Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021AG0013(02)

Motivering van de Raad: Standpunt (EU) nr. 13/2021 van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma “Justitie” en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1382/2013

PB C 167 van 4.5.2021, p. 17–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

4.5.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/17


Motivering van de Raad: Standpunt (EU) nr. 13/2021 van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma “Justitie” en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1382/2013

(2021/C 167/02)

I.   INLEIDING

1.

De Commissie heeft op 30 mei 2018 het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma Justitie (1) (hierna “de verordening”) aangenomen.

2.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft zijn advies op 18 oktober 2018 goedgekeurd.

3.

De bespreking van het voorstel ging in juli 2018 van start en werd in december 2018 afgerond. Op 19 december 2018 verleende het Comité van permanente vertegenwoordigers een partieel onderhandelingsmandaat (2). Aangezien de verordening deel uitmaakt van het pakket voorstellen in verband met het meerjarig financieel kader (hierna “MFK”), zijn alle bepalingen met budgettaire gevolgen of van horizontale aard buiten beschouwing gelaten, in afwachting van verdere vooruitgang met het MFK.

4.

Het Europees Parlement stelde op 6 februari 2019 zijn standpunt vast. Er werden twee trialogen georganiseerd, op 20 februari en 5 maart 2019. In de Raad is op 28 februari en 4 maart 2019 een vergadering georganiseerd van de Ad-hocgroep JBZ-financieringsinstrumenten, zodat de lidstaten konden worden geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen en feedback konden geven.

5.

De onderhandelingen resulteerden in een gemeenschappelijke lezing met het Europees Parlement betreffende de niet tussen haken geplaatste delen van het voorstel, waarvoor het voorzitterschap een mandaat had gekregen. Het resultaat van deze onderhandelingen staat in document 7248/1/19. Op 13 maart 2019 bevestigde het Comité van permanente vertegenwoordigers de met het Europees Parlement overeengekomen gemeenschappelijke lezing.

6.

Het Europees Parlement heeft op 17 april 2019 de gemeenschappelijke lezing bevestigd door hierover een wetgevingsresolutie (eerste lezing) aan te nemen.

7.

Op 16 november 2020 besprak het Comité van permanente vertegenwoordigers het voorlopig politiek akkoord dat de onderhandelaars hebben bereikt over het meerjarig financieel kader 2021-2027. Hierdoor kon het Comité van permanente vertegenwoordigers op 2 december 2020 het volledige mandaat voor de onderhandelingen over het programma Justitie aannemen (3).

8.

Op 11 en 18 december 2020 werd een trialoog gehouden. Deze trialogen gingen vergezeld van verscheidene technische vergaderingen en redactiesessies.

9.

Op 18 december 2020 werd een voorlopig politiek akkoord bereikt met het Europees Parlement.

10.

Daarnaast werden op 17 december 2020 de verschillende onderdelen van het MFK-pakket formeel aangenomen door de Raad.

11.

Op 3 februari 2021 heeft het Comité van permanente vertegenwoordigers de definitieve compromistekst besproken en goedgekeurd.

12.

Op 5 februari 2021 hebben de voorzitters van de Commissie juridische zaken en van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken van het Europees Parlement een brief gestuurd naar de voorzitter van het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel) (hierna “Coreper”) waarin wordt bevestigd dat het Europees Parlement akkoord gaat met het resultaat van de interinstitutionele onderhandelingen (mits bijgewerkt door de juristen-vertalers van beide instellingen).

13.

Op 17 februari 2021 bereikte het Coreper een politiek akkoord over de compromistekst.

II.   DOELSTELLING

14.

Het voorstel voor een verordening tot vaststelling van het programma Justitie moet steun bieden bij de verdere ontwikkeling van een Europese rechtsruimte gebaseerd op de waarden van de Unie, op de rechtsstaat en op wederzijdse erkenning en vertrouwen, met name door de toegang tot de rechter te vergemakkelijken, en moet de justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken en de doeltreffendheid van de nationale rechtsstelsels bevorderen. Het nieuwe programma zal samen met het programma burgers, gelijkheid, rechten en waarden deel uitmaken van een nieuw Fonds voor justitie, rechten en waarden, dat moet bijdragen tot de instandhouding van een open, democratische, pluralistische en inclusieve samenleving. Het Fonds zal burgers ook nieuwe mogelijkheden bieden door rechten en waarden te beschermen en te bevorderen en bij te dragen tot de verdere ontwikkeling van een Europese rechtsruimte.

III.   ANALYSE VAN HET STANDPUNT VAN DE RAAD IN EERSTE LEZING

Gemeenschappelijke lezing

15.

De gemeenschappelijke lezing kwam grotendeels overeen met het oorspronkelijke Commissievoorstel en was in lijn met het partieel mandaat van de Raad.

16.

Het gaat om de volgende verbeteringen:

a)

rechtsbeoefenaars die samenwerken met maatschappelijke organisaties zijn opgenomen als potentiële begunstigden;

b)

een grotere rol voor maatschappelijke organisaties;

c)

meer gendergelijkheid (door een specifiek artikel over gendermainstreaming toe te voegen) en non-discriminatie;

d)

precisering van de acties die in het kader van het programma Justitie worden gefinancierd.

Hoofdkenmerken van het definitieve compromis

17.

De definitieve tekst, zoals overeengekomen door de twee medewetgevers, vormt een evenwichtig compromis. Bij de onderhandelingen, die in 2020 van start gingen, werden drie onderwerpen in het bijzonder besproken:

a)

wat het beheer van het programma betreft, werd bevestigd dat het werkprogramma zal worden vastgesteld middels uitvoeringshandelingen, in overeenstemming met het oorspronkelijke voorstel en het mandaat van de Raad;

b)

versterking van de bepalingen inzake de rechtsstaat;

c)

wat de toewijzing van middelen betreft, is in de verordening een beperkte toewijzing opgenomen voor de financiering die aan de doelstellingen van de verordening moet worden toegewezen. Ter ondersteuning van elk van de doelstellingen van de verordening is ook voorzien in een flexibiliteitsmarge om in de eerste plaats acties ter bevordering van de rechtsstaat te ondersteunen. Deze beperkte toewijzing was weliswaar niet voorzien in het oorspronkelijke Commissievoorstel, maar is gebaseerd op een soortgelijke toewijzing van middelen in de verordening tot vaststelling van het programma Justitie 2014-2020.

IV.   CONCLUSIE

18.

Het standpunt van de Raad in eerste lezing geeft het compromis weer dat is bereikt tijdens de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement. Dit is bevestigd in bovengenoemde brief van de voorzitters van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en van de Commissie juridische zaken van het Europees Parlement, en vervolgens op 17 februari 2021 goedgekeurd door het Coreper.

(1)  Document 9598/18.

(2)  Document 15377/18.

(3)  Document 13420/20.


Top