EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022IE0726

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de nieuwe Handels- en Technologieraad EU-VS in actie: prioriteiten voor ondernemingen, werknemers en consumenten en noodzakelijke waarborgen (initiatiefadvies)

EESC 2022/00726

PB C 443 van 22.11.2022, p. 37–43 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.11.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 443/37


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de nieuwe Handels- en Technologieraad EU-VS in actie: prioriteiten voor ondernemingen, werknemers en consumenten en noodzakelijke waarborgen

(initiatiefadvies)

(2022/C 443/05)

Rapporteur:

Timo VUORI

Corapporteur:

Tanja BUZEK

Besluit van de voltallige vergadering

21.10.2021

Rechtsgrond

Art. 52, lid 2, van het reglement van orde

 

Initiatiefadvies

Bevoegde afdeling

Externe betrekkingen

Goedkeuring door de afdeling

9.6.2022

Goedkeuring door de voltallige vergadering

14.7.2022

Zitting nr.

571

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

173/0/4

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

Werken aan een positieve trans-Atlantische agenda — De Handels- en Technologieraad (TTC) EU-VS kan de kern vormen van een agenda om ons partnerschap nieuw leven in te blazen met vertrouwde samenwerkingskanalen. Onze trans-Atlantische economieën zijn goed voor ongeveer de helft van het mondiale bbp en voor een groot deel van de handels- en investeringsstromen in de wereld, maar onze betrekkingen stuiten nog steeds op factoren die handel, investeringen, werken, reizen en studeren aan beide zijden van de Atlantische Oceaan belemmeren.

1.2.

Het voortouw nemen om onze waarden en op regels gebaseerde handel te beschermen — In turbulente geopolitieke tijden rust er een grote verantwoordelijkheid op de leidende economieën van de wereld — de EU, de VS en andere gelijkgestemde partners — om samen een modern samenwerkingskader voor handel en technologie te bevorderen, dat een open en duurzame economie, vrije en eerlijke handel en de eerbiediging van democratische waarden, het recht op fatsoenlijk werk en mensenrechten ondersteunt.

1.3.

De noodzaak om te reageren op marktverstoringen — Na een groot aantal aanhoudende crises moeten de trans-Atlantische partners snel manieren vinden om onze open democratische samenlevingen veerkrachtiger te maken, onder meer door onze mondiale waarde- en toeleveringsketens en onze energiezekerheid veilig te stellen, in het bijzonder wat betreft de dringende noodzaak om een alternatief te vinden voor de levering van energie en grondstoffen uit Rusland. Verder moeten de EU en de VS meer inspanningen leveren om het multilateralisme te versterken en de uitdagingen in verband met de klimaatverandering aan te pakken, alsook om ervoor te zorgen dat de vrije en eerlijke handel niet wordt ondermijnd en dat marktverstoringen door autoritaire staten worden tegengegaan.

1.4.

Vertrouwen opbouwen op basis van wederzijdse en stabiele samenwerking — Beide partijen moeten zich inzetten voor de totstandbrenging van een permanente structuur voor dialoog in het kader van de TTC, teneinde op korte en lange termijn concrete resultaten te kunnen boeken die verder reiken dan politieke verkiezingscycli en regeringswisselingen. Daarnaast moeten de EU en de VS er in het kader van de TTC voor ijveren om handels- en technologiekwesties op een meer strategische en horizontale manier aan te pakken. De tien werkgroepen van de TTC moeten streven naar een doeltreffend gecoördineerde totaalaanpak van de samenwerking, waarbij onnodige verkokering wordt voorkomen.

1.5.

De betrokkenheid van belanghebbenden versterken — Om mislukkingen zoals bij eerdere ambitieuze handelsbesprekingen te voorkomen, zijn transparantie en een sterke betrokkenheid van de belanghebbenden aan weerszijden van de Atlantische Oceaan geboden. Alleen dan kan de TTC zijn doelstellingen bereiken. Daarom zal het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) zich actief inzetten binnen de structuren van de TTC en streeft het ernaar om als unieke stakeholder van het maatschappelijk middenveld betrokken te worden bij de ministeriële bijeenkomsten van de TTC. In dit verband betreurt het EESC het nogmaals dat het mandaat van de deskundigengroep voor handelsovereenkomsten niet is verlengd en dat er geen vergelijkbare permanente structuur voor het raadplegen van stakeholders is gecreëerd.

