EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 28.10.2021
COM(2021) 935 final
2021/0337(BUD)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers naar aanleiding van een aanvraag van Italië — EGF/2021/003 IT/Porto Canale
TOELICHTING
ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
1.De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) 2021/691 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1309/2013 (hierna “de EFG-verordening” genoemd).
2.Op 15 juli 2021 heeft Italië aanvraag EGF/2021/003 IT/Porto Canale ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen bij Porto Industriale di Cagliari SpA in Italië.
3.Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.
SAMENVATTING VAN DE AANVRAAG
EFG-aanvraag
|
EGF/2021/003 IT/Porto Canale
|
Lidstaat
|
Italië
|
Betrokken regio(’s) (NUTS-niveau 2)
|
Sardegna (ITG2)
|
Datum van de indiening van de aanvraag
|
15 juli 2021
|
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag
|
29 juli 2021
|
Datum van het verzoek om aanvullende gegevens
|
29 juli 2021
|
Uiterste datum voor het verstrekken van de aanvullende gegevens
|
20 augustus 2021
|
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling
|
29 oktober 2021
|
Criterium voor steunverlening
|
Artikel 4, lid 3, van de EFG-verordening
|
Primaire onderneming
|
Porto Canale
(Porto Industriale di Cagliari SpA)
|
Aantal betrokken ondernemingen
|
1
|
Economische sector(en)
(NACE Rev. 2-afdeling)
|
Afdeling 52 (Opslag en vervoerondersteunende activiteiten)
|
Referentieperiode (vier maanden):
|
1 september 2020-1 januari 2021
|
Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode (a)
|
190
|
Aantal ontslagen vóór of na de referentieperiode (b)
|
0
|
Totaal aantal ontslagen (a + b)
|
190
|
Totaal aantal in aanmerking komende begunstigden
|
190
|
Totaal aantal beoogde begunstigden
|
190
|
Budget voor gepersonaliseerde steunmaatregelen (EUR)
|
1 686 750
|
Budget voor de implementatie van het EFG (EUR)
|
0 070 200
|
Totaal budget (EUR)
|
1 756 950
|
EFG-bijdrage (85 %) (EUR)
|
1 493 407
|
BEOORDELING VAN DE AANVRAAG
Procedure
4.Italië heeft aanvraag EGF/2021/003 IT/Porto Canale ingediend op 15 juli 2021, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag bevestigd en heeft Italië op 29 juli 2021 om aanvullende gegevens verzocht. De aanvullende gegevens werden binnen 15 werkdagen na het verzoek verstrekt. De termijn van 50 werkdagen na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt af op 29 oktober 2021.
Subsidiabiliteit van de aanvraag
Betrokken ondernemingen en begunstigden
5.De aanvraag betreft 190 ontslagen werknemers wier werkzaamheden bij Porto Canale (Porto Industriale di Cagliari SpA) zijn beëindigd. Deze onderneming was actief in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2 afdeling 52 (Opslag en vervoerondersteunende activiteiten). De ontslagen bij Porto Canale bevinden zich in de NUTS 2-regio Sardegna (ITG2).
Criteria voor steunverlening
6.Italië heeft de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 3, in afwijking van de criteria van artikel 4, lid 2, punt a), van de EFG-verordening, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat de werkzaamheden van ten minste 200 ontslagen werknemers zijn beëindigd, met inbegrip van werknemers die zijn ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten, en/of van zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd.
7.De referentieperiode van vier maanden voor de aanvraag loopt van 1 september 2020 tot en met 1 januari 2021.
Berekening van het aantal ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden
8.Het aantal beëindigingen van de werkzaamheden van de ontslagen werknemers tijdens de referentieperiode is berekend vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst de facto werd beëindigd of afliep.
In aanmerking komende begunstigden
9.In totaal komen aldus 190 werknemers in aanmerking.
Factoren die ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt
10.In 2018 behandelden de havens van de Middellandse Zee 35 % van het Europese havenverkeer, een stijging van zeven procentpunten ten opzichte van 2008. De Italiaanse havens konden echter niet profiteren van deze trend. Tussen 2011 en 2018 steeg het aantal ton in transit langs het Suezkanaal met 42 %, terwijl de activiteiten van de Italiaanse havens met slechts 2 % toenamen en de activiteit in de haven van Cagliari in deze periode gestaag afnam.
