EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019IR4601

Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Bescherming en herstel van bossen wereldwijd: de actie van de EU opvoeren

COR 2019/04601

PB C 324 van 1.10.2020, p. 48–52 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

1.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 324/48


Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Bescherming en herstel van bossen wereldwijd: de actie van de EU opvoeren

(2020/C 324/08)

Rapporteur:

Roby BIWER (LU/PSE), gemeenteraadslid van Bettembourg (Luxemburg)

Referentiedocument:

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Bescherming en herstel van bossen wereldwijd: de actie van de EU opvoeren

COM(2019) 352 final

BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

1.

juicht het toe dat de Europese Commissie heeft toegezegd er meer voor te zullen ijveren om de bossen in de wereld te beschermen en te herstellen. Wel betreurt het CvdR het dat de ingediende voorstellen maar een beperkte reikwijdte hebben.

2.

Het CvdR erkent dat de Europese Unie zich er in de afgelopen decennia voor heeft ingezet om het bosareaal te vergroten, onder meer via uitgebreide bebossingsprogramma’s, alsook dankzij strenge bosbouwregelgeving van de lidstaten die zorgt voor herbebossing en natuurlijke aangroei. Zorgwekkend is echter het alarmerende tempo van de bosdegradatie in de wereld, vooral wat betreft oerbossen, die zowel ongerepte als beheerde bossen omvatten (1).

3.

Oerbossen zijn belangrijk als “hotspots” voor biodiversiteit; ze leveren ecosysteemdiensten die bijdragen aan de menselijke gezondheid (farmaceutisch gebruik, voeding, geneeskrachtige planten) en sociale inclusie (geestelijke gezondheid, bevordering van de werkgelegenheid in landelijke gebieden, ecotoerisme, enz.). Tevens zijn ze van essentieel belang om het milieu te beschermen tegen woestijnvorming, overstromingen, aantasting van de hydrogeologische structuur, bodemerosie, extreme weersomstandigheden, verlies van neerslag, verontreinigde lucht enz. Het CvdR erkent ook dat duurzaam beheerde bossen, door de mens aangelegde bossen en oude inheemse bossen een bijdrage aan de bescherming en instandhouding van de biodiversiteit leveren.

4.

Ontbossing is een zeer complex fenomeen waarbij tal van factoren een rol spelen, met name de toenemende vraag van een groeiende wereldbevolking naar voedsel, diervoeder, bio-energie, hout en andere grondstoffen. Ontbossing vormt de op een na grootste bron van de door de mens veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen en is in belangrijke mate verantwoordelijk voor het verlies aan biodiversiteit (2).

5.

Preventie van bosverlies kan allerlei voordelen opleveren voor ecosystemen en mensen. Hiermee kan er bijv. toe worden bijdragen om de biodiversiteit in stand te houden, de uitstoot van broeikasgassen te verminderen door middel van koolstofopname — een van de meest doeltreffende maatregelen voor het beperken van de klimaatverandering — ecosysteemdiensten te leveren die duurzame groei kunnen aanzwengelen en een nieuwe bio-bosbouweconomie tot stand te brengen die gebaseerd is op een rationeel en duurzaam gebruik van hulpmiddelen.

6.

Het CvdR verzoekt de Commissie en de lidstaten regelgevingsmaatregelen en aanbevelingen die specifiek rekening houden met de nationale, regionale en lokale verschillen voor te stellen om alle vormen van ontbossing en aantasting van de oorspronkelijke bosecosystemen die bijdragen aan koolstofopslag en biodiversiteit doeltreffend te bestrijden, en tevens passende financiële middelen ter beschikking te stellen.

7.

Het CvdR onderstreept dat het herstel van bossen, met name in de meest ontboste regio’s van Europa, nog steeds een van de meest doeltreffende strategieën is voor de aanpassing aan en beperking van de klimaatverandering. In dit verband kan de uitbreiding van boslandbouwsystemen, waarbij bomen geplant worden op en rond akkerland en grasland, een steeds belangrijkere rol spelen.

8.

