Samenvatting
|
Effectbeoordeling van de richtlijn inzake een duurzaam gebruik van pesticiden
|
A. Behoefte aan actie
|
Wat is het probleem en waarom is het een probleem op EU-niveau?
|
Chemische pesticiden dragen bij aan achteruitgang van de biodiversiteit. De Europese Green Deal streeft naar vermindering van zowel het gebruik van chemische pesticiden als het risico dat zij vormen. In de “van boer tot bord”-strategie worden EU-doelen vastgesteld om het gebruik en risico van pesticiden tegen 2030 met 50 % te verminderen. Deze ambities vinden we niet in de huidige richtlijn inzake een duurzaam gebruik van pesticiden. Die richtlijn is achterhaald door de technologische vooruitgang en leidt niet tot daadwerkelijk duurzaam gebruik van pesticiden. Ook wordt zij niet overal op dezelfde manier uitgevoerd en is die uitvoering bovendien onvolledig. De lidstaten zouden meer kunnen doen om alternatieve, niet-chemische methoden voor de bestrijding van plaagorganismen te bevorderen. Veel lidstaten hebben geen nationale doelstellingen voor het terugdringen van het gebruik en risico van pesticiden.
|
Wat is het streefdoel?
|
Het voorstel van de Commissie heeft specifiek tot doel om de biodiversiteit, het milieu en de gezondheid te beschermen door de vermindering van het gebruik van chemische pesticiden — en het risico van dat deze pesticiden vormen — in de hele EU. Om dat doel te bereiken, moeten de lidstaten de ambitie van de doelstellingen uit de “van boer tot bord-strategie” delen. Het voorstel van de Commissie is bedoeld om het verzamelen van gegevens over pesticidengebruik te verbeteren en om alternatieven voor chemische pesticiden te ondersteunen.
|
Wat is de meerwaarde van EU-maatregelen (subsidiariteit)?
|
De effecten van pesticiden op biodiversiteit, waterkwaliteit en andere milieuparameters zijn grensoverschrijdend. Daarom is gecoördineerd optreden van de EU nodig, om nationale en lokale maatregelen aan te vullen en te versterken. Dat optreden zal er ook toe bijdragen dat de desbetreffende duurzameontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties worden verwezenlijkt.
|
B. Oplossingen
|
Welke opties dienen zich aan? Is er al dan niet een voorkeursoptie? Zo niet, waarom?
|
Optie 1: De doelstellingen van de EU om het gebruik van pesticiden met 50 % te verminderen — en ook om het risico dat pesticiden vormen met 50 % te verminderen — blijven juridisch niet bindend. Adviessystemen en richtsnoeren voor pesticidengebruikers worden verbeterd. Precisielandbouwtechnieken om het gebruik en risico van chemische pesticiden te verminderen, worden gestimuleerd.
Optie 2: De reductiedoelstellingen van 50 % worden juridisch bindend op EU-niveau. De lidstaten bepalen hun eigen nationale reductiedoelstellingen aan de hand van vastgestelde criteria. Deze nationale doelstellingen worden vervolgens juridisch bindend en afdwingbaar. Het gebruik van gevaarlijkere pesticiden wordt verboden in gevoelige gebieden. Professionele gebruikers van pesticiden worden verplicht om elektronische gegevens bij te houden over het gebruik van pesticiden en geïntegreerde gewasbescherming. Nationale instanties analyseren deze gegevens om de vooruitgang te monitoren. Onafhankelijke adviesdiensten adviseren gebruikers van pesticiden over alternatieve technieken en geïntegreerde gewasbescherming.
Optie 3 is vergelijkbaar met optie 2. Bij optie 3 worden de reductiedoelstellingen van 50 % echter zowel op EU-niveau als op nationaal niveau juridisch bindend. Het gebruik van alle chemische pesticiden wordt verboden in gevoelige gebieden.
Optie 3 is de voorkeursoptie, behalve voor de doelstellingen, waarvoor optie 2 de voorkeur heeft. In dat geval zou met de voorkeursoptie de doelstelling van 50 % reductie op EU-niveau juridisch bindend worden, terwijl de lidstaten hun eigen nationale reductiedoelstellingen bepalen. De opties zijn beoordeeld op basis van een plausibel uitgangsscenario waarin de richtlijn niet wordt gewijzigd.
|
Hoe reageren de verschillende belanghebbenden? Wie steunt welke optie?
|
De standpunten van de belanghebbenden lopen uiteen. Veel burgers, milieuorganisaties en de waterbranche vragen om krachtige maatregelen en juridisch bindende doelstellingen om het gebruik en het risico van pesticiden terug te dringen. Sommige pesticidengebruikers en partijen uit de pesticidenbranche vinden het daarentegen niet nodig om het gebruik van pesticiden te verminderen. Gebruikers van pesticiden maken zich zorgen over een gebrek aan doeltreffende alternatieven voor chemische pesticiden.
|
C. Gevolgen van de voorkeursoptie
|
Wat zijn de voordelen van de voorkeursoptie (indien er een voorkeur is, anders van de belangrijkste opties)?
|
Met de voorkeursoptie worden de risico’s van het gebruik van pesticiden voor de menselijke gezondheid en het milieu verkleind. Gebruikers van pesticiden worden beter geïnformeerd over doeltreffende alternatieven voor chemische pesticiden. Ook beschikken nationale instanties over betere instrumenten om het gebruik van pesticiden en de uitvoering van geïntegreerde gewasbescherming te monitoren.
|
Wat zijn de kosten van de voorkeursoptie (indien er een voorkeur is, anders van de belangrijkste opties)?
|
Professionele gebruikers van pesticiden zullen worden geconfronteerd met extra kosten voor het bijhouden van gegevens en voor de inschakeling van adviesdiensten. Een verbod op het gebruik van chemische pesticiden in gevoelige gebieden kan tot lagere gewasopbrengsten in die gebieden leiden. De pesticidenbranche ziet de vraag naar zijn producten mogelijk teruglopen. Hogere productiekosten kunnen ook een stijging van de voedselprijzen voor consumenten in de EU tot gevolg hebben. De afhankelijkheid van de EU van de invoer van bijvoorbeeld graan kan toenemen. Door toekomstige aanpassingen, steunregelingen en mitigerende maatregelen zullen deze kosten naar verwachting na verloop van tijd dalen.
|
Wat zijn de gevolgen voor kleine en middelgrote ondernemingen en voor het concurrentievermogen?
|
De winstgevendheid in de productieketen zal op verschillende manieren te lijden hebben. Dit heeft gevolgen voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) zoals landbouwbedrijven en andere exploitanten van levensmiddelenbedrijven. Ook zullen er gevolgen merkbaar zijn voor de ondersteunende bedrijven waarmee deze kmo’s samenwerken, zoals leveranciers van pesticiden en uitrusting, toeleveranciers in de landbouw, loonwerkers en adviseurs. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU biedt de lidstaten mogelijkheden om een aantal nadelige gevolgen te verzachten. Daarnaast zal een meer samenhangende toepassing van de EU-wetgeving de concurrentieverschillen tussen kmo’s die op dit moment in verschillende lidstaten opereren, verkleinen.
|
Zijn er significante gevolgen voor de nationale begrotingen en overheden?
|
De nationale instanties zullen worden geconfronteerd met administratieve- en toezichtskosten voor het verzamelen van gegevens en officiële controles.
|
Zijn er andere significante gevolgen?
|
De handhaving van strengere EU-normen voor het gebruik van pesticiden heeft waarschijnlijk gevolgen voor de wereldwijde handelsstromen van landbouwproducten.
|
Evenredigheid
|
De voorgenomen maatregelen zijn evenredig met de algemene doelstelling om de ongelijke en onvolledige uitvoering van de huidige richtlijn aan te pakken, om: i) de gezondheid, de biodiversiteit en het milieu beter te beschermen; en ii) het gebruik en risico van chemische pesticiden terug te dringen.
|
D. Evaluatie
|
Wanneer wordt dit beleid geëvalueerd?
|
Jaarlijks evalueert de Commissie de vooruitgang die de EU en de lidstaten hebben geboekt met betrekking tot de verwezenlijking van de reductiedoelstellingen voor het gebruik en risico van pesticiden. De rechtshandeling zal te zijner tijd worden herzien op basis van de vooruitgang op het gebied van wetenschappelijke gegevens en nieuwe technologieën om het gebruik en risico van pesticiden te verminderen.
|