Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022IP0243

    Resolutie van het Europees Parlement van 9 juni 2022 over wereldwijde bedreigingen van abortusrechten: het mogelijk terugdraaien van het recht op abortus in de VS door het Hooggerechtshof (2022/2665(RSP))

    PB C 493 van 27.12.2022, p. 120–129 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
    PB C 493 van 27.12.2022, p. 108–108 (GA)

    27.12.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 493/120


    P9_TA(2022)0243

    Wereldwijde bedreigingen van abortusrechten: het mogelijk terugdraaien van het recht op abortus in de VS door het Hooggerechtshof

    Resolutie van het Europees Parlement van 9 juni 2022 over wereldwijde bedreigingen van abortusrechten: het mogelijk terugdraaien van het recht op abortus in de VS door het Hooggerechtshof (2022/2665(RSP))

    (2022/C 493/12)

    Het Europees Parlement,

    gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966,

    gezien het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten van 1966,

    gezien het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen van 1979,

    gezien het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie van 1965,

    gezien het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind van 1989,

    gezien het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing van 1984,

    gezien het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap van 2006,

    gezien de in 2015 overeengekomen VN-doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling (SDG’s), en met name de doelstellingen 1, 3 en 5 inzake respectievelijk het uitbannen van armoede, goede gezondheid en welzijn, en gendergelijkheid,

    gezien het actieprogramma van Peking van 1995 en de resultaten van de toetsingsconferenties daarvan,

    gezien de Internationale Conferentie over Bevolking en Ontwikkeling (ICPD) van 1994 in Caïro en het bijbehorende actieprogramma, alsook de resultaten van de toetsingsconferenties daarover,

    gezien de top van Nairobi van 2019 over ICPD+25 — Accelerating the Promise, en de toezeggingen van de belanghebbenden met betrekking tot seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR),

    gezien de informatiereeks over seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van het Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten (OHCHR) van 2020,

    gezien het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens van 1950,

    gezien de richtsnoeren van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van 2015 getiteld “Safe abortion: technical and policy guidance for health systems”,

    gezien de leidraad van de WHO van 8 maart 2022, getiteld “Abortion care guideline”,

    gezien de verklaring van het OHCHR van 14 september 2021 getiteld “UN experts denounce further attacks against right to safe abortion and Supreme Court complicity”,

    gezien het verslag van het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties (UNFPA) over de toestand van de wereldbevolking van maart 2022, getiteld “Seeing the Unseen: The case for action in the neglected crisis of unintended pregnancy”,

    gezien het rapport van het Pew Research Center van 6 mei 2022 getiteld “America’s Abortion Quandary”,

    gezien de grondwet van de Verenigde Staten van Amerika,

    gezien het arrest Roe v. Wade, 410 U.S. 113 (1973),

    gezien het eerste ontwerp van meerderheidsstandpunt nr. 19-1392 van het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten (1), opgesteld door rechter Samuel Alito in de zaak Thomas E. Dobbs, Staatsgezondheidsfunctionaris van het Mississippi Department of Health, et al. v. Jackson Women’s Health Organization, et al., gedateerd februari 2022 en uitgelekt naar de pers in mei 2022,

    gezien wet 8 van de Senaat van Texas (Senate Bill 8 — SB 8) en de daarmee verband houdende wet 1515 van het Huis van Afgevaardigden van Texas (House Bill 1515 — HB 1515), getiteld “Relating to abortion, including abortions after detection of an unborn child’s heartbeat authorizing a private civil right of action” van september 2021,

    gezien het Verdrag van de Raad van Europa van 2014 inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld,

    gezien artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

    gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie van 2009 (het “Handvest”),

    gezien zijn resolutie van 7 oktober 2021 over de abortuswet in Texas, VS (2),

    gezien zijn resolutie van 24 juni 2021 over de situatie op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten in de EU, in verband met de gezondheid van vrouwen (3),

    gezien zijn resolutie van 11 november 2021 over het feit dat in Polen een jaar geleden de facto een abortusverbod werd ingevoerd (4),

    gezien zijn resolutie van 13 februari 2019 over verslechteringen op het gebied van de rechten van de vrouw en gendergelijkheid in de EU (5),

    gezien het EU-actieplan voor gendergelijkheid en empowerment van vrouwen in het externe optreden 2021-2025 (GAP III),

    gezien zijn resolutie van 11 februari 2021 over de uitdagingen met betrekking tot vrouwenrechten in Europa: meer dan 25 jaar na de verklaring en het actieprogramma van Peking (6),

    gezien zijn resolutie van 5 mei 2022 over de gevolgen van de oorlog tegen Oekraïne voor vrouwen (7),

    gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat abortus volgens de WHO een essentieel onderdeel is van alomvattende gezondheidszorg en dat ongeveer 45 % van alle abortussen onveilig is, waarvan 97 % in ontwikkelingslanden plaatsvindt (8); overwegende dat volgens het UNFPA (9) elk jaar naar schatting 121 miljoen onbedoelde zwangerschappen ontstaan, waarvan meer dan 60 % eindigt in abortus; overwegende dat tegenstanders van SRGR en de autonomie van vrouwen de afgelopen jaren een aanzienlijke invloed hebben gehad op de nationale wetgeving en het nationale beleid, en dat op mondiaal niveau, ook in verscheidene lidstaten, retrogressieve initiatieven zijn genomen; overwegende dat de opkomst van extreemrechts ook bijdraagt tot deze terugdraaiing van het recht van vrouwen op abortus, een fenomeen dat zich over de hele wereld manifesteert;

