Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022IP0062

Resolutie van het Europees Parlement van 9 maart 2022 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde katoen GHB811 (BCS-GH811-4), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (D077486/02 — 2021/3057(RSP))

PB C 347 van 9.9.2022, p. 48–54 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 347 van 9.9.2022, p. 48–48 (GA)

9.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 347/48


P9_TA(2022)0062

Genetisch gemodificeerde katoen GHB811 (BCS-GH811-4)

Resolutie van het Europees Parlement van 9 maart 2022 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde katoen GHB811 (BCS-GH811-4), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (D077486/02 — 2021/3057(RSP))

(2022/C 347/05)

Het Europees Parlement,

gezien het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde katoen GHB811 (BCS-GH811-4) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (D077486/02,

gezien Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (1), en met name artikel 7, lid 3, en artikel 19, lid 3,

gezien de stemming van 11 januari 2022 in het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid als bedoeld in artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1829/2003, die geen advies heeft opgeleverd,

gezien de artikelen 11 en 13 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (2),

gezien het advies dat op 8 juli 2021 door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) werd goedgekeurd en op 16 augustus 2021 werd gepubliceerd (3),

gezien zijn eerdere resoluties waarin bezwaar wordt gemaakt tegen het verlenen van vergunningen voor genetisch gemodificeerde organismen (“ggo’s”) (4),

gezien artikel 112, leden 2 en 3, van zijn Reglement,

gezien de ontwerpresolutie van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid,

A.

overwegende dat BASF Agricultural Solutions Belgium NV, gevestigd in België en een tak van BASF SE, gevestigd in Duitsland, op 19 september 2018 namens BASF Agricultural Solutions Seed US LLC, gevestigd in de Verenigde Staten (“de aanvrager”), een aanvraag heeft ingediend voor het in de handel brengen van levensmiddelen, levensmiddeleningrediënten en diervoeders die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde katoen GHB811 (“de genetisch gemodificeerde katoen”), overeenkomstig de artikelen 5 en 17 van Verordening (EG) nr. 1829/2003; overwegende dat de aanvraag ook betrekking heeft op het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit de genetisch gemodificeerde katoen voor andere toepassingen dan als levensmiddel of als diervoeder, met uitzondering van de teelt;

B.

overwegende dat de EFSA op 8 juli 2021 een positief advies heeft goedgekeurd met betrekking tot de aanvraag voor het in de handel brengen van de gemodificeerde katoen, en dat dit advies op 16 augustus 2021 werd gepubliceerd;

C.

overwegende dat het genetisch gemodificeerde katoen werd ontwikkeld om het katoen tolerantie te geven voor glyfosaat en HPPD-remmers (5); overwegende dat het bij HPPD-remmers gaat om herbiciden als isoxaflutool, mesotrione en tembotrionine;

D.

overwegende dat katoenzaadolie in Europa slechts op relatief beperkte schaal gebruikt wordt voor menselijke consumptie, maar wel in allerlei levensmiddelen verwerkt wordt, zoals dressings, mayonaise, banketbakkerswaren, chocoladepasta en chips; overwegende dat van katoen afkomstige producten vooral aan dieren gevoerd worden, bijvoorbeeld in de vorm van katoenzaadkoeken en katoenzaadmeel of in de vorm van volvet katoenzaad (6); overwegende dat katoenmeel ook door de mens wordt geconsumeerd;

Ontoereikende beoordeling van de complementaire herbicide

E.

overwegende dat krachtens Uitvoeringsverordening (EU) nr. 503/2013 van de Commissie (7) beoordeeld moet worden of de verwachte landbouwpraktijken van invloed zijn op de uitkomsten voor de onderzochte eindpunten; overwegende dat dit volgens de uitvoeringsverordening met name relevant is bij planten die herbicideresistent zijn;

F.

overwegende dat in diverse studies is aangetoond dat de teelt van herbicidetolerante ggo-gewassen leidt tot een toename van het gebruik van complementaire herbiciden, voornamelijk vanwege het ontstaan van herbicidetolerant onkruid (8); overwegende dat er bijgevolg van moet worden uitgegaan dat de genetisch gemodificeerde katoen zal worden blootgesteld aan zowel hogere als herhaalde doses glyfosaat en HPPD-remmers, met als gevolg dat een grotere hoeveelheid residuen aanwezig kan zijn in de oogst;

G.

