillen)

    L88

    C31.I8

    T

    Steunregeling voor het koolstofvrij maken van de industrie (leningen): Met eindbegunstigden ondertekende juridische overeenkomsten of definitieve toekenningsresoluties gepubliceerd.

    Bedrag van de tranche

    EUR 28 248 020 381

    AFDELING 3: AANVULLENDE REGELINGEN

    1.Regelingen voor monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan

    De monitoring en uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan van Spanje zijn vastgelegd in Koninklijk Wetsbesluit 36/2020 van 30 december tot goedkeuring van dringende maatregelen voor de modernisering van het openbaar bestuur en de uitvoering van het herstelplan („RDL 36/2020”). Zij vinden plaats overeenkomstig de volgende regelingen:

    ·Er is een commissie voor herstel, transformatie en veerkracht opgericht, waarin alle voor het plan bevoegde ministers zitting hebben, en die zal worden voorgezeten door de president van de regering. Deze Commissie heeft de algemene beleidsrichtsnoeren voor de ontwikkeling en uitvoering van het herstelplan vastgesteld en houdt toezicht op de uitvoering ervan. De werkzaamheden worden bijgestaan door een technisch comité van 20 leden van het openbaar bestuur, voorgezeten door het secretariaat-generaal voor de Europese fondsen.

    ·Een nieuw opgericht secretariaat-generaal voor Europese fondsen binnen het ministerie van Financiën zal ten opzichte van de Europese Commissie verantwoordelijk zijn voor het plan. Deze autoriteit zal van cruciaal belang zijn bij het toezicht op de indiening van betalingsaanvragen, op basis van de verwezenlijking van mijlpalen en streefdoelen.

    ·Het gewijzigde plan omvat 419 mijlpalen en streefdoelen, waarvan de meeste betrekking hebben op de periode 2021-2023. De voorgestelde mijlpalen en streefdoelen zijn duidelijk en de voorgestelde indicatoren zijn relevant, aanvaardbaar en robuust.

    ·Hoewel het voor elke maatregel verantwoordelijke ministerie verantwoordelijk is voor het nemen van maatregelen om de desbetreffende mijlpalen en doelstellingen te bereiken in overeenstemming met de begrote middelen, zal het secretariaat-generaal voor Europese fondsen het orgaan zijn dat de betalingsverzoeken aan de Europese Commissie opstelt. Elk betalingsverzoek gaat vergezeld van een beheersverklaring op basis van verslagen van de voor de onderdelen verantwoordelijke instanties. Daarnaast zal de Algemene Comptroller van de Overheidsadministratie (Intervención General de la Administración del Estado — IGAE) controles uitvoeren om te certificeren dat de mijlpalen en doelstellingen zijn bereikt, alsook de bereikte resultaten. De voor de uitvoering van het plan toegewezen middelen zullen worden opgenomen in de begroting van de centrale overheid.

    ·Er zijn regelingen getroffen om de belangrijkste actoren bij de uitvoering van het plan te betrekken. Er wordt een nieuwe sectorale conferentie voor het plan opgezet om de samenwerking tussen regio’s, lokale entiteiten en centrale overheden bij de uitvoering van het plan te kanaliseren. Wat parlementaire controle betreft, bepaalt artikel 22 van Koninklijk Wetsbesluit 36/2020 dat de regering driemaandelijks verslag uitbrengt aan de Gemengde Parlementaire Commissie voor de Europese Unie over de voortgang van het herstel-, transformatie- en veerkrachtplan.

    2.Regelingen voor volledige toegang door de Commissie tot de onderliggende gegevens

    Om de Commissie volledige toegang te verlenen tot de relevante onderliggende gegevens, beschikt Spanje over de volgende regelingen:

    Het secretariaat-generaal voor Europese Fondsen (ministerie van Financiën) is, als coördinator voor het herstel- en veerkrachtplan van Spanje, verantwoordelijk voor de algemene uitvoering van de gewijzigde plannen voor herstel en veerkracht, voor de coördinatie met andere relevante autoriteiten in het land (onder meer door te zorgen voor samenhang met betrekking tot het gebruik van andere EU-fondsen), voor het monitoren van de vooruitgang met betrekking tot mijlpalen en streefdoelen, voor het toezicht op en het waarborgen van de uitvoering van controle- en auditmaatregelen, en voor het verstrekken van alle nodige verslaglegging en betalingsverzoeken en de bijbehorende beheersverklaring. Het secretariaat-generaal voor Europese fondsen vertrouwt op een IT-systeem („koffie”) dat de ministeries en andere uitvoerings-, controle- en auditinstanties in staat stelt alle relevante informatie te coderen, met inbegrip van de rapportage van mijlpalen en streefdoelen en monitoringindicatoren, de controle- en auditverslagen en de beheersverslagen van de uitvoerende instanties die naar verwachting als basis zullen dienen voor de beheersverklaringen die de betalingsverzoeken moeten vergezellen. Het systeem maakt het ook mogelijk kwalitatieve financiële informatie en andere gegevens te registreren, zoals over eindontvangers, contractanten en subcontractanten. De autoriteiten verzamelen en opslaan ook de gegevens over uiteindelijk begunstigden die door de nationale belastingdienst worden gehost.

    Bovendien heeft Spanje met betrekking tot mijlpaal 173 en de verbintenissen inzake audits en controles in het kader van het eerste betalingsverzoek twee overeenkomsten gesloten om de uitwisseling van informatie over uiteindelijk begunstigden van buitenlandse ondernemingen te vergemakkelijken: een tussen de Algemene Raad voor notarissen en de belastingdienst en een andere tussen laatstgenoemde en het College van Registrars voor onroerend goed. Voorts heeft Spanje een ministerieel besluit (besluit HFP/55/2023) uitgevaardigd waarbij de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het organiseren van de oproepen, de bevoegdheid wordt verleend om gegevens van uiteindelijk begunstigden op te vragen bij buitenlandse ondernemingen waarvoor de nationale autoriteiten geen informatie in hun databanken hebben.

    Daarnaast heeft Spanje de toegang tot de informatie over uiteindelijk begunstigden voor controledoeleinden verbeterd. Met name hebben de Spaanse autoriteiten een IT-instrument voor risicoscores, „MINERVA” genaamd, opgezet en operationeel gemaakt voor de systematische controle en preventie van belangenconflicten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de gegevens van de uiteindelijk begunstigden.

    Overeenkomstig artikel 24, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 dient Spanje na voltooiing van de desbetreffende overeengekomen mijlpalen en streefdoelen in afdeling 2.1 van deze bijlage bij de Commissie een naar behoren gemotiveerd verzoek tot betaling van de financiële bijdrage in. Spanje zorgt ervoor dat de Commissie op verzoek volledige toegang heeft tot de relevante onderliggende gegevens ter staving van de rechtvaardiging van het betalingsverzoek, zowel voor de beoordeling van het betalingsverzoek overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241 als voor audit- en controledoeleinden.

    (1) Zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 11, van Verordening (EG) nr. 2019/1242: een voertuig zonder verbrandingsmotor of met een verbrandingsmotor die minder dan 1 g CO2/km uitstoot.
    (2) Zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 12, van Verordening (EU) 2019/1242: met CO2-emissies van minder dan de helft van de referentie-CO2-emissies van alle voertuigen in de subgroep voertuigen; de referentiewaarden verschillen naargelang van het type vrachtwagen.
    (3) De biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen voldoen aan de duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiecriteria van de artikelen 29 tot en met 31 en aan de regels inzake biobrandstoffen op basis van levensmiddelen en diervoeders zoals vastgesteld in artikel 26 van Richtlijn (EU) 2018/2001 inzake hernieuwbare energie (RED II) en de daarmee verband houdende uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen; en dat biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen die aan RED II voldoen, uitsluitend worden gebruikt door de voertuigen die in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden ondersteund; en het niveau/aandeel van biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen in de nationale mix wordt mettertijd verhoogd.
    (4) De biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen voldoen aan de duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiecriteria van de artikelen 29 31 en de regels inzake biobrandstoffen op basis van levensmiddelen en diervoeders zoals vastgesteld in artikel 26 van Richtlijn (EU) 2018/2001 inzake hernieuwbare energie (RED II) en de daarmee verband houdende uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen; en dat biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen die aan RED II voldoen, uitsluitend worden gebruikt door de voertuigen die in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden ondersteund; en het niveau/aandeel van biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen in de nationale mix wordt mettertijd verhoogd.
    (5) uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.
    (6) de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (7) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie
    (8) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de hulpbronnenefficiëntie te verhogen of de recycling van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (9) Eindbegunstigden van leningen, participatieleningen, projectobligaties, garanties of gelijkwaardige instrumenten in verband met specifieke projecten moeten voor elk ondersteund project het geselecteerde steunverleningsgebied motiveren, samen met een beschrijving van het project. De uitvoerende partner moet de lidstaat ook een halfjaarlijks verslag over de uitvoering van elk project/elke activiteit verstrekken.
    (10) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (11) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (12) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (13) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (14) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (15) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (16) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (17) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (18) Minder dan 50 gCO2/km in overeenstemming met de categorie „schone voertuigen” van de herziene Richtlijn 2009/33/EG inzake schone voertuigen.
    (19) Minder dan 50 gCO2/km in overeenstemming met de categorie „schone voertuigen” van de herziene Richtlijn 2009/33/EG inzake schone voertuigen.
    (20)

