Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023PC0176

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de verlenging van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika

    COM/2023/176 final

    Brussel, 29.3.2023

    COM(2023) 176 final

    2023/0088(NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de verlenging van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    De Europese Unie (EU) en de Verenigde Staten van Amerika (VS) zijn sinds 1998 strategische partners voor onderzoek. Een eerste bilaterale “Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika” 1 (“de overeenkomst”) is op 5 december 1997 in Washington ondertekend en op 14 oktober 1998 van kracht geworden. Sindsdien is de overeenkomst viermaal verlengd, in 2003 2 , in 2008 3 , in 2013 4 en in 2018 5 , telkens voor een nieuwe periode van vijf jaar. In de tweede verlenging was een amendement opgenomen, namelijk de toevoeging van onderzoek inzake veiligheid en ruimtevaart aan de lijst van sectoren voor samenwerkingsactiviteiten (artikel 4 van de overeenkomst).

    In artikel 12, punt b), van de overeenkomst is het volgende vastgesteld: “Deze overeenkomst wordt gesloten voor een eerste periode van vijf jaar. In het licht van een evaluatie door partijen in het laatste jaar van elke opeenvolgende periode kan de overeenkomst vervolgens met eventuele wijzigingen bij schriftelijke overeenkomst tussen partijen telkens met een nieuwe periode van vijf jaar worden verlengd.”

    De huidige overeenkomst loopt af op 14 oktober 2023.

    Samenwerking met de VS is een essentieel onderdeel van de totaalaanpak voor onderzoek en innovatie van de EU, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 18 mei 2021 6 . Door allianties te smeden met de VS op het gebied van onderzoek en innovatie, zowel bilateraal als binnen multilaterale fora, zal Europa beter in staat zijn de groene en de digitale transitie te doen slagen en weerbaarder zijn bij wereldwijde gezondheidsbedreigingen en andere uitdagingen op wereldschaal. Op het gebied van wetenschap en technologie delen de EU en de VS fundamentele waarden wat betreft ethiek, integriteit van onderzoek, openheid en transparantie, en empirisch onderbouwde beleidsvorming, wat ze tot vanzelfsprekende partners maakt. Door hun partnerschap in onderzoek en ontwikkeling op het gebied van wetenschap en technologie te intensiveren, kunnen de EU en de VS sneller toewerken naar schone energie, duurzaam en veilig vervoer, schone oceanen en een schone blauwe economie, slimme steden, een veerkrachtige en inclusieve samenleving, en andere vooruitgang die onze gedeelde belangen dient.

    Tegen deze achtergrond hebben de diensten van de Commissie een evaluatie gemaakt van de wijze waarop de samenwerking met de VS verloopt en hoe zij bijdraagt aan de doelstellingen van de strategie voor internationale samenwerking. Uit die evaluatie blijkt duidelijk dat de overeenkomst een belangrijk kader biedt om de samenwerking tussen de EU en de VS op gemeenschappelijke prioritaire W&T-gebieden (wetenschap & technologie) tot voordeel van beide partijen te bevorderen. Het voornaamste instrument voor samenwerking is het EU-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie.

    De betrekkingen tussen de EU en de VS op het gebied van wetenschap en technologie zijn sterker dan met enig ander land buiten Europa. Van de niet-geassocieerde derde landen was de VS tot nu toe veruit het actiefste deelnemende land in Horizon 2020. Dit geldt voor de in gemeenschappelijke onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten (O&O) geïnvesteerde bedragen, de stromen van wetenschappers, het aantal samenwerkingsactiviteiten en het aantal gezamenlijke publicaties en octrooien.

    In het kader van de huidige overeenkomst is de samenwerking zowel op bilateraal als op multilateraal niveau tot bloei gekomen. Op multilateraal niveau is er een bijzonder waardevol voorbeeld van een wereldwijde alliantie, die door de EU en de VS wordt gepromoot, in de vorm van de alliantie voor onderzoek in de volledige Atlantische Oceaan, die de hele opzet van mondiale allianties die in de bovengenoemde mededeling van de Commissie van 18 mei 2021 werd geschetst in grote mate heeft geïnspireerd. Een ander voorbeeld is Mission Innovation (MI), een wereldwijd initiatief van 22 landen en de Europese Unie, met als doel de inspanningen voor innovatie op het gebied van schone energie te versnellen. De EU werkt nauw samen met de VS in het kader van diverse andere multilaterale initiatieven, onder meer op het gebied van gezondheid, bio-economie en aardobservatie. Wat bilaterale samenwerking betreft, gebeurt er erg veel op het gebied van gezondheid, vervoer, geavanceerde materialen, onderzoeksinfrastructuren, informatie- en communicatietechnologieën, voedselzekerheid en duurzame landbouw, klimaat en milieu, gebieden waarop de deelname van de VS aan Horizon 2020 en Horizon Europa bijzonder belangrijk is geweest.

