EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023AR3512

Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de evaluatie en het voorstel voor de herziening van het MFK 2021-2027

COR 2023/03512

PB C, C/2023/1331, 22.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2023/1331/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2023/1331/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie C


C/2023/1331

22.12.2023

Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de evaluatie en het voorstel voor de herziening van het MFK 2021-2027

(C/2023/1331)

Algemeen rapporteur:

José Manuel RIBEIRO (PT/PSE), burgemeester van Valongo

Referentiedocumenten:

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Een aangepast pakket voor de volgende generatie eigen middelen

COM(2023) 330 final

Gewijzigd voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie

COM(2023) 331 final/2

Gewijzigd voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2021/768 van 30 april 2021 wat betreft uitvoeringsmaatregelen voor de nieuwe eigen middelen van de Europese Unie

COM(2023) 332 final/2

Gewijzigd voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de eigen middelen op basis van het emissiehandelssysteem, het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie, toegewezen winsten en statistische eigen middelen op basis van bedrijfswinsten, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien

COM(2023) 333 final/2

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het platform voor strategische technologieën voor Europa (“STEP”) en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG, Verordeningen (EU) 2021/1058, (EU) 2021/1056, (EU) 2021/1057, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) 2021/1060, (EU) 2021/523, (EU) 2021/695, (EU) 2021/697 en (EU) 2021/241

COM(2023) 335 final

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Tussentijdse herziening van het meerjarig financieel kader 2021-2027

COM(2023) 336 final

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027

COM(2023) 337 final

I.   AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 tot bepaling van het MFK voor de jaren 2021-2027

Wijzigingsvoorstel 1

Artikel 1, punt 2)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

“2.   De reserve voor solidariteit en noodhulp mag een jaarlijks maximumbedrag van 1 739  miljoen EUR (in prijzen van 2018) niet overschrijden. Elk in jaar n niet gebruikt deel van het jaarlijkse bedrag kan tot jaar n+1 worden gebruikt. Het deel van het jaarlijkse bedrag uit het voorgaande jaar wordt het eerst aangesproken. Elk deel van het bedrag van jaar n dat in jaar n+1 niet is gebruikt, vervalt.”.

“2.   De reserve voor solidariteit en noodhulp mag een jaarlijks maximumbedrag van 2 665  miljoen EUR (in prijzen van 2018) niet overschrijden. Elk in jaar n niet gebruikt deel van het jaarlijkse bedrag kan tot jaar n+1 worden gebruikt. Het deel van het jaarlijkse bedrag uit het voorgaande jaar wordt het eerst aangesproken. Elk deel van het bedrag van jaar n dat in jaar n+1 niet is gebruikt, vervalt.”.

Motivering

Zoals de commissie NAT in haar bijdrage opmerkte, vereist de toename van het aantal crises, met name die welke verband houden met de klimaatverandering, een zeer aanzienlijke verhoging van het budget van de reserve voor solidariteit en noodhulp.

Wijzigingsvoorstel 2

Artikel 10 ter, lid 2

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

2.   De Oekraïnereserve mag voor de periode 2024-2027 niet meer bedragen dan 50 000  miljoen EUR in lopende prijzen. Het jaarlijkse bedrag dat in een bepaald jaar uit de Oekraïnereserve beschikbaar wordt gesteld, mag niet meer bedragen dan 16 700  miljoen EUR in lopende prijzen.

2)   De Oekraïnereserve mag voor de periode 2024-2027 niet meer bedragen dan 60 000  miljoen EUR in lopende prijzen. Het jaarlijkse bedrag dat in een bepaald jaar uit de Oekraïnereserve beschikbaar wordt gesteld, mag niet meer bedragen dan 20 000  miljoen EUR in lopende prijzen.

