Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020AR3164

    Advies van het Europees Comité van de Regio’s over een versterkt Uniemechanisme voor civiele bescherming

    COR 2020/03164

    PB C 440 van 18.12.2020, p. 150–159 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    18.12.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 440/150


    Advies van het Europees Comité van de Regio’s over een versterkt Uniemechanisme voor civiele bescherming

    (2020/C 440/23)

    Rapporteur:

    Alberto CIRIO (IT/EVP), voorzitter van het regiobestuur van Piemonte

    Referentiedocument:

    Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming

    COM(2020) 220 final

    I.   AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN

    Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming

    COM(2020) 220 final

    Wijzigingsvoorstel 1

    Overweging 2

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    (2)

    Hoewel erkend wordt dat de voornaamste verantwoordelijkheid voor de preventie, de paraatheid en de respons ten aanzien van door de mens of de natuur veroorzaakte rampen bij de lidstaten berust, bevordert het Uniemechanisme de solidariteit tussen de lidstaten overeenkomstig artikel 3, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

    (2)

    Hoewel erkend wordt dat de voornaamste verantwoordelijkheid voor de preventie, de paraatheid en de respons ten aanzien van door de mens of de natuur veroorzaakte rampen bij de lidstaten en de regionale overheden daarvan blijft berust en , bevordert het Uniemechanisme de solidariteit tussen de lidstaten overeenkomstig artikel 3, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie door bestaande capaciteit van de lidstaten en de regio’s aan te vullen, hetgeen een effectievere paraatheid en reactie mogelijk maakt als de capaciteit op nationaal, regionaal en lokaal niveau niet toereikend is .

    Motivering

    Het is essentieel om te beseffen dat de capaciteit niet alleen tussen de lidstaten, maar ook tussen hun regio’s uiteenloopt. Aanvullend optreden van de EU moet daarom een gedifferentieerde aanpak ontwikkelen naargelang van de verschillende behoeften op regionaal niveau.

    Wijzigingsvoorstel 2

    Overweging 6

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    (6)

    Om de planning op het gebied van preventie en paraatheid te verbeteren, moet de Unie blijven pleiten voor investeringen in de preventie van rampen in alle sectoren en voor een brede benadering van het risicobeheer als grondslag voor preventie en paraatheid, op basis van een multirisico-aanpak en een op het ecosysteem gebaseerde benadering waarbij rekening wordt gehouden met de te verwachten gevolgen van de klimaatverandering, in nauwe samenwerking met de betrokken wetenschappelijke kringen en de belangrijkste economische actoren. Daartoe moeten een sectoroverschrijdende benadering en een aanpak waarin alle risico’s aan bod komen, centraal worden gesteld en gebaseerd zijn op doelstellingen inzake rampbestendigheid voor de Unie die in een basisdefinitie van capaciteit en paraatheid worden opgenomen . De Commissie zal samenwerken met de lidstaten bij het bepalen van de doelstellingen inzake rampbestendigheid voor de Unie.

    (6)

    Om de planning op het gebied van preventie en paraatheid te verbeteren, moet de Unie blijven pleiten voor investeringen in de preventie van rampen in alle sectoren en voor een brede benadering van het risicobeheer als grondslag voor preventie en paraatheid, op basis van een multirisico-aanpak en een op het ecosysteem gebaseerde benadering waarbij rekening wordt gehouden met de te verwachten gevolgen van de klimaatverandering, in nauwe samenwerking met de betrokken wetenschappelijke kringen en de belangrijkste economische actoren. Daartoe moeten een sectoroverschrijdende benadering en een aanpak waarin alle risico’s aan bod komen, centraal worden gesteld en gebaseerd zijn op de verschillende behoeften van de lidstaten en de regio’s in de EU ter versterking van hun capaciteit en ter verbetering van de algehele rampbestendigheid en paraatheid van de EU . De Commissie zal samenwerken met de lidstaten en de lokale en regionale overheden bij het bepalen van de doelstellingen inzake rampbestendigheid voor de Unie

    Motivering

    De inspanningen van de EU moeten worden gedifferentieerd om rekening te houden met de verschillende capaciteit in de lidstaten en in de regio’s.

