EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023PC0292

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de financiële bijdragen die de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds moeten betalen als tweede tranche voor 2023

COM/2023/292 final

Brussel, 7.6.2023

COM(2023) 292 final

2023/0175(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de financiële bijdragen die de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds moeten betalen als tweede tranche voor 2023


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het voorstel betreft een ontwerpbesluit van de Raad over de tweede tranche van de financiële bijdragen aan het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (hierna “EOF” genoemd) die de partijen bij het EOF in 2023 moeten betalen.

Voor het 11e EOF en de andere EOF’s die nog lopen (namelijk het 9e en 10e EOF) geldt de volgende regelgeving:

(a)de huidige Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (hierna de “ACS-EU-Partnerschapsovereenkomst” genoemd), zoals laatstelijk gewijzigd 1 ;

(b)het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-Partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn 2 (hierna “het Intern Akkoord van het 11e EOF” genoemd);

(c)Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad inzake het Financieel Reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds 3 (hierna “Financieel Reglement van het 11e EOF” genoemd);

(d)Besluit nr. 1/2022 4 van het ACS-EU-comité van ambassadeurs van 21 juni 2022 tot wijziging van Besluit nr. 3/2019 5 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs tot vaststelling van overgangsmaatregelen op grond van artikel 95, lid 4, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst; dit besluit strekt tot verdere verlenging van de toepassing van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst tot 30 juni 2023 of, indien dit eerder is, tot de inwerkingtreding van de nieuwe partnerschapsovereenkomst of de voorlopige toepassing daarvan tussen de Unie en de ACS-staten;

(e)Besluit (EU) 2020/2233 van de Raad betreffende de vastlegging van de middelen die afkomstig zijn van gelden die terugvloeien in het kader van de ACS-investeringsfaciliteit van operaties uit hoofde van het 9e, 10e en 11e Europees Ontwikkelingsfonds 6 ;

(f)Besluit (EU) 2022/1223 van de Raad inzake de toewijzing van vrijgemaakte middelen van projecten in het kader van het 10e en 11e Europees Ontwikkelingsfonds teneinde acties te financieren voor het aanpakken van de voedselzekerheidscrisis en de economische schok in landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) ten gevolge van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne 7 .

In de in de punten a) tot en met f) vermelde documenten zijn meerjarige verbintenissen van de partijen vervat om de thesaurie van het EOF te financieren. Het Financieel Reglement van het 11e EOF zorgt ervoor dat de partijen op regelmatige basis bijdragen aan de thesaurie van het EOF overeenkomstig vooraf vastgestelde financiële verbintenissen. Regelmatige bijdragen komen er op basis van technische besluiten van de Raad betreffende de uitvoering van eerder besloten financiële vastleggingen.

Enkele onderdelen van de toelichting zijn daarom niet van toepassing op oproepen voor regelmatige bijdragen zoals deze.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Overeenkomstig artikel 19, lid 3, van het Financieel Reglement van het 11e EOF moet de Raad uiterlijk 21 kalenderdagen na de indiening van het voorstel door de Europese Commissie, die optreedt namens de Europese Unie, een besluit over dit voorstel nemen.     

2023/0175 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de financiële bijdragen die de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds moeten betalen als tweede tranche voor 2023

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014–2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn 8 , en met name artikel 7, lid 2, in samenhang met artikel 14, lid 3,

Gezien Verordening (EU) 2018/1877 9 van de Raad van 26 november 2018 inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds, en tot intrekking van Verordening (EU) 2015/323 10 , en met name artikel 19, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2018/1877 moet de Europese Investeringsbank (EIB) de Commissie haar geactualiseerde vastleggings- en betalingsramingen betreffende de door haar beheerde instrumenten doen toekomen.

(2)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad moet de Europese Commissie uiterlijk op 15 juni 2023 een voorstel indienen dat het bedrag van de tweede tranche van de bijdrage voor 2023 bevat.

(3)Op grond van artikel 20, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1877 moeten bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor voorgaande Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF) worden opgebruikt. Daarom moet een verzoek om bijdragen op grond van Verordening (EU) 2018/1877 voor de EIB en voor de Commissie worden gedaan.

(4)Op grond van artikel 152 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “Terugtrekkingsakkoord” genoemd) blijft het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (hierna “Verenigd Koninkrijk” genoemd) partij bij het EOF tot de afsluiting van het 11e EOF en alle voorgaande EOF’s die nog niet zijn afgesloten. Op grond van artikel 153 van het Terugtrekkingsakkoord wordt het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in vrijgemaakte middelen voor projecten in het kader van het 11e EOF, wanneer deze na 31 december 2020 zijn vrijgemaakt, of van voorgaande EOF’s, echter niet hergebruikt.

(5)Bij Besluit (EU) 2022/2242 van de Raad 11 is het jaarlijkse bedrag van de bijdragen van de lidstaten aan het EOF voor 2023 vastgesteld op 1 800 000 000 EUR 12 voor de Europese Commissie, en 300 000 000 EUR voor de Europese Investeringsbank.

