EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020PC0459

Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van Horizon Europa – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding, een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking, een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad

COM/2020/459 final

Brussel, 29.5.2020

COM(2020) 459 final

2018/0224(COD)

Gewijzigd voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van Horizon Europa – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding,

een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie,

een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking,

een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De COVID-19-pandemie vormt een grote, ernstige volksgezondheidscrisis, die burgers, maatschappijen en economieën wereldwijd zwaar treft. De omvang van de gezondheidscrisis en de beleidsreacties daarop zijn ongekend. De sociaal-economische gevolgen van de crisis zijn daardoor nog nauwelijks te overzien, maar nu al is duidelijk dat de financiële en economische stelsels van de lidstaten te kampen hebben met acute problemen die hun weerga niet kennen. Volgens de economische voorjaarsprognoses van de Commissie 1 krimpt het bbp van de EU dit jaar met circa 7,5 % - veel sterker dan tijdens de mondiale financiële crisis van 2009 - en veert het in 2021 met slechts 6 % op.

In reactie daarop hebben de lidstaten buitengewone discretionaire economische en financiële maatregelen getroffen. Samen met de zogeheten “automatische stabilisatoren”, dat wil zeggen de te verstrekken werkloosheids- en socialezekerheidsuitkeringen in combinatie met gederfde belastingontvangsten, hebben die maatregelen aanzienlijke gevolgen voor de overheidsfinanciën: in zowel de eurozone als de gehele EU loopt het geaggregeerde overheidstekort op van 0,6 % van het bbp in 2019 naar 8,5 % van het bbp dit jaar.

Ook elders in de wereld worden samenlevingen zwaar getroffen door de coronacrisis, om te beginnen in de zorgsector, en van daaruit strekken de sociale en economische gevolgen zich ver uit. Onze responsstrategie moet alomvattend, samenhangend en integraal zijn, en zowel de volksgezondheid als de sociaal-economische problemen aanpakken. De minst ontwikkelde landen zijn het meest kwetsbaar voor COVID-19 gezien hun zwakke gezondheidsstelsels die veerkracht ontberen en gezien hun complexe sociaal-economische en bestuurlijke problemen. Het is al duidelijk dat COVID-19 een grote impact zal hebben op de economische en macro-economische systemen in onze partnerlanden. De regeringen staan voor de taak om de macro-economische stabiliteit te bewaren en begrotingsruimte te houden om de meest kwetsbare groepen, bedrijven en werknemers te beschermen en sociale basisvoorzieningen te kunnen blijven verstrekken.

Deze uitzonderlijke situatie vraagt om een coherente en uniforme aanpak op Unieniveau.

Voor een breed Europees herstelplan zijn omvangrijke publieke en private investeringen op Europees niveau nodig die de economie een impuls geven, hoogwaardige banen creëren en meehelpen om de onmiddellijke schade van het coronavirus te repareren. De Commissie stelt daarom voor om het volledige gewicht van de EU-begroting in te zetten om investeringen aan te trekken en financiële steun naar voren te halen in de cruciale eerste jaren van herstel door middel van een herstelinstrument voor de Europese Unie als uitzonderlijke maatregel, op basis van artikel 122 van het VWEU. De financiering van dit instrument zal worden gebaseerd op de machtiging waarin het voorstel voor het eigenmiddelenbesluit voorziet. Met deze middelen kunnen snel maatregelen worden genomen om bestaansmiddelen veilig te stellen, de preventie te vergroten en de veerkracht en het herstel na de crisis te versterken.

·Een versterkt meerjarig financieel kader voor 2021-2027

De herstel- en veerkrachtmaatregelen in het kader van het herstelinstrument zullen worden uitgevoerd via de reeds bestaande uitvoeringsregelingen van een aantal door de Commissie voorgestelde specifieke Unieprogramma’s voor het meerjarig financieel kader voor 2021-2027, waaronder:

het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (Horizon Europa) en het specifieke programma tot uitvoering daarvan,

het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking,

het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

De Commissievoorstellen voor deze programma’s moeten daarom worden gewijzigd.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

·Rechtsgrondslag

EU-optreden is gerechtvaardigd op grond van artikel 43, lid 2, artikel 173, lid 3, artikel 182, leden 1 en 4, en de artikelen 183, 188, 209 en 212 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

·Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

In de toelichting bij de [ERI-]verordening worden de overwegingen inzake subsidiariteit en evenredigheid uiteengezet.

In de toelichting bij onderstaande voorstellen van de Commissie worden de overwegingen inzake subsidiariteit en evenredigheid voor de desbetreffende programma's uiteengezet:

COM (2018) 392: Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (“Commissievoorstel COM(2018) 392”),

COM (2018) 435: Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van Horizon Europa – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding (“Commissievoorstel COM (2018) 435”),

COM (2018) 436: Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (“Commissievoorstel COM (2018) 436”),

COM (2018) 460: Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking, 14 juni 2018 (“Commissievoorstel COM(2018) 460”).