Vervoer van goederen over zee, totale stromen in en uit de Sardijnse havens
(miljoen ton)
Bron: Banca d’Italia
11.Het concentratieproces dat mondiale scheepvaartmaatschappijen doormaakten, heeft geleid tot veranderingen in de overslagactiviteiten in de Middellandse Zee. Er zijn containervolumes en -operaties verplaatst naar de hubs aan de randen van het Middellandse Zeegebied, zoals Piraeus, Port Said, Tanger-Med en Algeciras.
12.De haven van Cagliari vertoont een aanzienlijk nadeel in het wereldwijde handelsnetwerk: het kan geen landverbindingen bieden met de rest van Italië en Europa. In 2018 daalde het verkeer met 90 % en bedroegen de verliezen meer dan 3 miljoen EUR. In 2019 ontving de containerterminal van Cagliari gedurende enkele maanden geen scheepsbezoeken als gevolg van strategische keuzes van zijn belangrijkste klant (Hapag Lloyd). Bijgevolg heeft Contship Italia Group, de enige aandeelhouder van Porto Industriale di Cagliari S.p.A., de concessiehouder van de containerterminal, besloten haar activiteiten in Cagliari te beëindigen en haar dochteronderneming Porto Industriale di Cagliari S.p.A. vrijwillig te liquideren.
13.Om ontslagen te voorkomen terwijl de Italiaanse autoriteiten een nieuwe concessiehouder voor de containerterminal zochten, kregen de 207 werknemers van Porto Canale in september 2019 steun in het kader van de CIGS-regeling, een sociaal vangnet dat het salaris van werknemers van ondernemingen in moeilijkheden gedurende twaalf maanden vervangt of aanvult. Er werden ontslagbrieven verstuurd met als opzegdatum 1 september 2020.
14.De aanbestedingsprocedure voor het vinden van een nieuwe concessiehouder trok ondanks drie verlengingen geen enkele inschrijver aan. In september 2020 werden de 190 werknemers die nog deel uitmaakten van de onderneming ontslagen.
Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid
15.De crisis ten gevolge van de pandemie heeft geleid tot een aanzienlijke verslechtering van de arbeidsmarkt van Sardinië, dat omdat het een eiland is en ver van het vasteland verwijderd is, een kleine arbeidsmarkt vormt.
16.Het aantal mensen met een baan, dat in de periode 2018-2019 was gestegen, is in 2020 sterk gedaald. Volgens de arbeidskrachtenenquête van het Italiaanse Nationaal Instituut voor de statistiek (ISTAT) was de daling (-4,6 %) 2,6 procentpunten hoger dan het gemiddelde voor Italië als geheel (-2,0 %).
17.In 2020 gingen er meer banen verloren dan er bijkwamen (-6 000 banen). Dit komt neer op een verlies van 2,6 voltijdequivalenten per 100 werknemers. De daling betrof voornamelijk toerisme, amusement en vrijetijdsdiensten, en goederenvervoer over zee (voornamelijk overslag), terwijl de bouwsector positieve ontwikkelingen vertoonde. De activiteitsgraad daalde met 3,1 procentpunt, tot 60,3 % ten opzichte van 2019.
18.In de eerste helft van 2020 is het aantal gewerkte uren op Sardinië met bijna 20 % gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2019. De vermindering van het aantal gewerkte uren leidde niet tot werkloosheid dankzij het veelvuldige gebruik van arbeidstijdverkortingsregelingen en de inwerkingtreding van het wetsbesluit ter voorkoming van ontslag van werknemers tijdens de eerste maanden van de pandemie.
19.De Sardijnse economie heeft niet alleen te lijden onder de negatieve gevolgen van de ontslagen bij Porto Canale, maar ook onder de ontslagen bij Air Italy, waarvoor een andere EFG-aanvraag is ingediend.
20.In een algemene context van dalende werkgelegenheid zullen de bij Porto Canale ontslagen werknemers extra steun nodig hebben om de problemen in verband met de kleine arbeidsmarkt van Sardinië te boven te komen en een nieuwe baan te vinden.
