EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52024DC0921

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 3 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2024 Ter versterking van het Europees Openbaar Ministerie ten gevolge van de deelname van Polen en de toekomstige deelname van Zweden

COM/2024/921 final

Brussel, 9.4.2024

COM(2024) 921 final

2024/0090(BUD)

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 3
BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2024

Ter versterking van het Europees Openbaar Ministerie ten gevolge van de deelname van Polen en de toekomstige deelname van Zweden




Gezien:

het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie 1 , dat op 1 juni 2021 in werking is getreden,

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (...) 2 , en met name artikel 44,

de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2024, zoals vastgesteld op 22 november 2023 3 ,

ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2024 4 , vastgesteld op 29 februari 2024,

ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2024 5 , vastgesteld op [9 april 2024],

dient de Europese Commissie bij het Europees Parlement en de Raad het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 bij de begroting 2024 in.

WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

De wijzigingen in de algemene staat van ontvangsten en afdeling III zijn beschikbaar via EUR-Lex ( https://eur-lex.europa.eu/budget/www/index-en.htm ).

TOELICHTING

1.Inleiding

Het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 voor het jaar 2024 (OGB 3/2024) heeft tot doel de noodzakelijke versterking van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) in te voeren naar aanleiding van het op 29 februari 2024 vastgestelde besluit van de Commissie tot bevestiging van de deelname van Polen aan de nauwere samenwerking bij de instelling van het EOM 6 en de verwachte deelname van Zweden. 

In totaal komt het netto-effect van OGB 3/2024 op de uitgaven neer op een verhoging van de vastleggingskredieten en de betalingskredieten met 3,6 miljoen EUR.

2.Europees Openbaar Ministerie (EOM)

Vanaf de oprichting hebben 22 lidstaten deelgenomen aan de nauwere samenwerking bij de instelling van het EOM uit hoofde van Verordening (EU) 2017/1939 7 . Op 29 februari 2024 heeft de Commissie de deelname van Polen aan de nauwere samenwerking bij de instelling van het EOM bevestigd, nadat Polen op 5 januari 2024 kennis had gegeven van zijn voornemen om deel te nemen. De toekomstige toetreding van Zweden wordt naar verwachting in de komende maanden bevestigd.

Daarom stelt de Commissie in OGB 3/2024 voor het EOM te versterken door twintig extra posten in de personeelsformatie toe te wijzen voor de aanwerving van Europese aanklagers en de nodige ondersteunende functies, in het licht van de extra werklast ten gevolge van twee extra deelnemende lidstaten. Voorgesteld wordt de begroting van het EOM met 3,6 miljoen EUR te verhogen om, voor het resterende deel van 2024, de uitgaven in verband met de deelname van Polen en Zweden te dekken in verband met de salarissen van het in dienst te nemen personeel en de operationele uitgaven, met inbegrip van de salarissen van extra gedelegeerde Europese aanklagers die in Polen en Zweden zullen worden benoemd.

EUR

Begrotingsonderdeel

Naam

Vastleggingskredieten

Betalingskredieten

Afdeling III – Commissie

07 10 08

Europees Openbaar Ministerie (EPPO)

3 600 000

3 600 000

Totaal    

3 600 000

3 600 000

Omdat er in subrubriek 2b (Veerkracht en waarden) geen marge is, wordt voorgesteld voor deze verhoging het flexibiliteitsinstrument in te zetten.

De desbetreffende wijzigingen van de personeelsformatie zijn opgenomen in de begrotingsbijlage.

3.Financiering

In totaal komt het netto-effect van OGB 3/2024 op de uitgaven neer op een verhoging van de vastleggingskredieten en de betalingskredieten met 3,6 miljoen EUR.

Omdat er in subrubriek 2b geen marge of ruimte voor herschikking is, stelt de Commissie voor om overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 8 het flexibiliteitsinstrument te gebruiken voor vastleggingskredieten voor een bedrag van 3,6 miljoen EUR voor subrubriek 2b Veerkracht en waarden ter versterking van het EOM.

De betalingskredieten voor 2024 in verband met de beschikbaarstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument in 2021 tot en met 2024 worden geraamd op 1 738,0 miljoen EUR. Het geraamde betalingsschema van de desbetreffende uitstaande bedragen voor deze jaren wordt in de volgende tabel gespecificeerd:

Flexibiliteitsinstrument — betalingsprofiel (in miljoen EUR)

Jaar van beschikbaarstelling

2024

2025

2026

2027

Totaal

2021

7,6

0,0

0,0

0,0

7,6

2022

49,8

36,7

0,0

0,0

86,5

2023

279,0

120,6

83,2

0,0

482,8

2024

1 401,6

107,6

83,7

46,3

1 639,1

Totaal

1 738,0

265,0

166,9

46,3

2 216,1



4.Samenvatting per MFK-rubriek

In EUR

 

Begroting 2024 (incl. OGB 1-2/2024)

Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2024

Begroting 2024 (incl. OGB 1-3/2024)

VK

BK

VK

BK

VK

BK

1

Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

21 493 372 987

20 827 967 003

 

 

21 493 372 987

20 827 967 003

 

Maximum

21 598 000 000

 

 

 

21 598 000 000

 

 

Marge

104 627 013

 

 

 

104 627 013

 

2

Cohesie, veerkracht en waarden

74 560 690 949

33 715 996 204

3 600 000

3 600 000

74 564 290 949

33 719 596 204

 

waarvan onder flexibiliteitsinstrument

1 289 495 333

 

3 600 000

 

1 293 095 333

 

 

Maximum

73 289 000 000

 

 

 

73 289 000 000

 

 

Marge

17 804 384

 

 

 

17 804 384

 

2a.

Economische, sociale en territoriale samenhang

64 665 195 616

24 155 654 152

 

 

64 665 195 616

24 155 654 152

 

Maximum

64 683 000 000

 

 

 

64 683 000 000

 

 

Marge

17 804 384

 

 

 

17 804 384

 

2b.

Veerkracht en waarden

9 895 495 333

9 560 342 052

3 600 000

3 600 000

9 899 095 333

9 563 942 052

 

waarvan onder flexibiliteitsinstrument

1 289 495 333

 

3 600 000

 

1 293 095 333

 

 

Maximum

8 606 000 000

 

 

 

8 606 000 000

 

 

Marge

 

 

 

 

 

 

3

Natuurlijke hulpbronnen en milieu

57 338 630 839

54 151 402 941

 

 

57 338 630 839

54 151 402 941

 

Maximum

57 449 000 000

 

 

 

57 449 000 000

 

 

Marge

110 369 161

 

 

 

110 369 161

 

 

waarvan: marktgerelateerde uitgaven en directe betalingen

40 517 278 000

40 505 482 213

 

 

40 517 278 000

40 505 482 213

 

ELGF-submaximum

41 649 000 000

 

 

 

41 649 000 000

 

 

Afrondingsverschil, niet meegeteld bij de berekening van de submarge

722 000

 

 

 

722 000

 

 

Netto-overdrachten tussen ELGF en Elfpo

-1 046 000 000

 

 

 

-1 046 000 000

 

 

Nettosaldo dat voor uitgaven uit het ELGF beschikbaar is (submaximum gecorrigeerd door overdrachten tussen het ELGF en het Elfpo)

40 603 000 000

 

 

 

40 603 000 000

 

 

ELGF-submarge

85 722 000

 

 

 

85 722 000

 

4

Migratie en grensbeheer

3 892 705 671

3 248 967 443

 

 

3 892 705 671

3 248 967 443

 

Maximum

4 020 000 000

 

 

 

4 020 000 000

 

 

Marge

127 294 329

 

 

 

127 294 329

 

5

Veiligheid en defensie

2 697 177 926

2 035 413 531

 

 

2 697 177 926

2 035 413 531

 

waarvan onder flexibiliteitsinstrument

317 177 926

 

 

 

317 177 926

 

 

Maximum

2 380 000 000

 

 

 

2 380 000 000

 

 

Marge

 

 

 

 

 

 

6

Nabuurschap en internationaal beleid

16 731 000 000

15 315 050 313

 

 

16 731 000 000

15 315 050 313

 

waarvan onder flexibiliteitsinstrument

28 828 204

 

 

 

28 828 204

 

 

waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)

371 171 796

 

 

 

371 171 796

 

 

Maximum

16 331 000 000

 

 

 

16 331 000 000

 

 

Marge

 

 

 

 

 

 

7

Europees openbaar bestuur

11 988 000 603

11 988 000 603

 

 

11 988 000 603

11 988 000 603

 

waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)

215 000 603

 

 

 

215 000 603

 

 

Maximum

11 773 000 000

 

 

 

11 773 000 000

 

 

Marge

 

 

 

 

 

 

 

waarvan: Administratieve uitgaven van de instellingen

9 175 375 841

9 175 375 841

 

 

9 175 375 841

9 175 375 841

 

Submaximum

9 006 000 000

 

 

 

9 006 000 000

 

 

Submarge

 

 

 

 

 

 

Kredieten voor rubrieken

188 701 578 975

141 282 798 038

3 600 000

3 600 000

188 705 178 975

141 286 398 038

 

Maximum

186 840 000 000

170 543 000 000

 

 

186 840 000 000

170 543 000 000

 

waarvan onder flexibiliteitsinstrument

1 635 501 463

1 734 392 297

3 600 000

3 600 000

1 639 101 463

1 737 992 297

 

waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)

586 172 399

 

 

 

586 172 399

 

 

Marge

360 094 887

30 994 594 259

 

 

360 094 887

30 994 594 259

 

Thematische speciale instrumenten

6 517 600 432

5 491 076 559

 

 

6 517 600 432

5 491 076 559

Totaal kredieten

195 219 179 407

146 773 874 597

3 600 000

3 600 000

195 222 779 407

146 777 474 597

(1)    Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020).
(2)    Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
(3)     PB L, 2024/207, van 22.2.2024.
(4)      COM(2024) 80 final.
(5)      COM(2024) 920 final.
(6)    Besluit (EU) 2024/807 van de Commissie van 29 februari 2024 ter bevestiging van de deelname van Polen aan de nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (PB L, 2024/807 van 29.2.2024).
(7)    Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1).
(8)    Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 11).
Top