EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023XC0505(01)

Mededeling van de Commissie inzake een vereenvoudigde behandeling van bepaalde concentraties op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen 2023/C 160/01

C/2023/2401

PB C 160 van 5.5.2023, p. 1–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

5.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/1


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

inzake een vereenvoudigde behandeling van bepaalde concentraties op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen

(2023/C 160/01)

I.   INLEIDING

1.

Uit de ervaring die de Commissie bij de toepassing van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) heeft opgedaan, is gebleken dat bepaalde categorieën concentraties doorgaans geen risico op mededingingsbezwaren inhouden. Het doel van deze mededeling is uiteen te zetten onder welke voorwaarden de Commissie bepaalde concentraties op gestroomlijnde wijze zal onderzoeken en de nodige houvast te bieden met betrekking tot de vereenvoudigde procedure die is vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EU) 2023/914 van de Commissie van 20 mei 2023 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties (“de uitvoeringsverordening”) (2). Deze mededeling vervangt de mededeling van 2013 (3) en zal van toepassing zijn vanaf de dag van inwerkingtreding van de uitvoeringsverordening.

2.

De Commissie zal concentraties die aan de in punt 5 van deze mededeling vastgestelde voorwaarden voldoen, volgens de vereenvoudigde procedure onderzoeken, mits geen van de in afdeling II.C van deze mededeling beschreven garanties of uitsluitingen van toepassing is (4). Voor deze concentraties stelt de Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 1, punt b), van de concentratieverordening (5) binnen 25 werkdagen na de datum van aanmelding een besluit in verkorte vorm vast waarbij een concentratie verenigbaar met de interne markt wordt verklaard. Voorts kan de Commissie in bepaalde omstandigheden gebruik maken van de flexibiliteitsclausule in de punten 8 en 9 van deze mededeling om in het kader van de vereenvoudigde procedure bepaalde concentraties die niet aan de voorwaarden van punt 5 van deze mededeling voldoen, te herzien, mits geen van de in deel II.C genoemde waarborgen of uitsluitingen van toepassing is (6). De Commissie kan echter ook met betrekking tot een voorgenomen concentratie op grond van de concentratieverordening een onderzoek inleiden, een volledig besluit vaststellen, of beide doen, zelfs indien het voornemen onder de categorieën in deze mededeling valt, met name indien de garanties of uitsluitingen uit afdeling II.C van deze mededeling van toepassing zijn.

3.

Bepaalde concentraties die volgens de normale procedure worden onderzocht, kunnen aanleiding geven tot horizontale overlappingen (7) of verticale banden (8) die aan de voorwaarden van punt 5, d), van deze mededeling voldoen. Op voorwaarde dat geen van de garanties of uitsluitingen uit afdeling II.C van deze mededeling van toepassing is, worden deze horizontale overlappingen of verticale banden op een gestroomlijnde wijze (d.w.z. op dezelfde wijze als bij een verkort besluit) in het eindbesluit van de Commissie volgens van de normale procedure beoordeeld. Verder kan de Commissie in bepaalde omstandigheden van de flexibiliteitsclausule uit punt 8 van deze mededeling gebruikmaken om bepaalde horizontale overlappingen of verticale banden op een gestroomlijnde wijze volgens de normale procedure te beoordelen, mits geen van de garanties of uitsluitingen uit afdeling II.C van deze mededeling van toepassing is.

4.

Door de procedure uit de afdelingen II, III en IV te volgen wil de Commissie de EU-concentratiecontrole doelgerichter en doelmatiger maken.

II.   VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEREENVOUDIGDE PROCEDURE IN AANMERKING KOMENDE CATEGORIEËN CONCENTRATIES

A.   In aanmerking komende concentraties

5.

De Commissie past in beginsel (9) de vereenvoudigde procedure toe op de volgende categorieën concentraties (10):

(a)

Twee of meer ondernemingen verkrijgen gezamenlijke zeggenschap over een gemeenschappelijke onderneming, op voorwaarde dat de gemeenschappelijke onderneming op het huidige moment geen omzet heeft in de Europese Economische Ruimte (“EER”) (11) of daar in de toekomst geen omzet verwacht, en de betrokken ondernemingen niet voornemens zijn op het tijdstip van de aanmelding activa binnen de EER over te dragen aan de gemeenschappelijke onderneming (12);

(b)

Twee of meer ondernemingen verkrijgen gezamenlijke zeggenschap over een gemeenschappelijke onderneming, op voorwaarde dat de gemeenschappelijke onderneming slechts in geringe mate in de EER actief is. Dit heeft betrekking op concentraties die aan alle volgende voorwaarden voldoen:

i)

de huidige jaaromzet van de gemeenschappelijke onderneming en/of de omzet van de ingebrachte activiteiten (13) evenals de verwachte jaaromzet bedragen minder dan 100 miljoen EUR binnen de EER (14);

ii)

de totale waarde van de overdrachten van activa aan de gemeenschappelijke onderneming in de EER, zoals gepland (15) op het tijdstip van de aanmelding, minder is dan 100 miljoen EUR (16).

(c)

Twee of meer ondernemingen fuseren, of één of meer ondernemingen verkrijgen uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap over een andere onderneming, mits geen van de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten op dezelfde productmarkt en dezelfde geografische markt (17) of op een relevante productmarkt die upstream of downstream ligt van een productmarkt waarop één of meer andere partijen bij de concentratie actief zijn (18).

