EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 28.2.2019
COM(2019) 110 final
BIJLAGE
bij het
Voorstel voor een besluit van de Raad
inzake de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap in Bosnië en Herzegovina uitvoert
BIJLAGE
OVEREENKOMST
tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina inzake acties die het Europees Grens en kustwachtagentschap in Bosnië en Herzegovina uitvoert
DE EUROPESE UNIE,
en BOSNIË EN HERZEGOVINA,
hierna „de partijen” genoemd,
OVERWEGENDE dat zich situaties kunnen voordoen waarin het Europees Grens- en kustwachtagentschap als structuur van de Europese Unie, hierna het „Agentschap” genoemd, de internationale samenwerking tussen lidstaten van de EU en Bosnië en Herzegovina coördineert, ook wat operationele acties op het grondgebied van Bosnië en Herzegovina betreft,
OVERWEGENDE dat een rechtskader in de vorm van een statusovereenkomst tot stand moet worden gebracht voor de situaties waarin teamleden van het Europees Grens- en kustwachtagentschap uitvoeringsbevoegdheden hebben op het grondgebied van Bosnië en Herzegovina,
OVERWEGENDE dat bij alle acties van het Europees Grens- en kustwachtagentschap op het grondgebied van Bosnië en Herzegovina de grondrechten volledig in acht moeten worden genomen,
BENADRUKKEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Unie en Bosnië en Herzegovina die voortvloeien uit de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina betreffende de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven,
HEBBEN BESLOTEN DE VOLGENDE OVEREENKOMST TE SLUITEN:
Artikel 1
Toepassingsgebied van de overeenkomst
1.Deze overeenkomst heeft betrekking op aspecten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering door het Europees Grens- en kustwachtagentschap van acties op het grondgebied van Bosnië en Herzegovina waarbij teamleden van het Europees Grens- en kustwachtagentschap uitvoeringsbevoegdheden hebben overeenkomstig de wetgeving in Bosnië en Herzegovina.
2.Deze overeenkomst is slechts van toepassing op het grondgebied van Bosnië en Herzegovina.
3.De status en de afbakening op grond van het internationale recht van het betrokken grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina worden op geen enkele wijze beïnvloed door deze overeenkomst of door enige andere handeling ter uitvoering van deze overeenkomst, door of namens de partijen, met inbegrip van de opstelling van operationele plannen of de deelname aan grensoverschrijdende operaties.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
(1)„actie”: een gezamenlijke operatie, een snelle grensinterventie of een terugkeeroperatie;
(2)„gezamenlijke operatie”: een actie die gericht is op de bestrijding van illegale immigratie of grensoverschrijdende criminaliteit, of op de verlening van intensievere technische en operationele ondersteuning aan die delen van de grenzen van Bosnië en Herzegovina die aan een lidstaat raken, en die op het grondgebied van Bosnië en Herzegovina wordt uitgevoerd;
(3)„snelle grensinterventie”: een actie die erop gericht is snel op te treden in een situatie waarin zich specifieke en onevenredige problemen voordoen aan de grenzen van de Republiek Servië met een lidstaat en die op het grondgebied van de Republiek Servië gedurende beperkte tijd wordt uitgevoerd;
(4)„terugkeeroperatie”: een operatie die door het Agentschap wordt gecoördineerd en die door een of meer lidstaten verstrekte technische en operationele steun behelst, waarbij terugkeerders vanuit een of meer lidstaten gedwongen of vrijwillig terugkeren naar Bosnië en Herzegovina conform de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina betreffende de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven;
(5)„grenstoezicht”: het toezicht op personen aan een grens, dat uitsluitend wegens een voorgenomen of daadwerkelijke grensoverschrijding en dus niet om andere redenen wordt uitgeoefend, en dat bestaat in grenscontroles op grensdoorlaatposten en grensbewaking tussen de grensdoorlaatposten;
(6)„teamlid”: personeelslid van het Agentschap of een lid van het team van grenswachters van de deelnemende lidstaten, onder wie grenswachters die door de lidstaten bij het Agentschap zijn gedetacheerd, die bij acties worden ingezet; desgevallend met inbegrip van andere relevante personeelsleden van wie de taken in het operationele plan zijn omschreven; plaatselijke functionarissen worden niet beschouwd als teamleden;
(7)„lidstaat”: een lidstaat van de Europese Unie;
(8)„lidstaat van herkomst”: de lidstaat waarvan een teamlid grenswachter of ander relevant personeelslid is;
(9)„persoonsgegevens”: alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; als identificeerbaar wordt beschouwd een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificator zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een online identificator of van een of meer elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit van die natuurlijke persoon;
(10)„deelnemende lidstaat”: een lidstaat die deelneemt aan een actie in Bosnië en Herzegovina door technische uitrusting, grenswachters en andere relevante personeelsleden ter beschikking te stellen om te worden ingezet in het kader van een team;
(11)„Agentschap”: het Europees Grens- en kustwachtagentschap dat is opgericht bij Verordening (EU) 2016/1624 betreffende de Europese grens- en kustwacht.
