EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018PC0474

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur

COM/2018/474 final

Straatsburg, 12.6.2018

COM(2018) 474 final

2018/0258(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur

{SWD(2018) 347}
{SWD(2018) 348}
{SEC(2018) 315}


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Op 2 mei 2018 heeft de Commissie een pakket met betrekking tot het volgende meerjarige financiële kader voor de periode 2021-2027 vastgesteld 1 . De Commissie heeft een nieuwe, moderne langetermijnbegroting voorgesteld, die duidelijk is afgestemd op de politieke prioriteiten van de Unie van 27 landen. Het voorstel combineert nieuwe instrumenten met bestaande, gemoderniseerde programma's om resultaat te boeken op de gebieden die voor de EU prioritair zijn. Voortbouwend op deze basis stelt de Commissie voor een nieuw Fonds voor geïntegreerd grensbeheer op te richten onder het begrotingsonderdeel "Migratie en grensbeheer". Dit nieuwe Fonds heeft tot doel de lidstaten de broodnodige extra steun te bieden om de gemeenschappelijke buitengrenzen van de Unie te beveiligen.

Het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer zal bijdragen tot de verdere ontwikkeling van het gemeenschappelijke visumbeleid en de tenuitvoerlegging van Europees geïntegreerd grensbeheer door de lidstaten, teneinde irreguliere migratie te helpen bestrijden en legitieme verplaatsingen en handel te faciliteren. De financiering moet de lidstaten steun blijven verstrekken om hun capaciteit op deze gebieden op te bouwen en te versterken en om de samenwerking te versterken, ook met de relevante agentschappen van de Unie. Het Fonds zal ook zorgen voor meer uniformiteit bij het uitvoeren van douanecontroles aan de buitengrenzen door het evenwicht tussen de lidstaten, dat in gedrang is gekomen door geografische verschillen en verschillen in beschikbare capaciteiten en middelen, te herstellen. In dat kader zal het voorgestelde Fonds voor geïntegreerd grensbeheer bestaan uit een instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa en een instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur.

Dit voorstel heeft alleen betrekking op het instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur. De Commissie presenteert tegelijk een voorstel met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa.

Dit voorstel, dat van toepassing zou moeten worden op 1 januari 2021, wordt voorgelegd voor een Unie van 27 lidstaten, in overeenstemming met de kennisgeving die het Verenigd Koninkrijk, op basis van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, heeft gedaan van zijn voornemen om zich uit de Europese Unie en uit Euratom terug te trekken, en die de Europese Raad op 29 maart 2017 heeft ontvangen.

Het meerjarige actieprogramma voor douane (het Douane-programma), dat bestaat sinds 1991 2 , maakt het mogelijk passende financiering te verstrekken voor samenwerkingsactiviteiten tussen douaneautoriteiten, voor elektronische systemen en voor de opbouw van bestuurlijke capaciteit, en vormt een goede aanvulling op nationale initiatieven en investeringen op dit gebied. Het voorziet echter niet in de mogelijkheid en de middelen voor de financiering van apparatuur die wordt gebruikt om douanecontroles te verrichten aan de buitengrenzen van de EU. Tot dusver werd hiervoor op het niveau van de EU slechts in zeer beperkte mate steun verleend door andere instrumenten (Hercules III 3 , het steunprogramma voor structurele hervormingen 4 , de Europese structuur- en investeringsfondsen 5 ).

Tijdens de onderhandelingen over het Douane 2020-voorstel in de Raad hebben de lidstaten de Commissie opgeroepen om "een kosten-batenanalyse van detectieapparatuur en aanverwante technologie uit te voeren om de aanschaf van moderne douanecontroleapparatuur door de douaneautoriteiten na 2020 te vergemakkelijken". Ook overweging 4 van Verordening (EU) nr. 1294/2013 tot vaststelling van het douaneprogramma voor de periode 2014-2020 bevat een dergelijke oproep. Bovendien heeft de Raad in zijn conclusies 6 van 23 mei 2017 de Commissie verzocht om "uiterlijk medio 2018 een rapport voor te leggen over de verstrekking van de financiële middelen waarmee de nodige hulpmiddelen voor douanecontroles (...) kunnen worden aangeschaft, met inbegrip van de mogelijkheid om deze middelen uit één fonds toe te wijzen."

Sindsdien hebben de lidstaten er herhaaldelijk op gewezen dat zij financiële steun nodig hebben voor douanecontroleapparatuur, en hebben zij de Groep douanebeleid gevraagd een grondige analyse van dit probleem uit te voeren 7 .

De Commissie heeft dit probleem erkend in haar mededeling uit 2016 over de ontwikkeling van de douane-unie en haar governance 8 , en heeft aangekondigd dat zij in de effectbeoordelingen van het volgende douaneprogramma zal nagaan of het mogelijk is dergelijke apparatuur te financieren uit haar toekomstige financiële programma's. In maart 2017 heeft de Raad in zijn conclusies over douanefinanciering eens te meer benadrukt dat "de EU en haar lidstaten [moeten] inspelen op en gelijke tred houden met de mondialisering van de handel en de gelijktijdige mondialisering van de criminaliteit, alsook het hoofd bieden aan de daaruit voortvloeiende uitdagingen, die het noodzakelijk maken dat er passende apparatuur voorhanden is om de doeltreffende werking van de douane-unie te ondersteunen, en dat er middelen [moeten] worden uitgetrokken om de douaneautoriteiten te voorzien van de nodige technische apparatuur voor het verrichten van controles van goederen die de buitengrenzen van de EU overschrijden".

Eind 2017 heeft Raad de Commissie dan ook verzocht om "na te denken en een oordeel te vormen over de mogelijkheid om benodigde technische apparatuur te financieren uit toekomstige financiële programma's van de Commissie, en ten behoeve van de financiering de coördinatie te verbeteren en de samenwerking tussen douaneautoriteiten en andere rechtshandhavingsautoriteiten te versterken via een beter partnerschap op EU-niveau".

