Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023BP1935

    Resolutie (EU) 2023/1935 van het Europees Parlement van 10 mei 2023 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) voor het begrotingsjaar 2021

    PB L 242 van 29.9.2023, p. 443–448 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/res/2023/1935/oj

    29.9.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 242/443


    RESOLUTIE (EU) 2023/1935 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

    van 10 mei 2023

    met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) voor het begrotingsjaar 2021

    HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) voor het begrotingsjaar 2021,

    gezien artikel 100 van en bijlage V bij zijn Reglement,

    gezien het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken,

    gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0138/2023),

    A.

    overwegende dat de definitieve begroting van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) (hierna “het Agentschap” genoemd) voor het begrotingsjaar 2021 volgens zijn staat van ontvangsten en uitgaven (1)178 310 917 EUR bedroeg, hetgeen neerkomt op een verhoging met 12,41 % ten opzichte van 2020; overwegende dat de begroting van het Agentschap voornamelijk afkomstig is uit de begroting van de Unie;

    B.

    overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2021 (hierna “het verslag van de Rekenkamer” genoemd) verklaart redelijke zekerheid te hebben gekregen dat de jaarrekening van het Agentschap betrouwbaar is en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

    Financieel en begrotingsbeheer

    1.

    stelt met tevredenheid vast dat de inspanningen op het gebied van begrotingstoezicht gedurende het begrotingsjaar 2021 hebben geresulteerd in een uitvoeringspercentage van de begroting van 98,72 %, hetgeen neerkomt op een daling van 0,72 % ten opzichte van 2020; stelt voorts vast dat het uitvoeringspercentage van de betalingskredieten 83,51 % bedroeg, hetgeen neerkomt op een daling van 1,58 % ten opzichte van 2020;

    2.

    stelt met bezorgdheid vast dat de opmerking van de Rekenkamer waarin wordt benadrukt dat het Agentschap met problemen in verband met te late betalingen kampt nog steeds geldt; deelt de inschatting van de Rekenkamer dat deze terugkerende tekortkoming het Agentschap blootstelt aan het gevaar van reputatieschade; neemt kennis van de inspanningen die het Agentschap heeft geleverd om de betalingsachterstanden te beperken; juicht toe dat de betalingsachterstand in 2021 7,8 % bedroeg (tegenover 32,8 % in 2020); is ingenomen met de toezegging van het Agentschap om in 2022 maximaal 5 % te late betalingen te bereiken, onder meer door maandelijks toezicht op een prestatie-indicator en andere verzachtende maatregelen; merkt op dat de kredieten in verband met de huidige begroting die van 2021 naar 2022 zijn overgedragen relatief hoog zijn, met 15,20 % of 25,7 miljoen EUR; verzoekt het Agentschap zijn inspanningen voort te zetten en dit aspect aan te pakken, met volledige inachtneming van het jaarperiodiciteitsbeginsel;

    Prestaties

    3.

    stelt met tevredenheid vast dat het Agentschap bepaalde maatregelen als kernprestatie-indicatoren gebruikt om de toegevoegde waarde van zijn activiteiten te beoordelen, en andere maatregelen om zijn begrotingsbeheer te verbeteren; merkt op dat het Agentschap in 2021 in totaal 44 bedrijfsprestatie-indicatoren heeft gemonitord, waarbij voor 33 van die indicatoren de vastgestelde streefdoelen zijn bereikt of overschreden;

    4.

    looft de vooruitgang die het Agentschap heeft geboekt bij de verwezenlijking van zijn vijf meerjarige strategische prioriteiten die zijn vastgesteld in de Europol-strategie 2020+; neemt met name kennis van de oprichting van het Sirene-bureau, de invoering van het gegevensanalyseportaal voor operationele analyses, dat nieuwe functies bevat om de gegevensbescherming door ontwerp te verbeteren, en de regelmatige ondersteuning door het Agentschap van vier belangrijke Horizon 2020-innovatieprojecten; neemt voorts kennis van de goedkeuring in 2021 van het uitvoeringsplan voor de strategie van het Agentschap voor informatiebeheer, met als doel acht strategische doelstellingen te verwezenlijken door middel van acties en taken die regelmatig zullen worden gemonitord en waarover regelmatig verslag zal worden uitgebracht door de nieuw opgerichte eenheid Informatiebeheer;