Artikel 3
Operationeel plan
Voor elke gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie stelt het Agentschap in nauw overleg met de bevoegde autoriteiten van Bosnië en Herzegovina een operationeel plan op. Dit plan, waarmee de lidstaat of lidstaten die aan het operationele gebied grenzen, instemmen, wordt overeengekomen tussen het Agentschap en de grenspolitie van Bosnië en Herzegovina. Het plan bevat de bijzonderheden over de organisatorische en procedurele aspecten van de gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie, met inbegrip van een beschrijving en beoordeling van de situatie, de operationele doelstellingen, het operationele concept, het in te zetten soort technische uitrusting, het uitvoeringsplan, de samenwerking met andere derde landen, andere agentschappen en organen van de Europese Unie of internationale organisaties, bepalingen over de eerbiediging van de grondrechten, inclusief de bescherming van persoonsgegevens, de coördinatie-, commando-, controle-, communicatie en rapportagestructuren, de organisatorische en logistieke regelingen en de evaluatie en de financiële aspecten van de gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie. De gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie wordt door de grenspolitie van Bosnië en Herzegovina en het Agentschap gezamenlijk geëvalueerd.
Artikel 4
Taken en bevoegdheden van de teamleden
1.De teamleden mogen de taken verrichten en de uitvoerende bevoegdheden uitoefenen die vereist zijn voor grenstoezicht- en terugkeeroperaties.
2.De teamleden leven de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van Bosnië en Herzegovina na.
3.De teamleden mogen uitsluitend taken verrichten en bevoegdheden uitoefenen op het grondgebied van Bosnië en Herzegovina, op instructie en, als algemene regel, in aanwezigheid van de grenspolitie of andere relevante personeelsleden van Bosnië en Herzegovina, behoudens uitzonderlijke omstandigheden die dienen te worden vastgesteld in het operationele plan. De grenspolitie van Bosnië en Herzegovina geeft in voorkomend geval overeenkomstig het operationele plan instructies aan de teams. De grenspolitie van Bosnië en Herzegovina kan de teamleden toestaan namens haar op te treden conform de uitzonderingen voorzien in het operationele plan.
Het Agentschap kan via zijn coördinerend functionaris zijn mening over de aan het team gegeven instructies aan de grenspolitie van Bosnië en Herzegovina kenbaar maken. In dat geval houdt de grenspolitie van Bosnië en Herzegovina rekening met deze mening en geeft zij er voor zover mogelijk gevolg aan.
4.Bij de uitvoering van hun taken en de uitoefening van hun bevoegdheden dragen de teamleden hun eigen uniform. De teamleden dragen op hun uniform ook zichtbaar een persoonlijk identificatiemiddel en een blauwe armband met het insigne van de Europese Unie en dat van het Agentschap. Om zich tegenover de nationale autoriteiten van Bosnië en Herzegovina te kunnen identificeren, hebben de teamleden altijd het in artikel 6 bedoelde accreditatiedocument bij zich.
5.Bij het uitvoeren van hun taken en het uitoefenen van hun bevoegdheden mogen teamleden dienstwapens dragen en munitie en uitrusting bij zich hebben overeenkomstig hetgeen volgens de wetgeving van de lidstaat van herkomst en die van Bosnië en Herzegovina is toegestaan. De grenspolitie van Bosnië en Herzegovina laat het Agentschap, voordat de teamleden worden ingezet, weten welke dienstwapens, munitie en uitrusting zijn toegestaan en onder welke voorwaarden zij mogen worden gebruikt. Het Agentschap verstrekt de grenspolitie van Bosnië en Herzegovina vooraf de lijst van dienstwapens van de teamleden; deze lijst bevat de volgende informatie: het type en serienummer van de wapens en het type en de hoeveelheid munitie.