Ook het Europees Parlement heeft in verscheidene resoluties 9 verklaard dat "de douane-unie een hoeksteen is van de Europese Unie, een van de grootste handelsblokken ter wereld, en van essentieel belang is voor de goede werking van de interne markt ten behoeve van zowel EU-bedrijven als EU-burgers". Het heeft de Commissie dan ook gevraagd om "een duidelijke, samenhangende en ambitieuze strategie en tijdskader voor te stellen om ervoor te zorgen dat alle voor de handhaving van de EU-douanestelsels noodzakelijke elementen worden behandeld door gepaste voorstellen die stroken met en voor het beoogde doel geschikt zijn voor de huidige evolutie van de wereldhandel en de uitvoering van de EU-handelsagenda". Aan deze vraag wordt concreet tegemoetgekomen door de specifieke doelstelling van dit instrument, namelijk bijdragen tot passende en gelijkwaardige douanecontroles via de aankoop, het onderhoud en de modernisering van douanecontroleapparatuur.

Het nieuwe voorgestelde instrument voor douanecontroleapparatuur heeft tot doel de gelijkwaardigheid van douanecontroles in de lidstaten te verbeteren, om te voorkomen dat goederenstromen via de zwakste punten de EU binnenkomen. Een gericht optreden van de Unie met betrekking tot douanecontroleapparatuur ondersteunt ook de aankoop, het onderhoud en de modernisering van detectieapparatuur die in aanmerking komt voor douanecontroles in ruime zin. Dit instrument heeft derhalve ook betrekking op detectieapparatuur die, naast douanecontroles, ook nog voor andere doeleinden wordt gebruikt, voor zover douanecontroles het hoofddoel blijven.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel is volledig samenhangend met en zal bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de douane-unie. Gelijkwaardige douanecontroles aan de buitengrenzen van de EU zijn immers van cruciaal belang om te voorkomen dat goederenstromen gebruikmaken de zwakste punten om de EU binnen te komen. Dit is niet alleen belangrijk omwille van de traditionele functie van de douane, namelijk douanerechten innen, maar ook voor de veiligheid en beveiliging. Tegelijkertijd mogen deze controles op goederenstromen die de buitengrenzen overschrijden, geen belemmering vormen voor legitieme handel. Ze moeten deze zelfs vergemakkelijken. Momenteel is er echter geen sprake van gelijkwaardigheid, mede door verschillen in de capaciteiten en middelen die voorhanden zijn in de lidstaten. Of de lidstaten kunnen reageren op uitdagingen ten gevolge van voortdurend evoluerende mondiale bedrijfsmodellen en toeleveringsketens hangt niet alleen af van de menselijke factor, maar ook van de beschikbaarheid van moderne en betrouwbare controleapparatuur.

Het voorgestelde instrument vormt een aanvulling op de acties die gepland zijn in het kader van het Douane-programma. Het instrument voor douanecontroleapparatuur verleent alleen steun voor de aankoop, het onderhoud en de modernisering van in aanmerking komende apparatuur, terwijl het Douane-programma steun verleent voor alle daarmee verband houdende acties, zoals samenwerking bij de analyses van de behoeften aan apparatuur of, in voorkomend geval, opleiding met betrekking tot de aangekochte apparatuur.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Dit voorstel is volledig samenhangend met het beleid van de Unie op het gebied van veiligheid en beveiliging. Sinds de oprichting van de douane-unie heeft de rol van de douaneautoriteiten in het beheer van de buitengrenzen aanzienlijke wijzigingen ondergaan; traditioneel hielden zij toezicht op en vergemakkelijkten zij het handelsverkeer in de EU en de financiële en economische belangen van de EU, maar tegenwoordig is hun verantwoordelijkheid veel uitgebreider. De douaneautoriteiten krijgen steeds meer verantwoordelijkheden op het gebied van veiligheid en beveiliging. Deze nieuwe realiteit heeft niet alleen gevolgen voor de douaneautoriteiten, maar ook voor andere departementen of agentschappen, zoals de politie, de grenswacht en de autoriteiten voor de bescherming van de volksgezondheid en de consumenten. Dit voorstel voorziet in steun voor apparatuur die voor meerdere doelen kan worden gebruikt (douanecontrole, grenscontrole en beveiliging), waarbij douanecontrole steeds het hoofddoel blijft. Ondersteuning van gedeelde en interoperabele apparatuur en samenwerking tussen alle belanghebbenden (douaneautoriteiten, grenswachten enz.) in het kader van het Europees geïntegreerd grensbeheer, zoals bedoeld in artikel 4, onder e), van Verordening (EU) 2016/1624 10 zorgt ervoor dat de begroting van de Unie een zo groot mogelijk effect heeft.

Er zijn synergieën tussen het EU-fraudebestrijdingsprogramma, dat specifiek tot doel heeft de financiële belangen van de Unie te beschermen, en het instrument voor douanecontroleapparatuur, dat de goede werking van de douane-unie ondersteunt en aldus bijdraagt tot de bescherming van de financiële en economische belangen van de Unie en haar lidstaten. De programma's hebben dus een andere focus, maar ze kunnen elkaar aanvullen.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Deze verordening voorziet in de oprichting van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, samen met Verordening (EU) .../2018 tot oprichting van het Instrument voor financiële steun voor het beheer van de buitengrenzen en het gemeenschappelijke visumbeleid. Gezien het brede spectrum aan doelstellingen dat door de twee instrumenten wordt nagestreefd, zijn verschillende rechtsgronden in het Verdrag nodig. Juridisch is het dan ook niet mogelijk om het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer op te richten als één uitgavenprogramma. Daarom wordt voorgesteld het Fonds op te richten in de vorm van een uitgebreid financieringskader dat bestaat uit twee sectorspecifieke voorstellen, waarvan het onderhavige voorstel er één is.