    Wijzigingsvoorstel 3

    Overweging 8

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    (8)

    Het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (hierna “ERCC” genoemd), een operationeel centrum op Unieniveau dat vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week operationeel is en de capaciteit heeft om operaties in verschillende noodsituaties binnen en buiten de Unie in realtime te volgen en te ondersteunen, moet verder worden versterkt. Daarbij moet de coördinatie van het ERCC met de nationale systemen voor crisisbeheer van de lidstaten en de civiele-beschermingsautoriteiten, alsook met andere relevante organen van de Unie, worden verbeterd. De werkzaamheden van het ERCC worden ondersteund door wetenschappelijke expertise, waaronder die van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie.

    (8)

    Het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (hierna “ERCC” genoemd), een operationeel centrum op Unieniveau dat vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week operationeel is en de capaciteit heeft om operaties in verschillende noodsituaties binnen en buiten de Unie in realtime te volgen en te ondersteunen, moet verder worden versterkt. Daarbij moet de coördinatie van het ERCC met de nationale en regionale systemen voor crisisbeheer van de lidstaten en de civiele-beschermingsautoriteiten, alsook met andere relevante organen van de Unie, worden verbeterd. De werkzaamheden van het ERCC worden ondersteund door wetenschappelijke expertise, waaronder die van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie.

    Motivering

    Naargelang de interne structuren in de lidstaten en de aard van specifieke noodsituaties kan ook overleg met regionale crisisresponssystemen nodig zijn, met name met het oog op kennis en opleiding.

    Wijzigingsvoorstel 4

    Overweging 9

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

     

    (9 bis)

    Het Uniemechanisme en rescEU moeten zo worden opgezet dat de Unie effectief kan reageren op een breed scala aan noodsituaties, niet alleen in verband met de volksgezondheid. Zo leidt de klimaatverandering tot meer natuurrampen, zoals branden of overstromingen. Het is daarom van essentieel belang dat het Uniemechanisme ook voldoende capaciteit omvat om op te treden in geval van natuurrampen.

    Motivering

    Spreekt voor zich.

    Wijzigingsvoorstel 5

    Overweging 11

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    (11)

    rescEU-capaciteit die door de lidstaten wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd, zou enkel voor nationale doeleinden kunnen worden gebruikt wanneer zij niet voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme wordt gebruikt of nodig is.

    (11)

    rescEU-capaciteit die door de Commissie of de lidstaten wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd, zou enkel voor nationale doeleinden kunnen worden gebruikt wanneer zij niet voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme wordt gebruikt of nodig is.

    Motivering

    De beschikbaarheid van de rescEU-capaciteit voor nationaal gebruik mag niet afhankelijk zijn van de vraag of deze door de Commissie of de lidstaten wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd.

    Wijzigingsvoorstel 6

    Artikel 1, punt 2

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    (2)

    Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

    (2)

    Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

     

    (c)

    het volgende lid 5 wordt toegevoegd:

    “5.   De Commissie bepaalt Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid ter ondersteuning van de preventie- en paraatheidsacties. De doelstellingen inzake rampbestendigheid vormen een gemeenschappelijke basis voor het vrijwaren van kritieke maatschappelijke functies bij cascade-effecten van een ramp met ernstige gevolgen en voor het waarborgen van de werking van de interne markt. De doelstellingen zijn gebaseerd op toekomstgerichte scenario’s, met inbegrip van de gevolgen van de klimaatverandering voor het risico op rampen, gegevens over gebeurtenissen in het verleden en sectoroverschrijdende effectbeoordelingen met bijzondere aandacht voor kwetsbare personen.

