Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019DC0481

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD Voortgangsverslag over de uitvoering van de Europese migratieagenda

    COM/2019/481 final

    Brussel, 16.10.2019

    COM(2019) 481 final

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

    Voortgangsverslag over de uitvoering van de Europese migratieagenda


    1.INLEIDING

    Vier jaar geleden werd de Europese Unie geconfronteerd met een uitzonderlijke uitdaging, toen in een periode van twee jaar ongeveer twee miljoen mensen op de Europese kust aankwamen, op zoek naar een toevluchtsoord of een nieuw leven, waarbij zij vaak hun leven op het spel zetten om te ontsnappen aan oorlog, politieke onderdrukking of armoede. Als reactie op de menselijke tragedie die zich op de Middellandse Zee afspeelde, heeft de EU snel en vastberaden actie ondernomen om het verlies van mensenlevens op zee te voorkomen. Het ontbrak de EU destijds echter aan collectief beleid inzake migratiebeheer en grensbeveiliging.

    Het werd snel duidelijk dat de lidstaten de migratiekwestie niet alleen konden aanpakken en dat een doeltreffende aanpak alleen mogelijk was door middel van gemeenschappelijke Europese oplossingen. In mei 2015 presenteerde de Europese Commissie een brede Europese migratieagenda om het hoofd te bieden aan de dringende problemen en om de EU de instrumenten aan te reiken waarmee zij irreguliere migratie, legale migratie, grensbeheer en asielzaken op de middellange en lange termijn beter kan beheren. Sindsdien is de Europese migratieagenda de leidraad voor de werkzaamheden van de Commissie, de EU-agentschappen en de lidstaten. Dat heeft geleid tot de ontwikkeling van een nieuwe EU-migratiearchitectuur met nieuwe wetgeving, nieuwe systemen voor coördinatie en samenwerking, en rechtstreekse operationele en financiële steun van de EU. Hoewel er nog werk wacht, moet de vooruitgang van de afgelopen jaren niet worden onderschat.

    Belangrijkste vooruitgang in het kader van de Europese migratieagenda

    ·Het aantal irreguliere grensoverschrijdingen naar de EU is in 2018 gedaald tot 150 000, het laagste cijfer in vijf jaar. Cruciaal daarvoor was de innovatieve aanpak van partnerschappen met derde landen, zoals de verklaring EU-Turkije van maart 2016.

    ·Het optreden van de EU heeft levens helpen redden: sinds 2015 werden bijna 760 000 mensen op zee gered en meer dan 23 000 in de Nigerese woestijn.

    ·De EU heeft tastbare en snelle steun verleend aan de lidstaten die onder de grootste druk staan:

       - er zijn hotspots opgezet als operationeel model om snel en efficiënt ondersteuning te bieden aan belangrijke locaties. In Griekenland zijn vijf hotspots operationeel en in Italië vier;

       - de interne financiering van de EU voor migratie en grenzen is sinds het begin van de crisis meer dan verdubbeld, tot meer dan 10 miljard euro;

       - 34 700 personen zijn binnen de EU herplaatst vanuit Italië en Griekenland in het kader van specifieke regelingen. Sinds de zomer van 2018 zijn ook 1 103 personen herplaatst in het kader van vrijwillige herplaatsingen, een exercitie die sinds januari 2019 door de Commissie wordt gecoördineerd.

    ·Het nieuwe Europees Grens- en kustwachtagentschap heeft de lidstaten ondersteund bij de bescherming van de buitengrenzen van de EU, en er wordt aan een tweede hervormingsfase gewerkt om de capaciteit ervan te vergroten met een permanent korps van 10 000 operationele personeelsleden.

    ·De EU heeft intensiever gebruikt gemaakt van de legale mogelijkheid van hervestiging van personen die internationale bescherming nodig hebben in lidstaten: sinds 2015 zijn bijna 63 000 personen hervestigd.

    ·De EU heeft miljoenen vluchtelingen in derde landen beschermd en ondersteund:

       - de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije levert tastbare resultaten op: momenteel zijn in Turkije 90 projecten operationeel, in het kader waarvan dagelijks bijna 1,7 miljoen vluchtelingen worden ondersteund, en nieuwe scholen en ziekenhuizen worden gebouwd;

       - het Regionaal trustfonds van de EU in respons op de Syrische crisis leidt tot resultaten in de vorm van 75 projecten in het kader waarvan wordt gezorgd voor gezondheidszorg, onderwijs, middelen van bestaan en sociaal-economische steun aan Syrische vluchtelingen, intern ontheemden en gastgemeenschappen in de regio.

       - de werkzaamheden om de mensen te helpen die in Libië in erbarmelijke omstandigheden verkeren, omvatten onder meer de evacuatie van meer dan 4 000 personen en de vrijwillige terugkeer van meer dan 49 000 personen sinds 2017; de taskforce van de Afrikaanse Unie, de Europese Unie en de Verenigde fungeert daarbij als innovatief partnerschapsmodel.

       - 210 projecten in 26 landen in het kader van het EU-trustfonds voor Afrika leveren concrete resultaten op, waaronder basissteun voor meer dan 5 miljoen kwetsbare mensen.

    ·maatregelen ter ontwrichting van smokkelnetwerken op alle routes, met inbegrip van werkzaamheden in Niger die leiden tot een sterke daling van het aantal migranten dat Libië vanuit het zuiden binnenkomt.

    ·met 23 landen van herkomst en doorreis zijn formele overnameovereenkomsten of praktische regelingen inzake terugkeer en overname gesloten, met extra steun van de EU om daadwerkelijke terugkeer te stimuleren.

    Er is echter nog meer werk nodig. De EU beschikt inmiddels over krachtiger systemen om haar grenzen te controleren en kan nu snel de nodige financiële en operationele steun verlenen aan lidstaten die onder druk staan. Zij beschikt over nieuwe kanalen om kwetsbare groepen te ondersteunen en om degenen die bescherming nodig hebben, alternatieve, veilige en legale mogelijkheden te bieden om naar Europa te komen. Zij werkt nauwer dan ooit tevoren samen met partnerlanden buiten Europa op het gebied van migratiebeheer. Op deze bouwstenen moet nu worden voortgewerkt aan de voltooiing van een duurzaam systeem dat zorgt voor een efficiënt en humaan migratiebeheer dat opgewassen is tegen te verwachten uitdagingen in de toekomst, niet in de laatste plaats door het juiste kader vast te stellen voor een gemeenschappelijk Europees asielstelsel dat verantwoord en eerlijk wordt beheerd. Dit zal over de hele linie extra inspanningen vergen en migratie zal in de komende jaren hoog op de politieke agenda blijven staan.

    Dit verslag zal worden meegenomen bij de besprekingen tijdens de Europese Raad van oktober 2019. Er zal in worden teruggekeken op de kernelementen van de respons van de EU sinds 2015, alsook op de stappen die de EU sinds het laatste voortgangsverslag van maart 2019 1 heeft gezet. In dat verslag werden enkele belangrijke stappen genoemd die onmiddellijk moesten worden ondernomen, met name op de routes door het Middellandse Zeegebied, evenals de vorderingen wat betreft de lopende werkzaamheden ter consolidatie van het EU-instrumentarium inzake migratie, grenzen en asiel.

    2.SITUATIE LANGS DE BELANGRIJKSTE MIGRATIEROUTES

    In het algemeen is de migratiesituatie op alle routes weer op het niveau van voor de crisis: het aantal aankomsten in september 2019 is ongeveer 90 % kleiner dan in september 2015. De situatie blijft echter instabiel. In de eerste acht maanden van 2019 werden aan de buitengrenzen van de EU ongeveer 70 800 irreguliere grensoverschrijdingen vastgesteld. Bovendien waren per 7 oktober 2019 bijna 1 100 migranten geregistreerd als omgekomen of vermist bij het oversteken van de Middellandse Zee.

    Irreguliere grensoverschrijdingen op de drie belangrijkste routes

    De druk op de nationale asielstelsels is in de EU+ gestabiliseerd op een maandgemiddelde van 54 000 asielaanvragen in 2019, wat aanzienlijk minder is dan in de piekjaren (in 2015-2016 werden maandelijks meer dan 100 000 aanvragen ingediend), maar nog steeds meer dan vóór de crisis 2 .

    Oostelijke Middellandse-Zeeroute

    Recentelijk is het aantal aankomende migranten op de Griekse eilanden aanzienlijk gestegen. Tussen begin 2019 en 6 oktober werden meer dan 47 500 aankomsten geregistreerd in Griekenland (over zee en over land), een stijging van 29 % ten opzichte van dezelfde periode in 2018. Het grootste deel van deze stijging is toe te schrijven aan aankomsten op de eilanden in de Egeïsche Zee, en daarbij is sprake van een versnelling vanaf de maand juni; het aantal aankomsten via de landgrens in 2019 is 27 % lager dan in dezelfde periode van 2018. In de maanden juli, augustus en september 2019 werden de grootste aantallen aankomsten geregistreerd sinds de verklaring EU-Turkije van kracht werd. Het gevolg daarvan is een verslechtering van de omstandigheden op de eilanden in de Egeïsche Zee, waar de situatie steeds problematischer wordt: op 6 oktober bevonden zich meer dan 31 000 mensen in hotspots die zijn opgezet voor maximaal ongeveer 8 000 mensen, ondanks het feit dat dit jaar meer dan 20 000 mensen naar het vasteland zijn overgebracht. Het aantal mensen dat in het kader van de verklaring EU-Turkije naar Turkije is teruggekeerd, is daarentegen gedaald tot het laagste niveau sinds 2016. Afghanen vormen de grootste groep onder de migranten die op de eilanden in de Egeïsche Zee aankomen. Zij vertegenwoordigen 41 % van de totale aankomsten voor 2019. Via de landgrens komen in 2019 veelal Turken de EU binnen. Zij maken drie kwart uit van het aantal mensen dat aankomt.

    Cyprus  heeft te maken gekregen met een toename van het aantal aankomsten in 2019 en heeft momenteel het hoogste aantal aankomsten per hoofd van de bevolking in de EU. Per 29 september waren in de door de regering gecontroleerde gebieden van Cyprus 5 700 mensen geregistreerd na het overschrijden van de groene lijn. Een veel kleiner aantal kwam per boot rechtstreeks vanuit Libanon aan 3 .

    Westelijke Balkanroute

    Nadat het aantal op deze route aangetroffen irreguliere migranten tussen 2017 en 2018 was gehalveerd, was er in 2019 sprake van een toename van het aantal irreguliere grensoverschrijdingen in de Westelijke Balkan. Tussen januari en augustus werden meer dan 6 600 4 irreguliere aankomsten in de EU geregistreerd. Afghanen vormen de belangrijkste groep en vertegenwoordigen meer dan de helft van het totale aantal aankomende migranten. In de afgelopen maanden kwamen in Bosnië en Herzegovina tot 900 personen per week aan. Ondanks deze toename van het aantal migranten dat op irreguliere wijze aankomt via de Westelijke Balkanroute, is de situatie nog ver verwijderd van de ervaringen van 2015 en 2016.

    Centrale Middellandse-Zeeroute

    Over het geheel genomen blijft het aantal irreguliere aankomsten op de Centrale Middellandse-Zeeroute klein, ondanks een aanzienlijke toename van het aantal aankomsten in Malta, waar in 2019, per 6 oktober, meer dan 2 800 migranten zijn aangekomen, bijna een verdrievoudiging ten opzichte van dezelfde periode in 2018.

    Het aantal gecombineerde aankomsten in Italië en Malta bedroeg per 6 oktober 2019 iets minder dan 11 000, een daling van meer dan 52 % ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Het aantal aankomsten in Italië bedroeg per 6 oktober 2019 net iets minder dan 8 000, wat twee derde lager is dan in dezelfde periode in 2018. Tunesië is tot dusver het belangrijkste land van vertrek naar Italië in 2019, gevolgd door Libië. De Libische kustwacht blijft een groot aantal personen op zee onderscheppen en redden, en maakt tot dusver melding van 7 100 personen in 2019 (in 2018 ging het in totaal om ongeveer 15 000 personen). Tunesiërs vormen de grootste groep migranten die in 2019 in Italië aankomt. Zij vertegenwoordigen 28 % van het totaal.