Ook voor de financiering van douanecontroleapparatuur op zich zijn verschillende rechtsgrondslagen nodig omdat de apparatuur voor verschillende maar met elkaar verband houdende doeleinden kan worden gebruikt.

Artikel 33 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), waarin de Unie wordt opgeroepen om actie te ondernemen met betrekking tot douanesamenwerking en de douane-unie van de EU;

artikel 114 VWEU, waarin de Unie wordt opgeroepen actie te ondernemen met betrekking tot de interne markt; en

artikel 207 VWEU, waarin de Unie wordt opgeroepen actie te ondernemen met betrekking tot het gemeenschappelijk handelsbeleid.

Ook verplichtingen uit hoofde van internationale overeenkomsten, met name in het kader van de Wereldhandelsorganisatie, rechtvaardigen het optreden van de EU.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Hoewel de douane-unie een domein van exclusieve bevoegdheid is, met een hoge graad van geharmoniseerde EU-wetgeving, blijven de individuele lidstaten verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van deze wetgeving. Elke lidstaat bepaalt daarom de middelen, met inbegrip van apparatuur, die hij inzet voor douanecontroles.

Op dit ogenblik zijn de controles in de lidstaten niet overal evenwaardig, mede door geografische verschillen. De middelen en behoeften van de lidstaten voor douanecontroleapparatuur verschillen naargelang het soort buitengrens. Grote havens met grote volumes leveren bijvoorbeeld hogere inkomsten op, waardoor de douaneautoriteiten op hun beurt over grotere bedragen beschikken om hun inningskosten te dekken en meer synergieën mogelijk zijn bij het gebruik van de apparatuur. Om lange landgrenzen met een groot aantal kleine grensovergangen volledig uit te rusten en operationeel te maken, is veel materiaal en apparatuur nodig; de inkomsten liggen echter lager en de douaneautoriteiten beschikken dus over minder middelen om hun inningskosten te dekken. Het huidige optreden van de Unie is beperkt en heeft niet de verwachte resultaten opgeleverd. Als de EU niets onderneemt om het evenwicht te herstellen, loopt zij het risico dat de ontluikende politieke spanningen erger worden en dat burgers of marktdeelnemers met slechte bedoelingen gebruik maken van de zwakste grensovergangen.

Evenredigheid

Het voorstel gaat niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken. Het voorstel bouwt voort op een element van centralisatie - de oprichting van taskforces, samengesteld uit lidstaten, die samen de behoefte aan apparatuur analyseren en gemeenschappelijke optimale normen voor apparatuur identificeren - teneinde de aankoop, het onderhoud en de modernisering van homogene of gestroomlijnde minimum-douanecontroleapparatuur aan de EU-grenzen te bevorderen. De uiteindelijke aankoopbeslissing wordt overgelaten aan de lidstaten, binnen de grenzen van de subsidieovereenkomst.

Met het oog op de tenuitvoerlegging van het instrument zal de Commissie, overeenkomstig artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), coördinerende, uitvoerende en managementfuncties op zich nemen, zoals bepaald in de verdragen.

Keuze van het instrument

Overeenkomstig de conclusie in de relevante effectbeoordeling is een EU-optreden door middel van een financieringsinstrument passend. Het nieuwe instrument voor douanecontroleapparatuur wordt door de Commissie voorgesteld in de vorm van een verordening, als onderdeel van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

Het instrument voor douanecontroleapparatuur is nieuw en kan dus niet rechtstreeks lessen trekken uit de evaluatie van voorbije ervaringen. Een externe contractant kreeg evenwel de opdracht om onderzoek te doen naar de uitdagingen en behoeften op het gebied van douanecontroleapparatuur in het kader van een studie over het douaneprogramma na 2020. De contractant organiseerde een gerichte enquête, hield specifieke vraaggesprekken en voerde een casestudy uit. Tussen 10 januari 2018 en 9 maart 2018 vond ook een algemene openbare raadpleging plaats over de EU-fondsen op het gebied van investeringen, onderzoek en innovatie, kleine en middelgrote ondernemingen en de interne markt; ook de douaneaspecten kwamen aan bod in deze raadpleging. Zie bijlage 2 bij de effectbeoordeling bij dit voorstel voor een samenvatting van alle bijdragen.

Al deze activiteiten bevestigden dat er behoefte is aan optreden van de EU en dat dit naar verwachting een grote meerwaarde zal opleveren. Door de niet-aflatende toename van het goederenvolume en de steeds grotere behoefte aan efficiënte en snelle grenscontroles, moet de traditionele functie van de douane, namelijk douanerechten innen, worden aangevuld met een versterkte controle op de goederen die de EU binnenkomen of verlaten, teneinde de veiligheid en beveiliging te garanderen. Tegelijkertijd mogen deze controles op goederenstromen die de buitengrenzen overschrijden geen belemmering vormen voor legitieme handel. Ze moeten deze zelfs vergemakkelijken. Douanecontroleapparatuur is van essentieel belang om deze doelstellingen te bereiken; daarom moet dringend een specifiek instrument van de EU worden opgezet om het evenwicht tussen de lidstaten te herstellen en te zorgen voor een uniforme toepassing van de douaneregels aan de EU-grenzen.

Effectbeoordeling

Dit voorstel wordt ondersteund door een effectbeoordeling die betrekking heeft op de voorstellen betreffende het Fonds voor asiel en migratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, dat zowel het onderhavige instrument als het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa omvat.

De effectbeoordeling heeft op 13 april 2018 een positief advies gekregen van de Raad voor regelgevingstoetsing, met een aanbeveling om het nieuwe instrument voor douanecontroleapparatuur verder uit te leggen, onder meer wat de geschiktheid en het direct beheer betreft. In de definitieve versie van de effectbeoordeling is rekening gehouden met deze aanbeveling: het algemene ontwerp van het instrument is zowel in tekst zelf als in een specifieke bijlage 6 verduidelijkt.