     NIS-samenwerkingsgroep, Cyberbeveiliging van 5G-netwerken EU-toolbox met risicobeperkende maatregelen, 01/2020, https:// ec.europa.eu/newsroom/dae/document.cfm?doc_id=64468

    (21)

    Verordening (EU) 2021/697 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 tot oprichting van het Europees Defensiefonds

    (22)

    Verordening (EU) 2021/696 tot vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de EU en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma

    (23)

    Met uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.

    (24)

    Met inbegrip van activiteiten en activa in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) die de verwachte broeikasgasemissies bereiken die niet lager zijn dan de relevante benchmarks. Indien met de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie. De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk 31 augustus 2026 voltooid zijn.

    (25) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie
    (26) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de hulpbronnenefficiëntie te verhogen of de recycling van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (27)

    Richtlijn 2013/34/EU is gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2022/2464 betreffende de richtlijn duurzaamheidsrapportage door ondernemingen.

    (28)

     Met uitzondering van a) projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa uit hoofde van punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een fossielebrandstofvrije exploitatie.

    (29) de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (30) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (31)  Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (32)    PB L 169 van 25.6.2019, blz. 1-44.
    (33) COM/2020/66 definitief.
    (34) Zie het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese datagovernance, 25.11.2020, COM/2020/767 final.
    (35)   https:// digital-strategy.ec.europa.eu/en/activities/digital-programme  
    (36) Met uitzondering van a) projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa uit hoofde van punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een fossielebrandstofvrije exploitatie.
    (37) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (38) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (39) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (40) PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17-75.
    (41) Met uitzondering van a) projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01 en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een fossielebrandstofvrije exploitatie.
    (42) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (43) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (44) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de hulpbronnenefficiëntie te verhogen of de recycling van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (45) Met uitzondering van a) projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01). En b) activiteiten en activa als bedoeld in punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.
    (46) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (47) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (48) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de hulpbronnenefficiëntie te verhogen of de recycling van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (49) Een eindbegunstigde wordt geacht een „aanzienlijke focus” te hebben op een sector of bedrijfsactiviteit indien die sector of activiteit wordt aangemerkt als een essentieel onderdeel van de bedrijfsactiviteit van de eindbegunstigde in verhouding tot respectievelijk de bruto-inkomsten, de winst of de klantenbasis van de eindbegunstigde. De bruto-inkomsten uit de sector of activiteit waarvoor beperkingen gelden, mogen in geen geval meer bedragen dan 50 % van de bruto-inkomsten.
    (50)

    Met uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.

    (51)

    Met inbegrip van activiteiten en activa in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) die de verwachte broeikasgasemissies bereiken die niet lager zijn dan de relevante benchmarks. Indien met de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.

    (52)

    Vervuilende voertuigen worden gedefinieerd als niet-emissievrije voertuigen.