·Keuze van het instrument

Dit voorstel wijzigt de Commissievoorstellen COM (2018) 392, COM (2018) 435, COM (2018) 436 en COM (2018) 460.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

·Raadpleging van belanghebbenden

In de toelichting bij de volgende oorspronkelijke voorstellen van de Commissie wordt ingegaan op de raadplegingen van het publiek en van de belanghebbenden: COM (2018) 392, COM (2018) 435, COM (2018) 436 en COM (2018) 460.

·Evaluaties en effectbeoordelingen

In de toelichting bij de volgende eerste voorstellen van de Commissie wordt ingegaan op de evaluaties en effectbeoordelingen die zijn uitgevoerd: COM (2018) 392, COM (2018) 435, COM (2018) 436 en COM (2018) 460.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De Unie zal in totaal 14 647 miljoen EUR beschikbaar stellen voor Horizon Europa – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, in totaal 16 483 miljoen EUR voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en in totaal 11 448 miljoen EUR voor de verhoging van de garantie voor extern optreden in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking. De begunstigden die zijn vermeld in bijlage I bij de verordening inzake het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), komen voor deze verhoging in aanmerking. De aanvullende financiering zal via het herstelinstrument beschikbaar worden gesteld, op basis van de machtiging van het nieuwe eigenmiddelenbesluit. 

Meer details over de gevolgen voor de begroting zijn opgenomen in het financieel memorandum.

5.OVERIGE ELEMENTEN

·Artikelsgewijze toelichting

Het voorstel beoogt gerichte wijzigingen van de volgende Commissievoorstellen: COM (2018) 392, COM (2018) 435, COM (2018) 436 en COM (2018) 460.

De voorgestelde wijzigingen hebben hoofdzakelijk tot doel:

ervoor te zorgen dat de maatregelen van het voorstel voor een verordening tot invoering van een herstelinstrument kunnen worden uitgevoerd via de mechanismen van het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling;

ervoor te zorgen dat financiering uit het herstelinstrument als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement mogelijk wordt;

naleving van de in artikel 4 van het voorstel voor een verordening tot vaststelling van een herstelinstrument voor de Europese Unie vastgestelde specifieke termijnen, door passende kruisverwijzingen.

2018/0224 (COD)

Gewijzigd voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van Horizon Europa – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding,

een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie,


een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking,


een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad

De Commissievoorstellen COM(2018) 435, COM (2018) 436, COM (2018) 460 en COM (2018) 392 worden als volgt gewijzigd:

1.Commissievoorstel COM(2018) 435 voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van Horizon Europa – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding wordt als volgt gewijzigd:

(1)De volgende overweging 15 bis wordt ingevoegd:

“(15 bis)    Overeenkomstig de verordening [inzake het herstelinstrument] en binnen de grenzen van de daarin toegewezen middelen worden in het kader van dit programma herstel- en veerkrachtmaatregelen uitgevoerd om de ongekende gevolgen van de coronacrisis aan te pakken. Deze aanvullende middelen moeten worden benut binnen de in de [ERI-]verordening vastgestelde termijnen.”.

(2)Het volgende artikel 9 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 9 bis
Middelen uit het herstelinstrument

De in artikel 2 van de [ERI-]verordening bedoelde maatregelen worden in het kader van dit programma uitgevoerd met de in artikel 3, lid 2, onder a), v, van diezelfde verordening genoemde bedragen, onverminderd artikel 4, leden 4 en 8.

Deze bedragen worden aangemerkt als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.”.

2.In Commissievoorstel COM (2018) 436 voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie wordt het volgende artikel 4 bis ingevoegd:

“Artikel 4 bis
Middelen uit het herstelinstrument

Overeenkomstig artikel 9 bis van de verordening [inzake het kaderprogramma] worden de in artikel 2 van de [ERI-]verordening bedoelde maatregelen in het kader van dit specifieke programma uitgevoerd met de in artikel 3, lid 2, onder a), v, van de [ERI-]verordening genoemde bedragen, onverminderd artikel 4, leden 4 en 8.”.

3.Commissievoorstel COM (2018) 460 voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking wordt als volgt gewijzigd:

(1)De volgende overweging 36 bis wordt ingevoegd:

“(36 bis) Overeenkomstig de verordening [inzake het herstelinstrument] en binnen de grenzen van de daarin toegewezen middelen worden in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking herstel- en veerkrachtmaatregelen uitgevoerd om de ongekende gevolgen van de coronacrisis aan te pakken. Deze aanvullende middelen moeten worden benut binnen de in de [ERI-]verordening vastgestelde termijnen.”.