Motivering

Het bedrag moet ten minste gelijk zijn aan de huidige steun. Daarom moet het worden verhoogd tot 60 miljard EUR. Dit wijzigingsvoorstel is in overeenstemming met het verzoek dat is geformuleerd in het advies van Dario Nardella over de faciliteit voor Oekraïne.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het platform voor strategische technologieën voor Europa (“STEP”) en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG, Verordeningen (EU) 2021/1058, (EU) 2021/1056, (EU) 2021/1057, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) 2021/1060, (EU) 2021/523, (EU) 2021/695, (EU) 2021/697 en (EU) 2021/241

Wijzigingsvoorstel 3

Artikel 2, lid 1

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1.   Om de Europese soevereiniteit en veiligheid te versterken, de groene en de digitale transitie van de Unie te versnellen en haar concurrentievermogen te vergroten, haar strategische afhankelijkheden te verminderen, gelijke voorwaarden op de eengemaakte markt voor investeringen in de hele Unie te bevorderen en inclusieve toegang tot aantrekkelijke, hoogwaardige banen te stimuleren, heeft het platform de volgende doelstellingen:

1.   Om de Europese soevereiniteit en veiligheid te versterken, de groene en de digitale transitie van de Unie te versnellen en haar concurrentievermogen te vergroten, haar strategische afhankelijkheden te verminderen, gelijke voorwaarden op de eengemaakte markt voor investeringen in de hele Unie te bevorderen, sociale, territoriale en economische cohesie en solidariteit tussen de lidstaten aan te moedigen en inclusieve toegang tot aantrekkelijke, hoogwaardige banen te stimuleren, heeft het platform de volgende doelstellingen:

Motivering

Het is van essentieel belang expliciet te verwijzen naar het beginsel van sociale, economische en territoriale cohesie en solidariteit tussen de lidstaten (artikel 3, lid 3, VEU) als kerndoelstelling van het platform.

Wijzigingsvoorstel 4

Artikel 2, lid 1, punt c) (nieuw)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

c)

versterken van de economische, sociale en territoriale cohesie van Europa en verkleinen van de ongelijkheden tussen het ontwikkelingsniveau van de verschillende regio’s.

Motivering

De Europese Commissie heeft in het 8e cohesieverslag het “doe geen afbreuk aan de cohesie”-beginsel ingevoerd. Om dit beginsel daadwerkelijk toe te passen, moet het nastreven van economische, sociale en territoriale cohesie, zoals omschreven in artikel 174 VWEU, een doelstelling van deze verordening zijn die op gelijke voet staat met de andere twee in artikel 2, lid 1, punt a), en artikel 2, lid 1, punt b), genoemde doelstellingen.

Wijzigingsvoorstel 5

Artikel 2, lid 2, punt a)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

a)

een innovatief, geavanceerd element met een aanzienlijk economisch potentieel naar de interne markt brengen;

a)

een innovatief, geavanceerd element met een aanzienlijk economisch potentieel naar de interne markt brengen, met behoud van de integriteit ervan en bevordering van een gelijk speelveld;

Motivering

Het is belangrijk te verduidelijken wat onder “aanzienlijk economisch potentieel” wordt verstaan.

Wijzigingsvoorstel 6

Artikel 5, lid 3

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

3.   De Commissie brengt verslag uit over de door het platform gefinancierde uitgaven. Zij brengt zo nodig verslag uit over de verwezenlijkingen met betrekking tot elk van de specifieke doelstellingen van het platform.

3.   De Commissie brengt verslag uit over de door het platform gefinancierde uitgaven. Zij brengt zo nodig verslag uit over de verwezenlijkingen met betrekking tot elk van de specifieke doelstellingen van het platform, en met name over de doelstelling van het nieuwe punt c) van artikel 2, lid 1, om ervoor te zorgen dat de invoering van het platform niet ten koste gaat van de cohesie.

Motivering

Dit moet ervoor zorgen dat het “doe geen afbreuk aan de cohesie”-beginsel wordt gehandhaafd.

Wijzigingsvoorstel 7

Artikel 7, lid 2

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

2.   Het jaarverslag moet geconsolideerde informatie bevatten over de vooruitgang die is geboekt bij de uitvoering van de doelstellingen van het platform in het kader van elk van de programma's en fondsen.