overwegende dat de EFSA in november 2015 tot de conclusie is gekomen dat het onwaarschijnlijk is dat glyfosaat kankerverwekkend is, en dat het Europees Agentschap voor chemische stoffen in maart 2017 heeft geconcludeerd dat het niet gerechtvaardigd is de stof als zodanig in te delen; overwegende dat het Internationaal Agentschap voor kankeronderzoek, het agentschap van de Wereldgezondheidsorganisatie dat gespecialiseerd is op het gebied van kankeronderzoek, glyfosaat in 2015 echter heeft ingedeeld als waarschijnlijk kankerverwekkend voor de mens; overwegende dat in een aantal recente, collegiaal getoetste wetenschappelijke studies wordt bevestigd dat glyfosaat mogelijk kankerverwekkend is (9);

H.

overwegende dat er volgens de EFSA geen toxicologische gegevens beschikbaar zijn op grond waarvan een beoordeling van de risico’s voor de consument kan worden uitgevoerd van diverse afbraakproducten van glyfosaat die ontstaan bij het gebruik van glyfosaat op glyfosaattolerante genetisch gemodificeerde gewassen (10);

I.

overwegende dat isoxaflutool volgens de door de Unie goedgekeurde geharmoniseerde indeling en etikettering zeer giftig is voor in het water levende organismen en vermoedelijk schadelijk voor ongeboren kinderen (11); overwegende dat voor de risicobeoordeling alleen isoxaflutool op de genetisch gemodificeerde katoen is gebruikt; overwegende dat HPPD-remmers echter een scala aan herbiciden omvatten, waaronder mesotrione, die volgens de EFSA beschouwd kunnen worden als stoffen met hormoonontregelende eigenschappen (12);

J.

overwegende dat het volgens een onafhankelijke wetenschappelijke analyse (13), als gevolg van het werkingsmechanisme van de werkzame bestanddelen van de aanvullende herbiciden, aannemelijk is dat de toepassing van deze herbiciden stressreacties in de planten teweegbrengt en zo een effect heeft op de genexpressie en de samenstelling van de planten zelf;

K.

overwegende dat de beoordeling van residuen van herbiciden en afbraakproducten daarvan in genetisch gemodificeerde planten wordt beschouwd als een kwestie die niet binnen de bevoegdheid van het EFSA-panel voor genetisch gemodificeerde organismen (“EFSA-panel voor ggo’s”) valt en daarom geen deel uitmaakt van de vergunningsprocedure voor ggo’s; overwegende dat dit problematisch is, aangezien de genetische modificatie zelf bepalend kan zijn voor de manier waarop complementaire herbiciden door de genetisch gemodificeerde plant worden afgebroken en voor de samenstelling en dus de toxiciteit van de afbraakproducten (metabolieten) (14);

Opmerkingen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten

L.

overwegende dat de lidstaten tijdens de raadplegingsperiode van drie maanden bij de EFSA tal van kritische opmerkingen hebben ingediend (15); overwegende dat deze kritische opmerkingen onder meer betrekking hebben op het feit dat het op basis van het voorgelegde bewijsmateriaal niet mogelijk is een conclusie te trekken over de vergelijkende evaluatie van het genetisch gemodificeerde katoen of over de veiligheid ervan, dat de teelt van het genetisch gemodificeerde katoen voor de exploitanten in derde landen een verhoogde blootstelling aan glyfosaat met zich meebrengt, waarvan het effect op de gezondheid momenteel omstreden is maar ongunstig zou kunnen zijn, dat de verstrekte informatie en gegevens over toxicologie ontoereikend zijn en dat in het monitoringplan de monitoringactiviteiten niet in verband worden gebracht met relevante beschermingsdoelstellingen;

Het nakomen van de internationale verplichtingen van de Unie

M.

overwegende dat in een verslag uit 2017 van de speciale rapporteur van de Verenigde Naties (VN) voor het recht op voedsel werd vastgesteld dat gevaarlijke bestrijdingsmiddelen catastrofale gevolgen hebben voor de volksgezondheid, met name in ontwikkelingslanden (16); overwegende dat duurzameontwikkelingsdoelstelling (SDG) 3.9 van de VN erin bestaat om tegen 2030 het aantal sterfgevallen en ziekten als gevolg van gevaarlijke chemische stoffen en de vervuiling en besmetting van lucht, water en bodem in aanzienlijke mate te verminderen (17); overwegende dat het verlenen van een vergunning voor de invoer van genetisch gemodificeerd katoen de vraag naar dit gewas, dat behandeld wordt met glyfosaat en HPPD-remmers, zou doen toenemen, waardoor het blootstellingsrisico van werknemers in derde landen en de gevaren voor het milieu zouden worden vergroot; overwegende dat het gevaar van een verhoogde blootstelling van werknemers en van het milieu bij herbicidetolerante, genetisch gemodificeerde gewassen zeer aanwezig is, gelet op de grotere hoeveelheden herbiciden die worden gebruikt;

