Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021IE2760

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over COVID-19: de rol van het maatschappelijk middenveld bij de wederopbouw en veerkracht in de Euromediterrane regio (initiatiefadvies)

    EESC 2021/02760

    PB C 140 van 21.4.2023, p. 14–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.4.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 140/14


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over COVID-19: de rol van het maatschappelijk middenveld bij de wederopbouw en veerkracht in de Euromediterrane regio

    (initiatiefadvies)

    (2023/C 140/03)

    Rapporteur:

    Angelo PAGLIARA

    Besluit van de voltallige vergadering

    25.3.2021

    Rechtsgrond

    Artikel 52, lid 2, van het reglement van orde

     

    Initiatiefadvies

    Bevoegde afdeling

    Externe betrekkingen

    Goedkeuring door de afdeling

    20.12.2022

    Goedkeuring door de voltallige vergadering

    24.1.2023

    Zitting nr.

    575

    Stemuitslag

    (voor/tegen/onthoudingen)

    183/0/5

    1.   Inleiding

    1.1.

    De Euromediterrane regio is zwaar getroffen door de pandemie, die de reeds bestaande problemen heeft verergerd en extra uitdagingen heeft gecreëerd. De sociale en economische gevolgen dreigen de ongelijkheden te vergroten, met name in landen met zwakke economische en productiesystemen.

    1.2.

    Het follow-upcomité Euromed van het EESC heeft besloten zijn aandacht te richten op de rol van het maatschappelijk middenveld bij de wederopbouw en het versterken van de veerkracht in de Euromediterrane regio.

    1.3.

    Bij de opstelling van dit advies zijn de maatschappelijke organisaties uit de Euromediterrane regio en de sociaal-economische raden van verschillende landen betrokken. Er is een bijzonder hechte samenwerking gesmeed met de economische, sociale en milieuraad van Marokko, die medeorganisator was van de Euromed-top in 2021.

    1.4.

    Door de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld aan beide zijden van de Middellandse Zee biedt dit initiatiefadvies bovendien een belangrijke meerwaarde.

    1.5.

    Dit rapport vormt een aanvulling op de eerdere informatieve rapporten over “Onderwijs en beroepsopleiding in de Euromed-regio”, “Digitalisering en kleine en middelgrote bedrijven in het Middellandse Zeegebied” en “Duurzame ontwikkeling in het Middellandse Zeegebied” (1).

    2.   Conclusies

    2.1.

    Het maatschappelijk middenveld heeft wereldwijd direct vanuit de frontlinie gereageerd op de pandemie door de bevolking bijstand en hulp te bieden. Ook in de Euromediterrane regio heeft het maatschappelijk middenveld een fundamentele rol gespeeld bij het verzachten van de negatieve effecten van COVID-19.

    2.2.

    In de Euromediterrane regio hebben maatschappelijke organisaties het overheidsoptreden aangevuld door essentiële diensten en gezondheidszorg te verlenen, persoonlijke beschermingsmiddelen te distribueren en te helpen bij de verspreiding van essentiële informatie, met name in afgelegen gebieden. Hun activiteiten hebben ook geholpen om de gevolgen van de pandemie voor de meest kwetsbare groepen, zoals vrouwen, jongeren, immigranten en mensen met een handicap, te verzachten.

    2.3.

    Dankzij hun actieve betrokkenheid is de solidariteit in de Euromediterrane regio versterkt; tal van maatschappelijke organisaties in de landen van het zuidelijk nabuurschap hebben groepen voor solidariteit onder de burgers opgericht, geëxperimenteerd met innovatieve methoden en hun onlinevoorlichtings- en -coördinatieactiviteiten uitgebreid.

    2.4.

