EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023BP1954

Resolutie (EU) 2023/1954 van het Europees Parlement van 10 mei 2023 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” (vóór 30 november 2021 de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel) voor het begrotingsjaar 2021

PB L 242 van 29.9.2023, p. 513–517 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/res/2023/1954/oj

29.9.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 242/513


RESOLUTIE (EU) 2023/1954 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 10 mei 2023

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” (vóór 30 november 2021 de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel) voor het begrotingsjaar 2021

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” voor het begrotingsjaar 2021,

gezien artikel 100 van en bijlage V bij zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0082/2023),

A.

overwegende dat de Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) op 6 mei 2014 in het kader van het Horizon 2020-programma is opgericht bij Verordening (EU) nr. 561/2014 van de Raad (1), die op 27 juni 2014 in werking is getreden, voor een periode tot en met 31 december 2024; overwegende dat Ecsel de Gemeenschappelijke Ondernemingen Eniac en Artemis, die op 26 juni 2014 werden beëindigd, heeft vervangen en opgevolgd; overwegende dat, ter vervanging van Ecsel, in november 2021 de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” in het kader van het programma Horizon Europa werd opgericht bij Verordening (EU) 2021/2085 van de Raad (2) voor de periode die eindigt op 31 december 2031;

B.

overwegende dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” een publiek-privaat partnerschap is dat een onderzoeks- en innovatieprogramma beheert dat tot doel heeft de strategische autonomie van de Unie in de sector elektronische componenten en systemen te versterken; overwegende dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” zich moet richten op duidelijk gedefinieerde thema’s die de bedrijfstakken in de Unie in staat moeten stellen de meest innovatieve technologieën te ontwerpen, te fabriceren en in elektronische componenten en systemen te gebruiken;

C.

overwegende dat de leden van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” zijn: de Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, de deelnemende staten en drie brancheorganisaties, te weten het European Technology Platform on Smart Systems Integration, de Association for European Nano Electronics Activities en de Inside Industry Association, die belanghebbenden vertegenwoordigen in micro- en nano-elektronica, slimme geïntegreerde systemen en ingebedde/cyberfysieke systemen;

D.

overwegende dat de financiële bijdrage van de Unie, met inbegrip van EER-kredieten, aan de administratieve en operationele kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” tot 1,8 miljard EUR bedraagt, waarvan maximaal 26,331 miljoen EUR bestemd is voor administratieve kosten; overwegende dat de particuliere leden van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” ten minste 2,5 miljard EUR moeten bijdragen aan de Gemeenschappelijke Onderneming, dan wel ervoor moeten zorgen dat hun samenstellende of verbonden entiteiten deze bijdragen leveren; overwegende dat de particuliere leden gedurende de tienjarige periode een financiële bijdrage van maximaal 26,331 miljoen EUR moeten leveren aan de administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën”, dan wel ervoor moeten zorgen dat hun samenstellende en verbonden entiteiten een financiële bijdrage leveren;

Algemeen

1.

is ingenomen met de algemene oriëntatie van de Raad over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor maatregelen ter versterking van het Europese ecosysteem voor halfgeleiders (de “chipverordening”);

2.

wijst erop dat het programma Horizon Europa ambitieuze doelstellingen heeft voor de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën”, die alleen kunnen worden gehaald als er doeltreffende oplossingen worden bedacht en uitgevoerd die de zwakke punten in de interne controlesystemen aanpakken en de Gemeenschappelijke Onderneming voorbereiden op de toekomstige uitdagingen als gevolg van de toegenomen verantwoordelijkheden, bijvoorbeeld op het gebied van personeelsbeheer en -planning; wijst er in dit verband op dat bijzonder ingewikkelde en omslachtige berekeningen en rapportagevereisten een aanzienlijk risico op fouten met zich meebrengen en verzoekt daarom de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” de mogelijkheden te onderzoeken voor vereenvoudigingen die verenigbaar zijn met het bestaande rechtskader;

3.

merkt op dat de gemeenschappelijke ondernemingen geen geharmoniseerde definitie van administratieve kosten hanteren, die de basis vormt voor de berekening van de financiële bijdragen van hun leden en noodzakelijk is voor het vergelijken daarvan; dringt in dit verband aan op gemeenschappelijke richtsnoeren voor alle gemeenschappelijke ondernemingen zodat zij een geharmoniseerde aanpak gaan volgen bij de classificatie van bepaalde uitgavencategorieën voor administratieve kosten, zoals uitgaven voor raadplegingen, studies, analyses, evaluaties en technische bijstand;

Begrotings- en financieel beheer

4.