(d)

Twee of meer ondernemingen fuseren, of een of meer ondernemingen verkrijgen uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap over een andere onderneming, en in alle plausibele marktomschrijvingen wordt aan de voorwaarden uit punt 5, d), i), en punt 5, d, ii), voldaan (19):

i)

het gezamenlijke marktaandeel van alle partijen bij de concentratie die bedrijfsactiviteiten verrichten op dezelfde productmarkt en dezelfde geografische markt (20) (“horizontale overlapping”), voldoet aan ten minste één van de volgende voorwaarden (21):

aa)

het bedraagt minder dan 20 %;

bb)

het bedraagt minder dan 50 % en de toename (delta) van de Herfindahl-Hirschmann Index (“HHI”) als gevolg van de concentratie bedraagt op deze markt minder dan 150 (22);

ii)

de individuele en gezamenlijke marktaandelen van alle partijen bij de concentratie die bedrijfsactiviteiten verrichten op een productmarkt die een upstream- of downstreammarkt is ten opzichte van een productmarkt waarop een andere partij bij de concentratie actief is (“verticale band”) (23), voldoen aan ten minste één van de volgende voorwaarden (24):

aa)

zij bedragen minder dan 30 % op de upstream- en downstreammarkt;

bb)

zij bedragen minder dan 30 % op de upstreammarkt en de partijen bij de concentratie die op de downstreammarkt actief zijn, bezitten een inkoopaandeel (25) van minder dan 30 % ten aanzien van upstreaminputs;

cc)

zij bedragen minder dan 50 % op zowel de upstream- als de downstreammarkt, de toename (delta) van de HHI als gevolg van de concentratie bedraagt minder dan 150 op zowel de upstream- als de downstreammarkt, en de kleinere onderneming in termen van marktaandeel is dezelfde in de upstreammarkt en de downstreammarkt (26).

(e)

een partij verkrijgt uitsluitende zeggenschap over een onderneming waarover zij al gezamenlijke zeggenschap uitoefent.

6.

Een concentratie kan echter voldoen aan de criteria van meer dan één van de in deze mededeling beschreven categorieën. Aanmeldende partijen kunnen een concentratie dan ook aanmelden op basis van meer dan één categorie (27).

7.

Voor de toepassing van punt 5, c), en punt 5, d), worden, in geval van een verkrijging van gezamenlijke zeggenschap waarbij de gemeenschappelijke onderneming niet op dezelfde productmarkt actief is als de ondernemingen die gezamenlijke zeggenschap verkrijgen, de banden die alleen bestaan tussen de ondernemingen die gezamenlijke zeggenschap verkrijgen, voor de toepassing van deze mededeling niet als horizontale overlappingen of verticale banden beschouwd (28). Wanneer bovendien de gemeenschappelijke onderneming en de ondernemingen die gezamenlijke zeggenschap verkrijgen, op dezelfde productmarkt en geografische markt actief zijn, moet bij de gezamenlijke marktaandelen bovendien rekening worden gehouden met de activiteiten van alle ondernemingen die op die markt actief zijn. Wanneer de concentratie niet tot een toename leidt en de horizontale overlappingen en verticale banden reeds bestonden, worden dergelijke reeds bestaande overlappingen en banden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van punt 5, c), en punt 5, d).

B.   Flexibiliteitsclausule voor de overschakeling van de normale naar de vereenvoudigde procedure

8.

Op verzoek van de aanmeldende partijen kan de Commissie bepaalde concentraties die niet onder een van de in punt 5 van deze mededeling genoemde categorieën vallen, volgens de vereenvoudigde procedure onderzoeken. Dit kan worden gedaan wanneer twee of meer ondernemingen fuseren, of een of meer ondernemingen uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap over een andere onderneming verkrijgen, indien in alle plausibele marktomschrijvingen aan de voorwaarden uit punt 8, a), en punt 8, b), wordt voldaan (29) :

(a)

het gezamenlijke marktaandeel van alle partijen bij de concentratie die een horizontale overlapping hebben, blijft minder dan 25 %;

(b)

de individuele en gezamenlijke marktaandelen van alle partijen bij de concentratie die een verticale band vertonen, voldoen aan ten minste één van de volgende voorwaarden (30):

i)

zij bedragen minder dan 35 % op de upstream- en downstreammarkt;

ii)

zij bedragen minder dan 50 % op één markt, terwijl de individuele en gezamenlijke marktaandelen van alle partijen bij de concentratie in alle overige verticaal verbonden markten minder dan 10 % bedragen.

9.

Op verzoek van de aanmeldende partijen kan de Commissie bepaalde concentraties die niet onder een van de in punt 5 van deze mededeling genoemde categorieën vallen, volgens de vereenvoudigde procedure onderzoeken. Dit kan worden gedaan indien twee of meer ondernemingen gezamenlijke zeggenschap over een gemeenschappelijke onderneming verwerven, op voorwaarde dat (31):

(a)

de omzet van de gemeenschappelijke onderneming en/of de omzet van de ingebrachte bedrijfsactiviteiten (32) binnen de EER minder dan 150 miljoen EUR bedraagt (33), en

(b)

de totale waarde van de overdrachten van activa aan de gemeenschappelijke onderneming in de EER, zoals gepland (34) op het tijdstip van de aanmelding, minder is dan 150 miljoen EUR (35).

10.