    Het EESC is ervan overtuigd dat een eerlijk en rechtvaardig economisch en sociaal herstel alleen mogelijk is met de betrokkenheid van de sociale partners en de maatschappelijke organisaties, de particuliere sector en met name kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s). Het herstel van het Middellandse Zeegebied en de ontwikkeling van duurzame en veerkrachtige sociale en economische modellen moeten stoelen op beginselen zoals eerbiediging van de rechtsstaat, bescherming van de democratische waarden en de sociale en mensenrechten, de uitvoering van de kernverdragen van de IAO en een gezamenlijke inzet voor het halen van doelen op het gebied van duurzame ontwikkeling en klimaatneutraliteit.

    2.5.

    Het EESC is ingenomen met de goedkeuring van de nieuwe agenda voor het Middellandse Zeegebied en benadrukt dat alle maatregelen ter ondersteuning van het herstel gericht moeten zijn op de ontwikkeling en verbetering van de levenskwaliteit in de regio.

    2.6.

    In het Middellandse Zeegebied vallen momenteel tal van uitdagingen op sociaal, politiek, ecologisch, geopolitiek en immigratiegebied samen die niet alleen voor Europa maar voor de gehele wereld van groot belang zijn. Het EESC is van mening dat de toenemende multidimensionale uitdagingen in het gebied alleen kunnen worden aangepakt aan de hand van een vernieuwd en doeltreffend multilateralisme dat door de Europese Unie wordt gesteund.

    2.7.

    De gevolgen van de klimaatverandering zijn ook merkbaar in het Middellandse Zeegebied, waar sprake is van woestijnvorming, waterschaarste en stijgende temperaturen. De huidige crisis heeft duidelijk gemaakt dat de gemeenschappelijke veerkracht moet worden versterkt en dat er nieuwe inspanningen moeten worden geleverd om de handen ineen te slaan op het gebied van milieu en digitalisering. Het EESC acht het nuttig om, met name gezien de groeiende bewustwording van het maatschappelijk middenveld en door een grotere betrokkenheid van de sociale partners, initiatieven als WestMED uit te breiden en te versterken. Zo kan worden bijgedragen aan de verwezenlijking van de klimaat- en milieudoelstellingen via modellen van de blauwe economie, met als doel banen te scheppen en het ecosysteem en de diversiteit te beschermen.

    2.8.

    Tien jaar na de Arabische lente heeft de EU haar samenwerkingsstrategie met haar buurlanden in het Middellandse Zeegebied vernieuwd. In dit verband beschouwt het EESC de nieuwe agenda voor het Middellandse Zeegebied als een essentieel instrument voor het sociaal en economisch herstel van de regio na de COVID-19-crisis. In het kader van de hernieuwde partnerschappen moet naast de economische en sociale uitdagingen ook veel aandacht uitgaan naar de uitdagingen op het gebied van milieu, demografie en immigratie, waarbij de verworvenheden en de fundamentele waarden van de Unie volledig in acht moeten worden genomen. De gezondheidsinfrastructuur is in grote delen van de regio kwetsbaar gebleken en de pandemie vormt een belangrijke test die ook gevolgen kan hebben voor de politieke stabiliteit.

    2.9.

    In de herstel- en wederopbouwprogramma’s voor het Middellandse Zeegebied moet bijzondere aandacht uitgaan naar een snel herstel van de toeristische sector en met name van kleine en middelgrote ondernemingen, waarin meer dan de helft van de werknemers in de EU werkzaam zijn. Wanneer de crisis zou blijven aanslepen, zou dit — mede gelet op de structurele werkloosheid onder met name jongeren en vrouwen — ernstige sociale gevolgen hebben.

    2.10.

    De ontwikkeling van het menselijk kapitaal van de beroepsbevolking is van bijzonder belang voor de duurzame ontwikkeling van de mediterrane partners van de EU. Met name in de toeristische sector moet worden ingezet op de opleiding van personeel. Bovendien is de “braindrain” van de zuidelijke partnerlanden naar de hoogontwikkelde geïndustrialiseerde landen een grote hindernis, met name voor de digitalisering van hun economieën. Daarom zouden de EU-lidstaten arbeidsvergunningen voor de korte en middellange termijn in de EU moeten faciliteren, zowel voor zelfstandigen als voor werknemers, vooral in de IT-sector. Verder zou de Commissie digitale projecten in partnerlanden moeten ondersteunen, zodat met name IT-technici een goede kans op een baan in hun eigen land hebben.