2.   Het jaarverslag moet geconsolideerde informatie bevatten over de vooruitgang die is geboekt bij de uitvoering van de doelstellingen van het platform in het kader van elk van de programma's en fondsen. Het moet kwalitatieve en kwantitatieve informatie bevatten over de wijze waarop de sociale, economische en territoriale cohesie van Europa wordt versterkt.

Motivering

Dit moet ervoor zorgen dat het “doe geen afbreuk aan de cohesie”-beginsel wordt gehandhaafd.

Wijzigingsvoorstel 8

Artikel 8, lid 2

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

2.   In het evaluatieverslag wordt met name beoordeeld in hoeverre de doelstellingen zijn bereikt, of de middelen efficiënt zijn ingezet en of er sprake is van Europese meerwaarde. Tevens wordt nagegaan of alle doelstellingen en maatregelen nog steeds relevant zijn, met het oog op een mogelijke opschaling.

2.   In het evaluatieverslag wordt een overzicht gegeven van de regio’s waarvoor de programma’s zijn gewijzigd (inclusief informatie over de relevante aspecten van het partnerschapsbeginsel) en er wordt met name in beoordeeld in hoeverre de doelstellingen zijn bereikt, of de middelen efficiënt zijn ingezet en of er sprake is van Europese meerwaarde. Tevens wordt nagegaan of alle doelstellingen en maatregelen nog steeds relevant zijn, met het oog op een mogelijke opschaling. Het verslag gaat vergezeld van een grondige beoordeling van de verschillende effecten die de uitvoering van het platform heeft op territoriaal niveau en op de cohesie.

Motivering

Het is belangrijk ervoor te zorgen dat de territoriale gevolgen van het STEP-platform achteraf worden geëvalueerd, zodat het “doe geen afbreuk aan de cohesie”-beginsel wordt toegepast, zoals uiteengezet in het advies van Rijsberman (COTER-VII/026).

Wijzigingsvoorstel 9

Artikel 10, punten 1) en 2)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel

Wijzigingen in Verordening (EU) 2021/1058 [EFRO en CF]

Verordening (EU) 2021/1058 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 3, lid 1, punt a), wordt het volgende punt toegevoegd: “vi)  het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening…/… 64 [STEP-verordening]”

2)

Aan artikel 3, lid 1, punt b) , wordt het volgende punt toegevoegd: “ix) het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel  2 , lid 1, punt a), ii), van Verordening …/… [STEP-verordening]”

Wijzigingen in Verordening (EU) 2021/1058 [EFRO en CF]

Verordening (EU) 2021/1058 wordt als volgt gewijzigd:

met name door het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening …/… [STEP-verordening]” wordt toegevoegd aan artikel 3, lid 1, punt a), i), ii), iii) en iv), van de EFRO -verordening.

Motivering

Het doel is te voorkomen dat STEP noodzakelijkerwijs een nieuwe specifieke prioriteit van het EFRO-programma wordt. Het moet veeleer een nieuw type interventie in het kader van BD 1 worden.

Wijzigingsvoorstel 10

Artikel 10, lid 3

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

[…]

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 worden de maximale medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen, verhoogd tot 100 % .

[…]

[…]

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 worden de maximale medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen, met vijftien procentpunten verhoogd.

[…]

Motivering

De geplande algemene verhoging tot 100 % zal de meest ontwikkelde regio’s ten goede komen (waar de medefinancieringspercentages momenteel 40-50 % bedragen), gevolgd door de overgangsregio’s en pas daarna de minder ontwikkelde regio’s. Dat levert de meest ontwikkelde regio’s een concurrentievoordeel op ten opzichte van de andere regio’s en vooral de minder ontwikkelde.

Wijzigingsvoorstel 11

Artikel 10, lid 4

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

[…]

“e)

wanneer zij bijdragen aan de specifieke doelstelling in het kader van BD 1 als bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste alinea, punt a), vi) of aan de specifieke doelstelling in het kader van BD 2 als bedoeld in punt b), ix),, van die alinea, in minder ontwikkelde en overgangsregio’s , alsook in meer ontwikkelde regio’s in lidstaten waarvan het gemiddelde bbp per hoofd van de bevolking lager is dan het EU-gemiddelde van de EU-27, gemeten in koopkrachtstandaarden (KKS) en berekend op basis van de cijfers van de Unie voor de periode 2015-2017.