    De laatste keer dat een gemeenschappelijke EU/VS-adviesgroep inzake samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie bijeenkwam, op 12 oktober 2022 op het niveau van het directoraat-generaal, werd de sterke bereidheid van beide partijen om de samenwerking in het kader van de overeenkomst over de hele linie voort te zetten en uit te breiden, bevestigd.

    Beide partijen hebben per briefwisseling, in de vorm van een brief van DG Onderzoek en Innovatie van 7 november 2022 en een brief van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken van 13 december 2022, bevestigd dat zij de overeenkomst wensen te verlengen.

    De verlenging van de overeenkomst past bij de rol van de VS als belangrijk partnerland op het gebied van wetenschap en technologie en zal het mogelijk maken in de komende vijf jaar voort te bouwen op de reeds bestaande sterke banden op een breed scala van thematische gebieden en bij te dragen aan een substantiële dialoog en samenwerking.

    De inhoud van de verlengde overeenkomst zal identiek zijn aan die van de huidige overeenkomst.

    Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

    Dit initiatief is volledig in overeenstemming met de mededeling van de Commissie van 18 mei 2021 over de totaalaanpak voor onderzoek en innovatie, De strategie van Europa voor internationale samenwerking in een veranderende wereld (COM(2021) 252 final/2).

    De strategie voor de totaalaanpak bevestigt de rol van de VS als belangrijk partnerland voor de EU door te benadrukken dat “[d]ankzij samenwerking met de Verenigde Staten, een land waarmee de EU een groot onderzoeks- en innovatiepotentieel alsook gemeenschappelijke waarden en beginselen deelt, in de zoektocht naar oplossingen voor wereldwijde uitdagingen onderzoekers, innovatoren en de beste faciliteiten bijeen [worden] gebracht. Met name het feit dat de Verenigde Staten zich opnieuw verbonden hebben aan de klimaatdoelen en het versterken van de multilaterale orde biedt een kans voor hernieuwde betrekkingen op het gebied van onderzoek en innovatie. De gezamenlijke mededeling “Een nieuwe EU/VS-agenda voor wereldwijde verandering” bevat een aantal voorstellen voor samenwerking met de VS, en meer bepaald een oproep om een alliantie voor groene technologie te vormen en een nieuwe Handels- en Technologieraad tussen de EU en de VS op te richten. In het verlengde van deze tekst stelt de Commissie tevens voor om de wederkerigheid in de bilaterale samenwerking te vergroten en de coördinatie en samenhang tussen Europese en Amerikaanse investeringen in onderzoek en innovatie naar een hoger niveau te tillen, om te beginnen met betrekking tot vraagstukken op het vlak van klimaat, digitalisering, energie, milieu en gezondheid.

    Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

    In de algemene EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid wordt bevestigd dat samenwerking op het gebied van onderzoek een belangrijk aspect van het buitenlands beleid van de EU is en wordt samenwerking op het gebied van onderzoek beschouwd als een essentieel onderdeel van sterkere sociaaleconomische banden, waaronder met de VS.

    Tijdens de laatste EU-VS-top werd bevestigd hoe belangrijk het is om samen te werken op het gebied van O&I om gemeenschappelijke uitdagingen in verband met wereldwijde gezondheid en de groene transitie aan te gaan, en werd opgeroepen tot nauwere samenwerking op het gebied van O&I, met name op het gebied van gezondheid, energie, oceanen en met de onlangs opgerichte Handels- en Technologieraad.

    De samenwerking op het gebied van O&I tussen de EU en de VS in het kader van de overeenkomst draagt bij aan overkoepelende beleidsdoelstellingen van de EU, met name op het gebied van: i) de groene transitie, bijvoorbeeld met initiatieven die voortvloeien uit Mission Innovation, de All Atlantic Ocean Research Alliance, Arctisch onderzoek, het Internationaal forum voor bio-economie (IBF) en de Groep voor aardobservatie (GEO); ii) mondiale gezondheid door middel van multilaterale en bilaterale samenwerking op het gebied van infectieziekten, kanker, geestelijke gezondheid en vele andere uitdagingen; iii) digitale transitie, innovatie en gegevensuitwisseling, bijvoorbeeld door werkzaamheden op het gebied van de methodologie van slimme specialisatie, open toegang en open wetenschap, en bilaterale ICT-samenwerking.

