EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023BP1860

Resolutie (EU) 2023/1860 van het Europees Parlement van 10 mei 2023 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) voor het begrotingsjaar 2021

PB L 242 van 29.9.2023, p. 235–239 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/res/2023/1860/oj

29.9.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 242/235


RESOLUTIE (EU) 2023/1860 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 10 mei 2023

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) voor het begrotingsjaar 2021

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2021,

gezien artikel 100 van en bijlage V bij zijn Reglement,

gezien het advies van de Commissie vervoer en toerisme,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0098/2023),

A.

overwegende dat de definitieve begroting van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna “het Agentschap”) voor het begrotingsjaar 2021 volgens zijn staat van ontvangsten en uitgaven (1)203 802 000 EUR bedroeg, hetgeen neerkomt op een stijging met 11,34 % ten opzichte van 2020; overwegende dat 38 900 000 EUR van de begroting van het Agentschap afkomstig is van de begroting van de Unie, en 109 791 000 EUR van vergoedingen en heffingen (2);

B.

overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2021 (“het verslag van de Rekenkamer”) verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben gekregen dat de jaarrekening van het Agentschap betrouwbaar is en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

Financieel en begrotingsbeheer

1.

merkt op dat de inspanningen op het gebied van begrotingstoezicht gedurende het begrotingsjaar 2021 hebben geresulteerd in een uitvoeringspercentage van vastleggingskredieten voor het lopende jaar van 96,31 %, hetgeen neerkomt op een daling met 2,31 % ten opzichte van 2020; stelt verder vast dat het uitvoeringspercentage voor de betalingskredieten van het lopende jaar 87,34 % bedroeg, hetgeen neerkomt op een daling met 5,30 % ten opzichte van 2020;

2.

stelt vast dat het Agentschap het jaar heeft afgesloten met een overschot aan vergoedingen en heffingen ter hoogte van 11,2 miljoen EUR; merkt op dat het overschot aan vergoedingen en heffingen wordt toegevoegd aan het geaccumuleerde overschot, dat hierdoor stijgt van 60,9 miljoen EUR naar 72,1 miljoen EUR;

3.

merkt op dat het percentage geannuleerde kredieten voor naar 2021 overgedragen vastleggingen is gedaald tot 1,55 % (5,46 % in 2020), onder het door de Commissie vastgestelde maximum van 5 %;

Resultaten

4.

merkt op dat het Agentschap in 2021 bepaalde maatregelen heeft ingezet om de toegevoegde waarde van zijn activiteiten te beoordelen, alsmede andere maatregelen om zijn begrotingsbeheer te verbeteren, en daarbij gebruik heeft gemaakt van een mix van 130 doelstellingen en 60 kernprestatie-indicatoren (KPI’s), verspreid over 11 belangrijke werkterreinen, en nog 9 andere projecten of initiatieven van horizontale aard; constateert dat het Agentschap ondanks de aanhoudende gevolgen van de COVID-19-crisis goede resultaten heeft geboekt, aangezien het uitvoeringspercentage met betrekking tot zijn jaarlijkse werkprogramma voor 2021 84 % bedroeg en 76 % van zijn KPI’s op schema lag; waardeert dat de KPI’s werden behaald en dat het Agentschap de aandacht heeft gevestigd op maatregelen die de efficiëntie en doeltreffendheid van de werkzaamheden van het Agentschap kunnen verbeteren; beveelt het Agentschap echter aan nota te nemen van de indicatoren die nog niet zijn behaald of niet op schema liggen, met name de tijdige verwerking van incidentenverslagen en de snelheid waarmee corrigerende maatregelen naar aanleiding van controlebevindingen worden uitgevoerd;

5.