    5.

    wijst erop dat het aantal verrichtingen in 2021 2 519 bedroeg, wat 9 % hoger is dan in 2020; wijst voorts op de uitstekende resultaten op verschillende gebieden, zoals het gebruik van het Europol-informatiesysteem EIS en QUEST (Query Europol System), in het kader waarvan in 2021 meer dan 12 miljoen zoekopdrachten werden geregistreerd, wat een stijging van 20 % is ten opzichte van 2020; neemt kennis van de positieve beoordelingen die gebruikers in 2021 hebben gegeven naar aanleiding van de gebruikerstevredenheidsenquêtes die het Agentschap met betrekking tot verschillende van zijn activiteiten heeft uitgevoerd;

    6.

    is verheugd dat het Europees Centrum voor terrorismebestrijding (ECTC) in 2021 in totaal 1 010 operaties op het gebied van terrorismebestrijding heeft ondersteund, hetgeen ruim boven het jaarlijkse streefdoel van 650 ligt; merkt op dat de Unie in het kader van de overeenkomst inzake het programma voor het traceren van terrorismefinanciering met de VS in 2021 heeft verzocht 104 zoekopdrachten uit te voeren, tegenover 174 in het jaar daarvoor;

    7.

    is ingenomen met de activiteiten van het Agentschap in het kader van het partnerschap met de Westelijke Balkan tegen criminaliteit en terrorisme, met name de eerste workshop waarin de operationele opleidingsbehoeften werden geanalyseerd, die plaatsvond in Sarajevo, gevolgd door een regionale opleidingscursus over bestrijding van de financiering van terrorisme in Boedapest, evenals verschillende workshops en webinars;

    8.

    is ingenomen met de grensoverschrijdende initiatieven op het gebied van terrorismebestrijding, met name met de landen van de Westelijke Balkan, landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) en Turkije; neemt met name kennis van de door het directoraat-generaal Migratie en Binnenlandse Zaken van de Commissie georganiseerde ECTC-vergaderingen met alle partners van de Westelijke Balkan om de voortgang en het verslag over de uitvoering van het gezamenlijk actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan te bespreken; neemt kennis van de deelname van het ECTC aan verschillende workshops, conferenties en vergaderingen die zijn georganiseerd door de delegaties van de Europese Dienst voor extern optreden in de MENA-regio, de Raad van Arabische ministers van Binnenlandse Zaken en het MENA-project voor terrorismebestrijding; spoort het Agentschap aan de grensoverschrijdende samenwerking met derde landen op het gebied van terrorismebestrijding voort te zetten;

    9.

    stelt met tevredenheid vast dat het Agentschap ernaar streeft nauw met andere organen van de Unie en internationale organisaties samen te werken om de veiligheidsbelangen van alle burgers in de Unie te waarborgen; is verheugd over de samenwerking van het Agentschap met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) in het kader van operatie Sentinel, waarbij OLAF zich heeft aangesloten, met het Europees Openbaar Ministerie in het kader van operatie Sentinel tegen fraude in verband met de COVID-19-herstelfondsen van de Unie, en met het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) op diverse manieren, bijvoorbeeld door middel van opleidingssessies en conferenties; roept het Agentschap op nauwe banden te blijven aangaan met andere relevante instellingen van de Unie; spoort het Agentschap aan te onderzoeken hoe met betrekking tot overlappende taken middelen en/of personeel kunnen worden gedeeld met andere agentschappen die soortgelijke activiteiten uitvoeren, met name Cepol;

    10.

    is ingenomen met de oprichting van het Netwerk van gegevensbeschermingsdeskundigen van Europol (Europol Data Protection Experts Network), dat gebruikt wordt als kanaal om projecten, beste praktijken en evenementen te presenteren die te maken hebben met gegevensbescherming in het kader van rechtshandhaving;