De omstandigheden op grond waarvan de aanvraag voor steun in aanmerking komt
21.Italië voert aan dat, hoewel minder dan 200 werknemers werden ontslagen binnen de referentieperiode van vier maanden, deze aanvraag niettemin moet worden gelijkgesteld met een aanvraag op grond van artikel 4, lid 2, punt a), van de EFG-verordening, aangezien de ontslagen plaatsvonden op een kleine arbeidsmarkt.
22.Sardinië is een kleine arbeidsmarkt omdat het een eiland is en ver van het vasteland verwijderd is. Bovendien is het eiland dunbevolkt. De bevolkingsdichtheid bedraagt 68 inwoners/km², wat minder is dan het gemiddelde van de EU-27 (109) en ongeveer een derde van het Italiaanse gemiddelde (201). Bovendien daalt het inwonertal in het eiland (-5,4 % in 2019 ten opzichte van 2018). De geografische spreiding van de bevolking, de natuurlijke hulpbronnen, de economische rijkdom en de economische infrastructuur is heterogeen en is geconcentreerd in het zuiden en het noordwesten van het eiland. Een derde van alle banen van Sardegna bevindt zich in Cagliari.
23.Het bbp per hoofd in kks is in Sardinië veel lager dan het Italiaanse gemiddelde. In 2018 was dit 21 600 EUR, ver onder het Italiaanse (29 700 EUR) en het Europese gemiddelde (31 000 EUR) (Eurostat, 2020).
24.Sardinië is zwaar getroffen door de economische crisis. Sinds 2008 vertoont de economie een lage groei en een stijgende werkloosheid.
25.De pandemie heeft de Sardijnse dienstensector hard getroffen: bij twee van de drie ondernemingen daalde de omzet. Vooral ondernemingen in de toeristische sector werden getroffen en het aantal bezoekers daalde in 2020 met 58 % ten opzichte van 2019. De productieactiviteit, die beter bestand is tegen de gevolgen van de pandemie, vertegenwoordigt slechts 7 % van de totale activiteit op Sardinië, 1,7 procentpunt lager dan het nationale gemiddelde van de productieactiviteit (ISTAT, 2020).
26.In 2020 daalde het beschikbare inkomen tegen constante prijzen van de Sardijnse gezinnen met 5,1 % ten opzichte van 2019 (-2,7 % in Italië). De daling was het gevolg van de inkrimping van het arbeidsinkomen, dat meer dan vier vijfde van het totale inkomen uitmaakt. Het totale nettoloon van de werknemers daalde scherp, vooral als gevolg van de daling van het aantal gewerkte uren (13 % minder dan in 2019).
27.Door de pandemie steeg het aantal Sardijnse huishoudens zonder een arbeidsinkomen in 2020 tot 16,5 % (+ 3,5 procentpunt ten opzichte van 2019). In een context van een daling van het gezinsinkomen steeg het gebruik van het basisinkomen (reddito di cittadinanza) in 2020 met 7,3 % ten opzichte van 2019. Eind 2020 bedroeg het aantal begunstigde huishoudens 47 604 of 6,5 % van de Sardijnse huishoudens, 1,7 procentpunt meer dan het Italiaanse gemiddelde (4,8 %).
28.In mei 2020 is het noodinkomen (reddito di emergenza), een tijdelijke maatregel die vergelijkbaar is met het basisinkomen, maar met minder strenge toegangscriteria, gelanceerd om onmiddellijke hulp te bieden aan gezinnen die zwaar getroffen zijn door de economische gevolgen van de pandemie. Eind 2020 hadden ongeveer 8 500 huishoudens in de regio van deze maatregel geprofiteerd. Samen ondersteunden beide inkomensregelingen 7,7 % van de Sardijnse huishoudens.
29.Het basisinkomen hielp de armoede terug te dringen, die in 2018 volgens de relatieve armoede-index 25 % van de bevolking van Sardinië trof, 10 procentpunt boven het nationale gemiddelde. Ook de armoede-index voor gezinnen ligt hoger dan het Italiaanse gemiddelde. In 2018 bedroeg deze 19,3 % voor Sardinië en 11,8 % voor Italië. In 2019 daalde hij tot 12,8 % voor Sardinië en 11,4 % voor Italië. De daling van de index voor Sardinië werd beslist veroorzaakt door het basisinkomen, dat ongeveer 40 000 Sardijnse mensen ten goede kwam.