    B.

    overwegende dat het Comité voor de uitbanning van discriminatie van vrouwen heeft vastgesteld dat het strafbaar stellen van abortus geen afschrikkende werking heeft; overwegende dat, zoals de VN-werkgroep inzake discriminatie van vrouwen en meisjes opmerkt, wanneer abortus gecriminaliseerd is en onderworpen aan wettelijke beperkingen, een veilige afbreking van de zwangerschap niet voor alle vrouwen mogelijk is vanwege hun sociaal-economische situatie, en aldus een voorrecht wordt van sociaal-economisch bevoorrechte vrouwen, terwijl vrouwen met beperkte middelen gedwongen zijn hun toevlucht te nemen tot onveilige en clandestiene abortussen, waarbij zij hun leven en gezondheid op het spel zetten; overwegende dat volgens de WHO het percentage onveilige abortussen aanzienlijk hoger ligt in landen met een zeer restrictieve abortuswetgeving dan in landen met een minder restrictieve wetgeving (10);

    C.

    overwegende dat onveilige abortus de voornaamste maar een te voorkomen oorzaak is van moedersterfte en maternale morbiditeit; overwegende dat het gebrek aan toegang tot veilige en legale abortuszorg een kritiek probleem is voor de volksgezondheid en de mensenrechten; overwegende dat het verbieden van abortus, waardoor vrouwen gedwongen worden onveilige en clandestiene abortussen te laten uitvoeren, leidt tot een hogere moedersterfte en maternale morbiditeit;

    D.

    overwegende dat het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten een precedent heeft geschapen in de baanbrekende zaak Roe v. Wade (1973), later bevestigd in Planned Parenthood v. Casey (1992) en Whole Woman’s Health v. Hellerstedt (2016), waarin het grondwettelijke recht op legale abortus vóór de levensvatbaarheid van de foetus in de VS wordt gewaarborgd; overwegende dat onlangs een eerste ontwerp van een meerderheidsstandpunt van het Hooggerechtshof is uitgelekt, opgesteld door rechter Samuel Alito in de zaak Thomas E. Dobbs, Staatsgezondheidsfunctionaris van het Mississippi Department of Health v. Jackson Women’s Health Organization, waarmee Roe v. Wade ongedaan zou worden gemaakt en de grondwettelijke rechten in de VS zouden worden teruggedraaid; overwegende dat het Hooggerechtshof naar verwachting vóór eind juni 2022 een definitieve uitspraak zal doen; overwegende dat het uitgelekte ontwerpadvies de meest nadelige uitkomst voor abortusrechten vertegenwoordigt in termen van wat het Hooggerechtshof zou kunnen beslissen, door staten toe te staan abortus op elk punt van de zwangerschap te verbieden en de mogelijkheid te openen van een volledig verbod op abortus, dat op zijn beurt de bescherming zou wegnemen die door de bestaande rechten voor vrouwen en meisjes in de VS wordt geboden;

    E.

    overwegende dat het leven van vrouwen en meisjes in de gehele VS zou worden beïnvloed door een beslissing van het Hooggerechtshof waarmee Roe v. Wade ongedaan zou kunnen worden gemaakt, en dat de schadelijke gevolgen het meest acuut zouden worden ervaren door personen in kwetsbare situaties; overwegende dat ook andere SRGR negatief beïnvloed zouden kunnen worden indien Roe v. Wade zou worden tenietgedaan; overwegende dat beperkingen of een verbod op het recht op abortus in de VS onevenredig grote gevolgen zouden hebben voor vrouwen in armoede, met name vrouwen van een bepaald ras, onder wie zwarte vrouwen, Latijns-Amerikaanse vrouwen en inheemse vrouwen, alsmede vrouwen uit plattelandsgebieden, LHBTIQ-personen, vrouwen met een handicap, adolescenten, migrantenvrouwen, onder wie irreguliere migranten, en eenoudergezinnen met een vrouw aan het hoofd; overwegende dat met openbare abortusdiensten ervoor kan worden gezorgd dat alle vrouwen, ook die in een kwetsbare sociaal-economische situatie, universele toegang hebben tot veilige en legale abortus;

    F.

    overwegende dat het uitgelekte ontwerpadvies van het Hof volgt op de recente niet-aflatende inspanningen op deelstaatniveau om de abortusrechten in de VS in te perken en op te schorten, en overwegende dat sinds 2011 bijna 500 wetten zijn aangenomen door de staten van de VS om de toegang tot abortus te beperken; overwegende dat beperking van de toegang tot abortus mensen, met name diegenen die niet over middelen of informatie beschikken, ertoe zal dwingen lange afstanden af te leggen, zwangerschappen tegen hun wil uit te dragen of hun toevlucht te nemen tot onveilige, eigenhandig thuis uitgevoerde abortussen, waardoor zij ook kwetsbaar zullen worden voor strafrechtelijk onderzoek en vervolging;

    G.

