This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52019AE0492
Opinion of the European Economic and Social Committee on ‘Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council in order to allow for the continuation of the territorial cooperation programmes PEACE IV (Ireland-United Kingdom) and United Kingdom-Ireland (Ireland-Northern Ireland-Scotland) in the context of the withdrawal of the United Kingdom from the European Union’ (COM(2018) 892 final — 2018/0432 (COD))
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad om de voortzetting van de territoriale samenwerkingsprogramma’s Peace IV (Ierland-Verenigd Koninkrijk) en Verenigd Koninkrijk-Ierland (Ierland/Noord-Ierland/Schotland) mogelijk te maken in het kader van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (COM(2018) 892 final — 2018/0432 (COD))
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad om de voortzetting van de territoriale samenwerkingsprogramma’s Peace IV (Ierland-Verenigd Koninkrijk) en Verenigd Koninkrijk-Ierland (Ierland/Noord-Ierland/Schotland) mogelijk te maken in het kader van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (COM(2018) 892 final — 2018/0432 (COD))
EESC 2019/00492
PB C 190 van 5.6.2019, p. 33–36
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
5.6.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 190/33 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad om de voortzetting van de territoriale samenwerkingsprogramma’s Peace IV (Ierland-Verenigd Koninkrijk) en Verenigd Koninkrijk-Ierland (Ierland/Noord-Ierland/Schotland) mogelijk te maken in het kader van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie
(COM(2018) 892 final — 2018/0432 (COD))
(2019/C 190/05)
Algemeen rapporteur: Jane MORRICE
Raadpleging |
Europees Parlement, 14.1.2019 Raad van de Europese Unie: 15.1.2019 |
Rechtsgrondslag |
Artikel 178 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie |
Bevoegde afdeling |
Economische en Monetaire Unie, Economische en Sociale Samenhang |
Goedkeuring door de voltallige vergadering |
20.2.2019 |
Zitting nr. |
541 |
Stemuitslag (voor/tegen/onthoudingen) |
102/1/0 |
1. Conclusies en aanbevelingen
1.1. |
Het is niet alleen van essentieel, maar ook van cruciaal belang dat de steun van de EU aan Noord-Ierland, met name in de vorm van de programma’s Peace en Interreg, ook na de terugtrekking van het VK uit de EU wordt voortgezet; dit blijkt wel uit de moeizame discussie over de grens tussen het VK en Ierland in de onderhandelingen over de brexit. |
1.2. |
Het EESC is uitermate verheugd over het voorstel om het Peace-programma van de EU in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland na de terugtrekking van het VK uit de EU voort te zetten. Het EESC waardeert dat de EU voorrang geeft aan de ondersteuning van het vredesproces en erkent dat het Peace-programma een aanmerkelijke bijdrage aan het bewaren van de vrede in de regio heeft geleverd. Dit is in overeenstemming met de bevindingen van het Europees Parlement van september 2018 (1), waarin het Peace-programma een voorbeeld voor de rest van de wereld wordt genoemd. |
1.3. |
Gezien de destabiliserende politieke, economische en sociale onzekerheid die door de brexit wordt veroorzaakt, is het voor de actoren van het maatschappelijk middenveld voorts van doorslaggevend belang dat de EU alles in het werk blijft stellen om te helpen waarborgen dat Noord-Ierland niet alleen vrij van conflicten blijft, maar ook zijn weg naar verzoening vervolgt met behulp van de „bottom-up”-aanpak voor vredesopbouw en conflictoplossing die kenmerkend is voor de EU. |
1.4. |