[…]

[…]

“e)

wanneer zij bijdragen aan de specifieke doelstelling in het kader van BD 1 als bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste alinea, punt a), vi), of aan de specifieke doelstelling in het kader van BD 2 als bedoeld in punt b), ix), van die alinea, in minder ontwikkelde en overgangsregio’s.

[…]

Motivering

Het doel is om de mogelijkheid van EFRO-steun voor andere productieve bedrijven dan kmo’s in het kader van STEP te beperken tot minder ontwikkelde regio’s en overgangsregio’s. Zo moet worden voorkomen dat de steun voor kmo’s met cohesiefinanciering in meer ontwikkelde regio’s afneemt, waar grote ondernemingen en midcaps gemakkelijker steun uit andere bronnen kunnen krijgen, waaronder andere EU-financieringsinstrumenten die in het kader van STEP worden versterkt, zoals Horizon, InvestEU, enz.

Wijzigingsvoorstel 12

Artikel 10, lid 4

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

[…]

Punt e) is van toepassing op Interreg-programma's waarvan het geografische toepassingsgebied van het programma binnen de Unie uitsluitend in dat punt vermelde categorieën regio's omvat.

[…]

Motivering

De integriteit van het kader en budget van Interreg moeten gevrijwaard blijven.

Wijzigingsvoorstel 13

Artikel 11, lid 2

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

2.    In artikel 8, lid 2, wordt de volgende alinea ingevoegd:

“Het JTF kan ook steun verlenen voor productieve investeringen in andere ondernemingen dan kleine en middelgrote ondernemingen die bijdragen tot de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening …/… 65 [STEP-verordening]. Die steun kan worden verleend ongeacht of de kloofanalyse is uitgevoerd overeenkomstig artikel 11, lid 2, punt h), en ongeacht het resultaat ervan. Dergelijke investeringen komen alleen in aanmerking wanneer zij niet leiden tot verplaatsingen in de zin van artikel 2, punt 27, van Verordening (EU) 2021/1060. Voor het verlenen van dergelijke steun is geen herziening van het territoriale plan voor een rechtvaardige transitie vereist indien die herziening uitsluitend verband houdt met de kloofanalyse.”

 

Motivering

Het doel is te voorkomen dat grote ondernemingen preferentiële voorwaarden krijgen voor de betreffende prioriteitsas (30 % voorfinanciering, hogere medefinanciering) wanneer ze steun ontvangen uit het Cohesiefonds, terwijl kleine en middelgrote ondernemingen onder minder gunstige voorwaarden zouden worden ondersteund.

Wijzigingsvoorstel 14

Artikel 11, lid 3

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

[…]

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 worden de maximale medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen, verhoogd tot 100 %.”

[…]

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 worden de maximale medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen, met 15 procentpunten verhoogd.”

Motivering

De beoogde algemene verhoging tot 100 % zal de meest ontwikkelde regio’s ten goede komen (waar de medefinancieringspercentages momenteel 50 % bedragen), gevolgd door de overgangsregio’s en pas daarna de minder ontwikkelde regio’s. Dat levert de meest ontwikkelde regio’s een concurrentievoordeel op ten opzichte van de andere regio’s en met name de minder ontwikkelde.

Wijzigingsvoorstel 15

Artikel 12, punt a)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

[…]

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 worden de maximale medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen, verhoogd tot 100 %.”

[…]

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 worden de maximale medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen, met 15 procentpunten verhoogd.”

Motivering

De beoogde algemene verhoging tot 100 % zal de meest ontwikkelde regio’s ten goede komen (waar de medefinancieringspercentages momenteel 40 % bedragen), gevolgd door de overgangsregio’s en pas daarna de minder ontwikkelde regio’s. Dat levert de meest ontwikkelde regio’s een concurrentievoordeel op ten opzichte van de andere regio’s en met name de minder ontwikkelde.