(2)Het volgende artikel 6 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 6 bis
Middelen uit het herstelinstrument

(1)In het kader van de garantie voor extern optreden wordt het in artikel 26, lid 3, genoemde bedrag toegekend overeenkomstig de voorwaarden van artikel 4, lid 6, van de [ERI-]verordening, met uitzondering van macrofinanciële bijstand, die wordt toegekend overeenkomstig de voorwaarden van artikel 4, lid 7, van de [ERI-]verordening. Dit bedrag kan ook worden gebruikt ter ondersteuning van de begunstigden die zijn vermeld in bijlage I bij de IPA III-verordening.

(2)Het in artikel 3, lid 2, onder c), iii, van de [ERI-]verordening genoemde bedrag wordt gebruikt voor de voorziening voor de garantie voor extern optreden uit hoofde van deze verordening, naast de in artikel 211, lid 4, eerste alinea, van het Financieel Reglement bedoelde middelen, en voor de in artikel 2, lid 2, tweede zin, van de [ERI-]verordening bedoelde maatregelen, onverminderd artikel 4, lid 8.

Naast de in artikel 211, lid 4, van het Financieel Reglement bedoelde middelen wordt een bedrag van maximaal 11 285 762 000 EUR in aanmerking genomen voor de berekening van het in artikel 211, lid 1, van het Financieel Reglement bedoelde voorzieningspercentage. 

Het in de eerste alinea bedoelde bedrag wordt aangemerkt als bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5 van het Financieel Reglement.”.

(3)Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

(a)lid 3 wordt vervangen door:

“3. In het kader van de garantie voor extern optreden kan de Unie operaties waarborgen die tussen 1 januari 2021 en 31 december 2027 zijn ondertekend, voor een bedrag van ten hoogste 130 000 000 000 EUR.

Een bedrag van ten hoogste 70 000 000 000 EUR daarvan wordt toegewezen aan in artikel 2, lid 1, van de [ERI-]verordening bedoelde maatregelen en is pas beschikbaar vanaf de in artikel 4, lid 3, van die verordening genoemde datum.”;

(b)lid 6 wordt vervangen door:

“6. Het EFDO+ en de garantie voor extern optreden kunnen dienen ter ondersteuning van financierings- en investeringsoperaties in partnerlanden in de in artikel 4, lid 2, genoemde geografische gebieden. De voorziening voor de garantie voor extern optreden wordt gefinancierd uit de begroting van de betrokken geografische programma’s die zijn ingesteld bij artikel 6, lid 2, onder a), en wordt overgedragen naar het gemeenschappelijke voorzieningsfonds. Het EFDO+ en de garantie voor extern optreden kunnen ook dienen ter ondersteuning van operaties in de in bijlage I bij de [IPA III-]verordening vermelde begunstigden. De financiering voor deze activiteiten in het kader van het EFDO+ en voor de voorziening voor de garantie voor extern optreden wordt gefinancierd uit de [IPA-]verordening, onverminderd artikel 6 bis, lid 1, van deze verordening. De voorziening voor de garantie voor extern optreden voor leningen aan derde landen als bedoeld in artikel 10, lid 2, van de EINS-verordening wordt gefinancierd uit die verordening.”.

(4)In artikel 39 wordt lid 1 vervangen door:

“1. Besluit nr. 466/2014/EU en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2021. Verordening (EU) 2017/1601 wordt ingetrokken met ingang van 31 december 2021.”.

4.Commissievoorstel COM (2018) 392 voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad wordt als volgt gewijzigd:

(1)De volgende overweging 71 bis wordt ingevoegd:

“(71 bis) Overeenkomstig de verordening [inzake het herstelinstrument] en binnen de grenzen van de daarin toegewezen middelen worden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling herstel- en veerkrachtmaatregelen uitgevoerd om de ongekende gevolgen van de coronacrisis aan te pakken. Deze aanvullende middelen moeten worden benut binnen de in de [ERI-]verordening vastgestelde termijnen.”.

(2)Het volgende artikel 84 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 84 bis
Middelen uit het herstelinstrument

(1)De in artikel 2 van de [ERI-]verordening bedoelde maatregelen worden in het kader van het Elfpo uitgevoerd met 16 483 miljoen EUR in lopende prijzen van het in artikel 3, lid 2, onder a), vii, van diezelfde verordening genoemde bedrag, onverminderd artikel 4, leden 3, 4 en 8.

Dit bedrag wordt aangemerkt als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

Het wordt beschikbaar gesteld als aanvullende middelen voor begrotingstoewijzingen uit hoofde van het Elfpo voor de jaren 2022, 2023 en 2024, bovenop de algemene middelen van artikel 83, en wel als volgt:

2022: 8 117 miljoen EUR;

2023: 4 140 miljoen EUR;

2024: 4 226 miljoen EUR.

(2)De verdeling van de in lid 1 bedoelde aanvullende middelen per lidstaat wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 83, lid 3.

(3)De in artikel 32 van [COM-voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en der Raad inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het GLB] vastgestelde vrijmakingsregels zijn van toepassing op de begrotingsvastleggingen voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde aanvullende middelen.