     

    (c)

    het volgende lid 5 wordt toegevoegd:

    “5.   De Commissie bepaalt in overleg met de lidstaten en de lokale en regionale overheden Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid ter ondersteuning van de preventie- en paraatheidsacties. De doelstellingen inzake rampbestendigheid vormen een gemeenschappelijke basis voor het vrijwaren van kritieke maatschappelijke functies bij cascade-effecten van een ramp met ernstige gevolgen en voor het waarborgen van de werking van de interne markt. De doelstellingen zijn gebaseerd op toekomstgerichte scenario’s, met inbegrip van de gevolgen van de klimaatverandering voor het risico op rampen, gegevens over gebeurtenissen in het verleden en sectoroverschrijdende effectbeoordelingen met bijzondere aandacht voor kwetsbare personen.

     

     

    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 30 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid te bepalen.

     

     

    De Commissie presenteert een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid.

    Motivering

    Het is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat de algemene doelstellingen en de doelstellingen op Unieniveau worden ontwikkeld en vastgesteld in overleg met de vertegenwoordigers van de nationale en subnationale niveaus.

    Ter wille van het draagvlak voor de doelstellingen moeten de betreffende rechtshandelingen ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad.

    Wijzigingsvoorstel 7

    Artikel 1, punt 3

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    (3)

    artikel 7 wordt vervangen door:

    (3)

    artikel 7 wordt vervangen door:

     

    “Artikel 7

    Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties

     

    “Artikel 7

    Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties

     

    1.   Er wordt een Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (Emergency Response Coordination Centre — ERCC) opgericht. De capaciteit van het ERCC is voldoende om vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week, operationeel te zijn en het ERCC staat ten dienste van de lidstaten en de Commissie ter verwezenlijking van de doelstellingen van het Uniemechanisme.

     

    1.   Er wordt een Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (Emergency Response Coordination Centre — ERCC) opgericht. De capaciteit van het ERCC is voldoende om vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week, operationeel te zijn en het ERCC staat ten dienste van de lidstaten en de Commissie ter verwezenlijking van de doelstellingen van het Uniemechanisme.

     

    Het ERCC staat met name in voor de realtime coördinatie , monitoring en ondersteuning van de respons op noodsituaties op het niveau van de Unie. Het ERCC werkt nauw samen met de nationale systemen voor crisisbeheer, de civiele-beschermingsautoriteiten en de relevante organen van de Unie.

     

    Het ERCC staat met name in voor de realtime monitoring en ondersteuning van de respons op noodsituaties op het niveau van de Unie. Het ERCC ondersteunt de nationale systemen en, wanneer passend, de regionale systemen voor crisisbeheer, de civiele-beschermingsautoriteiten en de relevante organen van de Unie.

     

    2.   Het ERCC heeft toegang tot operationele en analytische capaciteit en capaciteit op het gebied van monitoring, informatiebeheer en communicatie voor een breed scala van noodsituaties binnen en buiten de Unie.”

     

    2.   Het ERCC heeft toegang tot logistieke en analytische capaciteit en capaciteit op het gebied van monitoring, informatiebeheer en communicatie ten dienste van de nationale systemen voor crisisbeheer binnen en buiten de Unie.”.

    Motivering

    Het ERCC moet de werking van de nationale — en waar passend regionale — systemen voor crisisrespons faciliteren en ondersteunen. Overlappingen, die verwarring over de verantwoordelijkheid voor de noodrespons kunnen veroorzaken, moeten daarbij worden vermeden.

    Wijzigingsvoorstel 8

    Artikel 1, punt 6

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    (6)

    artikel 10 wordt vervangen door:

    (6)

    artikel 10 wordt vervangen door:

     

    “Artikel 10

    Planning op het gebied van rampbestendigheid

     

    “Artikel 10

    Planning op het gebied van rampbestendigheid

     

    1.   De Commissie en de lidstaten werken samen aan het verbeteren van de sectoroverschrijdende planning op het gebied van rampbestendigheid ten aanzien van zowel door de natuur als door de mens veroorzaakte rampen met mogelijk grensoverschrijdende effecten, waaronder de negatieve gevolgen van klimaatverandering. De planning op het gebied van rampbestendigheid omvat het opstellen van scenario’s op Unieniveau voor preventie van en respons op rampen op basis van risicobeoordelingen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder a), en het overzicht van risico’s als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder c), rampenrisicobeheersingsplanning als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder c), gegevens over schade door rampen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder f), het in kaart brengen van de beschikbare middelen en het opstellen van plannen voor de inzet van de responscapaciteit, rekening houdend met de Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid als bedoeld in artikel 6, lid 5.