    Westelijke Middellandse-Zeeroute/Atlantische route

    Spanje kende in 2018 weliswaar het grootste aantal irreguliere aankomsten in de EU (bijna 64 300), maar sinds februari 2019 is het maandelijks aantal aanzienlijk gedaald ten opzichte van 2018. Het totale aantal aankomsten in Spanje bedroeg begin oktober 2019 ongeveer 23 600, een daling van 47 % ten opzichte van dezelfde periode in 2018. Een belangrijke factor was de investering in de betrekkingen tussen de EU en Marokko, met inbegrip van substantiële financiële steun van de EU voor grensbeheer en de strijd tegen irreguliere migratie. Dit heeft de Marokkaanse regering geholpen de grenscontroles te versterken en migrantensmokkelaars te bestrijden.

    Tot dusver is Marokko in 2019 het belangrijkste land van herkomst van irreguliere migranten die in Spanje aankomen, goed voor ongeveer 30 % van het totaal, gevolgd door Algerije, Guinee, Mali en Ivoorkust. De overgrote meerderheid van de irreguliere migranten die in Spanje aankomen, is vertrokken vanuit Marokko, maar recentelijk is het aantal uit Algerije vertrokken migranten licht gestegen.

    Asielsituatie

    In de eerste negen maanden van 2019 werden meer dan 500 000 aanvragen ingediend in de EU+ (een lichte stijging ten opzichte van bijna 497 000 in dezelfde periode in 2018). Tot dusver zijn de belangrijkste ontvangende landen in 2019 Duitsland, Frankrijk, Spanje, Griekenland en het Verenigd Koninkrijk, die meer dan 72 % van het totaal vertegenwoordigen. In 2018 waren de belangrijkste landen van herkomst Syrië, Afghanistan en Irak, en in 2019 zijn dat tot dusver Afghanistan, Syrië en Venezuela. In de eerste helft van 2019 werden 96 800 positieve besluiten genomen in de EU+ 5 . Het erkenningspercentage voor besluiten in eerste aanleg tussen februari en juli 2019 bedroeg 34 % 6 .

    Inherent aan het aanzienlijke aantal aanvragen zijn de aanvragen die worden ingediend als gevolg van secundaire bewegingen, wat inhoudt dat personen die in een lidstaat zijn geregistreerd, vervolgens in een andere lidstaat een aanvraag blijken in te dienen. Hoewel de beoordeling van secundaire bewegingen momenteel voornamelijk gebaseerd is op gegevens die uitsluitend betrekking hebben op aanvragen in plaats van op personen (één persoon heeft mogelijk in verschillende lidstaten een aanvraag ingediend), werden in de eerste negen maanden van 2019 meer dan 280 000 van deze buitenlandse treffers geregistreerd in de Eurodac-databank. Hoewel de belangrijkste landen van eerste binnenkomst, zoals Italië en Griekenland, het grootste aantal bestaande registraties hebben, blijven Frankrijk en Duitsland in feite de belangrijkste bestemmingslanden van secundaire bewegingen met het grootste aantal geregistreerde treffers.

    3.EU-STEUN AAN LIDSTATEN EN WERKZAAMHEDEN LANGS DE VOORNAAMSTE ROUTES

    ·Oostelijke Middellandse-Zeeroute

    De verklaring EU-Turkije van maart 2016 en de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije

    Turkije is een belangrijke partner voor de EU, onder meer voor het migratiebeheer in het oostelijke Middellandse-Zeegebied. Sinds maart 2016 speelt de verklaring EU-Turkije een belangrijke rol bij het waarborgen dat de EU en Turkije irreguliere migratiestromen in het oostelijke Middellandse-Zeegebied gezamenlijk en doeltreffend aanpakken. De verklaring blijft concrete resultaten opleveren, door het aantal irreguliere en gevaarlijke overtochten en het aantal dodelijke slachtoffers in de Egeïsche Zee terug te dringen. Het aantal aankomsten in Griekenland over zee en over land is in de tweede helft van 2019 weliswaar toegenomen, maar is niet vergelijkbaar met het aantal dat in 2015 werd waargenomen. Even belangrijk is dat de verklaring op grote schaal heeft geleid tot ondersteuning van Syrische vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije, en heeft gezorgd voor de veilige hervestiging van Syriërs vanuit Turkije naar Europa.

    Turkije herbergt de grootste vluchtelingenpopulatie ter wereld (ongeveer 4 miljoen mensen 7 ) en de EU-steun biedt essentiële ondersteuning aan mensen in nood via de 6 miljard EUR van de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije. Met de EU-middelen worden momenteel 90 lopende projecten ondersteund, en in 2020 gaan 30 extra projecten van start. De faciliteit heeft een innovatieve aanpak, waarbij de lidstaten en Turkije ten volle worden betrokken bij de gerichte ontwikkeling van projecten en spoedprocedures om sneller tot resultaten te komen 8 . Veel projecten zullen tot 2024-25 steun blijven bieden. De Faciliteit heeft gezorgd voor een snelle respons op essentiële behoeften, en het is duidelijk dat veel van deze behoeften in de nabije toekomst zullen blijven bestaan.

    Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije: belangrijkste lopende acties

    ·bijna 1,7 miljoen Syriërs ontvangen steun voor de dagelijkse basisbehoeften;

    ·meer dan een half miljoen vluchtelingenkinderen worden ondersteund om naar school te kunnen gaan;

    ·500 Turkse taalleraren zijn in dienst om meer dan 250 000 kinderen een taalopleiding te geven;

    ·een vaccinatieprogramma waarmee tot nu toe 650 000 vluchtelingenkinderen zijn gevaccineerd, blijft lopen;

    ·bijna 40 000 kinderen wordt vervoer aangeboden om naar school te gaan;

    ·ongeveer 1,5 miljoen prenatale consulten hebben plaatsgevonden;

    ·ongeveer 8,1 miljoen consulten in het kader van eerstelijnsgezondheidszorg hebben reeds plaatsgevonden;

    ·de bouw van 180 scholen en het opzetten van 179 gezondheidscentra voor migranten zijn gaande.

    Vandaag is 97 % van de middelen van de faciliteit toegewezen (naar verwachting zal de 6 miljard EUR eind 2019 volledig zijn toegewezen), en daarvan is tot dusver bijna 3 miljard EUR uitbetaald 9 . De projecten die begin 2020 van start gaan, zullen onder meer de toegang tot gezondheidszorg en onderwijs voor vluchtelingen en de infrastructuur voor afval- en waterbeheer blijven ondersteunen, bijdragen tot integratie op de arbeidsmarkt en vluchtelingen aan een baan helpen.

    Turkije wordt momenteel geconfronteerd met toenemende migratiedruk, aangezien de instabiliteit in de bredere regio blijft bestaan. Het aantal irreguliere migranten dat in 2019 door de Turkse autoriteiten werd aangehouden, ligt tot nu toe in de buurt van 270 000 10 . Met name is het aantal Afghaanse onderdanen dat irregulier aankomt en in Turkije wordt aangehouden, toegenomen. Turkije kondigde in mei 2019 aan dat het voornemens was tegen het einde van het jaar ongeveer 100 000 Afghaanse onderdanen naar hun land van herkomst terug te sturen, en heeft met de Afghaanse regering overlegd over het aantal terugkeerders en de frequentie van de terugkeer. De uitdaging om Syrische vluchtelingen op te vangen in een situatie van langdurige ontheemding, waarvoor Turkije zich gesteld ziet, zou voor elk land een probleem zijn en verdient de nodige steun.

    Ombuigen van de trends op het gebied van migratie langs de oostelijke route

    Sinds 2016 heeft de EU de politieke dialoog tussen Afghanistan, Pakistan en Iran ondersteund teneinde duurzame oplossingen te vinden voor Afghaanse vluchtelingen in de gastlanden. In aanvulling daarop is financiële bijstand verleend ten bedrage van 300 miljoen EUR om Afghanistan, Bangladesh, Pakistan, Iran en Irak te helpen. 11 Het doel is om migranten, vluchtelingen, intern ontheemden en repatrianten, alsook gastgemeenschappen te ondersteunen, en om overheidsinstanties te helpen met het migratiebeheer en de duurzame re-integratie van repatrianten. In Afghanistan bijvoorbeeld zijn dankzij de steun tot dusver bijna 10 000 huishoudens (en daarmee 70 000 personen) geholpen via gemeenschapsontwikkeling, beroepsopleiding en stimulering van kleine ondernemingen. Er wordt ook steun verleend aan Afghaanse onderdanen in Iran en Pakistan. Zo hebben 45 000 Afghaanse vluchtelingen nu toegang tot het Iraanse stelsel van ziektekostenverzekering.

    Sinds de zomer van 2018 verleent de EU bijstand na aankomst in het kader van de gezamenlijke koersbepaling van de EU en Afghanistan inzake migratie niet meer alleen aan repatrianten uit de EU, maar ook aan Afghaanse onderdanen die door Turkije worden teruggestuurd. Sindsdien heeft de EU meer dan 15 000 personen die vanuit Turkije naar Afghanistan terugkeerden, geholpen met advies, medische bijstand, tijdelijke huisvesting, bijstand in contanten en verder vervoer naar hun eindbestemming.

    In het kader van de verklaring heeft Turkije zich ertoe verbonden een toename van de irreguliere migratiestromen naar nieuwe zee- of landroutes te voorkomen, hetgeen moeilijk is gebleken, gelet op het recentelijk toegenomen aantal aankomsten in Griekenland en Cyprus, en voorheen aan de landgrens met Bulgarije en Griekenland.

    De terugkeer van alle nieuwe irreguliere migranten vanuit Griekenland naar Turkije in het kader van de verklaring blijft een uitdaging. Griekenland is erin geslaagd slechts 1 908 migranten in het kader van de verklaring terug te sturen, en het tempo daalt nog: dit jaar zijn 100 migranten teruggestuurd. Dit is een belangrijk obstakel om vooruitgang te boeken, dat ook te maken heeft met de langdurige asielprocedures in Griekenland. De Commissie zet haar inspanningen voort om zowel de hervestigingen als de versnelde terugkeer te ondersteunen. Een betere verwerking van asielaanvragen, zowel op het vasteland als op de eilanden, zou aanzienlijk bijdragen tot het versnellen van de terugkeer.

    De hervestiging van Syrische vluchtelingen in EU-lidstaten in het kader van de verklaring was een duidelijk succes: sinds april 2016 zijn 25 000 personen die internationale bescherming nodig hebben, hervestigd in 18 lidstaten. Deze inspanningen moeten worden voortgezet en de Commissie zal haar steun blijven verlenen. De Commissie heeft opgeroepen tot de activering van de vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden 12 met Turkije, die de uitvoering van de verklaring EU-Turkije zou stimuleren en nog eens duidelijk zou maken dat de verklaring de EU ernst is.

    De verklaring EU-Turkije omvat ook een breed scala van andere belangrijke kwesties in de betrekkingen tussen de EU en Turkije. Ook op het gebied van de visumliberalisering hebben zich ontwikkelingen voorgedaan. Sinds het verslag van maart is er aan een extra criterium voldaan, namelijk dat betreffende de beveiliging van documenten, waardoor er nu nog aan zes van de in totaal 72 criteria moet worden voldaan. In september 2019 heeft Turkije een nieuwe inspanning gedaan ten aanzien van deze criteria. De Commissie blijft de inspanningen aanmoedigen die Turkije levert om zo snel mogelijk te voldoen aan alle resterende criteria van het stappenplan voor visumliberalisering.

    De volledige, duurzame uitvoering van de verklaring EU-Turkije vraagt om voortdurende inspanningen en politieke vastberadenheid van alle partijen. Recente politieke contacten hebben onderstreept dat de Commissie vaart achter deze werkzaamheden zal blijven zetten en in voorkomend geval de nodige stappen zal nemen en problemen zal oplossen 13 . Naast de steun aan de vluchtelingen in Turkije, verleent de EU Turkije bijstand via regelmatige pretoetredingssteun om de capaciteit van de autoriteiten om irreguliere migratie naar Turkije en vervolgens verder naar de EU te beheren, verder te vergroten. Daarbij gaat het ook om steun voor vrijwillige terugkeer uit Turkije en re-integratieprogramma’s en bijstandsverlening inzake geïntegreerd grensbeheer. De Commissie en Turkije voeren thans besprekingen om overeenstemming te bereiken over extra rechtstreekse steun voor migratiebeheer dit jaar.

    De EU heeft het voortouw genomen bij het nemen van humanitaire maatregelen naar aanleiding van de crisis in Syrië en aan Syrië en de regio tussen 2014 en 2019 humanitaire hulp geboden ten belope van 1,6 miljard EUR. Alleen al in 2019 heeft de EU 170 miljoen EUR uitgetrokken voor levensreddende multisectorale bijstand aan kwetsbare personen in Syrië, waar deze zich daar ook mogen bevinden. In 2018 heeft de humanitaire hulp van de EU ongeveer 9 miljoen begunstigden in Syrië bereikt.

    Het Regionaal Trustfonds van de EU in respons op de Syrische crisis

    Het Regionaal Trustfonds van de Europese Unie in respons op de Syrische crisis bundelt bijdragen van 22 lidstaten, van Turkije en uit de EU-begroting ter ondersteuning van gastgemeenschappen, vluchtelingen en binnenlands ontheemden in Jordanië, Libanon, Turkije en Irak. Sinds het regionale trustfonds in 2014 werd opgezet, zijn de activiteiten van dit fonds verschoven van het bieden van steun voor herstel in een vroeg stadium, waarmee tegemoet werd gekomen aan basisbehoeften, naar ondersteuning van gastlanden bij het versterken van de nationale systemen en infrastructuur en de versterking van de zelfredzaamheid en de weerbaarheid van vluchtelingen. Programma’s waarbij in totaal ruim 1,6 miljard EUR is uitgetrokken, verdeeld over meer dan 75 projecten, richten zich op gebieden als onderwijs, bestaansmiddelen, gezondheid en sociaal-economische ondersteuning. In juni 2019 is een aanvullend pakket van 100 miljoen EUR overeengekomen, dat gericht is op hoger onderwijs, weerbaarheid en bescherming in Libanon, Jordanië en Irak.

    Sinds in 2011 de crisis in Syrië uitbrak, is bijna 4 miljard EUR uitgetrokken voor een reeks programma’s ter ondersteuning van vluchtelingen en gastgemeenschappen in Jordanië en Libanon. In 2018 konden daardoor onder meer bijna 290 000 vluchtelingenkinderen in Jordanië en Libanon naar de basisschool, hadden 375 000 personen in Libanon toegang tot gezondheidszorg en ontvingen bijna 143 000 vluchtelingen in Jordanië maandelijks een bedrag om in hun basisbehoeften te voorzien.

    In maart 2019 organiseerde de EU voor de derde maal een conferentie over steun voor de toekomst van Syrië en de regio. De internationale gemeenschap en de landen die vluchtelingen opvangen, hebben opnieuw toegezegd de miljoenen slachtoffers van het conflict en de landen en gemeenschappen die dezen opvangen, waaronder Libanon, Jordanië en Turkije, te zullen steunen. De internationale gemeenschap heeft voor 2019 meer dan 6,2 miljard EUR toegezegd (92% van dit bedrag is reeds bijgedragen) en voor 2020 en later nog eens 2,1 miljard EUR. Meer dan 80 % van deze toezeggingen komt voor rekening van de EU en haar lidstaten. Ook internationale financiële instellingen en donoren hebben voor 2019 en daarna 18,5 miljard EUR aan leningen aangekondigd.

    Steun aan Griekenland en Cyprus

    In eerdere voortgangsverslagen werd benadrukt dat verdere vooruitgang in Griekenland dringend noodzakelijk is. Het toegenomen aantal aankomsten sinds de zomer heeft andermaal laten zien dat er maatregelen moeten worden genomen, vooral waar het gaat om het verbeteren van de opvangvoorzieningen op de Griekse eilanden en om het tempo van terugkeer vanuit Griekenland in het kader van de verklaring EU-Turkije, dat aanzienlijk moet worden opgevoerd. De eerste stappen zijn gezet met nieuwe nationale strategieën voor de opvang van migranten en voor niet-begeleide minderjarigen, en de regering heeft zich er ook toe verbonden aspecten van het rechtskader voor asiel te herzien met het oog op snellere verwerking en verhoging van het aantal gevallen van terugkeer. De moeilijke omstandigheden als gevolg van het toegenomen aantal aankomsten en het begin van de winter laten zien dat er dringend maatregelen moeten worden genomen. De Commissie en de betrokken EU-agentschappen bieden Griekenland alle mogelijke steun om de noodzakelijke werkzaamheden te bespoedigen.

    Griekenland is steeds steun blijven ontvangen in de vorm van EU-financiering, ten belope van een bedrag van meer dan 2,2 miljard EUR sinds 2015 14 . Daarvan werd 8 miljoen EUR in september 2019 uitgekeerd voor twee projecten voor de Internationale Organisatie voor Migratie ter verbetering van de bescherming en opvang van niet-begeleide minderjarigen en van de veiligheid op locaties op het vasteland. In het kader van het programma voor noodhulp voor integratie en accommodatie (ESTIA), dat door het vluchtelingenagentschap van de VN (UNHCR) wordt uitgevoerd, bleven in 2019 meer dan 25 000 asielzoekers en vluchtelingen huuraccomodatie krijgen en meer dan 72 000 personen een maandelijkse uitkering ontvangen. De EU heeft ook de werkzaamheden gefinancierd van de Internationale Organisatie voor Migratie en van het Internationale Kinderfonds van de Verenigde Naties om steun te verlenen in opvangfaciliteiten op het vasteland 15 . EU-agentschappen spelen een belangrijke rol, maar zowel het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken als het Europees Grens- en kustwachtagentschap kunnen alleen functioneren als de lidstaten deskundigen ter beschikking stellen. Omdat er niet voldoende deskundigen werden toegezegd, is er op het terrein sprake van een aanhoudend tekort, wat afbreuk doet aan de doeltreffendheid van operaties. Daarnaast ondersteunt de Commissie een aantal lopende programma’s die door de Griekse autoriteiten worden beheerd en die gericht zijn op het verhelpen van bestaande lacunes op het gebied van rechtsbijstand, medische zorg en vertolking, zowel op de eilanden als op het vasteland.

    Sinds 2014 is aan Cyprus bijna 100 miljoen EUR 16 aan EU-financiering verstrekt, waarvan meer dan 4 miljoen EUR aan noodhulp. Ook zijn er deskundigen van de lidstaten ingezet, en de verhoogde druk op Cyprus noopt ertoe meer van deze toezeggingen te doen. In samenwerking met de EU heeft Cyprus een breed actieplan ontwikkeld om de migratie doeltreffend te beheren. Dit plan wordt thans uitgevoerd met de financiële en operationele steun van de Commissie en de EU-agentschappen.

    De Commissie blijft activiteiten ondersteunen die tot tastbare solidariteit kunnen leiden, ook in het oostelijke Middellandse Zeegebied. Verzoeken om bijstand in de vorm van herplaatsing vanuit Cyprus en Griekenland vergen een tijdige reactie van de lidstaten. De Commissie zal deze inspanningen waar nodig blijven ondersteunen, onder meer door financiële steun uit de EU-begroting die beschikbaar kan worden gesteld aan lidstaten die vrijwillig tot herplaatsing overgaan 17 .

    ·Westelijke Balkanroute

    Sinds het begin van de crisis in 2015 is meer dan 141 miljoen EUR aan EU-steun verstrekt ter ondersteuning van de Westelijke Balkan om de vluchtelingen- en migratiecrisis rechtstreeks aan te pakken 18 . Steun is ook verleend in de vorm van expertise van EU-agentschappen en lidstaten, met name ten behoeve van de omzetting van EU-normen en -standaarden in het nationale migratiebeleid en de nationale rechtskaders. Er zijn 48 grenswachters ingezet in Servië en 146 in Noord-Macedonië. Dit heeft weliswaar bijgedragen tot versterking van de systemen voor migratie-, asiel- en grensbeheer, maar op nationaal bestuurlijk niveau blijft de capaciteit beperkt en wordt de uitdaging van nieuwe migratiestromen vaak maar met moeite het hoofd geboden.

    Bosnië en Herzegovina heeft te maken gehad met een aanzienlijke toename van het aantal aankomsten. Naar schatting zijn sinds januari 2018 meer dan 45 000 vluchtelingen en migranten het land binnengekomen. Dit heeft voor een serieuze uitdaging gezorgd; thans zijn er ongeveer 3 300 personen in officiële centra gehuisvest. Sinds 2018 werkt de Commissie samen met humanitaire partners en de autoriteiten om in de basisbehoeften van vluchtelingen en migranten te voorzien en het land te helpen zijn migratiebeheerscapaciteit te versterken. Daartoe heeft zij 34 miljoen EUR aan extra EU-financiering toegekend. Hiermee wordt steun verleend voor tijdelijke opvangcentra en toegang tot voedsel, basisvoorzieningen en bescherming voor de meest kwetsbaren, welke meer dan 3 500 mensen ten goede komt.

    Nu de winter nadert, moeten de autoriteiten van Bosnië en Herzegovina snel geschikte verblijfsaccomodatie vinden voor de vluchtelingen en migranten die in het land zijn gestrand. De EU is bereid te helpen bij de financiering van deze extra faciliteiten, mits deze voldoen aan de internationaal erkende normen, en bij de ondersteuning van de meest getroffen lokale gemeenschappen.

    ·Centrale Middellandse Zeeroute

    Libië en de noodtransitmechanismen

    De situatie in Libië blijft een belangrijk punt van zorg. De EU-maatregelen ter bescherming van binnenlandse ontheemden, vluchtelingen en migranten in Libië vonden plaats in het kader van de werkzaamheden van de taskforce van de Afrikaanse Unie, de Europese Unie en de Verenigde Naties. Na het uitbreken van het gewelddadig conflict in en rond Tripoli in april 2019 heeft de taskforce ertoe bijgedragen dat de evacuatie van vluchtelingen en migranten uit detentiecentra nabij de frontlinie werd versneld en dezen, waar mogelijk, werden geholpen om zich buiten Libië in veiligheid te stellen.

    Het conflict in en rond Tripoli leidde tot honderden doden en gewonden onder de burgerbevolking en meer dan 150 000 mensen werden gedwongen hun huis te verlaten. Sindsdien is er geen duurzaam staakt-het-vuren tot stand gekomen en ofschoon er stappen zijn gezet in de richting van een politieke oplossing, blijft de situatie onstabiel.

    Het conflict heeft een bijzondere impact gehad op migranten en vluchtelingen, en met name op bijna 3 300 personen in detentiefaciliteiten in door het conflict getroffen gebieden. Een van deze centra, het detentiecentrum van Tajoura, werd getroffen door luchtaanvallen, met meer dan 50 doden tot gevolg. Toen de 482 overgebleven vluchtelingen en migranten werden vrijgelaten, hebben zij hun toevlucht gezocht in de Gathering and Departure Facility van de UNHCR in Tripoli. Door de toename van het aantal aankomsten overschrijdt de faciliteit haar normale capaciteit en konden aanzienlijke aantallen kwetsbare personen niet vanuit de detentiecentra naar de faciliteit worden overgebracht.

    De uitgebreide samenwerkingsprogramma’s van de EU in Libië (goed voor in totaal 467 miljoen EUR) worden ondanks de veiligheidssituatie verder uitgevoerd, en in juli zijn door het EU-trustfonds voor Afrika nieuwe programma’s vastgesteld 19 . De EU-steun voor kwetsbare personen die getroffen zijn door het conflict, wordt sneller verleend. Daarbij gaat het zowel om bescherming als directe noodhulp, zoals medische bijstand of psychosociale bijstand, ook bij de Libische ontschepingspunten en detentiecentra, voor zover die toegankelijk zijn. Aan vluchtelingen en kwetsbare migranten is noodhulp verleend in de vorm van ongeveer 185 000 non-foodartikelen en hygiënekits alsook medische bijstand. Eind september kon een kernteam van de EU-missie voor bijstandsverlening inzake geïntegreerd grensbeheer in Libië, dat zijn activiteiten vanuit Tunis had voortgezet, terugkeren naar Tripoli.