    overwegende dat Texas onlangs de zogenaamde Senate Bill 8 (SB 8) heeft aangenomen, die abortus verbiedt na het begin van de hartslag van de foetus, d.w.z. na ongeveer zes weken zwangerschap, en die niet verziet in uitzonderingen voor verkrachting, incest of foetale gezondheidstoestanden die onverenigbaar zijn met een duurzaam leven na de geboorte; overwegende dat het Hooggerechtshof van de VS de wet in werking heeft laten treden en dat Texas zich aan een rechterlijke toetsing van de grondwettigheid ervan heeft kunnen onttrekken door overheidsambtenaren vrij te stellen van de handhaving van de wet en een juridisch pad te creëren waarlangs burgers tegen betaling van een beloning van 10 000 USD eenieder kunnen aanklagen die abortuszorg verleent of iemand helpt bij het verkrijgen van een abortus in strijd met het verbod, aangezien de wet zonder één enkele entiteit die verantwoordelijk is voor de handhaving ervan, moeilijker aan te vechten is; overwegende dat de bepaling op grond waarvan burgers eenieder die abortusdiensten verleent, kunnen vervolgen, de sluizen openzet voor pesterijen;

    H.

    overwegende dat ten minste twaalf staten wetten hebben uitgevaardigd of vastgesteld die een kopie zijn van de SB 8 van Texas of hebben aangekondigd dit te zullen doen; overwegende dat de wetgevende lichamen van Idaho en Oklahoma onlangs wetten hebben aangenomen die abortus verbieden met wetsvoorstellen naar het voorbeeld van SB 8, in het geval van Oklahoma ook vanaf het moment van de bevruchting;

    I.

    overwegende dat indien het Hooggerechtshof zou besluiten Roe v. Wade ongedaan te maken, de beslissing over de wettigheid van abortussen weer bij de staten zou komen te liggen; overwegende dat 13 staten reeds zogenaamde “trigger laws” hebben uitgevaardigd die abortus buiten de wet stellen, en die bedoeld zijn om de toegang tot abortus onmiddellijk te verbieden of te beperken als Roe v. Wade wordt teruggedraaid; overwegende dat met inbegrip van deze 13 staten er in totaal 26 staten zijn die abortus zeker of waarschijnlijk zullen beperken of verbieden indien de grondwettelijke bescherming wordt tenietgedaan, aangezien andere staten zouden kunnen proberen om ofwel wetten van vóór 1973 opnieuw in te voeren, zoals Michigan, Wisconsin en West Virginia, ofwel recentelijk goedgekeurde abortusbeperkingen in te voeren die door de rechtbanken werden geblokkeerd, zoals Alabama, Georgia, Iowa, Ohio en South Carolina;

    J.

    overwegende dat bijna alle sterfgevallen als gevolg van onveilige abortussen zich voordoen in landen waar abortus streng aan banden wordt gelegd; overwegende dat het jaarlijkse aantal gevallen van moedersterfte in de VS als gevolg van onveilige abortussen naar schatting met 21 % zou stijgen (11) tegen het tweede jaar nadat een verbod van kracht wordt; overwegende dat deze sterfgevallen volledig te voorkomen zijn;

    K.

    overwegende dat bij tienermeisjes tussen 15 en 19 jaar zwangerschaps- en bevallingscomplicaties wereldwijd de belangrijkste doodsoorzaak zijn; overwegende dat het VN-Comité voor de Rechten van het Kind (12) landen heeft aangespoord abortus te decriminaliseren en ervoor te zorgen dat meisjes toegang hebben tot legale en veilige abortusdiensten; overwegende dat het eventuele verbod op abortus de dalende cijfers van tienerzwangerschappen in de VS zou kunnen keren; overwegende dat tienermoeders aanzienlijk meer kans lopen hun studie af te breken en met werkloosheid te worden geconfronteerd, waardoor de vicieuze cirkel van armoede nog wordt verergerd;

    L.

    overwegende dat er toenemende bezorgdheid bestaat over gegevensbescherming in de context van de mogelijke terugdraaiing van Roe v. Wade; overwegende dat via menstruatietracking-apps of geolocatie-instrumenten en zoekmachines gegevens kunnen worden verzameld over mensen die een abortuskliniek hebben benaderd, een abortuspil hebben gekocht of naar informatie hebben gezocht; overwegende dat het mogelijk is om personen op deze gronden als doelwit te nemen of de verzamelde informatie tegen hen te gebruiken (13);

    M.

    overwegende dat niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) en conservatieve denktanks die tot het christelijk rechts van de VS behoren, wereldwijd de anti-abortusbeweging hebben gefinancierd; overwegende dat deze financiering aanzienlijk is geweest; overwegende dat, indien Roe v. Wade wordt teruggedraaid, dit zou kunnen leiden tot een sterke toename van de geldstroom met hernieuwde druk van anti-abortusgroeperingen over de gehele wereld;

    N.

    overwegende dat, indien het Hooggerechtshof Roe v. Wade nietig verklaart, dit anti-abortusbewegingen zou kunnen aanmoedigen om druk uit te oefenen op regeringen en rechtbanken buiten de VS om de rechten op abortus terug te draaien en de belangrijke verworvenheden van de afgelopen decennia, waarin meer dan 60 landen (14) hun abortuswetgeving en -beleid hebben hervormd om beperkingen en belemmeringen op te heffen, op losse schroeven te zetten;