    2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

    Rechtsgrondslag

    De bevoegdheid van de EU om internationaal op te treden inzake onderzoek en technologische ontwikkeling is gebaseerd op artikel 186 VWEU. De procedurele rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 218, lid 6, punt a), v), VWEU.

    Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

    De EU en haar lidstaten hebben gedeelde parallelle bevoegdheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling, overeenkomstig artikel 4, lid 3, VWEU. Het optreden van de EU kan derhalve niet worden vervangen door optreden van de lidstaten.

    3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

    Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

    Dit initiatief maakt geen deel uit van de Refit-agenda.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    Alleen personele en administratieve middelen zijn nodig en deze zijn opgenomen in het financieel memorandum.

    In het licht van bovenstaande overwegingen verzoekt de Commissie de Raad:

    -    namens de Unie, en met instemming van het Europees Parlement, de verlenging van de “Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika” voor een nieuwe periode van vijf jaar (van 14 oktober 2023 tot en met 13 oktober 2028) goed te keuren;

    -    de voorzitter van de Raad te machtigen, de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de regering van de Verenigde Staten van Amerika ervan in kennis te stellen dat de Unie haar interne procedures, nodig voor de inwerkingtreding van deze verlengde overeenkomst, heeft voltooid.

    2023/0088 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de verlenging van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 186, in samenhang met artikel 218, lid 6, punt a), v),

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Gezien de instemming van het Europees Parlement,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Bij Besluit 98/591/EG heeft de Raad 7 de sluiting goedgekeurd van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika 8 (“de overeenkomst”). De overeenkomst is op 5 december 1997 in Washington DC ondertekend en op 14 oktober 1998 in werking getreden.

    (2)In overeenstemming met artikel 12, punt b), van de overeenkomst is de overeenkomst gesloten voor een eerste periode van vijf jaar. In het licht van een evaluatie door partijen in het laatste jaar van elke opeenvolgende periode kan de overeenkomst vervolgens met eventuele wijzigingen bij schriftelijke overeenkomst tussen partijen telkens met een nieuwe periode van vijf jaar worden verlengd.

    (3)Bij de Besluiten 2004/756/EG 9 , 2009/306/EG 10 en 2014/240/EU 11 en (EU) 2018/1578 12 heeft de Raad de verlenging van de overeenkomst telkens voor een nieuwe periode van vijf jaar goedgekeurd. De huidige overeenkomst loopt af op 14 oktober 2023.

    (4)Uit de evaluatie van de diensten van de Commissie blijkt dat de overeenkomst een belangrijk kader biedt om de samenwerking tussen de Unie en de Verenigde Staten van Amerika op gemeenschappelijke prioritaire W&T-gebieden (wetenschap & technologie) tot voordeel van beide partijen te bevorderen. Het is derhalve in het belang van de Unie om de overeenkomst met een nieuwe periode van vijf jaar te verlengen.

    (5)De briefwisseling tussen de partijen, d.d. 7 november 2022 en 13 december 2022, bevestigt dat ze de overeenkomst met nog eens vijf jaar wensen te verlengen.

    (6)De verlenging van de overeenkomst moet namens de Unie worden goedgekeurd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De verlenging van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika voor een nieuwe periode van vijf jaar wordt hierbij namens de Unie goedgekeurd.

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad wijst de persoon (personen) aan die bevoegd is (zijn) om de regering van de Verenigde Staten van Amerika namens de Unie ervan in kennis te stellen dat de Unie haar interne procedures, nodig voor de inwerkingtreding van de verlenging van de overeenkomst overeenkomstig artikel 12, punt b), van de overeenkomst, heeft voltooid.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    INHOUDSOPGAVE

    1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

    1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

    1.2.Betrokken beleidsterrein(en)

    1.3.Het voorstel/initiatief betreft:

    1.4.Doelstelling(en)

    1.4.1.Algemene doelstelling(en)

    1.4.2.Specifieke doelstelling(en)

    1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

    1.4.4.Prestatie-indicatoren

    1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

    1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

    1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder "toegevoegde waarde van de deelname van de Unie" verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

    1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

    1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

    1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

    1.6.Duur en financiële gevolgen

    1.7.Beheersvorm(en)

    2.BEHEERSMAATREGELEN

    2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

    2.2.Beheers- en controlesysteem

    2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

    2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

    2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

    2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

    3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

    3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

    3.2.Geraamde gevolgen van het voorstel inzake kredieten

    3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

    3.2.2.Geraamde output, gefinancierd met beleidskredieten

    3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

    3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

    3.2.5.Bijdrage van derden

    3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

    1.1.Benaming van het voorstel/initiatief 

    Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de verlenging van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika.