II.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S (CvdR),

Over de evaluatie en het voorstel voor een herziening van het MFK 2021-2027

1.

is ingenomen met het feit dat de Commissie het standpunt van het CvdR deelt dat de financiële middelen van het huidige MFK ontoereikend zijn om een antwoord te bieden op de huidige crises en de nieuwe politieke uitdagingen die daaruit voortvloeien (de aanvalsoorlog tegen Oekraïne, de hoge inflatie, de hoge energieprijzen, de klimaatverandering, de bedreiging van de biodiversiteit …), alsook op de nieuwe beleidsprioriteiten van de EU (zoals de strategische autonomie van de EU, het industrieel plan voor de Green Deal, Digitaal Europa, het asiel- en migratiepact …).

2.

Het CvdR benadrukt dat de Commissie zelf erkent dat het jaarlijkse investeringstekort om de doelstellingen van de Green Deal te verwezenlijken meer dan 620 miljard EUR bedraagt en onderstreept dat dit cijfer eens te meer aantoont dat het totale maximum voor vastleggingskredieten voor de hele periode 2021-2027 (ongeveer 1,03 % van het bni, exclusief NextGenerationEU) niet volstaat om de beleidsdoelstellingen van de EU te realiseren, en dat tegenover nieuwe taken altijd nieuwe middelen moeten staan.

3.

Het CvdR is ingenomen met het voorstel om het nieuwe herstelinstrument beschikbaar te stellen boven de maxima van het MFK 2021-2027, zodat onvoorziene en extra kosten in verband met leningen in het kader van NextGenerationEU als gevolg van de hoge rentevoeten en de inflatie kunnen worden gefinancierd. Het dringt er bij de Raad op aan dit voorstel te steunen zodat aan de wettelijke verplichtingen van de EU kan worden voldaan en zodat wordt voorkomen dat de huidige EU-begroting en andere belangrijke EU-programma’s nog meer onder druk komen te staan. Het CvdR onderstreept dat het MFK aanzienlijk moet worden versterkt om efficiëntiewinsten te garanderen en dat tegelijkertijd de administratieve kosten voor lokale en regionale overheden zo laag mogelijk moeten worden gehouden.

4.

Het CvdR is verheugd over het voorstel om de reserve voor solidariteit en noodhulp te verhogen. Dit zal de Europese Unie beter in staat zal stellen om te reageren op natuurrampen en andere noodsituaties. Het CvdR benadrukt het belang van deze reserve voor lokale en regionale overheden, aangezien extreme natuurverschijnselen steeds vaker voorkomen. Tevens is het CvdR ingenomen met de voorgestelde verhoging van het flexibiliteitsinstrument, dat zeer nuttig is gebleken bij het opvangen van onvoorziene gebeurtenissen en de beperkingen van het MFK tijdens de jaarlijkse begrotingsprocedure ondervangt.

5.

Het CvdR is ingenomen met de verhoging van de financiële middelen voor migratie en grensbeheer om te zorgen voor passende financiering voor het EU-beleid op het gebied van asiel, immigratie en grensbeheer. Belangrijk is dat er voldoende middelen worden uitgetrokken om specifiek de uitdagingen van lokale en regionale overheden aan te pakken en te beperken. Het Comité is ook ingenomen met de verhoging van de financiële middelen voor externe betrekkingen en met de invoering van de faciliteit voor Oekraïne (1), die moet worden gefinancierd met middelen boven de MFK-maxima, via een Oekraïnereserve. Het betreurt echter dat de financiële middelen die voor de faciliteit voor Oekraïne zijn uitgetrokken, lager liggen dan de huidige financiële steun, en dringt daarom aan op een verhoging tot 60 miljard EUR.

6.

