EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022AE5701

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Herziening van het actieplan van de EU tegen de illegale handel in wilde dieren en planten (COM(2022) 581 final)

EESC 2022/05701

PB C 184 van 25.5.2023, p. 78–82 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

25.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 184/78


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Herziening van het actieplan van de EU tegen de illegale handel in wilde dieren en planten

(COM(2022) 581 final)

(2023/C 184/14)

Rapporteur:

Ozlem YILDIRIM

Corapporteur:

Cillian LOHAN

Raadpleging

Europese Commissie, 25.11.2022

Rechtsgrond

Artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Bevoegde afdeling

Afdeling Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu

Goedkeuring door de afdeling

9.3.2023

Goedkeuring door de voltallige vergadering

22.3.2023

Zitting nr.

577

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

152/0/1

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

Het herziene EU-actieplan tegen de illegale handel in wilde dieren en planten bevat vele positieve elementen die het tot een succes kunnen maken. De vier prioriteiten en de bijbehorende doelstellingen zijn goed uitgewerkt en vormen een verbetering ten opzichte van de vorige versie. Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) vraagt zich echter af of de middelen die zullen worden toegewezen voor de uitvoering van het plan op nationaal niveau wel zullen volstaan, want als dat niet het geval is, zou het plan wel eens kunnen mislukken, zoals met de vorige versie is gebeurd.

1.2.

Het EESC is ermee ingenomen dat de Europese Commissie zich ertoe heeft verbonden om voldoende financiële en personele middelen ter beteugeling van de illegale handel in wilde dieren en planten te verschaffen door het mogelijk te maken dat er daarvoor geld beschikbaar komt uit de EU-fondsen die zijn gericht op: i) veiligheid en georganiseerde misdaad, ii) het milieu, en iii) internationale samenwerking/partnerschappen. Bestrijding van die illegale handel zou met name een prioriteit moeten zijn in het kader van Empact, het Fonds voor interne veiligheid, het LIFE-programma, het Interreg-programma en het instrument voor nabuurschap, ontwikkeling en internationale samenwerking.

1.3.

Belangrijk is wel om af te spreken welk percentage van deze middelen volledig zal worden besteed aan de bestrijding van de illegale handel in wilde dieren en planten, zodat de verantwoording voor het actieplan kan worden verbeterd. De lidstaten zouden voldoende middelen ter beschikking moeten stellen om in hun eigen land gespecialiseerd personeel op te leiden voor de bestrijding van de illegale handel in wilde dieren en planten. De toegewezen middelen zouden moeten worden gerapporteerd, gecontroleerd en geëvalueerd als onderdeel van de uitvoering van het actieplan op nationaal niveau. De middelen moeten zowel uitrusting als personeel omvatten. Voorts moet het personeel kunnen rekenen op hoogwaardige arbeidsvoorwaarden met een volwaardig recht op collectieve onderhandelingen en een progressieve loopbaanstructuur. Dit is essentieel om de beste mensen aan te trekken en de motivatie hoog te houden. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan kwesties rond gezondheid, welzijn en persoonlijke veiligheid.

1.1

De aanpak van de handel in wilde dieren moet worden geïntegreerd in het beleid van de EU en de lidstaten op alle terreinen. Alle actoren die betrokken zijn bij de preventie van de illegale handel in wilde dieren en planten zouden een homogene training moeten krijgen die aan een bepaald minimumniveau voldoet. Ook moet er gezorgd worden voor aangepaste capaciteitsopbouw, afhankelijk van de benodigde vaardigheden op de verschillende gebieden waar handel in wilde dieren voorkomt. Bij openbare aanklagers, rechters, douane-instanties, nationale Cites-autoriteiten en politiediensten zouden er gespecialiseerde eenheden of medewerkers moeten worden opgeleid. Zij zouden in staat moeten zijn om al wie betrokken is bij misdrijven in verband met de illegale handel in wilde dieren en planten op te sporen, aan te houden, te vervolgen en te berechten.

1.4.