(4)Artikel 86 is niet van toepassing op de in lid 1 van dit artikel bedoelde aanvullende middelen.

(5)Ten hoogste 4 % van het totaal van de in lid 1 bedoelde aanvullende middelen kan worden toegewezen aan technische bijstand op initiatief van de lidstaten in het kader van de Elfpo-bijdrage aan de strategische GLB-plannen van de lidstaten.

(6)De in lid 1 bedoelde aanvullende middelen worden gebruikt voor een nieuwe specifieke doelstelling ter aanvulling op de in artikel 6 vastgestelde specifieke doelstellingen ter ondersteuning van het herstel van de economie.”.

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.    KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

   1.1.    Benaming van het voorstel/initiatief

   1.2.    Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

   1.3.    Aard van het voorstel/initiatief

   1.4.    Doelstelling(en)

   1.5.    Motivering van het voorstel/initiatief

   1.6.    Duur en financiële gevolgen

   1.7.    Beheersvorm(en)

2.    BEHEERSMAATREGELEN

   2.1.    Regels inzake het toezicht en de verslagen

   2.2.    Beheers- en controlesysteem

   2.3.    Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.    GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

   3.1.    Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

   3.2.    Geraamde gevolgen voor de uitgaven 

   3.2.1.    Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

   3.2.2.    Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

   3.2.3.    Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

   3.2.4.    Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

   3.2.5.    Bijdragen van derden

   3.3.    Geraamde gevolgen voor de ontvangsten



FINANCIEEL MEMORANDUM

KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

Benaming van het voorstel/initiatief

Gewijzigde voorstellen voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van Horizon Europa – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding (COM(2018) 435); een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (COM(2018) 436); een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) (COM (2018) 392); een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (COM(2018) 460).

Betrokken beleidsterrein(en) (programmacluster)

01 Onderzoek en innovatie

15 Externe actie

08 Landbouw en maritiem beleid

Het voorstel/initiatief betreft:

 een nieuwe actie 

 een nieuwe actie na een proefproject / voorbereidende actie 2  

 de verlenging van een bestaande actie 

X de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie 

Motivering van het voorstel/initiatief

Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

Deze gerichte wijzigingen van Horizon Europa – het kader- en het specifieke programma voor onderzoek en innovatie, het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) en van de Elfpo-steun in het kader van de strategische GLB-plannen worden voorgesteld in het kader van het herziene MFK-voorstel, met inbegrip van het herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI). Dit nieuwe instrument zal gedurende een beperkte periode middelen aan deze programma’s ter beschikking stellen bovenop de in het MFK vastgestelde maxima voor vastleggings- en betalingskredieten, als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21 van het Financieel Reglement.

In het algemeen moet de financiële steun van de Commissie worden vervroegd en de daarmee samenhangende acties moeten worden uitgevoerd vóór eind 2024. Acties op basis van niet terugbetaalbare financiële steun, voor ten minste 60 % van het totaal, moeten zijn uitgevoerd vóór eind 2022. De jaren na 2024 tot het einde van het MFK moeten door de Commissie worden gebruikt om de uitvoering van de maatregelen ter plaatse te bevorderen, het verwachte herstel in de desbetreffende economische en sociale sectoren te verwezenlijken en veerkracht en convergentie te bevorderen.

Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder "toegevoegde waarde van de deelname van de Unie" verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

(1)    De uitbraak van het coronavirus (COVID-19) werd op 11 maart 2020 door de Wereldgezondheidsorganisatie tot pandemie verklaard. Om de verspreiding van het virus in te dammen hebben de lidstaten en derde landen een reeks buitengewone maatregelen getroffen, die hebben geleid tot een duidelijke ontregeling van de economische activiteit. Die maatregelen hebben met name ertoe geleid dat toeleveringsketens en de productie werden verstoord en dat veel mensen hun werk niet meer konden uitvoeren. Meer in het algemeen is de financiële situatie van veel bedrijven in de Unie en in derde landen al ernstig verslechterd, of zal dit nog gebeuren.

(2)    De crisis heeft zich snel verspreid op het grondgebied van de Unie en in derde landen. In de Unie wordt voor 2020 gerekend op een sterke economische krimp, die zou kunnen aanhouden tot in 2021. Het herstel zal in de verschillende lidstaten waarschijnlijk zeer wisselend zijn, waardoor de economische verschillen tussen de landen zullen toenemen. Het verschil in begrotingsruimte van de lidstaten om financiële steun te verlenen waar de nood het hoogst is, en de divergentie in nationale maatregelen vormen een bedreiging voor de eengemaakte markt.

(3)    Een breed pakket maatregelen voor economisch herstel is nodig, met omvangrijke publieke en private investeringen die de economie een impuls geven, hoogwaardige banen creëren en helpen om de onmiddellijke schade als gevolg van het coronavirus te repareren.