6.Bij het verrichten van hun taken en het uitoefenen van hun bevoegdheden mogen de teamleden, indien de lidstaat van herkomst en de grenspolitie van Bosnië en Herzegovina daarmee instemmen, gebruikmaken van geweld, onder meer met gebruikmaking van dienstwapens, munitie en uitrusting, in aanwezigheid van grenswachters of andere relevante personeelsleden van de grenspolitie van Bosnië en Herzegovina en met inachtneming van het nationale recht van Bosnië en Herzegovina. De grenspolitie van Bosnië en Herzegovina kan teamleden toestaan geweld te gebruiken in afwezigheid van grenswachters of andere relevante personeelsleden van Bosnië en Herzegovina, overeenkomstig de relevante bepalingen van artikel 4, punt 3.
7.Bosnië en Herzegovina kan op verzoek van teamleden gegevens uit zijn nationale databanken beschikbaar stellen, indien dat noodzakelijk is voor het vervullen van in het operationele plan vermelde operationele doelstellingen. Die gegevens worden gebruikt met in achtneming van de Wet inzake de bescherming van persoonsgegevens en de Wet inzake de bescherming van gerubriceerde gegevens.
Artikel 5
Voorrechten en immuniteiten van de teamleden
1.Papieren, correspondentie en bezittingen van de teamleden zijn onschendbaar, behalve in het geval van uit hoofde van lid 7 toegestane executoriale maatregelen.
2.De teamleden genieten immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van Bosnië en Herzegovina voor handelingen die zij hebben verricht in het kader van de uitoefening van hun officiële functies bij acties die overeenkomstig het operationele plan zijn uitgevoerd.
Indien een teamlid wordt beschuldigd van een strafbaar feit, worden de uitvoerend directeur van het Agentschap en de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst hiervan onmiddellijk in kennis gesteld. Voordat de procedure voor de rechter wordt ingeleid, treedt de uitvoerend directeur van het Agentschap voortvarend op en deelt hij mee of de teamleden de handeling in kwestie hebben verricht in het kader van de uitoefening van hun officiële functies bij acties die overeenkomstig het operationele plan zijn uitgevoerd, nadat zorgvuldig alle opmerkingen in aanmerking zijn genomen die de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en de bevoegde autoriteiten van Bosnië en Herzegovina hebben gemaakt. In afwachting van de verklaring van de uitvoerend directeur van het Agentschap onthouden het Agentschap en de lidstaat van herkomst zich van maatregelen die de mogelijke strafrechtelijke vervolging van het teamlid door de bevoegde autoriteiten van Bosnië en Herzegovina in gevaar kunnen brengen.
Indien de handeling is begaan bij de uitoefening van officiële functies, genieten de teamleden immuniteit van rechtsvervolging in Bosnië en Herzegovina voor de handelingen die zij tijdens en in het kader van de uitoefening van hun officiële functies hebben verricht in de loop van de overeenkomstig het operationele plan uitgevoerde maatregelen.
3.De teamleden genieten immuniteit ten aanzien van de burgerlijke en administratieve rechtsmacht van Bosnië en Herzegovina voor alle handelingen die zij hebben verricht in het kader van de uitoefening van hun officiële functies bij acties die overeenkomstig het operationele plan zijn uitgevoerd. Indien tegen teamleden een burgerlijke procedure wordt aangespannen voor een rechterlijke instantie, worden de uitvoerend directeur van het Agentschap en de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst onmiddellijk daarvan in kennis gesteld. Voordat de procedure voor de rechter wordt ingeleid, treedt de uitvoerend directeur van het Agentschap voortvarend op en deelt hij de rechter mee of de teamleden de handeling in kwestie hebben verricht in het kader van de uitoefening van hun officiële functies bij acties die overeenkomstig het operationele plan zijn uitgevoerd, nadat zorgvuldig alle opmerkingen in aanmerking zijn genomen die de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en de bevoegde autoriteiten van Bosnië en Herzegovina hebben gemaakt.
Indien de handeling is verricht bij de uitoefening van officiële functies, genieten de teamleden immuniteit ten aanzien van de burgerlijke en administratieve rechtsmacht in Bosnië en Herzegovina voor de handelingen die zij tijdens en in het kader van de uitoefening van hun officiële functies hebben verricht in de loop van de overeenkomstig het operationele plan uitgevoerde maatregelen.