prijst de belangrijke prestaties en vorderingen van het Agentschap in 2021 op opkomende gebieden die verband houden met groene oplossingen en digitalisering; merkt in dit verband op dat het Agentschap zijn inspanningen voor de verwezenlijking van schone luchtvaart heeft opgevoerd door middel van het EASA-programma voor duurzame luchtvaart 2021, dat verscheidene acties omvat, waaronder de ingebruikname van duurzame luchtvaartbrandstoffen, door waterstof en hybride brandstoffen aangedreven luchtvaart en de voltooiing van de proeffase van het milieukeurprogramma; neemt kennis van de verdere resultaten die het Agentschap heeft geboekt met zijn Drone-programma, waaronder de publicatie van het eerste regelgevingspakket voor U-Space, alsook van verschillende projecten met betrekking tot de stroomlijning van activiteiten op het gebied van luchtverkeersbeheer door middel van de eenmaking van ATCO-vergunningen en grondapparatuur; looft de goedkeuring van de hernieuwde ingebruikname van een aangepaste versie van de Boeing 737 Max; is ingenomen met de extra inspanningen van het Agentschap op het gebied van onderzoek en innovatie, in het kader waarvan het in 2021 heeft besloten deel te nemen aan de programma’s Horizon Europa, “Schone luchtvaart” en SESAR; prijst voorts de voortdurende verbeteringen op het gebied van veiligheid en de toezegging van het Agentschap om innovatie te ondersteunen via het Europees plan voor de veiligheid van de luchtvaart met belangrijke projecten in 2021, zoals de goedkeuring van een advies inzake vluchtuitvoeringen in alle weersomstandigheden; merkt op dat de Brexit in 2021 tot een aanzienlijke toename leidde van het aantal verzoeken om goedkeuring van organisaties;

6.

dringt aan op voldoende financiering en stimulansen voor verder onderzoek naar en de ontwikkeling van duurzame luchtvaartbrandstoffen om deze efficiënter en betaalbaarder te maken en de markt ervan te verbeteren en open te stellen;

7.

is ingenomen met de voortdurende inspanningen van het Agentschap om gebieden te onderzoeken waar verdere samenwerking met andere agentschappen van de Unie haalbaar is, rekening houdend met de aard van de activiteiten om mogelijke overlappingen te beperken; is ingenomen met de concrete acties die met de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, de Europese Stichting voor opleiding, de Europese Autoriteit voor effecten en markten en het Europees Milieuagentschap zijn ondernomen; verzoekt het Agentschap de ontwikkeling van zijn synergieën voort te zetten en de samenwerking met andere Europese agentschappen alsook de uitwisseling van beste praktijken verder uit te bouwen, om de efficiëntie (personeelsbeleid, gebouwenbeheer, IT-diensten en veiligheid enz.) te vergroten;

8.

neemt kennis van de voortdurende inspanningen die het Agentschap levert om efficiënter te worden en middelen vrij te maken, met inbegrip van gekwalificeerd personeel; prijst het Agentschap in dit verband om het gebruik van de deskundigheid van de nationale luchtvaartautoriteiten door middel van 26 partnerschapsovereenkomsten en 2 raamovereenkomsten met bevoegde entiteiten, waarmee het in 2021 de uitbesteding van 63 000 werkuren heeft vergemakkelijkt;

9.

moedigt het agentschap aan om, met gebruikmaking van zowel zijn deskundigheid als voldoende middelen, deel te nemen aan het proefproject inzake een “Europees orgaan voor normen voor vliegtuigbrandstof en veiligheidscertificering” in het kader van de begroting van de Unie voor 2023;

10.

is ingenomen met de inspanningen van het Agentschap ter ondersteuning van de integratie van nieuwe technologieën, activiteiten en bedrijfsmodellen in het Europese luchtvaartsysteem via zijn onderzoeks- en innovatieprogramma;

11.

is ingenomen met de voortgang van het militaire programma (2020 — open einde) en wijst op de rol van het Agentschap binnen de Europese militaire mobiliteit; dringt aan op een snelle en aanzienlijke verhoging van de EU-begrotingslijn voor militaire mobiliteit om het hoofd te kunnen bieden aan de uitdagingen in de sector;