De categorieën die in de punten 8 en 9worden genoemd, zijn elk op zich – niet cumulatief – van toepassing. Voor alle duidelijkheid: punt 8 kan met punt 5, d), worden gecombineerd. Daarom kunnen de aanmeldende partijen voor bepaalde markten om toepassing van de flexibiliteitsclausule verzoeken, mits aan de in punt 8 genoemde voorwaarden is voldaan, en komen deze partijen voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking indien alle overige markten aan de in punt 5, d), neergelegde voorwaarden voldoen.

C.   Garanties en uitsluitingen

11.

Deze afdeling geeft een niet-limitatieve lijst van voorbeelden van soorten concentraties die van de vereenvoudigde procedure kunnen worden uitgesloten.

12.

De aanwezigheid van een of meer van de in deze afdeling beschreven omstandigheden kan voor de Commissie een reden zijn om de aanmeldende partijen mee te delen dat de vereenvoudigde behandeling niet geschikt is voor concentraties die onder punt 5 vallen. Wanneer zich een of meer van de in deze afdeling beschreven omstandigheden voordoen, zal de flexibiliteitsclausule van de punten 8 en 9 doorgaans niet worden toegepast. In die gevallen mag de Commissie terugkeren naar de normale procedure.

C.1.   Gemeenschappelijke ondernemingen met verwaarloosbare activiteiten in de EER (punt 5, b) en punt 9)

13.

Voor concentraties die onder punt 5, b), vallen, kan de normale procedure passend worden geacht, wanneer tussen de partijen bij de concentratie horizontale of verticale banden bestaan op basis waarvan niet valt uit te sluiten dat de concentratie ernstige twijfel zal doen rijzen ten aanzien van de verenigbaarheid ervan met de interne markt, of indien een van in afdeling II.C bedoelde bijzondere omstandigheden zich voordoet (36). Daarnaast kan de Commissie het passend achten een volledig onderzoek in het kader van de normale concentratieprocedure te verrichten indien de omzet van bepaalde gemeenschappelijke ondernemingen op het tijdstip van de aanmelding onder de in punt 5, b), i), of punt 9 vastgestelde drempel ligt maar verwacht kan worden dat de omzet deze drempels in de EER in de volgende drie jaar in aanzienlijke mate zal overschrijden.

C.2.   Moeilijkheid bij het omschrijven van de relevante markten

14.

Bij het beoordelen van de vraag of een concentratie die onder de punten 5, 8 of 9 valt, desondanks volgens de normale procedure moet worden onderzocht, zal de Commissie zich ervan vergewissen dat alle relevante omstandigheden voldoende duidelijk zijn vastgesteld. Daar de marktomschrijvingen bij deze beoordeling waarschijnlijk een cruciale rol zullen spelen, moeten de aanmeldende partijen informatie over alle plausibele alternatieve marktomschrijvingen verstrekken, in de regel in de prenotificatiefase (37). Het staat aan de aanmeldende partijen om: i) alle alternatieve relevante productmarkten en geografische markten te beschrijven waarop de aangemelde concentratie gevolgen kan hebben; en ii) alle gegevens en inlichtingen te verstrekken betreffende de afbakening van dergelijke markten (38). De Commissie heeft de uiteindelijke bevoegdheid om het definitieve besluit over de marktomschrijving te nemen op grond van een onderzoek van de feitelijke gegevens van het geval. De Commissie zal de vereenvoudigde procedure niet toepassen wanneer de relevante markten of de marktaandelen van de partijen bij de concentratie moeilijk kunnen worden bepaald. Als de concentratie nieuwe rechtsvragen van algemeen belang opwerpt, kan de Commissie er eveneens van afzien een verkort besluit vast te stellen en kan zij, in plaats daarvan, terugkeren naar de normale procedure.

C.3.   Deelnemingen zonder zeggenschap

15.

Eén partij bij de concentratie kan aanzienlijke deelnemingen zonder zeggenschap hebben in ondernemingen die actief zijn op de markt(en) waarop een andere partij bij de concentratie actief is. Een overnemer kan bijvoorbeeld een minderheidsbelang zonder zeggenschap hebben in een onderneming die actief is op dezelfde markt(en) als de doelonderneming dan wel op een upstream- of downstreammarkt ten opzichte van de markt(en) waarop de doelonderneming actief is. Als deze ondernemingen een zeer aanzienlijk marktaandeel hebben, is het in bepaalde omstandigheden mogelijk dat de concentratie niet geschikt is voor onderzoek volgens de vereenvoudigde procedure, zelfs als de gezamenlijke marktaandelen van de partijen bij de concentratie onder de in punt 5 genoemde drempels liggen. Hetzelfde kan het geval zijn indien een of meer concurrenten van de ene partij bij de concentratie aanzienlijke deelnemingen zonder zeggenschap hebben in een van de andere partijen bij de concentratie.

C.4.   Andere uit mededingingsoogpunt waardevolle activa

16.

Bepaalde soorten concentraties kunnen de marktmacht van de partijen bij de concentratie verhogen, zelfs wanneer de partijen niet op dezelfde markt werkzaam zijn. Dit kan het gevolg zijn van een combinatie van technologische, financiële of andere middelen, of uit mededingingsoogpunt waardevolle activa, zoals grondstoffen, intellectuele-eigendomsrechten (bijvoorbeeld octrooien, knowhow, ontwerpen en merken), infrastructuur, een omvangrijke gebruikersbasis of commercieel waardevolle gegevensbestanden. Deze concentraties zijn mogelijk niet geschikt voor onderzoek volgens de vereenvoudigde procedure.

C.5.   Nauw verbonden aangrenzende markten

17.