Daarnaast zouden er in alle lidstaten homogene structuren moeten worden opgezet, bij voorkeur in de vorm van “inter-agency committees” (comités van verschillende instanties) en gespecialiseerde eenheden of medewerkers die zijn opgeleid om illegale handel in wilde dieren en planten te bestrijden. In deze comités zouden vertegenwoordigers moeten zitten van gespecialiseerde eenheden voor de bestrijding van de illegale handel in wilde dieren en planten. Comités van verschillende instanties zullen met name van pas komen bij het raadplegen van andere instanties die zich richten op andere illegale activiteiten, zoals financiële misdrijven en cybercriminaliteit, en bij het organiseren van gezamenlijke onderzoeken in de lidstaten. Deze activiteiten hangen dikwijls samen met de illegale handel in wilde dieren en planten, aangezien georganiseerde criminelen de kanalen die zij voor andere soorten criminaliteit gebruiken (zoals drugshandel en witwassen) ook (kunnen) inzetten om producten van wilde dieren en planten te verhandelen. Er zouden speciale kanalen voor communicatie en samenwerking met de sociale partners en het maatschappelijk middenveld moeten worden opgezet.

1.5.

Het opnemen van zorgvuldigheidseisen voor ondernemingen die in de EU handel drijven — via een ambitieuze richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid — kan ondernemingen stimuleren om alleen producten uit duurzame handel in wilde dieren en planten te verkopen en hen ervan weerhouden om zich in te laten met illegale activiteiten, en kan handhavingsinstanties helpen bij het opsporen van criminelen.

1.6.

Het EESC acht het belangrijk dat wordt samengewerkt met de bedrijfssectoren die betrokken zijn bij de legale handel in wilde dieren en planten om de vraag naar producten van wilde dieren en planten in de EU te verminderen en de illegale invoer van producten van wilde dieren en planten terug te dringen. Het plan voorziet in bijeenkomsten met de EU Wildlife Trade Enforcement Group waar stakeholders uit het bedrijfsleven specifieke kwesties aan de orde kunnen stellen (bv. traditionele geneeskunde, exotische huisdieren, de luxe-industrie, jachttoerisme, hout, visserij en handel in visproducten, vervoer, koeriersdiensten en onlinehandel). Gecoördineerde informatiecampagnes voor het grote publiek (specifiek gericht op het terugdringen van de vraag) moeten een essentieel onderdeel van de strategie zijn. Ook maatschappelijke organisaties kunnen een rol spelen bij het terugdringen van de vraag door het voeren van bewustmakings- en vraagreductiecampagnes, gericht op gemeenschappen die in de EU producten consumeren die uit de illegale handel in wilde dieren en planten voortkomen.

1.7.

Het EESC roept de Commissie op om nationale en supranationale wetshandhavingsinstanties te betrekken bij het vergroten van de zichtbaarheid van de preventie en vervolging van de handel in bedreigde soorten in het kader van hun communicatie over georganiseerde misdaad, zowel in hun instrumenten voor permanente communicatie als via tijdelijke gerichte campagnes.

1.8.

Ten slotte is het van cruciaal belang dat de Europese Commissie een duidelijk en ambitieus monitoring- en evaluatiemechanisme instelt om de uitvoering van het actieplan in de gaten te houden en te meten in hoeverre er vooruitgang en succes wordt geboekt. Hierbij moet het externe EU-optreden ter bestrijding van de handel in wilde dieren en planten (overeenkomstig prioriteit 4) in aanmerking worden genomen.

2.   Achtergrond

2.1.

De illegale handel in wilde dieren en planten is een van ’s werelds meest lucratieve georganiseerde criminele activiteiten geworden, die volgens de Europese Commissie een mondiale omvang van wel 20 miljard EUR per jaar heeft (1). Wereldwijd is de illegale handel in wilde dieren en planten de laatste jaren exponentieel gegroeid omdat deze handel wordt beschouwd als een activiteit met een laag risico en een hoog rendement.

2.2.

De Europese Unie beschikt over een uitgebreid rechtskader voor de bescherming van wilde dieren en planten, maar is niettemin een belangrijke eindmarkt en doorvoerhaven voor illegaal verhandelde wilde dieren en planten. Het belang van de EU als markt voor illegale producten van wilde dieren en planten wordt gedetailleerd beschreven in de jaarverslagen over grote inbeslagnemingen, die de Europese Commissie sinds 2011 jaarlijks opvraagt.

2.3.