1.6.

Specifieke trans-Atlantische arbeidsdialoog — Het EESC heeft in het verleden zijn steun uitgesproken voor de Trans-Atlantische ondernemersdialoog en de Trans-Atlantische consumentendialoog. Het is er dan ook mee ingenomen dat er onlangs tijdens een ministerovereenkomst in Parijs is aangekondigd om een tripartiete dialoog over handel en arbeid op te zetten. Hiermee wordt een formeel kanaal geschapen dat sociale partners uit de EU en de VS in staat stelt om input voor het TTC-proces te leveren en hun stempel te drukken op de trans-Atlantische handels- en investeringsbetrekkingen. In dit verband dringt het EESC er bij de Europese Commissie op aan om iets te doen aan het gebrek aan evenwicht in de arbeidsdemocratie als gevolg van de niet-ratificatie van zes fundamentele IAO-verdragen en de gevolgen daarvan voor het gelijke speelveld in de handel.

2.   Algemene opmerkingen — De groeiende behoefte aan een hechter partnerschap tussen de EU en de VS

2.1.

Het EESC in de trans-Atlantische dialoog — Al jaren volgt het EESC trans-Atlantische politieke en handelskwesties en verwoordt het de standpunten van het maatschappelijk middenveld in de EU. Daarnaast onderhoudt het EESC een regelmatige dialoog met zowel de EU-instellingen als de Amerikaanse regering, en in het bijzonder met het maatschappelijk middenveld aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. De oprichting van een nieuwe Handels- en Technologieraad EU-VS, met tien werkgroepen en regelmatige hoorzittingen, noopt het EESC ertoe zijn standpunt over de prioriteiten van deze raad te actualiseren.

2.2.

Verantwoordelijkheid van de grootste economieën ter wereld — Het EESC onderstreept dat de EU en de VS nog steeds de omvangrijkste bilaterale handels- en investeringsbetrekkingen met elkaar onderhouden en de sterkst geïntegreerde economische relatie ter wereld hebben. De VS is in 2021 door China ingehaald als de grootste herkomstbron van ingevoerde goederen in de EU, maar blijft veruit de grootste handels- en investeringspartner van de EU. De trans-Atlantische relatie drukt haar stempel op de wereldeconomie in een gespannen multilateraal handelssysteem dat de gevolgen ondervindt van een WTO in crisis, een COVID-19-pandemie die al twee jaar aanhoudt en nu ook de oorlog in Oekraïne. Bijna elk ander land in de wereldeconomie heeft of de EU, of de VS als grootste handels- en investeringspartner. Het trans-Atlantisch partnerschap is geen doel op zich, maar moet berusten op gemeenschappelijke waarden en belangen en een gedeelde verantwoordelijkheid. Samen zouden de EU en de VS een anker voor democratie, vrede en veiligheid in de hele wereld moeten zijn, evenals voor de rechtsstaat en de mensenrechten (1).

2.3.

Momentum voor een hechter, strategisch partnerschap tussen de EU en de VS — Nu een onverwachte reeks crises de wereld op zijn grondvesten doet schudden, is het voor de leidende economieën van de wereld — de EU en de VS, samen met andere gelijkgestemde democratische staten met een open en op regels gebaseerde markteconomie — een kritiek moment om hun politieke en economische samenwerking te verdiepen, teneinde onze universele waarden te beschermen en de welvaart, democratie en rechtsstaat, veiligheid en mensenrechten te versterken. Van al deze prioriteiten is vrede de meest dringende prioriteit in het internationale beleid geworden. Tegelijkertijd mogen wij niet langer tolereren dat staten inbreuk maken op de internationale orde of zich opstellen als freeriders in de internationale handel.

2.4.

Sleutelrol van handel en technologie in de geopolitiek — Het EESC herhaalt dat het bij handel en technologie om meer gaat dan louter regelgevingskwesties; het zijn essentiële instrumenten om universele waarden wereldwijd te beschermen en te bevorderen. De EU en de VS moeten hun samenwerking verdiepen en concrete resultaten boeken op multilateraal en bilateraal niveau. De TTC biedt een unieke gelegenheid voor strategische samenwerking op hoog niveau op het gebied van handel en technologie die verder gaat dan de huidige ad-hocsamenwerkingsregelingen en waarbij verder wordt gekeken dan de verkiezingen in de EU en de VS en institutionele regeringswisselingen.