Ook concentraties waarbij ten minste twee partijen bij de concentratie aanwezig zijn op nauw verbonden aangrenzende markten (39), kunnen voor de vereenvoudigde procedure ongeschikt zijn. Dit kan met name het geval zijn wanneer een of meer partijen bij de concentratie een individueel of gezamenlijk marktaandeel van ten minste 30 % hebben op een productmarkt waar tussen de partijen bij de concentratie geen horizontale overlapping of verticale banden bestaan maar die grenst aan een markt waarop een andere partij actief is (40). De vraag of er sprake is van aangrenzende markten, moet worden beantwoord overeenkomstig punt 14 van deze mededeling.

C.6.   Omstandigheden als bepaald in de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale en niet-horizontale fusies en andere bijzondere omstandigheden

18.

Bij bijzondere omstandigheden waarvan sprake is in de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale fusies en niet-horizontale fusies (41) en/of in deze afdeling, is de kans kleiner dat de Commissie de vereenvoudigde procedure zal toepassen. Dit betreft bijvoorbeeld omstandigheden waarbij:

(a)

de markt reeds geconcentreerd is (met name wanneer, naast de partijen bij de concentratie, minder dan drie concurrenten een betekenisvolle aanwezigheid op de markt hebben) (42);

(b)

de in punt 5 of 8 van deze mededeling vastgestelde marktaandeeldrempels in termen van capaciteit of productie worden overschreden op markten waar deze maatstaven belangrijk kunnen zijn (43);

(c)

een van de partijen bij de concentratie een recente nieuwkomer is (44);

(d)

er overlappingen optreden op markten waar producten sterk gedifferentieerd zijn (45);

(e)

de voorgenomen concentratie een belangrijke reële of potentiële concurrentiefactor zou uitschakelen (46);

(f)

de voorgenomen concentratie twee belangrijke innovatoren zou combineren (47);

(g)

de voorgenomen concentratie een onderneming met veelbelovende producten in de productpijplijn betreft (48);

(h)

de concentratie potentiële concurrentie zou uitschakelen (49);

(i)

er aanwijzingen zijn dat de voorgenomen concentratie de partijen bij de concentratie in staat zou stellen de expansie van hun concurrenten te belemmeren, de toegang van concurrenten tot voorzieningsbronnen of markten te belemmeren of de toetredingsdrempels te verhogen (50);

(j)

de gefuseerde entiteit door integratie toegang zou krijgen tot commercieel gevoelige informatie over de upstream- of downstreamactiviteiten van haar concurrenten (51);

(k)

de partijen bij de concentratie actief zijn op markten die tot verschillende niveaus van een waardeketen behoren zonder dat er verticale banden bestaan, en de individuele of gezamenlijke marktaandelen op ten minste één van deze markten 30 % of meer bedragen.

19.

De Commissie kan terugkeren naar een volledig onderzoek volgens de normale procedure in gevallen waarin er zich een coördinatieprobleem voordoet in het kader van artikel 2, lid 4, van de concentratieverordening (52).

C.7.   Verschuiving van gezamenlijke zeggenschap naar uitsluitende zeggenschap

20.

Uit de ervaring van de Commissie tot dusver is gebleken dat bij een verschuiving van gezamenlijke naar uitsluitende zeggenschap in uitzonderlijke gevallen toch een nader onderzoek, een volledig besluit of beide noodzakelijk kunnen zijn. Bijzondere mededingingsbezwaren kunnen zich voordoen in omstandigheden waarin de vroegere gemeenschappelijke onderneming wordt geïntegreerd in de groep of het netwerk van haar enige overblijvende aandeelhouder met uitsluitende zeggenschap, waarbij beperkingen worden weggenomen die voorheen uitgingen van de potentieel uiteenlopende prikkels van de andere aandeelhouders met zeggenschap, en zich het feit voordoet dat de voormalige gemeenschappelijke onderneming een minder concurrerende marktstrategie aanneemt. Een voorbeeld is het scenario waarin onderneming A en onderneming B bijvoorbeeld gezamenlijke zeggenschap over gemeenschappelijke onderneming C. Een concentratie waarbij A uitsluitende zeggenschap over C verwerft, kan aanleiding geven tot mededingingsbezwaren indien: i) C een rechtstreekse concurrent van A is; ii) C en A een aanzienlijke gezamenlijke marktpositie innemen; en iii) hierdoor een zekere mate van onafhankelijkheid wordt weggenomen waarover C beschikte (53). In gevallen waarin dergelijke scenario’s nader moeten worden onderzocht, kan de Commissie terugkeren naar de normale procedure (54).

21.

De Commissie kan ook terugkeren naar de normale procedure wanneer zijzelf noch de bevoegde autoriteiten in de lidstaten de eerdere verkrijging van gezamenlijke zeggenschap over de betrokken gemeenschappelijke onderneming hebben onderzocht.

C.8.   Door lidstaten of derden opgeworpen gegronde mededingingsbezwaren

22.

De Commissie zal naar de normale procedure terugkeren wanneer een lidstaat of een Staat van de Europese Vrijhandelsassociatie binnen 15 werkdagen vanaf de ontvangst van het afschrift van de aanmelding gegronde mededingingsbezwaren betreffende een aangemelde concentratie heeft gemaakt of, wanneer een derde partij gegronde mededingingsbezwaren heeft gemaakt binnen de termijn die voor dergelijke opmerkingen is vastgesteld.

C.9.   Verzoeken tot verwijzing

23.