    11.

    wijst op de samenwerking tussen het Agentschap en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) in 2021, waarbij de activiteiten met betrekking tot voorafgaande raadpleging overeenkomstig artikel 39 van Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad (2) (de “Europol-verordening”) zijn toegenomen; merkt voorts op dat op één actie die nog technisch moet worden uitgevoerd na, alle acties van het actieplan dat het Agentschap heeft opgesteld naar aanleiding van het besluit van de EDPS van 18 september 2020 over de verwerking van grote en complexe datasets, volledig zijn uitgevoerd en geëvalueerd; merkt tevens op dat naar schatting 25 personeelsleden, ofwel 3 % van het personeelsbestand van het Agentschap, zich bezighouden met acties in verband met het toezicht op en de waarborging van gegevensbescherming; neemt er echter kennis van dat de EDPS het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) in september 2022 heeft verzocht twee bepalingen van de gewijzigde Europol-verordening nietig te verklaren; wijst in het licht van het verzoek van de EDPS aan het HvJ-EU om twee bepalingen nietig te verklaren met tevredenheid op de maatregelen van de lidstaten, de operationele samenwerkingspartners en het Agentschap, aangezien er geen verzoeken zijn ingediend om deze artikelen toe te passen en alle bestanden die dateren van vóór de inwerkingtreding van de gewijzigde Europol-verordening intussen aan een categorie van betrokkenen zijn toegewezen;

    12.

    uit zijn bezorgdheid over één bepaalde individuele klacht bij de EDPS over het Agentschap, dat geweigerd zou hebben inzage in persoonsgegevens te bieden; merkt op dat de EDPS, na contacten tussen de EDPS en het Agentschap, twee jaar nadat de klacht was ingediend een besluit heeft uitgevaardigd om het Agentschap op te dragen aan het verzoek van de betrokkene te voldoen; verzoekt het Agentschap de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van de vooruitgang rond deze kwestie en zijn verplichtingen inzake de bescherming van persoonsgegevens volledig na te leven;

    13.

    is verheugd dat het Agentschap een memorandum van overeenstemming met het Bureau voor de grondrechten heeft getekend, wat het Agentschap zal helpen de grondrechten te waarborgen;

    Personeelsbeleid

    14.

    stelt met tevredenheid vast dat de personeelsformatie op 31 december 2021 voor 99,80 % ingevuld was, aangezien 614 tijdelijke functionarissen waren aangesteld van de 615 tijdelijke functionarissen die in het kader van de begroting van de Unie waren toegestaan (evenveel als in 2020); stelt vast dat in 2021 bovendien 214 arbeidscontractanten en 59 gedetacheerde nationale deskundigen voor het Agentschap werkten, voor wie respectievelijk 235 en 71 posten waren toegestaan; merkt op dat het Agentschap onderscheid maakt tussen vier categorieën gedetacheerde nationale deskundigen, waarvan drie categorieën geen of beperkte kosten met zich meebrengen voor de begroting van het Agentschap en nog eens 91 personen omvatten, waarmee het totale aantal gedetacheerde nationale deskundigen in 2021 neerkwam op 150;

    15.

    is ingenomen met het lage vacaturepercentage van het Agentschap van 0,2 % in 2021, ruim onder het jaarlijkse streefdoel van een maximaal vacaturepercentage van 2 %, alsook met de daling van het personeelsverloop van 10,9 % in 2020 tot 6,9 % in 2021; merkt bovendien op dat het Agentschap deze indicatoren regelmatig aan de jaarlijkse streefdoelen toetst; is ermee ingenomen dat het Agentschap verschillende maatregelen heeft genomen om een hoog personeelsverloop te voorkomen, zoals de mogelijkheid van interne loopbaanontwikkeling, een flexibele werkregeling of opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden; wijst er evenwel op dat voor bepaalde vertrouwelijke functies op het kerngebied van de rechtshandhaving de maximale contractduur negen jaar bedraagt;