In het besef dat de EU een belangrijke markt is voor producten van wilde dieren en planten heeft de Europese Commissie ongekende inspanningen geleverd om bedrijven, consumenten en het grote publiek bewust te maken van de kenmerken en de omvang van de illegale handel in wilde dieren en planten in Europa. Als resultaat daarvan heeft de Europese Commissie in februari 2016 een mededeling over een actieplan van de EU tegen de illegale handel in wilde dieren en planten (2) gepubliceerd, dat een uitgebreide blauwdruk bevat voor de bestrijding van de handel in wilde dieren en planten binnen de EU en het versterken van de rol van de EU bij de wereldwijde bestrijding van deze illegale activiteiten. Het actieplan heeft ertoe geleid dat de handel in wilde dieren en planten een prioriteit is geworden, maar het heeft weinig effect gehad op het terugdringen van de vraag. TRAFFIC (3) heeft een rapport uitgebracht (4) met gegevens van alle inbeslagnemingen die in 2018 in het kader van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites) hebben plaatsgevonden, waaruit blijkt dat de vraag in de EU naar in het wild levende dier- en plantensoorten niet is veranderd ten opzichte van 2011, het jaar waarvoor de eerste gegevens werden verzameld.

2.4.

Het meest recente verslag van TRAFFIC over inbeslagnemingen in 2020 (5) weerspiegelt de impact van de COVID-19-pandemie op de handel in wilde dieren en planten. De vermindering van de illegale handel als gevolg van met COVID-19 verband houdende verstoringen van het luchtvervoer, handelsactiviteiten en andere kanalen voor het vervoer of de verkoop van goederen heeft waarschijnlijk bijgedragen tot de daling van het aantal gerapporteerde inbeslagnemingen. Ook werd een aanzienlijke vermindering van het aantal onderscheppingen in de EU in 2020 vastgesteld, al wijst dit niet noodzakelijk op verschuivingen in de vraag of veranderingen in de dynamiek van de illegale handel in wilde dieren en planten.

2.5.

De EU is niet alleen een invoermarkt, maar ook een herkomstregio voor sommige bedreigde soorten, zoals de paling (Anguilla anguilla). In de periode 2016-2017 werden 48 personen gearresteerd en werd 4 000 kg levende glasaal, ter waarde van ongeveer 4 miljoen EUR, in beslag genomen. Niet alle illegale wilde dieren en planten die Europa binnenkomen, zijn trouwens bestemd voor de Europese markten, omdat de EU vaak als tussenstation fungeert. Handhavingsinstanties nemen vaak schubdieren, zeepaardjes, ivoor en haaienvinnen uit Afrika in beslag die bestemd zijn voor Azië.

3.   Algemene opmerkingen

3.1.

De EU moet waakzaam blijven en een tandje bijzetten om de illegale handel in wilde dieren en planten een halt toe te roepen en terug te dringen. Deze lucratieve business vormt niet alleen een gevaar voor de menselijke gezondheid vanwege het mogelijke overbrengen van zoönoses, maar ondermijnt ook rechtstreeks het EU-beleid ter ondersteuning van duurzame ontwikkeling wereldwijd, met name de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen die verband houden met de bescherming van de biodiversiteit en ecosystemen wereldwijd (6), evenals de inspanningen om goed bestuur te bevorderen en ongelijkheden aan te pakken.

3.2.

De hedendaagse handel in wilde dieren en planten heeft niet alleen tot gevolg dat vele soorten (waaronder sommige iconische soorten) met uitsterven worden bedreigd, maar ook dat duurzame economische ontwikkeling een stok in het wiel wordt gestoken (7). Het EU-actieplan tegen de illegale handel in wilde dieren en planten moet kortom goed worden uitgevoerd om te voldoen aan de internationale milieuovereenkomsten van de EU, met name de Cites en het Verdrag inzake biologische diversiteit (VBD). Het EESC moedigt de Europese Commissie echter aan om verder te gaan dan deze internationale overeenkomsten teneinde wilde dieren en planten in de EU beter te beschermen en de illegale handel in wilde dieren en planten aan banden te leggen. Hiervan zullen niet slechts in de EU, maar wereldwijd de vruchten worden geplukt. De illegale handel in wilde dieren en planten is een van de voornaamste oorzaken van het verlies aan biodiversiteit, waardoor niet alleen vele soorten op de rand van uitsterven komen te staan, maar ook de klimaatverandering in de hand wordt gewerkt als gevolg van het illegaal kappen van bomen, die onmisbaar zijn om koolstof op te slaan.

3.3.

