Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022IP0244

    Resolutie van het Europees Parlement van 9 juni 2022 over de oproep tot een conventie voor een herziening van de Verdragen (2022/2705(RSP))

    PB C 493 van 27.12.2022, p. 109–109 (GA)
    PB C 493 van 27.12.2022, p. 130–131 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    27.12.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 493/130


    P9_TA(2022)0244

    Oproep tot een conventie voor een herziening van de Verdragen

    Resolutie van het Europees Parlement van 9 juni 2022 over de oproep tot een conventie voor een herziening van de Verdragen (2022/2705(RSP))

    (2022/C 493/13)

    Het Europees Parlement,

    gezien artikel 48 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU),

    gezien het verslag van 9 mei 2022 over het eindresultaat van de Conferentie over de toekomst van Europa,

    gezien zijn resolutie van 4 mei 2022 over de follow-up van de conclusies van de Conferentie over de toekomst van Europa (1),

    gezien zijn resolutie van 16 februari 2017 over mogelijke ontwikkelingen en aanpassingen van het huidige institutionele bestel van de Europese Unie (2) en van 13 februari 2019 over de stand van het debat over de toekomst van Europa (3),

    gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat de huidige versie van de Verdragen op 1 december 2009 in werking is getreden en dat de Europese Unie sindsdien geconfronteerd is met verschillende crises en ongekende uitdagingen;

    B.

    overwegende dat de Conferentie over de toekomst van Europa op 9 mei 2022 haar werkzaamheden heeft afgerond en haar conclusies heeft gepresenteerd, die 49 voorstellen en 326 maatregelen omvatten;

    C.

    overwegende dat er naast de indiening van wetgevingsvoorstellen ook een proces van institutionele hervormingen moet worden gestart om uitvoering te geven aan de aanbevelingen en tegemoet te komen aan de verwachtingen naar aanleiding van dit proces van burgerparticipatie;

    D.

    overwegende dat nieuw beleid en, in sommige gevallen, verdragswijzigingen nodig zijn, niet als doel op zich, maar in het belang van alle EU-burgers, aangezien die wijzigingen erop gericht zijn de EU zodanig te hervormen dat haar vermogen om op te treden, alsook haar legitimiteit en verantwoordingsplicht worden versterkt;

    1.

    is ingenomen met de conclusies van de Conferentie over de toekomst van Europa van 9 mei 2022;

    2.

    wijst erop dat het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zich er overeenkomstig de oprichtingstekst van de conferentie toe hebben verbonden effectief gevolg te geven aan de conclusies van de conferentie, binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden en in overeenstemming met de Verdragen;

    3.

    merkt op dat verschillende voorstellen van de conferentie verdragswijzigingen vereisen en dat de Commissie constitutionele zaken van het Parlement dienovereenkomstig voorstellen tot wijziging van de Verdragen moet opstellen;

    4.

    wijst erop, met name naar aanleiding van de meest recente crises, dat de Verdragen dringend moeten worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat de Unie de bevoegdheid heeft om tijdens toekomstige crises doeltreffender op te treden;

    5.

    legt de Raad daarom in het kader van de gewone herzieningsprocedure van artikel 48 VEU de onderstaande voorstellen tot wijziging van de Verdragen voor, onder meer om:

    het vermogen van de Unie om op te treden te vergroten door de stemprocedures te hervormen, met inbegrip van het toestaan van besluiten in de Raad met gekwalificeerde meerderheid in plaats van unanimiteit op bepaalde gebieden, zoals de vaststelling van sancties en zogeheten overbruggingsclausules, alsook in noodgevallen;

    de in de Verdragen aan de Unie toegedeelde bevoegdheden aan te passen, met name op het gebied van gezondheid en grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen, bij de voltooiing van de energie-unie op basis van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie die is ontworpen in overeenstemming met de internationale overeenkomsten om de klimaatverandering te beperken, op defensiegebied en op het gebied van sociaal en economisch beleid; ervoor te zorgen dat de Europese pijler van sociale rechten volledig wordt uitgevoerd en sociale vooruitgang op te nemen in artikel 9 VWEU door middel van een protocol inzake sociale vooruitgang bij de Verdragen; de versterking van het concurrentievermogen en de veerkracht van de economie van de EU te ondersteunen, met bijzondere aandacht voor kleine en middelgrote ondernemingen en toetsing van het concurrentievermogen, en toekomstgerichte investeringen met het oog op de rechtvaardige, groene en digitale transitie te bevorderen;

    het Parlement volledig medebeslissingsrecht te verlenen met betrekking tot de EU-begroting en het recht om wetgeving te initiëren, te wijzigen of in te trekken;

    de procedure voor de bescherming van de waarden waarop de EU is gegrondvest te versterken en de vaststelling en de gevolgen van schendingen van de fundamentele waarden (artikel 7 VEU en Handvest van de grondrechten van de Europese Unie) te verduidelijken;

    6.

    stelt meer in het bijzonder voor de onderstaande verdragsartikelen als volgt te wijzigen:

    Artikel 29 VEU

    “De Raad stelt besluiten vast waarin de aanpak van de Unie wordt bepaald ten aanzien van een bepaalde aangelegenheid van geografische of thematische aard. Wanneer een besluit voorziet in onderbreking of gehele of gedeeltelijke beperking van de economische en financiële betrekkingen met een of meer derde landen, besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen. De lidstaten dragen er zorg voor dat hun nationaal beleid met de standpunten van de Unie overeenstemt.”

    Artikel 48, lid 7, vierde alinea, VEU

    “Voor de vaststelling van deze besluiten, besluit de Europese Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen in de zin van artikel 238, lid 3, punt b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie , na goedkeuring door het Europees Parlement, dat zich uitspreekt bij meerderheid van zijn leden.”

    7.

    verzoekt de Raad deze voorstellen rechtstreeks ter behandeling aan de Europese Raad voor te leggen, met het oog op het bijeenroepen van een conventie die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de nationale parlementen, van de staatshoofden of regeringsleiders van de lidstaten, van het Europees Parlement en van de Commissie;

    8.

    is van mening dat vertegenwoordigers van de sociale partners van de EU, van het Europees Economisch en Sociaal Comité, van het Europees Comité van de Regio’s, van het maatschappelijk middenveld van de EU en van de kandidaat-lidstaten als waarnemers bij de conventie moeten worden uitgenodigd;

    9.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en de parlementen van de lidstaten.

    (1)  Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0141.

    (2)  PB C 252 van 18.7.2018, blz. 201.

    (3)  PB C 449 van 23.12.2020, blz. 90.


    Top