    16.

    neemt kennis van de voor 2021 gemelde genderverdeling in het hoger en middenmanagement, dat voor 83 % uit mannen bestond (29 mannen en 6 vrouwen), in de raad van bestuur, die voor 79 % uit mannen bestond (44 mannen en 12 vrouwen) en onder het personeel, dat voor 65 % uit mannen bestond (541 mannen en 288 vrouwen); is bezorgd over de daling van het percentage vrouwen in leidinggevende functies, namelijk van 21 % in 2020 naar 17 % in 2021; erkent dat de verantwoordelijkheid om het genderevenwicht onder de leden van de raad van bestuur te waarborgen bij de lidstaten ligt; roept het Agentschap en de lidstaten nogmaals op om in de toekomst te zorgen voor een gelijkere verdeling van mannen en vrouwen in de raad van bestuur, in het management en onder het personeel van het Agentschap; herinnert er tevens aan hoe belangrijk het is om te zorgen voor een evenwichtige geografische vertegenwoordiging in het management en onder de personeelsleden van het Agentschap;

    17.

    neemt kennis van het antwoord van het Agentschap dat er in 2021 één administratief onderzoek naar beschuldigingen van intimidatie in verband met een werkgerelateerde conflictsituatie heeft plaatsgevonden; merkt voorts op dat het administratief onderzoek in juni 2022 is afgerond en dat er op het moment van de ontvangst door de kwijtingsautoriteit van het antwoord van het Agentschap op 16 september 2022 nog geen besluit was genomen; verzoekt het Agentschap de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van het besluit en de follow-up van deze kwestie; merkt voorts op dat er in 2021 geen gevallen van intimidatie ten aanzien van het personeel van het Agentschap voor de rechter zijn gebracht;

    18.

    is bezorgd over de acht gevallen van burn-out die het Agentschap in 2021 heeft gemeld; herinnert er niettemin aan dat dit minder dan 1 % van het totale personeelsbestand van het Agentschap vertegenwoordigt; merkt tevreden op dat het Agentschap verschillende preventieve maatregelen heeft genomen, waaronder het verstrekken van advies over gezondheid op het werk en levensstijl, medische deeltijdregelingen, screening van de geestelijke gezondheid, mogelijkheden voor flexibele werktijden en speciale bijeenkomsten om het welzijn van het personeel te bespreken;

    19.

    is ingenomen met de goedkeuring van de mensenrechtenstrategie 2020+ en de strategie voor diversiteit en inclusie van het Agentschap; is voorts ingenomen met de controles op het gebied van diversiteit, gelijkheid en inclusie en met de herziening van het ethisch kader van het Agentschap, die beide in 2021 door de interneauditcapaciteit zijn uitgevoerd; looft de positieve conclusies van die controles;

    20.

    merkt tevreden op dat het Agentschap na de invoering van het systeem voor personeelsbeheer Sysper voor alle personeelsleden van het Agentschap een reeks basismodules en de meeste optionele modules in gebruik heeft genomen; erkent dat de invoering van aanvullende modules nog aan de gang is; verzoekt het Agentschap de digitalisering van zijn activiteiten op het gebied van personeelsbeheer voort te zetten;

    Openbare aanbestedingen

    21.

    merkt op dat de uitvoering van het jaarlijkse aanbestedingsplan van het Agentschap in 2021 79 % bedroeg en tien aanbestedingsprocedures omvatte voor opdrachten van meer dan 15 000 EUR, met een totale waarde van 58 314 000 EUR; stelt met grote bezorgdheid vast dat één opdracht ter waarde van 405 000 EUR werd gegund via een procedure van gunning door onderhandelingen, zonder voorafgaande oproep tot mededinging; verzoekt het Agentschap alle wettelijke bepalingen inzake drempels voor de bekendmaking van aankondigingen van opdrachten te eerbiedigen;

    22.