De belangrijkste optie die werd beoordeeld, heeft inderdaad betrekking op de beheerswijze, d.w.z. of de aankoop, het onderhoud en de modernisering van de onder dit instrument vallende douanecontroleapparatuur moeten plaatsvinden op basis van subsidies aan nationale autoriteiten of op basis van gedeeld beheer. Uit besprekingen met andere diensten van de Commissie die gedeeld beheer toepassen, bleek duidelijk dat dit complex is en niet leidt tot de algemene samenhang en grensoverschrijdende coördinatie die de douane nodig heeft om te zorgen voor een gelijkwaardig niveau van controle in alle lidstaten. Door gebrek aan coördinatie tussen de lidstaten - omdat elke lidstaat zijn eigen nationaal plan zou opstellen - bevordert gedeeld beheer niet de uitwisseling van ervaringen, deskundigheid en goede praktijken, terwijl deze belangrijke voordelen toch worden verwacht van dit optreden voor een uniforme toepassing van de douaneregels.

Daarom gaat de voorkeur uit naar direct beheer via het verstrekken van subsidies aan nationale autoriteiten. Het nieuwe EU-optreden heeft tot doel het evenwicht tussen de lidstaten te herstellen en te zorgen voor gelijkwaardige prestaties bij de uitvoering van douanecontroles in de hele douane-unie. Het is duidelijk dat, om deze doelstelling te bereiken, coördinatie over de nationale grenzen heen nodig is; een gecentraliseerde aanpak via direct beheer is de beste manier om dit te bereiken. Aangezien de nationale autoriteiten - en niet de Unie - eigenaar moeten blijven van de apparatuur die zij gebruiken om hun taken aan de EU-grenzen uit te voeren, neemt het EU-optreden de vorm aan van subsidies aan lidstaten ter ondersteuning van de aankoop, het onderhoud en de modernisering van douanecontroleapparatuur, overeenkomstig vooraf vastgestelde normen per grenstype. Direct beheer is trouwens ook het uitvoeringsmechanisme voor bestaande acties op het gebied van douane, in het kader van het Douane-programma of het Hercules III-programma. Deze aanpak is ook aangewezen omdat er slechts een beperkt aantal begunstigden zijn, namelijk de 27 lidstaten.

Vereenvoudiging

Het ontwerp van het instrument is zeer eenvoudig gehouden: een eerste behoeftenevaluatie door taskforces, gevolgd door de vaststelling van een werkprogramma. Direct beheer is gebaseerd op subsidies en maakt het mogelijk diverse bij het Financieel Reglement en de uitvoeringsregels voorziene vereenvoudigingen toe te passen, met name de uitzonderingen op uitnodigingen tot het indienen van voorstellen.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen specifieke gevolgen voor de grondrechten.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

In haar voorstel voor het volgende meerjarenkader heeft de Commissie 9,318 miljard euro (in lopende prijzen) opgenomen voor het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer in de periode 2021-2027. Binnen dit totaalbedrag is voor de tenuitvoerlegging van deze verordening in totaal 1,3 miljard euro beschikbaar (in lopende prijzen).

Hoewel het in absolute termen over een aanzienlijk bedrag gaat, vertegenwoordigt het slechts een gedeelte van de geschatte investeringskloof. Volgens informatie die in 2014-2015 bij de lidstaten is verzameld, werd de investeringskloof geraamd op ongeveer 2,3 miljard euro over vijf jaar. Het optreden van de Unie hoeft de geraamde investeringskloof echter niet volledig te overbruggen omdat het moet worden geanalyseerd in de bredere context van douanerechten als eigen middelen; op dit ogenblik houden de lidstaten 20 % 11 van deze rechten, 4,7 miljard euro in 2015, om hun douane-uitgaven en investeringen te dekken.

Het niveau van het optreden van de Unie dient ook te worden beoordeeld in verhouding tot het totale externe handelsvolume van de Unie, dat niet alleen wordt gemonitord door de douanecontroles, maar ook gefaciliteerd. Bij het uitvoeren van het handelsbeleid van de Unie behandelt de douane dagelijks enorme handelsvolumes: de totale statistische waarde van de EU-28 handelsstromen bedroeg 3,46 triljoen euro in 2016 (1,75 triljoen euro voor export en 1,71 triljoen euro voor import), of 9,5 miljard euro per dag. Het voorgestelde optreden van de Unie vertegenwoordigt dus minder dan 0,01 % van het externe handelsvolume.

Het instrument zal ten uitvoer worden gelegd volgens de methode van direct beheer en op basis van prioriteiten. In overleg met de belanghebbenden worden, op basis van behoeftenevaluaties, werkprogramma's opgesteld waarin de prioriteiten voor een bepaalde periode worden vastgelegd.

Het instrument voor douanecontroleapparatuur zal gevolgen hebben voor de inkomsten van de Unie en de lidstaten. Hoewel deze niet kwantificeerbaar zijn, wordt verwacht dat het programma het werk van de douaneautoriteiten bij de inning van douanerechten en van btw en accijnzen bij invoer zal vergemakkelijken en stroomlijnen. Doordat de kwaliteit van de controles zal verbeteren, zullen de douanediensten de financiële en economische belangen van de Unie en de lidstaten efficiënter beschermen.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Aangezien het om een nieuw domein gaat waarop de EU optreedt, is het van het allergrootste belang de focus en resultaatgerichtheid van het instrument voor douanecontroleapparatuur te garanderen. Er moeten ook beleidskeuzes worden gemaakt alvorens de acties volledig uit te rollen: de activiteiten van het lopende Douane 2020-programma maakten het mogelijk de situatie aan de externe landgrenzen van de EU in kaart te brengen wat betreft de aanwezigheid van douaneambtenaren en beschikbare apparatuur aan alle grensovergangen, maar voor zee- en luchtgrenzen en voor posthubs is op dit ogenblik slechts weinig informatie beschikbaar.