N.

overwegende dat uit een collegiaal getoetste studie die in 2020 werd gepubliceerd naar voren kwam dat het gebruik van Roundup, een van de meest gebruikte herbiciden op basis van glyfosaat ter wereld, kan leiden tot achteruitgang van de biodiversiteit, waardoor ecosystemen kwetsbaarder worden voor verontreiniging en klimaatverandering (18);

O.

overwegende dat een Mexicaanse collegiaal getoetste wetenschappelijke studie uit 2021 fysiologische, metabolische en ecologische effecten van transgene introgressie (19) in wild katoen heeft aangetoond en onder meer heeft uitgewezen dat de expressie van cp4-epsps (glyfosaattolerante) genen in wild katoen onder natuurlijke omstandigheden de afscheidingsniveaus van extraflorale nectar en bijgevolg de associatie met verschillende mierensoorten, alsook de mate van schade door herbivoren heeft veranderd (20); overwegende dat in de studie wordt gesteld: “Als wij de primaire genenpool van wilde verwanten in situ in stand willen houden, moeten wij nagaan welke ecologische en evolutionaire processen worden beïnvloed door de aanwezigheid en het permanente karakter van deze transgenen binnen hun populaties” en: “Wanneer deze genen worden ontdekt, kunnen onmiddellijk mitigatiestrategieën worden opgezet om de omvang van de schade te beperken”; overwegende dat de meest doeltreffende strategie om de introgressie van transgenen en de daarmee gepaard gaande risico’s voor in het wild levende populaties en de biodiversiteit te beperken, in overeenstemming met het voorzorgsbeginsel, erin bestaat om überhaupt geen transgene gewassen te telen;

P.

overwegende dat de Unie als partij bij het Verdrag van de VN inzake biologische diversiteit er voor moet zorgen dat activiteiten die binnen haar rechtsgebied of onder haar controle worden verricht, geen schade veroorzaken aan het milieu van andere staten (21); overwegende dat de invoer van genetisch gemodificeerd katoen niet mag worden toegestaan, aangezien de teelt ervan en de daaruit voortvloeiende transgene introgressie de delicate ecologische interacties in ecosystemen van wild katoen kunnen verstoren;

Q.

overwegende dat in Verordening (EG) nr. 1829/2003 is bepaald dat genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders geen negatieve effecten mogen hebben op de menselijke gezondheid, de diergezondheid of het milieu, en dat de Commissie bij het opstellen van haar besluit rekening moet houden met eventuele relevante bepalingen van de communautaire wetgeving en andere ter zake dienende factoren; overwegende dat dergelijke ter zake dienende factoren de verplichtingen van de Unie in het kader van de SDG’s van de VN, de Klimaatovereenkomst van Parijs en het VN-Verdrag inzake biologisch diversiteit moeten omvatten;

Niet-democratische besluitvorming

R.

overwegende dat de stemming op 11 januari 2022 in het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid als bedoeld in artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1829/2003 geen advies heeft opgeleverd, wat betekent dat er voor het verlenen van een vergunning geen gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten werd gevonden;

S.

overwegende dat de Commissie erkent dat het problematisch is dat besluiten tot vergunningverlening voor ggo’s nog altijd worden goedgekeurd door de Commissie zonder dat een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten zich daarvoor heeft uitgesproken, wat in het kader van de vergunningverlening voor producten uitzonderlijk is, maar in het kader van de besluitvorming over vergunningen voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders de norm is geworden;

T.

overwegende dat het Europees Parlement tijdens zijn achtste zittingsperiode in totaal 36 resoluties heeft aangenomen waarin bezwaar wordt gemaakt tegen het op de markt brengen van ggo’s voor gebruik in levensmiddelen en diervoeders (33 resoluties) of tegen de teelt van ggo’s in de Unie (3 resoluties); overwegende dat het Europees Parlement tijdens zijn negende zittingsperiode reeds 23 resoluties heeft aangenomen waarin bezwaar wordt gemaakt tegen het op de markt brengen van ggo’s; overwegende dat bij geen van deze ggo’s een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten voor het verlenen van een vergunning was; overwegende dat de lidstaten de vergunningverlening voor deze ggo’s niet steunden omdat zij onder andere van mening waren dat tijdens de vergunningsprocedure het voorzorgsbeginsel niet werd nageleefd en omdat zij wetenschappelijke bedenkingen hadden in verband met de risicobeoordeling;