    is ingenomen met het feit dat de digitalisering van de aanbestedingsprocedures deel uitmaakt van het aanbestedingsbeleid en de strategie van de eenheid Financiën van het Agentschap; stelt met tevredenheid vast dat het Agentschap gebruikmaakt van instrumenten voor e-aanbesteding zoals eNotices, eSubmission en eTendering, waarbij dat laatste instrument vanaf 2022 ook van toepassing is op procedures van gemiddelde waarde; stelt met tevredenheid vast dat het Agentschap momenteel het instrument voor het beheer van overheidsopdrachten integreert, waarvan de uitrol is gepland vanaf januari 2023; moedigt het Agentschap aan zijn aanbestedingsprocedures verder te digitaliseren en bij de kwijtingsautoriteit verslag uit te brengen over de geboekte vooruitgang;

    23.

    is ingenomen met de deelname van het Agentschap aan 16 interinstitutionele aanbestedingsprocedures die door andere aanbestedende diensten zijn georganiseerd; spoort het Agentschap aan deel te blijven nemen aan dergelijke procedures om de efficiëntie te vergroten en schaalvoordelen te realiseren;

    24.

    is verheugd dat volgens het verslag van de Rekenkamer alle follow-upacties met betrekking tot de opmerkingen van de Rekenkamer op het gebied van aanbesteding en contractbeheer uit voorgaande jaren zijn afgerond;

    Preventie van en omgang met belangenconflicten, en transparantie

    25.

    neemt kennis van de bestaande maatregelen en lopende inspanningen van het Agentschap om transparantie te waarborgen, belangenconflicten te voorkomen en aan te pakken, klokkenluiders te beschermen en intimidatie te bestrijden; stelt met tevredenheid vast dat de belangenverklaringen en de cv’s van de leden van de raad van bestuur en van het hoger management op de website van het Agentschap worden gepubliceerd; prijst het Agentschap in het bijzonder omdat het een van de negen agentschappen is die hun eigen interne regels hebben ingevoerd om het gebrek aan bepalingen in het Unierecht over de activiteiten van leden van de raden van bestuur van agentschappen aan te pakken, en daarmee verder gaan dan de wettelijke minimumvereisten om potentiële draaideursituaties aan te pakken;

    26.

    merkt op dat het Agentschap tussen 2019 en 2021 twee gevallen van een mogelijk belangenconflict heeft onderzocht in verband met een hooggeplaatst personeelslid dat elders een nieuwe baan had geaccepteerd; neemt met bezorgdheid kennis van de bevinding van de Rekenkamer dat het Agentschap in één van die gevallen zijn besluit niet binnen de in artikel 16 van het Statuut van de ambtenaren vastgestelde termijn heeft genomen, en de betrokken persoon daardoor in feite toestemming heeft verleend zijn nieuwe baan zonder enige beperkingen te accepteren; wijst op het antwoord van het Agentschap dat uit een beoordeling achteraf is gebleken dat het Agentschap niet was blootgesteld aan een belangenconflict; verzoekt het Agentschap desalniettemin om alle bepalingen van het Statuut van de ambtenaren na te leven en het rechtskader dat van toepassing is op het omgaan met potentiële draaideursituaties en het daarmee samenhangende risico op belangenconflicten op een alomvattende en doeltreffende manier toe te passen;

    27.

    neemt met bezorgdheid kennis van de berichten over samenwerking tussen het Agentschap en Frontex op het gebied van grensbewakingsoperaties, met name in de context van de bevindingen in verband met het programma “Processing of Personal Data for Risk Analysis” van Frontex; herinnert eraan dat samenwerking tussen het Agentschap en andere agentschappen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken (JBZ) volledig transparant moet zijn en moet worden onderworpen aan een passend toezichtskader, en dat verantwoordingsplicht moet worden gewaarborgd; dringt er bij het Agentschap op aan maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de transparantieregels van de Unie en de grondrechten, en met name de normen inzake gegevensbescherming en verantwoordingsplicht volledig worden nageleefd, ook bij samenwerking met andere JBZ-agentschappen en partners; is van mening dat de openbaarmaking van vergaderingen en onderlinge contacten tussen het Agentschap en derden, wanneer dit kan worden gewaarborgd zonder afbreuk te doen aan de operationele activiteiten van het Agentschap, bijdraagt tot grotere transparantie; is ingenomen met de snelle benoeming van de functionaris voor de grondrechten van het Agentschap, een functie die werd ingevoerd bij Verordening (EU) 2022/991 van het Europees Parlement en de Raad (3) die op 28 juni 2022 van kracht werd en waarbij de Europol-verordening werd gewijzigd;