    (53) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, en op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of gebruik of materialen uit verbrandingsassen terug te winnen, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie
    (54) Eindbegunstigden die bij specifieke projecten betrokken zijn, moeten voor elk ondersteund project een motivering van het geselecteerde steunverleningsgebied verstrekken, samen met een beschrijving van het project, met het oog op de berekening van de klimaatbijdrage. Voor de berekening van de klimaatbijdrage worden in het geval van eigen vermogen, quasi-aandelenkapitaal, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten die niet gericht zijn op specifieke projecten, criteria gebruikt om te eisen dat ten minste 90 % van de inkomsten van de ontvanger in het voorgaande boekjaar of toekomstige inkomsten volgens een bedrijfsplan afkomstig zijn/zullen worden gegenereerd uit een activiteit die voldoet aan de relevante criteria die voortvloeien uit de toepasselijke steunverleningsgebieden in bijlage VI bij de RRF-verordening. Eindbegunstigden van eigen vermogen, quasi-aandelenkapitaal, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten die niet op specifieke projecten zijn gericht, moeten het (de) geselecteerde interventiegebied (en) motiveren. De uitvoerende partner moet de lidstaat ook een halfjaarlijks verslag over de uitvoering van elk project/elke activiteit verstrekken. 
    (55) Met uitzondering van a) projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en (b) activiteiten en activa uit hoofde van punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een fossielebrandstofvrije exploitatie.
    (56) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (57) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (58) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de hulpbronnenefficiëntie te verhogen of de recycling van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (59) Eindbegunstigden van leningen, participatieleningen, projectobligaties, garanties of gelijkwaardige instrumenten in verband met specifieke projecten moeten voor elk ondersteund project het geselecteerde steunverleningsgebied motiveren, samen met een beschrijving van het project. De uitvoerende partner moet de lidstaat ook een halfjaarlijks verslag over de uitvoering van elk project/elke activiteit verstrekken.
    (60) Met uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.
    (61) de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (62) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (63)

    Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de hulpbronnenefficiëntie te verhogen of de recycling van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.

    (64) eindbegunstigden moeten voor elk ondersteund project een motivering van het geselecteerde steunverleningsgebied verstrekken, samen met een beschrijving van het project. De uitvoerende partner moet de lidstaat ook een halfjaarlijks verslag over de uitvoering van elk project/elke activiteit verstrekken.
    (65) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (66) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (67) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (68) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (69) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (70) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (71) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (72) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (73) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (74) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (75) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (76) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (77) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (78) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (79) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (80) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (81) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (82) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (83) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (84) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (85) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (86) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (87) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (88) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (89) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (90) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (91) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (92) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (93) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (94) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (95) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (96) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (97) Met uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.
    (98) de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (99) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (100)

    Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de hulpbronnenefficiëntie te verhogen of de recycling van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.

    (101) Richtlijn 2013/34/EU is gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2022/2464 betreffende de richtlijn duurzaamheidsrapportage door ondernemingen.
    (102)
    (103) de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (104) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (105) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (106) Eindbegunstigden van leningen, participatieleningen, projectobligaties, garanties of gelijkwaardige instrumenten in verband met specifieke projecten moeten voor elk ondersteund project het geselecteerde steunverleningsgebied motiveren, samen met een beschrijving van het project. Voor de berekening van de klimaatbijdrage worden in het geval van eigen vermogen, quasi-aandelenkapitaal, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten die niet gericht zijn op specifieke projecten, criteria gebruikt om te eisen dat ten minste 90 % van de inkomsten van de ontvanger in het voorgaande boekjaar of toekomstige inkomsten volgens een bedrijfsplan afkomstig zijn/zullen worden gegenereerd uit een activiteit die voldoet aan de relevante criteria die voortvloeien uit de toepasselijke steunverleningsgebieden in bijlage VI bij de RRF-verordening. Eindbegunstigden van eigen vermogen, quasi-aandelenkapitaal, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten die niet op specifieke projecten zijn gericht, moeten het (de) geselecteerde interventiegebied (en) motiveren. De uitvoerende partner moet de lidstaat ook een halfjaarlijks verslag over de uitvoering van elk project/elke activiteit verstrekken.
    (107) Met uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.
    (108) de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (109) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (110)

    Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de hulpbronnenefficiëntie te verhogen of de recycling van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.

