EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 14.7.2021
COM(2021) 392 final
2021/0209(CNS)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN DE RAAD
houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op de invoer van bepaalde industrieproducten in de Canarische Eilanden
TOELICHTING
1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
•Motivering en doel van het voorstel
Verordening (EU) nr. 1386/2011 van de Raad voorziet in de tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op de invoer van bepaalde industrieproducten in de Canarische Eilanden. De Canarische Eilanden maken deel uit van de ultraperifere gebieden van de Europese Unie, waarvoor overeenkomstig artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) specifieke maatregelen kunnen worden aangenomen om het hoofd te bieden aan de economische nadelen waarmee deze gebieden als gevolg van hun geografische ligging kampen.
De maatregelen in Verordening (EU) nr. 1386/2011 van de Raad, die erop zijn gericht het concurrentievermogen van de plaatselijke marktdeelnemers te versterken om zo voor een stabielere werkgelegenheid op deze eilanden te zorgen, verstrijken op 31 december 2021. In april 2021 heeft de regering van Spanje verzocht om een verlenging van de schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor een aantal producten. Volgens het verzoek hebben de structurele en permanente beperkingen waarmee de regio kampt nog altijd te maken met de geïsoleerde ligging, de geringe omvang van de markt en de fragmentering ervan. Door deze beperkingen hebben de Canarische eilanden hogere productie- en vervoerskosten en hogere milieukosten. Ze kunnen ook niet in dezelfde mate profiteren van de globalisering als andere Europese regio’s. De gevraagde schorsingsregeling is bedoeld om deze belemmeringen op de markt van de Canarische Eilanden te verminderen.
Daarnaast hebben de Spaanse autoriteiten in dezelfde context verzocht om schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor zeven nieuwe productcategorieën die zijn ingedeeld onder de GN-codes 3903 19, 5603 94, 5604 10, 7326 90, 7607 20, 8441 40 en 8479 90.
•Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
In de mededeling van 2017 “Een nieuw en sterker strategisch partnerschap met de ultraperifere gebieden van de EU” is opgemerkt dat de ultraperifere gebieden nog steeds voor serieuze uitdagingen staan, waarvan vele blijvend van aard zijn. Deze mededeling beschrijft de benadering van de Commissie ter ondersteuning van deze gebieden om hun unieke troeven uit te spelen en nieuwe sectoren van groei en werkgelegenheid te vinden.
Het is in deze context de bedoeling om met dit voorstel de Spaanse ultraperifere regio te helpen zijn troeven te gebruiken om plaatselijke groei en werkgelegenheid te creëren. Dit voorstel vormt een aanvulling op het Programma van speciaal op een afgelegen en insulair karakter afgestemde maatregelen (Posei), dat is gericht op steun voor de primaire sector en de productie van grondstoffen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) en financiering uit de specifieke aanvullende toewijzing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO).
De Canarische Eilanden komen in aanmerking voor andere soortgelijke maatregelen (autonome tariefverlagingen); Verordening (EU) 2020/1785 van de Raad van 16 november 2020 voorziet bijvoorbeeld in de opening van autonome tariefcontingenten voor de invoer van bepaalde visserijproducten in de Canarische Eilanden. Bovendien geniet dit ultraperifere gebied vrijstellingen of gedeeltelijke verminderingen van de AIEM-belasting waarin Besluit (EU) 2020/1792 van de Raad van 16 november 2020 voorziet.
•Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
Dit voorstel is in overeenstemming met het beleid van de Unie, met name wat betreft het algemene beleid voor de ultraperifere gebieden en het beleid op het gebied van internationale handel, mededinging, milieu, ondernemingen, ontwikkeling en externe betrekkingen.
2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
•Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 349 VWEU. Krachtens deze bepaling is de Raad bevoegd om, rekening houdend met de structurele sociale en economische beperkingen van de ultraperifere gebieden van de Unie (waaronder de afgelegen ligging, het insulaire karakter, de geringe omvang, een moeilijk reliëf en klimaat en de economische afhankelijkheid van enkele producten), specifieke maatregelen aan te nemen om de voorwaarden voor de toepassing van de Verdragen op deze gebieden aan te passen. Die maatregelen hebben betrekking op specifieke gebieden, waaronder het douane- en handelsbeleid.
•Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.
•Evenredigheid
Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.
Bedoelde maatregelen worden regelmatig genomen om het concurrentievermogen van marktdeelnemers te versterken. Een controle op de bijzondere bestemming van goederen overeenkomstig de bepalingen van het douanewetboek van de Unie en de uitvoeringsbepalingen daarvan is in dit verband een gebruikelijke procedure die geen aanmerkelijke extra administratieve lasten met zich meebrengt voor de regionale en plaatselijke overheden en marktdeelnemers.
•Keuze van het instrument
Het voorstel betreft een verordening.
3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
••Raadpleging van belanghebbenden
De deskundigengroep “Groep economische tariefvraagstukken”, die de Commissie bijstaat bij de voorbereiding van haar voorstellen voor de Raad op het gebied van autonome tariefmaatregelen, is over dit voorstel geraadpleegd.
•Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Om een beeld te krijgen van de effecten van de maatregelen, heeft de Commissie de nodige informatie opgevraagd bij de Spaanse autoriteiten. De Spaanse autoriteiten verstrekten gegevens over de betrokken producten die in de Canarische Eilanden waren ingevoerd, met daarbij een analyse van die producten.
Ook werd informatie verzameld over speciale onderwerpen als werkgelegenheid (van het bureau voor de statistiek van de Canarische Eilanden), toerisme (officiële statistieken over toerisme op de Canarische Eilanden) en consumptie (Eurobarometer).
•Effectbeoordeling
Er is geen effectbeoordeling uitgevoerd. Het voorstel strekt ertoe de huidige maatregelen die eind 2021 aflopen, te verlengen. Een effectbeoordeling is niet nodig gezien de uiterst beperkte reikwijdte van de maatregelen en het feit dat er geen significant andere effecten worden verwacht
•Grondrechten
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.
4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, met een derving van douanerechten voor een totaal bedrag van circa 3,3 miljoen EUR per jaar. Voor de traditionele eigen middelen van de begroting komt dit neer op minderontvangsten ten belope van 2,5 miljoen EUR per jaar (75 % van het totale bedrag). Het financieel memorandum bevat nadere informatie over de gevolgen van het voorstel voor de begroting.
De derving van traditionele eigen middelen moet worden gecompenseerd door de eigenmiddelenbijdragen op basis van het bruto nationaal inkomen (bni) van de lidstaten.
2021/0209 (CNS)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN DE RAAD
houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op de invoer van bepaalde industrieproducten in de Canarische Eilanden
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 349,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Parlement,
Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1386/2011 van de Raad verstrijkt de schorsing van de rechten met betrekking tot bepaalde kapitaalgoederen voor commercieel of industrieel gebruik die op de Canarische Eilanden worden ingevoerd, op 31 december 2021.
(2)In april 2021 heeft de regering van Spanje overeenkomstig artikel 349 van het Verdrag verzocht om een verlenging van de schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor een aantal producten. De bij Verordening (EU) nr. 1386/2011 vastgestelde maatregelen hebben een positieve bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de economie van de Canarische Eilanden, met name in de industrie en de bouw, waardoor de ernstige impact van de economische en commerciële nadelen door de afgelegen ligging, het insulaire karakter en de geringe omvang van die eilanden is verkleind.
(3)De economie van de Canarische eilanden wordt nog steeds negatief beïnvloed door de geringe omvang van de markt van de eilanden, de fragmentering ervan en de grote afstand tot Europa, de bijzonder hoge werkloosheid en de hogere productie- en distributiekosten in vergelijking met die van de marktdeelnemers op het Europese vasteland. Hoewel het werkloosheidspercentage van de Canarische Eilanden tot 2019 enigszins is verbeterd, steeg de werkloosheid van 20,5 % in 2019 tot 22,6 % in 2020, waarmee het percentage ruim boven het nationale en het Uniegemiddelde van respectievelijk 15,5 % en 7,1 % ligt (Eurostat, 2021).
(4)Bovendien is het toerisme op de Canarische eilanden door de COVID-19-crisis stilgevallen, wat in 2020 tot een geraamde daling van ongeveer 20 % van het bbp heeft geleid. Bovendien was er in de bouw en de industrie in verhouding met 2019 sprake van een geraamde krimp van 13 %.
(5)Het is derhalve passend de schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde goederen, zoals vermeld in de bijlagen I en II bij Verordening (EU) nr. 1386/2011, te verlengen teneinde:
–de duurzaamheid van de positieve effecten van Verordening (EU) nr. 1386/2011 te waarborgen;
–bij te dragen tot de diversificatie van de economie;
–te zorgen voor constante groei en jobcreatie in de industrie en de bouw;
–de innovatie te stimuleren;
–de lokale economie minder afhankelijk te maken van de dienstensector;
–andere maatregelen voor de stabilisering van het economische en sociale klimaat op de Canarische Eilanden aan te vullen.
(6)In aanvulling op de productcategorieën die onder Verordening (EU) nr. 1386/2011 vallen, heeft de Spaanse regering in dezelfde context verzocht om schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor zeven nieuwe productcategorieën die zijn ingedeeld onder de GN-codes 3903 19, 5603 94, 5604 10, 7326 90, 7607 20, 8441 40 en 8479 90. Dat verzoek moet worden ingewilligd omdat deze schorsingen, die onder meer betrekking hebben op machines voor industriële doeleinden en grondstoffen, de economie van de Canarische Eilanden zouden versterken.
(7)Om ervoor te zorgen dat alleen marktdeelnemers die op het grondgebied van de Canarische Eilanden zijn gevestigd, in aanmerking komen voor deze tariefmaatregelen, moeten de schorsingen afhankelijk worden gesteld van de bijzondere bestemming van de producten, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad en Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie.