4.De lidstaat van herkomst kan zo nodig de immuniteit van de teamleden ten aanzien van de strafrechtelijke, civiele en bestuursrechtelijke rechtsmacht van Bosnië en Herzegovina opheffen. Het opheffen van de immuniteit moet steeds uitdrukkelijk kenbaar worden gemaakt.
5.De teamleden kunnen als getuige door de bevoegde autoriteiten van Bosnië en Herzegovina worden verplicht om, met volledige inachtneming van de relevante bepalingen van de leden 2 en 3 en overeenkomstig de procedurele bepalingen van Bosnië en Herzegovina, bewijs te verstrekken.
6.Indien een teamlid in het kader van de uitoefening van officiële functies bij acties die overeenkomstig het operationele plan zijn uitgevoerd, schade heeft veroorzaakt, is Bosnië en Herzegovina aansprakelijk.
Indien de schade is veroorzaakt door grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag of indien de handeling niet in het kader van de uitoefening van officiële functies door een teamlid van een deelnemende lidstaat is verricht, kan Bosnië en Herzegovina via de uitvoerend directeur erom verzoeken dat de deelnemende lidstaat in kwestie een vergoeding betaalt.
Indien de schade is veroorzaakt door grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag of indien de handeling niet is verricht in het kader van de uitoefening van officiële functies door een teamlid dat personeelslid van het Agentschap is, kan Bosnië en Herzegovina erom verzoeken dat het Agentschap een vergoeding betaalt.
Indien de in Bosnië en Herzegovina aangerichte schade het gevolg is van overmacht, is noch Bosnië en Herzegovina, noch de deelnemende lidstaat, noch het Agentschap aansprakelijk.
7.Tegen teamleden mogen geen executoriale maatregelen worden genomen, behalve indien tegen hen een strafrechtelijke of burgerlijke procedure wordt ingeleid die geen verband houdt met hun officiële functies.
De bezittingen van teamleden ten aanzien waarvan de uitvoerend directeur van het Agentschap heeft verklaard dat zij nodig zijn voor de vervulling van de officiële functies van de teamleden, mogen niet in beslag worden genomen ter uitvoering van een vonnis, beslissing of bevel. In burgerlijke procedures mogen teamleden niet worden onderworpen aan beperkingen van de persoonlijke vrijheid of aan andere dwangmaatregelen.
8.De immuniteit van de teamleden ten aanzien van de rechtsmacht van Bosnië en Herzegovina houdt voor hen geen immuniteit in ten aanzien van de rechtsmacht van de respectieve lidstaten van herkomst.
9.De teamleden zijn ten aanzien van diensten die voor het Agentschap zijn verleend, vrijgesteld van in Bosnië en Herzegovina geldende voorschriften op het terrein van de sociale zekerheid.
10.De teamleden zijn vrijgesteld van elke vorm van belasting in Bosnië en Herzegovina over het salaris en de emolumenten die het Agentschap of de lidstaten van herkomst aan de teamleden betalen, evenals van iedere belasting op inkomsten die van buiten Bosnië en Herzegovina worden ontvangen.
11.Bosnië en Herzegovina laat de binnenkomst toe van goederen voor persoonlijk gebruik door teamleden en verleent vrijstelling van alle douanerechten, belastingen en andere rechten of heffingen in verband met de invoer van goederen, met uitzondering van heffingen voor opslag, vervoer en soortgelijke diensten, een en ander in overeenstemming met eventueel door Bosnië en Herzegovina aan te nemen wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen. Bosnië en Herzegovina laat tevens de uitvoer van dergelijke goederen toe.
12.De persoonlijke bagage van teamleden mag alleen worden geïnspecteerd als er een gegrond vermoeden bestaat dat deze goederen bevat die niet bedoeld zijn voor persoonlijk gebruik door teamleden, of goederen waarvan de in- of uitvoer verboden is door de wetgeving van of onderworpen is aan quarantainebepalingen van Bosnië en Herzegovina. De inspectie van persoonlijke bagage mag slechts plaatsvinden in aanwezigheid van de betrokken teamleden of een gemachtigde vertegenwoordiger van het Agentschap.