    Interne controle

    28.

    merkt op dat de dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie zijn controle op het contractbeheer van het Agentschap heeft afgerond en vier als “belangrijk” aangemerkte aanbevelingen heeft gedaan; verzoekt het Agentschap de nodige maatregelen te treffen om gevolg te geven aan deze aanbevelingen; verzoekt het Agentschap alle openstaande als “belangrijk” aangemerkte aanbevelingen die de IAS bij vorige controles heeft gedaan over personeelsbeheer, ethiek en IT-veiligheid volledig uit te voeren en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de vooruitgang in dit verband;

    29.

    stelt vast dat de onderdelen van het internecontrolesysteem van het Agentschap aanwezig waren en op geïntegreerde wijze functioneerden binnen het Agentschap, en dat het risico dat de jaarlijkse en meerjarige doelstellingen van het Agentschap op het gebied van operaties, verslaglegging en naleving niet zouden worden bereikt met behulp van het internecontrolesysteem op doeltreffende wijze tot een acceptabel niveau kon worden beperkt; neemt kennis van de goede vooruitgang die het Agentschap heeft geboekt met betrekking tot de follow-up van de aanbevelingen van de interneauditcapaciteit, met een uitvoeringspercentage van 87 % voor alle kritieke en erg belangrijke aanbevelingen die sinds 2015 zijn gedaan (381 aanbevelingen) en naar verwachting in 2021 zullen worden voltooid;

    30.

    merkt op dat de interneauditcapaciteit in 2021 drie controleopdrachten heeft uitgevoerd met betrekking tot de operationele ondersteuning die het Agentschap dag en nacht biedt, de validering van de in het ABAC-boekhoudsysteem verleende toegangsrechten voor gebruikers en de forensische analyse van documenten van het Agentschap, waarbij 32 aanbevelingen zijn gedaan, waarvan er twee als “kritiek” en twee als “zeer belangrijk” zijn aangemerkt; neemt met bezorgdheid kennis van de controle door de interneauditcapaciteit van het vermogensbeheer van het Agentschap, waarbij 39 aanbevelingen zijn gedaan, waarvan er vijf als “kritiek” en vijftien als “zeer belangrijk” zijn aangemerkt; roept het Agentschap op om binnen de overeengekomen termijn gevolg te geven aan de aanbevelingen van de interneauditcapaciteit en om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de vooruitgang op dit gebied;

    31.

    merkt op dat de Rekenkamer in haar speciaal verslag van 2021 over de doeltreffendheid van de ondersteuning van het Agentschap aan de lidstaten in de strijd tegen migrantensmokkel vier aanbevelingen heeft gedaan; roept het Agentschap op om binnen de overeengekomen termijn gevolg te geven aan de aanbevelingen van de Rekenkamer en om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de vooruitgang in dat verband;

    Digitalisering en de groene transitie

    32.

    wijst op de verschillende ICT-gerelateerde ontwikkelingen die het Agentschap in 2021 heeft doorgevoerd op het gebied van het uitwisselen en zoeken van informatie, kruiscontroles en gegevensbeheer en de accreditatie van informatiesystemen; wijst voorts op de vooruitgang van het Agentschap op het gebied van interoperabiliteit binnen de Unie en toegang tot grootschalige IT-systemen van de Unie, de maatregelen die zijn genomen om de cyberbeveiliging van het Agentschap te verbeteren, en op andere initiatieven zoals de goedkeuring van de hybride cloudstrategie van het Agentschap, de selectie van een instrument voor gezichtsherkenning door middel van biometrische technologie en de uitrol van het instrument voor elektronische handtekeningen voor interne documenten;