(8)In geval van een verlegging van het handelsverkeer en teneinde uniforme voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te verzekeren, dient de Commissie uitvoeringsbevoegdheden te krijgen zodat zij de schorsing tijdelijk kan intrekken. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.
(9)De maatregelen van de onderhavige verordening moeten de continuïteit na het verstrijken van Verordening (EU) nr. 1386/2011 waarborgen. Daarom moeten de maatregelen van de onderhavige verordening worden toegepast van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2031,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2031 worden de rechten van het in Verordening (EU) nr. 952/2013, artikel 56, lid 2, punt c), beschreven gemeenschappelijk douanetarief die van toepassing zijn op de invoer in de Canarische Eilanden van kapitaalgoederen voor commercieel of industrieel gebruik die momenteel onder de in bijlage I vermelde GN-codes vallen, volledig geschorst.
Deze goederen worden overeenkomstig de relevante bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 en Verordening (EU) 2015/2447 gedurende ten minste 24 maanden na het in het vrije verkeer brengen gebruikt door op de Canarische Eilanden gevestigde marktdeelnemers.
Artikel 2
Van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2031 worden de rechten van het in Verordening (EU) nr. 952/2013, artikel 56, lid 2, punt c), beschreven gemeenschappelijk douanetarief die van toepassing zijn op de invoer in de Canarische Eilanden van grondstoffen, onderdelen en componenten die momenteel onder de in bijlage II vermelde GN-codes vallen en voor industriële be- of verwerking of onderhoud op de Canarische Eilanden worden gebruikt, volledig geschorst.
Artikel 3
De in de artikelen 1 en 2 bedoelde schorsing van rechten is onderworpen aan douanetoezicht op de bijzondere bestemming overeenkomstig artikel 254 van Verordening (EU) nr. 952/2013.
Artikel 4
1.Wanneer de Commissie redenen heeft om aan te nemen dat een bij deze verordening ingestelde schorsing voor een bepaald product tot een verlegging van het handelsverkeer heeft geleid, is zij bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen om de schorsing voor dat product tijdelijk in te trekken voor een periode van ten hoogste twaalf maanden. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 5, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Voor de invoerrechten op producten waarvoor de schorsing tijdelijk is ingetrokken, wordt een zekerheid gesteld en de vrijgave voor het vrije verkeer van de betrokken producten in de Canarische Eilanden wordt afhankelijk gesteld van deze zekerheidstelling.
2.Wanneer de Raad volgens de in het Verdrag neergelegde procedure binnen een periode van twaalf maanden besluit dat de schorsing definitief wordt ingetrokken, worden de bedragen waarvoor zekerheid is gesteld definitief ingevorderd.
3.Indien binnen twaalf maanden geen definitief besluit overeenkomstig lid 2 is genomen, wordt de zekerheid vrijgegeven.
Artikel 5
1.De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 285, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 ingestelde Comité douanewetboek.
2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Artikel 6
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2022.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN DIE UITSLUITEND GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE ONTVANGSTENZIJDE VAN DE BEGROTING
1.BENAMING VAN HET VOORSTEL
Verordening van de Raad houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op de invoer van bepaalde industrieproducten in de Canarische Eilanden.
2.BEGROTINGSONDERDELEN:
Hoofdstuk en artikel: hoofdstuk 12, artikel 120
Begroot bedrag voor 2021: € 17 605 700 000
3.FINANCIËLE GEVOLGEN
◻
Het voorstel heeft geen financiële gevolgen
X
Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, namelijk:
(in miljoenen euro’s, tot op 1 decimaal)
|
|
Begrotingsonderdeel
|
Ontvangsten
|
Periode ingaande op dd/mm/jjjj
|
[Jaar 2022 -2031]
|
Artikel 120
|
Gevolgen voor de eigen middelen
|
1.1.2022 - 31.12.2031
|
-2,5/jaar
|
Om ervoor te zorgen dat marktdeelnemers investeringsbeslissingen op de lange termijn kunnen nemen, moeten de voorgestelde schorsingen tien jaar van kracht blijven.
Het voorstel komt in de plaats van de maatregelen die werden vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1386/2011 van de Raad, die op 31.12.2021 verstrijkt.
Geraamde kosten van de maatregel
Op grond van de informatie die de regionale autoriteiten hebben verstrekt, wordt de inkomstenderving als gevolg van deze verordening geraamd op 3,3 miljoen EUR (brutobedrag, met inbegrip van de inningskosten) × 0,75 = 2,5 miljoen euro per jaar voor de periode 1.1.2012 - 31.12.2021. Aangezien het voorstel de thans geldende maatregelen echter verlengt, zal het niveau van de niet-geïnde traditionele eigen middelen vrijwel ongewijzigd blijven wanneer deze verordening in werking treedt.
4.FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN
De bijzondere bestemming van de producten waarop deze verordening van de Raad betrekking heeft, wordt gecontroleerd overeenkomstig artikel 254 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie.