Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022XC1004(01)

    Mededeling van de Commissie Intrekking van het tijdelijk raamwerk voor de beoordeling van mededingingskwesties met betrekking tot samenwerking tussen bedrijven in respons op noodsituaties voortvloeiend uit de huidige COVID-19-uitbraak 2022/C 381/03

    C/2022/6926

    PB C 381 van 4.10.2022, p. 3–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    4.10.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 381/3


    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

    Intrekking van het tijdelijk raamwerk voor de beoordeling van mededingingskwesties met betrekking tot samenwerking tussen bedrijven in respons op noodsituaties voortvloeiend uit de huidige COVID-19-uitbraak

    (2022/C 381/03)

    (1)   

    Op 8 april 2020 heeft de Europese Commissie (“Commissie”) een mededeling aangenomen over een tijdelijk raamwerk (1) met de belangrijkste criteria die de Commissie zou hanteren bij de beoordeling van samenwerkingsprojecten die gericht waren op het aanpakken van een tekort aan essentiële producten en diensten tijdens de COVID-19-uitbraak. Deze mededeling had betrekking op mogelijke vormen van samenwerking tussen ondernemingen om de bevoorrading met en de afdoende distributie van schaarse onmisbare producten en diensten te waarborgen. Het tijdelijk raamwerk voorzag ook in de mogelijkheid voor de Commissie om ondernemingen schriftelijk uitsluitsel te geven (via aan de hoc afgegeven “comfort letters”) met betrekking tot specifieke en goed afgebakende samenwerkingsprojecten die binnen het toepassingsgebied van het tijdelijk raamwerk vallen, om hen te helpen bij initiatieven die snel moeten worden uitgerold om effectief de strijd met de COVID-19-uitbraak aan te binden.

    (2)   

    Het tijdelijk raamwerk bevatte geen specifieke einddatum voor de toepassing ervan, maar vermeldde dat het van toepassing zou blijven totdat de Commissie het intrekt, zodra zij van oordeel is dat de onderliggende uitzonderlijke omstandigheden niet langer spelen (2).

    (3)   

    Tweeënhalf jaar na de COVID-19-uitbraak neemt de Commissie nota van de algemene verbetering van de gezondheidscrisis in Europa, met de versoepeling van de bijbehorende beperkende maatregelen en de relatief hoge vaccinatiegraad. De bevoorrading met essentiële producten en diensten voor de preventie en behandeling van COVID-19 blijkt niet langer problematisch.

    (4)   

    Daarnaast heeft de Commissie op 3 oktober 2022 een herziene mededeling over informeel advies (“mededeling”) (3) aangenomen, die haar in staat stelt informeel advies te verstrekken over nieuwe of onopgeloste vragen betreffende de toepassing van de artikelen 101 of 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie die in individuele gevallen rijzen. De herziene mededeling creëert meer ruimte voor ondernemingen om advies te verkrijgen over de toepassing van de mededingingsregels. Ondernemingen kunnen op grond van de herziene mededeling om advies verzoeken, ook in de context van een plotselinge en onverwachte verslechtering van de gezondheidssituatie en daarmee verband houdende verstoringen van de bevoorrading met essentiële producten en diensten. De Commissie kan dit advies verstrekken onder de in de herziene mededeling uiteengezette voorwaarden.

    (5)   

    Gezien het bovenstaande acht de Commissie het passend het tijdelijke raamwerk in te trekken, aangezien de uitzonderlijke omstandigheden met betrekking tot de vaststelling ervan niet langer aanwezig zijn.

    (6)   

    Wat de geldigheid betreft van de afzonderlijke comfort letters die op grond van het tijdelijk raamwerk zijn afgegeven, deze is afhankelijk van de specifieke voorwaarden en de duur die in elke comfort letter zijn vastgesteld.


    (1)  Tijdelijk raamwerk voor de beoordeling van mededingingskwesties met betrekking tot samenwerking tussen bedrijven in respons op noodsituaties voortvloeiend uit de huidige COVID-19-uitbraak (PB C 116 I van 8.4.2020, blz. 7).

    (2)  Zie punt 21.

    (3)  Commission Notice on informal guidance relating to novel or unresolved questions concerning Articles 101 and 102 of the Treaty on the Functioning of the European Union that arise in individual cases (guidance letters).


    Top