is verheugd dat de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële situatie van de Gemeenschappelijke Onderneming op 31 december 2021, van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen en van de veranderingen van de nettoactiva in dat jaar, overeenkomstig haar financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels en dat de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen op alle materiële punten wettig en regelmatig zijn;

5.

stelt vast dat de totale beschikbare begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” voor het jaar 2021, met inbegrip van opnieuw in de begroting opgenomen ongebruikte kredieten van voorgaande jaren, bestemmingsontvangsten en herschikkingen naar het volgende jaar, 218,3 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 199,3 miljoen EUR aan betalingskredieten omvatte, en dat het uitvoeringspercentage 99,4 % (tegenover 99,59 % in 2020) voor vastleggingskredieten en 84 % (tegenover 88,63 % in 2020) voor betalingskredieten bedroeg;

6.

maakt uit het verslag van de Europese Rekenkamer (het “verslag van de Rekenkamer”) op dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” eind 2021 de lopende projecten in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek financieel had afgesloten; merkt op dat, op basis van de totale kosten van de ondertekende activiteiten in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek en de daadwerkelijke betalingen door de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” en de voorlopers daarvan (Eniac, Artemis en Ecsel) voor de cofinanciering van deze activiteiten, de definitieve bijdragen van de leden worden geraamd op 564,3 miljoen EUR in het geval van de Unie, 812,5 miljoen EUR in het geval van deelnemende staten, en 2 202,4 miljoen EUR als bijdragen in natura in het geval van particuliere leden;

7.

stelt vast dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” eind 2021 1 170 miljoen EUR van de maximale EU-bijdrage volledig had vastgelegd voor ondertekende subsidieovereenkomsten in het kader van Horizon 2020; wijst erop dat hiervan in de komende jaren nog circa 190,3 miljoen EUR (ofwel 16,6 %) moet worden betaald;

8.

stelt vast dat het uitvoeringspercentage voor de beschikbare begroting van 2021 voor betalingen van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” voor Horizon 2020-projecten 85 % bedroeg; merkt op dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” vrijwel geen operationele vastleggingskredieten voor 2021 had, aangezien zij eind 2020 haar laatste oproep tot het indienen van voorstellen had afgerond;

9.

maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat eind 2021 de potentiële definitieve bijdragen in natura van de particuliere leden voor operationele Horizon 2020-activiteiten werden geraamd op 1 594,2 miljoen EUR; merkt op dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” het werkelijke bedrag van de bijdragen in natura van de particuliere leden pas kan berekenen en valideren nadat alle betalingen door zowel de Gemeenschappelijke Onderneming als de deelnemende staten zijn verricht en alle projectbeëindigingscertificaten en daarmee verband houdende informatie zijn ontvangen; wijst er in dit verband op dat — gezien het feit dat eind 2021 slechts een beperkt aantal Horizon 2020-projecten was afgerond — de gevalideerde bijdragen in natura uit de industrie 300,6 miljoen EUR bedroegen; merkt op dat de cumulatieve geraamde (nog niet gevalideerde) bijdragen in natura van particuliere leden eind 2021 968,2 miljoen EUR bedroegen, hetgeen blijkt uit berekeningen op basis van een “pro rata temporis”-methode die is vastgesteld door de raad van bestuur van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën”;

10.

stelt vast dat de deelnemende staten eind 2021 voor 1 106,2 miljoen EUR aan contractuele vastleggingen hadden ondertekend en in totaal 450,2 miljoen EUR aan financiële bijdragen hadden gedeclareerd die zij rechtstreeks hadden betaald aan de nationale begunstigden van de door hen ondersteunde Horizon 2020-projecten; merkt op dat het verschil tussen het bedrag van de financiële bijdrage van de deelnemende staten en de financiële bijdrage van de Unie van 1 058,1 miljoen EUR eind 2021 is toe te schrijven aan het feit dat de meeste deelnemende staten hun kosten alleen na voltooiing van de door hen ondersteunde Horizon 2020-projecten opnemen en aan de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” rapporteren;

Aanbestedingen en personeel

11.

stelt vast dat aanbestedingen en contracten worden beheerd in overeenstemming met de bepalingen van het financieel reglement van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” en aldaar worden gecoördineerd binnen het team administratie & financiën;

12.