Het CvdR betreurt dat het voorstel tot herziening van het MFK niet voorziet in meer middelen die rechtstreeks aan steden en regio’s kunnen worden toegewezen, bijv. via de missie inzake “Klimaatneutrale en slimme steden”, de missie “Aanpassing aan de klimaatverandering” en het Burgemeestersconvenant, om de uitvoering van Green Deal-projecten in het veld te bevorderen. Het benadrukt dat er nog steeds geen bepalingen zijn voor een versnelde financiering van steden en regio’s die deelnemen aan EU-initiatieven en zich politiek inzetten om de doelstellingen van de Green Deal te verwezenlijken.

7.

Het CvdR neemt kennis van de voorgestelde verhogingen in rubriek 7 ter versterking van de administratieve capaciteit van alle EU-instellingen zodat deze de nieuwe taken kunnen uitvoeren die aan hen zijn toegewezen.

8.

Het CvdR wijst op de cruciale rol van lokale en regionale overheden bij de uitvoering van EU-beleid en benadrukt dat er voldoende middelen moeten worden uitgetrokken om deze overheden in staat te stellen de unieke uitdagingen waarmee minder ontwikkelde regio’s worden geconfronteerd, aan te pakken. Het dringt aan op een algehele herziening van de financiële steun voor lokale en regionale overheden om ervoor te zorgen dat zij effectief kunnen deelnemen aan strategische initiatieven van de EU.

9.

De door de Commissie voorgestelde verhogingen van de vastleggingskredieten zijn grotendeels bedoeld om de flexibiliteit van het MFK en de EU-begroting te vergroten, zodat beter kan worden ingespeeld op onvoorziene gebeurtenissen en omstandigheden. Het CvdR is ingenomen met de “tactische” aanpak van de Commissie, maar onderstreept dat dit eerder een kortetermijnoplossing is dan een structureel antwoord op terugkerende problemen die verband houden met de structuur zelf van het MFK. Het CvdR verzoekt de Commissie dit structurele probleem aan te pakken met het oog op het MFK voor de periode na 2027.

10.

Het CvdR benadrukt dat het cohesiebeleid geen andere prioriteiten mag financieren dan die welke zijn vastgesteld in de cohesiebeleidsprogramma’s (met inbegrip van de STEP-prioriteiten), met name als er geen overeenstemming is over aanvullende middelen zoals uiteengezet in het voorstel van de Commissie voor de tussentijdse herziening van het MFK.

11.

Het CvdR merkt op dat artikel 312 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat de rechtsgrondslag vormt voor de verordening tot bepaling van het meerjarig financieel kader, niet voorziet in raadpleging van het CvdR en dus zijn prerogatieven beperkt met betrekking tot de tussentijdse herziening van het MFK, met name wat de verenigbaarheid met het subsidiariteitsbeginsel betreft. Het CvdR dringt daarom aan op de invoering van een verplichte raadpleging bij verdragswijzigingen. Niettemin erkent het CvdR dat de mededeling van de Commissie over de tussentijdse herziening ook aan het Comité is gericht. Bovendien is het CvdR van mening dat het voorstel van de Commissie een Europese meerwaarde biedt en strookt met het subsidiariteitsbeginsel, met name in het specifieke geval van de faciliteit voor Oekraïne, aangezien de schade die Oekraïne is toegebracht van dien aard is dat geen enkele lidstaat de kosten kan dragen en dat de Unie het best in staat is haar leencapaciteit aan te wenden om Oekraïne tegen gunstige voorwaarden leningen te verstrekken.

Betalingskredieten en eigen middelen

12.

Het CvdR herinnert aan artikel 311 VWEU, waarin het volgende is bepaald: “Onverminderd andere ontvangsten wordt de [EU-]begroting volledig uit eigen middelen gefinancierd.” Het CvdR dringt er bij de lidstaten op aan zo spoedig mogelijk een besluit te nemen over de voorstellen omtrent het aangepaste pakket voor de volgende generatie eigen middelen. Voldoende inkomsten uit nieuwe eigen middelen zijn van essentieel belang om de goede werking van de Europese Unie en de terugbetaling van de in het kader van NGEU aangegane schuld te waarborgen zonder andere Europese programma's in het gedrangte brengen. Het CvdR benadrukt dat de overeengekomen routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen voor de EU-begroting onverwijld moet wordt uitgevoerd.