    2.11.

    De EU zal de bestaande samenwerkingsinstrumenten en -programma’s aanwenden om de dialoog met de landen van het zuidelijke nabuurschap te versterken. Het EESC pleit ervoor het maatschappelijk middenveld zo breed mogelijk bij een en ander te betrekken via een inclusieve sociale en civiele dialoog op alle niveaus. Daarbij moet rekening worden gehouden met de eigenschappen en de rol van de verschillende betrokkenen en moet hun bijdrage aan de formulering en uitvoering van de beleidslijnen en maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van de huidige transformaties en crises te beheersen, op waarde worden geschat, te beginnen bij de gevolgen van de klimaatverandering.

    2.12.

    Veel landen van het zuidelijk nabuurschap zullen naar verwachting te maken krijgen met een daling van het bbp per hoofd van de bevolking en met grote uitdagingen bij de aanpak van de toenemende sociale, economische en armoederisico’s. Daarom zijn er economische en financiële herstelplannen nodig die maatregelen omvatten waarmee ook de problemen worden aangepakt die verantwoordelijk zijn voor de toenemende sociale onzekerheid.

    2.13.

    Het economisch herstel van veel buurlanden in het Middellandse Zeegebied hangt in sterke mate af van de doeltreffendheid van de vaccinatiecampagne. Het EESC beveelt dan ook aan om Covax te versterken en de logistieke en bevoorradingssteun van de Europese instellingen zo groot mogelijk te maken, onder meer via bilaterale overeenkomsten. Het is vooral belangrijk om de partnerlanden ten zuiden van het Middellandse Zeegebied te ondersteunen bij het opzetten van eigen productiefaciliteiten voor vaccins en medische producten. In dit verband dringt het EESC er eens te meer op aan om het vrijgeven van patenten op vaccins en medische producten ter bestrijding van pandemieën serieus te bespreken.

    2.14.

    Het EESC is van mening dat de actieve betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij het herstel na COVID-19 van cruciaal belang zal zijn om doelstellingen als de verbetering van de levenskwaliteit van de burgers en de ontwikkeling van een nieuw model voor duurzame ontwikkeling te verwezenlijken. Daarom verzoekt het EESC de Europese instellingen om in het kader van het partnerschap met het zuidelijk nabuurschap alle instrumenten die zijn gericht op de betrokkenheid van maatschappelijke organisaties, verder te versterken.

    2.15.

    Maatschappelijke organisaties liepen voorop bij de ondersteuning van de gezondheids- en sociale maatregelen die zijn genomen in reactie op de pandemie, en dankzij hun activisme konden de sociale en gezondheidsgevolgen voor de bevolking worden verzacht. Zoals het EESC al eerder heeft opgemerkt, wordt hun vermogen om in te spelen op de behoeften van de samenleving echter vaak beperkt door schaarse en fluctuerende middelen. Het EESC is ervan overtuigd dat de steunmechanismen voor maatschappelijke organisaties moeten worden versterkt, niet in de laatste plaats om de meest kwetsbare groepen die ernstige gevolgen ondervinden van de pandemie, zoals jongeren, vrouwen, migranten en personen met een handicap, beter te beschermen.

    2.16.

    Het EESC dringt er bij de Europese instellingen op aan verdere maatregelen te nemen ter ondersteuning van de vrede, de democratie en de eerbiediging van de mensenrechten in de conflictgebieden in het Middellandse Zeegebied. De leefomstandigheden in de conflictgebieden zijn door de pandemie verder verslechterd en er zijn krachtige initiatieven nodig om een alomvattend vredesplan tot stand te brengen.