merkt op dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën”, om haar doelstellingen te verwezenlijken en haar activiteiten en infrastructuur adequaat te ondersteunen, middelen heeft toegewezen met het oog op de aanschaf van de nodige diensten en leveringen; stelt vast dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën”, in het kader van goed financieel beheer en efficiëntie, zo veel mogelijk gebruik heeft gemaakt van de diverse overeenkomsten inzake dienstverleningsniveau die al met de betrokken diensten van de Commissie en haar particuliere leden zijn gesloten, en gebruik heeft gemaakt van interinstitutionele kadercontracten (bijv. voor IT-diensten en -apparatuur, uitzenddiensten, externe auditdiensten); merkt op dat — gezien de gezondheidscontext als gevolg van de COVID-19-pandemie en de opgelegde beperkingen — vrijwel alle vergaderingen en evenementen op afstand werden gehouden en dat in het laatste kwartaal van 2021 slechts een zeer gering aantal dienstreizen heeft plaatsgevonden; merkt tevens op dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” als gevolg daarvan in 2021 zeer weinig aanbestedingsprocedures heeft uitgevoerd, en dan voornamelijk voor opdrachten van geringe waarde;

13.

merkt op dat in mei 2021 twee onderhandelingsprocedures van zeer geringe waarde zijn gestart voor de gunning van twee contracten voor logistieke ondersteuning en het maken van video’s in het kader van de organisatie van de digitale versie van het symposium van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel van 2021, en dat Ecsel in september 2021 een onderhandelingsprocedure heeft geopend voor een contract van geringe waarde in verband met de organisatie van een seminar op hoog niveau;

14.

maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” op 31 december 2021 29 personeelsleden in dienst had, waaronder tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen; maakt uit het jaarlijks activiteitenverslag op dat Ecsel in 2021 twee arbeidscontractanten heeft aangeworven voor de (na het vertrek van de voormalige personeelsleden vacant gebleven) posten van financieel-administratief medewerker; stelt vast dat de aanwerving in het vierde kwartaal van 2021 werd afgerond; merkt op dat twee tijdelijke functionarissen met pensioen zijn gegaan en dat één reeds met succes is vervangen;

15.

stelt met bezorgdheid vast dat voor alle gemeenschappelijke ondernemingen het gemiddelde jaarlijkse percentage uitzendkrachten in de periode 2018-2021 hoog bleef met ongeveer 11 % van het statutair personeel; herinnert eraan dat het hoge percentage arbeidscontractanten doorgaans leidt tot een aanzienlijk groter personeelsverloop bij de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” en tot een verdere destabilisering van de personeelssituatie; benadrukt bovendien dat de inzet van uitzendkrachten een tijdelijke oplossing moet blijven om te voorkomen dat deze situatie negatieve gevolgen heeft voor de algemene prestaties van de Gemeenschappelijke Onderneming, zoals het behoud van sleutelcompetenties, onduidelijke verantwoordingskanalen, mogelijke gerechtelijke geschillen en een geringere efficiëntie van het personeel;

16.

maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” volgens het voorstel van de Commissie (3) tot wijziging van Verordening (EU) 2021/2085 zal worden omgevormd tot de toekomstige Gemeenschappelijke Onderneming voor chips, met een nieuw mandaat in verband met de uitvoering van het initiatief “Chips voor Europa” in het kader van het meerjarig financieel kader (MFK) 2021-2027; is in dit verband ingenomen met het feit dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” de ontwikkeling van innovatieve halfgeleidertechnologieën van de volgende generatie zal ondersteunen, waardoor de productiecapaciteit van chips in de Unie moet toenemen; merkt op dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” volgens dit voorstel projecten ten bedrage van circa 10,9 miljard EUR in het kader van het MFK 2021-2027 zal uitvoeren en 19 extra personeelsleden zal moeten aanwerven om het geplande aantal van 50 statutaire personeelsleden tegen 2025 te bereiken; is bezorgd dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën”, aangezien zij eind 2021 slechts 29 personeelsleden had (13 tijdelijke personeelsleden en 16 arbeidscontractanten), te maken kan krijgen met aanzienlijke uitdagingen op het gebied van personeelsbeheer bij deze nieuwe aanwervingen, naast de nieuwe administratieve en operationele processen die nog in gang moeten worden gezet;

17.

merkt op dat op basis van het jaarlijks activiteitenverslag 2021 op het gebied van genderevenwicht het aantal vrouwelijke deskundigen voor beoordelingen in de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” is toegenomen ten opzichte van vorig jaar, zowel procentueel als in absolute cijfers; betreurt het feit dat het aandeel met 19,4 % nog steeds laag is en dringt aan op meer inspanningen ten aanzien van genderevenwicht;

18.

merkt op dat de gemeenschappelijke ondernemingen het deel van de werkgeversbijdragen voor hun personeel dat overeenstemt met de verhouding tussen hun door derde landen gesubsidieerde ontvangsten en hun totale ontvangsten sinds 2016 niet hebben betaald aan de pensioenregeling van de Unie, aangezien de Commissie deze uitgaven niet heeft voorzien in de begroting van de gemeenschappelijke ondernemingen en evenmin formeel om de betalingen heeft verzocht; verzoekt de Commissie stappen te ondernemen om soortgelijke problemen in de toekomst te voorkomen;