12.

dringt aan op meer synergie tussen civiele en militaire behoeften in het kader van het actieplan voor militaire mobiliteit, door processen te vereenvoudigen en regels op elkaar af te stemmen; benadrukt dat dit het Agentschap ruimte kan bieden om het concurrentievermogen van staten en van de sector verder te ondersteunen, bijvoorbeeld door middel van gemeenschappelijke regelgeving en de certificering van staatsluchtvaartuigen;

Personeelsbeleid

13.

stelt vast dat de personeelsformatie op 31 december 2021 voor 92,94 % was ingevuld, aangezien 632 tijdelijke functionarissen waren aangesteld van de 680 tijdelijke functionarissen die in het kader van de begroting van de Unie waren toegestaan (ten opzichte van 680 toegestane posten in 2020); stelt vast dat in 2021 verder nog 91 contractanten en 18 gedetacheerde nationale deskundigen voor het Agentschap werkten; neemt kennis van de daling van het personeelsbestand van het Agentschap ten opzichte van 2019 als gevolg van de financiële gevolgen van de COVID-19-pandemie, waardoor het Agentschap minder in personeel heeft geïnvesteerd en de voorkeur heeft gegeven aan interne mobiliteit en het delen van middelen; is ingenomen met de gemelde maatregelen van het Agentschap ter voorkoming van een hoog personeelsverloop, dat in 2021 0,84 % bedroeg;

14.

neemt kennis van het genderevenwicht onder de leden van het hoger management van het Agentschap, waar 3 van de 5 leden (60 %) man zijn; neemt met bezorgdheid kennis van het gebrek aan genderevenwicht onder de leden van de raad van bestuur van het Agentschap, waar 63 van de 82 leden (77 %) man zijn; neemt voorts kennis van het genderevenwicht binnen het totale personeelsbestand van het Agentschap, waar 643 van de 959 personeelsleden (67 %) man zijn; verzoekt het Agentschap zich te blijven inspannen om genderevenwicht te verwezenlijken op personeelsniveau door concrete maatregelen te nemen die sollicitaties van vrouwen aantrekken naar functies bij het Agentschap; neemt nota van het feit dat het Agentschap de ontwikkelingen aangaande het genderevenwicht doorlopend in het oog houdt en dat het aandeel vrouwen in leidinggevende functies (van sectiehoofd tot directeur) is gestegen van 16,9 % tot 21,25 % in 2021 en dat sinds januari 2020 twee van de vier directeuren in het Agentschap vrouw zijn;

15.

neemt kennis van de raming van het Agentschap met betrekking tot de aankomende toename van het aantal pensioneringen; is in dit verband ingenomen met de vaststelling van een programma voor competentiebeheer en strategische personeelsplanning, dat het Agentschap zal helpen onder meer te beoordelen waar externe investeringen nodig zijn; verzoekt het Agentschap de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de resultaten van dit programma; merkt voorts op dat het Agentschap in 2021 een personeelsscenario voor de middellange termijn heeft vastgesteld om de belangrijkste competentiegebieden te versterken en de ontwikkeling van het personeel te bevorderen door ongeveer 80 personeelsleden intern beroepscarrièremogelijkheden op verschillende competentiegebieden te verschaffen;

16.

wijst er nog eens op dat het belangrijk is een personeelsbeleid voor de lange termijn te ontwikkelen inzake het evenwicht tussen werk en privéleven, levenslange begeleiding en het aanbod aan specifieke opleidingsmogelijkheden voor loopbaanontwikkeling, genderevenwicht op alle personeelsniveaus, telewerken, het recht om onbereikbaar te zijn, een beter geografisch evenwicht zodat alle lidstaten voldoende vertegenwoordigd zijn, en de aanwerving, integratie, waarborging van gelijke behandeling en bevordering van gelijke kansen voor personen met een handicap; wijst erop dat het van belang is al het personeel van het Agentschap gevarieerde opleidingsmogelijkheden te bieden; beveelt aan het onderzoek naar de betrokkenheid van het personeel jaarlijks uit te voeren in plaats van elke drie jaar;