     

    1.   De Commissie en de lidstaten werken samen , in overleg met de lokale en regionale overheden, aan het verbeteren van de sectoroverschrijdende planning op het gebied van rampbestendigheid ten aanzien van zowel door de natuur als door de mens veroorzaakte rampen met mogelijk grensoverschrijdende effecten, waaronder de negatieve gevolgen van klimaatverandering. De planning op het gebied van rampbestendigheid omvat het opstellen van scenario’s op Unieniveau voor preventie van en respons op rampen op basis van risicobeoordelingen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder a), en het overzicht van risico’s als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder c), rampenrisicobeheersingsplanning als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder c), gegevens over schade door rampen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder f), het in kaart brengen van de beschikbare middelen en het opstellen van plannen voor de inzet van de responscapaciteit, rekening houdend met de Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid als bedoeld in artikel 6, lid 5.

     

    2.   […]”;

     

    2.   […]”;

    Motivering

    Het is van essentieel belang om te garanderen dat ook de regionale en lokale niveaus als rechtstreekse belanghebbenden worden betrokken bij de werkzaamheden voor de planning op het gebied van rampbestendigheid en het opstellen van scenario’s.

    Wijzigingsvoorstel 9

    Artikel 1, punt 8

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    (8)

    Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

    (8)

    Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

     

    (a)

    de leden 2 en 3 worden vervangen door:

     

    (a)

    de leden 2 en 3 worden vervangen door:

     

     

    “2.   […]

     

     

    “2.   […]

     

     

    3.   De rescEU-capaciteit wordt door de Commissie of de lidstaten aangekocht, gehuurd, geleaset en/of anderszins gecontracteerd. De Commissie kan rescEU-capaciteit aankopen, huren, leasen of anderszins contracteren voor de opslag en distributie van leveringen of het verlenen van diensten aan de lidstaten, door middel van aanbestedingsprocedures die in overeenstemming zijn met de financiële regels van de Unie. Wanneer rescEU-capaciteit door de lidstaten wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd, kan de Commissie de lidstaten directe subsidies toekennen zonder een oproep tot het indienen van voorstellen.

     

     

    3.   De rescEU-capaciteit wordt door de Commissie of de lidstaten aangekocht, gehuurd, geleaset en/of anderszins gecontracteerd. De Commissie kan rescEU-capaciteit aankopen, huren, leasen of anderszins contracteren voor de opslag en distributie van leveringen of het verlenen van diensten aan de lidstaten, door middel van aanbestedingsprocedures die in overeenstemming zijn met de financiële regels van de Unie. Als de Commissie rescEU-capaciteit verwerft, blijft zij eigenaar hiervan, zelfs wanneer deze onder de lidstaten wordt verdeeld, behalve in het geval van niet-herbruikbare capaciteit. Wanneer rescEU-capaciteit door de lidstaten wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd, kan de Commissie de lidstaten directe subsidies toekennen zonder een oproep tot het indienen van voorstellen.

     

     

    De Commissie en de lidstaten die dat wensen, kunnen deelnemen aan een gezamenlijke aanbestedingsprocedure die overeenkomstig artikel 165 van het Financieel Reglement wordt uitgevoerd, met het oog op de aankoop van rescEU-capaciteit.

     

     

    De Commissie en de lidstaten die dat wensen, kunnen deelnemen aan een gezamenlijke aanbestedingsprocedure die overeenkomstig artikel 165 van het Financieel Reglement wordt uitgevoerd, met het oog op de aankoop van rescEU-capaciteit.

     

     

    rescEU-capaciteit wordt ondergebracht bij de lidstaten die deze capaciteit aankopen, huren, leasen of anderszins contracteren. Om de rampbestendigheid van de Unie te vergroten, moet rescEU-capaciteit die door de Commissie wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd, strategisch vooraf in de Unie worden aangelegd. In overleg met de lidstaten kan rescEU-capaciteit die door de Commissie wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd ook in derde landen worden opgeslagen via betrouwbare netwerken die door bevoegde internationale organisaties worden beheerd.”;

     

     

    rescEU-capaciteit wordt ondergebracht bij de lidstaten die deze capaciteit aankopen, huren, leasen of anderszins contracteren. Om de rampbestendigheid van de Unie te vergroten, moet rescEU-capaciteit die door de Commissie wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd, strategisch vooraf in de Unie worden aangelegd. In overleg met de lidstaten kan rescEU-capaciteit die door de Commissie wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd ook in derde landen worden opgeslagen via betrouwbare netwerken die door bevoegde internationale organisaties worden beheerd.”;

    Motivering

    Dit garandeert dat de capaciteit wordt toegekend aan de regio’s met de grootste behoeften in Europa, volgens de beoordeling van de Commissie.

    Wijzigingsvoorstel 10

    Artikel 1, punt 14

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    Artikel 20 bis wordt vervangen door:

    Artikel 20 bis wordt vervangen door:

    “Artikel 20 bis

    Zichtbaarheid en prijzen

    “Artikel 20 bis

    Zichtbaarheid en prijzen

    1.   De ontvangers van financiering van de Unie en de begunstigden van de verleende bijstand erkennen de oorsprong van en geven zichtbaarheid aan de financiering van de Unie (met name wanneer zij de acties en de resultaten ervan promoten) door meerdere doelgroepen, waaronder de media en het grote publiek, doelgericht en op samenhangende, doeltreffende en evenredige wijze te informeren.

    1.   De ontvangers van financiering van de Unie en de begunstigden van de verleende bijstand erkennen de oorsprong van en geven zichtbaarheid aan de financiering van de Unie (met name wanneer zij de acties en de resultaten ervan promoten) door meerdere doelgroepen, waaronder de media en het grote publiek, doelgericht en op samenhangende, doeltreffende en evenredige wijze te informeren.

    Elke vorm van bijstand of financiering die uit hoofde van dit besluit wordt verstrekt, moet de nodige zichtbaarheid krijgen. De lidstaten zorgen er met name voor dat bij de openbare communicatie over acties die in het kader van het Uniemechanisme worden gefinancierd:

    Elke vorm van bijstand of financiering die uit hoofde van dit besluit wordt verstrekt, moet de nodige zichtbaarheid krijgen. De lidstaten zorgen er met name voor dat bij de openbare communicatie over acties die in het kader van het Uniemechanisme worden gefinancierd:

    passende verwijzingen naar het Uniemechanisme aanwezig zijn;

    passende verwijzingen naar het Uniemechanisme aanwezig zijn;

    visuele profilering aanwezig is met betrekking tot de capaciteit die door het Uniemechanisme is gefinancierd of medegefinancierd;

    visuele profilering aanwezig is met betrekking tot de capaciteit die door het Uniemechanisme is gefinancierd of medegefinancierd;

    bij de uitvoering van de acties het logo van de Unie zichtbaar is;

    bij de uitvoering van de acties het logo van de Unie zichtbaar is;

    nationale media en belanghebbenden proactief worden ingelicht over de steun van de Unie en dat hierover ook via de eigen kanalen wordt gecommuniceerd;

    nationale media en belanghebbenden proactief worden ingelicht over de steun van de Unie en dat hierover ook via de eigen kanalen wordt gecommuniceerd;

    de communicatieacties van de Commissie over de acties worden ondersteund.

    de communicatieacties van de Commissie over de acties worden ondersteund.

    2.   De Commissie verricht informatie- en communicatieacties in verband met dit besluit en de acties en de resultaten ervan. De aan dit besluit toegewezen financiële middelen dragen tevens bij aan de institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de in artikel 3, lid 1, bedoelde doelstellingen.

    2.   De Commissie verricht informatie- en communicatieacties in verband met dit besluit en de acties en de resultaten ervan. De aan dit besluit toegewezen financiële middelen dragen tevens bij aan de institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de in artikel 3, lid 1, bedoelde doelstellingen.

    3.   De Commissie reikt medailles uit om langdurige inzet voor en buitengewone bijdragen aan het Uniemechanisme te erkennen en te eren.”

    3.   De Commissie reikt medailles uit om langdurige inzet voor en buitengewone bijdragen aan het Uniemechanisme te erkennen en te eren.

     

    4.     Wanneer de in artikel 12, lid 5, bedoelde rescEU-capaciteit voor nationale doeleinden wordt gebruikt, erkennen de lidstaten, regio’s en steden de oorsprong van die capaciteit en zorgen zij ervoor dat de EU-financiering die voor het verwerven van die capaciteit is gebruikt, zichtbaar is. ”.

    Motivering

    Het is van belang om het optreden van de EU in tijden van crisis te bevorderen. De COVID-19-crisis heeft aangetoond dat crisisperiodes een brede verspreiding van nepnieuws mogelijk maken.

    Wijzigingsvoorstel 11

    Artikel 1, punt 15

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

    Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    in lid 1 wordt letter g) vervangen door:

    “g)

    ontwikkelen van planning op het gebied van rampbestendigheid in het kader van het Uniemechanisme, als bedoeld in artikel 10;”;

    (a)

    in lid 1 wordt letter g) vervangen door:

    “g)

    ontwikkelen van planning op het gebied van rampbestendigheid in het kader van het Uniemechanisme, als bedoeld in artikel 10;”;

    (b)

    lid 3 wordt vervangen door:

    (b)

    lid 3 wordt vervangen door:

     

    “3.   De financiële bijstand voor de activiteiten die zijn genoemd in lid 1, onder j), dekt alle kosten die noodzakelijk zijn om de beschikbaarheid en inzetbaarheid van rescEU-capaciteit in het kader van het Uniemechanisme te garanderen overeenkomstig de tweede alinea van dit lid. De categorieën van voor financiële bijstand in aanmerking komende kosten die noodzakelijk zijn om de beschikbaarheid en inzetbaarheid van rescEU-capaciteit te garanderen, zijn opgenomen in bijlage I bis.

     

    “3.   De financiële bijstand voor de activiteiten die zijn genoemd in lid 1, onder j), dekt alle kosten die noodzakelijk zijn om de beschikbaarheid en inzetbaarheid van rescEU-capaciteit in het kader van het Uniemechanisme te garanderen overeenkomstig de tweede alinea van dit lid. De categorieën van voor financiële bijstand in aanmerking komende kosten die noodzakelijk zijn om de beschikbaarheid en inzetbaarheid van rescEU-capaciteit te garanderen, zijn opgenomen in bijlage I bis.

     

    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 30 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage I bis wat betreft de categorieën van voor financiële bijstand in aanmerking komende kosten.

     

    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 30 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage I bis wat betreft de categorieën van voor financiële bijstand in aanmerking komende kosten.

     

    De in dit lid bedoelde financiële bijstand kan middels meerjarige werkprogramma’s worden uitgevoerd. Voor acties die langer dan één jaar duren, kunnen de begrotingsvastleggingen over jaarlijkse tranches worden verdeeld.”;

     

    De in dit lid bedoelde financiële bijstand kan middels meerjarige werkprogramma’s worden uitgevoerd. Voor acties die langer dan één jaar duren, kunnen de begrotingsvastleggingen over jaarlijkse tranches worden verdeeld.”;

    (c)

    lid 4 wordt geschrapt.

     

    Motivering

    Ook de kosten voor de beheersing van dit soort risico’s moeten gedekt blijven door de financiële bijstand van de Unie.

    II.   BELEIDSAANBEVELINGEN

    HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

    1.

    herhaalt zijn verzoek om een aanzienlijke versterking van de reactiecapaciteit van de EU bij noodsituaties en rampen, met oog voor de rol van de nationale, lokale en regionale structuren hierin, en met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel van artikel 196 VWEU.