2.5.

Platform voor dialoog en samenwerking — De TTC is geen herhaling van het Trans-Atlantisch Partnerschap voor handel en investeringen (TTIP) en moet ook niet als zodanig worden beschouwd, maar uit de mislukte onderhandelingen daarover kan wel een aantal nuttige lessen worden getrokken. De doelstellingen en procedures van de TTC mogen geen afbreuk doen aan de instellingen en besluitvormingsprocessen van de EU, terwijl de betrokkenheid van de belanghebbenden moet worden vergroot. EU-normen die onze waarden weerspiegelen, mogen niet ter discussie worden gesteld; met name het voorzorgsbeginsel staat centraal in de benadering van de EU bij het vaststellen van normen. Het EESC onderschrijft dat samenwerking op het gebied van normen ook verband met verschillende rechtskaders houdt en grondige analyses van technische kwesties vereist, alsmede een beoordeling van de economische, sociale en milieugevolgen, die per geval moet worden uitgevoerd. Zo laat de nieuwe kaderovereenkomst (principeakkoord) over dataverkeer zien dat de EU en de VS in staat zijn om over gevoelige kwesties een consensus te bereiken.

2.6.

Veel steun van belanghebbenden — Het EESC stelt vast dat het bedrijfsleven en andere belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld, zowel in de EU als in de VS, reeds brede steun hebben uitgesproken voor de TTC en de vastgestelde onderwerpen voor de tien werkgroepen. De meerwaarde van een strategisch trans-Atlantisch partnerschap en van nauwere samenwerking op regelgevingsgebied lijkt door de trans-Atlantische partners te worden ingezien. Er is nog steeds sprake van onnodige handels-, investerings- en arbeidsbelemmeringen. Daarnaast zouden de trans-Atlantische partners samen hun concurrentiepositie op de wereldmarkt kunnen versterken, iets wat hand in hand gaat met de doelstellingen van duurzame ontwikkeling, sociale rechtvaardigheid, eerbiediging van de mensenrechten, hoge arbeidsnormen en strenge milieunormen. Om resultaten te boeken moeten beide partijen zich echter bewust zijn van elkaars doelstellingen, benaderingen en middelen bij de ontwikkeling van een gemeenschappelijk nieuw handelskader.

2.7.

Betere raadpleging van belanghebbenden na mislukte dialogen tussen het maatschappelijk middenveld van de EU en de VS — Het EESC benadrukt dat een versterkte dialoog met het maatschappelijk middenveld een essentieel onderdeel is in trans-Atlantisch verband, ook in de TTC. Van bijzonder belang wat dit aangaat is de gezamenlijke dialoog over burgerrechten, weerbaarheid tegen desinformatie, mediavrijheid, klimaatactie, sociale rechten, bescherming van de consument en bevordering van de democratie (2). Het trans-Atlantisch partnerschap kan de opmaat vormen naar een nog nauwere trans-Atlantische integratie van onze economieën, met inbegrip van een gemeenschappelijk kader voor handel, technologie en investeringen.

3.   Specifieke opmerkingen — Belangrijkste prioriteiten voor het bedrijfsleven, werknemers en consumenten

3.1.

Het EESC meent dat de TTC een bewijs vormt van de onderlinge verbondenheid van de twee grootste economieën ter wereld en tevens een uniek forum is voor meer samenwerking op het gebied van handelsbeleid en marktregulering aan weerszijden van de Atlantische Oceaan. Het EESC is dan ook van oordeel dat de TTC zich moet richten op zaken die belangrijke prioriteiten van bedrijven, werknemers en consumenten zijn.

3.2.

Moderne, op regels gebaseerde multilaterale handel — De EU en de VS moeten in de Wereldhandelsorganisatie (WTO) gezamenlijke verantwoordelijkheid en leiderschap tonen en opkomen voor een doeltreffend multilateraal model, met een vooruitstrevend handelsbeleid dat rekening houdt met milieu- en sociale aspecten (3). De EU en de VS worden geconfronteerd met problemen als gevolg van marktverstorende praktijken van niet-markteconomieën, waaronder oneerlijke en discriminerende maatregelen in verband met staatsbedrijven, overheidssubsidies, heffingen en belastingen.

3.3.

Leidinggeven aan de hervorming van de WTO — De TTC moet manieren zoeken om het multilaterale handelssysteem van de WTO en haar mechanisme voor geschillenbeslechting te verbeteren, gezien de centrale rol ervan bij het tot stand brengen van een doeltreffende multilaterale matrix voor een progressieve handelsagenda met milieu- en sociale thema’s. De EU en de VS moeten het voortouw nemen bij de ambitieuze hervorming van de WTO en een moderne WTO-agenda bevorderen door taboes (d.w.z. sociale aspecten van handel) te doorbreken en de huidige en toekomstige uitdagingen op duurzame wijze aan te pakken. Daartoe roept het EESC de EU en de VS op om bij prioritaire multilaterale kwesties een strategische samenwerking met de belangrijkste handelspartners aan te gaan (4).

3.4.

Fatsoenlijk werk in de internationale handel (5) — Het EESC dringt er bij de EU en de VS op aan zich in te zetten voor nauwere samenwerking tussen de WTO en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), teneinde fatsoenlijk werk en arbeidsnormen door middel van handelsinstrumenten te bevorderen. De recente verkiezing van nieuwe directeuren-generaal bij beide organisaties zou moeten helpen om de ontwikkelingen op dit gebied een nieuwe impuls te geven. Het waarborgen van de naleving van internationale arbeidsnormen, zoals vastgesteld en gecontroleerd door de IAO, zou deel moeten uitmaken van een door de EU en de VS geleid debat over de hervorming van de WTO. Het voorstel van de VS om het wereldwijde probleem van dwangarbeid op vissersvaartuigen aan de orde te stellen tijdens de lopende WTO-onderhandelingen over visserijsubsidies, wordt door het EESC gunstig ontvangen als een positief voorbeeld en een kans om deze ambitieuze heroverweging kracht bij te zetten (6). De trans-Atlantische partners moeten hun samenwerking verder gebruiken om te werken aan een sterkere rechtsgrondslag voor het opnemen van fundamentele arbeidsrechten van de IAO in de WTO-regels (7). Bilaterale arbeidskwesties van gemeenschappelijk belang moeten ook aangepakt worden met vergelijkende benaderingen van de hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling en de effectieve afdwingbaarheid daarvan in vrijhandelsovereenkomsten (8). Het EESC dringt al langer aan op een vernieuwde, op sancties gebaseerde handhavingsaanpak van TSD-hoofdstukken en heeft verheugd kennisgenomen van innovatieve handhavingsinstrumenten in de overeenkomst tussen de VS, Mexico en Canada (USMCA) (9).

3.5.

Samenwerken in internationale fora — De TTC zou een forum kunnen zijn voor de voorbereiding van versterkte samenwerking inzake arbeids- en werkgelegenheidskwesties in internationale fora, met name in de IAO en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Deze versterkte samenwerking moet ook de bevordering en handhaving van zorgvuldigheidsverplichtingen omvatten. De TTC moet gezamenlijke capaciteitsopbouw aanmoedigen, met name ter bevordering van veiligheid en gezondheid op de werkvloer wereldwijd, en gezamenlijke projecten ontwikkelen, bijvoorbeeld met betrekking tot de inzet van middelen voor arbeidsinspecties in derde landen. De verwachte opname van de verdragen inzake veiligheid en gezondheid op de werkvloer in de fundamentele arbeidsnormen van de IAO zou een vruchtbaar terrein voor samenwerking kunnen vormen. Dwangarbeid is een punt van grote gemeenschappelijke zorg en de aanpak hiervan door de EU en de VS, met name wat betreft de invoer van goederen die door middel van dergelijke praktijken in China zijn geproduceerd, moet worden gecoördineerd. De wereldwijde verspreiding van nieuwe vormen van werkgelegenheid, met name platformwerk, onder leiding van bedrijven uit de VS en de EU, moet worden besproken in de desbetreffende TTC-werkgroepen, waarin ook werknemers een inbreng moeten hebben.

3.6.

