This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52024BP2365
Resolution (EU) 2024/2365 of the European Parliament of 11 April 2024 with observations forming an integral part of the decision on discharge in respect of the implementation of the budget of the Clean Hydrogen Joint Undertaking for the financial year 2022
Resolutie (EU) 2024/2365 van het Europees Parlement van 11 april 2024 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming Schone waterstof voor het begrotingsjaar 2022
Resolutie (EU) 2024/2365 van het Europees Parlement van 11 april 2024 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming Schone waterstof voor het begrotingsjaar 2022
PB L, 2024/2365, 10.10.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/res/2024/2365/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Publicatieblad |
NL L-serie |
2024/2365 |
10.10.2024 |
RESOLUTIE (EU) 2024/2365 VAN HET EUROPEES PARLEMENT
van 11 april 2024
met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming “Schone waterstof” voor het begrotingsjaar 2022
HET EUROPEES PARLEMENT,
— |
gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming “Schone waterstof” voor het begrotingsjaar 2022, |
— |
gezien artikel 100 van en bijlage V bij zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0089/2024), |
A. |
overwegende dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Schone waterstof” (de “Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2”), gevestigd te Brussel, in november 2021 bij Verordening (EU) 2021/2085 van de Raad (1) in het kader van het programma Horizon Europa is opgericht voor de periode die eindigt op 31 december 2031; overwegende dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (de “Gemeenschappelijke Onderneming FCH”) heeft vervangen en opgevolgd, die in mei 2008 bij Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad (2) uit hoofde van het zevende kaderprogramma voor onderzoek is opgericht voor de periode tot en met 31 december 2017 en in mei 2014 bij Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad (3) in het kader van het programma Horizon 2020 is verlengd voor de periode tot en met 31 december 2024 (de “Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2”); |
B. |
overwegende dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 een publiek-privaat partnerschap is op het gebied van onderzoek naar en innovatie van waterstof- en brandstofceltechnologie; overwegende dat de oprichtende leden bestaan uit de Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, de brancheorganisatie Hydrogen Europe en de onderzoeksgroepering Hydrogen Europe Research; |
C. |
overwegende dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2, om de transparantie te vergroten, in haar jaarrekeningen relevante informatie moet opnemen over de bijdragen van de leden op programmaniveau; overwegende dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2, voor elk programma in het kader waarvan ze actief is, per categorie leden tot het einde van het jaar alle relevante informatie moet presenteren, met inbegrip van de wettelijke streefdoelen voor de bijdragen die voor het respectieve programma zijn vastgesteld, de omvang van de ontvangen bijdragen en het aantal juridische verbintenissen; stelt voor dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 de transparantie blijft verbeteren; |
Begrotings- en financieel beheer
1. |
merkt op dat in het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 (het “verslag van de Rekenkamer”) wordt vastgesteld dat de jaarrekening 2022 op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële situatie van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 per 31 december 2022, van de resultaten van haar verrichtingen, de kasstromen en de veranderingen van de nettoactiva in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig haar financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels; maakt voorts uit het verslag van de Rekenkamer op dat de onderliggende verrichtingen bij de rekening op alle materiële punten wettig en regelmatig zijn; |
2. |
is ingenomen met de rol van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 bij de ondersteuning van onderzoeks- en innovatieactiviteiten op het gebied van waterstoftechnologieën in Europa; |
3. |
neemt er kennis van dat de beschikbare begroting voor 2022 (4) neerkwam op 314,3 miljoen EUR aan vastleggingskredieten (5) (tegenover 15,8 miljoen EUR in 2021), waarvan 305,8 miljoen EUR voor operationele activiteiten en 8 miljoen EUR voor administratieve uitgaven, en op 118,3 miljoen EUR aan betalingskredieten (6) (tegenover 56,2 miljoen EUR in 2021), waarvan 109,7 miljoen EUR voor operationele activiteiten en 8,1 miljoen EUR voor administratieve uitgaven; |
4. |