U.

overwegende dat de Commissie zich bewust is van de democratische tekortkomingen, het gebrek aan steun van de lidstaten en de bezwaren van het Parlement, maar desondanks vergunningen blijft verlenen voor ggo’s;

V.

overwegende dat er geen wetswijziging nodig is om de Commissie in staat te stellen af te zien van het verlenen van een vergunning voor ggo’s als in het comité van beroep geen gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten voor vergunningverlening is (22);

1.

is van mening dat het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie de in Verordening (EG) nr. 1829/2003 bedoelde uitvoeringsbevoegdheden overschrijdt;

2.

is van mening dat het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie niet in overeenstemming is met het recht van de Unie, aangezien het niet verenigbaar is met het doel van Verordening (EG) nr. 1829/2003 om overeenkomstig de algemene beginselen die in Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (23) zijn vastgesteld de basis te leggen voor de waarborging van een hoog beschermingsniveau voor het leven en de gezondheid van de mens, de gezondheid en het welzijn van dieren, het milieu en de belangen van de consument, met betrekking tot genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders, waarbij de goede werking van de interne markt wordt gewaarborgd;

3.

verzoekt de Commissie haar ontwerp van uitvoeringsbesluit in te trekken;

4.

herhaalt zijn verzoek aan de Commissie om geen vergunningen meer te verlenen voor herbicidetolerante genetisch gemodificeerde gewassen tot de met de residuen gepaard gaande gezondheidsrisico’s uitgebreid en per geval zijn onderzocht, hetgeen een volledige beoordeling inhoudt van de residuen afkomstig van besproeiing van zulke genetisch gemodificeerde gewassen met complementaire herbiciden en een beoordeling van de afbraakproducten van herbiciden en eventuele combinatorische effecten, ook met de genetisch gemodificeerde plant zelf;

5.

is ingenomen met het feit dat de Commissie in een schrijven van 11 september 2020 aan leden van het Parlement eindelijk heeft erkend dat het noodzakelijk is dat bij besluiten inzake vergunningverlening voor ggo’s rekening wordt gehouden met duurzaamheid (24); is echter zeer teleurgesteld dat de Commissie sindsdien is doorgegaan met het verlenen van vergunningen voor de invoer van ggo’s in de Unie, ondanks het feit dat het Parlement zich daar consequent tegen blijft verzetten en een meerderheid van de lidstaten ertegen stemt;

6.

verzoekt de EFSA om gegevens op te vragen over de effecten van de consumptie van levensmiddelen en diervoeders die afkomstig zijn van genetisch gemodificeerde planten op het microbioom van de darmen;

7.

dringt er nogmaals bij de Commissie op aan rekening te houden met de verplichtingen van de Unie krachtens internationale overeenkomsten, zoals de Overeenkomst van Parijs, het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit en de SDG’s van de VN; roept er nogmaals toe op om ontwerpuitvoeringshandelingen vergezeld te doen gaan van een toelichting waarin wordt uiteengezet op welke manier aan het “geen schade berokkenen”-beginsel is voldaan (25);

8.

wijst erop dat in de amendementen op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 182/2011 (26), die door het Europees Parlement op 17 december 2020 werden aangenomen als basis voor onderhandelingen met de Raad, staat dat de Commissie geen vergunning voor ggo’s dient te verlenen als de lidstaten geen gekwalificeerde meerderheid voor vergunningverlening kunnen bereiken; is van oordeel dat de Commissie zich hiernaar moet voegen, en verzoekt de Raad met zijn werkzaamheden door te gaan en ten aanzien van dit dossier zo snel mogelijk een algemene benadering vast te stellen;

9.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.

(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1.