Veerkracht en duurzaamheid in mondiale toeleveringsketens — De TTC moet strategieën ontwikkelen voor vergroting van de veerkracht door de duurzaamheid van mondiale toeleveringsketens te waarborgen en ervoor te zorgen dat zij naar behoren kunnen functioneren. De EU en de VS dienen hun gemeenschappelijke zwakke punten in kaart te brengen en samen te werken, bijvoorbeeld op het gebied van de beschikbaarheid van kritieke grondstoffen en producten zoals halfgeleiders. De trans-Atlantische partners moeten ook onmiddellijk aandacht vragen voor een gestandaardiseerde aanpak ter waarborging van de energievoorziening, die volledig is afgestemd op een ambitieuze duurzaamheidsagenda zoals de Europese Green Deal. Bovendien moeten zij nadenken over gemeenschappelijke actie om de desbetreffende productiecapaciteit, investeringen en logistiek te verbeteren. De TTC moet werken aan gemeenschappelijke verplichte zorgvuldigheidseisen in toeleveringsketens, gebaseerd op beste praktijken, teneinde een model voor wereldwijde duurzaamheidseisen in waardeketens te creëren.

3.7.

Ondersteuning van de groene economie — De TTC moet zich richten op samenwerking inzake groene en klimaattechnologie en maatregelen voor een rechtvaardige transitie. De EU en de VS moeten samenwerken aan een internationaal kader en internationale normen voor klimaatmitigatie, de circulaire economie, duurzame financiering, energiebesparende technologie, groene en sociale normen bij overheidsopdrachten, ecolabeling en duurzaamheidsrapportage. Verder zouden de trans-Atlantische partners zich moeten inzetten voor het vaststellen van een multilateraal kader voor de liberalisering van de handel in milieugoederen in het kader van de bestaande initiatieven, te weten de overeenkomst inzake milieugoederen, de gestructureerde besprekingen over handel en milieuduurzaamheid (Trade and Environmental Sustainability Structured Discussions — TESSD) en de informele dialoog over de verontreiniging door kunststoffen. De TTC moet zich richten op doeltreffende en gecoördineerde mechanismen voor koolstofgrenscorrectie (CBAM) om een model voor een wereldwijd kader te creëren en handelsconflicten tussen de EU en de VS te voorkomen.

3.8.

Digitalisering en nieuwe economieën — De TTC moet zich richten op samenwerking met betrekking tot technologiestandaarden, onderzoek en beleid op het gebied van artificiële intelligentie (AI), het internet der dingen, 6G, en batterij-, kwantum- en blockchaintechnologieën. Het kader moet innovatie en normalisatie bevorderen, maar moet ook essentiële onderliggende beleidsoverwegingen omvatten. Nieuwe technologische gebieden zoals AI hebben vaak ook implicaties voor de werkplek die om degelijke AI- en datastrategieën vragen, waarmee in de eerste plaats een Europees rechts- en beschermend kader moet worden geboden dat gebaseerd is op de mensenrechten, en dus ook ethische regels en arbeids- en vakbondsrechten moet omvatten. Het is niet mogelijk om aan beide zijden exact dezelfde regels te hebben, maar er moet wel gestreefd worden naar interoperabiliteit van de desbetreffende kaders. Verder moeten gemeenschappelijke wettelijke vereisten voor klimaatneutrale technologieën, biotechnologie en gezondheidstechnologie worden verduidelijkt. De EU en de VS moeten op waarden gebaseerde beginselen voor internationale standaarden bevorderen om het mondiale leiderschap in deze nieuwe economieën te behouden. De TTC moet ook de weerbaarheid van onze democratische samenlevingen versterken, met het oog op het voorkomen van gerichte, door AI gestuurde desinformatiecampagnes, en door een betere beveiliging van informatie- en communicatietechnologie (ICT), teneinde door staten gesteunde cyberaanvallen tegen te gaan.

3.9.

Data en privacy — De TTC moet zich richten op samenwerking om ervoor te zorgen dat het delen van digitale technologie en data tussen de VS en de EU in de toekomst een open, internationaal ecosysteem mogelijk maakt voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie om klanten en burgers wereldwijd te kunnen bedienen met de meest geavanceerde technologie, terwijl hun fundamentele recht op privacy wordt beschermd en de beleidsruimte voor openbare toegang tot en controle van gegevens en het vermogen om digitale multinationale ondernemingen te reguleren, behouden blijft. De EU en de VS moeten bovendien snel overeenstemming bereiken over een nieuw kader voor de overdracht van gegevens, waarmee de problemen worden aangepakt die tot de nietigverklaring van het privacyschild hebben geleid, en de door hen gedeelde gemeenschappelijke waarden van privacy en veiligheid verdedigen.