stelt vast dat de wijzigingen in de omvang van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 grotendeels afhankelijk zijn van de uitvoeringsfase van de meerjarige onderzoeks- en innovatieprogramma’s die zij uitvoert; neemt er kennis van dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 in 2022 is begonnen met de uitvoering van het programma Horizon Europa, en dat de begroting voor 2022 daarom de vastleggingsbegroting voor de eerste oproepen van Horizon Europa die gepland waren voor 2022, en de betalingsbegroting voor de daarmee verband houdende voorfinancieringsbetalingen omvat; |
5. |
stelt vast dat de Europese Rekenkamer (de “Rekenkamer”) de informatie over de bijdragen van de leden op programmaniveau onvoldoende acht; is ingenomen met de toezegging van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 om deze kwestie aan te pakken; |
6. |
neemt er kennis van dat de geboekte bedragen van de bijdragen per categorie leden (EU-leden en particuliere leden) in de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 voor 2022 aanzienlijk van elkaar verschillen; neemt kennis van het feit dat de reden hiervoor is dat de bijdragen in contanten van de EU worden gevalideerd en vermeld wanneer zij aan het begin van de uitvoering van het project aan de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 worden betaald, terwijl de bijdragen in natura van de leden pas worden opgenomen na validering van de gemaakte en gedeclareerde kosten voor de uitvoering van het project; |
7. |
verzoekt de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 om de kloof tussen het opgenomen bedrag van de bijdragen in contanten enerzijds en de bijdragen in natura anderzijds aan te pakken door informatie te verstrekken over de juridische verbintenissen van de leden van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 aan het einde van het jaar, in verband met ondertekende subsidieovereenkomsten en andere overeenkomsten; |
8. |
is verheugd dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2, wat de uitvoering van het zevende kaderprogramma voor onderzoek betreft, de streefdoelen inzake bijdragen van de leden heeft verwezenlijkt; |
9. |
neemt er kennis van dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 eind 2022 425,8 miljoen EUR (of 95 %) van de maximale operationele EU-bijdrage van 450 miljoen EUR had vastgelegd voor ondertekende subsidieovereenkomsten in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek; stelt vast dat van dit vastgelegde bedrag in 2023 nog ongeveer 3 miljoen EUR (of 0,7 %) moest worden betaald voor de afsluiting van het laatste lopende project in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek; stelt voorts vast dat particuliere leden eind 2022 bijdragen in natura declareerden ter hoogte van het minimumstreefdoel van 450 miljoen EUR, dat volledig door de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 was gevalideerd; |
10. |
stelt vast dat, wat het programma Horizon 2020 betreft, het lage niveau van gevalideerde bijdragen in natura van de particuliere leden voor operationele activiteiten, te weten 51,7 miljoen EUR (tegenover 38,6 miljoen EUR in 2021), te maken heeft met het feit dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 deze bijdragen later certificeert, wanneer de saldobetalingen voor de Horizon 2020-projecten worden gedaan en de certificaten betreffende de financiële overzichten worden verwacht; |
11. |
verneemt uit het verslag van de Rekenkamer dat de juridische verbintenissen van de leden op het niveau van hun streefdoelen inzake bijdragen liggen; |
12. |
stelt in verband met de resultaten van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 voor het programma Horizon 2020 op het vlak van ondertekende subsidieovereenkomsten en andere overeenkomsten vast dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 eind 2022 de maximale operationele Uniebijdrage van 646 miljoen EUR volledig had vastgelegd voor ondertekende subsidieovereenkomsten en andere overeenkomsten in het kader van dat programma; stelt voorts vast dat van dit vastgelegde bedrag in de komende jaren nog ongeveer 88,5 miljoen EUR (of 13,7 %) moet worden betaald voor projecten en contracten die nog moeten worden afgerond; |
13. |
stelt bovendien vast dat de particuliere leden zich er juridisch toe verbonden hadden 190,5 miljoen EUR aan bijdragen in natura aan de operationele activiteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 te leveren, en 1,039 miljard EUR (of 340,6 %) van het minimumstreefdoel van 361 miljoen EUR aan bijdragen in natura voor aanvullende activiteiten; stelt vast dat deze vastgelegde bedragen eind 2022 volledig waren gerapporteerd; |
14. |
neemt er kennis van dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 voor Horizon 2020-activiteiten geen nieuwe operationele vastleggingskredieten heeft ontvangen, aangezien de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 eind 2020 haar laatste oproep tot het indienen van voorstellen had afgerond; |