    2.17.

    Gezien het ongetwijfeld moeizame herstel na de pandemie worden de lopende handelsbesprekingen tussen de EU en Marokko en Tunesië, alsmede de komende onderhandelingen met Jordanië, van groter belang. De EU moet meer rekening houden met bestaande asymmetrieën en haar zuidelijke handelspartners naar behoren tegemoetkomen. Het EESC dringt erop aan dat de maatschappelijke organisaties en de sociale partners meer bij de onderhandelingen worden betrokken en dat deze betrokkenheid ook formeel in de verdragen wordt vastgelegd, zodat zij een positieve bijdrage kunnen leveren aan de handelsbetrekkingen tussen de partnerlanden en er zo met name voor kunnen zorgen dat de bindende duurzaamheidshoofdstukken in toekomstige handelsovereenkomsten ten uitvoer worden gelegd.

    2.18.

    Daarnaast zouden maatschappelijke organisaties en de sociale partners niet alleen verantwoordelijkheid kunnen krijgen voor de duurzaamheidshoofdstukken, maar ook, in het kader van hun formeel gestructureerde betrokkenheid, voor het volledige toepassingsgebied van handels- en investeringsovereenkomsten.

    2.19.

    Het EESC herhaalt zijn standpunt dat de EU een deel van haar “Aid for Trade”-middelen zou moeten gebruiken om maatschappelijke organisaties te helpen bij hun participatie in en capaciteitsopbouw voor inspanningen voor duurzame handel en investeringen.

    2.20.

    Het EESC heeft reeds aanbevolen om de digitale vaardigheden aan beide zijden van de Middellandse Zee te versterken. Naar aanleiding van de goedkeuring van de nieuwe strategie voor het Middellandse Zeegebied en met het oog op de wederopbouw na de pandemie wijst het EESC op de noodzaak om meer te investeren in digitale infrastructuur en om de digitale transformatie van kmo’s te ondersteunen als motor van werkgelegenheid en sociale ontwikkeling. Daarbij moeten ook de sociale partners worden betrokken en moet het potentieel van collectieve onderhandelingen en de sociale dialoog op verschillende niveaus worden erkend.

    3.   Algemene opmerkingen

    3.1.

    De problemen van de buurlanden in het Middellandse Zeegebied zijn door de pandemie verergerd; 25 jaar na de Verklaring van Barcelona en tien jaar na de Arabische lente staat het Middellandse Zeegebied onverminderd voor enorme uitdagingen. De Europese Unie en haar partners in het Middellandse Zeegebied hebben onlangs besloten de samenwerking nieuw leven in te blazen en te versterken aan de hand van de ambitieuze “Nieuwe agenda voor het Middellandse Zeegebied”.

    3.2.

    De nieuwe agenda stoelt op de overtuiging dat we alleen door gezamenlijk op te treden de strategische uitdagingen van de toekomst succesvol het hoofd kunnen bieden, in ons wederzijds belang. De agenda omvat een economisch investeringsplan ter bevordering van het sociaal en economisch herstel in de buurlanden in het Middellandse Zeegebied in de periode 2021-2027. Het gemeenschappelijke doel, aldus hoge vertegenwoordiger Josep Borrell, is om een vreedzaam, veilig, democratischer, milieuvriendelijker, welvarend en inclusief zuidelijk nabuurschap tot stand te brengen.

    3.3.

    Een recent onderzoek van de Med Dialogue for Rights and Equality, getiteld “Bridging the Sea” (2), laat zien dat bijna 63 % van de maatschappelijke organisaties die actief zijn in de landen van het zuidelijk nabuurschap zich bezighoudt met thema’s als consolidering van de democratie en rechten en dat meer dan 53 % zich onder meer bezighoudt met de bestrijding van sociale en economische ongelijkheden. Hun bewustzijn van en aandacht voor ecologische kwesties en milieuoverwegingen wordt dus steeds belangrijker Hieruit blijkt dat er een solide basis ligt en dat het maatschappelijk middenveld meer steun moet krijgen om de uitdagingen van de toekomst beter het hoofd te kunnen bieden.