Toepassing van het EU-kwaliteitskader voor anticipatie op veranderingen en herstructurering
30.Italië heeft beschreven hoe rekening is gehouden met de aanbevelingen in het EU-kwaliteitskader voor anticipatie op veranderingen en herstructurering. Nadat Porto Canale een collectieve ontslagprocedure voor alle werknemers had ingeleid, hebben de Sardijnse autoriteiten, de betrokken ministeries, de vakbonden en de onderneming waar de ontslagen zijn gevallen, rondetafelgesprekken georganiseerd met als tweeledig doel het inkomen van werknemers te beschermen – door middel van regelingen voor loonaanvulling en door ervoor te zorgen dat werknemers hun beroepsvaardigheden en -kennis behouden – en de aantrekkelijkheid van de haven van Cagliari voor potentiële investeerders te vergroten, op voorwaarde dat deze nieuwe arbeidskansen zouden creëren.
31.Regione Sardegna en het ASPAL, de regionale openbare diensten voor arbeidsvoorziening, hebben eigen acties ondernomen om de in het EU-kwaliteitskader voor anticipatie op veranderingen en herstructurering aanbevolen doelstellingen inzake opleiding, certificering en wedertewerkstelling te verwezenlijken. Het ASPAL identificeerde de meest geschikte maatregelen om de wedertewerkstelling van de werknemers te waarborgen door hun transversale vaardigheden zoals IT, talen of ondernemersvaardigheden of bij- en nascholing op het gebied van logistiek te bieden. De werknemers genoten in het kader van de CIGS-regeling gedurende twaalf maanden steun en intensieve herplaatsingsondersteunende diensten. De sociale partners waren volledig betrokken bij het plannen van de maatregelen.
32.Wat betreft de activiteiten die zijn ondernomen om de ontslagen werknemers bij te staan, heeft Italië gemeld dat de maatregelen in het kader van “algemene voorlichting en beroepskeuzebegeleiding” reeds zijn uitgevoerd en dat 179 ontslagen werknemers hebben deelgenomen aan bij- en nascholing op het gebied van logistiek.
Complementariteit met maatregelen die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd
33.Italië heeft bevestigd dat de maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.
34.Het gecoördineerde pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen vormt een aanvulling op maatregelen die uit andere nationale of EU-fondsen worden gefinancierd, zoals de herplaatsingsondersteunende diensten in het kader van de reeds genoemde CIGS-regeling.
Procedures voor overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, en plaatselijke en regionale autoriteiten
35.De regio Sardinië, het ASPAL, de gemeente Cagliari, de havenautoriteit van Cagliari en de vakbonden hebben gezamenlijk gewerkt aan het vaststellen van passende maatregelen en trajecten om de wedertewerkstelling van voormalige werknemers van Porto Canale te waarborgen. Sinds november 2020 hebben het ANPAL en de Sardijnse autoriteiten verschillende videoconferenties gehouden om het maatregelenpakket preciezer af te stemmen en de EFG-aanvraag voor te bereiden.