Even belangrijk is het besef dat we de transnationale georganiseerde criminaliteit en de dramatische gevolgen daarvan een halt moeten toeroepen. Volgens een UNEP-Interpol-rapport is de milieucriminaliteit gestegen met 26 % (8). Milieucriminaliteit, waaronder de handel in wilde dieren en planten, vormt een bedreiging voor de vrede, de veiligheid en de rechtsstaat en valt vaak samen met andere ernstige vormen van criminaliteit zoals corruptie, cybercriminaliteit en financiële misdrijven. In sommige Afrikaanse regio’s bijvoorbeeld bedreigt de illegale handel de nationale veiligheid. Ook moord en doodslag moeten hierbij worden genoemd, want personen die zich ervoor inzetten om bedreigde soorten te beschermen, lopen daadwerkelijk het risico om hun toewijding met de dood te bekopen. Volgens de Thin Green Line Foundation zijn er in de periode 2009-2016 officieel 595 rangers gedood door stropers. Er zijn in ontwikkelingslanden echter nog honderden andere rangers om het leven gebracht zonder dat dit gerapporteerd is. In 2017 werden meer dan honderd rangers gedood, en in 2018 ging het dezelfde kant op, met bijna twee doden per week (9).

3.4.

Het EESC is ingenomen met de herziening van het EU-actieplan tegen de illegale handel in wilde dieren en planten en met het besluit om de illegale handel in wilde dieren en planten een meer centrale rol te geven in het optreden van de Europese Commissie. Het EESC is het eens met de beoordeling van de Europese Commissie van het vorige EU-actieplan tegen de illegale handel in wilde dieren en planten, waaruit blijkt dat het gebrek aan gespecialiseerd personeel, middelen en opleiding in veel lidstaten en derde landen een groot probleem blijft. Ook bestaat er grote behoefte aan betere samenwerking: i) binnen de EU-lidstaten, ii) tussen de EU-lidstaten, iii) tussen de EU en niet-EU-landen, en iv) met stakeholders en het maatschappelijk middenveld. Bovendien moet er meer worden gedaan om de digitale traceerbaarheid en de digitale samenwerking tussen de diverse instanties te waarborgen.

3.5.

Het EESC vindt het een goede zaak dat de Europese Commissie de herziening van de richtlijn milieucriminaliteit heeft gekoppeld aan het EU-actieplan tegen de illegale handel in wilde dieren en planten. Het vreest echter dat de richtlijn milieucriminaliteit niet zal volstaan om doeltreffende en afschrikkende sancties op te leggen voor de illegale handel in wilde dieren en planten. De Raad heeft op 9 december 2022 zijn standpunt over het dossier bepaald en de sancties voor natuurlijke personen aanzienlijk verlaagd, en tegelijkertijd ook de ambities ten aanzien van het harmoniseren van de sancties voor rechtspersonen teruggeschroefd. De door de Raad voorgestelde niveaus zijn te laag om afschrikkend en doeltreffend te zijn. De maximale boetes zouden niet lager mogen zijn dan 15 % van de totale wereldwijde omzet van de rechtspersoon — veel hoger dan de 5 % of 3 % die de Raad heeft voorgesteld. Wij zijn van mening dat een ambitieuze richtlijn milieucriminaliteit essentieel is om het EU-actieplan tegen de illegale handel in wilde dieren en planten te laten slagen.

4.   Specifieke opmerkingen

4.1.

In het actieplan zou uitdrukkelijk moeten worden verwezen naar klokkenluiders en andere verdedigers van milieugerelateerde mensenrechten als relevante stakeholders bij de ontwikkeling en uitvoering van het actieplan op EU- en nationaal niveau, aangezien zij een sleutelrol spelen bij het aan het licht brengen en voorkomen van inbreuken op de milieuwetgeving. Deze personen zouden ook moeten worden beschermd tegen intimidatie of rechtszaken wanneer zij aangifte doen van illegale handel in wilde dieren of planten of bijstand verlenen bij onderzoeken, zoals momenteel is bepaald in de richtlijn milieucriminaliteit.

4.2.

