Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52024BP2304

Resolutie (EU) 2024/2304 van het Europees Parlement van 11 april 2024 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Arbeidsautoriteit voor het begrotingsjaar 2022

PB L, 2024/2304, 10.10.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/res/2024/2304/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/res/2024/2304/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/2304

10.10.2024

RESOLUTIE (EU) 2024/2304 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 11 april 2024

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Arbeidsautoriteit voor het begrotingsjaar 2022

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Arbeidsautoriteit voor het begrotingsjaar 2022,

gezien artikel 100 van en bijlage V bij zijn Reglement,

gezien het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0131/2024),

A.

overwegende dat de definitieve begroting van de Europese Arbeidsautoriteit (“de Autoriteit”) voor het begrotingsjaar 2022 volgens haar staat van ontvangsten en uitgaven (1)34 689 842 EUR bedroeg, hetgeen een toename betekent van 43,23 % ten opzichte van 2021; overwegende dat de Autoriteit in mei 2021 financiële autonomie heeft gekregen en, aangezien de opstartperiode nog loopt tot 2024, het de verwachting is dat zowel het personeelsbestand als de begroting gedurende deze periode geleidelijk zullen toenemen; overwegende dat de begroting van de Autoriteit afkomstig is uit de begroting van de Unie;

B.

overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2022 (hierna “het verslag van de Rekenkamer”) verklaart redelijke zekerheid te hebben gekregen dat de jaarrekening van de Autoriteit betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

Financieel en begrotingsbeheer

1.

merkt op dat de inspanningen op het gebied van begrotingstoezicht gedurende het begrotingsjaar 2022 hebben geresulteerd in een begrotingsuitvoeringspercentage van de vastleggingskredieten voor het lopende jaar van 96,52 %, hetgeen neerkomt op een toename van 0,72 % ten opzichte van 2021, en dat het uitvoeringspercentage van de betalingskredieten in het lopende jaar 34,93 % bedroeg, hetgeen neerkomt op een toename van 4,56 % ten opzichte van 2021;

2.

stelt met bezorgdheid vast dat de begroting van de Autoriteit voor 2022 op 17 december 2021 door haar raad van bestuur is vastgesteld, maar pas op 31 mei 2023 in het Publicatieblad van de Europese Unie is gepubliceerd; herinnert eraan dat dit in strijd is met artikel 31 van de financiële regeling van de Autoriteit en met het daarin vastgelegde transparantiebeginsel;

3.

wijst erop dat dit het tweede kwijtingsverslag van de Autoriteit is; benadrukt dat de Autoriteit zich nog in een vroeg stadium bevindt en zich nog volop aan het vormen is; herinnert eraan dat de Autoriteit in 2019 met haar werkzaamheden is begonnen en in 2021 financiële autonomie heeft verworven; benadrukt dat de verdere ontwikkeling en integratie van interne processen in de komende periode van essentieel belang zijn totdat de Autoriteit in 2024 volledig operationeel is;

4.

merkt op dat de Rekenkamer meldt dat de Autoriteit 21,8 miljoen EUR (65 %) van de beschikbare vastleggingskredieten voor 2022 had overgedragen naar 2023, waarvan 3,4 miljoen EUR (of 79,6 %) aan kredieten onder titel II, in verband met administratieve uitgaven (63,2 % in 2021) en 16,4 miljoen EUR (of 90,6 %) aan kredieten onder titel III, in verband met beleidsuitgaven (37,7 % in 2021); herinnert eraan dat herhaaldelijk hoge percentages overdrachten in strijd zijn met het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit en wijzen op structurele problemen in het begrotingsproces en bij de uitvoering van de begroting; neemt kennis van het antwoord van de Autoriteit in verband met deze kwestie, waarin wordt benadrukt dat een aanzienlijk deel van de overdrachten onder titel III voortkomt uit de grote onzekerheid in verband met het Eures-portaal en dat de begrotingsplanning doeltreffender moet worden na de vaststelling van de Eures-portaalstrategie 2023-2030 en dat eind juni 2023 meer dan 80 % van de overdrachten van de titels I en II al contractueel was vastgelegd;