STEP

13.

Het CvdR wijst erop dat lokale en regionale overheden niet overal in de EU dezelfde institutionele bevoegdheden hebben en dat beslissingen moeten worden genomen op het bestuursniveau waar dat het doeltreffendst is. Het CvdR is van mening dat de voorstellen het risico van verdere centralisatie op nationaal niveau met zich meebrengen en in strijd zouden kunnen zijn met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. Het moedigt de Commissie aan nauw overleg te plegen met de lokale en regionale overheden bij het ontwerpen en uitvoeren van beleid dat van invloed is op deze regio’s.

14.

Het CvdR betreurt ten zeerste dat de Commissie geen territoriale-effectbeoordeling van het STEP-voorstel heeft uitgevoerd. Het wijst op een door het CvdR uitgevoerde territoriale-effectbeoordeling waaruit een mogelijke concentratie van middelen uit de door STEP versterkte programma’s in bepaalde regio’s en lidstaten, alsmede een mogelijke concentratie van de ondersteunde kritieke technologieën in diezelfde gebieden blijkt. Het merkt ook op dat in de “analyse van de investeringsbehoeften”, die als referentiedocument wordt gebruikt om de oprichting van het STEP-platform te rechtvaardigen en die in maart 2023 is gepubliceerd, op geen enkele manier wordt ingegaan op de territoriale dimensie van de investeringsbehoeften, noch wordt getracht om de impact ervan op het gebied van economische, sociale en territoriale cohesie te beoordelen. Het CvdR betwijfelt daarom sterk of het STEP-voorstel in overeenstemming is met het “doe geen afbreuk aan de cohesie”-beginsel. Het roept de lidstaten en het Europees Parlement op om tijdens hun onderhandelingen rekening te houden met de resultaten van deze territoriale-effectbeoordeling van het CvdR.

15.

Het CvdR betreurt ten zeerste dat binnen STEP geen specifieke procedure is voorzien om de lokale en regionale overheden concreet te betrekken bij de selectie van projecten waaraan het “soevereiniteitszegel” wordt toegekend. Het dringt aan op een specifieke procedure die deze betrokkenheid waarborgt. Het Comité vreest dat de voorgestelde procedures voor de selectie van projecten met het soevereiniteitszegel tot een verdere centralisatie van bevoegdheden en tot meer concurrentie tussen EU-regio’s zullen leiden, in plaats van de cohesie in de EU als geheel te versterken.

16.

Sinds het begin van de huidige programmeringsperiode zijn de lidstaten herhaaldelijk (2) verzocht om hun operationele programma’s aan te passen aan beleidsprioriteiten die oorspronkelijk niet waren voorzien. Dit kan het beleid afleiden van zijn langetermijndoelstellingen en brengt een zware administratieve last met zich mee voor de beheersautoriteiten. Het CvdR vreest ten zeerste dat deze herprogrammering er in het geval van STEP in veel gevallen toe zal leiden dat regionale en lokale overheden langetermijninvesteringsprojecten die zorgvuldig zijn gepland en volgens het partnerschapsbeginsel zijn opgezet, terzijde schuiven ten gunste van nieuwe investeringsprojecten die in het kader van centraal beheerde EU-programma’s zijn geselecteerd. Het Comité veroordeelt deze ontwikkeling met klem omdat het een duidelijke schending is van het beginsel van multilevel governance, dat de kern vormt van het cohesiebeleid. Het CvdR herhaalt zijn eerdere standpunt dat de instrumenten van het cohesiebeleid niet mogen gebruikt worden als een geldbron om in dringende en onvoorziene behoeften te voorzien.

17.