    (111) Richtlijn 2013/34/EU is gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2022/2464 betreffende de richtlijn duurzaamheidsrapportage door ondernemingen.
    (112) Met uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.
    (113) de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (114) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (115) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (116) Voor de berekening van de digitale bijdrage worden in het geval van eigen vermogen, quasi-aandelenkapitaal, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten die niet gericht zijn op specifieke projecten, criteria gebruikt om te eisen dat ten minste 90 % van de inkomsten van de ontvanger in het voorgaande boekjaar of toekomstige inkomsten volgens een bedrijfsplan afkomstig zijn/zullen worden gegenereerd uit een activiteit die voldoet aan de relevante criteria die voortvloeien uit de toepasselijke steunverleningsgebieden in bijlage VII bij de RRF-verordening.
    (117) Richtlijn 2013/34/EU is gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2022/2464 betreffende de richtlijn duurzaamheidsrapportage door ondernemingen.
    (118) Met uitzondering van a) projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en (b) activiteiten en activa uit hoofde van punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een exploitatie zonder fossiele brandstoffen, waarbij fossiele brandstoffen volledig geleidelijk worden afgeschaft.
    (119) Wanneer met de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie. 
    (120) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie. 
    (121) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie. 
    (122) Voor de berekening van de digitale bijdrage worden in het geval van eigen vermogen, quasi-eigenvermogen, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten die niet gericht zijn op specifieke projecten, criteria gebruikt om te eisen dat ten minste 90 % van de inkomsten van de ontvanger in het voorgaande boekjaar of toekomstige inkomsten volgens een bedrijfsplan worden/zullen worden gegenereerd uit een activiteit die voldoet aan de relevante criteria die voortvloeien uit de toepasselijke steunverleningsgebieden in bijlage VII bij de RRF-verordening.
    (123)

    NIS-samenwerkingsgroep, Cyberbeveiliging van 5G-netwerken EU-toolbox met risicobeperkende maatregelen, 01/2020, https:// ec.europa.eu/newsroom/dae/document.cfm?doc_id=64468

    (124)

    Verordening (EU) 2021/697 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 tot oprichting van het Europees Defensiefonds

    (125)

    Verordening (EU) 2021/696 tot vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de EU en het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma

    (126)

    Met uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.

    (127)

    Met inbegrip van activiteiten en activa in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) die de verwachte broeikasgasemissies bereiken die niet lager zijn dan de relevante benchmarks. Indien met de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks die zijn vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie. Deuitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    (128) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (129) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (130)

     Een eindbegunstigde wordt geacht een „aanzienlijke focus” te hebben op een sector of bedrijfsactiviteit indien die sector of activiteit wordt aangemerkt als een essentieel onderdeel van de bedrijfsactiviteit van de eindbegunstigde in verhouding tot respectievelijk de bruto-inkomsten, de winst of de klantenbasis van de eindbegunstigde. De bruto-inkomsten uit de sector of activiteit waarvoor beperkingen gelden, mogen in geen geval meer bedragen dan 50 % van de bruto-inkomsten.

    (131) uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.
    (132) Met inbegrip van activiteiten en activa in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) die de verwachte broeikasgasemissies bereiken die niet lager zijn dan de relevante benchmarks. Indien met de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (133) Vervuilende voertuigen worden gedefinieerd als niet-emissievrije voertuigen.
    (134) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, en op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of gebruik of materialen uit verbrandingsassen terug te winnen, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (135) Met uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.
    (136) Indien metde ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (137)

    Met uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.

    (138)

    Met inbegrip van activiteiten en activa in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) die de verwachte broeikasgasemissies bereiken die niet lager zijn dan de relevante benchmarks. Indien met de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks die zijn vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie. Deuitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    (139) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (140) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (141)

    Richtlijn 2013/34/EU is gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2022/2464 betreffende de richtlijn duurzaamheidsrapportage door ondernemingen.

    (142)

    Met uitzondering van a) projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en (b) activiteiten en activa uit hoofde van punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een exploitatie zonder fossiele brandstoffen, waarbij fossiele brandstoffen volledig geleidelijk worden afgeschaft.