De vereenvoudigde procedure zal niet van toepassing zijn wanneer een lidstaat overeenkomstig artikel 9 van de concentratieverordening om verwijzing van een aangemelde concentratie verzoekt of wanneer de Commissie instemt met een verzoek van een of meer lidstaten om een aangemelde concentratie overeenkomstig artikel 22 van de concentratieverordening te verwijzen.

C.10.   Verwijzing vóór de aanmelding op verzoek van de aanmeldende partijen

24.

Onder de garanties of uitsluitingen uit afdeling II.C van deze mededeling kan de Commissie de vereenvoudigde procedure toepassen op concentraties waarbij:

(a)

zij na een gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 4, van de concentratieverordening besluit de zaak niet naar een lidstaat te verwijzen;

(b)

de zaak na een gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 5, van de concentratieverordening naar de Commissie wordt verwezen.

III.   PROCEDUREVOORSCHRIFTEN

A.   Concentraties die rechtstreeks zonder prenotificatiecontacten kunnen worden aangemeld

25.

Volgens de concentratieverordening hebben aanmeldende partijen het recht een concentratie te allen tijde aan te melden, mits de aanmelding volledig is. De mogelijkheid van aan de aanmelding voorafgaande contacten is een dienstverlening die de Commissie de aanmeldende partijen op vrijwillige basis aanbiedt, ter voorbereiding van de formele procedure inzake concentratiecontrole. Aan de aanmelding voorafgaande contacten kunnen voor zowel de aanmeldende partijen als de Commissie bijzonder nuttig zijn omdat dan precies kan worden bepaald welke informatie in de aanmelding moet worden verstrekt. In de meeste gevallen leiden prenotificatiecontacten tot een aanzienlijke vermindering van de vereiste informatie.

26.

Op basis van de ervaring die de Commissie met de toepassing van de vereenvoudigde procedure heeft opgedaan, kunnen bepaalde categorieën concentraties die voor een onderzoek volgens de vereenvoudigde procedure in aanmerking komen (onder die welke in punt 5 van deze mededeling zijn vermeld), worden beoordeeld binnen een termijn die korter is dan de in artikel 10, lid 1, van de concentratieverordening vastgestelde termijn van 25 werkdagen. Dit komt doordat voor deze concentraties doorgaans minder onderzoek nodig is. Zo kunnen onder punt 5, a), of punt 5, c), vallende concentraties worden beoordeeld in het kader van een verder gestroomlijnde “uiterst vereenvoudigde” procedure zoals beschreven in dit punt. Volgens deze uiterst vereenvoudigde procedure moeten deze concentraties worden aangemeld door de relevante rubrieken van het verkorte formulier CO (55) in te vullen (met name rubriek 7 waarin het type vereenvoudigde behandeling wordt aangegeven). De aanmeldende partijen wordt verzocht de concentratie rechtstreeks, zonder prenotificatiecontacten, aan te melden.

B.   Prenotificatiecontacten bij concentraties die tot horizontale overlappingen of niet-horizontale banden leiden

27.

In zaken die aanleiding geven tot horizontale overlappingen of niet-horizontale banden tussen de activiteiten van de partijen bij de concentratie (met inbegrip van pijplijnproducten), worden de aanmeldende partijen sterk aangemoedigd gebruik te maken van de mogelijkheid van prenotificatiecontacten. Dit geldt ook voor zaken die onder de punten 5, 8 of 9 van deze mededeling vallen, op voorwaarde dat de activiteiten van de partijen bij de concentratie horizontale overlappingen of verticale banden hebben of tot nauw verbonden aangrenzende markten behoren. Prenotificatiecontacten worden bijvoorbeeld sterk aangemoedigd bij een onder punt 5, b), vallende concentratie die aanleiding geeft tot horizontale overlappingen of niet-horizontale banden tussen de activiteiten van de partijen. Deze prenotificatiecontacten kunnen bijzonder belangrijk zijn als een of meer markten niet aan de criteria van punt 5, d), voldoen.

28.

In zaken die aanleiding geven tot horizontale overlappingen of niet-horizontale banden tussen de activiteiten van de partijen bij de concentratie, moeten prenotificatiecontacten ten minste twee weken vóór het verwachte tijdstip van aanmelding aanvangen.

C.   Verzoek om toewijzing van een caseteam

29.

Voordat zij formeel een aanmelding indienen in het kader van de vereenvoudigde procedure, moeten de aanmeldende partijen een verzoek om toewijzing van een caseteam indienen. In het verzoek moet het type concentratie, het punt van deze mededeling waaronder de concentratie valt, en de verwachte datum van aanmelding worden vermeld. In de in punt 27 genoemde gevallen waarin de aanmeldende partijen de concentratie rechtstreeks zonder of met zeer weinig prenotificatiecontacten aanmelden, moet het verzoek om toewijzing van een caseteam ten minste één week voor de verwachte datum van aanmelding worden ingediend.

D.   Verkort besluit

30.