Tegen deze achtergrond is een specifiek model ontworpen, dat is afgestemd op de omstandigheden en behoeften van het instrument. Om een gelijk speelveld te creëren, is dit model gebaseerd op grensoverschrijdende centrale coördinatie, die diep geworteld is in nationale deskundigheid en ervaring. Vier bouwblokken, die overeenstemmen met de vier vastgestelde stappen, zullen de vastgestelde algemene en specifieke doelstellingen helpen verwezenlijken:

Deze vier bouwstenen worden in detail toegelicht in bijlage 6 bij de effectbeoordeling. Kort samengevat verloopt het proces als volgt:

De eerste stap bestaat uit de evaluatie van de behoeften aan elk grenstype: land, zee, lucht, posthubs. In de praktijk wordt hiervoor gebruik gemaakt van de succesvolle ervaringen van CELBET 12 . Dit deskundigenteam voor de douane aan de oostelijke en zuidoostelijke landgrens heeft een inventaris opgemaakt van de apparatuur aan de EU-landgrenzen door meer dan 9 200 gegevensvelden van 172 grensovergangen te verwerken, heeft de belangrijkste kenmerken van die grensovergangen geïdentificeerd en een typologie van grensovergangen voorgesteld (bv. weg- vs. spoorgrensovergangen, met vrachtwagenverkeer of alleen met niet-commercieel verkeer), heeft normen voor elke categorie apparatuur voorgesteld en heeft ten slotte een gapanalyse tussen de inventaris en de vastgestelde normen uitgevoerd, die het mogelijk maakte de benodigde middelen te ramen.

In de tweede stap worden de programmering binnen het werkprogramma en de overeenkomstige subsidieovereenkomsten benadrukt als belangrijkste resultaten. Aangezien er een afzonderlijke evaluatie beschikbaar zal zijn voor elk grenstype, zullen de werkzaamheden niet beperkt blijven tot het controleren van de subsidiabiliteit, maar ook betrekking hebben op de toewijzing van de fondsen overeenkomstig de douaneprioriteiten, -bedreigingen en -volumes. Bovendien zullen op het ogenblik van de vaststelling van het werkprogramma ook beleidskeuzes moeten worden gemaakt.

De derde stap is de tenuitvoerlegging: zodra de overeenkomsten zijn ondertekend, zullen de lidstaten apparatuur aanschaffen overeenkomstig de contractuele voorwaarden.

De vierde en laatste stap bestaat uit monitoring en controle.

Om regelmatige monitoring en rapportage te garanderen, voorziet het voorstel in een specifiek kader voor de monitoring van de resultaten die worden bereikt door het instrument en de acties in het kader daarvan. Deze monitoring en rapportage worden gebaseerd op indicatoren waarbij de gevolgen van de acties in het kader van het instrument worden getoetst aan vooraf bepaalde ijkpunten. Evenredige rapporteringseisen omvatten bepaalde minimuminformatie over apparatuur boven een bepaalde drempel.

Bovendien zal de Commissie een tussentijdse en een definitieve evaluatie uitvoeren. Deze evaluaties worden uitgevoerd overeenkomstig punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 13 , waarin de drie instellingen bevestigen dat evaluaties van bestaande wetgeving en bestaand beleid de basis vormen voor effectbeoordelingen van opties voor verdere acties. Tijdens de evaluaties wordt beoordeeld welk effect het instrument heeft op het terrein, op basis van indicatoren en streefdoelen en op basis van een gedetailleerde analyse van de mate waarin het instrument relevant, effectief en efficiënt kan worden geacht, en de mate waarin het een meerwaarde oplevert voor de EU en samenhangend is met andere beleidsterreinen van de EU. In de evaluaties wordt ook nagegaan welke lessen geleerd zijn, teneinde tekortkomingen/problemen te identificeren, en welke mogelijkheden er bestaan om de acties of hun resultaten te verbeteren en ervoor te zorgen dat ze een zo groot mogelijk effect hebben. In het kader van de evaluaties wordt ook gekeken welke kosten, baten en besparingen de regelgeving oplevert en worden deze in cijfers uitgedrukt.

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk I: Algemene bepalingen

Deze verordening voorziet in de oprichting van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, samen met Verordening (EU) [2018/XXX] tot oprichting van het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa 14 . Beide instrumenten zijn nauw met elkaar verbonden: het instrument dat het voorwerp uitmaakt van dit voorstel verleent steun voor apparatuur voor de controle van goederen aan de grenzen van de Unie, terwijl de aankoop van apparatuur met de steun van het andere instrument (dat ook steun verleent voor andere acties die verband houden met geïntegreerd grensbeheer) uitsluitend focust op controles in het kader van grensbeheer en visa. Door het brede spectrum aan doelstellingen moet voor beide instrumenten een verschillende rechtsgrond in het Verdrag worden gebruikt. Het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer moet daarom worden opgezet als een uitgebreid financieringskader dat bestaat uit twee sectorspecifieke voorstellen.

Dit instrument is dus in de eerste plaats gericht op de ondersteuning van de douane-unie en de douaneautoriteiten. Overeenkomstig de rechtsgrondslag moet de apparatuur dus in de eerste plaats bestemd zijn voor douanecontroles. Hiermee wordt echter niet alleen de douanewetgeving bedoeld, maar ook andere wetgeving met betrekking tot goederenbewegingen tussen het douanegebied van de Unie en andere gebieden, d.w.z. andere wetgeving die betrekking heeft op de externe aspecten van de interne markt, van het gemeenschappelijk handelsbeleid en van ander gemeenschappelijk beleid van de Unie dat van invloed is op de handel, en van de algemene beveiliging van de toeleveringsketen.