15. |
verneemt uit het verslag van de Rekenkamer dat de uitvoering van de operationele betalingen uit de begroting voor 2022 voor Horizon 2020-activiteiten is afgenomen (88 % voor 2021 tegenover 81 % voor 2022) doordat begunstigden te maken kregen met toenemende kosten en uitvoeringsproblemen in de nasleep van de COVID-19-crisis en de aanvalsoorlog tegen Oekraïne, en dat de looptijd van de meeste Horizon 2020-projecten bijgevolg moest worden verlengd en de saldobetalingen moesten worden uitgesteld tot 2023; |
16. |
stelt vast dat, wat het programma Horizon Europa betreft, de Commissie in 2022 80 miljoen EUR aan bijdragen in contanten verstrekte, waarvan de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 47 miljoen EUR (of 59 %) gebruikte voor voorfinancieringsbetalingen in verband met de eerste subsidieovereenkomsten die waren gesloten in het kader van het programma Horizon Europa; |
17. |
stelt vast dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 in het kader van Horizon Europa de eerste oproep tot het indienen van voorstellen voor waterstof heeft gepubliceerd, met een totale waarde van 300 miljoen EUR; neemt er kennis van dat de evaluatie van de oproep van 2022 heeft geleid tot de intrekking van vier onderwerpen waarvoor geen geschikte voorstellen waren ingediend (7); stelt vast dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 de ongebruikte betalingskredieten van 33 miljoen EUR heeft overgedragen naar 2023 voor de betaling van voorfinancieringen in verband met nieuwe subsidieovereenkomsten, die volgens de planning begin 2023 moesten worden ondertekend; |
18. |
verneemt uit het verslag van de Rekenkamer dat de uitvoeringspercentages voor de administratieve begroting (titel 2) eind 2022 laag waren en 62 % van de vastleggingskredieten en 51 % van de betalingskredieten bedroegen; neemt er kennis van dat dit volgens de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 te wijten was aan de opschorting van betalingen in verband met de regeling van de waterstofweek, de uitgestelde aanbesteding voor de renovatie van het kantoorgebouw en de vertraagde sluiting van een belangrijke kaderovereenkomst voor diensten; |
Aanbestedingen en personeel
19. |
verneemt uit het geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag dat het beheer van aanbestedingen en contracten in 2022, in aansluiting op de praktijk van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 in de afgelopen jaren, interinstitutionele aanbestedingsprocedures van de Commissie of andere EU-organen en de daaruit voortvloeiende meerjarige kaderovereenkomsten omvatte; stelt voorts vast dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 ook met andere gemeenschappelijke ondernemingen samenwerkt op het gebied van aanbestedingsbehoeften om de administratieve inspanningen tot een minimum te beperken; |
20. |
neemt ter kennis dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 intensief gebruik heeft gemaakt van de eTendering-, eNotices- en eSubmission-modules en begonnen is het beheersinstrument voor overheidsopdrachten (PPMT), dat in 2023 operationeel zal zijn, te integreren; |
21. |
stelt vast dat het team statutair personeel van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 bestaat uit 29 posten (27 tijdelijke functionarissen en twee arbeidscontractanten); stelt bovendien vast dat het personeelsbestand twee gedetacheerde nationale deskundigen omvat; |
22. |
verneemt uit het geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag over 2022 dat de digitale werkplek voor elk personeelslid voortdurend wordt gemoderniseerd: het personeel van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 kreeg voldoende toegang tot de volledige reeks aanvragen van de Commissie voor subsidiebeheer; de uitrol van de hardwarevernieuwing werd uitgevoerd zoals gepland, samen met de noodzakelijke verlenging van de licenties voor essentiële toepassingen zoals Slido, Webex, Business Object, Adobe of mobiele telefonie, waardoor elk personeelslid meer flexibiliteit kreeg in het kader van de nieuwe telewerkregeling; |
23. |
merkt op dat het personeelscomité volgens het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie, zoals vastgelegd in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad (8) en de richtsnoeren van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 minstens één lid van het selectiecomité voor externe aanwervingsprocedures moet aanwijzen; neemt kennis van de vaststelling van de Rekenkamer dat in het selectiecomité voor de gecontroleerde aanwervingsprocedure geen lid was opgenomen dat door het personeelscomité was aangewezen, en dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 geen personeelscomité kon oprichten ondanks verschillende oproepen tot het indienen van blijken van belangstelling onder haar personeel; |