3.10.

Exportcontroles — De TTC dient zich bezig te houden met opkomende en fundamentele technologieën, waarbij de belangrijke rol van multilaterale exportcontroleregelingen moet worden gewaarborgd, omdat deze zowel voor de EU als voor de VS van groot belang zijn voor de bevordering van democratie, mensenrechten en een open samenleving met een markteconomie. Effectieve handelssancties vereisen bijvoorbeeld een doeltreffende exportcontrole van staten die misbruik maken van handel en technologie en die de vrede, de veiligheid en de mensenrechten ondermijnen. De EU en de VS moeten samenwerken bij het opbouwen van allianties met gelijkgestemde partners om de uitdagingen die zich hierbij voordoen aan te pakken en te zorgen voor een gelijk speelveld.

3.11.

Normalisatie — De TTC moet zich richten op samenwerking tussen de normalisatie-instellingen, alsook op de beperkte beginselen van wederzijdse erkenning. Er bestaan echter verschillen tussen de normalisatiesystemen van de EU en de VS. Meer specifiek bestaat het beginsel “één product, één norm, overal geaccepteerd”, dat een pijler van de interne markt van de EU is, in de Verenigde Staten niet. Wanneer in Europa een nieuwe norm wordt aangenomen, worden nationale normen die hiermee in strijd zijn, ingetrokken. In de VS bestaan op de markt verschillende normen naast elkaar, waardoor het voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) moeilijk te begrijpen is welke norm het beste bij hun productlijnen past. Het gaat hier vaak om kleine bedrijven met beperkte middelen maar met een hoog niveau van specialisatie in een nichemarkt, waarop hun concurrentievermogen stoelt.

3.12.

Kmo’s — Samenwerking op regelgevingsgebied in het kader van de TTC kan een belangrijke rol spelen bij het vergemakkelijken van handel en investeringen, alsook bij het verbeteren van het concurrentievermogen van met name kleine ondernemingen. Vooral kmo’s verwachten dat zich nieuwe mogelijkheden aandienen, aangezien zij, anders dan grote bedrijven, niet over de middelen beschikken om aan beide zijden van de Atlantische Oceaan in verschillende regelgevingsomgevingen te opereren. Tegelijkertijd zou meer verenigbaarheid van de regelgevingsstelsels grote bedrijven mogelijkheden bieden om van schaalvoordelen tussen Europa en de VS te profiteren (10).

3.13.

Voedsel en landbouw — Volgens het EESC is het belangrijk dat de EU en de VS, naast de werkzaamheden van de TTC, het nieuwe trans-Atlantische samenwerkingsplatform voor landbouw hebben opgericht, dat bedoeld is om wereldwijde uitdagingen als duurzaamheid, klimaatverandering en voedselzekerheid aan te gaan. Internationale samenwerking om de klimaatverandering het hoofd te bieden en duurzaamheid te bevorderen is van het grootste belang om de zware en lastige toekomst die ons als mondiale samenleving te wachten staat, te verzachten. De oorlog in Oekraïne en de onmiddellijke gevolgen daarvan voor de mondiale voedselvoorziening hebben deze uitdaging nog groter gemaakt. De klimaatverandering heeft nu al een diepgaande en ingrijpende invloed op de bestaansmiddelen van boeren, van extreme weerschommelingen tot ernstige droogte, van overstromingen tot bosbranden, en andere rampzalige gebeurtenissen die onze steden en gemeenschappen bedreigen. De EU en de VS moeten deze uitdaging aangaan.

3.14.

Consumenten — In het kader van de werkzaamheden van de TTC moeten er waarborgen worden gecreëerd om ervoor te zorgen dat het proces van samenwerking op regelgevingsgebied niet wordt gebruikt om sociale, arbeids-, consumenten- en milieunormen te ondermijnen. De raad moet er veeleer naar streven deze normen te harmoniseren en te verbeteren. Als aan deze voorwaarden is voldaan, zijn de voordelen niet alleen economisch van aard, maar kunnen zij ook bijdragen aan de taak van regelgevende instanties door doelstellingen van het overheidsbeleid te realiseren. Voorts kan de trans-Atlantische samenwerking worden ontwikkeld door het delen van analyses, systemen voor vroegtijdige waarschuwing tegen gevaarlijke producten en diensten uit derde landen en een dialoog over een betere handhaving van de wetgeving. Nu er wordt afgestapt van verplichte convergentie, die formeel werd nagestreefd met het TTIP, moeten de EU en de VS deze nieuwe agenda voor vrijwillige samenwerking goed invullen om hun burgers te helpen de nieuwe uitdagingen van deze kritieke periode het hoofd te bieden.