Het CvdR benadrukt dat de veranderingen voor alle regio’s uitdagingen met zich meebrengen, maar betwijfelt ten zeerste of het openstellen van de cohesiebeleidsinstrumenten voor grote ondernemingen in meer ontwikkelde regio’s van lidstaten met een bbp per hoofd van de bevolking dat onder het Europese gemiddelde ligt, de cohesie zal versterken. Dit voorstel staat in schril contrast met de bevindingen van het 8e cohesieverslag en het groeiende bewijs voor een “ontwikkelingsval” in sommige EU-regio’s en de verbreding van de onderzoeks- en innovatiekloof tussen de regio’s van de EU die daarin worden benadrukt. Het CvdR stelt daarom voor om deze bepalingen in artikel 10, lid 4, te schrappen.

18.

Het CvdR is ingenomen met het voornemen van de Commissie om het concurrentievermogen van de Europese economie op de wereldmarkt te versterken door investeringen in de ontwikkeling, productie en waardeketens van kritieke technologieën te bevorderen en versterken. Niet alle voorgestelde maatregelen zijn echter geschikt om de huidige concurrentienadelen van sommige regio’s, met name de minst ontwikkelde regio’s, te compenseren. Het Comité is zeer verbaasd dat de Commissie geen uitgebreide ex-anteanalyse heeft verstrekt van het gecombineerde effect van de recente versoepeling van de staatssteunregels en het STEP-voorstel op het aspect van gelijke concurrentievoorwaarden op de interne markt.

19.

Het CvdR heeft in dit verband begrip voor de wens om investeringen aan te moedigen, maar benadrukt dat een verhoging van de medefinancieringspercentages voor de STEP-prioriteiten tot 100 % vooral de meest ontwikkelde regio’s ten goede zal komen en de algehele impact van het cohesiebeleid zal verkleinen.

20.

Het CvdR wijst erop dat een verhoging van de medefinanciering tot 100 % voor STEP-prioriteiten onbedoeld de meest ontwikkelde regio’s zou kunnen bevoordelen, waardoor de algehele impact van het cohesiebeleid kan afnemen. Het dringt aan op een gedifferentieerde aanpak die ervoor zorgt dat de medefinancieringspercentages worden afgestemd op de specifieke behoeften en ontwikkelingsniveaus van de verschillende regio’s, waardoor de doeltreffendheid van het cohesiebeleid bij de ondersteuning van minder ontwikkelde gebieden wordt vergroot.

Extra flexibiliteit bij de uitvoering van de cohesiebeleidsprogramma’s voor de periode 2014-2020

21.

Het CvdR is zeer ingenomen met de voorgestelde verlenging met twaalf maanden van de termijn voor het indienen van de afsluitingsdocumenten voor de programmeringsperiode 2014-2020 voor zowel de GB-verordening als het FEAD, hetgeen de tijd biedt om de periode 2014-2020 af te sluiten, terwijl tegelijkertijd de uitvoering van de programmeringsperiode 2021-2027 wordt versneld. Het dringt er bij de medewetgevers op aan zo spoedig mogelijk overeenstemming te bereiken over deze wijzigingen om de beheersautoriteiten planningszekerheid te bieden, en pleit er in dit verband voor dat de voorgestelde flexibiliteit wordt goedgekeurd door middel van een op zichzelf staande ad-hocprocedure die losstaat van de STEP-verordening. Deze verlenging zal de regionale en lokale overheden ook meer tijd geven om de middelen te gebruiken voor het koolstofvrij maken en diversifiëren van de economie met het oog op de EU-doelstelling van klimaatneutraliteit.

22.

Het CvdR stelt ook voor dat de Europese Commissie nadenkt over de invoering van participatieve budgettering in het volgende cohesiebeleid: 1 % van de budgetten van de regionale programma’s zou kunnen worden gereserveerd voor participatieve budgettering om de betrokkenheid van de burgers te vergroten en het EU-beleid voor de burgers zichtbaarder te maken.

Brussel, 10 oktober 2023.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Vasco ALVES CORDEIRO


(1)  Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de faciliteit voor Oekraïne — COM(2023) 338 final, Brussel, 20.6.2023.

(2)  REPower EU, FAST-CARE en de verordening ter ondersteuning van de productie van munitie.


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2023/1331/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)


Top