EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019AP0377

P8_TA(2019)0377 Prudentieel toezicht op beleggingsondernemingen (richtlijn) ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 april 2019 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het prudentieel toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2013/36/EU en 2014/65/EU (COM(2017)0791 — C8-0452/2017 — 2017/0358(COD)) P8_TC1-COD(2017)0358 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 16 april 2019 met het oog op de vaststelling van Richtlijn (EU) 2019/… van het Europees Parlement en de Raad betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU

PB C 158 van 30.4.2021, p. 89–90 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

30.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 158/89


P8_TA(2019)0377

Prudentieel toezicht op beleggingsondernemingen (richtlijn) ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 april 2019 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het prudentieel toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2013/36/EU en 2014/65/EU (COM(2017)0791 — C8-0452/2017 — 2017/0358(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(2021/C 158/26)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0791),

gezien artikel 294, lid 2, en artikel 53, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0452/2017),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien het advies van de Europese Centrale Bank van 22 augustus 2018 (1),

gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 19 april 2018 (2),

gezien het overeenkomstig artikel 69 septies, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissie goedgekeurde voorlopig akkoord en de door de vertegenwoordiger van de Raad bij brief van 20 maart 2019 gedane toezegging om het standpunt van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goed te keuren,

gezien artikel 59 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en het advies van de Commissie juridische zaken (A8-0295/2018),

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.

verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1)  PB C 378 van 19.10.2018, blz. 5.

(2)  PB C 262 van 25.7.2018, blz. 35.


P8_TC1-COD(2017)0358

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 16 april 2019 met het oog op de vaststelling van Richtlijn (EU) 2019/… van het Europees Parlement en de Raad betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Richtlijn (EU) 2019/2034.)


Top