Het instrument heeft tot doel de douane-unie en de douaneautoriteiten te ondersteunen om de financiële en economische belangen van de Unie en haar lidstaten te beschermen, de beveiliging en veiligheid te garanderen, de Unie te beschermen tegen oneerlijke en illegale handel, en tegelijk legitieme bedrijfsactiviteiten te faciliteren. Concreet zal het instrument bijdragen tot passende en gelijkwaardige douanecontroles door de aankoop, het onderhoud en de modernisering van relevante, state-of-the-art en betrouwbare douanecontroleapparatuur.

Het instrument wordt ten uitvoer gelegd via direct beheer, met name door middel van subsidies. Om de efficiëntie en de interoperabiliteit van alle met de steun van EU-programma's aangekochte apparatuur te garanderen, zal de Commissie een coördinatiemechanisme opzetten in het kader van de voorbereiding van de werkprogramma's.

Hoofdstuk II: Subsidiabiliteit

Het instrument zal het mogelijk maken financiering te verlenen voor de aankoop, het onderhoud en de modernisering van in aanmerking komende apparatuur die in de eerste plaats bestemd is voor het uitvoeren van douanecontroles. Aangezien de meeste douanecontroleapparatuur evenzeer geschikt is voor controles op de naleving van andere wetgeving (bv. de bepalingen m.b.t. visa of politie), wordt apparatuur die nog andere doeleinden heeft dan douanecontroles niet uitgesloten. Het gebruik ervan voor dergelijke andere doeleinden wordt zelfs expliciet toegestaan. Dit zorgt ervoor dat de door dit instrument gefinancierde acties een zo groot mogelijk effect hebben.

Om de focus en prioriteiten bij de toekenning van financiering te garanderen, bevat het instrument specifieke subsidiabiliteitscriteria en niet-subsidiabele kosten. Afgezien van de duidelijke lijst van niet-subsidiabele kosten, komt apparatuur in de praktijk alleen in aanmerking voor subsidies als hij gebruikt wordt voor minstens een van de volgende doelen: niet-intrusieve inspectie; opsporen van verborgen voorwerpen op mensen; stralingsdetectie en nuclide-identificatie; analyse van monsters in laboratoria; monsterneming en veldanalyse van monsters; visitatie met handapparatuur. Bijlage 1 bevat een indicatieve lijst van apparatuur per voorwerp van douanecontrole. Omdat de behoeften in de loop van de tijd kunnen evolueren, is de Commissie bevoegd om deze lijst van types douanecontroles te herzien.

Naast de aankoop, het onderhoud en de modernisering van subsidiabele apparatuur verleent het instrument, voor zover van toepassing, ook steun voor de aankoop of modernisering van douanecontroleapparatuur voor het testen van nieuwe onderdelen of functies in operationele omstandigheden. Dit is een noodzakelijke stap alvorens de lidstaten van start kunnen gaan met grootschalige aankopen van dergelijke nieuwe apparatuur. Tests in operationele omstandigheden vormen een aanvulling op de onderzoeksactiviteiten die worden uitgevoerd in het kader van het Horizon-programma. Om alle mogelijke voordelen van de financiering door de Unie te benutten en overlappingen te voorkomen, zorgt de Commissie voor passende coördinatie tussen de twee instrumenten bij de voorbereiding van de werkprogramma's.

Om te zorgen voor een zo groot mogelijke meerwaarde voor de EU, staat het instrument open voor alle overheidsdiensten van de lidstaten die douane- en aanverwante taken uitvoeren. Om in aanmerking te komen voor financiering moet een douaneautoriteit van een lidstaat de in artikel 11, lid 3, vermelde informatie indienen die nodig is voor de behoeftenevaluatie.

Bij Verordening (EU) [2018/XXX] van het Europees Parlement en de Raad 15 is het douaneprogramma voor samenwerking op douanegebied vastgesteld, ter ondersteuning van de douane-unie en de douaneautoriteiten. Om de samenhang en de horizontale coördinatie van samenwerkingsacties te handhaven, is het dienstig al deze acties ten uitvoer te leggen onder één wetgevingshandeling en geheel van regels. Dit instrument verleent alleen steun voor de aankoop, het onderhoud en de modernisering van subsidiabele douanecontroleapparatuur, terwijl het Douane-programma voor samenwerking op douanegebied steun verleent voor aanverwante acties, zoals samenwerking bij de behoeftenevaluatie of opleiding met betrekking tot de aangekochte apparatuur.

Hoofdstuk III: Subsidies

Subsidies worden toegekend overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Gezien de specifieke identiteit van de begunstigden van het instrument, namelijk de douaneautoriteiten van de lidstaten, en overeenkomstig de uitzonderingen die voorzien zijn bij het Financieel Reglement, zullen de subsidies worden toegekend zonder oproep tot het indienen van voorstellen.

Aangezien meerdere programma's kunnen bijdragen tot één actie, moeten overlappingen bij de financiering worden uitgesloten. Er is dan ook een specifieke bepaling om te vermijden dat via verscheidene instrumenten financiering van de Unie wordt verstrekt om dezelfde kosten te dekken.

Hoofdstuk IV: Programmering, toezicht, evaluatie en controle

Het instrument wordt ten uitvoer gelegd via werkprogramma's die door de Commissie worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure die bedoeld is in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren.

De voorbereiding van het werkprogramma wordt ondersteund door behoeftenevaluaties, zoals hierboven samengevat en in detail uiteengezet in bijlage 6 bij de effectbeoordeling. Deze behoeftenevaluaties worden uitgevoerd in het kader van het Douane 2020-programma en, vanaf 2021, in het kader van het nieuwe Douane-programma.

Er wordt een uitgebreid kader voor monitoring, evaluatie en rapportage opgezet om te garanderen dat de doelstellingen van het instrument worden bereikt. Met name het systeem voor de rapportage van de evaluaties moet garanderen dat de gegevens voor de evaluatie van het instrument efficiënt, doeltreffend, tijdig en op het juiste niveau van granulariteit worden verzameld. De betreffende gegevens en informatie moeten aan de Commissie worden verstrekt in overeenstemming met andere wettelijke bepalingen; zo nodig moeten bijvoorbeeld persoonsgegevens geanonimiseerd worden. Te dien einde moeten evenredige rapportagevereisten worden opgelegd aan de ontvangers van middelen van de Unie.