Wanneer de Commissie zich ervan heeft vergewist dat de concentratie voldoet aan de criteria voor de vereenvoudigde procedure (zie de punten 5, 8 en 9), stelt zij normaal gesproken een verkort besluit vast. Het gaat om de gevallen waarvoor zij een aanmelding met het formulier CO (56) heeft ontvangen, maar die niet tot mededingingsbezwaren aanleiding geven. De concentratie zal aldus, overeenkomstig artikel 10, leden 1 en 6, van de concentratieverordening, binnen 25 werkdagen vanaf de datum van aanmelding met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard. De Commissie zal trachten een besluit in verkorte vorm te nemen zo snel als dit mogelijk is na het verstrijken van de termijn van 15 werkdagen waarin lidstaten, overeenkomstig artikel 9 van de concentratieverordening, om verwijzing van een aangemelde concentratie kunnen verzoeken. Binnen de termijn van 25 werkdagen behoudt de Commissie evenwel de mogelijkheid naar de normale procedure terug te keren en dus een onderzoek in te leiden en/of een volledig besluit vast te stellen, indien zij dit dienstig acht. In dat geval kan de Commissie, indien zij geen formulier CO heeft ontvangen, de aanmelding overeenkomstig artikel 5, lid 2, van de uitvoeringsverordening inhoudelijk als onvolledig beschouwen.

E.   Bekendmaking van het besluit in verkorte vorm

31.

Net als bij uitgebreide goedkeuringsbesluiten zal de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendmaken dat het verkorte besluit is vastgesteld. De openbare versie van het verkorte besluit zal op de website van directoraat-generaal Concurrentie worden bekendgemaakt. Het verkorte besluit bevat: i) de informatie over de aangemelde concentratie die op het tijdstip van de aanmelding in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt (namen van de partijen bij de concentratie, hun land van oorsprong, de aard van de concentratie en de betrokken economische activiteiten); en ii) een verklaring dat de concentratie verenigbaar is met de interne markt omdat zij onder een of meer van de in deze mededeling beschreven categorieën valt, waarbij de toepasselijke categorie of categorieën uitdrukkelijk zijn vermeld.

F.   Onder punt 5, d), of punt 8 vallende markten in volgens de normale procedure vastgestelde besluiten

32.

Bepaalde concentraties die volgens de normale procedure worden onderzocht, kunnen aanleiding geven tot horizontale overlappingen of verticale banden die aan de voorwaarden van punt 5, d), van deze mededeling voldoen. Bepaalde concentraties die volgens de normale procedure worden onderzocht, kunnen ook aanleiding geven tot horizontale overlappingen of verticale banden die aan de voorwaarden van punt 8 van deze mededeling voldoen. Het eindbesluit in deze gevallen bevat geen gedetailleerde beoordeling van deze horizontale overlappingen of verticale banden. In dit verband zal het eindbesluit een verklaring bevatten dat bepaalde horizontale overlappingen of verticale banden binnen een of meer van de in deze mededeling beschreven categorieën vallen. Hierbij worden de toepasselijke categorie of categorieën uitdrukkelijk aangegeven.

33.

De Commissie kan besluiten een gedetailleerde beoordeling van de in punt 32 aangegeven horizontale overlappingen of verticale banden op te nemen indien een van de garanties of uitsluitingen uit afdeling II.C van deze mededeling van toepassing is.

IV.   NEVENBEPERKINGEN

34.

De vereenvoudigde procedure is niet geschikt voor concentraties waarin de betrokken ondernemingen uitdrukkelijk verzoeken om een beoordeling van restricties die rechtstreeks verband houden met en noodzakelijk zijn voor de totstandbrenging van de concentratie.

(1)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de “concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), beschikbaar op: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/TXT/?uri=CELEX:32004R0139.

(2)  PB L, 119, 5.5.2023, blz. 22.

(3)  Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5), beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX%3A52013XC1214%2802%29.

(4)  Zie afdeling II.C van deze mededeling.

(5)  De aanmeldingsvereisten zijn uiteengezet in de bijlagen I en II bij de uitvoeringsverordening.

(6)  Zie afdeling II.C van deze mededeling.

(7)  Een concentratie geeft aanleiding tot horizontale overlappingen wanneer de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten op dezelfde relevante productmarkt(en) en geografische markt(en), met inbegrip van producten in de productpijplijn. Horizontale overlappingen met betrekking tot producten in de productpijplijn omvatten overlappingen tussen producten in de productpijplijn en overlappingen tussen een of meer op de markt gebrachte producten en een of meer producten in de productpijplijn. Pijplijnproducten zijn producten die waarschijnlijk op korte of middellange termijn in de handel zullen worden gebracht. Pijplijnproducten omvatten ook diensten.

(8)  Een concentratie geeft aanleiding tot verticale banden wanneer een of meer van de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten uitoefenen op een productmarkt upstream of downstream ten opzichte van een productmarkt waarop een andere partij bij de concentratie actief is, met inbegrip van de ontwikkeling van producten in de productpijplijn. Verticale banden met betrekking tot producten in de productpijplijn omvatten banden tussen producten in de productpijplijn onderling en banden tussen een of meer op de markt gebrachte producten en een of meer producten in de productpijplijn.

(9)  Op voorwaarde dat geen van de garanties of uitsluitingen uit afdeling II.C van deze mededeling van toepassing is.

(10)  Een concentratie die aan alle criteria van een van de in punt 5, a), b), c), d) of e), vermelde categorieën voldoet, zal in beginsel een concentratie zijn die voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komt. Dit betekent echter niet dat een transactie automatisch in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure als zij onder een van die categorieën valt. Een transactie kan bijvoorbeeld onder punt 5, b), vallen, maar tegelijkertijd aanleiding geven tot horizontale overlappingen die de in punt 5, d), vastgestelde drempels overschrijden. In dat geval kan de Commissie terugkeren naar de normale concentratieprocedure, met name indien een van de in afdeling II.C genoemde omstandigheden zich voordoet.