    O.

    overwegende dat ondanks de algemene vooruitgang op het gebied van de bescherming van SRHR in de wereld, ook in Europa, de terugval in het recht op toegang tot veilige en legale abortus een ernstige bron van zorg is; overwegende dat het terugdraaien van Roe v. Wade de anti-abortusbeweging in de Europese Unie zou kunnen versterken; overwegende dat Polen de enige EU-lidstaat is die een grond voor abortus uit zijn wetgeving heeft geschrapt, aangezien het onwettige Grondwettelijk Tribunaal op 22 oktober 2020 heeft beslist om reeds lang bestaande rechten van Poolse vrouwen ongedaan te maken, hetgeen neerkomt op een de facto abortusverbod; overwegende dat abortus in Malta verboden is; overwegende dat medische abortus vroeg in de zwangerschap niet legaal is in Slowakije en niet beschikbaar is in Hongarije; overwegende dat ook in Italië de toegang tot abortus wordt uitgehold (15); overwegende dat in andere EU-lidstaten de toegang tot abortuszorg wordt ontzegd, zoals onlangs in Kroatië (16); overwegende dat de EU en haar lidstaten absoluut moeten opkomen voor SRGR en moeten benadrukken dat de rechten van vrouwen onvervreemdbaar zijn en niet mogen worden geschrapt of afgezwakt; overwegende dat het van cruciaal belang is dat de EU en haar lidstaten vooruitgang blijven boeken bij het waarborgen van de toegang tot veilige, legale en tijdige abortuszorg, overeenkomstig de aanbevelingen en bewijzen van de WHO;

    P.

    overwegende dat seksuele en reproductieve rechten (SRR), met inbegrip van veilige en legale abortus, een grondrecht vormen; overwegende dat het criminaliseren, vertragen en ontzeggen van de toegang tot veilige en legale abortuszorg een vorm van geweld tegen vrouwen en meisjes is; overwegende dat verschillende mensenrechtenorganisaties hebben verklaard dat het ontzeggen van veilige en legale abortus neer kan komen op foltering of wrede, onmenselijke en vernederende behandeling; overwegende dat onveilige abortussen die tot de dood leiden in de context van een abortusverbod moeten worden opgevat als genderarbitraire executies, waarvan alleen vrouwen het slachtoffer zijn, als gevolg van in de wet verankerde discriminatie (17);

    Q.

    overwegende dat internationale mensenrechtenorganisaties herhaaldelijk en consequent hebben bevestigd dat de strafbaarstelling van en beperkingen op abortus in strijd zijn met de internationale mensenrechtenverplichtingen van staten welke beschermd worden door internationale en Europese wetgeving op het gebied van mensenrechten, zoals het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens; overwegende dat het dwingen van vrouwen om clandestiene abortussen te laten uitvoeren, om voor deze procedure naar andere landen te reizen of om hun zwangerschap tegen hun wil uit te dragen, een schending is van het recht van vrouwen en meisjes op leven, lichamelijke en geestelijke integriteit, gelijkheid, non-discriminatie en gezondheid; overwegende dat het volkenrechtelijke beginsel van non-retrogressie staten verbiedt stappen te ondernemen die bestaande rechten of aanspraken op het gebied van gendergelijkheid en SRHR ondermijnen, beperken of tenietdoen;

    R.

    overwegende dat in de verklaring van VN-deskundigen van september 2021 (18) wordt benadrukt dat de mensenrechten van vrouwen grondrechten zijn die niet ondergeschikt kunnen worden gemaakt aan culturele, religieuze of politieke overwegingen, en dat hieraan wordt toegevoegd dat de invloed van ideologisch en religieus gemotiveerde inmenging in volksgezondheidskwesties bijzonder schadelijk is geweest voor de gezondheid en het welzijn van vrouwen en meisjes;

    S.

    overwegende dat het waarborgen van toegang tot alomvattende SRGR, op de leeftijd afgestemde, alomvattende seksuele en relationele educatie en diensten, waaronder op het gebied van gezinsplanning, voorbehoedsmiddelen en veilige, legale en gratis abortus, alsmede eerbiediging van eenieders autonomie en vermogen om vrij en met kennis van zaken beslissingen te nemen over zijn of haar lichaam en leven, voorwaarden zijn voor de verwezenlijking van gendergelijkheid en sociale en economische gelijkheid; overwegende dat gelijke toegang tot abortuszorg vrouwen in staat stelt meer zeggenschap over hun lichaam uit te oefenen en hun mogelijkheden vergroot om hun economisch welzijn te verbeteren;

    T.

    overwegende dat gendergelijkheid, het overal uitbannen van armoede en uitbuiting, en het waarborgen van een gezond leven en welzijn voor iedereen fundamentele doelstellingen zijn die respectievelijk in de SDG’s 5, 1 en 3 zijn opgenomen; overwegende dat meer in het bijzonder het waarborgen van universele toegang tot seksuele en reproductieve gezondheid, en het uitbannen van alle vormen van geweld en schadelijke praktijken tegen vrouwen en meisjes streefdoelen zijn in het kader van de SDG’s 3 en 5; overwegende dat alle lidstaten van de VN, met inbegrip van de VS en de lidstaten van de EU, taken op zich hebben genomen, verbintenissen hebben afgelegd en verplichtingen zijn aangegaan om deze SDG’s en de streefcijfers ervan te eerbiedigen en te verwezenlijken;