    1.2.Betrokken beleidsterrein(en) 

    Beleidsstrategie en -coördinatie van met name de directoraten-generaal RTD, AGRI, CLIMA, JRC, EAC, ENER, GROW, CNECT, MARE, MOVE en SANTE.

    1.3.Het voorstel/initiatief betreft: 

     een nieuwe actie 

     een nieuwe actie na een proefproject/voorbereidende actie 13  

     de verlenging van een bestaande actie 

     de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie 

    1.4.Doelstelling(en)

    1.4.1.Algemene doelstelling(en) 

    Dit besluit stelt beide partijen in staat hun samenwerking op wetenschappelijke en technologische gebieden van gemeenschappelijk belang te verbeteren en verder te intensiveren.

    1.4.2.Specifieke doelstelling(en) 

    Specifieke doelstelling

    Dit besluit zou beide partijen in staat moeten stellen om de samenwerking zowel op bilateraal als multilateraal niveau te intensiveren en een meer strategisch partnerschap te ontwikkelen door de omvang en de reikwijdte van de bestaande samenwerking uit te breiden, mondiale uitdagingen aan te pakken door wederzijdse toegang tot programma’s en financiering te bevorderen.

    1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

    Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.

    Dit besluit zal zowel de Unie als de VS in staat stellen wederzijds voordeel te halen uit de wetenschappelijke en technische vooruitgang die tot stand komt door bestaande samenwerkingsactiviteiten. Het zal de uitwisseling van specifieke kennis en de overdracht van knowhow mogelijk maken ten voordele van de wetenschappelijke gemeenschap, het bedrijfsleven en de burgers van beide partijen.

    1.4.4.Prestatie-indicatoren 

    Vermeld de indicatoren voor de monitoring van de voortgang en de beoordeling van de resultaten

    De diensten van de Commissie houden regelmatig toezicht op alle in het kader van de overeenkomst uitgevoerde acties, met inbegrip van een evaluatie van de samenwerkingsactiviteiten. Deze evaluatie bestaat onder andere uit de volgende elementen:

    a) samenwerkingsindicatoren — analyse van het aantal en het type deelnames van Amerikaanse entiteiten aan door de EU gefinancierde programma’s (bv. aantal voorstellen, aantal ondertekende subsidieovereenkomsten, de belangrijkste samenwerkingsverbanden, de belangrijkste thema's, gegenereerde output) en vice versa (voor zover de gegevens beschikbaar zijn);

    b) prestatie-indicatoren — succespercentage van entiteiten in de VS die deelnemen aan de EU-kaderprogramma’s in vergelijking met andere derde landen en lidstaten/geassocieerde landen; analyse van de kwaliteit van de deelname (bv. aantal best gerangschikte universiteiten die aan het programma deelnemen, aantal octrooien en publicaties die het resultaat zijn van samenwerkingsprojecten);

    c) verzameling van gegevens over samenwerkingsactiviteiten en over relaties die de respectieve financieringsprogramma’s voor onderzoek overstijgen, en beoordeling van de impact van deze activiteiten, zoals deelname aan multilaterale initiatieven en werkgroepen.

    1.5.Motivering van het voorstel/initiatief 

    1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

    Dit besluit zal de twee partijen in staat stellen hun samenwerking op wetenschappelijke en technologische gebieden van wederzijds belang te blijven verbeteren en intensiveren.

    1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder "toegevoegde waarde van de deelname van de Unie" verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

    Samenwerking op het gebied van onderzoek & innovatie tussen de VS en de EU is de afgelopen jaren steeds verder toegenomen. De deelname van de EU maakt activiteiten met een grotere omvang en reikwijdte mogelijk ten voordele van alle lidstaten. Door de verlenging van deze overeenkomst zal de EU gemakkelijker toegang krijgen tot in de VS gegenereerde wetenschappelijke kennis en zal zij kunnen deelnemen aan meer samenwerkingsactiviteiten die zullen leiden tot bijkomende uitwisseling van kennis en technologieën, en zullen Europese bedrijven gemakkelijker toegang krijgen tot de markt van de VS.

    1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

    Op basis van de ervaringen tot nu toe op het gebied van wetenschappelijke en technologische samenwerking wordt het van wederzijds belang geacht deze samenwerking met de VS als strategische partner van de Unie in onderzoek en innovatie voort te zetten.