    3.4.

    In de afgelopen twintig jaar heeft het maatschappelijk middenveld zijn aanwezigheid in de landen van het zuidelijk nabuurschap versterkt. Dankzij het activisme van maatschappelijke organisaties konden de sociale en gezondheidsgevolgen voor de bevolking worden verzacht, maar werd tevens duidelijk dat hun capaciteit en competenties moeten worden versterkt zodat zij beter kunnen functioneren.

    3.5.

    Het Middellandse Zeegebied heeft, net als de rest van de wereld, een grote economische en sociale schok te verduren gehad als gevolg van de COVID-19-pandemie. De gevolgen op sociaal en gezondheidsgebied werden nog verergerd door een ontoereikende gezondheidsinfrastructuur, met name in de kwetsbaarste landen. De pandemie kwam boven op de bestaande crises in landen die bijvoorbeeld al te maken hadden met een penibele economische en sociale situatie, een hoge werkloosheid of de gevolgen van conflicten in landen als Libië en Syrië.

    3.6.

    De regeringen van de partnerlanden in het Middellandse Zeegebied hebben noodmaatregelen genomen, zij het op zeer uiteenlopende wijze, om de gevolgen van de pandemie te verzachten, zoals steun aan werknemers en bedrijven, en zij hebben samengewerkt met de sociale partners en maatschappelijke organisaties. Hun betrokkenheid was echter vaak onvoldoende en in sommige gevallen geheel afwezig. Om de gevolgen van de pandemie te beperken hebben bijna alle landen in het Middellandse Zeegebied, zoals Marokko, Egypte, Jordanië en Libanon, lockdowns, avondklokken en reisbeperkingen ingesteld.

    3.7.

    In de nasleep van de pandemie hebben vele regeringen in de regio een expansief beleid ingesteld om de economische crisis aan te pakken en specifieke sectoren te ondersteunen door de productie aan te moedigen, fiscale en economische stimuleringsmaatregelen te treffen en maatregelen in te voeren om investeringen aan te trekken.

    3.8.

    De pandemie heeft overal in het Middellandse Zeegebied negatieve economische gevolgen gehad, niet alleen door bijvoorbeeld de gedaalde interne en externe vraag en de ineenstorting van de consumptie, maar ook door de verslechterende financiële situatie en de stijgende staatsschuld. Sinds de uitbraak van de pandemie hebben de regeringen in de regio extra middelen voor de gezondheidszorg en de economie uitgetrokken om bepaalde sectoren te ondersteunen. Daarom zal het overheidstekort in bijna alle landen in het Middellandse Zeegebied aanzienlijk toenemen.

    3.9.

    De vervoerssector is hard getroffen door de beperkende maatregelen die de internationale mobiliteit hebben stilgelegd en verminderd, en als gevolg daarvan behoort het toerisme tot de sectoren die het zwaarst door de pandemie zijn getroffen. De OESO heeft geraamd dat de sector met 45 % tot 70 % zou krimpen en dat het internationale toerisme met 60 % tot 80 % zou afnemen (3). Het toerisme is een van de belangrijkste economische sectoren in de landen rond de Middellandse Zee en volgens de Conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling (Unctad) zullen Egypte en Marokko tot de wereldwijd zwaarst getroffen landen behoren (4).

    3.10.

    Micro-, kleine en middelgrote ondernemingen en zelfstandigen zijn een belangrijke component van de economie in de landen aan de zuidelijke oever. Hun omzet is aanzienlijk gekelderd en de meesten hebben hun personeelsbestand moeten inkrimpen. In dit verband zijn structurele maatregelen nodig om kmo’s te helpen de crisis te boven te komen, te groeien en te innoveren, en de dubbele uitdaging van digitalisering en decarbonisatie aan te gaan.