(4)    Deze uitzonderlijke situatie vraagt om een coherente en uniforme aanpak op Unieniveau om een verdere verslechtering van de economie te voorkomen en een evenwichtig herstel van de bedrijvigheid aan te jagen, waarbij de continuïteit wordt gewaarborgd en meer wordt geïnvesteerd in de groene en de digitale overgang. Daarom is het nodig een herstelinstrument voor de EU in te stellen om de gevolgen van de COVID-19-pandemie aan te pakken, en voor de dringende behoeften aan financiering om opflakkering te voorkomen.

(5) In deze optiek moet het instrument de steun via Horizon Europa voor onderzoek en innovatie op het gebied van gezondheid en klimaat versterken. Dit zal bijdragen tot versterkte paraatheid om doeltreffend en snel te kunnen reageren op noodsituaties en investeringen in wetenschappelijk onderbouwde oplossingen, waarbij samenhang met de doelstellingen van de Europese Green Deal wordt gewaarborgd.

(6) De handels- en economische betrekkingen met buur- en ontwikkelingslanden, met inbegrip van de Westelijke Balkan, het Europees nabuurschap en Afrika, zijn van groot belang voor de economie van de Unie. Daarom, en overeenkomstig de mondiale rol en verantwoordelijkheid en de waarden van de Unie moeten de financiële middelen van het herstelinstrument via het NDICI worden gebruikt om deze landen te helpen de gevolgen van de COVID-19-pandemie te bestrijden en ervan te herstellen.

(7) Het instrument moet ook de steun via het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) versterken, door aan de lidstaten uitzonderlijke aanvullende middelen ter beschikking te stellen waarmee zij steun kunnen verlenen aan de landbouw- en levensmiddelensector, die zwaar zijn getroffen, om de schade als gevolg van de coronacrisis te repareren en de economie vlot te trekken.

Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

Voor externe betrekkingen luidde de conclusie van het tussentijdse evaluatieverslag over de externe financieringsinstrumenten 3 dat het meerjarig financieel kader van de EU in de huidige context van meervoudige crises en conflicten snel moet kunnen worden aangepast aan veranderende prioriteiten en onvoorziene gebeurtenissen, en dat snel concrete actie moet kunnen worden ondernomen. De instrumenten moeten ook voldoende financieel en anderszins flexibel zijn om via het externe optreden te kunnen reageren op de mondiale problemen waarmee de EU te maken krijgt. Deze flexibiliteit moet op verschillende niveaus worden opgebouwd. Om te beginnen moeten in de begroting substantiële reserves worden aangehouden via meerjarige programmering, en moet de uitvoering eenvoudiger en daardoor doeltreffender en doelmatiger worden. Dit voorstel beantwoordt aan deze conclusie door meer aanvullende middelen beschikbaar te stellen voor de aanpak van de onvoorziene coronacrisis.

Onderzoek en innovatie (O&I), en met name het Europese vlaggenschipprogramma Horizon Europa, biedt antwoorden op de prioriteiten van de burgers, stimuleert de productiviteit en het concurrentievermogen van de Unie, is cruciaal voor de instandhouding van ons sociaal-economische model en onze waarden, en reikt oplossingen aan waarmee problemen op een meer systematische manier kunnen worden aangepakt. In de huidige buitengewone omstandigheden heeft Europa snelle, door O&I onderbouwde oplossingen en meer wetenschappelijk inzicht in besmettelijke ziekten nodig. De extra middelen maken krachtige O&I-investeringen mogelijk in betaalbare en innovatieve beschermingsmaatregelen, virologie, vaccins, behandelingen en diagnoses, en de vertaling van onderzoeksresultaten in de beleidsmaatregelen op het gebied van de volksgezondheid. Er moeten meer middelen worden uitgetrokken voor O&I op het gebied van klimaat om het concurrentievermogen van de EU-industrie in daarmee samenhangende economische sectoren te ondersteunen en om ervoor te zorgen dat het herstel aansluit op de doelstellingen van de Europese Green Deal. O&I-investeringen kunnen bijdragen aan de aanpak van de dramatische toename van emissies en de achteruitgang van de natuur met grote gevolgen voor de gezondheid (zoals zoönosen). De steun kan worden gebruikt voor bedrijven die werken aan onderzoek en innovatie voor de afbouw van fossiele brandstoffen of die investeren in disruptieve technologieën op het gebied van de Europese Green Deal. Dit biedt financiële en opschalingsmiddelen aan opkomende en baanbrekende innovaties van kleine en middelgrote ondernemingen, start-ups en midcapbedrijven. Het voorstel vormt een aanvulling op andere specifieke maatregelen die al zijn getroffen om steun te bieden aan de landbouw. Er zijn regelgevende maatregelen genomen, zoals aanpassing van de staatssteunregels of vergemakkelijking van de inzet van seizoenarbeiders.