Beheers- en controlesystemen
24. |
neemt er kennis van dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 voor uitgaven in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek controles achteraf verrichtte, terwijl voor de uitgaven in het kader van Horizon 2020 en Horizon Europa de gemeenschappelijke auditdienst van het directoraat-generaal Onderzoek en Innovatie van de Commissie verantwoordelijk was voor controles achteraf; stelt bovendien vast dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 voor de definitieve uitgaven in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek in 2022 geen controles achteraf verrichtte vanwege de geringe bedragen, en dat zij bijgevolg als definitieve foutenpercentages voor uitgaven in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek het representatieve foutenpercentage van 2,0 % en het restfoutenpercentage van 1,1 % publiceerde dat eind 2021 werd bereikt; |
25. |
neemt ter kennis dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 voor haar Horizon 2020-uitgaven (verrekeningen en saldobetalingen) een representatief foutenpercentage van 2,9 % en een restfoutenpercentage van 0,9 % rapporteerde (9); neemt voorts ter kennis dat voor het programma Horizon Europa geen controles achteraf werden uitgevoerd, aangezien de eerste tussentijdse betalingen pas in 2024 worden verwacht; |
26. |
stelt vast dat de Rekenkamer, om de controles van operationele betalingen van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 te beoordelen, een willekeurige steekproef van in 2022 verrichte Horizon 2020-betalingen op het niveau van de eindbegunstigden heeft gecontroleerd (10); stelt vast dat de Rekenkamer in één geval een ernstige fout aantrof en kwantificeerde die voortvloeide uit de personeelskosten omdat de begunstigde gewerkte uren tijdens verlofperioden declareerde en niet-subsidiabele extra loonkosten in de gedeclareerde kosten opnam, en dat de Rekenkamer voor een ander geval een ernstige fout constateerde en kwantificeerde die voortvloeide uit de gedeclareerde kosten voor apparatuur die de begunstigde tijdens de verslagperiode niet had gebruikt, en uit onjuist berekende personeelskosten; |
27. |
is verheugd dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 eind 2022 een volledige risicogebaseerde aanpak van controles vooraf had ontwikkeld en uitgevoerd in overeenstemming met de richtsnoeren van de gemeenschappelijke auditdienst van de Commissie, rekening houdend met de specifieke risico-omstandigheden van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2; stelt vast dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 erin geslaagd is daartoe de meest relevante risicocriteria vast te stellen en op basis daarvan een risicogebaseerde monitoringsaanpak heeft ontworpen; |
28. |
neemt er kennis van dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 met die aanpak het risiconiveau van elk project en elke begunstigde kon beoordelen tijdens de belangrijkste fasen van de projectuitvoering, zoals de voorbereiding van de subsidieovereenkomst, de wijziging van de subsidieovereenkomst, de verslaglegging en de betaling; stelt in dit verband vast dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 ook interne richtsnoeren voor haar risicogebaseerde aanpak heeft opgesteld en haar personeelsleden heeft opgeleid en begeleid in de juiste en consistente toepassing ervan; |
29. |
is verheugd dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 een risicogebaseerde aanpak voor controles achteraf heeft ontwikkeld om haar foutenpercentage te verlagen door het opschoningseffect van haar controles achteraf te versterken; |
30. |
verneemt uit het verslag van de Rekenkamer dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 een risicogebaseerde aanpak op maat heeft ontwikkeld om de zekerheid te vergroten die wordt verkregen uit controles vooraf en achteraf: begin 2022 heeft de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 de volledige populatie van haar begunstigden van Horizon 2020 geanalyseerd en de begunstigden met het hoogste risico aangemerkt voor risicogebaseerde controles achteraf; stelt vast dat de meest risicovolle begunstigden bestonden uit alle topbegunstigden met een geaccumuleerde bijdrage van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 van meer dan 1 miljoen EUR voor alle Horizon 2020-projecten die door de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 werden beheerd, die nooit achteraf waren gecontroleerd en het risicoprofiel van een kleine of middelgrote onderneming of de status van nieuwkomer hadden; |
31. |