    De evacuatie uit Libië is van levensbelang geweest. Sinds september 2017 zijn meer dan 4 000 mensen geëvacueerd. Ongeveer 3 000 daarvan zijn via het door de UNHCR gefinancierde noodtransitmechanisme (ETM) naar Niger geëvacueerd. Deze evacuaties via het ETM zijn ook aangevuld met rechtstreekse evacuaties naar Italië (808) en naar het Emergency Transit Centre in Roemenië (303). Van de personen die naar Niger zijn geëvacueerd, zijn er tot nu toe 1 856 hervestigd 20 . De Niger-faciliteit wordt nu aangevuld met een nieuw ETM in Rwanda en Rwanda heeft er vooralsnog mee ingestemd om op eender welk moment maximaal 500 personen op te vangen. In de afgelopen weken zijn bijna 200 mensen geëvacueerd naar Rwanda en voor de komende maanden staan meer evacuaties gepland. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een nieuw steunpakket van de EU voor het Rwandese ETM.

    Tegelijkertijd hebben de Nigerese autoriteiten het plafond voor de activiteiten in het kader van het ETM teruggebracht tot het vorige niveau, waardoor Niger voor de rest van dit jaar wellicht niet in staat is om nog meer geëvacueerde personen op te nemen. Een belangrijke grond voor deze stap is het trage tempo van de hervestigingen. Het is dan ook van het grootste belang dat de lidstaten op grotere schaal en sneller via de ETM’s hervestigen.

    Een andere belangrijke maatregel is de samenwerking van de EU op het gebied van vrijwillige terugkeer. De maatregelen die sinds november 2015 samen met de Internationale Organisatie voor Migratie zijn genomen, hebben een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de terugkeer van meer dan 49 000 migranten uit Libië 21 , en meer dan 76 000 repatrianten in hun land van herkomst bijstand na aankomst en voor re-integratie geboden. Deze werkzaamheden hebben ook bijgedragen tot de redding van meer dan 23 000 migranten in de Nigerese woestijn.

    Om deze aanhoudende problemen aan te pakken, heeft de taskforce van de Afrikaanse Unie, de Europese Unie en de Verenigde Naties in de marge van de Algemene Vergadering van de VN op politiek niveau vergaderd om de migranten- en vluchtelingensituatie in Libië te bespreken en daarbij een aantal gemeenschappelijke prioriteiten voor de volgende stappen vastgesteld 22 . Deze omvatten steun voor de ontheemden in Libië en voor de inspanningen van de Internationale Organisatie voor Migratie op het gebied van registratie, alsmede de ontwikkeling van verdere opties voor evacuatie en het handhaven van de druk om een einde te maken aan het huidige systeem van willekeurige detentie. Andere gebieden omvatten verbeterde re-integratiemaatregelen en voorlichting ter voorkoming van gevaarlijke reizen.

    Steun aan Italië en Malta

    Sinds 2014 heeft Italië van de EU bijna 1 miljard EUR aan financiering ontvangen voor asiel, migratie, veiligheid en grensbeheer 23 . De EU heeft in juli 2019 0,7 miljoen EUR aan noodhulp toegekend aan het Italiaanse ministerie van Binnenlandse Zaken en de UNHCR ter ondersteuning van de humanitaire evacuatie van ongeveer 450 personen uit Libië en Niger naar Italië. Een ander recent voorbeeld is een project van 30 miljoen EUR in vijf Italiaanse regio’s om de uitbuiting van arbeidsmigranten in de landbouw aan te pakken en de integratie van migranten op de reguliere arbeidsmarkt te helpen bevorderen. Steun is ook verleend via de expertise van EU-agentschappen en lidstaten: in 2019 zijn door het Europees Grens- en kustwachtagentschap in totaal 144 deskundigen en door het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken 180 deskundigen ingezet. Deze expertise blijft een essentieel onderdeel uitmaken van de bijdrage van de EU aan het migratiebeheer en de paraatheid inzake migratie in het centrale Middellandse Zeegebied en de lidstaten moeten het vereiste niveau van inzet handhaven.

    De financiële steun aan Malta is sinds 2014 opgelopen tot 105 miljoen euro 24 . De belangrijkste EU-steun aan Malta bestond in steun ter bevordering van de herplaatsing van ontscheepte migranten en vluchtelingen, en aan de Internationale Organisatie voor Migratie is bijna 0,5 miljoen EUR aan noodhulp verstrekt om Malta te helpen bij de herplaatsing van zo’n 500 personen.

    Tijdelijke regelingen voor ontscheping

    In het voortgangsverslag van de Commissie van maart werd gewezen op de noodzaak een meer gestructureerde tijdelijke oplossing te vinden inzake ontscheping na zoek- en reddingsoperaties.

    De gang van zaken in het centrale Middellandse Zeegebied rond ontscheping, onder meer via vaartuigen van ngo’s, heeft duidelijk aangetoond dat het noodzakelijk is Europese oplossingen te vinden voor een duurzame aanpak van het migratiebeheer, met solidariteit, gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en eerbiediging van de grondrechten als uitgangspunten. Op verzoek van de lidstaten heeft de Commissie het hele jaar door ad-hocherplaatsingsmaatregelen gecoördineerd. 25 Deze actieve coördinatie door de Commissie van maatregelen voor de fase na ontscheping heeft ook bijgedragen tot het vergemakkelijken van de ontscheping zelf. Bij deze inspanningen kon, onder coördinatie van de Commissie, worden aangesloten bij het streven naar solidariteit van de ontvangende lidstaten 26 , die vrijwillig aan deze regelingen deelnamen, maar ook gebruik worden gemaakt van de steun van EU-agentschappen, met name het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken. De EU heeft lidstaten ook financieel ondersteund bij ad-hocontschepingen en de invoering van passende procedures voor de verwerking en de herplaatsing van migranten.

    Tegelijkertijd heeft de Commissie de ontwikkeling van tijdelijke regelingen voor ontscheping actief aangemoedigd en ondersteund, in afwachting van de overeenkomst over een duurzaam systeem op lange termijn in het kader van de hervorming van het Europese asielstelsel. In juni werd een werkdocument van het voorzitterschap van de Raad gepresenteerd inzake richtsnoeren voor tijdelijke regelingen voor ontscheping, dat voortbouwde op de besprekingen die tussen de lidstaten hadden plaatsgevonden. Een reeks besprekingen die in juli in Helsinki en Parijs plaatsvonden, effenden de weg voor een ministeriële bijeenkomst op 23 september in Malta. Daarbij kwamen de ministers van Italië, Frankrijk, Malta en Duitsland bijeen in het bijzijn van het Finse voorzitterschap en de Commissie, en werden de contouren vastgesteld van een voorspelbare en structurele reeks regelingen. Dit werd vervolgens met alle lidstaten besproken tijdens de zitting van de Raad Binnenlandse Zaken van 8 oktober, waar de Commissie zoveel mogelijk lidstaten aanmoedigde om dit streven naar solidariteit te ondersteunen. Na constructieve besprekingen tussen de ministers heeft de Commissie een technische bespreking gehouden met de lidstaten die deelnemen aan de herplaatsing, teneinde de bestaande praktijken en workflows te bespreken die van toepassing zijn op de regelingen inzake vrijwillige herplaatsing die door de Commissie worden gecoördineerd en door de EU-agentschappen worden ondersteund. De Commissie blijft zich inzetten om met de lidstaten samen te werken aan een duurzame oplossing voor ontscheping na opsporing en redding in het Middellandse Zeegebied.

    Dergelijke tijdelijke regelingen tonen aan dat de lidstaten bereid zijn tot concrete solidariteit en kunnen als inspiratie dienen voor de aanpak van de stromen in andere delen van de Middellandse Zee.

    ·Westelijke Middellandse Zeeroute

    Steun aan Marokko 

    Marokko heeft als land van doorreis en bestemming de afgelopen jaren te kampen gehad met een zware migratiedruk. Om daar iets aan te doen, is het EU-budget voor samenwerking op het gebied van migratie verhoogd tot 238 miljoen EUR. Een deel van dat bedrag komt uit het EU-trustfonds voor Afrika. Deze steun, gepaard aan nauwe samenwerking met Spanje, heeft een belangrijke bijdrage geleverd tot de vermindering van het aantal aankomsten via het westelijke Middellandse Zeegebied. De irreguliere migratie werd aangepakt, criminele netwerken werden ontmanteld en kwetsbare personen werden ondersteund. De steun van de EU was gericht op versterking van de capaciteit van Marokko om de stromen op en vanuit zijn grondgebied te beheren, bijvoorbeeld via de nationale strategie van Marokko inzake migratie en asiel, en ging vergezeld van institutionele steun voor migratiebeheer, capaciteitsopbouw en grensbeheer. Kwetsbare migranten en vluchtelingen is bescherming en toegang tot rechtsbijstand verleend, met bijzondere aandacht voor de rechten van niet-begeleide minderjarigen; ook was er financiering voor vrijwillige terugkeer en re-integratie. Marokko is ook een belangrijke partner bij de ontwikkeling van legale migratie, en werkt aan proefprojecten waarbij de opleiding van geschoolde arbeidskrachten in het land kan worden afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt in de lidstaten. De ervaring die met de lopende programma’s wordt opgedaan, zal worden gebruikt bij de ontwikkeling van nieuwe programma’s in het kader van een bredere relatie op het gebied van migratievraagstukken op lange termijn.

    Op de in juni gehouden veertiende zitting van de Associatieraad EU–Marokko werd gesproken over mobiliteit en migratie, belangrijke gebieden voor toekomstige samenwerking. Dit was een belangrijke stap, die een nieuwe impuls kan geven aan de betrekkingen tussen Marokko en de EU. Bovendien heeft het verbeterde bilaterale klimaat geleid tot hervatting van de dialoog over migratie en mobiliteit in het kader van het mobiliteitspartnerschap. Deze dialoog is ondersteund met een reeks bijeenkomsten op hoog niveau en contacten tussen deskundigen, die de laatste tijd in zowel Brussel als Marokko hebben plaatsgevonden.

    Steun voor Spanje 

    Spanje is een van de belangrijkste begunstigden van de nationale programma’s in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie en het Fonds voor interne veiligheid: het heeft voor 2014–2020 een totale toewijzing van 737 miljoen EUR ontvangen. Tot de prioriteiten voor financiering behoren de versterking van het Asielbureau en het opvangstelsel, de integratie van buitenlanders, de inzet aan de grenzen van betere uitrusting en personele middelen, en terugkeeroperaties. Bovendien is sinds 2018 voor meer dan 42 miljoen EUR aan noodhulp verstrekt om de nationale autoriteiten te helpen de migratiestroom aan de zuidkust te beheren, onder andere met nieuwe lokale registratiecentra, om de Guardia Civil en de politie te versterken en om migranten bij aankomst steun te verlenen. Ook zijn in 2019 door het Europees Grens- en kustwachtagentschap 240 deskundigen ingezet.

    ·Aanpak van de dieperliggende oorzaken van irreguliere migratie

    Op de middellange tot lange termijn is het van essentieel belang om samen met de partnerlanden de weerbaarheid en stabiliteit te versterken, en banen en kansen te scheppen voor zowel migranten als vluchtelingen, maar ook voor de gastgemeenschappen.

    In Noord-Afrika zijn programma’s uitgevoerd om sociale infrastructuur en economische kansen te ontwikkelen. Zo hebben twee programma’s voor sociale stabilisatie in meer dan 50 gemeenten in Libië ertoe bijgedragen dat meer dan 1,7 miljoen mensen sneller toegang kregen tot basisdiensten, en zijn 2 500 jonge ondernemers geholpen met opleidingsprogramma’s op het gebied van werkgelegenheid. In Tunesië heeft de EU meer dan 200 miljoen EUR geïnvesteerd in programma’s ter ondersteuning van werkgelegenheid en economische ontwikkeling, waarbij ruim 60 000 jongeren microkredietleningen kregen, om de ontwikkeling van kleine ondernemingen te steunen. De totale steun die de EU in het kader van de bilaterale samenwerking met Marokko sinds 2014 heeft verleend, bedraagt inmiddels 1 miljard euro, waarmee de werkgelegenheid en het ondernemingsklimaat worden ondersteund 27 .