Beoogde begunstigden en voorgestelde maatregelen
Beoogde begunstigden
36.Naar verwachting zullen alle 190 ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. De uitsplitsing van deze werknemers naar geslacht, leeftijdsgroep en opleidingsniveau is als volgt:
Categorie
|
Aantal
beoogde begunstigden
|
Geslacht:
|
Mannen:
|
172
|
(90,5 %)
|
|
Vrouwen:
|
18
|
(9,5 %)
|
|
Non-binair
|
0
|
(0,0 %)
|
Leeftijdsgroep:
|
Jonger dan 30 jaar:
|
0
|
(0,0 %)
|
|
30-54 jaar:
|
187
|
(98,4 %)
|
|
Ouder dan 54 jaar:
|
3
|
(1,6 %)
|
Opleidingsniveau
|
Lager middelbaar onderwijs of minder
|
18
|
(9,5 %)
|
|
Hoger middelbaar of postsecundair onderwijs
|
159
|
(83,7 %)
|
|
Tertiair onderwijs
|
13
|
(6,8 %)
|
Voorgestelde maatregelen
37.Aan de ontslagen werknemers worden de volgende gepersonaliseerde steunmaatregelen aangeboden:
–Algemene voorlichting en beroepskeuzebegeleiding: na algemene voorlichting over de beschikbare maatregelen wordt aan alle werknemers beroepskeuzebegeleiding verstrekt. Deze maatregel, die reeds is uitgevoerd, maakt geen deel uit van het door het EFG medegefinancierde pakket. Niettemin wordt deze maatregel beschreven vanwege de samenhang met de aan de ontslagen werknemers geboden maatregelen;
–Advies voor loopbaanontwikkeling: profilering, die van de inhoud van deze maatregel deel uitmaakt, is bedoeld om een proces van persoonlijk bewustzijn te bevorderen dat gericht is op het identificeren van interessegebieden, vaardigheden, capaciteiten en competenties, en op gebieden die voor verbetering vatbaar zijn. Dit proces resulteert in een individueel traject van de werknemer voor zijn/haar re-integratie op de arbeidsmarkt;
–Hulp bij het zoeken naar werk, met inbegrip van het actief zoeken naar lokale en regionale werkgelegenheidskansen en het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod;
–Begeleiding door een mentor voor de aanpassing aan een nieuwe baan: er zijn mentorsessies gepland om werknemers te helpen zich aan te passen aan de nieuwe werkomgeving en organisatorische context;
–Steun bij het oprichten van een bedrijf: werknemers die zich als zelfstandige willen vestigen, krijgen groeps-/individuele mentorsessies, die betrekking kunnen hebben op planning, het uitvoeren van haalbaarheidsstudies, het opstellen van bedrijfsplannen, hulp bij het identificeren van financieringsmogelijkheden enz. Zij zullen hiervoor het instrument voor ondernemersvaardigheden “WeRentrepreneur” kunnen gebruiken;
–Steun bij de oprichting van een bedrijf : werknemers die een bedrijf opstarten of een activiteit als zelfstandige beginnen, ontvangen een opstartpremie van maximaal 22 000 EUR;
–Opleiding: opleidingsaanbod met betrekking tot logistiek, zoals goederenbewegingen, vervoersplanning enz., onderhoud van machines voor de distributie van goederen, of beheer en organisatie van logistieke infrastructuur. De primaire opleiding wordt aangevuld met 30 uur horizontale opleiding (Engels of software in verband met de inhoud van de primaire opleiding).
De werknemers die op de shortlist staan voor een baan na job-matching, krijgen een opleiding om eventuele tekorten aan vaardigheden die door de potentiële werkgever zijn vastgesteld, aan te pakken. Voorrang zal worden gegeven aan de meest kwetsbare groepen werknemers, met name laaggeschoolden en 55-plussers. De opleiding zal gericht zijn op de groene economie, de blauwe economie, persoonlijke diensten, gezondheids- en sociale diensten, de bevordering van cultureel erfgoed en culturele activiteiten. Het opleidingsaanbod omvat ook opleidingen op het gebied van beroepskwalificaties die in de nationale of regionale catalogi zijn opgenomen.
Werknemers die zich als zelfstandige willen vestigen, krijgen een voucher voor opleidingen in verband met de oprichting en het beheer van een bedrijf;
–Stimulansen en bijdragen voor specifieke kosten: 1) aanmoedigingspremie voor het aanwerven van werknemers: ondernemingen die voormalige werknemers van Porto Canale aanwerven, ontvangen 3 500 EUR voor een voltijds contract voor onbepaalde tijd en 1 500 EUR voor een contract voor bepaalde tijd; 2) terugbetaling van mobiliteitskosten: ter ondersteuning van de geografische mobiliteit van de werknemers in geval van wedertewerkstelling in een onderneming in een andere regio of op een afstand van 200 km of meer van de woonplaats van de werknemer wordt een vergoeding van de verhuiskosten gepland; 3) aanmoedigingspremie voor de opleiding van werknemers: de werknemers die actief deelnemen aan opleiding ontvangen een vast bedrag van 500 EUR.