5.

benadrukt dat de Autoriteit, na in mei 2021 financiële autonomie te hebben verworven, aanzienlijke bedragen aan overdrachten heeft opgebouwd; benadrukt dat de Autoriteit, als autoriteit die betrokken is bij operationele activiteiten, sterk afhankelijk is van de betrokkenheid van de lidstaten, en dat de mate waarin deze deelnemen de uitvoering en reikwijdte van die activiteiten aanzienlijk beïnvloedt; benadrukt dat vanwege het vrijwillige karakter van de meeste activiteiten niet alle lidstaten aan elke activiteit deelnemen en dat sommige slechts in beperkte mate deelnemen; verzoekt de lidstaten de grote voordelen van de Autoriteit te erkennen en de samenwerking tussen hun bevoegde autoriteiten en de Autoriteit te versterken;

Prestaties

6.

merkt op dat de Autoriteit in 2022 voor het eerst een werkprogramma heeft gepresenteerd binnen een meerjarig kader (het enig programmeringsdocument voor 2022-2024) en zijn programmeringsdocumenten is blijven verbeteren; merkt voorts op dat de Autoriteit de belangrijkste strategische werkgebieden en haar doelstellingen heeft vastgesteld en een nieuwe reeks KPI’s heeft ontwikkeld die gekoppeld zijn aan de strategische gebieden; merkt op dat deze indicatoren, die zijn opgenomen in haar enig programmeringsdocument voor 2023-2025, vanaf 2023 zullen worden gebruikt;

7.

is verheugd over de prestaties van de Autoriteit bij het vervullen van haar mandaat en het verwezenlijken van de doelstellingen van het enig programmeringsdocument 2022-2024, met name de werkzaamheden voor 2022, ondanks de uitdagingen die voortvloeien uit de voortdurende groei en ontwikkeling van de organisatie;

8.

merkt op dat de Autoriteit het actiekader voor het wegvervoer en de bijbehorende campagne #Road2FairTransport met succes heeft uitgevoerd, onder andere in samenwerking met andere autoriteiten van de lidstaten, sociale partners en belanghebbenden; merkt voorts op dat de Autoriteit 33 gecoördineerde en gezamenlijke inspecties heeft uitgevoerd waaraan 25 lidstaten hebben deelgenomen en bijstand heeft verleend bij een demonstratie-inspectie langs de weg;

9.

prijst de inzet van de Autoriteit voor de uitbreiding van haar activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw, met de lancering van het IMI-PROVE-programma, en voor de bevordering van digitale technologieën en innovatie, met de organisatie van de TECH-conferentie 2022 van de Autoriteit; merkt voorts op dat de Autoriteit haar bemiddelingsdienst is gestart en dat die de eerste zaken heeft behandeld;

10.

neemt verheugd kennis van de reactie van de Autoriteit op de vluchtelingenstroom naar aanleiding van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, en van het feit dat zij actief was op het vlak van voorlichting en handhaving om de lidstaten te ondersteunen bij de bescherming van kwetsbare personen tegen de risico’s van zwartwerk en uitbuiting op de werkplek;

11.

neemt met bezorgdheid kennis van de aanzienlijke dalingen van het registratiepercentage van vacatures en van werkgevers op het portaal van de Europese diensten voor arbeidsvoorziening (Eures) (– 77 % respectievelijk – 37 % ten opzichte van 2021) als gevolg van de invoering van de EU Login-vereisten; verzoekt de Autoriteit het proces in samenwerking met de Commissie te vereenvoudigen;

12.

waardeert het werk van de Autoriteit die de lidstaten en de Commissie ondersteunt bij het verzekeren van een eerlijke en effectieve handhaving van de Unie-regels inzake arbeidsmobiliteit en coördinatie van socialezekerheidsstelsels, bij het faciliteren van doeltreffende arbeidsmobiliteit in Europa aan de hand van activiteiten van Eures, en bij het daadwerkelijk beter in staat stellen van burgers en bedrijven om de voordelen van de interne markt te benutten; is in dit verband ingenomen met de werkzaamheden van de vier werkgroepen van de Autoriteit inzake informatie, inspecties, bemiddeling en het Europees platform tegen zwartwerk;