    1.

    veroordeelt krachtig de achteruitgang op het gebied van vrouwenrechten en SRGR die zich wereldwijd, ook in de VS en in sommige lidstaten van de EU, voordoet; herinnert eraan dat SRGR fundamentele mensenrechten zijn die moeten worden beschermend en versterkt en op geen enkele manier kunnen worden afgezwakt of ingetrokken; is vooral ernstig bezorgd over de mate waarin dergelijke verboden zullen bijdragen tot het trauma dat wordt ervaren door slachtoffers van verkrachting en incest;

    2.

    geeft uitdrukking aan zijn krachtige solidariteit met en steun aan de vrouwen en meisjes in de VS, en aan al diegenen die betrokken zijn bij zowel het verlenen van toegang tot als het opkomen voor het recht op legale en veilige abortuszorg in dergelijke moeilijke omstandigheden;

    3.

    herinnert het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten aan het belang van handhaving van de baanbrekende zaak Roe v. Wade (1973) en de daaruit voortvloeiende grondwettelijke bescherming van het recht op abortus in de VS;

    4.

    veroordeelt krachtig elke terugdraaiing van de mensenrechten en de grondwettelijke rechten; roept op tot actie om het recht op veilige en legale abortus in de VS te waarborgen en roept de VS op geen stappen terug te doen; roept de bevoegde autoriteiten van de VS op alle niveaus op om, overeenkomstig de leidraad van de WHO inzake abortuszorg, de toegang tot en de verstrekking van abortusdiensten volledig uit het strafrecht te halen, op hun grondgebied veilige, legale, kosteloze en kwalitatief hoogstaande diensten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid te waarborgen en deze gemakkelijk toegankelijk te maken voor alle vrouwen en meisjes;

    5.

    roept de regering van Texas op Senate Bill 8 snel in te trekken; roept de regeringen van Idaho en Oklahoma op hun soortgelijke wetten, waaronder HB 4327 (Oklahoma), in te trekken; roept alle 26 staten van de VS met trigger laws, bestaande wetgeving en andere maatregelen betreffende verboden en beperkingen van abortus op, deze in te trekken en ervoor te zorgen dat hun wetgeving in overeenstemming is met de internationaal beschermde vrouwenrechten en de internationale mensenrechtennormen;

    6.

    is ernstig bezorgd over het feit dat verboden en andere beperkingen van abortus onevenredig grote gevolgen hebben voor vrouwen in armoede, in het bijzonder vrouwen van een bepaald ras, onder wie zwarte vrouwen, Latijns-Amerikaanse vrouwen en inheemse vrouwen, alsmede vrouwen uit plattelandsgebieden, LHBTIQ-personen, vrouwen met een handicap, adolescenten, migrantenvrouwen, onder wie irreguliere migranten, en eenoudergezinnen met een vrouw aan het hoofd; benadrukt dat vrouwen die het zich als gevolg van financiële of logistieke belemmeringen niet kunnen veroorloven om naar reproductieve-gezondheidsklinieken in naburige staten of landen te reizen, een groter risico lopen onveilige en levensbedreigende procedures te ondergaan, en gedwongen worden hun zwangerschap tegen hun wil uit te dragen, hetgeen een schending van de mensenrechten en een vorm van gendergerelateerd geweld is (19);

    7.

    is verheugd over het feit dat de federale Women’s Health and Protection Act (WHPA), die het recht op abortuszorg in de gehele VS beoogt te beschermen, in het Huis van Afgevaardigden is aangenomen, maar betreurt ten zeerste dat zij in de Senaat is verworpen; roept de regering van de VS en/of andere betrokken autoriteiten van de VS op de mensenrechten van vrouwen en meisjes te eerbiedigen, te handhaven en te beschermen, met inbegrip van hun recht op leven, privacy, gezondheid en gelijkheid, en non-discriminatie, alsook hun vrijwaring van discriminatie, geweld en foltering of wrede, onmenselijke en onterende behandeling, door op federaal niveau wettelijke bescherming voor de toegang tot veilige, legale en kwalitatief hoogstaande seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten, met inbegrip van abortus, voor alle vrouwen en meisjes tot stand te brengen en te ondersteunen;

    8.

    spoort president Joe Biden en zijn regering aan hun inspanningen op te voeren en de rechten van abortus te blijven steunen, en dringt er bij hem op aan de toegang tot veilige en legale abortus te waarborgen; spoort de regering van de VS aan verdere inspanningen te leveren om ervoor te zorgen dat abortus en anticonceptie worden geïntegreerd in de verstrekking van leeftijdsgerichte en alomvattende informatie, voorlichting en diensten op het gebied van SRGR, en dat deze voor iedereen toegankelijk zijn; is verheugd over het feit dat de VS opnieuw middelen vrijmaakt voor het UNFPA, het VN-agentschap voor seksuele en reproductieve gezondheid, en roept de regering van de VS en/of andere betrokken autoriteiten van de VS op SRGR te blijven steunen en dit te doen in de VN en in andere multilaterale fora;