    In de Hoorn van Afrika en de regio Sahel en Tsjaadmeer ligt de nadruk op het ondersteunen van economische en werkgelegenheidskansen, alsook op de weerbaarheid van gemeenschappen, governance en beter migratiebeheer. Wat de regio Sahel en Tsjaadmeer betreft, is bijzondere aandacht besteed aan veiligheid en de bestrijding van mensensmokkel. In de Hoorn van Afrika zijn de programma’s in veel gevallen gericht op de grote aantallen vluchtelingen en binnenlands ontheemden in de regio; in mei 2019 werden nieuwe programma’s goedgekeurd, onder meer op het gebied van steun voor gezondheidszorg en onderwijs in Zuid-Sudan en steun voor kwetsbare gemeenschappen en ontheemde bevolkingsgroepen in Sudan, Ethiopië en het gebied van de Grote Meren.

    Een voorbeeld van het optreden in Azië is een aanvullend programma van 27 miljoen EUR om Afghanistan te helpen economische kansen te creëren in steden met een grote instroom van ontheemden.

    Het EU-plan voor externe investeringen zal verdere steun verlenen ten behoeve van bestaansmiddelen en economieën in sub-Saharaans Afrika en de buurlanden van de EU, om zo ook de dieperliggende oorzaken van irreguliere migratie aan te pakken. Tot nog toe is in het kader van het plan goedkeuring verleend voor meer dan 4 miljard EUR: 1,54 miljard EUR voor 28 garantieprogramma’s en 2,6 miljard EUR voor 121 goedgekeurde blendingprojecten 28 . De garanties zouden tot 17,5 miljard EUR aan investeringen moeten vrijmaken voor zaken als de toegang tot financiering voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, energie en connectiviteit, steden, landbouw en de digitale sector. Verwacht wordt dat de goedgekeurde blendingprojecten bijna 24 miljard EUR zullen vrijmaken, en dat het plan tegen 2020 naar verwachting zal voldoen aan de doelstelling om investeringen van in totaal meer dan 44 miljard EUR aan te trekken.

    EU-trustfonds voor Afrika

    Sinds de oprichting ervan in 2015 zijn met het trustfonds levensreddende evacuaties ondersteund, is het migratiebeheer verbeterd, zijn netwerken van mensensmokkelaars aangepakt en is gestreefd naar oplossingen voor de dieperliggende oorzaken van irreguliere migratie in 26 Afrikaanse landen. Het fonds beschikt over in totaal zo’n 4,5 miljard EUR, waarvan circa 4 miljard EUR afkomstig is uit EU-fondsen en 528 miljoen EUR uit lidstaten, Zwitserland en Noorwegen. Het trustfonds is een flexibel instrument gebleken, dat een snelle reactie op nieuwe behoeften mogelijk heeft gemaakt. Tot nu zijn er 210 programma’s goedgekeurd.

    De belangrijkste acties die tot op heden door het trustfonds zijn ondersteund, zijn onder meer:

       hulp aan mensen om Libië te verlaten: er is tot dusver bijgedragen aan de vrijwillige begeleide terugkeer van zo’n 49 000 personen en de evacuatie van ruim 4 000 personen;

       ondersteuning van de inspanningen van Libië, Marokko en Tunesië om irreguliere migratie het hoofd te bieden en mensenhandel en migrantensmokkel te bestrijden;

       hulp aan 25 000 personen in Gambia via een programma voor o.a. sociale cohesie en werkgelegenheid op het gebied van hernieuwbare energie, ecotoerisme en moderne landbouw;

       hulp bij het moderniseren van het systeem voor bevolkingsregistratie en de invoering van een beveiligd nationaal bevolkingsregistratiesysteem in Ivoorkust, waarover momenteel wordt overlegd met de autoriteiten;

       steun in de Hoorn van Afrika die vooral gericht is op het bieden van voedselzekerheid (meer dan 300 000 mensen krijgen steun voor het onderhoud van de veestapel) en het bevorderen van de werkgelegenheid (versterking van de beroepsvaardigheden van meer dan 30 000 mensen door middel van opleiding);

       aanvulling van het salaris van meer dan 28 000 basisschoolonderwijzers op bijna 2 500 scholen in Zuid-Sudan, om hen aan te moedigen in dienst te blijven en meer lesuren te geven en er zo toe bij te dragen dat de kinderen naar school blijven gaan.

    Het trustfonds heeft het dus mogelijk gemaakt aan een groot aantal basisbehoeften te voldoen. De middelen voor de drie programmaonderdelen (Noord-Afrika, Hoorn van Afrika, Sahel en Tsjaadmeer) zullen tegen het einde van dit jaar uitgeput gaan raken. Om deze cruciale programma’s te kunnen voortzetten, is het daarom essentieel dat het Trustfonds weer wordt aangevuld voor 2020. Daarvoor zijn ook bijdragen van de lidstaten nodig, en de Commissie zal daarom de exacte behoeften vaststellen.

    ·Inspanningen van de EU voor hulp aan vluchtelingen en migranten overal ter wereld

    De steun aan vluchtelingen, migranten en binnenlands ontheemden behoort tot de belangrijkste resultaten van het EU-optreden op humanitair en ontwikkelingsgebied wereldwijd. Daarbij wordt dringende hulp geboden, solidariteit betoond met de inspanningen van de opvanglanden en gezorgd voor meer stabiliteit van de migratiestromen. Naast de activiteiten in Turkije zijn er wereldwijd tal van voorbeelden te noemen van de hulp waarmee de EU vluchtelingen snel en rechtstreeks steun verleent.

    De crisis in Venezuela heeft geleid tot enorme aantallen ontheemden: meer dan 4 miljoen mensen hebben tot nog toe het land verlaten. De EU heeft bijna 150 miljoen EUR vrijgemaakt voor maatregelen binnen en buiten Venezuela. De noodhulp heeft in de regio meer dan 1,3 miljoen mensen bereikt, waarbij extra steun is verleend voor capaciteitsopbouw in de gastlanden en voor onderwijs. In oktober 2019 wordt in Brussel een conferentie gehouden, die de internationale gemeenschap de mogelijkheid zal bieden verdere steun te verlenen aan landen in de regio waar Venezolaanse vluchtelingen worden opgevangen 29 .

    De Hoorn van Afrika herbergt een vijfde van alle vluchtelingen en ontheemden in de wereld en heeft de afgelopen jaren veel EU-steun ontvangen. Nieuwe projecten dit jaar zijn o.a. steun aan vluchtelingen in Ethiopië, Sudan en Zuid-Sudan en meer dan 67 miljoen EUR aan rechtstreekse humanitaire hulp.

    In augustus 2019 was het twee jaar geleden dat de massale uitstroom van Rohingya-vluchtelingen vanuit Myanmar naar Bangladesh op gang kwam. De bijna één miljoen Rohingya-vluchtelingen in Bangladesh zijn volledig aangewezen op internationale hulp. De EU heeft voor de slachtoffers van deze crisis sinds 2017 al bijna 140 miljoen EUR uitgegeven, waarbij de nadruk ligt op de basisbehoeften van vluchtelingen en de gastgemeenschappen. In dit verband wordt steeds meer een ontwikkelingsaanpak gevolgd en wordt ook rekening wordt gehouden met de specifieke risico’s van natuurrampen.

    4.BESTRIJDING VAN MENSENSMOKKEL, STIMULERING VAN TERUGKEER EN OVERNAME

    ·Bestrijding van migrantensmokkel

    De uitvoering van het EU-actieplan tegen migrantensmokkel en de aanvullende operationele maatregelen die de Raad in december 2018 heeft vastgesteld, heeft nog steeds een effect op de migrantensmokkel, zowel binnen als buiten de EU 30 .

    Het Europees Centrum tegen migrantensmokkel van Europol fungeert nu als doeltreffend knooppunt voor actie. De belangrijkste taak ervan is de ondersteuning van politie- en grensautoriteiten bij de coördinatie van zeer complexe grensoverschrijdende operaties ter bestrijding van smokkel. Daarnaast is er sinds juli 2019 een gezamenlijke verbindingstaskforce voor de bestrijding van migrantensmokkel en mensenhandel. Verbindingsfunctionarissen uit de EU-lidstaten kunnen daardoor nog nauwer samenwerken bij gemeenschappelijke onderzoeken. In de eerste negen maanden van 2019 heeft het Centrum zeven gezamenlijke en gemeenschappelijke actiedagen ondersteund, die tot 474 arrestaties en 75 prioritaire strafzaken hebben geleid. Er worden ook gemeenschappelijke opleidingscurricula ontwikkeld door het EU-agentschap voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving. Op 1 oktober 2019 vond de tweede bijeenkomst van de diensten van de Commissie met maatschappelijke organisaties plaats. Er werd gesproken over de praktische uitvoering van de EU-wetgeving op het gebied van migrantensmokkel 31 .

    Nauwe samenwerking met derde landen blijft van cruciaal belang om migrantensmokkel te voorkomen. Tot de maatregelen op dit gebied behoren voorlichtings- en bewustmakingscampagnes, die tot nu toe met meer dan 27 miljoen EUR zijn ondersteund en waarvoor er binnenkort een nieuw programma komt 32 . Diasporagemeenschappen, zoals de Senegalese diaspora die in verschillende EU-lidstaten te vinden is, zijn ook betrokken geweest bij deze werkzaamheden 33 . Er is een speciale werkgroep voor informatie- en bewustmakingscampagnes opgericht in het kader van het Europees Migratienetwerk, waarbinnen de lidstaten, de EU-instellingen en internationale organisaties beste praktijken uitwisselen en voor nauwere coördinatie zorgen.

    Als aanvulling hierop wordt op het gebied van rechtshandhaving samengewerkt door middel van gemeenschappelijke operationele partnerschappen om de netwerken van migrantensmokkelaars aan te pakken. In Niger heeft een gezamenlijk onderzoeksteam, waarin de Nigerese, de Franse en de Spaanse autoriteiten samenwerken, tot nog toe tot 202 rechtszaken geleid. In Senegal en Guinee gaan binnenkort twee projecten van start die betrekking hebben op zowel migrantensmokkel als mensenhandel. In Senegal ligt de nadruk op de samenwerking tussen ministeries en agentschappen. In Guinee wordt in het kader van het project ook aandacht besteed aan grensbeheer en reisdocumenten. Een andere belangrijke maatregel is de samenwerking van de EU met het Bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC). Onlangs is in het kader van het EU-trustfonds voor Afrika een regionaal programma gelanceerd dat moet bijdragen tot de ontmanteling van criminele netwerken die in Noord-Afrika opereren en betrokken zijn bij zowel migrantensmokkel als mensenhandel.

    Het aanpakken van migrantensmokkel is ook een essentieel onderdeel van de werkzaamheden van missies en operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, zoals operatie Sophia (EUNAVFOR MED) en de EU-missie voor bijstandsverlening inzake geïntegreerd grensbeheer in Libië (EUBAM Libië). De criminaliteitsinformatiecel van operatie Sophia is bijzonder nuttig gebleken voor de ontwikkeling van een gezamenlijk operationeel bewustzijn bij de betrokken EU-agentschappen en operatie Sophia zelf. Hoewel de verdere verlenging van het mandaat van de operatie tot en met 31 maart 2020 moet worden toegejuicht, heeft de huidige tijdelijke opschorting sinds maart 2019 van de inzet van de maritieme middelen van de operatie negatieve gevolgen gehad voor het vermogen van de operatie om haar mandaat in al zijn aspecten te vervullen. EUBAM Libië werkt samen met het gerechtelijke apparaat en de justitiële coördinatie-instanties in Libië, en is met name gericht op de noodzaak om de grenzen onder controle te houden, teneinde de activiteiten van georganiseerde criminele netwerken, waaronder migrantensmokkelaars, te ontwrichten.