Het Europees programma voor vrede en verzoening (European Peace and Reconciliation Programme, Peace) is het meest waardevolle en succesvolle instrument voor vredesopbouw dat de Europese Unie ooit in een conflictsituatie heeft gebruikt. Peace, dat is opgezet als reactie op de wapenstilstand in Noord-Ierland in 1995, heeft in zijn 24-jarig bestaan meer dan 2 miljard EUR geïnvesteerd in gemeenschapsoverschrijdende, grensoverschrijdende en andere verzoeningsprojecten. |
1.5. |
Het programma, dat volgens alle partijen bij het Goede-Vrijdagakkoord (het akkoord van Belfast) een aanmerkelijke bijdrage aan het vredesproces levert, is uniek omdat het verder gaat dan elke andere interventie van de EU op haar eigen grondgebied. Het brengt Britse en Ierse belanghebbenden bijeen onder een EU-paraplu, met als enig doel het vredesproces te beschermen en vredesopbouw binnen en buiten de regio te bevorderen. |
1.6. |
De urgentie van de situatie die door het brexit-proces en de uiteindelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk is ontstaan, vereist een reactie van de EU om het vredesproces te waarborgen op een manier die aansluit bij de nieuwe behoeften van de regio na de brexit. Door de steun voor de voortzetting van de grensoverschrijdende programma’s Peace en Interreg te consolideren zet de EU belangrijke stappen in de goede richting. Maar al vormt deze verbintenis om voor de hand liggende redenen de grondslag van een belangrijk deel van de EU-steun voor de regio, er kan en moet meer gedaan worden. |
1.7. |
De meer directe behoeften, zowel tijdens als na de brexit-onderhandelingen, zullen duidelijk worden indien de spanningen binnen de gemeenschap toenemen en kloof qua loyaliteit aan het Verenigd Koninkrijk c.q. Ierland zowel op straat als aan de grens groter wordt. De EU zou een teken van „goede wil”kunnen tonen, zoals de toezegging om de financiering van Peace in de volgende ronde te verhogen en een Europees Centrum voor vrede en verzoening in Belfast te vestigen, zoals eerder door EESC, Europees Parlement en Commissie is voorgesteld (2). Daarmee zou zij concreet laten zien dat zij zich langdurig voor het vredesproces wil inzetten. |
2. Achtergrond
2.1. |
Gezien de ernstige en gevoelige situatie in Noord-Ierland werd met het eerste Peace-programma getracht een alomvattend instrument in het leven te roepen om de barrières tussen vijandige en verdeelde gemeenschappen te slechten. Het programma is opgezet in overleg met belanghebbenden uit de politiek, de administratieve sector en vrijwilligersorganisaties en behelst een bottom-upbenadering waarbij de meest kwetsbare groepen in de samenleving, waaronder kinderen, vrouwen, slachtoffers en hoofdpersonen in het conflict, actief worden betrokken. |
2.2. |
In het kader van Peace 1 zijn een reeks initiatieven ontplooid waarbij grassrootsorganisaties werden opgericht om zij aan zij met „anderen”te werken door de controle op en verdeling van het overgrote deel van de EU-financiering in handen te geven van lokale groepen en raden. Via het Peace-programma werden projecten voor vredesopbouw, conflictoplossing, wederzijds begrip, trauma’s en omgaan met de erfenis van het verleden opgezet. Het programma is op vele vlakken succesvol geweest en heeft een niet te onderschatten bijdrage geleverd aan het leggen van de basis voor het vredesakkoord van 1998. Peace wordt nu beheerd door het speciale orgaan voor EU-programma’s (Special EU Programmes Body, SEUPB), een grensoverschrijdende Britse/Ierse organisatie die is opgericht bij de overeenkomst waarin alle grensoverschrijdende en vredesfinanciering van de EU wordt geregeld. |
2.3. |