Aanbesteding

17.

stelt vast dat het Agentschap in 2021 33 procedures met een hoge en middelhoge waarde, 90 procedures met een geringe waarde en 48 deskundigencontracten heeft beheerd en/of gesloten, alsmede 600 specifieke contracten in het kader van raamovereenkomsten; is ingenomen met de tenuitvoerlegging van een geconsolideerde aanbestedingsstrategie voor diensten voor het beheer van technische faciliteiten, door verschillende soorten contracten te bundelen om het contractbeheer te verbeteren en uitbestede diensten te centraliseren;

18.

merkt met betrekking tot de follow-up van de opmerkingen van de kwijtingsautoriteit voor 2020 op dat het Agentschap maatregelen heeft getroffen om zijn aanbestedingspraktijken te verbeteren, die erop gericht zijn een zo eerlijk mogelijke concurrentie en rendement te verwezenlijken, de transparantie te verbeteren en de noodzaak van uitzonderingen te beperken, onder meer door middel van bewustmakingscursussen voor zijn financiële actoren; is ingenomen met de vooruitgang die het Agentschap heeft geboekt met betrekking tot de e-factureringsoplossing; verzoekt het Agentschap de optimalisering en modernisering van zijn digitale oplossingen voort te zetten om zijn aanbestedingsprocedures verder te stroomlijnen, en aan de kwijtingsautoriteit verslag uit te brengen over de ontwikkelingen in dit verband;

Preventie van en omgang met belangenconflicten, en transparantie

19.

neemt kennis van de bestaande maatregelen en lopende inspanningen van het Agentschap om transparantie te waarborgen, belangenconflicten te voorkomen en aan te pakken en klokkenluiders te beschermen; is verheugd dat in 2021 geen concrete belangenconflicten zijn gemeld; merkt voorts op dat potentiële belangenconflicten binnen het Agentschap kunnen worden aangepakt met risicobeperkende maatregelen; stelt vast dat de cv’s en belangenverklaringen van bestuursleden en leden van het hoger management op de website van het Agentschap worden gepubliceerd; roept het Agentschap op zich aan te sluiten bij het onlangs gesloten interinstitutioneel akkoord over een verplicht transparantieregister voor belangenvertegenwoordigers, dat ondertekend is door de Commissie, de Raad en het Parlement;

20.

neemt kennis van de opmerking van de Rekenkamer over de niet-naleving van artikel 16 van het Statuut van de ambtenaren inzake mogelijke belangenconflicten; verzoekt het Agentschap corrigerende maatregelen te nemen en het risico van belangenconflicten af te dekken; neemt kennis van het antwoord van het Agentschap dat er een grondige evaluatie heeft plaatsgevonden;

21.

neemt er nota van dat het Agentschap zijn beleid inzake de preventie van en omgang met belangenconflicten heeft geactualiseerd met de vaststelling van de “Gedragscode voor het personeel van EASA”, die de verplichting voor alle personeelsleden van het Agentschap omvat om een belangenverklaring in te vullen, alsmede regels inzake geschenken en gastvrijheid, en verplichte cursussen voor alle personeelsleden van het Agentschap over de gedragscode en de bijlagen daarbij;

22.

herinnert eraan dat versterking van de beheers- en controlesystemen belangrijk is om het goede functioneren van het Agentschap te waarborgen; hamert op de vereiste van doeltreffende beheers- en controlesystemen ter voorkoming van potentiële belangenconflicten, ontbrekende controles vooraf/achteraf, ontoereikend beheer van begrotingsvastleggingen en juridische verbintenissen, en verzuim om kwesties in het register van uitzonderingen te melden;

23.