    ·Terugkeer en overname

    Volgens de aan Eurostat gemelde gegevens hebben 478 155 personen die illegaal in de EU verbleven, in 2018 het bevel gekregen te vertrekken, en zijn 170 380 personen daadwerkelijk teruggestuurd naar een derde land. Het percentage terugkeerders was in 2018 dus 36%, wat een lichte daling is ten opzichte van 2017 (het percentage was toen 37%) 34 , 35 . Tegen de burgers van sommige landen is een aanzienlijk aantal terugkeerbesluiten uitgevaardigd 36 , terwijl het percentage terugkeerders zeer laag ligt, zoals 1,7% voor Mali en 2,8% voor Guinee.

    Meer inspanningen nodig op het gebied van terugkeer en overname

    De 23 van kracht zijnde overnameovereenkomsten en regelingen 37 (ondersteund met door de EU gefinancierde instrumenten voor casemanagement, projecten voor capaciteitsopbouw voor derde landen en uitwisseling van verbindingsfunctionarissen) bieden voordelen in de vorm van betere medewerking en effectievere operationele stromen. In het kader van de ontwikkeling van de betrekkingen met de partners worden de mogelijkheden onderzocht om meer overeenkomsten en regelingen tot stand te brengen. De resultaten blijven echter teleurstellend wat betreft het aantal teruggekeerde personen.

    Om het aantal terugkeerders te vergroten, moeten zowel in de lidstaten als met derde landen extra inspanningen worden geleverd. Allereerst moeten de terugkeerstelsels van de lidstaten zodanig worden aangepast, dat verzekerd is dat personen ten aanzien van wie een terugkeerbesluit wordt uitgevaardigd, daadwerkelijk kunnen worden teruggestuurd. Belangrijk is onder meer dat tijdens de gehele terugkeerprocedure actief toezicht wordt gehouden op de situatie van de betrokken derdelander en diens naleving van de terugkeerplicht, zulks om onderduiken en secundaire bewegingen te voorkomen; daarnaast moet meer hulp worden geboden aan derdelanders die bereid zijn vrijwillig te vertrekken. Verder is het noodzakelijk dat de onderhandelingen over de herschikte terugkeerrichtlijn 38 , die ver gevorderd zijn en waarover de Raad op 7 juni 2019 een partiële algemene oriëntatie heeft aangenomen, worden afgerond. Het Europees Parlement heeft tijdens de zittingsperiode 2014–2019 geen standpunt over dit dossier ingenomen. In afwachting van de goedkeuring van de herschikking kunnen de lidstaten hun prestaties inzake terugkeer en overname echter reeds verbeteren door gevolg te geven aan het door de Commissie in 2017 gepresenteerde vernieuwde actieplan inzake terugkeer 39 .

    Vervolgens moeten de lidstaten ten volle gebruikmaken van de overnameovereenkomsten en alle instrumenten die zijn ingevoerd. De Commissie zal de lidstaten steun blijven bieden bij de uitvoering van terugkeerovereenkomsten en de onderhandelingen over verdere instrumenten voortzetten, wanneer het optreden op EU-niveau een meerwaarde oplevert.

    Zowel bij de onderhandelingen over als bij de uitvoering van overnameovereenkomsten is vereist dat krachtig en consistent duidelijk wordt gemaakt dat de EU en de lidstaten van het betrokken derde land medewerking verwachten. Dit kan betekenen dat meer druk moet worden uitgeoefend via het beleid. In dit verband is de herziene Visumcode van de EU, die in februari 2020 van kracht wordt, een belangrijk aanvullend instrument, dat de EU de mogelijkheid zal bieden restrictieve visummaatregelen vast te stellen ten aanzien van derde landen die onvoldoende meewerken op het gebied van overname. Ook op andere beleidsterreinen moet per geval naar extra stimulansen en hefbomen worden gezocht.

    Het is ook essentieel om het uitgebreide mandaat van het Europees Grens- en kustwachtagentschap op het gebied van terugkeer volledig operationeel te maken 40 . In combinatie met de aanzienlijke versterking van het agentschap moet de vergroting van de capaciteit ervan op het gebied van terugkeer, waardoor de ondersteuning van de activiteiten van de lidstaten verder wordt uitgebreid met een pool van waarnemers, begeleiders en terugkeerspecialisten, de komende jaren helpen het terugkeerbeleid van de EU doeltreffender te maken. Dit zal ook een van de taken zijn van het nieuwe Europese netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen 41 .

    5.VERSTERKT BEHEER VAN DE BUITENGRENZEN

    Sinds 2016 werkt de Commissie samen met het Europees Grens- en kustwachtagentschap en de lidstaten aan de tenuitvoerlegging van de verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht om tot een Europees geïntegreerd grensbeheer te komen. Het Europees geïntegreerd grensbeheer is namelijk een gedeelde verantwoordelijkheid van het agentschap en de nationale autoriteiten. Een belangrijk aspect daarbij zijn de inspanningen van het nieuwe agentschap om te garanderen dat de normen van de Unie voor grensbeheer aan alle buitengrenzen worden gehandhaafd. Daartoe is onder meer een klachtenmechanisme opgezet, dat door een onafhankelijke grondrechtenfunctionaris wordt beheerd.

    Het Europees Grens- en kustwachtagentschap vervult momenteel een spilfunctie in het kader van de ondersteuning die de EU aan de lidstaten verleent bij het beschermen van de buitengrenzen. Wat de praktische respons betreft, zijn een snel inzetbare pool van 1 500 grenswachters en andere relevante personeelsleden alsook een pool van snel inzetbare uitrusting opgezet. Hierop kan een beroep worden gedaan als er zich aan de buitengrenzen van een EU-lidstaat een noodsituatie voordoet. Het agentschap is ook operationele bijstand blijven verlenen aan de lidstaten langs de belangrijkste migratieroutes, zowel aan de zeebuitengrenzen als aan de landbuitengrenzen. Daarbij ging het ook om bijstand bij terugkeer. Medio oktober 2019 waren, behalve uitrusting 42 , in totaal bijna 1 400 grenswachters en andere deskundigen ingezet. Daarnaast maakt het agentschap, om de bewaking van EU-grenzen te ondersteunen, sinds 2016 ook gebruik van observaties vanuit de ruimte in het kader van het Copernicusprogramma.

    Verder is het agentschap belast met het uitvoeren van jaarlijkse kwetsbaarheidsbeoordelingen, waarbij wordt nagegaan in hoeverre de lidstaten in staat zijn en klaar staan om het hoofd te bieden aan bedreigingen en problemen aan de buitengrenzen. Die beoordelingen betreffen onder meer het materieel, de infrastructuur, de begroting en de financiële middelen van de lidstaten alsook hun noodplannen voor de aanpak van eventuele crises aan de buitengrenzen. Het agentschap doet aanbevelingen met betrekking tot de grenscontrolecapaciteit van de lidstaten. Daartoe heeft het agentschap in 2017, 2018 en 2019 voor alle lidstaten dergelijke beoordelingen verricht en concrete maatregelen aanbevolen in verband met de kwetsbare punten die in 131 gevallen werden vastgesteld. De betrokken lidstaten werd verzocht om ter beperking van die kwetsbare punten passende maatregelen te nemen en onder meer hun respectieve capaciteiten te vergroten of de inzet en het gebruik van personele middelen en uitrusting aan te passen. Het agentschap volgt de uitvoering van deze aanbevelingen op de voet. 

    Een ander belangrijk aspect van de verordening van 2016 bestond erin de verwerking mogelijk te maken van persoonsgegevens die het agentschap verzamelt voor risicoanalyse en doorgifte aan de EU-agentschappen en de lidstaten 43 . Ten slotte heeft het Europees Grens- en kustwachtagentschap ook steun verleend aan derde landen en bijgedragen aan de doorverwijzing van onderdanen van derde landen die internationale bescherming nodig hebben, waarbij het steeds de interne veiligheid van de EU heeft gewaarborgd.

    De Commissie heeft met vijf landen van de Westelijke Balkan onderhandeld over statusovereenkomsten die de inzet van personeel met uitvoerende bevoegdheden op hun grondgebied mogelijk moeten maken. De overeenkomst met Albanië is op 1 mei 2019 in werking getreden, waarna al snel grenswachtteams zijn ingezet aan de Albanees-Griekse grens. De overeenkomst met Montenegro is op 7 oktober ondertekend en moet nu door het Europees Parlement worden goedgekeurd. Verder zijn overeenkomsten geparafeerd met Noord-Macedonië (juli 2018), Servië (september 2018) en Bosnië en Herzegovina (januari 2019); deze moeten nu worden ondertekend.

    In maart 2019 hebben het Europees Parlement en de Raad een akkoord bereikt over een versterkte en volledig uitgeruste Europese grens- en kustwacht en de nieuwe verordening zal naar verwachting begin december 2019 in werking treden. Belangrijke operationele vernieuwingen zijn de oprichting van het permanente korps van 10 000 operationele personeelsleden met uitvoerende bevoegdheden en de ontwikkeling van de eigen pool met uitrusting van het agentschap. Het nut van de nieuwe wetgeving wordt nog eens onderstreept door de voortdurende moeilijkheden om voldoende ondersteuning van de lidstaten te regelen wanneer het agentschap vraagt om deskundigheid ter beschikking te stellen voor essentiële operaties aan de grenzen van onder meer Griekenland, Spanje en Bulgarije. Doordat de lidstaten keer op keer onvoldoende toezeggingen doen, moeten de gastlidstaten personele middelen en technische uitrusting intern herschikken, met financiering van het agentschap. Dit kan de feitelijke tekorten tijdelijk compenseren, maar strookt niet met de gedeelde verantwoordelijkheid die de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten en het agentschap dragen met betrekking tot de doeltreffende bescherming van de buitengrenzen.

    Het agentschap zal ook een krachtiger mandaat krijgen op het gebied van terugkeer en nauwer gaan samenwerken met niet-EU-landen, met inbegrip van landen buiten de onmiddellijke nabijheid van de EU. Deze versterking brengt het agentschap op het ambitieniveau dat geschikt is voor het aanpakken van de gemeenschappelijke uitdagingen voor Europa op het gebied van migratie- en buitengrensbeheer.

    Na de vaststelling van de regels inzake de interoperabiliteit van informatiesystemen en belangrijke nieuwe informatiesystemen 44 wordt nu een aantal instrumenten voor versterkte grenscontrole ontwikkeld. Deze instrumenten zullen informatielacunes opvullen en blinde vlekken wegnemen door meervoudige identiteiten te helpen opsporen en identiteitsfraude tegen te gaan. De Commissie ondersteunt de lidstaten bij de uitvoering, om te waarborgen dat de volledige interoperabiliteit van EU-informatiesystemen op het gebied van veiligheid en grens- en migratiebeheer eind 2020 een stuk dichterbij is. Het is nu zaak dat het Europees Parlement en de Raad vlot overeenstemming bereiken over alle gerelateerde wetgeving, zodat er een doeltreffend systeem tot stand kan worden gebracht dat de informatielacunes opvult en een optimaal gebruik van deze belangrijke instrumenten waarborgt. Daartoe moeten ook de onderhandelingen over de herziening van het Visuminformatiesysteem, Eurodac en de daarmee samenhangende wijzigingen in het Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie worden afgerond.

    6.RECHTSKADER, HERVESTIGING, VISA EN LEGALE MIGRATIEMOGELIJKHEDEN

    Een van de duidelijkste lessen van de crisis van 2015 is dat er een hervormd gemeenschappelijk Europees asielstelsel nodig is en er met name een betere manier moet worden gevonden om bij een massale toestroom de verantwoordelijkheid voor asielverzoeken toe te wijzen aan de lidstaat van eerste binnenkomst. Bij de besprekingen over het voorstel tot hervorming van het Dublinsysteem, dat in 2016 is gepresenteerd met nog zes andere voorstellen 45 tot wijziging van de asielwetgeving, is gekeken naar de verschillende manieren waarop de lidstaten in geval van nood blijk zouden kunnen geven van solidariteit. Voor vijf van de zeven voorstellen is een voorlopig akkoord aanzienlijk dichterbij gekomen. Een meerderheid van de lidstaten geeft er echter de voorkeur aan het pakket als een geheel te behandelen. Er moet nu dus een oplossing worden gevonden voor de belangrijkste elementen van de Dublinverordening en de verordening asielprocedures. Het Europees Parlement heeft een volledige reeks mandaten vastgesteld.