13.

wijst erop dat een van de doelstellingen van de Autoriteit is de samenwerking tussen de lidstaten bij de handhaving van het toepasselijke recht van de Unie in de gehele Unie te bevorderen en te verbeteren, onder meer door gecoördineerde en gezamenlijke inspecties te faciliteren; ziet uit naar de evaluatie van het functioneren van de Autoriteit die de Commissie in 2024 zal uitvoeren en die betrekking zal hebben op haar doelstellingen, mandaat en taken; wijst erop dat de Commissie op basis van deze evaluatie zo nodig wetgevingsvoorstellen kan indienen om het takenpakket van de Autoriteit te herzien;

Efficiëntie en winst

14.

neemt er kennis van dat de Autoriteit in 2022 haar samenwerking met andere organen en organisaties van de Unie heeft ontwikkeld om overlappingen te voorkomen en synergieën te bevorderen; neemt er voorts kennis van dat de Autoriteit een memorandum van overeenstemming heeft ondertekend met de Commissie, de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden en het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding; merkt op dat de Autoriteit ook een kader voor samenwerking met het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk heeft ondertekend en besprekingen is begonnen met Agentschap van de Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving;

15.

is verheugd dat de Autoriteit een moderne, digitale en flexibele werkomgeving bevordert die het welzijn van het personeel verbetert en de impact op het milieu vermindert door de invoering van regels voor hybride werken, hetgeen bijdraagt aan de vermindering van de CO2-uitstoot; neemt voorts kennis van de prestaties van de Autoriteit met betrekking tot haar gebouwen in Slowakije, die het “Leadership in Energy and Environmental Design Gold”-certificaat hebben ontvangen, waarmee ze voldoen aan de strenge criteria van de Europese Commissie;

16.

neemt er kennis van dat de Autoriteit is doorgegaan met de invoering van de functies van onder andere het Advanced Records System, het Sysper-systeem, e-aanbesteding en Speedwell teneinde de efficiëntie van systemen en werkstromen te verbeteren;

17.

merkt op dat de Autoriteit één van de agentschappen van de Unie is die nog een ondernemingsplan moeten opstellen om de energie-efficiëntie en klimaatneutraliteit van haar activiteiten te verbeteren;

18.

spoort de Autoriteit aan om actief te gaan samenwerken met andere agentschappen en om regelmatig verslag uit te brengen aan het Parlement over haar geboekte vooruitgang.

Personeelsbeleid

19.

stelt vast dat de personeelsformatie op 31 december 2022 voor 86 % ingevuld was, aangezien er 49 tijdelijke functionarissen waren aangesteld van de 57 tijdelijke functionarissen die in het kader van de begroting van de Unie waren toegestaan; merkt op dat daarnaast in 2022 13 arbeidscontractanten en 55 gedetacheerde nationale deskundigen (GND’s) (waaronder 27 nationale verbindingsfunctionarissen) voor de Autoriteit werkten; merkt op dat de Autoriteit een belangrijke groei van haar personeelsbestand heeft gerealiseerd na intensieve wervingsinspanningen in 2022;

20.

neemt kennis van de genderverdeling in het hoger en middenmanagement van de Autoriteit, waarvan vier van de zes leden (67 %) mannen zijn; neemt kennis van het genderevenwicht onder de leden van de raad van bestuur van de Autoriteit, waar 20 van de 34 leden (59 %) mannen zijn; neemt verder kennis van het genderevenwicht binnen het totale personeelsbestand van de Autoriteit, waar 41 van de 65 personeelsleden (63 %) vrouw zijn; herinnert eraan dat het belangrijk is te zorgen voor genderevenwicht en verzoekt de Autoriteit met dit aspect rekening te blijven houden bij toekomstige personeelsaanwervingen en benoemingen in zijn hoger en middenmanagement; verzoekt de Commissie en de lidstaten bij het voordragen van kandidaten voor de raad van bestuur van de Autoriteit rekening te houden met het belang van het waarborgen van genderevenwicht; merkt met tevredenheid op dat de Autoriteit eind 2022 27 nationaliteiten telde op basis van haar personeelsformatie (statutair personeel);

21.

merkt op dat de capaciteit van de Autoriteit in 2022 aanzienlijk is toegenomen dankzij haar inzet om talent van hoge kwaliteit aan te trekken, met 117 personeelsleden (in 2022); merkt voorts op dat de Autoriteit haar grote inspanningen op het gebied van werving moet voortzetten, evenals de onboarding van nieuwkomers en het aanpakken van uitdagingen zoals verloop en afname van banen; merkt voorts op dat het wervingsbeleid van de Autoriteit gebaseerd zal blijven op de beginselen van gelijke behandeling en open en transparante wervingsprocedures, en dat het zal worden gepubliceerd en aan alle belanghebbende partijen zal worden meegedeeld;

22.

merkt op dat het aandeel tijdelijke werknemers (GND’s en uitzendkrachten) bij de Autoriteit eind 2022 58 % bedroeg; vestigt er de aandacht op dat een grote afhankelijkheid van tijdelijke werknemers leidt tot een regelmatig hoog personeelsverloop, waardoor het risico bestaat dat deskundigheid verloren gaat (gespecialiseerde kennis, opgebouwde contactnetwerken met belanghebbenden), hetgeen een negatieve invloed zou kunnen hebben op de operationele capaciteiten van de Autoriteit; prijst het verzoek van de Autoriteit om 15 GND-posten om te zetten in posten voor tijdelijk functionaris, zonder dat de in de financiële meerjarenplanning voorziene begroting hoeft te worden verhoogd, teneinde de operationele stabiliteit van de Autoriteit, het behoud van kennis en de effectieve uitvoering van haar doelstellingen te waarborgen;

23.

merkt op dat de Autoriteit een uitzendkracht en een stagiair in dienst heeft genomen voor vijf maanden (november 2022 tot en met maart 2023) en hen ABAC-toegangsrechten heeft verleend om gegevens in te voeren en verrichtingen uit te voeren ter ondersteuning van de procedure voor de jaarlijkse afsluiting van de begroting; herinnert eraan dat het inzetten van uitzendkrachten voor de uitvoering van de belangrijkste financiële activiteiten van de Autoriteit in verband met de uitvoering van de begroting in strijd is met artikel 41, lid 1, van de financiële regels van de Autoriteit, waarin is bepaald dat de bevoegdheid tot uitvoering van de begroting alleen aan personeelsleden kan worden gedelegeerd; merkt op dat volgens de Autoriteit en om de bedrijfscontinuïteit te waarborgen in geval van gebrek aan statutair personeel en een abnormale werkdruk, de functies van functionaris voor gegevensinvoer en financieel initiatiefnemende functionaris bij uitzondering voor een beperkte periode kunnen worden toegekend aan een tijdelijke functionaris/stagiair, nadat deze de nodige opleiding heeft gekregen en voor alle financiële transacties een toezichthoudende functionaris heeft;

24.

is er verheugd over dat de Autoriteit is doorgegaan met de goedkeuring en invoering van regels en voorschriften op het gebied van human resources, zoals het beleid inzake bescherming van de waardigheid van personen en voorkoming van pesterijen en seksuele intimidatie, nieuwe humanresourcesregels inzake werktijden en hybride werken en het kader voor leerontwikkeling, waarmee de bepalingen inzake het voeren van administratieve onderzoeken en tuchtrechtelijke bepalingen worden uitgevoerd;

25.

