Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019IR0974

    Advies van het Europees Comité van de Regio’s over Afrikaanse varkenspest en de EU-markt voor varkensvlees

    PB C 39 van 5.2.2020, p. 62–64 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    5.2.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 39/62


    Advies van het Europees Comité van de Regio’s over Afrikaanse varkenspest en de EU-markt voor varkensvlees

    (2020/C 39/13)

    Rapporteur

    :

    Sławomir Sosnowski (PL/EVP), lid van de regioraad van Lublin

    HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

    Beleidscontext

    1.

    wijst erop dat de Afrikaanse varkenspest (AVP) een bedreiging en uitdaging vormt op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau en dat het zich daarom daarover moet uitspreken, als EU-instelling die de lokale en regionale overheden in de Europese Unie vertegenwoordigt, en ook moet meehelpen om alle betrokkenen die belang hebben bij de bestrijding van dit uiterst gevaarlijke virus, te mobiliseren.

    2.

    De uitbraak van AVP vormt met name in Midden- en Oost-Europa een gevaar voor het milieu, de economie en vooral voor de bewoners van het platteland en de mensen die in de varkenshouderij werkzaam zijn.

    3.

    Voor de bestrijding van AVP zijn niet alleen doelstellingen uit het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het milieubeleid, maar ook andere beleidsterreinen en financieringsprogramma’s van belang, zoals sociaal beleid en regionale ontwikkeling, om voor een coherente aanpak in alle sectoren te zorgen. Het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) steunt, in het kader van het voor 2020 uitgetrokken budget voor steunmaatregelen voor de landbouw ter bestrijding van AVP, de voorgestelde 50 miljoen EUR voor noodmaatregelen en de voorgestelde 28 miljoen EUR voor de ontwikkeling van een vaccin/geneesmiddel tegen AVP.

    4.

    AVP vormt een internationaal probleem. De Europese regio’s moeten zich solidair tonen ten aanzien van het gevaar dat AVP inhoudt voor plattelandsgebieden, de landbouw en de agrarische verwerkende industrie. Het huidige tempo waarmee het virus zich verspreidt kan leiden tot de ineenstorting van de EU-markt voor varkensvlees en het wegvallen van de inkomsten van honderdduizenden landbouwers. Het gaat hier niet langer om een lokaal of regionaal probleem, maar om een bedreiging voor heel Europa. Op dit moment is de ziekte in meerdere Europese landen vastgesteld:

    Polen (1 492 gevallen en 1 uitbraak)

    Litouwen (728 gevallen van zieke wilde zwijnen)

    Letland (286 gevallen)

    Estland (150 gevallen)

    Oekraïne (26 gevallen en 22 uitbraken bij varkens)

    Tsjechië (25 gevallen)

    Italië (24 gevallen en 2 uitbraken)

    Roemenië (3 uitbraken).

    * Gegevens voor de periode1.1.-15.4.2018.

    5.

    Het CvdR is van mening dat de financiële bijdrage waarover wordt gesproken in artikel 5, lid 3, onder a), van Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1), in geval van AVP-uitbraken telkens 100 % moet bedragen, aangezien AVP een grote impact heeft op de volksgezondheid en tot economische ontwrichtingen dreigt te leiden.

    6.

    In het bijzonder is grensoverschrijdende samenwerking noodzakelijk, die even intensief zou moeten zijn als die welke is voorzien bij natuurrampen. Weliswaar doen de problemen zich ook langs de buitengrenzen van de EU voor, maar de grensoverschrijdende samenwerking moet absoluut worden opgevoerd. Er is behoefte aan verdergaand en permanent gezamenlijk optreden over grenzen heen om de situatie in de buurlanden van de EU (Rusland, Oekraïne, Wit-Rusland, Moldavië) te stabiliseren.

    7.

    De door AVP veroorzaakte crisis kan leiden tot een reeks sociaaleconomische problemen. Naast zorgen over de volksgezondheid en de gevolgen voor de EU-markt voor varkensvlees en de daarmee gepaard gaande ingrijpende structuurveranderingen in de varkensvleesproductie kunnen ook andere sectoren worden getroffen, zoals het toerisme, de bosbouw, de vleesverwerkende industrie en de handel. Daarnaast heeft de uitbraak van AVP gevolgen voor het imago van afzonderlijke landen en de hele EU.

    Voorgestelde maatregelen

    8.

    Het CvdR staat achter de binnen het huidige financiële kader door het Europees Parlement en de Europese Commissie genomen maatregelen om AVP te bestrijden, maar wijst erop dat in het volgende meerjarig financieel kader meer middelen moeten worden uitgetrokken, waaronder aanzienlijke subsidies voor wetenschappelijk onderzoek met het oog op de ontwikkeling van een doeltreffend vaccin tegen het AVP-virus.

    9.

    Er zou afzonderlijke specifieke grensoverschrijdende financiële steun moeten komen ter bestrijding van AVP in het kader van gezamenlijke projecten van ten minste twee landen.

    10.

    De nationale regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie zouden intensief overleg moeten gaan voeren met voornoemde derde landen over gezamenlijke, coherente maatregelen ter bestrijding van AVP en moeten nadenken over mogelijke steun voor zulke maatregelen via grensoverschrijdende programma’s op het gebied van voedselveiligheid. Corleap kan een geschikt forum zijn om dit soort grensoverschrijdende acties te bespreken.

    11.

    Het CvdR roept alle betrokkenen, namelijk:

    a)

    de lokale en regionale overheden,

    b)

    jagers en landbouwers,

    c)

    veterinaire diensten,

    d)

    de autoriteiten van de lidstaten, en

    e)

    de media

    ertoe op om zich onder leiding van de Europese Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) actief in te zetten voor de bestrijding van AVP.

    12.

    Het CvdR pleit voor meer geld voor voorlichting en opleiding van de betrokkenen teneinde het maatschappelijk bewustzijn over AVP en over de preventie en bestrijding ervan te vergroten. Deze ziekte vormt immers een grote bedreiging voor de ontwikkeling van plattelandsgebieden, lokale en regionale economieën, het milieu, de veehouderij en daarmee in het bijzonder voor de burgers en de volksgezondheid.

    13.

    Het CvdR roept de lokale en regionale overheden op om ter voorkoming van de verspreiding van AVP meer informatie te verschaffen over de naleving van zorgvuldigheidsverplichtingen, om voortdurend samen te werken teneinde ervoor te zorgen dat bioveiligheidsmaatregelen met name in kleine landbouwbedrijven doorlopend worden toegepast, en om nog nauwer samen te werken bij uitbraken in grensgebieden. Alle varkenshouders en alle mensen die in contact komen met wilde zwijnen zouden hierover moeten worden geïnformeerd.

    14.

    Jagers zouden meer epidemiologisch toezicht moeten houden op de wilde dieren in de besmette gebieden en de jacht moeten intensiveren in gebieden met grote aantallen wilde zwijnen. Hoewel burgers en met name jagers niet door de ziekte worden getroffen, kunnen zij AVP wel verspreiden door:

    contact met besmette dieren en dode dieren (kadavers);

    contact met voorwerpen die met het virus zijn besmet (bijv. kleding, voertuigen en diverse materialen);

    dieren te voeren met vlees of vleesproducten (bijv. worst of rauw vlees) afkomstig van besmette dieren of met afval dat besmet vlees bevat (bijv. keukenafval, spoeling of slachtafval).

    15.

    De doeltreffende bestrijding van AVP hangt in hoge mate samen met de grootte van de populatie wilde zwijnen. Daarom zijn ook maatregelen nodig om die populatie in de betrokken regio’s tot een passende instandhoudingsomvang te beperken. Verder moeten op de specifieke omstandigheden in de lidstaten afgestemde programma’s worden bevorderd om de samenwerking tussen de landbouw- en milieusector te stimuleren (jachtbeheer, bijvoederverbod voor zover niet noodzakelijk voor de jacht (lokaas), landbouwmethoden).

    16.

    Het CvdR is ingenomen met de huidige inspanningen van de Europese Commissie ter bestrijding van AVP, maar stelt voor dat zij ook binnen het nieuwe programma Horizon Europa meer middelen uittrekt voor dergelijke maatregelen omdat alle oproepen tot het indienen van voorstellen met betrekking tot AVP in het kader van het Horizon 2020-programma al afgesloten zijn.

    17.

    Het CvdR vindt dat landbouwbedrijven die door AVP schade hebben geleden, van de EU bijzondere ondersteuning zouden moeten krijgen in de vorm van:

    a)

    vergoeding van de waarde van de geruimde dieren zonder bijkomende voorwaarden;

    b)

    toepassing van een historische subsidieregeling gedurende vijf jaar na de stopzetting van de productie ten gevolge van de ruiming van alle dieren;

    c)

    financiële steun voor de omschakeling op andere soorten landbouwproductie;

    d)

    steun voor de invoering van alle nodige bioveiligheidsmaatregelen in bedrijven die doorgaan met de varkenshouderij en varkensvleesproductie, en tegemoetkoming in de kosten als gevolg van crisismaatregelen (verplichte onderzoeken, vervoersbeperkingen enz.);

    e)

    steun voor varkenshouders en -fokkers voor gederfde inkomsten ten gevolge van de verstoorde markt voor varkensvlees;

    f)

    steun voor varkenshouders die bioveiligheidsmaatregelen nemen en meer dieren willen gaan houden;

    g)

    steun voor ondernemers die ten gevolge van AVP getroffen zijn door maatregelen die de plantaardige productie beperken;

    h)

    steun voor ondernemers die op hun eigen bedrijf slachtten en op kleine schaal produceerden;

    i)

    verwijdering van alle dode wilde zwijnen op kosten van de overheid.

    18.

    Het CvdR is bezorgd over de verdere verspreiding van het AVP-virus en dringt er bij de Europese Commissie op aan zich te blijven inspannen om de maatregelen ter bestrijding van AVP in de EU samen met de lokale en regionale overheden te monitoren en te evalueren.

    Brussel, 9 oktober 2019.

    De voorzitter

    van het Europees Comité van de Regio’s

    Karl-Heinz LAMBERTZ


    (1)  PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1.


    Top