    2.

    Lokale en regionale overheden moeten volledig worden betrokken bij het besluitvormingsproces van de EU, aangezien zij als eerste worden getroffen in geval van rampen en het eerste bestuursniveau zijn voor respons op noodsituaties.

    3.

    Het CvdR is ingenomen met het voorstel om Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid te ontwikkelen ter ondersteuning van de preventie- en paraatheidsacties. Het benadrukt echter dat voor de vaststelling ervan niet alleen moet worden samengewerkt met de lidstaten, maar ook met lokale en regionale overheden.

    4.

    De versterking van het vermogen van de EU om, met inachtneming van de operationele verantwoordelijkheid van de lokaal bevoegde overheden, onmiddellijk en op lange termijn op noodsituaties te reageren is een goede zaak, maar er is meer flexibiliteit nodig, onder andere bij het vrijmaken van middelen van rescEU om doeltreffend te reageren op gezondheidscrises en andere grootschalige noodsituaties.

    5.

    Het is positief dat de rescEU-middelen met 1,9 miljard EUR zijn uitgebreid in het kader van het nieuwe herstelinstrument Next Generation EU, waardoor de middelen in totaal 3 miljard EUR zullen bedragen voor het volgende meerjarig financieel kader (MFK) 2021-2027. Snelle overeenstemming over de EU-begroting en snelle goedkeuring ervan zijn dan ook cruciaal om de EU meer middelen te verschaffen om zich voor te bereiden en te reageren op toekomstige omvangrijke noodsituaties.

    6.

    Next Generation EU biedt een positieve tijdelijke en eenmalige impuls, maar er is een verbintenis en versterking op lange termijn nodig om het vermogen van het Uniemechanisme voor civiele bescherming en de daartoe behorende instrumenten, zoals rescEU en het Europees medisch korps, verder uit te breiden.

    7.

    Het CvdR beaamt dat de Commissie in staat moet zijn rechtstreeks middelen van rescEU ter beschikking te stellen om de lidstaten in een omvangrijke noodsituatie te steunen, aangezien dit de financiële en administratieve last voor de lidstaten zou verlichten en de EU in staat zou stellen sneller in te grijpen om te garanderen dat voldoende strategische middelen beschikbaar zijn wanneer de capaciteit van een lidstaat wordt overvraagd.

    8.

    Naast de beschikbaarheid van strategische middelen is in noodgevallen passende logistieke en vervoerscapaciteit nodig, met inbegrip van diensten met multifunctionele luchtvaartuigen, om snel te kunnen reageren en dringende hulp te kunnen bieden.

    Belangrijkste punten

    9.

    Er wordt verwezen naar de verbintenis van het CvdR om te ijveren voor “gecoördineerde EU-acties en -ondersteuning voor nationale, lokale en regionale structuren voor de voorbereiding op rampen om in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel te kunnen reageren op bedreigingen voor de gezondheid en op crisissituaties”, zoals geformuleerd in de resolutie over de prioriteiten voor 2020-2025 van het Europees Comité van de Regio’s.

    10.

    Het CvdR wijst op artikel 196 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), waarin het volgende is bepaald: “De Unie bevordert de samenwerking tussen de lidstaten om zodoende te komen tot een grotere doeltreffendheid van de systemen ter voorkoming van en bescherming tegen natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen.”

    11.

    De COVID-19-pandemie heeft helaas grootschalige gevolgen gehad die niet konden worden voorzien, maar wel kunnen worden overwonnen dankzij krachtige mechanismen voor samenwerking en consolidatie.

    12.

    Bij elke crisis wordt de solidariteit in de EU en tussen de lidstaten op de proef gesteld, zoals onlangs is gebleken bij de COVID-19-pandemie. Als vertegenwoordiger van de lokale en regionale overheden is het CvdR er stellig van overtuigd dat een gecoördineerde Europese respons in een geest van echte solidariteit nodig is.