    1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

    De verlenging van de overeenkomst met de VS wordt geacht volledig in overeenstemming te zijn met het algemene beleidskader voor internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie, namelijk de onlangs aangenomen mededeling van de Commissie van 18 mei 2021 over de totaalaanpak van onderzoek en innovatie, De strategie van Europa voor internationale samenwerking in een veranderende wereld (COM(2021) 252 final/2).

    Er zal worden gestreefd naar synergieën met andere instrumenten van de Unie op het gebied van samenwerking tussen de EU en de VS, met name via diverse sectorale initiatieven van de Commissie, met name die van o.a. de DG’s AGRI, CLIMA, JRC, EAC, ENER, GROW, CNECT, MARE, MOVE en SANTE.

    1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

    De financiële middelen ter dekking van de voorgestelde actie zijn beschikbaar binnen het programma Horizon Europa (administratieve kredieten). De coördinatie van de voorgestelde actie en de uitvoering ervan zal intern door de Commissie worden verzorgd, wat voor de duur van de voorgestelde actie naar schatting 1,5 VTE per jaar vereist, met de volgende verdeling:

    Jaar 2023: 3 maanden salaris van 1,5 ambtenaar

    Jaren 2024-2027: 12 maanden salaris van 1,5 ambtenaar

    Jaar 2028: 9 maanden salaris van 1,5 ambtenaar

    1.6.Duur en financiële gevolgen 

    beperkte geldigheidsduur

       Voorstel/initiatief is van kracht vanaf 14/10/2023 tot en met 13/10/2028

       Financiële gevolgen vanaf 14/10/2023 tot en met 13/10/2028

    onbeperkte geldigheidsduur

    Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

    gevolgd door een volledige uitvoering.

    1.7.Beheersvorm(en) 14

     Direct beheer door de Commissie

    door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

       door de uitvoerende agentschappen;

     Gedeeld beheer met lidstaten

     Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

    derde landen of de door hen aangewezen organen;

    internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

    de EIB en het Europees Investeringsfonds;

    de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

    publiekrechtelijke organen;

    privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

    privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

    personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

    Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

    Opmerkingen

    […]

    2.BEHEERSMAATREGELEN 

    2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen 

    Vermeld frequentie en voorwaarden.

    De deelname van entiteiten uit de VS aan het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en andere samenwerkingsactiviteiten uit hoofde van de overeenkomst zullen regelmatig worden gemonitord in het kader van de vergaderingen van de in artikel 6, punt b), van de overeenkomst bedoelde gemeenschappelijke adviesgroep.

    2.2.Beheers- en controlesysteem 

    2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

    Het voorgestelde initiatief in het kader van het kaderprogramma Horizon Europa voor onderzoek en innovatie zal worden uitgevoerd in direct beheer.

    Voor een activiteit die volledig door een beleidsmedewerker van de Commissie moet worden uitgevoerd, is direct beheer de meest geschikte uitvoeringswijze. Met name de verwachte kerntaken die nodig zijn voor een behoorlijke uitvoering van de voorgestelde activiteit, zoals de beleidsdialoog, de beoordeling van de samenwerking tussen de EU en de VS op het gebied van onderzoek en innovatie, de vaststelling van gezamenlijke samenwerkingsprioriteiten en soortgelijke taken, zijn de hoofdactiviteiten van de uitvoerende dienst van de Commissie — het directoraat “Totaalaanpak en Internationale samenwerking in O&I” van DG R&I.

    Aanvullende ondersteunende taken van organisatorische, logistieke, administratieve en adviserende aard kunnen in het kader van een toekomstig raamcontract voor ondersteunende acties voor internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie worden toegewezen. Dergelijke ondersteunende taken, die bedoeld zijn om de doelmatigheid en doeltreffendheid van de voorgestelde actie te vergroten, staan onder toezicht van de Commissie en blijven onder haar direct beheer staan.

    2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken 

    Regelmatig vinden er vergaderingen plaats en zijn er bilaterale contacten, zodat systematische uitwisseling van informatie en controle mogelijk is. Er zijn in het controlesysteem geen risico’s geconstateerd.

    2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

    N.v.t.

    2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 

    Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.

    Wanneer voor de uitvoering van het kaderprogramma externe contractanten moeten worden gebruikt of financiële bijdragen aan derden moeten worden verstrekt, zal de Commissie waar nodig financiële controles uitvoeren, met name wanneer zij redenen heeft om te twijfelen aan de realistische aard van de uitgevoerde of in de activiteitsrapporten beschreven werkzaamheden.