(11)  Met “huidige omzet” wordt verwezen naar de omzet die op het tijdstip van de aanmelding door de gemeenschappelijke onderneming wordt behaald. De omzet van de gemeenschappelijke onderneming kan worden bepaald aan de hand van de recentste gecontroleerde jaarrekeningen van de moedermaatschappijen of van de gemeenschappelijke onderneming zelf, afhankelijk van de vraag of voor de in de gemeenschappelijke onderneming samengevoegde middelen afzonderlijke jaarrekeningen beschikbaar zijn. Met “in de toekomst verwachte omzet” wordt de omzet bedoeld die naar verwachting in de drie jaar na de aanmelding zal worden behaald.

(12)  Alle activa die op het tijdstip van de aanmelding daadwerkelijk aan de gemeenschappelijke onderneming worden overgedragen of volgens de plannen zullen worden overgedragen, moeten in aanmerking worden genomen, ongeacht de datum waarop deze activa daadwerkelijk aan de gemeenschappelijke onderneming zullen worden overgedragen.

(13)  Dit geldt in vele situaties. Bijvoorbeeld:

bij de gezamenlijke overname van een doelonderneming is de in aanmerking te nemen omzet die van de onderneming waarvan overname is beoogd (de gemeenschappelijke onderneming);

bij de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming waarin de moedermaatschappijen hun bedrijfsactiviteiten inbrengen, is de in aanmerking te nemen omzet die van de ingebrachte bedrijfsactiviteiten;

wanneer zich bij de ondernemingen die zeggenschap over een bestaande gemeenschappelijke onderneming hebben, een onderneming voegt die daartoe voordien niet behoorde, moeten de omzet van de gemeenschappelijke onderneming en de omzet van de door de nieuwe moedermaatschappij ingebrachte bedrijfsactiviteiten (indien een dergelijke inbreng gebeurt) in aanmerking worden genomen.

(14)  Zie voetnoot 11 voor houvast voor de berekening van de omzet van gemeenschappelijke ondernemingen en voor de termen “huidige” en “verwachte” omzet.

(15)  Zie voetnoot 12.

(16)  De totale waarde van de activa van de gemeenschappelijke onderneming kan worden bepaald aan de hand van de laatste regelmatig opgestelde en goedgekeurde balans van elke moedermaatschappij. Onder “activa” moet worden verstaan: i) alle materiële en immateriële activa die aan de gemeenschappelijke onderneming zullen worden overgedragen (tot de materiële activa behoren onder meer de productie-installaties, de afzetvoorzieningen voor groot- en kleinhandel en de voorraden; voorbeelden van immateriële activa zijn onder meer intellectuele eigendom, goodwill, pijpleidingen of O&O-programma’s); en iii) elk bedrag aan financiering, met inbegrip van toegang tot contanten, krediet of verplichtingen van de gemeenschappelijke onderneming die een moederonderneming van de gemeenschappelijke onderneming heeft toegezegd uit te breiden of te garanderen.

(17)  Zie de bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht (PB C 372 van 9.12.1997, blz. 5), beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=celex%3A31997Y1209%2801%29. Wanneer in deze mededeling sprake is van activiteiten van ondernemingen op markten, moet dit worden begrepen als activiteiten op markten binnen de EER of op markten die de EER omvatten maar die ruimer kunnen zijn dan de EER.

(18)  Zie voetnoot 4 van de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van niet-horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 265 van 18.10.2008, blz. 6), beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52008XC1018%2803%29(“ richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies”). Voor de toepassing van deze mededeling veronderstelt een verticale band gewoonlijk dat de input rechtstreeks wordt gebruikt bij de eigen productie van de downstreamentiteit (d.w.z. dat de input in het product wordt geïntegreerd of strikt noodzakelijk is voor de productie van het downstreamproduct) of dat de input wordt doorverkocht door de downstreamonderneming (bv. distributeurs). Een en ander sluit externe banden of banden met diensten aan verschillende sectoren uit, zoals de levering van elektriciteit of afvalinzameling.

(19)  De drempels voor horizontale overlappingen en verticale banden gelden voor elke plausibele alternatieve omschrijving van de productmarkt en de geografische markt waarmee eventueel rekening moet worden gehouden. Het is belangrijk dat de onderliggende marktomschrijvingen die in de aanmelding zijn uiteengezet, voldoende precies zijn om de beoordeling te rechtvaardigen dat deze drempels niet worden bereikt, en dat alle eventueel te onderzoeken plausibele alternatieve marktomschrijvingen worden vermeld (waaronder geografische markten die enger zijn dan nationale markten).

(20)  Zie voetnoot 17.

(21)  Voor alle duidelijkheid, als sommige van de plausibele markten waarop een transactie betrekking heeft, voldoen aan de voorwaarden van punt 5, d), i), aa), en andere aan die van punt 5, d), i), bb), wordt de transactie geacht aan de voorwaarden van punt 5, d), i), te voldoen.

(22)  De HHI wordt berekend door de som te maken van de gekwadrateerde individuele marktaandelen van alle ondernemingen op de markt. Zie punt 16 in de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 31 van 5.2.2004, blz. 5), beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=celex%3A52004XC0205%2802%29 (“ richtsnoeren betreffende horizontale fusies”). Om echter de HHI-delta te berekenen die de concentratie oplevert, is het voldoende om van het kwadraat van de som van de marktaandelen van de partijen bij de concentratie (m.a.w. het kwadraat van het marktaandeel van de uit de concentratie ontstane onderneming nà de concentratie) de som van de kwadraten van de individuele marktaandelen van de partijen bij de concentratie af te trekken (de marktaandelen van alle overige concurrenten op de markt blijven immers ongewijzigd zodat er geen invloed is op de uitkomst van de vergelijking).