    9.

    dringt er bij de regering van de VS en/of andere betrokken autoriteiten van de VS op aan te zorgen voor adequate federale, constitutionele en wettelijke bescherming van het recht op zwangerschapsonderbreking en dringt er voorts bij de regering van de VS op aan abortus volledig uit het strafrecht te halen, hetgeen niet alleen inhoudt dat vrouwen en meisjes en andere zwangere personen, zorgverleners en anderen die abortus verzorgen niet langer worden gestraft, maar ook dat abortus uit het strafrecht van de staten wordt geschrapt en dat alle andere bestraffende wetten, beleidsmaatregelen en praktijken worden afgeschaft;

    10.

    spoort de regering van de VS en/of andere betrokken autoriteiten van de VS ten zeerste aan om ook alle belemmeringen voor abortusdiensten weg te nemen, met inbegrip van toestemming of kennisgeving door derden, verplichte wachttijden en toestemming door rechters of medische panels, en om in het hele land tijdige toegang tot abortuszorg te waarborgen; roept de regering van de VS op ervoor te zorgen dat de dienst wordt verleend zonder discriminatie, pesterijen, dwang, angst of intimidatie, met inachtneming van de privacy van vrouwen en de vertrouwelijkheid, en met de nodige bescherming en eerbied voor zorgverleners;

    11.

    roept de regering van de VS en/of andere relevante autoriteiten van de VS op om weigering van rechtmatige abortusdiensten door zorgverleners, onder meer op grond van een gewetensclausule, zodanig te reguleren dat vrouwen niet de toegang tot abortus wordt ontzegd;

    12.

    is bezorgd over het verzamelen en misbruiken van gegevens over personen die een abortus willen laten uitvoeren; verzoekt de regering van de VS ervoor te zorgen dat de wetgeving en het beleid inzake gegevensbescherming in overeenstemming zijn met de internationale mensenrechtennormen en te garanderen dat de verwerking van gevoelige persoonsgegevens, zoals gezondheidsgerelateerde gegevens en informatie, de rechten van personen eerbiedigt en gebaseerd is op hun vrije, specifieke, geïnformeerde en uitdrukkelijke toestemming voor het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens; roept de digitale distributiediensten op ervoor te zorgen dat alle apps voldoen aan de wetgeving inzake gegevensgebruik en -bescherming;

    13.

    erkent de rol die ngo’s spelen als dienstverleners en als pleitbezorgers voor SRGR in de VS, en moedigt hen aan hun werk voort te zetten; bevestigt dat deze ngo’s voldoende financiële middelen nodig hebben om te kunnen functioneren; onderstreept dat de door deze ngo’s verleende diensten beantwoorden aan de behoeften en de mensenrechten van vrouwen en meisjes; onderstreept dat hun werk niet in de plaats mag komen van de verantwoordelijkheid van de staat om de toegang tot openbare, legale en veilige abortusdiensten te waarborgen;

    14.

    roept de regering van de VS op de nodige maatregelen te nemen om sociale steun te waarborgen, met name in het geval van eenoudergezinnen en tienerzwangerschappen, onder meer door middel van universele kinderopvang en gezondheidszorg;

    15.

    roept de regering van de VS op alle resterende (20) VN- en regionale mensenrechtenverdragen en -protocollen te ondertekenen en te ratificeren, met inbegrip van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen van 1979;

    16.

    is ernstig bezorgd over de mogelijke gevolgen voor de rechten van de vrouw in de gehele wereld, indien het Amerikaanse Hooggerechtshof Roe v. Wade zou terugdraaien; maakt zich ernstig zorgen over de mogelijkheid van een afremmend effect op de prioritering en financiering van SRGR-diensten, die zowel in de VS als wereldwijd al op grote schaal zijn gedeprioriteerd en ondergefinancierd; wijst er met bezorgdheid op dat in landen die voor hun volksgezondheidsprogramma’s sterk afhankelijk zijn van steun uit de VS, de terugdraaiing ervan gevolgen zou kunnen hebben voor het engagement van die regeringen ten aanzien van abortusvoorzieningen en andere reproductieve rechten;

    17.

    is verheugd over de recente positieve ontwikkelingen inzake abortusrechten in Argentinië, Mexico, Ecuador, Colombia en Chili, die in Zuid-Amerika belangrijke stappen voorwaarts betekenen op het gebied van vrouwenrechten, alsmede in andere landen over de hele wereld, zoals Angola, India, Kenia, Nieuw-Zeeland, Noord-Ierland, Zuid-Korea en Thailand;

    18.

    benadrukt dat het van belang is ervoor te zorgen dat vrouwen en meisjes worden betrokken bij de opstelling van wetten en beleidsmaatregelen die op hen van invloed zijn en hun mensenrechten betreffen, met inbegrip van SRGR, in het bijzonder de abortuszorg, en dat zij recht hebben op gerechtigheid en verhaalsmogelijkheden wanneer hun rechten worden geschonden;

    19.