merkt op dat het Agentschap, gezien zijn technische aard, open dialogen voert met belanghebbenden in de luchtvaart en bij het nemen van besluiten over regelgevings- en certificeringsprocedures rekening houdt met hun standpunten; merkt voorts op dat alle technische workshops die het Agentschap met zijn belanghebbenden in de luchtvaart organiseert, worden weergegeven op de evenementenpagina van de website van het Agentschap;

Interne controle

24.

stelt vast dat de internecontrolenormen van het Agentschap een kader omvatten dat bestaat uit 5 internecontrolecomponenten, 17 beginselen en de internationale kwaliteitsnorm (ISO 9001:2015); merkt voorts op dat in 2021 een toezichtscontrole is verricht, waaruit is gebleken dat het internecontrolesysteem van het Agentschap volledig voldoet aan zijn beheersnormen;

25.

merkt op dat het Agentschap uitvoering heeft gegeven aan de meeste van de acties die zijn voortgevloeid uit de controle van de dienst Interne Audit van de certificering en de mate van betrokkenheid van organisaties in 2021; verzoekt het Agentschap uitvoering te geven aan de resterende acties;

26.

merkt op dat de interne auditcapaciteit in 2021 drie betrouwbaarheidscontroles heeft uitgevoerd om respectievelijk te beoordelen of binnen het Agentschap de toepasselijke regelgeving werd nageleefd, of de procesdoelstellingen werden gehaald en of de belangrijkste risico’s naar behoren waren beperkt; neemt er nota van dat er aanbevelingen zijn gedaan om ofwel de controleomgeving ofwel de algemene efficiëntie van de processen verder te verbeteren; verzoekt het Agentschap de tenuitvoerlegging van de resterende acties in verband met de follow-upcontroles van 2021 af te ronden;

Digitalisering en de groene transitie

27.

prijst het Agentschap om zijn brede reeks maatregelen ter verkleining van zijn milieuvoetafdruk; vestigt in dit verband de aandacht op de technologieën waarmee de duurzame gebouwen van het Agentschap zijn uitgerust en die bijdragen aan de optimalisering van het energie- en waterverbruik, alsook op de opname van energiebeheer als dienst in het bestek, de aankoop van volledig hernieuwbare energie en andere maatregelen ter stimulering van het gebruik van de trein of ander openbaar vervoer door zijn personeel, en de beperking van zakenreizen; prijst het Agentschap bovendien om zijn compensatieregeling met betrekking tot elektriciteitsverbruik en zakenreizen per trein;

28.

is ingenomen met de instemming van verschillende Europese partnerschappen om de groene en digitale transitie te versnellen, onder meer op het gebied van het “Derde ATM-onderzoek in het kader van het gemeenschappelijk Europees luchtruim”, met als doel de digitale transformatie van ATM te versnellen in overeenstemming met het Europees ATM-masterplan; herinnert er in dat verband aan dat het gemeenschappelijk Europees luchtruim 2+ een belangrijke rol speelt bij het verwezenlijken van harmonisatie, betere interoperabiliteit en efficiëntie;

29.

neemt kennis van het bedrijfstransformatieprogramma “Destination: Futureproof” van het Agentschap, dat belangrijke doelstellingen omvat voor de modernisering van de werkmethoden en de vereenvoudiging van belangrijke processen, waaronder kernactiviteiten zoals regelgeving, initiële luchtwaardigheid en goedkeuring van organisaties; prijst in dit verband de vooruitgang die het Agentschap heeft geboekt bij het verlenen van digitale diensten aan externe belanghebbenden door oplossingen beschikbaar te stellen op het gebied van onder meer de rapportage van vliegtuigongevallen (ECCAIRS 2), de toegang tot EASA-regelgeving (e-regelgeving), de FlexTool voor de verzameling van vrijstellingen en afwijkingen, samenwerkplekken en de Drones-databank; verzoekt het Agentschap de ontwikkeling van zijn nieuwe digitale kern-IT-platform voort te zetten in overeenstemming met het stappenplan voor digitalisering (CORAL) en het in dit verband vastgestelde streefdoel (65 %) te overschrijden; verzoekt het Agentschap een cyberbeveiligingsbeleid in te stellen en uitvoering te geven aan een stappenplan voor informatiebeveiliging;