Voortzetting van het Peace-programma is van essentieel belang om te helpen voorkomen dat het conflict opnieuw oplaait als gevolg van de loyaliteitskloof in de regio, die na brexit zou kunnen toenemen, zoals uit de spanningen tijdens de onderhandelingen is gebleken. Voortzetting van Peace is sinds 1998 niet meer zo belangrijk geweest als nu. Positief is de toezegging tijdens de brexit-onderhandelingen dat het Goede-Vrijdagakkoord (het akkoord van Belfast) in stand zal worden gehouden en dat er geen „harde grens”mag komen. Bij ieder overgangsproces kan Peace kan een essentiële ondersteunende rol spelen. Aangezien de Ierse grenskwestie ook na de lopende onderhandelingen de grootste uitdaging in verband met de brexit zal blijven, zijn de grensoverschrijdende programma’s Peace en Interreg alsook voortzetting van de dialoog tussen het Verenigd Koninkrijk en Ierland van zowel essentieel als cruciaal belang. |
3. Algemene aanbevelingen
3.1. |
In verband met de verlenging van Peace in 2020, onder de naam Peace Plus, zouden een aantal verbeteringen overwogen moeten worden. Daarbij kunnen vijf hoofdlijnen worden onderscheiden. |
3.1.1. |
Er moet meer aandacht worden geschonken aan het bevorderen van een gedeelde samenleving door middel van inspanningen die daadwerkelijk mensen uit verschillende gemeenschappen bijeenbrengen. Meer steun voor geïntegreerd onderwijs en de bevordering van grensoverschrijdende uitwisselingen op het gebied van media, cultuur en sport zou tot de prioriteiten moeten behoren. Gezien de vele „vredesmuren”die gesegregeerde samenlevingen van elkaar gescheiden houden, moet ook voorrang uitgaan naar vanuit de gemeenschap geleide initiatieven om de fysieke en sociale omgeving te verbeteren. |
3.1.2. |
Steun voor zgn. „single-identity”-projecten mag alleen worden gebruikt om vertrouwen in gesegregeerde gemeenschappen op te bouwen als deze dienen als een echte opstap naar interactie met „anderen”. Het probleem bij een deel van de Peace-financiering is dat er sprake is van „te veel wortel en te weinig stok”, aldus een goed geïnformeerde commentator. |
3.1.3. |
De communicatieactiviteiten rond Peace voldoen niet aan de nodige vereisten om ervoor te zorgen dat burgers zich ten volle bewust zijn van de rol die de EU vervult. Het SEUPB doet zijn best, maar Commissie, overheidsinstanties, influencers en anderen moeten zich meer inspanningen getroosten om de rol van de EU aan te geven en uit te leggen door de „Witte Duif”te gebruiken als symbool voor Peace-projecten die door de EU gefinancierd worden. |
3.1.4. |
Er moeten duidelijke monitoring- en evaluatieprocedures worden gehanteerd om ervoor te zorgen dat de resultaten ook worden afgemeten aan de transformaties die zij teweegbrengen, d.w.z. dat deskundigen niet alleen maar zaken moeten afvinken. Sommige kleine gemeenschapsgroepen, die steun juist het hardst nodig hebben, betitelen EU-financiering als „niet de moeite waard”en menen dat zij de personele middelen die ermee gemoeid zijn, nauwelijks kunnen veroorloven. |
3.1.5. |
Volgens de resolutie van het Europees Parlement van 2018 (3) zou Peace model moeten staan voor de aanpak van de EU om elders in Europa en in de wereld duurzame vrede tot stand te brengen. Dit sluit ook aan bij een advies van het EESC waarin een door de EU geleid wereldwijd initiatief voor vredesopbouw wordt voorgesteld, naar voorbeeld van Peace, alsook een Europees Vredespad dat van Noord-Ierland naar Nicosia loopt. Dit pad, de „WhiteDoveWay”, zou het spoor volgen van de Ierse pelgrim Columbanus: langs de Western Front Way en door de Balkan, om de twee verdeelde eilanden aan weerszijden van Europa met elkaar te verbinden (4). |
3.2. |
„Brussel”geeft wellicht aan welke richting met de verbetering van bepaalde aspecten van Peace moet worden ingeslagen, maar dit neemt niet weg dat het nieuwe Peace Plus-programma dat in 2020 aanvangt, de kans biedt om de banden met het maatschappelijk middenveld weer aan te halen ter ondersteuning van de doelstellingen en waarden van de EU in Noord-Ierland. Dit mag niet leiden tot meer bureaucratie, maar moet het vertrouwen en het inzicht in de rol van de EU bij de ondersteuning van vrede en verzoening vergroten. |