    benadrukt het gebrek aan toegang tot anticonceptie en de bestaande onvervulde behoeften (21); benadrukt dat vrouwen een onevenredig grote verantwoordelijkheid dragen voor anticonceptie, die met mannen moet worden gedeeld; benadrukt in dit verband de noodzaak om voorbehoedsmiddelen voor mannen te ontwikkelen en te bevorderen, teneinde het aantal onbedoelde zwangerschappen terug te dringen; benadrukt dat voorrang moet worden gegeven aan de bestrijding van seksueel geweld en aan alomvattende, op de leeftijd afgestemde en empirisch onderbouwde seksuele en relationele educatie voor iedereen, een reeks kwalitatief hoogwaardige, toegankelijke, veilige, betaalbare en, waar nodig, gratis anticonceptiemethoden en voorbehoedsmiddelen, en gezinsplanningsadviezen, alsmede gezondheidsdiensten;

    20.

    verzoekt de EU en de lidstaten alle mogelijke steun, met inbegrip van financiële steun, te bieden aan in de VS gevestigde maatschappelijke organisaties die diensten in verband met SRGR in het land beschermen, bevorderen en verstrekken, als een manier om hun niet aflatende inzet voor deze rechten te laten blijken; roept voorts de lidstaten op een veilig toevluchtsoord te bieden aan alle medische beroepsbeoefenaars die het risico lopen op juridische vervolging of andere vormen van intimidatie als gevolg van hun legitieme werk in de abortuszorg;

    21.

    verzoekt de Europese Dienst voor extern optreden, de Commissie en alle lidstaten van de EU gebruik te maken van alle instrumenten waarover zij beschikken om hun acties te versterken teneinde de achteruitgang op het gebied van vrouwenrechten en SRGR tegen te gaan, onder meer door een mogelijke vermindering van de financiering door de VS voor SRGR in de rest van de wereld te compenseren, en door in hun externe betrekkingen krachtig te pleiten voor en prioriteit te geven aan universele toegang tot veilige en legale abortus en andere SRGR;

    22.

    roept de EU en haar lidstaten op er bij de regering van de VS op aan te dringen federale wettelijke bescherming voor het recht op abortus in te voeren, en deze mensenrechtenkwesties in hun betrekkingen met de VS op alle niveaus en in alle relevante internationale fora aan de orde te stellen, en er daarbij op te wijzen dat het hier gaat om een vorm van geweld tegen vrouwen en meisjes; roept voorts de EU-delegatie in de VS op om in haar contacten met de bevoegde autoriteiten van de VS en bij de lokale uitvoering van GAP III prioriteit te geven aan SRGR;

    23.

    roept de EU en haar lidstaten op zich krachtig in te zetten voor SRGR voor iedereen, onder meer door te ijveren voor een betere wettelijke bescherming binnen de EU-grenzen en door belemmeringen voor het genot van deze rechten weg te nemen;

    24.

    roept de EU en haar lidstaten op het recht op abortus op te nemen in het Handvest;

    25.

    roept de Europese Dienst voor extern optreden, de EU-delegaties en de ambassades van de lidstaten overal ter wereld op om mensenrechtenactivisten die zich inzetten voor SRGR proactief te benaderen en te beschermen, met name in landen waar het recht op en de toegang tot abortus aan beperkingen onderhevig zijn;

    26.

    verzoekt de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de speciale vertegenwoordiger van de EU voor mensenrechten en de commissaris voor gendergelijkheid te overwegen om, indien het arrest Roe v. Wade nietig wordt verklaard, deze schending van de SRGR van vrouwen en van hun recht op gezondheidszorg te veroordelen en aan de kaak te stellen, alsook de rechtsonzekerheid die dit zal veroorzaken in hun contacten met VS-functionarissen;

    27.

    onderstreept dat het recht van alle mensen op lichamelijke integriteit en autonomie moet worden beschermd, in overeenstemming met het actieprogramma van Peking en het ICPD-actieprogramma, en dat de toegang tot essentiële diensten om dit recht te kunnen uitoefenen, moet worden gewaarborgd; benadrukt dat toegang tot gezondheidszorg een fundamenteel mensenrecht is, en dat het de plicht van de staat is om aan eenieder gezondheidszorg te verstrekken en om dit voor iedereen te garanderen; dringt aan op een alomvattende mondiale benadering voor het pakket van essentiële diensten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid, met inbegrip van maatregelen om onveilige en clandestiene abortussen te voorkomen en te vermijden, alsook de verlening van zorg na abortus, hetgeen moet worden opgenomen in de nationale strategieën, beleidsmaatregelen en programma’s voor universele gezondheidszorg; betreurt het dat gezondheidszorg niet voor iedereen toegankelijk is in de VS; herinnert eraan dat armoede nauw samenhangt met gedwongen en onder dwang voortgezette zwangerschappen en met het ontbreken van veilige en legale abortus;

    28.

    bevestigt dat abortus altijd een vrijwillige beslissing moet zijn die gebaseerd is op een verzoek van de betrokkene en uit vrije wil wordt gemaakt, overeenkomstig de medische normen en de beschikbaarheid, toegankelijkheid, betaalbaarheid en veiligheid op basis van de richtsnoeren van de WHO; roept de lidstaten op te zorgen voor universele toegang tot veilige en legale abortus, en voor eerbiediging van het recht op vrijheid, privacy en de best haalbare gezondheidszorg;

    29.