    (143) Wanneer met de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (144) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (145) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (146) Eindbegunstigden van leningen, participatieleningen, projectobligaties, garanties of gelijkwaardige instrumenten in verband met specifieke projecten moeten voor elk ondersteund project het geselecteerde steunverleningsgebied motiveren, samen met een beschrijving van het project. Voor de berekening van de klimaatbijdrage worden in het geval van eigen vermogen, quasi-aandelenkapitaal, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten die niet gericht zijn op specifieke projecten, criteria gebruikt om te eisen dat ten minste 90 % van de inkomsten van de ontvanger in het voorgaande boekjaar of toekomstige inkomsten volgens een bedrijfsplan afkomstig zijn/zullen worden gegenereerd uit een activiteit die voldoet aan de relevante criteria die voortvloeien uit de toepasselijke steunverleningsgebieden in bijlage VI bij de RRF-verordening. Eindbegunstigden van eigen vermogen, quasi-aandelenkapitaal, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten die niet op specifieke projecten zijn gericht, moeten het (de) geselecteerde interventiegebied (en) motiveren. De uitvoerende partner moet de lidstaat ook een halfjaarlijks verslag over de uitvoering van elk project/elke activiteit verstrekken.
    (147)

     Met uitzondering van a) projecten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een fossielebrandstofvrije exploitatie.

    (148) de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (149) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, en op bestaande installaties, wanneer de acties bedoeld zijn om de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of gebruik of materialen uit verbrandingsassen terug te winnen, mits dergelijke acties niet leiden tot een toename van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie. 
    (150) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties bedoeld zijn om de energie-efficiëntie te verhogen of de recycling van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (151) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (152) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (153) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (154) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (155) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (156) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (157) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (158) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (159) Voor de berekening van de digitale bijdrage vereist het investeringsbeleid, in het geval van eigen vermogen, quasi-eigen vermogen, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten die niet gericht zijn op specifieke projecten, dat ten minste 90 % van de inkomsten van de ontvanger in het voorgaande begrotingsjaar of toekomstige inkomsten volgens het bedrijfsplan wordt gegenereerd uit een activiteit die is afgestemd op de toepasselijke interventiegebieden in bijlage VII bij de RRF-verordening.
    (160) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (161) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (162) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (163) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (164) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (165) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (166) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (167) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (168) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks die zijn vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten en installaties die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (169) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (170) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (171) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (172) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (173) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (174) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking en daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01)
    (175) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (176) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (177) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (178) Met uitzondering van a) projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa uit hoofde van punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een fossielebrandstofvrije exploitatie.
    (179) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (180) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (181) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recycling van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties \ of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (182)  Met uitzondering van a) projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa uit hoofde van punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een fossielebrandstofvrije exploitatie.
    (183) Wanneer metde ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (184) Deze uitsluiting geldt niet voor acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar materiaal.gevaarlijk afval, en voor bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie te verhogen efficiëntie, afvang van uitlaatgassen voor opslag of gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsas, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (185)  Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie. 
    (186)  Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie. 
    (187) Wanneer metde ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks die zijn vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie
    (188)  Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie. 
    (189)  Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie. 
    (190)

     Met uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.

    (191)

     Met inbegrip van activiteiten en activa in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) die de verwachte broeikasgasemissies bereiken die niet lager zijn dan de relevante benchmarks. Indien met de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks die zijn vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie. Deuitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

    (192)

     Een eindbegunstigde wordt geacht een „aanzienlijke focus” te hebben op een sector of bedrijfsactiviteit indien die sector of activiteit wordt aangemerkt als een essentieel onderdeel van de bedrijfsactiviteit van de eindbegunstigde in verhouding tot respectievelijk de bruto-inkomsten, de winst of de klantenbasis van de eindbegunstigde. De bruto-inkomsten uit de sector of activiteit waarvoor beperkingen gelden, mogen in geen geval meer bedragen dan 50 % van de bruto-inkomsten.

    (193) uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) en b) activiteiten en activa onder punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.
    (194) Met inbegrip van activiteiten en activa in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) die de verwachte broeikasgasemissies bereiken die niet lager zijn dan de relevante benchmarks. Indien met de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (195) Vervuilende voertuigen worden gedefinieerd als niet-emissievrije voertuigen.
    (196) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, en op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of gebruik of materialen uit verbrandingsassen terug te winnen, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (197) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (198) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (199) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (200) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (201) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (202) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (203) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (204) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (205) Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
    (206) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (207) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (208) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (209) Voor de berekening van de digitale bijdrage worden in het geval van eigen vermogen, quasi-eigenvermogen, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten die niet gericht zijn op specifieke projecten, criteria gebruikt om te eisen dat ten minste 90 % van de inkomsten van de ontvanger in het voorgaande boekjaar of toekomstige inkomsten volgens een bedrijfsplan worden/zullen worden gegenereerd uit een activiteit die voldoet aan de relevante criteria die voortvloeien uit de toepasselijke steunverleningsgebieden in bijlage VII bij de RRF-verordening.
    (210)      PB L153 VAN 18.6.2010.
    (211) Emissiearme voertuigen worden gedefinieerd als voertuigen met een uitstoot van minder dan 50 gCO2/km.
    (212) De aanbevelingen van het pact van Toledo zijn op 10 november 2020 in het Publicatieblad bekendgemaakt: https:// www.congreso.es/public_oficiales/L14/CONG/BOCG/D/BOCG-14-D-175.PDF .
    (213) Een eindbegunstigde wordt geacht een „aanzienlijke focus” te hebben op een sector of bedrijfsactiviteit indien die sector of activiteit wordt aangemerkt als een essentieel onderdeel van de bedrijfsactiviteit van de eindbegunstigde in verhouding tot respectievelijk de bruto-inkomsten, de winst of de klantenbasis van de eindbegunstigde. De bruto-inkomsten uit de sector of activiteit waarvoor beperkingen gelden, mogen in geen geval meer bedragen dan 50 % van de bruto-inkomsten.
    (214)

    Met uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); en b) activiteiten en activa als bedoeld in punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.

    (215)

    Met inbegrip van activiteiten en activa in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) die de verwachte broeikasgasemissies bereiken die niet lager zijn dan de relevante benchmarks. Indien met de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.

    (216)

    Vervuilende voertuigen worden gedefinieerd als niet-emissievrije voertuigen.

    (217) Zijn uitsluiting is niet van toepassing op acties in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, en op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of gebruik of materialen uit verbrandingsassen terug te winnen, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie
    (218) Eindbegunstigden die bij specifieke projecten betrokken zijn, moeten voor elk ondersteund project een motivering van het geselecteerde steunverleningsgebied verstrekken, samen met een beschrijving van het project, met het oog op de berekening van de klimaatbijdrage. Voor de berekening van de klimaatbijdrage worden in het geval van eigen vermogen, quasi-aandelenkapitaal, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten die niet gericht zijn op specifieke projecten, criteria gebruikt om te eisen dat ten minste 90 % van de inkomsten van de ontvanger in het voorgaande boekjaar of toekomstige inkomsten volgens een bedrijfsplan afkomstig zijn/zullen worden gegenereerd uit een activiteit die voldoet aan de relevante criteria die voortvloeien uit de toepasselijke steunverleningsgebieden in bijlage VI bij de RRF-verordening. Eindbegunstigden van eigen vermogen, quasi-aandelenkapitaal, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten die niet op specifieke projecten zijn gericht, moeten het (de) geselecteerde interventiegebied (en) motiveren. De uitvoerende partner moet de lidstaat ook een halfjaarlijks verslag over de uitvoering van elk project/elke activiteit verstrekken.
    (219) Met uitzondering van a) projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); en b) activiteiten en activa als bedoeld in punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.
    (220) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (221) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (222) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de hulpbronnenefficiëntie te verhogen of de recycling van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
    (223) Een eindbegunstigde wordt geacht een „aanzienlijke focus” te hebben op een sector of bedrijfsactiviteit indien die sector of activiteit wordt aangemerkt als een essentieel onderdeel van de bedrijfsactiviteit van de eindbegunstigde in verhouding tot respectievelijk de bruto-inkomsten, de winst of de klantenbasis van de eindbegunstigde. De bruto-inkomsten uit de sector of activiteit waarvoor beperkingen gelden, mogen in geen geval meer bedragen dan 50 % van de bruto-inkomsten.
    (224)

    Met uitzondering van a) activa en activiteiten op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur, waarbij aardgas wordt gebruikt, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); en b) activiteiten en activa als bedoeld in punt ii) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.