    De financiële controles van de Unie worden uitgevoerd door eigen personeel of door boekhouddeskundigen die erkend zijn volgens de wetgeving van de gecontroleerde partij. De Unie kiest deze laatsten vrij, maar vermijdt het risico van belangenconflicten die haar door de gecontroleerde partij kunnen worden meegedeeld. Bovendien ziet de Commissie er bij het uitvoeren van de onderzoeksactiviteiten op toe dat de financiële belangen van de Unie worden beschermd door effectieve controles en, als onregelmatigheden worden ontdekt, door afschrikkende en evenredige maatregelen en sancties.

    Om deze doelstelling te verwezenlijken, zullen in alle bij de uitvoering van het kaderprogramma gebruikte contracten regels in verband met controles, maatregelen en sancties worden opgenomen, onder verwijzing naar de Verordeningen nrs. 2988/95, 2185/96 en 883/2013.

    Met name moet in de contracten in de volgende punten worden voorzien:

    - de opname van specifieke contractclausules om de financiële belangen van de EU veilig te stellen bij het uitvoeren van verificaties en controles in verband met de uitgevoerde werkzaamheden;

    - de uitvoering van administratieve controles op het gebied van fraudebestrijding, in overeenstemming met de Verordeningen nrs. 2185/96 en 883/2013;

    - de toepassing van administratieve sancties voor alle opzettelijk of door nalatigheid veroorzaakte onregelmatigheden bij de uitvoering van de contracten, in overeenstemming met Kaderverordening nr. 2988/95, inclusief een mechanisme voor opname op een zwarte lijst;

    - het feit dat mogelijke invorderingsopdrachten in geval van onregelmatigheden en fraude executoriale titel vormen overeenkomstig artikel 299 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    Bovendien wordt, bij wijze van routinemaatregel, een controleprogramma met betrekking tot de wetenschappelijke en budgettaire aspecten uitgevoerd door het verantwoordelijke personeel van DG Onderzoek en Innovatie; een interne audit wordt door de eenheid Interne audit van DG Onderzoek en Innovatie uitgevoerd, en lokale inspecties worden door de Europese Rekenkamer uitgevoerd.

    3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

    3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven 

    ·Bestaande begrotingsonderdelen

    In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

    Rubriek van het meerjarig financieel kader

    Begrotingsonderdeel

    Soort krediet

    Bijdrage

     
    Rubriek 1 – Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid – Onderzoek en innovatie – Horizon Europa

    GK/NGK 15

    van EVA-landen 16

    van kandidaat-lidstaten 17

    van derde landen

    in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

    1

    01 01 01 01

    NGK

    JA

    JA

    JA

    NEE

    1

    01 01 01 03

    NGK

    JA

    JA

    JA

    NEE

    ·Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

    In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

    Rubriek van het meerjarig financieel kader

    Begrotingsonderdeel

    Soort 
    krediet

    Bijdrage

    Nummer [Rubriek ………………………………………]

    GK/NGK

    van EVA-landen

    van kandidaat-lidstaten

    van derde landen

    in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

    [XX.YY.YY.YY]

    JA/NEE

    JA/NEE

    JA/NEE

    JA/NEE

    3.2.Geraamde gevolgen van het voorstel inzake kredieten 

    3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten 

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

       Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Rubriek van het meerjarig financieel kader

    1

    “Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid – Onderzoek en innovatie – Horizon Europa”

    DG: RTD

    Jaar 
    2023 18

    Jaar 
    2024

    Jaar 
    2025

    Jaar 
    2026

    Jaar 
    2027

    Jaar 
    2028

    TOTAAL

    • Beleidskredieten

    Begrotingsonderdeel

    Vastleggingen

    (1a)

    Betalingen

    (2 a)

    Begrotingsonderdeel

    Vastleggingen

    (1b)

    Betalingen

    (2b)

    ·Uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten 19  

    Begrotingsonderdeel 01 01 01 01

    Vastleggingen & betalingen

    (3)

    0,064

    0,262

    0,267

    0,272

    0,278

    0,212

    1,355

    Begrotingsonderdeel 01 01 01 03

    Vastleggingen & betalingen

    (3)

    0,003

    0,012

    0,012

    0,012

    0,012

    0,009

    0,060

    TOTAAL kredieten 
    voor DG RTD

    Vastleggingen

    =1a+1b +3

    0,067

    0,274

    0,279

    0,284

    0,290

    0,221

    1,415

    Betalingen

    =2a+2b

    +3

    0,067

    0,274

    0,279

    0,284

    0,290

    0,221

    1,415



    TOTAAL beleidskredieten

    Vastleggingen

    (4)