De Commissie heeft ook de regels aangepast en wijzigingen doorgevoerd in de twee specifieke landbouwfondsen (ELGF en Elfpo) om buitengewone flexibiliteit mogelijk te maken zodat de Europese structuur- en investeringsfondsen kunnen worden gebruikt voor de respons op de coronacrisis (het corona-investeringsinitiatief), alsmede alle andere maatregelen om het hoofd te bieden aan deze ongekende situatie. De maatregelen zijn in overeenstemming met het voorstel van de Commissie voor een herstelinstrument voor de Europese Unie, als beschreven in Verordening (EU) XXX/XX.

Verenigbaarheid en eventuele synergie met andere passende instrumenten

Naast de synergieën voor Horizon Europa, het NDICI en de Elfpo-steun in het kader van de strategische GLB-plannen die reeds in de voorstellen van de Commissie van 2018 zijn beschreven, voorziet dit specifieke initiatief in het kader van het herziene MFK-voorstel in sterke synergieën tussen deze programma’s en het nieuwe herstelinstrument voor de Europese Unie, als beschreven in Verordening (EU) XXX/XX. Het herstelinstrument maakt het mogelijk gedurende een beperkte tijd bovenop de MFK-plafonds middelen toe te wijzen aan deze sectorale programma’s vanwege de complementariteit van de doelstellingen en de werking van deze instrumenten en in het licht van de in punt 1.4.2 beschreven motivering en meerwaarde.



Duur en financiële gevolgen 

 beperkte geldigheidsduur

◻ van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

◻ financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor vastleggingskredieten en vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor betalingskredieten.

X onbeperkte geldigheidsduur

Uitvoering met een opstartperiode vanaf 2021,

gevolgd door een volledige uitvoering.

Beheersvorm(en) 4  

X Direct beheer door de Commissie

X door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

X    door de uitvoerende agentschappen

 Gedeeld beheer met de lidstaten

X Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

X derde landen of de door hen aangewezen organen;

X internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

X de EIB en het Europees Investeringsfonds;

X de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

X publiekrechtelijke organen;

X privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

X privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

X personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Opmerkingen

De Commissie kan besluiten een deel van de uitvoering van de versterking van Horizon Europa over te dragen aan een uitvoerend agentschap, overeenkomstig de beheersvorm waartoe voor de te versterken activiteiten wordt besloten.

BEHEERSMAATREGELEN

Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

Zie de financiële memoranda bij de voorstellen van de Commissie: COM(2018) 460 final, COM(2018) 435 final, COM(2018) 436 final en COM(2018) 392 final.

Beheers- en controlesyste(e)m(en)

Zie de financiële memoranda bij de voorstellen van de Commissie: COM(2018) 460 final, COM(2018) 435 final, COM(2018) 436 final en COM(2018) 392 final.

Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

Zie de financiële memoranda bij de voorstellen van de Commissie: COM(2018) 460 final, COM(2018) 435 final, COM(2018) 436 final en COM(2018) 392 final.

 GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

Rubrieken van het meerjarig financieel kader en voorgesteld(e) nieuw(e) begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

Rubriek van het meerjarig financieel kader

Begrotingsonderdeel

Soort uitgave

Bijdrage

Rubriek 1. Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

GK/NGK 5

van EVA-landen 6

van kandidaat-lidstaten 7

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

1

01 01 01 01, 01 01 01 02, 01 01 01 03, 01 01 01 61, 01 01 01 62, 01 01 01 62, 01 01 01 63, 01 01 01 64 Ondersteunende uitgaven voor “Horizon Europa”, inclusief bijdragen aan uitvoerende agentschappen die het programma implementeren

NGK

JA

JA

JA

NEEN

1

01 02 02 10 Cluster Gezondheid

GK

JA

JA

JA

NEEN

1

01 02 02 40 Cluster Digitaal, industrie en ruimte

GK

JA

JA

JA

NEEN

1

01 02 02 50 Cluster Klimaat, energie en mobiliteit

GK

JA

JA

JA

NEEN

1

01 02 03 01 Europese Innovatieraad

GK

JA

JA

JA

NEEN

Rubriek 3. Natuurlijke hulpbronnen en milieu

GK/NGK 8

van EVA-landen 9

van kandidaat-lidstaten 10

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

3

08 01 02 Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)

NGK

NEEN

NEEN

NEEN

NEEN

3

08 03 01 03 Steun voor plattelandsontwikkeling in het kader van de strategische GLB-plannen, gefinancierd uit EURI

GK

NEEN

NEEN

NEEN

NEEN

3

08 03 02 Elfpo – Operationele technische bijstand

GK

NEEN

NEEN

NEEN

NEEN

Rubriek 6. Nabuurschap en internationaal beleid

GK/NGK 11

van EVA-landen 12

van kandidaat-lidstaten 13

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

6

15 01 01 Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking

NGK

NEEN

NEEN

NEEN

NEEN

6

15 02 01 07 EURI-voorziening voor de garantie voor extern optreden

GK

JA

JA

JA

NEEN

Geraamde gevolgen voor de uitgaven

Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel kader

< 1, 3 & 6 >

 [Rubriek 1 – Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid, Rubriek 3 – Natuurlijke hulpbronnen en milieu, Rubriek 6 – Nabuurschap en internationaal beleid]

Naast de financiële middelen die zijn toegewezen in artikel 9 van voorstel COM(2018) 435 (verordening inzake het kaderprogramma Horizon Europa) en in artikel 4 van het voorstel voor een besluit inzake het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa, wordt 14 647 miljoen EUR (in lopende prijzen) beschikbaar gesteld als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement, als financiering uit het herstelinstrument voor de Europese Unie. Daarvan mag maximaal 689,160 miljoen EUR worden besteed aan administratieve uitgaven, inclusief kosten voor extern personeel.