Interne controle

19.

maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat de administratieve overeenkomsten die Eniac en Artemis met de nationale financieringsinstanties (NFI’s) hadden gesloten, van kracht blijven na de samenvoeging van deze gemeenschappelijke ondernemingen tot Ecsel; wijst erop dat er krachtens deze overeenkomsten in de strategieën voor controle achteraf van Eniac en Artemis sterk op de NFI’s werd vertrouwd voor de controle van projectkostendeclaraties; betreurt het feit dat de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel door de aanzienlijke variaties in de door de NFI’s gebruikte methodologieën en procedures niet in staat was één enkel betrouwbaar gewogen foutenpercentage of een restfoutenpercentage voor betalingen in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek te berekenen en stelt vast dat de totale betalingen van Ecsel in 2021 ter afsluiting van de resterende projecten in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek, slechts 0,6 miljoen EUR ofwel 0,4 % van de totale operationele betalingen bedroegen, waardoor zij in 2021 geen risico op materiële fouten vormden;

20.

maakt uit het jaarlijks activiteitenverslag op dat de gemeenschappelijke auditdienst van het directoraat-generaal Onderzoek en Innovatie van de Commissie de controles achteraf van Horizon 2020-betalingen verricht; betreurt het feit dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën”, op basis van de controleresultaten van de gemeenschappelijke auditdienst van eind 2021, een representatief foutenpercentage van 2,2 % (tegenover 2,68 % in 2020) en een restfoutenpercentage van 1,2 % (tegenover 1,25 % in 2020) voor Horizon 2020 heeft gerapporteerd;

21.

merkt op dat de Europese Rekenkamer (de “Rekenkamer”), om de operationele betalingscontroles van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” te beoordelen, steekproefsgewijs de in 2021 verrichte Horizon 2020-betalingen op het niveau van de eindbegunstigden heeft gecontroleerd om de foutenpercentages van de controles achteraf te bevestigen (met betrekking tot de bij de begunstigden getoetste subsidiebetalingsverrichtingen bedraagt de rapportagedrempel voor kwantificeerbare fouten 1 % van de gecontroleerde kosten); betreurt het feit dat de Rekenkamer in twee gevallen een fout ten gevolge van te veel gedeclareerde personeelskosten heeft aangetroffen en gekwantificeerd;

22.

benadrukt dat de bevindingen van de Rekenkamer bevestigen dat er sprake is van aanhoudende systemische fouten inzake gedeclareerde personeelskosten en dat met name kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en nieuwe begunstigden vaker fouten maken dan andere begunstigden; onderstreept dat deze fouten sinds 2017 regelmatig worden genoemd in de jaarverslagen van de Rekenkamer; benadrukt daarom dat een stroomlijning van de Horizon 2020-regels voor de declaratie van personeelskosten en een ruimer gebruik van vereenvoudigde kostenopties de eerste voorwaarden zijn om de foutenpercentages te stabiliseren tot onder het materialiteitsniveau; benadrukt dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” haar interne controlesystemen moet versterken om het toegenomen risico met betrekking tot kmo’s en nieuwe begunstigden aan te pakken, en dat zij het gebruik van de Personnel Costs Wizard door bepaalde categorieën begunstigden die meer geneigd zijn fouten te maken, zoals kmo’s en nieuwe begunstigden, sterk moet aanmoedigen; is ingenomen met het feit dat alle gemeenschappelijke ondernemingen in 2022 zijn begonnen met de uitvoering van maatregelen voor de verlaging van het foutenpercentage in overeenstemming met de door de Rekenkamer voorgestelde maatregelen, waaronder het onderzoeken van mogelijkheden voor vereenvoudigde vormen van kosten zoals eenheidskosten, vaste bedragen en vaste percentages;

23.

maakt uit het jaarlijks activiteitenverslag op dat Ecsel in 2021 de doeltreffendheid van haar interne controlesystemen heeft geëvalueerd op basis van het herziene kader; merkt op dat de zelfevaluatie tot algemene doelstelling had om inzicht te krijgen in de vraag of alle beginselen zijn doorgevoerd en functioneren; stelt vast dat deze evaluatie voornamelijk gebaseerd was op de zelfevaluatie van monitoringindicatoren en de analyse van verslagen van de dienst Interne Audit, de Rekenkamer en externe auditors, en ondersteund werd met ander bewijsmateriaal, zoals het register van uitzonderingen, de risicobeoordeling, follow-up van maatregelen, aanbevelingen en bevindingen, en besprekingen met het management over de activiteiten en doelstellingen van Ecsel;

24.

stelt tevreden vast dat Ecsel haar interne controlesysteem gedurende het boekjaar heeft geëvalueerd en daarbij heeft geconcludeerd dat het effectief is en dat de componenten en beginselen aanwezig zijn en functioneren zoals beoogd;

Interne audit

25.

merkt op dat de dienst Interne Audit van de Commissie de rol van intern auditor van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” vervult, zoals bepaald in artikel 28 van haar Financieel Reglement; merkt op dat de uitvoerend directeur van Ecsel de interne auditors in oktober 2021 in kennis heeft gesteld van de meest recente belangrijke ontwikkelingen bij Ecsel en van de resultaten van de meest recente risicobeoordeling;

Het nieuwe gecentraliseerde systeem voor het beheer van de financiële bijdragen van de deelnemende staten

26.

maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” op basis van de verordening Horizon Europa en Verordening (EU) 2021/2085 verplicht is een nieuw gecentraliseerd beheersproces in te voeren ten behoeve van de financiële bijdragen van haar deelnemende staten, te weten het systeem voor het centrale beheer van financiële bijdragen (Central Management of Financial Contributions, CMFC);

27.

wijst erop dat in het kader van dit geplande CMFC-systeem elke deelnemende staat ervoor kan kiezen zijn respectieve financiële bijdragen op projectniveau aan de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” te betalen voor in zijn staat gevestigde begunstigden; merkt op dat elke deelnemende staat tijdens dit proces — in overeenstemming met de financiële en mededingingsregels van de Unie — ook een vetorecht heeft over alle kwesties die betrekking hebben op de aanwending van zijn eigen nationale financiële bijdrage betaald aan de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” voor aanvragers die in zijn staat zijn gevestigd; wijst erop dat een deelnemende staat hierdoor op basis van nationale strategische prioriteiten kan beslissen of hij al dan niet steun verleent aan een nationale begunstigde van een geselecteerd en goedgekeurd onderzoeks- en innovatieproject;

28.

merkt voorts op dat de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” daarentegen de cofinancieringsbetalingen zal moeten uitvoeren voor alle deelnemende staten die ervoor kiezen haar hun financiële bijdragen toe te vertrouwen; stelt vast dat zij twee alternatieve processen van ondersteunende administratieve overeenkomsten met deelnemende staten zal moeten beheren en monitoren; merkt op dat de NFI’s van alle deelnemende staten een administratieve overeenkomst met de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” moeten sluiten, hetzij om de Gemeenschappelijke Onderneming de betaling van nationale bijdragen toe te vertrouwen, hetzij om overeenkomsten inzake de overdracht van nationale middelen voor de betalingen aan de begunstigden te coördineren en verslag te doen over de bijdragen;

29.

stelt vast dat de Rekenkamer haar bezorgdheid heeft geuit over het feit dat de behoefte aan aanvullende financiering van de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” voor de uitvoering van het geplande CMFC-systeem noch door de Commissie is beoordeeld, noch is opgenomen in de oorspronkelijke ramingen van de personele middelen van de Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het programma Horizon Europa; stemt in met de Rekenkamer dat dit gebrek aan planning bij de invoering van het CMFC-systeem in combinatie met de personeelssituatie en het gebrek aan IT-instrumenten en -ondersteuning een negatief effect kan hebben op de uitvoering van de programma’s van de Gemeenschappelijke Onderneming en op de verwezenlijking van de bijdragen van de andere leden, en dat er een aanzienlijke hoeveelheid personele middelen nodig zal zijn wanneer het beheer van het CMFC-systeem niet geautomatiseerd is; verzoekt de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” en de Commissie over verdere ontwikkelingen verslag uit te brengen aan de kwijtingsautoriteit.

(1)  Verordening (EU) nr. 561/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 152).

(2)  Verordening (EU) 2021/2085 van de Raad van 19 november 2021 voor de oprichting van Gemeenschappelijke Ondernemingen in het kader van Horizon Europa en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 219/2007, (EU) nr. 557/2014, (EU) nr. 558/2014, (EU) nr. 559/2014, (EU) nr. 560/2014, (EU) nr. 561/2014 en (EU) nr. 642/2014 (PB L 427 van 30.11.2021, blz. 17).

(3)  Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2021/2085 voor de oprichting van Gemeenschappelijke Ondernemingen in het kader van Horizon Europa wat de Gemeenschappelijke Onderneming voor chips betreft, COM(2022)0047 van 8.2.2022.


Top