    Betalingen

    (5)

    • TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten

    (6)

    0,067

    0,274

    0,279

    0,284

    0,290

    0,221

    1,415

    TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 1 
    van het meerjarig financieel kader

    Vastleggingen

    =4+6

    0,067

    0,274

    0,279

    0,284

    0,290

    0,221

    1,415

    Betalingen

    =5+6

    0,067

    0,274

    0,279

    0,284

    0,290

    0,221

    1,415

    Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken:

    • TOTAAL beleidskredieten (alle beleidsrubrieken)

    Vastleggingen

    (4)

    Betalingen

    (5)

    • TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten

    (6)

    0,067

    0,274

    0,279

    0,284

    0,290

    0,221

    1,415

    TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 6 
    van het meerjarig financieel kader 
    (referentiebedrag)

    Vastleggingen

    =4+6

    0,067

    0,274

    0,279

    0,284

    0,290

    0,221

    1,415

    Betalingen

    =5+6

    0,067

    0,274

    0,279

    0,284

    0,290

    0,221

    1,415




    Rubriek van het meerjarig financieel kader

    7

    “Administratieve uitgaven”

    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Jaar 
    2023

    Jaar 
    2024

    Jaar 
    2025

    Jaar 
    2026

    Jaar 2027

    Jaar 2028

    TOTAAL

    DG: <…….>

     Personele middelen

     Andere administratieve uitgaven

    TOTAAL DG <…….>

    Kredieten

    TOTAAL kredieten 
    voor RUBRIEK 7 
    van het meerjarig financieel kader 

    (totaal vastleggingen = totaal betalingen)

    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Jaar 
    2023

    Jaar 2024

    Jaar 
    2025

    Jaar 
    2026

    Jaar 2027

    Jaar 2028

    TOTAAL

    TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7 
    van het meerjarig financieel kader 

    Vastleggingen

    0,067

    0,274

    0,279

    0,284

    0,290

    0,221

    1,415

    Betalingen

    0,067

    0,274

    0,279

    0,284

    0,290

    0,221

    1,415

    3.2.2.Geraamde output, gefinancierd met beleidskredieten 

    Vastleggingskredieten, in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Vermeld doelstellingen en outputs

    Jaar 
    N

    Jaar 
    N+1

    Jaar 
    N+2

    Jaar 
    N+3

    Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    TOTAAL

    OUTPUTS

    Soort 20

    Gem. kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Totaal aantal

    Totale kosten

    SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1 21

    - Output

    - Output

    - Output

    Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

    SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2…

    - Output

    Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

    TOTAAL

    3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

       Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Jaar 
    2023 22

    Jaar 
    2024

    Jaar 
    2025

    Jaar 
    2026

    Jaar 
    2027

    Jaar 
    2028

    TOTAAL

    RUBRIEK 7 
    van het meerjarig financieel kader

    Personele middelen

    Andere administratieve uitgaven

    Subtotaal RUBRIEK 7 
    van het meerjarig financieel kader

    Buiten RUBRIEK 7 23  
    van het meerjarig financieel kader

    Personele middelen

    0,064

    0,262

    0,267

    0,272

    0,278

    0,212

    1,355

    Andere administratieve uitgaven

    0,003

    0,012

    0,012

    0,012

    0,012

    0,009

    0,060

    Subtotaal buiten RUBRIEK 7 
    van het meerjarig financieel kader

    0,067

    0,274

    0,279

    0,284

    0,290

    0,221

    1,415

    TOTAAL

    0,067

    0,274

    0,279

    0,284

    0,290

    0,221

    1,415

    De benodigde kredieten voor personele middelen en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

    3.2.3.1.Geraamde personeelsbehoeften

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

       Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    Raming in voltijdequivalenten

    Jaar 
    2023

    Jaar 
    2024

    Jaar

    2025

    Jaar

    2026

    Jaar 2027

    Jaar 2028

    • Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

    20 01 02 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

    20 01 02 03 (delegaties)

    01 01 01 01 (onderzoek onder contract)

    0,375

    1,5

    1,5

    1,5

    1,5

    1,125

    01 01 01 11 (eigen onderzoek)

    Extern personeel (in voltijdequivalenten VTE) 24

    20 02 01 (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)

    20 02 03 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties)

    XX 01 xx yy zz  25

    - zetel

    - delegaties

    01 01 01 02 (AC, END, INT – onderzoek onder contract)

    01 01 01 12 (AC, END, INT — eigen onderzoek)

    Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

    TOTAAL

    0,375

    1,5

    1,5

    1,5

    1,5

    1,125

    XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

    Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

    Beschrijving van de uit te voeren taken:

    Ambtenaren en tijdelijk personeel

    Voorbereiding en beheer van de vergaderingen van het gezamenlijk comité waarin artikel 6, punt b), van de overeenkomst voorziet en dienstreizen om de goede werking en toepassing alsmede een regelmatige evaluatie van de overeenkomst, te garanderen.