Het CvdR roept op tot beleidssamenhang om de inspanningen, doelstellingen en resultaten op de verschillende beleidsterreinen, waaronder het nieuwe GLB (gemeenschappelijk landbouwbeleid), de internationale verplichtingen van de EU, o.a. de Europese biodiversiteitsstrategie tot 2030, de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering, het handelsbeleid van de EU en de Europese Green Deal, op elkaar af te stemmen in een alomvattende duurzaamheidsstrategie met duidelijke doelstellingen en uitvoeringsmaatregelen, waarbij goed moet worden gezorgd voor een evenwicht tussen sociale, economische en milieuaspecten.

Prioriteit 1: de voetafdruk van de EU-consumptie op het land verkleinen en de consumptie van producten uit ontbossingsvrije toeleveringsketens in de EU garanderen

9.

Het verbruik in de EU van producten die afkomstig zijn uit niet-EU-toeleveringsketens zonder ontbossing moet door de EU gegarandeerd worden als een cruciaal onderdeel in het proces van bescherming en herstel van de bossen in de wereld. Het CvdR verzoekt de EU de consumenten centraal te stellen in het proces om invloed uit te oefenen op de markten die van de problematische omvorming van oerbossen afhankelijk zijn voor de productie van op grote schaal gebruikte producten zoals koffie, cacao, palmolie en vee.

10.

Het CvdR wijst op de ernstige schendingen van de mensenrechten en de vernietiging van het milieu in de toeleveringsketens van verschillende producten (bijv. sojabonen, palmolie, suiker, cacao, rundvlees, grondstoffen voor biobrandstoffen) en benadrukt dat vrijwillige initiatieven van het particuliere bedrijfsleven en de financiële sector tot dusverre niet toereikend zijn gebleken om de ontbossing in de wereld tot staan te brengen en het tij te keren; daarom dringt het er bij de Commissie op aan de inachtneming van zorgvuldigheidsnormen inzake mensenrechten (HRDD) (3) en milieu verplicht te stellen.

11.

In veel EU-lidstaten en -regio’s vormen bosbranden de grootste bedreiging voor het behoud van bosecosystemen. Het is van cruciaal belang dat lokale en regionale overheden geholpen worden om weerbaarder te worden in geval van rampen, aangezien zij de eerste zijn die moeten reageren. Rampenbeheer door middel van maatregelen van de lokale gemeenschap is de snelste en efficiëntste manier om de door bosbranden veroorzaakte schade binnen de perken te houden.

12.

Om consumenten tot actieve betrokkenheid bij de keuze, de bevordering en het gebruik van duurzamere goederen aan te zetten, zou de Commissie diverse maatregelen moeten nemen, met inbegrip van — maar niet beperkt tot — de totstandbrenging van specifieke Europese certificeringsregelingen voor ontbossingsvrije producten, waarbij de reeds bestaande certificeringsregeling voor bosproducten (waarbij het gaat om zowel bosbeheer als de controleketen (4)) wordt opgenomen in een ruimere beoordeling, die ook van toepassing is op niet-bosproducten, met aandacht voor: duurzaam bosbeheer; bosbeheer- en productiesystemen waarvoor minder natuurlijke hulpbronnen (bijv. water), chemische stoffen (bijv. pesticiden) en energie (fossiele brandstoffen en energie uit niet-hernieuwbare bronnen in het algemeen) nodig zijn; aspecten van het tegengaan van ontbossing bij de productie van niet-bosproducten; de bevordering van producten met een beperkte transportvoetafdruk (bijv. streekmerk, koolstofvoetafdruk); en levenscyclusbeoordelingen van producten om hun impact op het milieu te kwantificeren en hun milieuprestaties onderling te kunnen vergelijken.

13.

De Commissie zou haar inspanningen ter bestrijding van illegale houtkap moeten opvoeren door het Flegt-werkplan van de EU voor de periode 2018-2022 (Forest Law Enforcement, Governance and Trade — wetshandhaving, bestuur en handel in de bosbouw) volledig en doeltreffend ten uitvoer te leggen, met name door de implementatie van de houtverordening van de EU te versterken.

14.

Het CvdR verzoekt de Commissie om consumenten beter voor te lichten over producten uit duurzame bosbouw en deze meer te promoten, door een specifiek label te ontwikkelen dat het ontbossingscijfer van een product aangeeft en door de reeds beschikbare Europese databank/informatiesystemen (bijv. milieukeur-databank) te verbeteren / hierin ontbossingsvrije producten op te nemen die gemakkelijk te herkennen zijn.