4.   Aanpakken van zorgpunten en noodzakelijke waarborgen

4.1.

De TTC biedt de beste gelegenheid om te laten zien dat de EU en de VS in staat zijn concrete stappen te zetten naar echte samenwerking op het gebied van handel en technologie en aan te tonen dat hun relatie is gebaseerd op een zinvol partnerschap. Er zijn echter bepaalde kritieke punten waar de TTC aan moet werken om succes te boeken:

een sterk strategisch engagement van de leiders van zowel de EU als de VS;

een duidelijke gemeenschappelijke visie op de doelstellingen en procedés van de TTC;

de noodzaak om via samenwerking meerwaarde te creëren door positieve, concrete resultaten te boeken;

de noodzaak om verdere stappen te ondernemen met het oog op de ontwikkeling van een gezamenlijke aanpak voor het tot stand brengen van gezamenlijke normen;

de noodzaak om een duidelijke methode vast te stellen voor het oplossen van gedetailleerde technische kwesties;

het opzetten van doeltreffende mechanismen om voorlichting te bieden over de politieke besluitvorming, zowel in de EU als in de VS;

totstandbrenging van een systeem om belanghebbenden uit het bedrijfsleven, vakbonden en andere maatschappelijke stakeholders actief en gestructureerd bij de zaak te betrekken;

zorgen voor vlotte coördinatie, samenhang en een totaalaanpak van het gehele arbeidsproces; voortbouwen op de lessen die zijn getrokken uit de TTIP-onderhandelingen en eerdere bilaterale activiteiten waar het gaat om werkwijze, transparantie en publieksvoorlichting;

verantwoordelijkheid voor de civiele samenleving aan de andere kant van de Atlantische Oceaan om dit proces met kennis van zaken in goede banen te leiden.

4.2.

De verdediging van de grote openbare belangen van de EU bij trans-Atlantische samenwerking op regelgevingsgebied is voor het EESC altijd van fundamenteel belang geweest. Het EESC stelt nogmaals nadrukkelijk dat het behoud van de bestaande hoge normen een fundamentele vereiste is. Naast het doel de handelsmogelijkheden te vergroten, moet de samenwerking op regelgevingsgebied ook de veiligheid, de gezondheid en het economisch en sociaal welzijn van de burgers aan beide zijden van de Atlantische Oceaan verbeteren. Het EESC zou graag de verzekering krijgen dat, onder andere, de EU-voedselwetgeving niet zal veranderen en dat de beperkingen van de EU inzake hormonen, groeibevorderaars en genetisch gemodificeerde organismen behouden zullen blijven (11).

4.3.

Het EESC verzoekt de EU-Commissie dringend om in het kader van de TTC iets te doen aan het gebrek aan evenwicht in de arbeidsdemocratie en de gevolgen daarvan voor de gelijke concurrentievoorwaarden in de handel. Het EESC wijst er nogmaals op dat de VS slechts twee van de acht fundamentele arbeidsnormen van de IAO hebben geratificeerd, waarbij met name belangrijke basisverdragen als Verdrag nr. 87 inzake de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en Verdrag nr. 98 inzake het recht op collectieve onderhandelingen ontbreken (12).

5.   Zinvolle betrokkenheid van belanghebbenden na de ervaringen met het TTIP-proces

5.1.

Het EESC onderstreept dat het TTC-proces transparant en controleerbaar moet zijn en dat groeperingen van algemeen belang er op een zinvolle manier bij moeten worden betrokken. Dit moet hand in hand gaan met een verbeterd en actief communicatiebeleid over de aard van de TTC. Het belangrijkste is dat de samenwerkingsagenda een platform blijft om informatie te verstrekken en goede praktijken uit te wisselen, en geen automatisch instrument om elkaars wetgevings- en besluitvormingsprocessen te beïnvloeden of elkaar ervan te weerhouden verschillende vormen van bescherming te verbeteren.

5.2.