38.De maatregelen zijn zo gepland dat ze passen in de Italiaanse nationale strategie voor duurzame ontwikkeling (SNSvS). Het pakket zal bijdragen tot de verspreiding van horizontale vaardigheden die vereist zijn in het digitale industriële tijdperk en in een hulpbronnenefficiënte economie, overeenkomstig artikel 7, lid 2, van de EFG-verordening.
39.Het geboden gecoördineerde pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen dat hier wordt beschreven, bestaat uit actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele maatregelen. Deze geboden diensten komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.
40.Italië heeft de nodige informatie verstrekt over maatregelen waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Het heeft bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG deze maatregelen niet zal vervangen.
Geraamd budget
41.De totale kosten worden op 1 756 950 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven ten belope van 1 686 750 EUR voor individuele steunmaatregelen en van 70 200 EUR voor activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, controle en rapportage.
42.Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 1 493 407 EUR (85 % van de totale kosten) gevraagd.
43.De nationale voorfinanciering en medefinanciering worden verstrekt door de Regione Sardegna.
Maatregelen
|
Geraamd aantal deelnemers
|
Geraamde kosten per deelnemer
(in EUR)
|
Geraamde totale kosten
(in EUR)
|
Gepersonaliseerde steunmaatregelen (maatregelen overeenkomstig artikel 7, lid 2, punt a), van de EFG-verordening)
|
Advies voor loopbaanontwikkeling
(counselling per lo sviluppo di carriera e patto di azione)
|
190
|
280
|
53 200
|
Hulp bij het zoeken naar werk
(accompagnamento e assistenza alla ricerca attiva di lavoro)
|
150
|
280
|
42 000
|
Begeleiding door een mentor voor de aanpassing aan een nieuwe baan
(accompagnamento all’inserimento lavorativo)
|
150
|
175
|
26 250
|
Steun bij het oprichten van een bedrijf
(accompagnamento alla creazione d’impresa)
|
20
|
525
|
10 500
|
Bijdrage bij het oprichten van een bedrijf :
(bonus per la creazione di un’impresa)
|
20
|
22 000
|
440 000
|
Opleiding
(formazione professionale su misura, voucher formativo specialistico, formazione specialistica in gestione aziendale)
|
176
|
2 993
|
526 800
|
Subtotaal a):
Percentage van het pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen
|
–
|
1 098 750
|
|
|
(65,14 %)
|
Toelagen en premies (maatregelen overeenkomstig artikel 7, lid 2, punt b), van de EFG-verordening)
|
Aanmoedigingspremies voor het aanwerven van werknemers
(incentivo all’assunzione)
|
170
|
2 235
|
380 000
|
Terugbetaling van mobiliteitskosten
(bonus per la mobilità territoriale)
|
80
|
1 500
|
120 000
|
Aanmoedigingspremie voor de opleiding van werknemers
(indennità per la frequenza della formazione)
|
176
|
500
|
88 000
|
Subtotaal b):
Percentage van het pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen:
|
–
|
588 000
|
|
|
(34,86 %)
|
Activiteiten overeenkomstig artikel 7, lid 5, van de EFG-verordening
|
1. Voorbereiding
|
–
|
15 000
|
2. Beheer
|
–
|
30 000
|
3. Voorlichting en publiciteit
|
–
|
4 200
|
4. Controle en rapportage
|
–
|
21 000
|
Subtotaal c):
Percentage van de totale kosten:
|
–
|
70 200
|
|
|
(4,00 %)
|
Totale kosten (a + b + c):
|
–
|
1 756 950
|
EFG-bijdrage (85 % van de totale kosten)
|
–
|
1 493 407
|
44.De kosten van de in de bovenstaande tabel opgenomen maatregelen die vallen onder artikel 7, lid 2, punt b), van de EFG-verordening, bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen. Italië heeft bevestigd dat deze maatregelen afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.
45.Italië heeft bevestigd dat de investeringskosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opricht en voor overnames door werknemers per begunstigde niet meer dan 22 000 EUR zullen bedragen.
Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn
46.Italië heeft de beoogde begunstigden de gepersonaliseerde steunmaatregelen met ingang van 8 oktober 2020 verstrekt. De uitgaven voor de maatregelen zullen bijgevolg van 8 oktober 2020 tot 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van het financieringsbesluit voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.
47.Op 18 januari 2021 heeft Italië de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting, publiciteit, controle en rapportage zullen bijgevolg van 18 januari 2021 tot 31 maanden na de datum van inwerkingtreding van het financieringsbesluit voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.
Beheers- en controlesystemen
48.De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen, waarin de verantwoordelijkheden van de betrokken instanties zijn vastgesteld. Italië heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de financiële bijdrage als volgt door het ANPAL zal worden beheerd: ANPAL — Divisione IV zal optreden als beheersautoriteit en ANPAL — Divisione VI als certificerende autoriteit. Het Ministerie voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (Ministero del lavoro e delle politiche sociali, MLPS) — Segretariato Generale zal optreden als auditautoriteit. Het ASPAL zal fungeren als de intermediaire instantie voor de beheersautoriteit.
Toezeggingen door de betrokken lidstaat
49.Italië heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:
–de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie zullen worden gerespecteerd wat de toegang tot en de uitvoering van de voorgestelde maatregelen betreft;
–er is voldaan aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen;
–dubbele financiering wordt voorkomen;
–de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Begrotingsvoorstel
50.Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 186 miljoen EUR (prijzen van 2018) niet overschrijden.
51.Na te hebben onderzocht of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden van artikel 13, leden 1 en 2, van de EFG-verordening, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde maatregelen en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 1 493 407 EUR beschikbaar te stellen – hetgeen overeenkomt met 85 % van de totale kosten van de voorgestelde maatregelen – teneinde een financiële bijdrage te leveren in het kader van de aanvraag.
52.Overeenkomstig punt 9 van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen, zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen gezamenlijk door het Europees Parlement en de Raad worden genomen.
Met dit besluit samenhangende handelingen
53.Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 1 493 407 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.
54.Samen met de vaststelling van dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, heeft de Commissie ook een besluit over een financiële bijdrage vastgesteld dat een financieringsbesluit is in de zin van artikel 110 van het Financieel Reglement. Dat besluit over een financiële bijdrage treedt in werking op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad de Commissie in kennis stellen van de goedkeuring van de begrotingsoverschrijving.
2021/0337 (BUD)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers naar aanleiding van een aanvraag van Italië — EGF/2021/003 IT/Porto Canale
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2021/691 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1309/2013, en met name artikel 15, lid 1,
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen, en met name punt 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) heeft tot doel solidariteit te betonen en fatsoenlijke en duurzame werkgelegenheid in de Unie te bevorderen door steun te verlenen aan ontslagen werknemers en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van grote herstructureringen en hen te helpen zo snel mogelijk weer fatsoenlijk en duurzaam werk te vinden.
(2)Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad mag het EFG een jaarlijks maximumbedrag van 186 miljoen EUR (in prijzen van 2018) niet overschrijden.
(3)Op 15 juli 2021 heeft Italië een aanvraag ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG voor ontslagen werknemers bij Porto Industriale di Cagliari SpA in Italië. Italië heeft overeenkomstig artikel 8, lid 5, van Verordening (EU) 2021/691 aanvullende gegevens bij de aanvraag ingediend. Die aanvraag voldoet aan de voorwaarden van artikel 13 van Verordening (EU) 2021/691 voor een financiële bijdrage uit het EFG.
(4)Overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EU) 2021/691 wordt de aanvraag van Italië als ontvankelijk beschouwd, aangezien het grondgebied waarop de ontslagen gevallen zijn, een kleine arbeidsmarkt is en de ontslagen ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de regionale economie.
(5)Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 1 493 407 EUR te leveren in het kader van de door Italië ingediende aanvraag.
(6)Teneinde zo snel mogelijk middelen uit het EFG ter beschikking te stellen, moet dit besluit van toepassing zijn vanaf de datum waarop het wordt vastgesteld,
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Ten laste van de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2021 wordt een bedrag van 1 493 407 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing vanaf [de datum waarop het wordt vastgesteld].
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement
Voor de Raad
De voorzitter
De voorzitter