15.

Om het vertrouwen in de verstrekte informatie te vergroten zou de Commissie procedures moeten invoeren om na te gaan hoe nauwkeurig de gegevens en beoordelingen in het Europese informatiesysteem zijn. Hierbij moet bijv. gedacht worden aan strenge traceerbaarheidsvereisten die de oorsprong van producten garanderen, en sterkere monitoring- en handhavingssystemen om fraude en verkeerde etikettering van producten te helpen voorkomen. Daarnaast stelt het CvdR voor om na te denken over een ander inkoopbeleid, vooral waar het gaat om landen met een hoog ontbossingstempo en een geringe deelname aan certificeringsregelingen en/of veel illegale houtkap. Zo zou onder andere de verplichting kunnen worden opgelegd om te bewijzen dat er sprake is van producten uit duurzame bron, waarbij ook documentatie zou moeten worden verstrekt over de handel in materialen tussen exploitanten en informatie over het inkoopbeleid van alle partners in de toeleveringsketen.

16.

Alle instellingen en agentschappen van de EU zouden het goede voorbeeld moeten geven door hun gedrag, aanbestedingen en raamcontracten zodanig te wijzen dat er producten uit duurzame bosbouw worden gebruikt. Voorts verzoekt het CvdR zijn personeelsmedewerkers en leden om hun CO2-uitstoot als gevolg van vliegreizen die zij voor hun CvdR-werk moeten maken, te compenseren door projecten op het gebied van duurzame bosbouw financieel te steunen.

17.

Het CvdR benadrukt dat overheidsopdrachten, die goed zijn voor ongeveer 14 % van het bbp in de EU, een potentieel sterke hefboom bieden om tot leveringscontracten voor duurzamere producten te komen wanneer er bij bedrijven arbeid, goederen of diensten worden aangekocht. Als er in het kader van Richtlijn 2014/24/EU betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten een verbod wordt ingevoerd op de overheidsaankoop van producten die door ontbossing zijn verkregen, kan dat belangrijke positieve effecten hebben op het promoten van producten die geen ontbossing met zich meebrengen.

18.

Het stimuleren van een verschuiving in consumentengedrag naar een gezonder en meer op planten gebaseerd eetpatroon met een hoge inname van groenten en fruit (waarvan de teelt moet zijn gecertificeerd als zijnde niet bijdragend tot ontbossing), zodat er wereldwijd minder vlees wordt geconsumeerd, kan de gezondheid van de burgers en de planeet ten goede komen, in overeenstemming met de C40-verklaring Good Food Cities (5). In dit verband moet rekening worden gehouden met de aanbevelingen in het kader van de “van boer tot bord”-strategie, die mensen ertoe wil aanzetten voor zover mogelijk voor lokale, ecologisch duurzame en gezonde producten te kiezen.

19.

Het CvdR spoort de Commissie ertoe aan om synergieën en koppelingen te vinden tussen lopende projecten en initiatieven voor de aanleg van stedelijke of randstedelijke bossen en ecologische corridors op subnationaal, nationaal en Europees niveau en buiten Europa. Die initiatieven kunnen voor de inwoners van de verbonden steden veel ecologische en sociale voordelen hebben (ecosysteemdiensten), zoals schone lucht, regulering van de waterstroming, bodembescherming tegen water- en winderosie, herstel van aangetast land, bestendigheid tegen rampen en klimaatverandering, lagere dagtemperaturen in de zomer, voedselvoorziening, grotere stedelijke biodiversiteit, betere fysieke en mentale gezondheid, hogere vastgoedwaarden enz.

20.

De Europese burgers en lokale en regionale overheden, commerciële spelers en belanghebbenden die hun producten op de Europese markt verkopen (bijv. multinationals) moeten bij deze activiteiten worden betrokken. Het CvdR wijst erop dat zij een rol spelen bij de bescherming van de bossen en dat de bedrijfsrapportage over sociale en milieuverantwoordelijkheden transparanter moet worden (overeenkomstig Richtlijn 2014/95/EU).