merkt op dat de Autoriteit maatregelen heeft aangeboden ter ondersteuning van de integratie, waaronder teambuilding en sociale evenementen en activiteiten, informatiepakketten, diverse opleidingssessies en ondersteuning bij de registratie van personeel en gezinsleden bij de nationale autoriteiten; merkt voorts op dat de Autoriteit een jaarlijkse welzijnsenquête houdt om het welzijn en de tevredenheid van het personeel te meten en de standpunten van het personeel te verzamelen; is verheugd dat de Autoriteit de eerste verkiezingen voor het personeelscomité heeft gehouden en dit comité in 2022 met succes heeft opgericht;

26.

neemt er kennis van dat de Autoriteit zich inzet voor het bevorderen van en handelen naar gelijkheid en diversiteit op het werk, door ervoor te zorgen dat haar wervingsprocedures niet discrimineren op grond van onder andere gender, huidskleur en ras; merkt op dat dit werk heeft geleid tot een verbetering van de statistieken over de diversiteit onder het personeel ten opzichte van 2021; merkt voorts op dat de Autoriteit een reeks maatregelen heeft ontwikkeld voor de integratie van personen met een handicap, waarbij wordt gezorgd voor gelijke deelname aan sollicitatiegesprekken en tests;

Aanbesteding

27.

merkt op dat de Autoriteit in 2022 haar aanbestedingsplan heeft opgesteld in overeenstemming met de operationele activiteiten en haar bedrijfsbehoeften, waarbij zij bij aanbestedingen rekening houdt met ecologische en sociale aspecten en maatschappelijk verantwoorde overheidsopdrachten bevordert; merkt voorts op dat de Autoriteit heeft gewerkt aan de verbetering van de efficiëntie en de tijdige uitvoering van haar aanbestedingsplan, en voornemens is de aanvraagmodule van het instrument voor het beheer van overheidsopdrachten te gebruiken bij de opstelling van haar aanbestedingsplan voor 2023;

28.

neemt er kennis van dat volgens de Rekenkamer in een aanbestedingsprocedure ter ondersteuning van de activiteiten van de Autoriteit op het gebied van het ontwerpen, organiseren en uitvoeren van opleidingsevenementen, het bestek een maximale contractwaarde van 6 miljoen EUR over vier jaar bevatte; merkt op dat de Autoriteit de opdracht heeft gegund aan een inschrijver wiens financiële offerte 12,9 miljoen EUR bedroeg; herinnert eraan dat dit in strijd is met punt 12.3, a), van bijlage I bij het Financieel Reglement, waarin wordt bepaald dat inschrijvingen als onaanvaardbaar moeten worden beschouwd “indien de prijs het door de aanbestedende dienst begrote bedrag, vastgesteld en gedocumenteerd vóór de aanvang van de aanbestedingsprocedure, overschrijdt”; merkt voorts op dat de Rekenkamer heeft geconcludeerd dat deze aanbesteding en de gunning van het contract onregelmatig zijn, hoewel er in 2022 geen betalingen in verband met dit contract zijn gedaan;

29.

herinnert eraan dat het doel van de aanbestedingsregels is om aanbestedende diensten in staat te stellen de goederen en diensten die ze nodig hebben tegen de best mogelijke prijs te verkrijgen, waarbij eerlijke concurrentie tussen inschrijvers wordt gewaarborgd en de beginselen van transparantie, evenredigheid, gelijke behandeling en non-discriminatie in acht worden genomen; verzoekt de Autoriteit haar procedures voor overheidsopdrachten verder te verbeteren en ervoor te zorgen dat de toepasselijke regels volledig worden nageleefd, om te waarborgen dat deze de best mogelijke waarde opleveren voor openbare middelen;

Preventie van en omgang met belangenconflicten en transparantie

30.

neemt kennis van de bestaande maatregelen en de voortdurende inspanningen van de Autoriteit om transparantie, preventie en beheer van belangenconflicten te waarborgen en neemt er kennis van dat de verklaringen inzake belangenconflicten van de leden van de raad van bestuur op de website van de Autoriteit worden gepubliceerd;

31.

merkt op dat de Autoriteit het cv van haar uitvoerend directeur publiceert en werkt aan de publicatie van de cv’s van de leden van de raad van bestuur en het middenmanagement in 2023; verzoekt de Autoriteit de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van ontwikkelingen op dit vlak;