De indicatieve uitsplitsing van de uitgaven uit externe bestemmingsontvangsten is als volgt:

[Horizon Europa]

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Na 2027

TOTAAL

Operationele uitgaven uit externe bestemmingsontvangsten van EURI

Vastleggingen

(1)

4 919,020

4 739,320

2 558,890

1 740,610

13 957,840

Betalingen

(2)

433,668

3 479,853

2 708,187

2 475,285

1 978,160

1 860,712

909,443

112,532

13 957,840

Administratieve ondersteunende uitgaven uit externe bestemmingsontvangsten van EURI

Vastleggingen = betalingen

(3)

126,980

197,680

132,110

106,390

51,000

37,000

38,000

689,160

Totaal externe bestemmingsontvangsten

Vastleggingen

=1+3

5 046,000

4 937,000

2 691,000

1 847,000

51,000

37,000

38,000

14 647,000

Betalingen

=2+3

560,648

3 677,533

2 840,297

2 581,675

2 029,160

1 897,712

947,443

112,532

14 647,000

Naast de financiële middelen die zijn toegewezen in artikel 83 van voorstel COM(2018) 392 (verordening inzake Elfpo-steun in het kader van de strategische GLB-plannen), wordt 16 483 miljoen EUR (in lopende prijzen) beschikbaar gesteld als externe bestemmingsontvangsten voor 2022-2024 14 in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement, als financiering uit het herstelinstrument voor de Europese Unie. Daarvan mag maximaal 6,000 miljoen EUR worden besteed aan administratieve uitgaven, inclusief kosten voor extern personeel. Operationele technische bijstand valt onder de operationele uitgaven en wordt berekend op het moment dat de opsplitsing per lidstaat van de in lid 1 bedoelde aanvullende middelen wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 83, lid 3, van COM(2018) 392.

De indicatieve uitsplitsing van de uitgaven uit externe bestemmingsontvangsten is als volgt:

[Elfpo]

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Na 2027

TOTAAL

Operationele uitgaven die worden gefinancierd uit externe bestemmingsontvangsten van EURI

Vastleggingen

(1)

8 116,000

4 139,000

4 222,000

16 477,000

Betalingen

(2)

2 029,000

3 875,350

4 938,950

3 531,000

1 680,500

422,200

16 477,000

Elfpo – Operationele technische bijstand (bijdrage uit externe bestemmingsontvangsten van EURI)

Vastleggingen

(1)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Betalingen

(2)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Administratieve ondersteunende uitgaven (bijdrage uit externe bestemmingsontvangsten van EURI)

Vastleggingen = betalingen

(3)

1,000

1,000

1,000

1,000

1,000

1,000

6,000

Totaal externe bestemmingsontvangsten

Vastleggingen

=1+3

8 117,000

4 140,000

4 223,000

1,000

1.000

1.000

16 483,000

Betalingen

=2+3

2 030,000

3 876,350

4 939,950

3 532,000

1 681,500

423,200

16 483,000

Naast de financiële middelen die zijn toegewezen in artikel 6 van verordening COM(2018) 460 final, (NDICI), wordt 11 448,070 miljoen EUR (in lopende prijzen) beschikbaar gesteld als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement, als financiering uit het herstelinstrument voor de Europese Unie. Daarvan mag maximaal 162,308 miljoen EUR worden besteed aan administratieve uitgaven, inclusief kosten voor extern personeel.

De indicatieve uitsplitsing van de uitgaven uit externe bestemmingsontvangsten is als volgt:

[garantie voor extern optreden - NDICI]

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

TOTAAL

Operationele uitgaven uit externe bestemmingsontvangsten van EURI

Vastleggingen

(1)

3 265,383

3 331,093

2 274,063

2 320,063

27,383

33,389

34,389

11 285,762

Betalingen

(2)

23,133

1 883,383

1 883,383

1 883,383

1 883,383

1 888,389

1 840,709

11 285,762

Administratieve ondersteunende uitgaven uit externe bestemmingsontvangsten van EURI

Vastleggingen = betalingen

(3)

24,617

24,617

24,617

24,617

24,617

19,611

19,611

162,308

Totaal externe bestemmingsontvangsten

Vastleggingen

=1+3

3 290,000

3 355,710

2 298,680

2 344,680

52,000

53,000

54,000

11 448,070

Betalingen

=2+3

47,750

1 908,000

1 908,000

1 908,000

1 908,000

1 908,000

1 860,320

11 448,070



Rubriek van het meerjarig financieel kader

7

“Administratieve uitgaven”

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

TOTAAL

Personele middelen

Andere administratieve uitgaven

TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 7 van het meerjarig financieel kader

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

-

-

-

-

-

-

-

-

Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

◻ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig.