Artikel 6
Accreditatiedocument
1.Het Agentschap geeft, in samenwerking met Bosnië en Herzegovina, een in de officiële taal of talen van Bosnië en Herzegovina en een officiële taal van de instellingen van de Europese Unie gesteld document af aan elk teamlid, aan de hand waarvan zij zich kunnen identificeren tegenover de nationale autoriteiten van Bosnië en Herzegovina en waaruit blijkt dat de houder het recht heeft de in artikel 4 van deze overeenkomst en in het operationele plan bedoelde taken te verrichten en bevoegdheden uit te oefenen. Het document bevat de volgende gegevens van elk teamlid: naam en nationaliteit, rang of functiebenaming, een recente gedigitaliseerde foto en een beschrijving van de taken die tijdens de inzet mogen worden verricht, alsmede de datum van afgifte en de vervaldatum van de vergunning.
2.In combinatie met een geldig reisdocument verleent het geldige accreditatiedocument het teamlid toegang tot en recht van verblijf in Bosnië en Herzegovina, zonder dat een visum of voorafgaande toestemming vereist is.
3.Het accreditatiedocument wordt na afloop van de actie aan het Agentschap terugbezorgd.
Artikel 7
Grondrechten
1.De teamleden eerbiedigen bij het verrichten van hun taken en het uitoefenen van hun bevoegdheden ten volle de grondrechten en de fundamentele vrijheden, ook wat betreft de toegang tot asielprocedures, de menselijke waardigheid, het verbod van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling, het recht op vrijheid, het beginsel van non-refoulement, het verbod van collectieve uitzetting, de rechten van het kind en het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven. Bij het verrichten van hun taken en het uitoefenen van hun bevoegdheden mogen teamleden zich niet schuldig maken aan willekeurige discriminatie, op welke grond ook, met inbegrip van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd, seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Wanneer zij bij het verrichten van hun taken en het uitoefenen van hun bevoegdheden maatregelen uitvoeren die inbreuk maken op de grondrechten en fundamentele vrijheden, moeten die maatregelen evenredig zijn met het erdoor nagestreefde doel en de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden eerbiedigen.
2.Elke partij stelt een klachtenmechanisme in voor de behandeling van beschuldigingen van inbreuk op de grondrechten door haar personeelsleden bij de uitoefening van hun officiële taken tijdens uit hoofde van deze overeenkomst uitgevoerde gezamenlijke operaties, snelle grensinterventies of terugkeeroperaties.
Artikel 8
Verwerking van persoonsgegevens
1.De verwerking van persoonsgegevens is alleen toegestaan indien noodzakelijk voor en evenredig met de uitvoering van deze overeenkomst door Bosnië en Herzegovina, het Agentschap of de deelnemende lidstaten.
2.De verwerking van persoonsgegevens door Bosnië en Herzegovina is onderworpen aan de nationale wetgeving.
3.De verwerking van persoonsgegevens voor administratieve doeleinden door het Agentschap en de deelnemende lidstaat of lidstaten, ook in het geval van de doorgifte van persoonsgegevens naar Bosnië en Herzegovina, is onderworpen aan Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad, alsmede de maatregelen die het Agentschap heeft vastgesteld voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 45/2001, zoals bedoeld in artikel 45, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1624.
4.Wanneer de verwerking de doorgifte van persoonsgegevens met zich meebrengt, geven de lidstaten en het Agentschap op het moment van de doorgifte van persoonsgegevens naar Bosnië en Herzegovina aan of er algemene of specifieke toegangs- of gebruiksbeperkingen gelden, ook met betrekking tot het doorgeven, wissen of vernietigen. Wanneer na de verstrekking van persoonsgegevens duidelijk wordt dat dergelijke beperkingen nodig zijn, stellen zij Bosnië en Herzegovina daar dienovereenkomstig van in kennis.
5.Persoonsgegevens die voor administratieve doeleinden tijdens de actie zijn verzameld, mogen door het Agentschap, de deelnemende lidstaten en Bosnië en Herzegovina worden verwerkt overeenkomstig de toepasselijke gegevensbeschermingswetgeving.
6.Na afloop van elke actie stellen het Agentschap, de deelnemende lidstaten en Bosnië en Herzegovina een gezamenlijk verslag op over de toepassing van de leden 1 tot en met 5 van dit artikel. Dat verslag wordt naar de bevoegde autoriteiten van Bosnië en Herzegovina en naar de grondrechtenfunctionaris en de functionaris voor gegevensbescherming van het Agentschap gezonden, die verslag uitbrengen aan de uitvoerend directeur van het Agentschap.
Artikel 9
Opschorting of beëindiging van de actie
1.Indien Bosnië en Herzegovina de bepalingen van deze overeenkomst of van het operationele plan niet naleeft, kan de uitvoerend directeur van het Agentschap de actie opschorten of beëindigen na schriftelijke kennisgeving aan de grenspolitie van Bosnië en Herzegovina. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om gevallen waarin de aan het team verstrekte instructies niet in overeenstemming zijn met het operationele plan.
De uitvoerend directeur deelt de redenen van de opschorting of beëindiging aan de grenspolitie van Bosnië en Herzegovina mee.
2.Indien het Agentschap of een deelnemende lidstaat de bepalingen van deze overeenkomst of van het operationele plan niet naleeft, kan de grenspolitie van Bosnië en Herzegovina de actie opschorten of beëindigen na schriftelijke kennisgeving aan het Agentschap. De grenspolitie van Bosnië en Herzegovina deelt de redenen van de opschorting of beëindiging aan het Agentschap mee.
3.Met name kan de uitvoerend directeur van het Agentschap of de grenspolitie van Bosnië en Herzegovina de actie opschorten of beëindigen in geval van een inbreuk op de grondrechten of schending van het beginsel van non-refoulement of de gegevensbeschermingsregels.
4.Beëindiging van de actie doet geen afbreuk aan de rechten of verplichtingen die voortvloeien uit de toepassing van deze overeenkomst of het operationele plan voorafgaand aan de beëindiging ervan.
Artikel 10
Geschillen en uitlegging
1.Alle aangelegenheden in verband met de toepassing van deze overeenkomst worden gezamenlijk onderzocht door vertegenwoordigers van de grenspolitie van Bosnië en Herzegovina en vertegenwoordigers van het Agentschap, dat de aan Bosnië en Herzegovina grenzende lidstaten raadpleegt.
2.Bij gebreke van een regeling uit hoofde van lid 1 worden geschillen met betrekking tot de toepassing of de uitlegging van deze overeenkomst uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen Bosnië en Herzegovina en de Europese Commissie, die alle aan Bosnië en Herzegovina grenzende lidstaten raadpleegt.
Artikel 11
Inwerkingtreding, looptijd en beëindiging van de overeenkomst
1.Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen interne wettelijke procedures goedgekeurd.
2.Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de in lid 1 van dit artikel bedoelde interne wettelijke procedures.
3.Deze overeenkomst geldt voor onbepaalde tijd. De overeenkomst kan door schriftelijke overeenstemming tussen de partijen of eenzijdig door een van de partijen worden beëindigd of opgeschort. In laatstgenoemd geval stelt de partij die de overeenkomst wenst te beëindigen of op te schorten de andere partij daarvan langs diplomatieke weg schriftelijk in kennis. De beëindiging wordt van kracht op de eerste dag van de tweede maand volgende op de maand waarop de kennisgeving is gedaan.
4.Kennisgevingen als bedoeld in dit artikel worden, wat de Europese Unie betreft, gedaan aan het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en, wat Bosnië en Herzegovina betreft, aan het ministerie van Buitenlandse Zaken van Bosnië en Herzegovina.
Gedaan te … op …
in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse, de Bosnische, de Kroatische en de Servische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
Wanneer de authentieke taalversies verschillen, heeft de Engelse versie voorrang.
Ondertekend:
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND, NOORWEGEN, ZWITSERLAND EN LIECHTENSTEIN
De partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Unie en Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein, met name uit hoofde van de overeenkomsten van 18 mei 1999 en 26 oktober 2004 inzake de wijze waarop deze landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.
Het is daarom wenselijk dat de autoriteiten van Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein enerzijds, en Bosnië en Herzegovina anderzijds, onverwijld bilaterale overeenkomsten sluiten inzake de uitvoering van acties door het Europees Grens- en kustwachtagentschap in Bosnië en Herzegovina, die vergelijkbaar zijn met de onderhavige overeenkomst.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 2, LID 2, EN ARTIKEL 2, LID 3
De partijen nemen er nota van dat het Europees Grens- en kustwachtagentschap Bosnië en Herzegovina bij het efficiënte toezicht op haar grens met elk land dat geen lidstaat van de Europese Unie is op andere wijze dan door de inzet van Europese grens- en kustwachtteams kan ondersteunen, met uitvoerende bevoegdheden als: capaciteitsopbouw, opleidingen, risicoanalyse en de inzet van deskundigen zonder uitvoerende bevoegdheden aan de grensdoorlaatposten.