Prioriteit 2: samenwerken met producerende landen om de druk op bossen te verlagen en om de ontwikkelingssamenwerking van de EU “ontbossingsproof” te maken, en Prioriteit 3: de internationale samenwerking versterken om ontbossing en bosdegradatie te stoppen en het herstel van bossen te stimuleren

21.

Ontbossing vindt vooral plaats in niet-EU-landen. Het meeste hout dat in die landen wordt gekapt, wordt lokaal gebruikt en toch wordt er nog steeds weinig in certificeringsregelingen voor hout gestapt omdat de kostprijs daarvoor te hoog is, vooral voor kleine landbouwers, die ook nog moeten concurreren met goedkoper conventioneel of zelfs illegaal gekapt hout. Ook moet specifieke aandacht worden besteed aan de wijze waarop bosbouwproducten die door een groot aantal kleine bedrijven worden geproduceerd, zoals natuurlijke rubber, moeten worden gecertificeerd.

22.

Betere milieueducatie in ontwikkelingslanden waar de oerbossen zijn gelegen, is van cruciaal belang om de plaatselijke bevolking meer bewust te maken van het belang van hun eigen milieuhulpbronnen. Als burgers rechtstreeks bij deze milieueducatie-initiatieven worden betrokken, kan dat veel voordelen opleveren, zoals:

a)

beter inzicht in het belang van de ecosysteemdiensten die duurzaam beheerde bossen en oerbossen leveren aan de samenleving;

b)

erkenning van de vele directe en indirecte voordelen van duurzaam bosbeheer;

c)

een grotere kans dat lokale maatregelen om ontbossing en bosdegradatie tegen te gaan voordelen opleveren; meer mogelijkheden om de bescherming van natuurlijke hulpbronnen te vertalen in een duurzaam beheer ervan en daarmee bij te dragen aan groene banen en groene groei voor de plaatselijke bevolking enz.

23.

De Europese Commissie zou moeten overwegen of oerbossen als Unesco-werelderfgoed kunnen worden voorgedragen om ze tegen ontbossing te beschermen en zo meer publieke aandacht op de bescherming ervan te vestigen.

24.

Naast multifunctionaliteit is ook biodiversiteit een sleutelthema waarmee rekening moet worden gehouden wanneer het beleidskader van de EU inzake bosbouw wordt besproken. Elke keer dat er ontbossing plaatsvindt en een oerbos of een inheems oud bos verdwijnt, gaat dat ten koste van de voor bossen typische biodiversiteit, die maar moeilijk kan worden hersteld omdat de schade door ontbossing groot is.

25.

Het CvdR is ingenomen met de nieuwe EU-brede biodiversiteitsstrategie voor 2030 die de EU aanspoort tot ambitieuzere maatregelen om het biodiversiteitsverlies en de aantasting van ecosystemen in heel Europa een halt toe te roepen en wereldwijd het voortouw te nemen bij het aanpakken van de mondiale biodiversiteitscrisis, ook door bijvoorbeeld 30 % van het landoppervlak als beschermd gebied aan te duiden, wettelijk bindende EU-doelstellingen voor natuurherstel in te voeren, de resterende oerbossen en oude bossen in de EU strikter te beschermen, werk te maken van een duurzaam beheer van secundaire bossen (6), aangetaste ecosystemen en de bodem te herstellen door het herstel van bossen, bodems en wetlands, en in steden groene ruimten te creëren.

26.

Er zou veel meer voor moeten worden geijverd om de bosbouwgerelateerde doelstellingen van de nieuwe EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 te halen en om het eens te worden over een ambitieus beleidskader voor de mondiale biodiversiteit dat moet worden goedgekeurd op de komende conferentie van partijen bij het biodiversiteitsverdrag (UN CBD COP 15), ook op basis van de evaluatie van de uitvoering van de strategie tot 2020.

27.

Handelsovereenkomsten moeten worden beoordeeld in het licht van de doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en dienen gebaseerd te zijn op duurzame ontwikkeling. Het is zaak om de in deze overeenkomsten opgenomen hoofdstukken over duurzaam bosbeheer en bestrijding van ontbossing kracht bij te zetten en om ontbossing op te nemen in milieueffectbeoordelingen. Aangezien de ontbossing in het Braziliaanse Amazonegebied met een 84 %-toename van de regenwoudbranden een recordhoogte heeft bereikt (7), dringt het CvdR er in dit verband bij de EU en haar lidstaten op aan om de ratificatie van het EU-Mercosur-verdrag op te schorten tot de Braziliaanse overheid de trend ombuigt.