Hoofdstuk V: Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie en comitéprocedure

De Commissie krijgt de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot:

de herziening van de controledoeleinden, d.w.z. de essentiële subsidiabiliteitscriteria, aangezien deze in de loop van de tijd aanzienlijk kunnen evolueren ten gevolge van douaneprioriteiten, bedreigingen en technologieën, en

de wijziging van bijlage 2 om zo nodig de indicatoren te herzien en aan te vullen en deze verordening aan te vullen met bepalingen inzake de oprichting van een monitoring- en evaluatiekader.

De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Om de coherentie en horizontale coördinatie van alle douaneacties in het kader van dit instrument en het Douane-programma te garanderen, wordt voorgesteld één comité op te richten. Aangezien er al een comité bestaat voor het lopende Douane 2020-programma en wordt voorgesteld dit comité in het nieuwe Douane-programma te bevestigen, wordt voorgesteld dit comité voor het Douane-programma ook bevoegd te verklaren voor het onderhavige instrument.

Hoofdstuk VI: Overgangs- en slotbepalingen

Er zal op samenhangende, doeltreffende en evenredige wijze doelgerichte informatie worden verstrekt aan diverse doelgroepen, waaronder de media en het grote publiek.

2018/0258 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 33, 114 en 207,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 16 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De 2 140 douanekantoren 17  langs de buitengrenzen van de Europese Unie moeten goed uitgerust zijn om de werking van de douane-unie te garanderen. De behoefte aan passende en gelijkwaardige douanecontroles is groter dan ooit, niet alleen wegens de traditionele functie van de douane, namelijk het innen van douanerechten, maar ook steeds meer omdat de controle op goederen die de Unie aan de buitengrenzen binnenkomen of verlaten, moet worden versterkt teneinde de veiligheid en beveiliging te garanderen. Tegelijkertijd mogen deze controles op goederenstromen die de buitengrenzen overschrijden, geen belemmering vormen voor legitieme handel met derde landen, maar moeten ze deze zelfs vergemakkelijken.

(2)Momenteel bestaan er verschillen tussen de lidstaten bij de uitvoering van douanecontroles. Dit is zowel te wijten aan geografische verschillen tussen de lidstaten als aan hun respectieve capaciteiten en middelen. Of de lidstaten kunnen reageren op uitdagingen ten gevolge van voortdurend evoluerende mondiale bedrijfsmodellen en toeleveringsketens hangt niet alleen af van de menselijke factor, maar ook van de beschikbaarheid van moderne en betrouwbare douanecontroleapparatuur. De beschikbaarheid van gelijkwaardige douanecontroleapparatuur is daarom een belangrijk element om het evenwicht tussen de lidstaten te herstellen. Het zal de gelijkwaardigheid bij de uitvoering van douanecontroles in de lidstaten verbeteren en zo voorkomen dat goederenstromen gebruikmaken van de zwakste punten om de EU binnen te komen.

(3)De lidstaten hebben er herhaaldelijk op gewezen dat zij financiële steun nodig hebben en hebben een grondige analyse van de benodigde apparatuur gevraagd. In zijn conclusies over douanefinanciering van 23 maart 2017 18 heeft de Raad de Commissie verzocht om "een oordeel te vormen over de mogelijkheid om benodigde technische apparatuur te financieren uit toekomstige financiële programma's van de Commissie, en ten behoeve van de financiering de coördinatie te verbeteren en de samenwerking tussen douaneautoriteiten en andere rechtshandhavingsautoriteiten te versterken".

(4)Volgens Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad 19 mogen douanecontroles niet alleen worden begrepen als toezicht op de douanewetgeving, maar ook op andere wetgeving betreffende het binnenbrengen, het uitgaan, de doorvoer, het overbrengen, de opslag en de bijzondere bestemming van goederen die tussen het douanegebied van de Unie en landen of gebieden daarbuiten worden vervoerd, en betreffende de aanwezigheid en het verkeer binnen het douanegebied van de Unie van niet-Uniegoederen en goederen die onder de regeling bijzondere bestemming zijn geplaatst. Dergelijke andere wetgeving waarbij de douaneautoriteiten bevoegd worden verklaard voor specifieke controletaken bevat bepalingen inzake belastingheffing, met name wat accijnzen en belasting over de toegevoegde waarde betreft, de externe aspecten van de interne markt, het gemeenschappelijk handelsbeleid en ander gemeenschappelijk beleid van de Unie dat gevolgen heeft voor de handel, de algemene veiligheid van de toeleveringsketen en de bescherming van de financiële en economische belangen van de Unie en haar lidstaten.

(5)Door de totstandbrenging van een passend en gelijkwaardig niveau van douanecontroles aan de buitengrenzen van de Unie kunnen de voordelen van de douane-unie worden gemaximaliseerd. Een gericht optreden van de Unie op het gebied van douanecontroleapparatuur, waarbij het evenwicht tussen de lidstaten wordt hersteld, zou bovendien bijdragen tot de algehele samenhang tussen de lidstaten. Gezien de uitdagingen waarvoor de wereld staat, met name de aanhoudende noodzaak om de financiële en economische belangen van de Unie en haar lidstaten te beschermen en tegelijk de legitieme handelsstromen te vergemakkelijken, is de beschikbaarheid van moderne en betrouwbare douanecontroleapparatuur aan de buitengrenzen onontbeerlijk.

(6)Het is dan ook opportuun een nieuw Instrument voor financiële ondersteuning van douanecontroleapparatuur op te zetten.