Belanghebbende partijen moeten inbreng kunnen leveren in alle tien de werkgroepen om een verkokerde aanpak te voorkomen. De werkgroep voor de aanpak van de uitdagingen op het gebied van de wereldhandel heeft een meer horizontaal karakter en vormt het belangrijkste forum voor de besprekingen over arbeid. Aanverwante problemen, met name kwesties die verband houden met toeleveringsketens, AI en andere opkomende technologieën, en gegevensbescherming, vormen het aandachtsterrein van een aantal andere werkgroepen.

5.3.

Het EESC beschouwt de bescherming en het welzijn van consumenten als overkoepelende doelstellingen van deze samenwerking. De verschillende TTC-dialogen moeten transparant zijn voor belanghebbenden. De betrokken regelgevende instanties en sectorspecialisten moeten een leidende rol spelen bij de ontwikkeling van de samenwerking op regelgevingsgebied.

5.4.

Naast gerichte bijeenkomsten in het kader van de dialoog met het maatschappelijk middenveld moeten er voor en na elke bijeenkomst van de TTC voorbereidende bijeenkomsten en nabesprekingen met belanghebbenden worden gepland. De vroegere door DG Handel opgerichte TTIP-adviesgroep was een waardevol voorbeeld van de raadpleging van belanghebbenden, waarbij ook het EESC had moeten worden betrokken. Het was ook een forum waar de deelnemende organisaties beter konden begrijpen welke kansen de handel biedt en welke uitdagingen ermee gepaard gaan voor de verschillende door anderen vertegenwoordigde belangengroepen. Dit heeft bijgedragen tot het slaan van bruggen tussen de verschillende organisaties.

5.5.

In dit verband betreurt het EESC nogmaals dat het mandaat van de deskundigengroep voor handelsovereenkomsten niet is verlengd. Het was een zeer positieve stap in de strategie van de Commissie om de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij het handelsbeleid te verbeteren en de transparantie te vergroten. Het was ook de logische voortzetting van de TTIP-adviesgroep.

5.6.

Het EESC heeft in het verleden zijn steun uitgesproken voor de trans-Atlantische dialogen over bedrijfsleven en consumenten en dringt aan op erkenning van een soortgelijke trans-Atlantische arbeidsdialoog.

Brussel, 14 juli 2022.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Christa SCHWENG


(1)  PB C 152 van 6.4.2022, blz. 56.

(2)  PB C 152 van 6.4.2022, blz. 56.

(3)  PB C 152 van 6.4.2022, blz. 56.

(4)  PB C 374 van 16.9.2021, blz. 73.

(5)  Het EESC heeft concrete aanbevelingen gedaan in PB C 429 van 11.12.2020, blz. 197; SOC/727, Waardig werk wereldwijd van rapporteur Maria del Carmen Barrera Chamorro, dat in september 2022 zal worden goedgekeurd.

(6)  PB C 374 van 16.9.2021, blz. 73.

(7)  Mogelijke verdere stappen zijn een interpretatieve verklaring in het kader van artikel IX, lid 2, van de WTO-overeenkomst, waarin een interpretatie van de uitzondering voor de “openbare zeden” (artikel XX van de GATT 1994 en artikel XIV van de GATS) wordt gegeven, zodat deze ook de fundamentele arbeidsrechten van de IAO omvat, en de mogelijke rol van IAO-besluiten in eventuele juridische procedures over deze kwestie wordt uiteengezet.

(8)  Een goed voorbeeld om op voort te bouwen is de in opdracht van de EU uitgevoerde “Vergelijkende analyse van bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling in vrijhandelsovereenkomsten”, LSE, februari 2022, met name met betrekking tot het mechanisme voor snelle respons van de overeenkomst tussen de VS, Mexico en Canada (USMCA), https://www.lse.ac.uk/business/consulting/assets/documents/TSD-Final-Report-Feb-2022.pdf

(9)  PB C 105 van 4.3.2022, blz. 40.

(10)  PB C 487 van 28.12.2016, blz. 30.

(11)  PB C 487 van 28.12.2016, blz. 30.

(12)  De lijst van niet-geratificeerde fundamentele arbeidsverdragen wordt verder gevormd door Verdrag nr. 29 betreffende dwangarbeid, Verdrag nr. 100 betreffende gelijke beloning, Verdrag nr. 111 betreffende discriminatie (in arbeid en beroep) en Verdrag nr. 138 betreffende de minimumleeftijd.


Top