    De berekeningen worden proportioneel op basis van de duur van de overeenkomst gemaakt.

    Extern personeel

    3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader 

    Het voorstel/initiatief:

       kan volledig worden gefinancierd door middel van herschikking binnen de relevante rubriek van het meerjarig financieel kader (MFK).

    Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. Verstrek een Excel-tabel in het geval van een omvangrijke herprogrammeringsexercitie.

       hiervoor moet een beroep worden gedaan op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening.

    Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen, de desbetreffende bedragen en de voorgestelde instrumenten.

       hiervoor is een herziening van het MFK nodig.

    Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

    3.2.5.Bijdrage van derden 

    Het voorstel/initiatief:

    voorziet niet in medefinanciering door derden

    Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

    Kredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Jaar 
    N

    Jaar 
    N+1

    Jaar 
    N+2

    Jaar 
    N+3

    Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    Totaal

    Medefinancieringsbron 

    TOTAAL medegefinancierde kredieten

     

    3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten 

       Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

       Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

       voor de eigen middelen

       voor de diverse ontvangsten

    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

    Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

    Gevolgen van het voorstel/initiatief 26

    Jaar 
    N

    Jaar 
    N+1

    Jaar 
    N+2

    Jaar 
    N+3

    Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    Artikel ………….

    Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

    Andere opmerkingen (bv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).

    (1)    PB L 284 van 22.10.1998, blz. 37.
    (2)    Besluit 2004/756/EG van de Raad (PB L 335 van 11.11.2004, blz. 5).
    (3)    Besluit 2009/306/EG van de Raad (PB L 90 van 2.4.2009, blz. 20).
    (4)    Besluit 2014/240/EU van de Raad (PB L 128 van 30.4.2014, blz. 43).
    (5)    Besluit (EU) 2018/1578 van de Raad (PB L 263 van 22.10.2018, blz. 1).
    (6)    “Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de totaalaanpak voor onderzoek en innovatie, De strategie van Europa voor internationale samenwerking in een veranderende wereld” (COM(2021) 252 final/2).
    (7)    Besluit 98/591/EG van de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika (PB L 284 van 22.10.1998, blz. 37).
    (8)    PB L 284 van 22.10.1998, blz. 37.
    (9)    Besluit 2004/756/EG van de Raad van 4 oktober 2004 betreffende de sluiting van een Overeenkomst ter verlenging van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika (PB L 335 van 11.11.2004, blz. 5).
    (10)    Besluit 2009/306/EG van de Raad van 30 maart 2009 betreffende de verlenging en de wijziging van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika (PB L 90 van 2.4.2009, blz. 20).
    (11)    Besluit 2014/240/EU van de Raad van 14 april 2014 betreffende de verlenging van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika (PB L 128 van 30.4.2014, blz. 43).
    (12)    Besluit (EU) 2018/1578 van de Raad van 18 september 2018 betreffende de verlenging van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika (PB L 263 van 22.10.2018, blz. 1).
    (13)     In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.
    (14)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn te vinden op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
    (15)    GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
    (16)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
    (17)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.
    (18)    Het jaar 2023 is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Bedragen voor 2023 zijn berekend op basis van 3 maanden salaris van 1,5 VTE; die voor 2024-2027 zijn berekend op basis van 12 maanden salaris van 1,5 VTE, en die voor 2028 zijn berekend op basis van 9 maanden salaris van 1,5 VTE. Gemiddelde kosten vanaf januari 2023, waaraan voor de periode 2024-2028 een jaarlijkse indexering van 2 % is toegevoegd
    (19)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
    (20)    Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
    (21)    Zoals beschreven in punt 1.4.2. “Specifieke doelstelling(en)…”
    (22)    Het jaar 2023 is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
    (23)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
    (24)    AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL= Agent Local (plaatselijk functionaris); END= Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JED = Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).
    (25)    Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
    (26)    Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. brutobedragen na aftrek van 20 % aan inningskosten.
    Top