28.

Met de EU-bosbouwstrategie voor de periode na 2020 zou de actieve, adaptieve en participatieve bosbouw meer moeten bijdragen aan het behoud en de verbetering van de biodiversiteit, zodat de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten maximaal voordeel opleveren. Al deze activiteiten en inspanningen moeten ertoe bijdragen dat er in de wereld een ambitieuzer biodiversiteitsbeleid wordt gevoerd. Blijk gevend van verantwoordelijkheidsgevoel zou Europa hierbij het voortouw moeten nemen.

Prioriteit 4: financiering verleggen ter ondersteuning van duurzamer landgebruik, en Prioriteit 5: de beschikbaarheid en kwaliteit van en toegang tot informatie over bossen en toeleveringsketens van grondstoffen ondersteunen. Onderzoek en innovatie ondersteunen

29.

De maatregelen die de Commissie heeft genomen om de bossen zowel in de EU als wereldwijd te beschermen en te herstellen, moeten op brede schaal onder de aandacht van de Europese burgers worden gebracht, teneinde het draagvlak voor deze maatregelen te vergroten en ze meer effect te laten sorteren.

30.

Het CvdR verzoekt de Commissie een Europese databank op te zetten waarin lopende en vroegere projecten tussen de EU en derde landen en bilaterale projecten tussen EU-lidstaten en derde landen worden opgenomen om de impact ervan op de bossen in de wereld te kunnen beoordelen. Belangrijk is dat lokale en regionale overheden bij de uitvoering van deze projecten een rol spelen.

31.

De EU zou een strategie voor “industrialisering, digitalisering en decarbonisatie” (IDD) moeten lanceren ter bevordering van vervangende milieuvriendelijke materialen op basis van hout, waarbij de consument wordt geïnformeerd over de herkomst en de koolstofvoetafdruk en waarmee de certificering van “ontbossingsvrije” producten wordt gepromoot, om zo het gebruik ervan in onder meer de bouw- en de textielsector, de chemische industrie en de verpakkingsindustrie aan te moedigen.

32.

De EU zou onderzoeks- en monitoringprogramma’s zoals Copernicus, het Europees Aardobservatiesysteem en andere monitoringprogramma’s voor het toezicht op de toeleveringsketen van grondstoffen verder moeten ontwikkelen, zodat producten waarvan de vervaardiging heeft geleid tot ontbossing of aantasting van het milieu, kunnen worden opgespoord en er een vroegtijdige waarschuwing kan worden gegeven.

33.

Gezien het belang van de bescherming en het herstel van de bossen in de wereld verzoekt het CvdR de Commissie te overwegen een Europees bosbouwagentschap op te richten.

Brussel, 2 juli 2020.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Apostolos TZITZIKOSTAS


(1)  https:/ /www.cbd.int/forest/definitions.shtml

(2)  https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0959378018314365#fig0005

(3)  HRDD (Human Rights Due Diligence) wordt algemeen opgevat als een middel voor ondernemingen om de negatieve impact van hun activiteiten of die van hun zakenrelaties op de mensenrechten in kaart te brengen, te voorkomen, te beperken en te verantwoorden. https://corporatejustice.org/priorities/13-human-rights-due-diligence

(4)  Bijv. Forest Stewardship Council® (FSC®), Programme for the Endorsement of Forest Certification TM (PEFCTM) enz.

(5)  In het kader van de C40-verklaring Good Food Cities verbinden steden zich ertoe om het voedselaanschafbeleid af te stemmen op het Planetary Health Diet waarbij voedsel idealiter afkomstig is uit de biologische landbouw, en om een algemene stijging van een gezonde, plantaardige voedselconsumptie in onze steden te ondersteunen door af te stappen van niet-duurzame, ongezonde eetpatronen. https://www.c40.org/press_releases/good-food-cities

(6)  https:/ /www.cbd.int/forest/definitions.shtml

(7)  Braziliaans Nationaal Instituut voor Ruimteonderzoek, 2019.


Top