    dringt er bij de lidstaten op aan abortus uit het strafrecht te halen en belemmeringen voor veilige en legale abortus en voor de toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg en diensten weg te nemen en te bestrijden; roept de lidstaten op de toegang te waarborgen tot veilige, legale en gratis abortusdiensten, tot diensten en voorzieningen op het gebied van prenatale gezondheidszorg en kraamzorg, tot vrijwillige gezinsplanning, anticonceptie, jeugdvriendelijke diensten, alsook tot preventie, behandeling, zorg en ondersteuning met betrekking tot hiv, zonder discriminatie;

    30.

    veroordeelt het feit dat vrouwen geen toegang hebben tot abortusdiensten omdat het in sommige lidstaten gebruikelijk is dat medische beroepsbeoefenaars, en soms volledige medische instellingen, weigeren gezondheidsdiensten aan te bieden op basis van de gewetensclausule, hetgeen leidt tot het weigeren van abortuszorg op grond van religie of geweten en wat het leven en de rechten van vrouwen in gevaar brengt; merkt op dat deze clausule ook vaak wordt gebruikt in situaties waarin vertraging het leven of de gezondheid van de patiënt in gevaar kan brengen;

    31.

    dringt erop aan dat de Commissie haar bevoegdheid op het gebied van gezondheidsbeleid volledig benut en de lidstaten ondersteunt bij het waarborgen van universele toegang tot SRGR in het kader van het EU4Health-programma voor de periode 2021-2027, bij het bevorderen van voorlichting en onderwijs over gezondheid, bij het versterken van nationale gezondheidsstelsels en de opwaartse convergentie van gezondheidszorgnormen, teneinde ongelijkheden op gezondheidsgebied in en tussen de lidstaten te verminderen, en bij het faciliteren van de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten met betrekking tot SRGR; roept de lidstaten op vooruitgang te boeken op weg naar een universele dekking van de gezondheidszorg, waarvoor SRGR van essentieel belang is;

    32.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de mensenrechten, de president van de Verenigde Staten van Amerika en zijn regering, het Congres van de VS en het Hooggerechtshof van de VS.

    (1)  https://www.politico.com/news/2022/05/02/supreme-court-abortion-draft-opinion-00029473

    (2)  PB C 132 van 24.3.2022, blz. 189.

    (3)  PB C 81 van 18.2.2022, blz. 43.

    (4)  PB C 205 van 20.5.2022, blz. 44.

    (5)  PB C 449 van 23.12.2020, blz. 102.

    (6)  PB C 465 van 17.11.2021, blz. 160.

    (7)  Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0206.

    (8)  https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/abortion

    (9)  UNFPA-verslag over de toestand van de wereldbevolking, Seeing the Unseen: The case for action in the neglected crisis of unintended pregnancy, maart 2022.

    (10)  https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/abortion

    (11)  https://ncpolicywatch.com/2022/05/05/study-shows-an-abortion-ban-may-lead-to-a-21-increase-in-pregnancy-related-deaths/

    (12)  VN-Comité voor de Rechten van het Kind, Algemene Opmerking nr. 20 van 6 december 2016 over de tenuitvoerlegging van de rechten van het kind tijdens de adolescentie, paragraaf 60.

    (13)  https://www.vice.com/en/article/m7vzjb/location-data-abortion-clinics-safegraph-planned-parenthood

    (14)  https://reproductiverights.org/maps/worlds-abortion-laws/

    (15)  https://search.coe.int/cm/Pages/result_details.aspx?ObjectId=0900001680687bdc; http://www.refreg.ep.parl.union.eu/RegData/etudes/BRIE/2018/608853/IPOL_BRI(2018)608853_EN.pdf

    (16)  https://www.roda.hr/en/news/support-for-accessible-safe-and-legal-termination-of-pregnancy-in-croatia.html

    (17)  https://view.officeapps.live.com/op/view.aspx?src=https%3A%2F%2Fwww.ohchr.org%2Fsites%2Fdefault%2Ffiles%2FHRBodies%2FHRC%2FRegularSessions%2FSession35%2FDocuments%2FA_HRC_35_23_AUV.docx&wdOrigin=BROWSELINK

    (18)  https://www.ohchr.org/en/statements/2021/09/united-states-un-experts-denounce-further-attacks-against-right-safe-abortion

    (19)  https://www.ohchr.org/Documents/Issues/Women/WRGS/SexualHealth/INFO_ Abortion_WEB.pdf

    (20)  Waaronder, onder andere, het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (1999), het Amerikaans Verdrag inzake de rechten van de mens (1969), het Aanvullend Protocol bij het Amerikaans Verdrag inzake de rechten van de mens op het gebied van economische, sociale en culturele rechten (1988), het Protocol bij het Amerikaans Verdrag inzake de rechten van de mens inzake de afschaffing van de doodstraf (1990), het Eerste en Tweede Facultatief Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (respectievelijk 1966 en 1989), het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (1966), het Facultatief Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (2008), het Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (2002), het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind (1989), het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van het kind inzake een communicatieprocedure (2011), het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van de rechten van alle migrerende werknemers en hun gezinsleden (1990), het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen (1951), het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning (2006), het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (2006) en het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (2006).

    (21)  UNFPA-verslag over de toestand van de wereldbevolking, Seeing the Unseen: The case for action in the neglected crisis of unintended pregnancy, 30 maart 2022.


    Top