    13.

    In dit opzicht is het lovenswaardig dat de Europese instellingen binnen het kader van hun bevoegdheden krachtige maatregelen hebben vastgesteld met initiatieven om een gerichte respons op de COVID-19-crisis te bieden. Het is dringend noodzakelijk de grondslag te leggen voor een grotere weerbaarheid van de Europese Unie op alle niveaus.

    14.

    Zoals de huidige crisis heeft laten zien, is het van het allergrootste belang de samenwerking tussen de lidstaten op alle bestuursniveau en over de grenzen heen te versterken.

    15.

    In het kader van de COVID-19-pandemie moet ook het Uniemechanisme op de proef gesteld worden. De nu voorgestelde specifieke wijzigingen moeten er echter op gericht zijn, op basis van de gewonnen inzichten, het Uniemechanisme te verbeteren en te versterken en moeten zowel de EU als de lidstaten beter voorbereiden om snel en doeltreffend te reageren op toekomstige grote crises met verstrekkende gevolgen. Daarbij moet de in het VWEU vastgelegde verdeling van bevoegdheden tussen de EU, de lidstaten en met name het lokale niveau in acht worden genomen.

    16.

    In grensoverschrijdende gebieden dienen er gemeenschappelijke waarschuwingssystemen te komen voor gestandaardiseerde communicatie over preventie en gemeenschappelijke operationele procedures in noodsituaties; verder zijn gemeenschappelijke databanken geboden die door de buurlanden worden gedeeld om materiaal, middelen, uitrusting, gespecialiseerde vrijwilligers en de inzet van middelen en logistiek vast te stellen (1).

    17.

    Het moge duidelijk zijn dat de lidstaten de belangrijkste deelnemers van het Uniemechanisme voor civiele bescherming zijn. Het mechanisme als geheel zou er echter bij gebaat zijn als er meer aandacht wordt geschonken aan de regionale en lokale behoeften en omstandigheden.

    18.

    De EU moet aandacht besteden aan technische bijstand voor opleidingen, zodat de zelfredzaamheid van gemeenschappen kan worden verbeterd en zij beter voorbereid zijn om snel te reageren en de gevolgen van een ramp binnen de perken te houden (2).

    19.

    In het verlengde van het opleidingsprogramma van het EU-mechanisme voor civiele bescherming dienen er meer e-learningplatforms te komen en moet het aanbod van open onlinecursussen op het gebied van civiele bescherming worden vergroot (3).

    Subsidiariteits- en evenredigheidsanalyse

    Civiele bescherming is een gedeelde bevoegdheid van de Unie en de lidstaten, en het is de taak van de Unie het optreden van haar lidstaten te ondersteunen, te coördineren en aan te vullen (artikel 196 VWEU). Het subsidiariteitsbeginsel is op dit terrein duidelijk van toepassing.

    Dit voorstel is bedoeld om enkele gerichte wijzigingen aan te brengen in het besluit, waarmee de Europese Unie de activiteiten van de lidstaten op het gebied van civiele bescherming ondersteunt, coördineert en aanvult, met het oog op de preventie, de paraatheid en de respons ten aanzien van door de mens of de natuur veroorzaakte rampen binnen en buiten de Unie.

    Zoals blijkt uit de COVID-19-pandemie, is in het geval van ernstige noodsituaties waarbij de Europese Unie gezien de omvang van de noodsituatie getroffen wordt als geheel, een collectieve, gecoördineerde en urgente reactie nodig om een versnipperde aanpak te voorkomen die de doeltreffendheid van de Unierespons zou ondermijnen. De dringende noodzaak om voldoende middelen beschikbaar te stellen en die middelen in alle lidstaten te verdelen, vraagt om een gecoördineerd optreden op Unieniveau in samenwerking met de lidstaten.

    Brussel, 14 oktober 2020.

    De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

    Apostolos TZITZIKOSTAS


    (1)  CDR 2018/6135.

    (2)  CDR 2018/617.

    (3)  CDR 2018/6135.


    Top