    3.11.

    De pandemie heeft alle sociale groepen in het Middellandse Zeegebied getroffen, maar in het bijzonder de volgende groepen: jongeren, vanwege de verslechterde arbeidsmarktsituatie en de sluiting van scholen en universiteiten; vrouwen, die in bepaalde regio’s, waaronder de landen van het zuidelijk nabuurschap, voornamelijk werkzaam zijn in de informele economie, de landbouw en de toeristische sector, die zwaar werden getroffen door de beperkende maatregelen; kwetsbare groepen, zoals informele werknemers en vluchtelingen, die vaak geen aanspraak konden maken op de sociale beschermingsmaatregelen; en personen met een handicap, vanwege de vaak ontoereikende dienstverlening.

    3.12.

    In sommige delen van de zuidelijke buurlanden zijn de gevolgen van de pandemie nog verergerd door factoren zoals waterschaarste en een slechte toegang tot sanitaire voorzieningen, vooral in de sociaal meest geïsoleerde groepen, in conflictgebieden en in vluchtelingenkampen.

    4.   Uitdagingen en kansen

    4.1.

    De secretaris-generaal van de Unie voor het Middellandse Zeegebied heeft opgemerkt (5) dat de huidige gezondheidscrisis de sociale en economische vooruitgang die de laatste jaren in het gebied is geboekt, in gevaar brengt. De crisis biedt echter een kans om de integratie te versterken en de economieën veerkrachtiger te maken.

    4.2.

    Het maatschappelijk middenveld speelt in de Euromediterrane regio een cruciale rol bij de opbouw van een rechtvaardigere en inclusievere samenleving na de pandemie. Tegelijkertijd is de actieve betrokkenheid van de sociale partners en de maatschappelijk organisaties van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat niemand aan zijn lot wordt overgelaten en dat de Europese pijler van sociale rechten doeltreffend wordt uitgevoerd, zoals werd benadrukt tijdens de sociale top van Porto (6).

    4.3.

    COVID-19 en de daarmee samenhangende maatregelen brengen de duurzaamheid van het maatschappelijk middenveld in gevaar. Regeringen en veel geldschieters hebben hun subsidies opgeschort en financiering bevroren, om middelen vrij te maken voor de hulpverlening in het kader van COVID-19. Dit vormt een bedreiging voor de toch al kwetsbare duurzaamheid van maatschappelijke organisaties, hun mogelijkheid om gemeenschappen te blijven bedienen, en de banen van hun werknemers, hoewel er veel van hen wordt verwacht. Het EESC benadrukt dat subsidies voor organisatorische duurzaamheid en financiering voor essentiële steunverlening van cruciaal belang zijn voor maatschappelijke organisaties om zich aan snel veranderende situaties te kunnen aanpassen en hun activiteiten tijdens crises te kunnen voortzetten.

    4.4.

    Het EESC heeft erop gewezen dat het Middellandse Zeegebied een van de delen van de wereld is die het meest te maken krijgen met de gevolgen van de klimaatverandering. COVID-19 heeft een negatieve impact gehad op de sociale situatie en de ontwikkeling, en het is daarom dringend noodzakelijk om strategieën inzake duurzame ontwikkeling en vergroening van de economie vast te stellen.

    4.5.

    De goedkeuring van herstelplannen voor het Middellandse Zeegebied biedt een potentiële kans om de economische, sociale en ecologische ontwikkeling van de regio te waarborgen. Het is essentieel om ontwikkelingsmogelijkheden te koppelen aan de eerbiediging van beginselen als solidariteit, bestrijding van ongelijkheid en bescherming en eerbiediging van de rechtsstaat. De actieve betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld is van fundamenteel belang voor de verwezenlijking van alle doelstellingen.

    4.6.