    33.

    merkt bezorgd op dat het Agentschap in 2021 te maken heeft gekregen met twee DDos-cyberaanvallen (Distributed Denial of Service) op zijn openbare website; stelt met tevredenheid vast dat die aanvallen slechts minimale verstoringen hebben veroorzaakt;

    34.

    spoort het Agentschap aan nauw samen te werken met het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging en het computercrisisresponsteam voor de instellingen, organen en instanties van de Europese Unie, en om regelmatig risicobeoordelingen van zijn IT-infrastructuur uit te voeren en te zorgen voor de regelmatige uitvoering van controles en tests van zijn cyberbeveiliging; stelt voor dat het Agentschap regelmatig geactualiseerde opleidingsprogramma’s op het gebied van cyberbeveiliging aanbiedt voor al zijn personeelsleden;

    35.

    is ermee ingenomen dat het Agentschap in 2021 de EMAS-certificering en de ISO 14001:2015-certificering heeft verkregen; is ingenomen met de inspanningen van het Agentschap om zijn CO2-emissies te verminderen of te compenseren, gaande van de aankoop van elektriciteit uit 100 % hernieuwbare bronnen tot maatregelen om het bewustzijn bij het personeel aan te wakkeren; merkt op dat het Agentschap voor contracten van meer dan 15 000 EUR rekening houdt met milieuoverwegingen; waardeert het dat het Agentschap zijn impact op het milieu in de gaten houdt door middel van de milieu-indicatoren die zijn opgenomen in het jaarlijkse activiteitenverslag van het Agentschap;

    Bedrijfscontinuïteit tijdens de COVID-19-crisis

    36.

    stelt met tevredenheid vast dat het crisismanagementteam van het Agentschap in 2021 de gevolgen van de COVID-19-pandemie is blijven beheersen door richtsnoeren te verstrekken over de te volgen stappen en door het personeel regelmatige updates te geven; merkt in dat verband op dat sommige activiteiten waarvoor fysieke aanwezigheid vereist was, uitgesteld of geannuleerd moesten worden en dat telewerken voor de meeste niet-operationele personeelsleden de norm bleef; is ingenomen met de goedkeuring van de bedrijfsimpactanalyse van het Agentschap, waarin de lessen zijn opgenomen die zijn getrokken uit de COVID-19-crisis en de stroomstoring in 2020;

    Overige opmerkingen

    37.

    wijst op de verbeterde cijfers in 2021 wat betreft de aanwezigheid van het Agentschap in invloedrijke media op het internet en het aantal bezoekers van de website van het Agentschap, alsook op de inspanningen om zijn zichtbaarheid bij het publiek te vergroten door middel van interviews en persberichten; spoort het Agentschap aan zijn werkzaamheden, onderzoek en activiteiten te blijven promoten;

    38.

    verzoekt het Agentschap zich op de verspreiding van de resultaten van zijn operaties onder het grote publiek te richten en het publiek via sociale media en andere mediakanalen te benaderen; is in dat verband ingenomen met de huidige inspanningen van het Agentschap om zijn activiteiten onder de aandacht te brengen;

    39.

    verwijst voor andere opmerkingen van horizontale aard bij het kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van 10 mei 2023 (4) over het functioneren en het financiële beheer van en de controle op de agentschappen.

    (1)   PB C 162 van 13.4.2022, blz. 16.

    (2)  Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).

    (3)  Verordening (EU) 2022/991 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2022 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/794, wat betreft de samenwerking van Europol met particuliere partijen, de verwerking van persoonsgegevens door Europol ter ondersteuning van strafrechtelijke onderzoeken, en de rol van Europol bij onderzoek en innovatie (PB L 169 van 27.6.2022, blz. 1).

    (4)  Aangenomen teksten, P9_TA(2023)0190.


    Top