32.

is zich ervan bewust dat de Autoriteit in 2023 een besluit van de uitvoerend directeur heeft aangenomen over de publicatie van informatie over bijeenkomsten met belangenvertegenwoordigers en andere externe partijen; merkt op dat de Autoriteit met dit besluit informatie openbaar maakt over alle vergaderingen van de uitvoerend directeur, de voorzitter en de vicevoorzitter van de raad van bestuur wanneer zij in deze hoedanigheid optreden, en van hoofden van eenheden met belangenvertegenwoordigers en andere externe partijen;

33.

merkt op dat de Autoriteit in november 2022 een beleid inzake belangenconflicten heeft vastgesteld dat betrekking heeft op leden en waarnemers van de raad van bestuur, de stakeholdergroep, de werkgroepen en panels van de Autoriteit, met inbegrip van het platform voor de intensivering van de samenwerking bij de aanpak van zwartwerk, externe deskundigen en GND’s, met inbegrip van nationale verbindingsfunctionarissen; neemt er voorts kennis van dat er in 2022 geen belangenconflicten en klokkenluiderszaken zijn gemeld;

34.

merkt op dat de Autoriteit beschikt over een “checklist voor de beëindiging van het dienstverband en een vertrouwelijkheidsformulier voor al haar personeel”, met verwijzingen naar de verplichtingen overeenkomstig het Statuut inzake de beëindiging van het dienstverband;

Interne controle

35.

neemt er met bezorgdheid kennis van dat in het verslag van de Rekenkamer staat dat de interne regels van de Autoriteit voorschrijven dat GND’s en nationale verbindingsfunctionarissen in Bratislava moeten wonen; is zich ervan bewust dat GND’s en nationale verbindingsfunctionarissen dagvergoedingen en maandelijkse vergoedingen ontvangen om de kosten van levensonderhoud in Bratislava te dekken en dat zij om deze te ontvangen een formele verklaring moeten afleggen dat zij er daadwerkelijk wonen en zich ertoe moeten verbinden op verzoek een bewijs van verblijf te verstrekken; merkt op dat de Autoriteit in antwoord op het verzoek van de Rekenkamer geen bewijs kon overleggen dat een bepaalde nationale verbindingsfunctionaris in Bratislava woonde, hetgeen leidde tot de conclusie dat de door deze functionaris ontvangen vergoedingen, die in totaal 83 734 EUR bedroegen, waarvan 50 700 EUR in 2022 werd betaald, onregelmatig waren; is van mening dat de controles vooraf van de Autoriteit op deze verklaringen zwak zijn, aangezien zij uitsluitend zijn gebaseerd op de verklaringen van de GND’s en nationale verbindingsfunctionarissen, en niet op bewijsstukken; betreurt het ontbreken van controles achteraf en het feit dat hierdoor het risico ontstaat dat de bedragen die de Autoriteit voor deze vergoedingen betaalt, niet correct zijn; neemt er kennis van dat de Autoriteit vanaf 2023 het beheer en de controle van het GND-bestand heeft versterkt, met name voor controles vooraf, waarbij alle GND’s om een bewijs van verblijf wordt gevraagd;

36.

vestigt de aandacht op de opmerking van de Rekenkamer dat de Autoriteit haar controles vooraf niet volledig had opgezet en geformaliseerd, en geen controles achteraf had ingesteld op het gebied van de uitvoering van contracten; merkt met name op dat de Autoriteit betalingen had goedgekeurd voor vertaling, de organisatie van evenementen, en opleiding en communicatie, zonder de belangrijkste parameters die de te betalen prijzen bepalen, zoals het aantal geleverde diensten, naleving van minimale kwaliteitseisen en toegepaste eenheidsprijzen, volledig te verifiëren; geeft uiting aan zijn diepe bezorgdheid hierover en wijst erop dat deze tekortkomingen en het niet verhelpen ervan een risico kunnen vormen voor het gebruik van overheidsmiddelen;