    Hervestiging biedt vluchtelingen een veilig en legaal alternatief voor gevaarlijke, irreguliere reizen. Het is een blijk van Europese solidariteit met derde landen die grote aantallen voor oorlog of vervolging gevluchte personen opvangen. Totdat het voorgestelde Uniekader voor hervestiging is vastgesteld, blijven tijdelijke regelingen van kracht. Sinds 2015 zijn bijna 63 000 vluchtelingen hervestigd. In het kader van de huidige EU-regeling voor hervestiging hebben 20 lidstaten 50 000 plaatsen toegezegd voor degenen die daaraan het meest behoefte hebben. Op 7 oktober 2019 waren 39 000 personen hervestigd (78 % van het toegezegde totaal). De lidstaten moeten het momentum vasthouden en ervoor zorgen dat de andere plaatsen die zijn toegezegd ook worden benut voordat de regeling aan het einde van het jaar afloopt. Naar aanleiding van de oproep van de Commissie om in 2020 door te gaan met hervestiging hebben de lidstaten voor dat jaar al circa 30 000 hervestigingsplaatsen toegezegd. Hieruit blijkt dat de lidstaten willen vasthouden aan hervestiging als een veilige en legale mogelijkheid om naar de EU te komen.

    Turkije, Libanon en Jordanië blijven de drie landen waaruit de meeste mensen worden hervestigd naar Europa. Ook zijn er inspanningen gericht op landen op de route door het centrale Middellandse Zeegebied, zoals met name Egypte, Niger/Libië en Tsjaad. De hervestigingen in het kader van de noodtransitmechanismen in Niger en Rwanda moeten bijzondere prioriteit krijgen.

    Met de onlangs herziene Visumcode is de in maart 2018 door de Commissie gestarte hervorming van de regels inzake Schengenvisa afgerond. Hierdoor is de afgifte van een visum aan bonafide reizigers of voor een kort verblijf vereenvoudigd, terwijl de beveiligingsnormen zijn verscherpt en irreguliere migratie wordt teruggedrongen. Een vlot akkoord tussen het Europees Parlement en de Raad over het voorstel van de Commissie om het Visuminformatiesysteem te moderniseren, zou dit vervolledigen 46 .

    De beleidsmaatregelen en -instrumenten voor legale migratie – en met name die voor het aantrekken van talent van buiten de EU – zijn de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Dit heeft een reëel effect gehad: mede door de in 2016 doorgevoerde hervorming van de immigratieregels voor studenten, wetenschappers, stagiairs en vrijwilligers is het aantal onderdanen van derde landen dat naar de EU komt voor studie gestegen van iets minder dan 200 000 in 2011 tot 320 000 in 2018 47 . De onderhandelingen over de hervorming die is voorgesteld om de Europese blauwe kaart aantrekkelijker te maken en het concurrentievermogen van de EU te vergroten, zijn helaas vastgelopen. Tegelijkertijd is het kader voor legale migratie op EU-niveau als geheel aan een brede evaluatie (geschiktheidscontrole) onderworpen 48 . De resultaten zullen worden meegenomen in de lopende discussie over de volgende stappen.

    Voorts is concrete vooruitgang op dit gebied verzekerd door de ontwikkeling van proefprojecten op het gebied van legale migratie. Deze projecten worden gezamenlijk door de lidstaten en belangrijke partnerlanden van herkomst en doorreis ontwikkeld, met ondersteuning van de Commissie. Zij hebben ten doel nieuwe vaardigheden voor onderdanen van derde landen af te stemmen op de behoeften op de arbeidsmarkt in de EU. Vijf proefprojecten inzake legale migratie worden momenteel met EU-financiering ten uitvoer gelegd. Het gaat daarbij om regelingen inzake circulaire en langetermijnmobiliteit voor pas afgestudeerden en werknemers uit geselecteerde partnerlanden (Egypte, Marokko, Nigeria en Tunesië). Deze proefprojecten kunnen niet alleen rechtstreeks voordelen opleveren voor derde landen en de migranten zelf, maar de partnerlanden ook verder stimuleren om zich in te zetten voor doeltreffend migratiebeheer. De Commissie blijft de lidstaten dan ook aansporen om proefprojecten te blijven ontwikkelen. Daarbij zal de geografische focus niet langer beperkt zijn tot Noord-Afrika.

    De Commissie heeft haar steun aan de lidstaten en alle relevante belanghebbenden op het gebied van integratie aanzienlijk uitgebreid door middel van financiering, beleidscoördinatie en bevordering van de uitwisseling van ervaringen en praktijken. Sinds de start van het actieplan voor integratie in 2016 is een breed scala aan acties opgezet op verschillende gebieden: onderwijs, integratie op de arbeidsmarkt, het vergemakkelijken van de toegang tot basisdiensten en het bevorderen van participatie. Op het gebied van integratie op de arbeidsmarkt heeft de Commissie een instrument voor het opstellen van vaardigheidsprofielen voor onderdanen van derde landen ontwikkeld 49 . Ook heeft zij nauw samengewerkt met sociale en economische partners om uitvoering te geven aan het Europees Partnerschap voor integratie, dat de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt moet verbeteren 50 . Daartoe zijn meerdere acties en initiatieven georganiseerd in een groot aantal lidstaten. Voorts heeft de Commissie samengewerkt met de particuliere sector in het kader van het initiatief “Employers together for Integration” 51 .

    De Commissie heeft ook haar steun uitgebreid aan lokale en regionale overheden, die wat betreft de sociale integratie van migranten de eerst linie vormen. Onlangs zijn acht grote netwerken van steden en regio’s opgezet ter bevordering van integratie. Voorts heeft de Commissie haar krachten gebundeld met die van het Comité van de Regio’s, dat het initiatief “ Steden en regio’s voor de integratie van migranten ” in het leven heeft geroepen. Het gaat om een forum waarop Europese burgemeesters en regionale leiders positieve voorbeelden kunnen uitwisselen. Ook heeft de Commissie haar ondersteuning door middel van het Europees integratienetwerk opgevoerd door drie projecten voor wederzijdse bijstand te starten. Deze moeten bevorderen dat de lidstaten elkaar stimuleren om nieuwe integratiebeleidsmaatregelen of -programma’s in te voeren.

    7.CONCLUSIE

    Dit verslag schetst de ononderbroken inspanningen die de EU sinds het begin van de migratiecrisis in 2015 heeft geleverd. Niet alleen is de EU erin geslaagd de stromen in goede banen te leiden, het aantal aankomsten terug te dringen en levens te redden, maar met haar brede aanpak heeft zij ook nieuwe instrumenten ingevoerd en blijk gegeven van solidariteit en verantwoordelijkheid door praktische ondersteuning te bieden. De EU blijft migranten en vluchtelingen bescherming bieden, hulp bieden aan de lidstaten waar de druk het hoogst is, werken aan een sterke buitengrens en nauw samenwerken met partners overal ter wereld. Door al deze werkzaamheden zijn de fundamenten van het migratiebeleid van de EU nu veel sterker dan vóór het uitbreken van de crisis in 2015.

    De EU heeft een onontbeerlijke bijdrage geleverd aan het aanpakken van de migratieproblematiek. De operationele steun die de lidstaten met name door het Europees Grens- en kustwachtagentschap, het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken en Europol wordt verleend, is van essentieel belang voor de grensbeveiliging en terugkeer, het beheer van migratie en asiel, en de bestrijding van migrantensmokkel. Het is een tastbare vorm van solidariteit waarin Europese en nationale inspanningen samenkomen en die het vertrouwen bevordert. Het is dan ook van wezenlijk belang dat de lidstaten voorkomen dat er te weinig deskundigen beschikbaar worden gesteld voor het werk van de agentschappen.

    Financiering is een belangrijk instrument, voor zowel het beleid als de solidariteit van de EU. Dit blijkt ook uit de voorstellen van de Commissie voor het volgend meerjarig financieel kader. Daarin wordt namelijk voorgesteld om de financiering voor migratie en grensbeheer binnen de EU bijna te verdrievoudigen. Ook wordt een nieuw gecombineerd instrument voor externe financiering voorgesteld, dat een tiende van de uitgaven voor migratiebeheer moet dekken, en dat tevens een flexibele reserve zou omvatten die in geval van nieuwe behoeften zou kunnen worden gemobiliseerd. Voldoende EU-financiering blijft essentieel, zowel om de onmiddellijke humanitaire nood te lenigen als om op de langere termijn een krachtiger migratie-infrastructuur op te bouwen. Nu de EU binnenkort aan een nieuwe meerjarige financieringsperiode begint, is het ook van belang voor praktische continuïteit te zorgen. Voorkomen moet worden dat de tot nu toe geboekte vooruitgang verloren gaat, zeker waar het gaat om de resultaten die zijn behaald met cruciale programma’s in het kader van de trustfondsen. Het is dan ook zaak dat het EU-Trustfonds voor Afrika in 2020 weer wordt aangevuld.

    Nog steeds komen er echter mensen om op zee en de ad-hocmaatoplossingen zijn duidelijk onhoudbaar. Het risico dat de migratiedruk oploopt blijft bestaan, zowel door instabiliteit op de korte termijn als door demografische en klimatologische veranderingen. Geschikte legale mogelijkheden en integratie blijven een uitdaging. Verder moet er meer werk worden gemaakt van terugkeer, overname en re-integratie van personen die geen bescherming behoeven. Het is dan ook nog steeds van het hoogste belang dat er een duurzaam EU-systeem voor de lange termijn van de grond komt, voor een beter beheer van migratie in al haar aspecten. Dit vereist dat de tot dusverre verrichte werkzaamheden worden voortgezet wat betreft operationele en financiële ondersteuning, het afronden en uitvoeren van het wetgevingskader en het verdiepen van de partnerschappen met derde landen. Het vervolgtraject, en met name de wetgevingshervorming, moet gebaseerd zijn op meer solidariteit en compromisbereidheid van alle partijen.

    Hoewel het van cruciaal belang is dat er tijdelijke regelingen voor ontscheping worden ingevoerd en dat een voldoende aantal lidstaten bereid is om daaraan deel te nemen, moet er ook vaart worden gezet achter de werkzaamheden om tot een volledig en duurzaam EU-rechtskader voor migratie en asiel te komen. Er is enige vooruitgang geboekt, maar de brede hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel is nog steeds gaande. De totstandbrenging van een duurzaam asielstelsel vergt een gemeenschappelijke aanpak. Alleen zo kan de EU in de toekomst doeltreffend optreden, op een manier die strookt met onze waarden.

    Migratie heeft in de betrekkingen die de EU onderhoudt met haar partners aan prioriteit gewonnen en staat ook meer in de belangstelling van de burgers van de EU. Het is nu zaak migratie ten volle te integreren in hechtere partnerschappen met derde landen, zodat het beleid ter zake volwaardig deel gaat uitmaken van langdurige betrekkingen waarin ook zaken als legale migratie, de bestrijding van mensensmokkel en overname aan bod kunnen komen.

    Daarnaast is een goed functionerend Schengensysteem essentieel voor de EU en de EU-economie. We moeten dit systeem verder versterken en vertrouwen opbouwen met het oog op het herstel van het Schengengebied zonder binnengrenzen.

    De laatste vier jaar van de beleidsuitvoering is duidelijk geworden dat de EU kan inspelen op onverwachte omstandigheden, gemeenschappelijke oplossingen kan vinden en door samenwerking reële resultaten kan boeken. Het werk is nog niet helemaal klaar. De situatie blijft fragiel, zoals blijkt uit de recente toename van het aantal mensen dat de EU bereikt via het oostelijke Middellandse Zeegebied en de oplaaiende gewapende vijandelijkheden in het noordoosten van Syrië, die de stabiliteit van de hele regio verder zouden kunnen ondermijnen. De Unie kan dan ook niet op haar lauweren gaan rusten. Inmiddels ligt er echter een gedegen basis voor de verdere tenuitvoerlegging van een krachtig en doeltreffend Europees migratie- en asielstelsel, dat van solidariteit en verantwoordelijkheid getuigt en tot resultaten leidt.