Het EESC acht het belangrijk dat er met de branches die betrokken zijn bij de legale handel in wilde dieren en planten wordt samengewerkt om de vraag naar producten van wilde dieren en planten in de EU terug te dringen, de illegale handel in wilde dieren en planten te verminderen en ervoor te zorgen dat iedere vorm van handel in wilde dieren en planten legaal en duurzaam is. Het plan voorziet in bijeenkomsten met de EU Wildlife Trade Enforcement Group waar stakeholders uit het bedrijfsleven specifieke kwesties aan de orde kunnen stellen (bv. traditionele geneeskunde, exotische huisdieren, de luxe-industrie, jachttoerisme, hout, visserij en handel in visproducten, vervoer, koeriersdiensten en onlinehandel). De rol die maatschappelijke organisaties kunnen spelen om de inspanningen ter bestrijding van de handel in wilde dieren en planten te ondersteunen, moet echter beter worden erkend en tot uiting komen in het actieplan en bij de implementatie daarvan (waarbij te denken valt aan bewustmakings- en gedragsveranderingscampagnes). Er is geen sprake van wijdverbreide informatieverstrekking van de EU aan haar burgers over de regels, de risico’s en de gevolgen van de handel in en het gebruik van producten van wilde dieren en planten, terwijl informatie over de praktijken en het gebruik van traditionele geneeskunde (waarbij delen en afgeleide producten van wilde dieren en planten worden gebruikt als medicijnen), wel op grote schaal in de EU wordt verspreid. Deze praktijken brengen risico’s voor de gebruikers met zich mee (aangezien sommige behandelingen geen wetenschappelijk bewezen voordelen hebben) en hebben fatale gevolgen voor de gebruikte en verhandelde wilde soorten (waardoor die sneller uitsterven). Met meer preventie op dit specifieke gebied zou de EU tot 30 % van de jaarlijks verhandelde producten van in het wild levende dieren en planten kunnen terugdringen, aangezien dit aantal overeenkomt met het percentage in beslag genomen producten van in het wild levende dieren en planten die bestemd zijn voor medicinaal gebruik in de EU (10). In dit verband zouden ook het EESC en wetshandhavingsinstanties kunnen worden betrokken bij het opzetten van publiekscampagnes om de problematiek onder de aandacht te brengen.

4.3.

Het EESC pleit voor homogeniteit tussen de lidstaten bij de toewijzing van duidelijke verantwoordelijkheden voor de uitvoering van acties op nationaal niveau en de coördinatie tussen de betrokken actoren. In het plan worden diverse opties voorgesteld om voor coördinatie te zorgen (bijvoorbeeld: i) door het oprichten van comités van verschillende instanties of memoranda van overeenstemming, ii) door het aannemen van nationale actieplannen, of iii) door het aanwijzen van een nationaal contactpunt), maar dit zal tot onzekerheid leiden, aangezien de lidstaten niet allemaal voor dezelfde optie zullen kiezen. De ontwikkeling van comités van verschillende instanties op nationaal niveau, met een aangewezen contactpunt voor elk daarvan, zal bijdragen tot de uitvoering van het actieplan.

4.4.

Het is van cruciaal belang dat deze comités en gespecialiseerde personeelsleden of eenheden in alle 27 lidstaten dezelfde opleiding krijgen. Hierdoor zal de samenwerking binnen en tussen de lidstaten vergemakkelijkt worden omdat het personeel dan op dezelfde manier zal reageren, onderzoeken en vervolgen. Als elk comité een eigen contactpunt heeft, zal dat ook de samenwerking en coördinatie tussen de lidstaten en met derde landen buiten de EU ten goede komen. Het bestaan van een contactpunt zal de samenwerking verbeteren omdat de comités en het gespecialiseerde personeel in de lidstaten gemakkelijker en sneller met elkaar in contact kunnen treden, vooral wanneer daartoe een dringende noodzaak ontstaat als gevolg van illegale handel met een grensoverschrijdend karakter. De contactpunten zouden de samenwerking tussen de lidstaten flexibeler kunnen maken, zonder afhankelijkheid van internationale organen zoals Europol, in geval van meer plaatsgebonden gevallen die twee landen betreffen. Deze groepen zouden echter gevaar kunnen lopen en het doelwit van georganiseerde criminelen kunnen worden. Om de identiteit van het personeel te beschermen, zou de uitwisseling van gedetailleerde informatie over de contactpunten moeten worden beperkt tot wetshandhavings- en gerechtelijke autoriteiten.

4.5.

Over de uitvoering van het EU-actieplan tegen de illegale handel in wilde dieren en planten hebben de EU-lidstaten gemeld dat zij door een gebrek aan middelen en personeel moeite hebben met de handhaving van de maatregelen. Daarom zij er nogmaals op gewezen dat het belangrijk is dat de lidstaten zich ertoe verbinden om voldoende middelen uit te trekken voor de uitvoering van het nieuwe EU-actieplan op nationaal niveau. Middelen zijn tevens belangrijk om het personeel fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden te bieden.

4.6.