30.

spoort het Agentschap aan nauw samen te werken met het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa); onderstreept dat het van belang is regelmatig risicobeoordelingen van zijn IT-infrastructuur uit te voeren en te zorgen voor regelmatige audits en tests van zijn cyberbeveiliging; spoort het Agentschap tevens aan systematisch up-to-date opleidingsprogramma’s op het gebied van cyberbeveiliging aan te bieden voor alle personeelsleden, met inbegrip van het management, aangezien dit een essentieel onderdeel is van een effectief cyberbeveiligingskader;

Bedrijfscontinuïteit tijdens de COVID-19-crisis

31.

neemt kennis van de conservatieve aanpak van het Agentschap in het tweede jaar van de pandemie met betrekking tot de planning van de uitgaven, met inbegrip van het besluit om minder externe aanwervingen te doen; stelt voorts vast dat de toenemende werklast is beheerd door gebruik te maken van nieuwe werkmethoden (bijv. telewerken en dagelijkse hybride werkregelingen) en door te investeren in efficiëntie en digitalisering om de druk op de bestaande middelen te verminderen; moedigt het Agentschap aan gebruik te maken van de lessen die zijn getrokken met betrekking tot werken op afstand en hybride werken, teneinde vergaderingen die in de toekomst beter op afstand kunnen plaatsvinden dan met fysieke aanwezigheid, beter te organiseren;

32.

merkt op dat het Agentschap zich naar aanleiding van de gevolgen van de COVID-19-pandemie heeft gericht op de bescherming van reizigers en het in kaart brengen en beperken van de gevolgen voor de veiligheid; is verheugd over de acties van het Agentschap in het kader van het project “terugkeer naar normale operaties”, waaronder de publicatie van veiligheidsinformatiebulletins en richtsnoeren, en andere acties die voorzien in flexibiliteitsmaatregelen en verlichting van de regelgeving, de aanpak van gezondheids- en andere opkomende risico’s, en het aangaan van samenwerkingsverbanden met partnerlanden;

33.

stelt voor dat het Agentschap toezicht blijft houden op de veiligheid van de luchtvaart, met inbegrip van vermoeidheid van het cabinepersoneel, zoals bepaald in Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad (3) tot oprichting van het Agentschap;

Overige opmerkingen

34.

prijst het Agentschap om zijn succesvolle ontwikkeling van EASA Light: een omgeving op zijn website waar inhoud wordt aangeboden voor niet-gespecialiseerd publiek; spoort het Agentschap ertoe aan dit aanbod te ontwikkelen gezien de feedback over de bruikbaarheid ervan; prijst het Agentschap voorts om zijn verbeterde maatstaven met betrekking tot het gebruik van EASA Pro: een omgeving op zijn website waar gedetailleerde informatie wordt aangeboden voor professionele belanghebbenden; is verheugd dat het Agentschap in 2021 de banden heeft aangehaald met de academische wereld en een wetenschappelijk comité heeft opgericht van deskundigen die advies kunnen verstrekken over ontwikkelingen op relevante gebieden;

35.

wijst erop dat financiële regelgeving en hoge beheersnormen door alle instellingen van de EU moeten worden nageleefd;

36.

verwijst voor andere opmerkingen van horizontale aard bij het kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van 10 mei 2023 (4) over het functioneren en het financiële beheer van en de controle op de agentschappen.

(1)   PB C 141 van 29.3.2022, blz. 81.

(2)   PB C 141 van 29.3.2022, blz. 80.

(3)  Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1).

(4)  Aangenomen teksten, P9_TA(2023)0190.


Top