37.

dringt er bij de Autoriteit op aan haar interne processen, controles vooraf en methodologie achteraf opnieuw te beoordelen en te actualiseren teneinde op geloofwaardige wijze tegemoet te komen aan de opmerkingen van de Rekenkamer, en aan de kwijtingsautoriteit verslag uit te brengen over de maatregelen die in dit verband zijn genomen;

38.

benadrukt dat vanaf 2023 initiatieven zijn genomen om de controles vooraf van de Autoriteit te verbeteren, met inbegrip van gespecialiseerde opleiding voor het personeel op het gebied van financiële procedures en controles vooraf;

39.

merkt op dat de raad van bestuur van de Autoriteit zijn internecontrolekader in 2020 heeft goedgekeurd en dat de ontwikkeling ervan in 2023 zal worden afgerond, op basis van de aanbevelingen van de dienst Interne Audit over het internecontrolekader;

40.

merkt op dat de Autoriteit jaarlijks een risicobeoordeling uitvoert en in 2022 een ontwerpactieplan heeft afgerond en ontwikkeld om haar risico’s te verlagen; merkt voorts op dat de Autoriteit haar fraudebestrijdingsstrategie 2021-2023 heeft aangenomen en uitgevoerd, en dat via een specifiek actieplan toezicht wordt gehouden op de uitvoering ervan;

41.

herinnert eraan dat de Autoriteit haar bedrijfscontinuïteitsplan, dat in ontwikkeling is en in de loop van 2023 zal worden afgerond, nog niet heeft goedgekeurd;

42.

is zich ervan bewust dat de Autoriteit zich momenteel in een periode van groei bevindt; merkt op dat de ontwikkeling van de indicatoren voor het internecontrolekader zal worden afgerond op basis van de aanbevelingen van de IAS-controle van het internecontrolekader, die in 2023 zal worden uitgevoerd;

Overige opmerkingen

43.

neemt met bezorgdheid kennis van het vele werk dat de Autoriteit nog moet verrichten, met name wat betreft de versterking van haar interne controlemechanismen; erkent de achterstand van de Autoriteit bij de uitvoering van de plannen in 2023, waarbij de kwijtingsautoriteit verwacht dat de Autoriteit concrete resultaten levert en meedeelt teneinde de vastgestelde tekortkomingen doeltreffend aan te pakken; begrijpt echter dat het werk nog in volle gang is sinds de Autoriteit in 2019 met haar werkzaamheden is begonnen;

44.

merkt op dat de Autoriteit belangrijke maatregelen heeft genomen om haar cyberbeveiliging te verbeteren, zoals de covering log van CERT-EU, double key encryption en connectiviteit met systemen van de Europese Commissie, en om haar aanbestedingsprocessen te digitaliseren;

45.

is ingenomen dat de Autoriteit is begonnen met een milieuanalyse en de voorbereiding van haar milieuverklaring en actieplan voor de uitvoering van de EMAS-certificering, die in 2023 zullen zijn afgerond;

46.

merkt op dat de Autoriteit begin 2023 haar nieuwe communicatiestrategie 2023-2026 heeft aangenomen, die tot doel heeft haar zichtbaarheid, reputatie en bekendheid met haar werkzaamheden te vergroten; merkt voorts op dat de Autoriteit samen met andere agentschappen en in samenwerking met het Parlement een evenement heeft georganiseerd om de uitdagingen en kansen voor jongeren te verkennen;

47.

merkt op dat de Autoriteit verschillende maatregelen heeft genomen om haar milieueffecten te verminderen, maar nog geen schriftelijke milieustrategie heeft ontwikkeld en van plan is hiermee in 2023 te beginnen;

48.

verwijst voor andere horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van 11 april 2024 (2) over het functioneren en het financiële beheer van en de controle op de agentschappen.

(1)   PB C 119 van 31.3.2023, blz. 22.

(2)  Aangenomen teksten, P9_TA(2024)0280.


ELI: http://data.europa.eu/eli/res/2024/2304/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top