(23)  Zie de voetnoten 17 en 18.

(24)  Voor alle duidelijkheid, als sommige van de plausibele markten waarop een transactie betrekking heeft, voldoen aan de voorwaarden van punt 5, d), ii), aa), en andere aan die van punt 5, d), ii), bb) en/of punt 5, d), ii), cc), wordt de transactie geacht aan de voorwaarden van punt 5, d), ii), te voldoen.

(25)  Het inkoopaandeel van een onderneming wordt berekend door i) het volume of de waarde van de productaankopen door de onderneming op de upstreammarkt, te delen door ii) de totale omvang van de upstreammarkt (in termen van volume of waarde).

(26)  Deze categorie dient om kleine toenames van een reeds bestaande verticale integratie in beeld te krijgen. Een voorbeeld: onderneming A, die op zowel een upstream- als downstreammarkt actief is (en op elk daarvan een marktaandeel van 45 % heeft), verwerft onderneming B die op dezelfde upstream- en downstreammarkten actief is (en op elk daarvan een marktaandeel van 0,5 % heeft). Deze categorie bestrijkt geen situaties waarin het grootste deel van de verticale integratie het gevolg is van de transactie, ook al bedragen de gezamenlijke marktaandelen minder dan 50 % en is de HHI-delta minder dan 150. Deze categorie bestrijkt bijvoorbeeld niet de volgende situatie: onderneming A die upstream met een marktaandeel van 45 % en downstream met een marktaandeel van 0,5 % actief is, verwerft onderneming B die upstream met een marktaandeel van 0,5 % en downstream met een gezamenlijk marktaandeel van 45 % actief is.

(27)  Wanneer een concentratie onder meer dan één categorie voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaken valt, moeten de aanmeldende partijen dit uitdrukkelijk in het aanmeldingsformulier aangeven.

(28)  Deze overlappingen of banden kunnen echter aanleiding geven tot coördinatie in de zin van artikel 2, lid 4, van de concentratieverordening en moeten in overeenstemming met punt 19 van deze mededeling worden behandeld.

(29)  Zie voetnoot 17.

(30)  Voor alle duidelijkheid, als sommige van de plausibele markten waarop een transactie betrekking heeft, voldoen aan de voorwaarden van punt 8, b), i), en andere aan die van punt 8, b), ii), wordt de transactie geacht aan de voorwaarden van punt 8, b), te voldoen.

(31)  Een concentratie die aan alle criteria van een van de in de punten 8 of 9 vermelde categorieën voldoet, zal in beginsel voor de flexibiliteitsclausule in aanmerking kunnen komen. Dit betekent echter niet dat een transactie automatisch in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure als zij onder een van die categorieën valt. Een transactie kan bijvoorbeeld onder punt 9 vallen, maar tegelijkertijd aanleiding geven tot horizontale overlappingen die de in punt 5, d), of punt 8 vastgestelde drempels overschrijden. In dat geval kan de Commissie weigeren de zaak volgens de vereenvoudigde procedure te onderzoeken.

(32)  Zie voetnoot 13.

(33)  Zie voetnoot 11 voor houvast voor de berekening van de omzet van gemeenschappelijke ondernemingen en voor de term “huidige” omzet.

(34)  Zie voetnoot 12.

(35)  Zie voetnoot 16.

(36)  In gevallen die onder punt 5, b), of punt 9 vallen, moeten de aanmeldende partijen, wanneer de activiteiten van de partijen bij de concentratie aanleiding geven tot horizontale overlappingen of verticale banden, alle gegevens en informatie met betrekking tot de omschrijving van die markten verstrekken.

(37)  Zie punt 28.

(38)  Zoals bij alle overige aanmeldingen kan de Commissie, overeenkomstig artikel 6, lid 3, punt a), van de concentratieverordening, het verkorte besluit intrekken wanneer dit berust op onjuiste informatie waarvoor een van de betrokken ondernemingen verantwoordelijk is.

(39)  Productmarkten kwalificeren als “nauw verbonden aangrenzende markten” wanneer de producten onderling complementair zijn of wanneer zij tot een scala van producten behoren die doorgaans door hetzelfde soort afnemers voor hetzelfde eindgebruik worden afgenomen.

(40)  Zie punt 25 en deel V van de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies.

(41)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies en de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies.

(42)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 17, en de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies, punt 36. Een marktaanwezigheid kan als betekenisvol worden beschouwd als een concurrent een marktaandeel van 5 % of meer heeft.

(43)  Zie het besluit van de Commissie van 19 september 2019 in zaak M.8674, BASF/Solvay’s Polyamide Business, punt 475.

(44)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 37.

(45)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 28.

(46)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 37, en de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies, punt 7 en punt 26, c).

(47)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 38, en de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies, punt 26, a).

(48)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 38, en de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies, punt 26, a).

(49)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 58.

(50)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 36, en de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies, punten 29, 49 en 75.

(51)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 78.

(52)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punten 39 en volgende, en de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies, punt 26.

(53)  Beschikking van de Commissie van 17 december 2008 in zaak M.5141, KLM/Martinair, punten 14 tot en met 22.

(54)  Beschikking van de Commissie van 18 september 2002 in zaak M.2908, Deutsche Post/DHL (II).

(55)  Zie bijlage II bij de uitvoeringsverordening.

(56)  Zie bijlage I bij de uitvoeringsverordening.


Top