(2)  PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

(3)  Wetenschappelijk advies van het EFSA-panel voor genetisch gemodificeerde organismen, getiteld “Assessment of genetically modified cotton GHB811 for food and feed uses, under Regulation (EG) No 1829/2003 (application EFSA-GMO-ES-2018/154)”, https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/6781

(4)  Tijdens de achtste zittingsperiode nam het Parlement 36 resoluties aan waarin bezwaar werd gemaakt tegen het verlenen van vergunningen voor ggo’s. Bovendien heeft het Parlement tijdens de negende zittingsperiode de volgende resoluties aangenomen:

Resolutie van het Europees Parlement van 10 oktober 2019 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde mais MZHG0JG (SYN-ØØØJG-2) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0028).

Resolutie van het Europees Parlement van 10 oktober 2019 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde sojabonen A2704-12 (ACS-GMØØ5-3) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0029).

Resolutie van het Europees Parlement van 10 oktober 2019 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais MON 89034 × 1507 × MON 88017 × 59122 × DAS-40278-9, en genetisch gemodificeerde maissoorten die bestaan uit een combinatie van twee, drie of vier van de transformatiestappen MON 89034, 1507, MON 88017, 59122 en DAS-40278-9, ingevolge Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0030).

Resolutie van het Europees Parlement van 14 november 2019 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerd katoen LLCotton25 (ACS-GHØØ1-3) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0054).

Resolutie van het Europees Parlement van 14 november 2019 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde sojabonen MON 89788 (MON-89788-1) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0055).

Resolutie van het Europees Parlement van 14 november 2019 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde mais MON 89034 × 1507 × NK603 × DAS-40278-9 en subcombinaties MON 89034 × NK603 × DAS-40278-9, 1507 × NK603 × DAS-40278-9 en NK603 × DAS-40278-9 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0056).

Resolutie van het Europees Parlement van 14 november 2019 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde mais Bt11 × MIR162 × MIR604 × 1507 × 5307 × GA21 en genetisch gemodificeerde maissoorten die bestaan uit een combinatie van twee, drie, vier of vijf van de “events” Bt11, MIR162, MIR604, 1507, 5307 en GA21, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen Teksten, P9_TA(2019)0057).

Resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja MON 87708 × MON 89788 × A5547-127, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0069).

Resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais MON 87427 × MON 89034 × MIR162 × NK603 en genetisch gemodificeerde maissoorten die bestaan uit een combinatie van twee of drie van de transformatiestappen MON 87427, MON 89034, MIR162 en NK603, en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1111 van de Commissie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0291).

Resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde sojabonen SYHT0H2 (SYN-ØØØH2-5) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0292).

Resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais MON 87427 × MON 87460 × MON 89034 × MIR162× NK603, en genetisch gemodificeerde maissoorten die bestaan uit een combinatie van twee, drie of vier van de transformatiestappen MON 87427, MON 87460, MON 89034, MIR162 en NK603, ingevolge Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0293).

Resolutie van het Europees Parlement van 17 december 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja MON 87751 × MON 87701 × MON 87708 × MON 89788 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0365).

Resolutie van het Europees Parlement van 17 december 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais MON 87427 × MON 89034 × MIR162 × MON 87411, en genetisch gemodificeerde maissoorten die bestaan uit een combinatie van twee of drie van de transformatiestappen MON 87427, MON 89034, MIR162 en MON 87411 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0366).

Resolutie van het Europees Parlement van 17 december 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais MIR604 (SYN-IR6Ø4-5) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0367).

Resolutie van het Europees Parlement van 17 december 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais MON 88017 (MON-88Ø17-3) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0368).

Resolutie van het Europees Parlement van 17 december 2020 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais MON 89034 (MON-89Ø34-3) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0369).

Resolutie van het Europees Parlement van 11 maart 2021 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde katoen GHB614 × T304-40 × GHB119 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2021)0080).

Resolutie van het Europees Parlement van 11 maart 2021 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde mais MZIR098 (SYN-ØØØ98-3), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2021)0081).

Resolutie van het Europees Parlement van 7 juli 2021 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde soja DAS-81419-2 × DAS–44406–6 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2021)0334).

Resolutie van het Europees Parlement van 7 juli 2021 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais 1507 × MIR162 × MON810 × NK603 en genetisch gemodificeerde maisrassen die twee of drie van de afzonderlijke transformatiestappen 1507, MIR162, MON810 en NK603 combineren, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2021)0335).

Resolutie van het Europees Parlement van 7 juli 2021 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais Bt 11 (SYN-BTØ11-1) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2021)0336).

Resolutie van het Europees Parlement van 15 februari 2022 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde sojabonen GMB151 (BCS-GM151-6), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0024).

