Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021AP0272

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 8 juni 2021 betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1296/2013 (06980/2/2021 — C9-0195/2021 — 2018/0206(COD))

    PB C 67 van 8.2.2022, p. 186–187 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    8.2.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 67/186


    P9_TA(2021)0272

    Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) 2021-2027 ***II

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 8 juni 2021 betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1296/2013 (06980/2/2021 — C9-0195/2021 — 2018/0206(COD))

    (Gewone wetgevingsprocedure: tweede lezing)

    (2022/C 67/30)

    Het Europees Parlement,

    gezien het standpunt van de Raad in eerste lezing (06980/2/2021 — C9-0195/2021),

    gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 17 oktober 2018 (1),

    gezien het advies van het Comité van de Regio’s van 5 december 2018 (2),

    gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (3) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0382),

    gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2020)0447),

    gezien artikel 294, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien het overeenkomstig artikel 74, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissie goedgekeurde voorlopig akkoord,

    gezien artikel 67 van zijn Reglement,

    gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A9-0197/2021),

    1.

    hecht zijn goedkeuring aan het standpunt van de Raad in eerste lezing;

    2.

    neemt kennis van de verklaringen van de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie zijn gevoegd;

    3.

    constateert dat de handeling is vastgesteld overeenkomstig het standpunt van de Raad;

    4.

    verzoekt zijn Voorzitter de handeling samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 297, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te ondertekenen;

    5.

    verzoekt zijn secretaris-generaal de handeling te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

    6.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

    (1)  PB C 62 van 15.2.2019, blz. 165.

    (2)  PB C 86 van 7.3.2019, blz. 84.

    (3)  Aangenomen teksten van 4.4.2019, P8_TA(2019)0350.


    BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE

    Verklaring van de Commissie over ESF+-investeringen ter bestrijding van kinderarmoede

    In 2019 werden 18 miljoen kinderen in de EU met armoede en sociale uitsluiting bedreigd. In sommige lidstaten waren de cijfers zeer hoog. De uitbraak van COVID-19 en de sociaal-economische gevolgen ervan hebben de ongelijkheid en armoede nog verscherpt. Kinderarmoede is steevast aanwezig in alle lidstaten en blijft hoger dan bij volwassenen in de werkende leeftijd.

    Daarom is de Commissie verheugd met het evenwichtige akkoord dat van het ESF+ een cruciaal instrument maakt om het probleem van de kinderarmoede aan te pakken. Het akkoord erkent dat er dringend moet worden geïnvesteerd in kinderen in alle lidstaten.

    Op 24 maart 2021 heeft de Commissie een voorstel voor een aanbeveling van de Raad tot instelling van een Europese kindergarantie aangenomen met als doel het probleem structureel aan te pakken. Bij de programmering van het ESF+ zal de Commissie al het mogelijke doen om ervoor te zorgen dat de lidstaten voldoende ESF+-financiering besteden aan de uitvoering van de Europese kindergarantie. Zij zal de lidstaten ook aanmoedigen om andere EU-financieringsinstrumenten en beschikbare nationale middelen te gebruiken om adequate investeringen op dit gebied te ondersteunen.

    Verklaring van de Commissie over ESF+-investeringen in jongerenwerkgelegenheid

    De Commissie onderstreept dat jongeren onevenredig zwaar zijn getroffen door de sociaal-economische crisis als gevolg van de COVID-19-uitbraak. Van december 2019 tot december 2020 is de jeugdwerkloosheid in de EU met 3 procentpunten gestegen. Daarmee komt het aantal werkloze jongeren op meer dan 3,1 miljoen. De Commissie brengt ook in herinnering dat de jeugdwerkloosheid constant en aanzienlijk hoger is dan de werkloosheid onder volwassenen. In de meest recente cijfers bedraagt het verschil meer dan 10 procentpunten (17,8 % vergeleken bij 6,6 % in december 2020).

    De Commissie is verheugd met het akkoord dat door de medewetgevers is bereikt en dat het probleem in alle lidstaten erkent. Het ESF+ is het belangrijkste financieringsinstrument van de EU om de recent aangenomen versterkte jongerengarantie uit te voeren, naast andere relevante maatregelen in het kader van het initiatief ter ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren.

    Bij de programmering van het ESF+ zal de Commissie al het mogelijke doen om ervoor te zorgen dat de lidstaten voldoende ESF+-financiering besteden aan de uitvoering van de versterkte jongerengarantie. Zij zal de lidstaten ook aanmoedigen om andere EU-financieringsinstrumenten en beschikbare nationale middelen te gebruiken om adequate investeringen op dit gebied te ondersteunen.


    Top