    (1)      COM(2019) 126 final.
    (2)      EU+ omvat alle 28 lidstaten plus Zwitserland, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.
    (3)      71 personen per 29 september.
    (4)     https://frontex.europa.eu/along-eu-borders/migratory-map/ .  
    (5)      Bron: Eurostat.
    (6)       https://www.easo.europa.eu/latest-asylum-trends .
    (7)      Volgens de UNHCR vangt Turkije meer dan 3,6 miljoen Syrische vluchtelingen op, evenals ongeveer 360 000 vluchtelingen en asielzoekers uit andere landen dan Syrië, voornamelijk uit Afghanistan, Irak en Iran ( http://reporting.unhcr.org/node/2544?y=2019#year ).
    (8)    In haar verslag over de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije heeft de Europese Rekenkamer vastgesteld dat de faciliteit, in een moeilijke context, snel middelen heeft vrijgemaakt, die tot vijf keer sneller zijn aanbesteed dan de traditionele steun in Turkije in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun.
    (9)      Tot nu toe is 5,8 miljard EUR geprogrammeerd (2,23 miljard EUR voor humanitaire hulp en 3,57 miljard EUR voor niet-humanitaire hulp), waarvan voor 4,2 miljard EUR contracten zijn gesloten en 2,57 miljard is uitbetaald.
    (10)      Volgens het Turkse directoraat-generaal voor migratiebeheer.
    (11)      In 2016 en 2017 goedgekeurde bijzondere maatregelen inzake migratie en ontheemding in Azië en het Midden-Oosten.
    (12)      De vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden is een nieuwe hervestigingsregeling in het kader van de verklaring EU-Turkije. De operationele standaardprocedures voor deze regeling werden in 2017 goedgekeurd door zowel Turkije als de EU-lidstaten. Krachtens de verklaring EU-Turkije zal de regeling in werking treden zodra de irreguliere oversteken tussen Turkije en de EU eindigen of in ieder geval aanzienlijk en duurzaam zijn verminderd.
    (13)      Een voorbeeld daarvan is het bezoek van commissaris Avramopoulos en de Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Seehofer, aan Turkije en Griekenland op 3 en 4 oktober 2019.
    (14)      Steun uit het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het instrument voor noodhulp. Het instrument voor noodhulp, dat steun verleende om de humanitaire noden van in Griekenland gestrande migranten en vluchtelingen te lenigen, werd in maart 2019 buiten werking gesteld. Over een periode van drie jaar werd een totaalbedrag van meer dan 643 miljoen EUR verstrekt. De financiering van een aantal activiteiten, zoals inzake specifieke locaties voor niet-begeleide minderjarigen en gezondheidszorg, is overgelaten aan de Griekse autoriteiten.
    (15)      Hierbij gaat het onder meer om toegang tot gezondheidszorg en informeel onderwijs, speciale veilige zones voor niet-begeleide minderjarigen en opleiding voor operationeel personeel.
    (16)      Bijna 40 miljoen EUR in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie (bijvoorbeeld voor opvang) en bijna 52 miljoen EUR in het kader van het Fonds voor interne veiligheid ter ondersteuning van het visumbeleid, grenscontrole en politiële samenwerking.
    (17)      Lidstaten van herplaatsing zouden een vast bedrag van 6 000 EUR per aanvrager kunnen ontvangen, op grond van het gewijzigde artikel 18 van Verordening (EU) nr. 516/2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie.
    (18)      Daarnaast is sinds 2007 in het kader van de reguliere financiële bijstand uit hoofde van het instrument voor pretoetredingssteun een bedrag van 216,1 miljoen EUR verstrekt ter ondersteuning van de partners op de Westelijke Balkan op het gebied van migratie.
    (19)      Deze programma’s zullen de maatregelen versterken die thans al worden genomen ter bescherming en ondersteuning van vluchtelingen en kwetsbare migranten, met name in Libië, ter verbetering van de levensomstandigheden en weerbaarheid van Libiërs en ter bevordering van economische kansen, arbeidsmigratie en mobiliteit in Noord-Afrikaanse landen.
    (20)      België, Canada, Finland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Noorwegen, Zweden, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten hebben ieder personen vanuit Libië en via het noodtransitmechanisme hervestigd.
    (21)      Het aantal gevallen van vrijwillige terugkeer uit Libië, Niger, Mali, Mauritanië en Djibouti bedroeg in totaal meer dan 61 000.
    (22)      Gezamenlijk persbericht op https://eeas.europa.eu/headquarters/headquarters-homepage/67915/joint-press-release-meeting-joint-au-eu-un-taskforce-address-migrant-and-refugee-situation_en .
    (23)      Via het Fonds voor asiel, migratie en integratie en het Fonds voor interne veiligheid; 275 miljoen EUR van dat bedrag was bestemd voor noodhulp.
    (24)      Dit bedrag omvat een toewijzing van 21 miljoen EUR in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie en 84 miljoen EUR in het kader van de nationale programma’s van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020.
    (25)      De lidstaten die deelnemen aan de 14 door de Commissie gecoördineerde ontschepingen, hebben op 7 oktober toegezegd om 1 187 migranten te herverdelen. 368 daarvan zijn reeds herplaatst.
    (26)      België, Finland, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Portugal, Roemenië, Slovenië, Bulgarije en Spanje hebben sinds 2018 aan ten minste één van de ad-hocherplaatsingsregelingen deelgenomen. Noorwegen nam ook deel.
    (27)    Marokko stond in 2018 op de 60e plaats op de “Doing Business”-index van de Wereldbank; in 2010 was dat nog maar de 128e plaats.
    (28)    De garanties moeten dienen als hefboom voor aanvullende financiering, met name uit de particuliere sector, aangezien zij het risico voor particuliere investeringen verminderen en een deel van de potentiële verliezen van financiers en investeerders absorberen. Blending is het samengaan van subsidies met andere, meer commerciële financieringsbronnen.
    (29)    Deze wordt gezamenlijk georganiseerd door de EU, het vluchtelingenbureau van de Verenigde Naties UNHCR en de Internationale Organisatie voor Migratie en vindt plaats op 28 en 29 oktober.
    (30)     https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2018/12/06/migrant-smuggling-council-approves-a-set-of-measures-to-fight-smuggling-networks/  
    (31)    Als vervolg op de evaluatie van het hulpverleningspakket (SWD(2017) 120) heeft de Commissie zich ertoe verbonden met de relevante belanghebbenden te overleggen over de uitvoering van de wetgeving, met name wat betreft het niet strafbaar stellen van humanitaire bijstand aan migranten.
    (32)    De oproep tot het indienen van voorstellen is te vinden op: https://ec.europa.eu/info/funding-tenders/opportunities/portal/screen/opportunities/topic-details/amif-2019-ag-call-04 .
    (33)    België, Duitsland, Griekenland, Spanje, Italië, Malta, Portugal.
    (34)    Het aantal personen dat terugkeert naar de landen van de Westelijke Balkan, waarvoor de terugkeerpercentages in het algemeen zeer hoog zijn, is ten opzichte van het totaal gedaald. Het terugkeerpercentage voor de overige landen (de Westelijke Balkan niet meegerekend), steeg van 29% in 2017 tot 32% in 2018.
    (35)    De gemiddelde terugkeerpercentages variëren aanzienlijk van lidstaat tot lidstaat. Deze variatie hangt niet noodzakelijkerwijs samen met de mate van effectiviteit van de terugkeerstelsels, maar kan ook het gevolg zijn van verschillende benaderingen bij het verzamelen en verwerken van gegevens. Naast interne factoren kan ook de migratiemix sterk van invloed zijn, gezien de uiteenlopende mate van medewerking die derde landen van herkomst verlenen bij onder meer terugkeer en overname.
    (36)    De derde landen tegen de burgers waarvan het hoogste aantal terugkeerbesluiten werd uitgevaardigd (meer dan 10 000 per jaar), zijn in 2018 grotendeels dezelfde gebleven: Marokko, Oekraïne, Albanië, Afghanistan, Algerije, Irak, Pakistan, Guinea, Mali, Tunesië, India en Nigeria.
    (37)    Over een 24e overeenkomst is onderhandeld met Belarus, maar de ondertekening daarvan heeft nog niet plaatsgevonden.
    (38)    COM(2018) 634 final.
    (39)    COM(2017) 200 final.
    (40)    Op grond van zijn mandaat kan het agentschap de lidstaten in alle stadia van het terugkeerproces ondersteunen, bijvoorbeeld door derdelanders zonder verblijfsrecht te identificeren, van derde landen geldige reisdocumenten te verkrijgen en steun te verlenen voor vrijwillig vertrek en re-integratie in het land van herkomst.
    (41)    Verordening (EU) 2019/1240 is van kracht geworden op 24 augustus 2019. Zij voorziet in een coördinatiemechanisme op EU-niveau, met een stuurgroep en een platform voor informatie-uitwisseling. Daarnaast voorziet de verordening in de mogelijkheid om gemeenschappelijke acties en activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw met EU-middelen te financieren.
    (42)

       Vaartuigen voor patrouilles op zee, 18 kustpatrouillevaartuigen, 5 vliegtuigen, 4 helikopters, 103 patrouillewagens, 14 mobiele kantoren en andere lichte uitrusting.

    (43) De persoonsgegevens worden in de uiteindelijke risicoanalyseproducten geanonimiseerd. 
    (44)    Verordening (EU) 2019/817 van 20.5.2019 en Verordening (EU) 2019/818 van 20.5.2019. Belangrijke nieuwe systemen zijn het inreis-uitreissysteem van de EU en het Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (Etias). Van belang zijn ook de maatregelen om het Schengeninformatiesysteem te versterken en het Europees Strafregisterinformatiesysteem tot onderdanen van derde landen uit te breiden.
    (45)      De voorstellen betreffen de herziening van 1) de Dublin-verordening (stelt vast welke lidstaat verantwoordelijk is voor een asielzoeker), 2) de Eurodac-verordening (verruimt het toepassingsgebied van de databank van vingerafdrukken van asielzoekers) , 3) de verordening EU-Asielagentschap (agentschap dat de lidstaten operationele steun verleent), 4) de verordening asielprocedures (vervangt de huidige richtlijn en harmoniseert de regels), 5) de erkenningsverordening (bevat de criteria voor het verkrijgen van de vluchtelingenstatus), 6) de richtlijn opvangvoorzieningen (waarborgt minimumnormen voor de opvang van asielzoekers), en 7) de verordening Uniekader voor hervestiging (een nieuw instrument dat personen die bescherming nodig hebben een legale mogelijkheid biedt).
    (46)    De databank met informatie over visumaanvragen en -beslissingen zal worden versterkt door de visumaanvragers aan een grondiger antecedentenonderzoek te onderwerpen en informatielacunes op te vullen door betere informatie-uitwisseling. De onderhandelingen over het Visuminformatiesysteem zijn vergevorderd en binnenkort zullen trialogen worden gestart.
    (47)    De eerste vergunningen voor studiedoeleinden zijn afgegeven door de lidstaten die onder de voormalige studentenrichtlijn en de huidige richtlijn betreffende studenten en onderzoekers vallen (alle lidstaten uitgezonderd Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk).
    (48)      https://ec.europa.eu/home-affairs/what-we-do/policies/legal-migration/fitness-check_en.
    (49)       https://ec.europa.eu/migrantskills/#/ .
    (50)      Het partnerschap werd in december 2017 door de Commissie en een aantal sociale en economische partners aangegaan om in nauwe samenwerking de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt te bevorderen. https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/homeaffairs/files/e-library/documents/policies/legal-migration/integration/docs/20171220_european_partnership_for_integration_en.pdf
    (51)       https://ec.europa.eu/home-affairs/what-we-do/policies/legal-migration/european-dialogue-skills-and-migration/integration-pact_en .
    Top