Resolutie van het Europees Parlement van 15 februari 2022 over het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie tot verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerd katoen GHB614 (BCS-GHØØ2-5) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0025).

(5)  Advies van de EFSA, blz. 1.

(6)  Wetenschappelijk advies van het EFSA-panel voor genetisch gemodificeerde organismen inzake genetisch gemodificeerde katoen “Assessment of genetically modified cotton GHB614× T304-40 × GHB119 for food and feed uses, import and processing under Regulation (EG) No 1829/2003 (application EFSA-GMO-NL-2014-122), EFSA Journal 2018; 16(7):5349”, https://efsa.onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.2903/j.efsa.2018.5349 , blz. 22.

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 503/2013 van de Commissie van 3 april 2013 betreffende vergunningaanvragen voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 641/2004 van de Commissie en (EG) nr. 1981/2006 van de Commissie (PB L 157 van 8.6.2013, blz. 1).

(8)  Zie bijvoorbeeld Bonny, S., “Genetically Modified Herbicide-Tolerant Crops, Weeds, and Herbicides: Overview and Impact”, Environmental Management, januari 2016; 57(1), blz. 31-48, https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26296738 en Benbrook, C.M., “Impacts of genetically engineered crops on pesticide use in the U.S. — the first sixteen years”, Environmental Sciences Europe, 28 september 2012, vol. 24(1),https://enveurope.springeropen.com/articles/10.1186/2190-4715-24-24

(9)  Zie bijvoorbeeld: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1383574218300887,

https://academic.oup.com/ije/advance-article/doi/10.1093/ije/dyz017/5382278,

https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0219610, en

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6612199/

(10)  Conclusie van de EFSA over de intercollegiale toetsing van de pesticiderisicobeoordeling van de werkzame stof glyfosaat, EFSA Journal, 2015; 13(11):4302, blz. 3, https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/4302

(11)  https://echa.europa.eu/substance-information/-/substanceinfo/100.114.433

(12)  Conclusie van de EFSA over de intercollegiale toetsing van de pesticide-risicobeoordeling van de werkzame stof mesotrione. EFSA Journal 2016; 14(3):4419, blz. 3, https://doi.org/10.2903/j.efsa.2016.4419

(13)  Commentaar van Testbiotech op het wetenschappelijk advies inzake genetisch gemodificeerde katoen, getiteld “Assessment of genetically modified cotton GHB811 for food and feed uses, under Regulation (EG) No 1829/2003 (application EFSA-GMO-ES-2018-154) by BASF”.

https://www.testbiotech.org/content/testbiotech-comment-cotton-ghb811

(14)  Dit is inderdaad het geval voor glyfosaat, zoals vermeld in het met redenen omkleed advies van de EFSA getiteld “Review of the Existing Maximum Residue Levels for Glyphosate according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005”, EFSA Journal 2018; 16(5):5263, blz. 12, https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/5263

(15)  Opmerkingen van de lidstaten, beschikbaar via het EFSA-vragenregister: https://www.efsa.europa.eu/en/register-of-questions

(16)  https://www.ohchr.org/EN/Issues/Food/Pages/Pesticides.aspx

(17)  https://www.un.org/sustainabledevelopment/health/

(18)  https://www.mcgill.ca/newsroom/channels/news/widely-used-weed-killer-harming-biodiversity-320906

(19)  Transgene introgressie is de permanente introductie van transgenen van transgene gewassen in een natuurlijke populatie door kruisbestuiving.

(20)  Vázquez-Barrios, V., Boege, K., Sosa-Fuentes, T.G., Rojas, P., Wegier, A.,. ’’Ongoing ecological and evolutionary consequences by the presence of transgenes in a wild cotton population’, Scientific Reports 11, 2021, 1959, https://doi.org/10.1038/s41598-021-81567-z

(21)  Verdrag inzake biologische diversiteit, artikel 3: https://www.cbd.int/convention/articles/?a=cbd-03

(22)  Als in het comité van beroep geen gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten voor vergunningverlening is, kan de Commissie een vergunning verlenen, maar hoeft zij dat niet te doen (artikel 6, lid 3, van Verordening (EU) nr. 182/2011).

(23)  Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

(24)  https://tillymetz.lu/wp-content/uploads/2020/09/Co-signed-letter-MEP-Metz.pdf

(25)  Resolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2020 over de Europese Green Deal (PB C 270 van 7.7.2021, blz. 2), par. 102.

(26)  Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0364.


Top