In de tekst zou expliciet moeten worden gesteld dat de lidstaten voldoende middelen dienen te verschaffen om in hun eigen land gespecialiseerd personeel op te leiden voor de bestrijding van de illegale handel in wilde dieren en planten. De toegewezen middelen zouden moeten worden gerapporteerd, gecontroleerd en geëvalueerd als onderdeel van de uitvoering van het actieplan op nationaal niveau. De middelen moeten niet alleen personeel, maar ook uitrusting omvatten. Voorts moet het personeel kunnen rekenen op hoogwaardige arbeidsvoorwaarden met een volwaardig recht op collectieve onderhandelingen en een progressieve loopbaanstructuur. Dit is essentieel om de beste mensen aan te trekken en de motivatie hoog te houden. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan kwesties rond gezondheid, welzijn en persoonlijke veiligheid. Voor alle actoren die betrokken zijn bij de preventie van de illegale handel in wilde dieren en planten zou homogene training moeten worden ontwikkeld en in alle lidstaten zouden homogene structuren moeten worden opgezet, bij voorkeur in de vorm van “inter-agency committees” (comités van verschillende instanties) en gespecialiseerde eenheden of medewerkers die zijn opgeleid om illegale handel in wilde dieren en planten te bestrijden.

4.7.

In het actieplan wordt de nadruk gelegd op de rol van verschillende internationale agentschappen en initiatieven zoals Empact, een vlaggenschipinstrument voor multidisciplinaire en multi-institutionele operationele samenwerking ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit op EU-niveau. Empact zou een belangrijk instrument kunnen zijn voor de uitvoering van het EU-actieplan tegen de illegale handel in wilde dieren en planten. Het zou bijvoorbeeld in alle lidstaten op homogene wijze opleidingen kunnen organiseren voor de comités van de verschillende instanties en het gespecialiseerde personeel.

4.8.

In het EU-actieplan tegen de illegale handel in wilde dieren en planten moet aan de orde komen hoe illegale jachtactiviteiten, vooral om trofeeën te verzamelen, kunnen worden voorkomen. In de Karpaten wordt bijvoorbeeld illegaal op beren gejaagd, waarbij stropers lage straffen krijgen die niet voldoende afschrikken.

4.9.

Het EESC stemt in met het voorstel dat Empact regelmatig gezamenlijke operaties met grensoverschrijdende samenwerking tussen de EU-lidstaten, de Europese Commissie (OLAF) en relevante EU-agentschappen zoals Eurojust, Frontex, Europol en het Europees Bureau voor visserijcontrole coördineert. Het zij nogmaals gezegd: voor een doeltreffende samenwerking is een behoorlijke toewijzing van middelen op nationaal niveau van essentieel belang.

4.10.

Waar het gaat om handelsbeleid en instrumenten om het optreden tegen de illegale handel in wilde dieren en planten te ondersteunen, is het EESC ingenomen met het voorstel om ambitieuze verbintenissen ter bestrijding van de illegale handel in wilde dieren en planten op te nemen in toekomstige vrijhandelsovereenkomsten. Dit zal echter niet volstaan om de illegale handel in wilde dieren en planten te beteugelen. Inspanningen van de EU om de mogelijkheden voor internationale handel en investeringen te vergroten, zullen nutteloos en contraproductief zijn als de EU niet dringend de tekortkomingen in de rechtshandhaving aanpakt. Digitale productpaspoorten zouden hetzelfde doel kunnen dienen. Dergelijke paspoorten zouden kunnen helpen om de traceerbaarheid en de transparantie ten aanzien van risico’s in de mondiale toeleveringsketens te vergroten, gezamenlijke internationale controlemechanismen en handhavingsinspanningen te ondersteunen en ervoor te zorgen dat burgers en consumenten beschikken over dezelfde informatie over de producten die zij kopen, waar deze ook vandaan komen.

Brussel, 22 maart 2023.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Christa SCHWENG


(1)  https://ec.europa.eu/environment/cites/infographics_en.htm

(2)  https://ec.europa.eu/environment/cites/trafficking_en.htm

(3)  https://www.traffic.org/

(4)  https://www.traffic.org/site/assets/files/12745/eu-seizures-report-2020-final-web.pdf

(5)  https://www.traffic.org/site/assets/files/17391/2020_eu_seizures_report_final.pdf

(6)  https://sustainabledevelopment.un.org/topics/biodiversityandecosystems

(7)  Zoals geconcludeerd in een analyse van de Europese Commissie: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52016SC0038

(8)  UNEP-INTERPOL Report: Value of Environmental Crime up 26 %.

(9)  https://globalconservation.org/news/over-one-thousand-park-rangers-die-10-years-protecting-our-parks/

(10)  Raad bepaalt onderhandelingsmandaat voor richtlijn milieucriminaliteit — Consilium (europa.eu).


Top