X    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

TOTAAL

RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen

Andere administratieve uitgaven

Subtotaal RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader

-

-

-

-

-

-

-

-

Buiten RUBRIEK 7 15  
of the multiannual financial framework

Personele middelen - externe bestemmingsontvangsten (onderzoek)

6,000

6,000

6,000

4,800

2,400

1,600

1,200

28,000

Andere uitgaven  
van administratieve aard - externe bestemmingsontvangsten (onderzoek)

120,980

191,680

126,110

101,590

48,600

35,400

36,800

661,160

Subtotaal externe bestemmingsontvangsten (onderzoek)

126,980

197,680

132,110

106,390

51,000

37,000

38,000

689,160

Personele middelen - externe bestemmingsontvangsten (niet-onderzoek) - NDICI

16,440

16,440

16,440

16,440

16,440

11,434

11,434

105,068

Andere uitgaven  
van administratieve aard - externe bestemmingsontvangsten (niet-onderzoek) - NDICI

8,177

8,177

8,177

8,177

8,177

8,177

8,177

57,240

Personele middelen - externe bestemmingsontvangsten (niet-onderzoek) - Elfpo

0,000

0,720

0,720

0,720

0,720

0,720

0,000

3,600

Andere uitgaven  
van administratieve aard - externe bestemmingsontvangsten (niet-onderzoek) - Elfpo

0,000

0,280

0,280

0,280

0,280

0,280

1,000

2,400

Subtotaal externe bestemmingsontvangsten (niet-onderzoek)

24,617

25,617

25,617

25,617

25,617

20,611

20,611

168,307

Subtotaal  
buiten RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader

151,597

223,297

157,727

132,007

76,617

57,611

58,611

857,467

De benodigde kredieten voor personele middelen en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen. Aanvullend personeel mag alleen extern personeel zijn en wordt uitsluitend gefinancierd uit bestemmingsontvangsten.

Geraamde personeelsbehoeften

◻ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

☑ Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

Jaar

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

• Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

Zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie

Delegaties

Onderzoek

Extern personeel (in voltijdequivalenten – VTE) - AC, AL, END, INT en JPD 16

Rubriek 7

Gefinancierd uit RUBRIEK 7 van het meerjarig financieel kader 

- centrale diensten

- delegaties

Gefinancierd uit het budget van het programma  17

- centrale diensten

- delegaties

Overige: externe bestemmingsontvangsten (onderzoek) 18  

75

75

75

60

30

20

15

Overige: externe bestemmingsontvangsten (niet-onderzoek) - NDICI

150

150

150

150

150

105

105

Overige: externe bestemmingsontvangsten (niet-onderzoek) - Elfpo

0

9

9

9

9

9

TOTAAL

225

234

234

219

189

134

120

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen. Aanvullend personeel mag alleen extern personeel zijn en wordt uitsluitend gefinancierd uit bestemmingsontvangsten.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Extern personeel

Extern personeel staat ambtenaren en tijdelijke functionarissen bij in de uitvoering van de in de ERI-verordening bedoelde maatregelen die in het kader van de desbetreffende programma’s worden uitgevoerd.

Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

X    Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

◻ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

◻ voor de eigen middelen

◻ voor overige ontvangsten

Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven X    

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Gevolgen van het voorstel/initiatief 19

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Artikel ………….

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

[…]

Andere opmerkingen (bijv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie). 

[…]

(1)    European Economic Forecast, Institutional Paper 125, mei 2020.
(2)    In de zin van artikel 58, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
(3)    COM(2017) 720 final
(4)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
(5)    GK = gesplitste kredieten / NGK = niet-gesplitste kredieten.
(6)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(7)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.
(8)    GK = gesplitste kredieten / NGK = niet-gesplitste kredieten.
(9)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(10)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.
(11)    GK = gesplitste kredieten / NGK = niet-gesplitste kredieten.
(12)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(13)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.
(14)    Voor activiteiten zoals monitoring van de uitvoering, waaronder audit en financieel beheer, en deelname aan het afsluitingsproces van de programma’s, die worden gefinancierd uit de administratieve uitgaven, kunnen vastleggingen worden gedaan tot 2027 (zie details in bovenstaande tabel).
(15)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(16)    AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END= Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).
(17)    Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
(18)    Deze raming loopt niet vooruit op het aanvullende personeel dat nodig is in uitvoerende agentschappen en dat wordt gefinancierd uit externe bestemmingsontvangsten, op basis van een grondige beoordeling van het effect op de middelen.
Top