(6)Opdat de maatregelen waarin dit besluit voorziet, snel kunnen worden toegepast, moet dit besluit in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het bedrag van de bijdragen die de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds als tweede tranche voor 2023 moeten betalen, wordt vastgesteld op 750 000 000 EUR. Dat bedrag wordt gesplitst in 650 000 000 EUR voor de Commissie en 100 000 000 EUR voor de EIB.

Artikel 2

De individuele bijdragen aan het Europees Ontwikkelingsfonds worden door de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds aan de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank betaald als tweede tranche voor 2023, overeenkomstig de bijlage.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

 

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.
(2)    PB L 210 van 6.8.2013, blz. 1.
(3)    PB L 307 van 3.12.2018, blz. 1.
(4)    PB L 176 van 1.7.2022, blz. 88.
(5)    PB L 1 van 3.1.2020, blz. 3.
(6)    PB L 437 van 28.12.2020, blz. 188.
(7)    PB L 188 van 15.7.2022, blz. 147.
(8)    PB L 210 van 6.8.2013, blz. 1.
(9)    PB L 307 van 3.12.2018, blz. 1.
(10)    PB L 58 van 3.3.2015, blz. 17.
(11)    Besluit (EU) 2022/2242 van de Raad van 14 november 2022 betreffende de door de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds te betalen financiële bijdragen voor de financiering van dat fonds, en tot vaststelling van het maximum voor 2024, het jaarlijkse bedrag voor 2023, het bedrag van de eerste tranche voor 2023 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2025 en 2026.
(12)    Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad van 26 november 2018 inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds, en tot intrekking van Verordening (EU) 2015/323 (PB L 307 van 3.12.2018, blz. 1), artikel 20, lid 5: “In geval van negatieve rente op de in lid 3 van dit artikel bedoelde rekening stort de betrokken lidstaat ten laatste op de datum van betaling van elke tranche als bedoeld in artikel 19 een bedrag dat overeenkomt met het bedrag van die negatieve rente, als berekend tot op de eerste dag van de maand voorafgaand aan de betaling van de tranche.”.
Top

Brussel, 7.6.2023

COM(2023) 292 final

BIJLAGE

bij

voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de financiële bijdragen die de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds moeten betalen als tweede tranche voor 2023


BIJLAGE

Tweede tranche van de bijdragen aan het EOF voor 2023 (EUR)

LIDSTATEN & VK

Verdeelsleutel 11e EOF %

Tweede tranche 2023 (in EUR)

Totaal

Commissie

EIB

11e EOF

11e EOF

BELGIË

3,24927

21 120 255

3 249 270

24 369 525

BULGARIJE

0,21853

1 420 445

218 530

1 638 975

TSJECHIË

0,79745

5 183 425

797 450

5 980 875

DENEMARKEN

1,98045

12 872 925

1 980 450

14 853 375

DUITSLAND

20,57980

133 768 700

20 579 800

154 348 500

ESTLAND

0,08635

561 275

86 350

647 625

IERLAND

0,94006

6 110 390

940 060

7 050 450

GRIEKENLAND

1,50735

9 797 775

1 507 350

11 305 125

SPANJE

7,93248

51 561 120

7 932 480

59 493 600

FRANKRIJK

17,81269

115 782 485

17 812 690

133 595 175

KROATIË

0,22518

1 463 670

225 180

1 688 850

ITALIË

12,53009

81 445 585

12 530 090

93 975 675

CYPRUS

0,11162

725 530

111 620

837 150

LETLAND

0,11612

754 780

116 120

870 900

LITOUWEN

0,18077

1 175 005

180 770

1 355 775

LUXEMBURG

0,25509

1 658 085

255 090

1 913 175

HONGARIJE

0,61456

3 994 640

614 560

4 609 200

MALTA

0,03801

247 065

38 010

285 075

NEDERLAND

4,77678

31 049 070

4 776 780

35 825 850

OOSTENRIJK

2,39757

15 584 205

2 397 570

17 981 775

POLEN

2,00734

13 047 710

2 007 340

15 055 050

PORTUGAL

1,19679

7 779 135

1 196 790

8 975 925

ROEMENIË

0,71815

4 667 975

718 150

5 386 125

SLOVENIË

0,22452

1 459 380

224 520

1 683 900

SLOWAKIJE

0,37616

2 445 040

376 160

2 821 200

FINLAND

1,50909

9 809 085

1 509 090

11 318 175

ZWEDEN

2,93911

19 104 215

2 939 110

22 043 325

VERENIGD KONINKRIJK*

14,67862

95 411 030*

14 678 620

110 089 650*

TOTAAL EU-27 & VK

100,00

650 000 000

100 000 000

750 000 000

* Overeenkomstig artikel 153 van het Terugtrekkingsakkoord heeft het VK de Commissie in maart 2023 formeel verzocht zijn nog uitstaande deel in de reserves van het 10e en het 11e EOF in 2023 terug te betalen door verrekening met zijn nog voor 2023 verschuldigde bijdrage aan het EOF (tweede en derde tranche, d.i. een totaal van 154,12 miljoen EUR). Deze verrekening zal tot uiting komen in de desbetreffende betalingsinstructies. 

Top