3.3. |
Een raadplegingsproces, vergelijkbaar met het proces dat in 1994 door voormalig Commissievoorzitter Jacques Delors voor Peace 1 werd opgezet, zou niet alleen een middel moeten zijn om vredesopbouw meer tot een zaak van de gemeenschap zelf te maken, maar ook om gezamenlijk leren mogelijk te maken. Naar het model van de taskforce die de heer Delors destijds oprichtte, zou een taskforce opgezet kunnen worden onder leiding van voorzitter Juncker, waarbij wordt samengewerkt met de drie Noord-Ierse leden van het Europees Parlement en de secretaris-generaal van de Europese Commissie, en die naast de huidige taskforce van de Commissie zou opereren, in samenwerking met het SEUPB en de hoofden van de bureaus van de Europese Commissie in Belfast, Dublin en Londen. |
4. Belangrijkste aanbevelingen voor de Peace-financieringsronde na 2020
— |
Er moet meer gewicht worden toegekend aan projecten die gericht zijn op integratie van zowel „single-identity”als gemeenschapsoverschrijdende verbintenissen. De voorkeur gaat daarbij uit naar samenwerkingsprogramma’s. |
— |
De looptijd van het Peace-programma moet worden verlengd. Conflicttransformatie vergt tijd en vereist een inzet die een grotere tijdspanne dan de huidige financieringscycli beslaat. |
— |
Er moet worden overwogen om aan te bevelen dat bij toekomstige projecten die door Peace gefinancierd worden, het Witte Duif-symbool met de EU-vlag en de woorden „gefinancierd door het Peace-programma van de EU”wordt getoond. |
— |
In de organen die toezicht houden op het Peace-programma moet het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigd blijven worden, maar niet alleen door de actoren die het meest voor de hand liggen of het langst meelopen. Er moet meer worden gedaan om actoren binnen gemeenschappen te helpen zich te ontwikkelen. |
— |
Er moet worden overwogen om in het kader van Peace lokale comités op te richten om contacten met raden, de Assemblee en andere besluitvormers te onderhouden. |
— |
Het WhiteDoveWay-concept moet gepromoot worden, waarbij een Europawijd netwerk van vredesopbouwers tot stand wordt gebracht en waargebeurde verhalen worden gebruikt om mensen bewuster te maken van conflicten en actief bij het vredespad te betrekken. |
— |
Er moet worden vastgehouden aan de oorspronkelijke toezegging om in Noord-Ierland een Europees Vredescentrum op te richten, dat banden onderhoudt met een soortgelijk centrum in Nicosia, waarbij beide moeten fungeren als knooppunten voor het aanreiken van concrete en praktische handvatten op het gebied van vredesopbouw binnen Europa en in de rest van de wereld, om ervoor te zorgen dat tijdens het vredesproces in Noord-Ierland en elders moeizaam opgedane kennis ten goede blijft komen aan mensen in conflict- en postconflictsamenlevingen. |
Brussel, 20 februari 2019.
De voorzitter
van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Luca JAHIER
(1) Voorzitter van de Europese Raad Donald Tusk: „We zullen de vrede niet op het spel zetten of een „uiterste houdbaarheidsdatum”voor verzoening vaststellen..... geef ons een geloofwaardige garantie voor vrede in Noord-Ierland, en het Verenigd Koninkrijk zal de EU verlaten als een trouwe vriend”.
(2) Zie EESC-advies SC/029 over het vredesproces in Noord-Ierland, goedgekeurd op 22 oktober 2008, PB C 100, 30.4.2009, blz. 100.
(3) Resolutie van het Europees Parlement van 11 september 2018 over de impact van het EU-cohesiebeleid op Noord-Ierland.
(4) Zie het advies van het EESC over De „witte duif”-aanpak — voorstel voor een door de EU geleide mondiale strategie voor vredesopbouw, nog niet in het Publicatieblad verschenen.