    De toekomstige plannen van de zuidelijke buurlanden voor de wederopbouw na COVID-19 moeten, naast economische groei, in de eerste plaats gericht zijn op maatregelen ter beheersing van milieuproblemen met betrekking tot klimaatverandering, waterschaarste, woestijnvorming en verontreiniging. Maatregelen op het gebied van milieubescherming en -behoud zouden in het Middellandse Zeegebied een positief effect kunnen hebben omdat daarmee de economie wordt gediversifieerd en hoogwaardige werkgelegenheid wordt geschapen. In dit verband vestigt het EESC de aandacht op het zeer grote potentieel van hernieuwbare energie (met name zonne- en windenergie) in de zuidelijke partnerlanden en verzoekt het de EU en haar lidstaten in te zetten op meer duurzame gemeenschappelijke investeringen op dit gebied.

    4.7.

    Het EESC heeft al eerder gewezen op de noodzaak om een rechtvaardige transitie in het Middellandse Zeegebied te bevorderen, mede om voordelen te behalen op het gebied van gezondheid, onderwijs en gendergelijkheid. Om ervoor te zorgen dat het herstel goed wordt afgestemd op de beginselen van de transitie en digitalisering, is het van cruciaal belang dat de bewustwording en de ontwikkeling van bepaalde digitale en ondernemersvaardigheden worden bevorderd. Het EESC steunt zijn zuidelijke partnerlanden in hun oproep aan de EU en haar lidstaten om meer werk te maken van onderzoek en ontwikkelingssamenwerking in het Middellandse Zeegebied.

    4.8.

    Het herstel van de zuidelijke buurlanden, waar zwartwerk en de informele economie welig tieren, hangt ook nauw samen met de ontwikkeling van een doeltreffend model voor beroepsopleiding en onderwijs. Het EESC wijst nogmaals op de noodzaak om de beroepsvaardigheden van met name jongeren en vrouwen te verbeteren, zodat deze in een nationale en transnationale context kunnen worden ingezet, in het kader van een “circular brain”-benadering. Maatschappelijke organisaties spelen ook een belangrijke rol bij het versterken van vaardigheden door niet-formeel onderwijs, het organiseren van workshops en opleidingen en door het bevorderen van de sociale economie. Daarnaast wijst het Comité op de noodzaak om de sociale partners hierbij te betrekken, zoals onder meer tijdens de “Regionale dialoog van de Unie voor het Middellandse Zeegebied met de sociale partners” is benadrukt, onder andere om de kloof tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt weg te nemen.

    Brussel, 24 januari 2023.

    De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Christa SCHWENG


    (1)  Dit informatieve rapport vormt tevens een aanvulling op enkele recente EESC-adviezen over dit onderwerp, met name: advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een faciliteit voor herstel en veerkracht (COM(2020) 408 final — 2020/0104 (COD)) en over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning (COM(2020) 409 final — 2020/0103 (COD)) (PB C 364 van 28.10.2020, blz. 132); ECO/515 Regulation on Coronavirus Response Investment Initiative (nog niet gepubliceerd in het PB); advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité — Van urgent belang na COVID-19: een nieuwe multilaterale matrix ontwerpen (PB C 364 van 28.10.2020, blz. 53).

    (2)  https://meddialogue.eu/wp-content/uploads/2021/02/Publication-Bridging-the-sea.pdf

    (3)  https://read.oecd-ilibrary.org/view/?ref=124_124984-7uf8nm95se&title=Covid-19_Tourism_Policy_Responses&_ga=2.143901749.1647750476.1622806508-1692148678.1622806341

    (4)  https://unctad.org/system/files/official-document/ditcinf2020d3_en.pdf

    (5)  UfM Foreign Affairs Ministers set priority areas for stronger cooperation and integration in the Euro-Mediterranean region — Union for the Mediterranean — UfM (ufmsecretariat.org)

    (6)  https://www.2021portugal.eu/en/porto-social-summit/porto-social-commitment/


    Top