stelt vast dat de overige topbegunstigden werden uitgenodigd om een korte vragenlijst voor zelfbeoordeling in te vullen die gericht was op de meest voorkomende fouten die bij eerdere controles achteraf waren ontdekt, zoals de complexiteit van de gekozen optie voor personeelskosten, aanzienlijke onderaanneming, aankoop van activa, interne leveringen, methode van kostenrapportage en de uitvoering van eerdere resultaten van controles achteraf; merkt op dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 op basis van hun antwoorden de topbegunstigden met een controle vooraf met een hoog risico identificeerde en met hen financiële webinars hield, waarbij de nadruk lag op de belangrijkste kenmerken van een correcte kostendeclaratie met significante kostenposten; stelt voorts vast dat het resultaat van de webinars door de projectmedewerkers en financiële ambtenaren van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 werd gebruikt om de doeltreffendheid van haar controles vooraf voor de komende kostendeclaraties van deze topbegunstigden (betalingsfase) te verbeteren; |
32. |
waardeert het dat de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 een risicogebaseerde benadering van controles achteraf heeft ontwikkeld met als doel het foutenpercentage te verlagen door middel van een gerichtere steekproef om de meest foutgevoelige begunstigden op te sporen en zo het opschoningseffect van haar controles achteraf te versterken; acht dit een belangrijke positieve verandering in de aanpak van controles achteraf, aangezien het internecontrolekader van de Commissie voor subsidies in het kader van Horizon Europa het niet mogelijk maakt specifieke representatieve steekproeven van GO’s vast te stellen en bijgevolg specifieke representatieve en restfoutenpercentages voor GO’s te berekenen; |
33. |
neemt kennis van de bevinding van de Rekenkamer dat GO’s met een goed ontwikkelde risicogebaseerde aanpak van controles achteraf een restfoutenpercentage vertonen dat lager is dan het gemiddelde van de GO’s zonder een dergelijke aanpak vanwege de systematische identificatie en controle van de meest risicovolle begunstigden; |
Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren
34. |
stelt vast dat de “opmerkingen” in de specifieke jaarverslagen over de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 in feite “geen tijdgebonden aanbevelingen” van de Rekenkamer zijn; merkt op dat de Rekenkamer jaarlijks gevolg geeft aan deze opmerkingen door hun status als “openstaand” of “afgesloten” te beoordelen; |
35. |
stelt vast dat voor de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 alle opmerkingen van voorgaande jaren werden afgesloten vanwege de corrigerende maatregelen die de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 gedurende 2022 heeft genomen. |
(1) Verordening (EU) 2021/2085 van de Raad van 19 november 2021 voor de oprichting van gemeenschappelijke ondernemingen in het kader van Horizon Europa en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 219/2007, (EU) nr. 557/2014, (EU) nr. 558/2014, (EU) nr. 559/2014, (EU) nr. 560/2014, (EU) nr. 561/2014 en (EU) nr. 642/2014 (PB L 427 van 30.11.2021, blz. 17).
(2) Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).
(3) Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 108).
(4) De beschikbare begroting omvat niet-gebruikte kredieten van voorgaande jaren die de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2 opnieuw heeft opgenomen in de begroting van het huidige jaar, bestemmingsontvangsten en herschikkingen naar het volgende jaar.
(5) De goedgekeurde vastleggingskredieten bedroegen 8,4 miljoen EUR en werden vervolgens gewijzigd om rekening te houden met de toename van ontvangsten en uitgaven in verband met het nieuwe programma in het kader van Horizon Europa en ongebruikte kredieten van voorgaande jaren.
(6) De goedgekeurde betalingskredieten bedroegen 53,2 miljoen EUR en dat bedrag werd als gevolg van het nieuwe programma gewijzigd ter dekking van de geplande oproep tot het indienen van voorstellen die in 2022 is gelanceerd om de strategische agenda voor onderzoek en innovatie (SRIA) uit te voeren.
(7) Volgens de verduidelijking van de gemeenschappelijke onderneming moet “intrekking van onderwerpen” worden opgevat als “geen dekking van onderwerpen vanwege het gebrek aan succesvolle aanvragen/voorstellen”.
(8) PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1968/259(1)/oj.
(9) Geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag 2022 van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean H2, hoofdstuk 4.1.1.1.
(10) Wat de bij de begunstigden getoetste subsidiebetalingsverrichtingen betreft, ligt de meldingsdrempel voor kwantificeerbare fouten bij 1 % van de gecontroleerde kosten.
ELI: http://data.europa.eu/eli/res/2024/2365/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)