    (225)

    Met inbegrip van activiteiten en activa in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) die de verwachte broeikasgasemissies bereiken die niet lager zijn dan de relevante benchmarks. Indien met de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies worden behaald die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, wordt toegelicht waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.

    (226)

    Vervuilende voertuigen worden gedefinieerd als niet-emissievrije voertuigen.

    (227) Zijn uitsluiting is niet van toepassing op acties in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, en op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of gebruik of materialen uit verbrandingsassen terug te winnen, mits dergelijke maatregelen in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie
    (228)  Eindbegunstigden die bij specifieke projecten betrokken zijn, moeten voor elk ondersteund project een motivering van het geselecteerde steunverleningsgebied verstrekken, samen met een beschrijving van het project, met het oog op de berekening van de klimaatbijdrage. Voor de berekening van de klimaatbijdrage worden in het geval van eigen vermogen, quasi-aandelenkapitaal, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten die niet gericht zijn op specifieke projecten, criteria gebruikt om te eisen dat ten minste 90 % van de inkomsten van de ontvanger in het voorgaande boekjaar of toekomstige inkomsten volgens een bedrijfsplan afkomstig zijn/zullen worden gegenereerd uit een activiteit die voldoet aan de relevante criteria die voortvloeien uit de toepasselijke steunverleningsgebieden in bijlage VI bij de RRF-verordening. Eindbegunstigden van eigen vermogen, quasi-aandelenkapitaal, bedrijfsobligaties of gelijkwaardige instrumenten die niet op specifieke projecten zijn gericht, moeten het (de) geselecteerde interventiegebied (en) motiveren. De uitvoerende partner moet de lidstaat ook een halfjaarlijks verslag over de uitvoering van elk project/elke activiteit verstrekken.
    (229) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (230) Met uitzondering van a) projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); en b) activiteiten en activa als bedoeld in punt i) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.  
    (231) Eindbegunstigden die bij specifieke projecten betrokken zijn, moeten voor elk ondersteund project een motivering van het geselecteerde steunverleningsgebied verstrekken, samen met een beschrijving van het project, met het oog op de berekening van de klimaatbijdrage. De uitvoerende partner moet de lidstaat ook een halfjaarlijks verslag over de uitvoering van elk project/elke activiteit verstrekken.
    (232) Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
    (233) Met uitzondering van a) projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); en b) activiteiten en activa als bedoeld in punt i) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen. 
    (234) Eindbegunstigden van leningen, participatieleningen, projectobligaties, garanties of gelijkwaardige instrumenten in verband met specifieke projecten moeten voor elk ondersteund project het geselecteerde steunverleningsgebied motiveren, samen met een beschrijving van het project. De uitvoerende partner moet de lidstaat ook een halfjaarlijks verslag over de uitvoering van elk project/elke activiteit verstrekken.
    (235)

    Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.

    (236)

    Met uitzondering van a) projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); en b) activiteiten en activa als bedoeld in punt i) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.

    (237) Eindbegunstigden die bij specifieke projecten betrokken zijn, moeten voor elk ondersteund project een motivering van het geselecteerde steunverleningsgebied verstrekken, samen met een beschrijving van het project, met het oog op de berekening van de klimaatbijdrage. De uitvoerende partner moet de lidstaat ook een halfjaarlijks verslag over de uitvoering van elk project/elke activiteit verstrekken.
    (238)

    Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.

    (239)

    Met uitzondering van a) projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van elektriciteits- en/of warmteopwekking, alsook gerelateerde transmissie- en distributie-infrastructuur met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III bij de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01); en b) activiteiten en activa als bedoeld in punt i) waarvoor het gebruik van fossiele brandstoffen tijdelijk en technisch onvermijdelijk is voor de tijdige overgang naar een activiteit zonder fossiele brandstoffen.

    (240) Eindbegunstigden van leningen, participatieleningen, projectobligaties, garanties of gelijkwaardige instrumenten in verband met specifieke projecten moeten voor elk ondersteund project het geselecteerde steunverleningsgebied motiveren, samen met een beschrijving van het project. De uitvoerende partner moet de lidstaat ook een halfjaarlijks verslag over de uitvoering van elk project/elke activiteit verstrekken.
    Top