(7)Aangezien de douaneautoriteiten van de lidstaten steeds meer verantwoordelijkheden op zich hebben genomen, vaak op het gebied van de beveiliging van de buitengrenzen, moeten de lidstaten passende financiële steun van de Unie krijgen om te zorgen voor gelijkwaardigheid bij het uitvoeren van grenscontroles en douanecontroles aan de buitengrenzen. Wat de controle van goederen en personen betreft, is het evenzeer belangrijk om de samenwerking te bevorderen tussen de nationale autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor grenscontroles of andere taken die aan de grenzen worden uitgevoerd.

(8)Het is dan ook noodzakelijk een Fonds voor geïntegreerd grensbeheer ("het Fonds") op te zetten.

(9)Vanwege de juridische bijzonderheden die van toepassing zijn op titel V van het VWEU en het verschil in toepasselijke rechtsgrond tussen het beleid inzake de buitengrenzen en het beleid inzake douanecontroles, is het juridisch niet mogelijk om het Fonds in één enkel financieel instrument onder te brengen.

(10)Het Fonds moet derhalve worden opgezet als een alomvattend kader voor financiële steun van de Unie op het gebied van grensbeheer, dat het bij deze verordening vastgestelde Instrument voor douanecontroleapparatuur ("het Instrument") omvat, alsook het bij Verordening (EU) .../... van het Europees Parlement en de Raad 20 vastgestelde Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa.

(11)In deze verordening worden voor het Instrument de financiële middelen vastgelegd die voor het Europees Parlement en de Raad in de loop van de jaarlijkse begrotingsprocedure het voornaamste referentiebedrag vormen in de zin van punt 17 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 21 .

(12)Verordening (EU, Euratom) [2018/XXX] van het Europees Parlement en de Raad 22 (het "Financieel Reglement") is op dit Instrument van toepassing. Het bevat regels voor de uitvoering van de Uniebegroting, daaronder begrepen regels voor subsidies.

(13)Bij Verordening (EU) [2018/XXX] van het Europees Parlement en de Raad 23 is het douaneprogramma voor samenwerking op douanegebied vastgesteld, ter ondersteuning van de douane-unie en de douaneautoriteiten. Om de samenhang en de horizontale coördinatie van samenwerkingsacties te handhaven, is het dienstig al deze acties ten uitvoer te leggen onder één wetgevingshandeling en geheel van regels. Daarom moeten alleen de aankoop, het onderhoud en de modernisering van subsidiabele douanecontroleapparatuur worden ondersteund in het kader van dit Instrument, terwijl het Douane-programma voor samenwerking op douanegebied steun moet verlenen voor aanverwante acties, zoals samenwerking bij de beoordeling van behoeften of opleiding met betrekking tot de aangekochte apparatuur.

(14)Voor zover van toepassing moet het Instrument bovendien ook de aankoop of modernisering van douanecontroleapparatuur ondersteunen met het oog op het testen van nieuwe onderdelen of functies in operationele omstandigheden, alvorens de lidstaten beginnen met de grootschalige aankoop van dergelijke nieuwe apparatuur. Tests in operationele omstandigheden moeten met name rekening houden met de resultaten van onderzoek van douanecontroleapparatuur in het kader van Verordening (EU) [2018/XXX] 24 .

(15)De meeste douanecontroleapparatuur is eveneens geschikt voor controles op de naleving van andere wetgeving, zoals de bepalingen m.b.t. grensbeheer, visa of politiesamenwerking. Het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer is dan ook opgevat als twee complementaire instrumenten, met een verschillend maar samenhangend toepassingsgebied voor de aankoop van apparatuur. Enerzijds komt apparatuur die zowel voor grensbeheer als voor douanecontroles kan worden gebruikt niet in aanmerking voor het bij Verordening [2018/XXX] 25 opgezette instrument voor grensbeheer en visa. Anderzijds verleent het bij de onderhavige verordening opgezette instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur niet alleen financiële steun voor apparatuur die douanecontroles als hoofddoel heeft, maar staat het ook toe dat die apparatuur voor andere doeleinden, zoals grenscontroles en beveiliging, wordt gebruikt. Deze opdeling zal de samenwerking tussen instanties in het kader van het Europees geïntegreerd grensbeheer, zoals bedoeld in artikel 4, onder e), van Verordening (EU) 2016/1624 26 , bevorderen en douane- en grensautoriteiten in staat stellen samen te werken met gedeelde en interoperabele apparatuur, waardoor de begroting van de Unie een zo groot mogelijk effect krijgt.

(16)In afwijking van het Financieel Reglement is financiering van een actie door verschillende programma’s of instrumenten van de Unie toegestaan om, in voorkomend geval, domeinoverschrijdende samenwerking en interoperabiliteit mogelijk te maken. In dergelijke gevallen mogen de bijdragen echter niet dezelfde kosten dekken, overeenkomstig het in het Financieel Reglement vastgestelde verbod op dubbele financiering.

(17)Gezien de snelle evolutie van de douaneprioriteiten, bedreigingen en technologieën, mogen werkprogramma's geen lange looptijd hebben. Jaarlijkse werkprogramma's zouden echter de administratieve last voor zowel de Commissie als de lidstaten doen toenemen, zonder dat dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van het Instrument. Daarom moeten werkprogramma’s in beginsel betrekking hebben op meer dan één jaar.

(18)Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van het werkprogramma in het kader van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 27 .

(19)Gezien de technische aard van dit Instrument is centrale tenuitvoerlegging onontbeerlijk om de specifieke doelstelling van gelijkwaardige douanecontroles te bereiken, maar er zijn voorbereidende werkzaamheden nodig op technisch niveau. De tenuitvoerlegging moet dan ook worden ondersteund door behoeftenevaluaties die gebaseerd zijn op de nationale deskundigheid en ervaring van de douanediensten van de lidstaten. Voor de uitvoering van deze evaluaties moet een duidelijke methode worden gevolgd, met een minimumaantal stappen voor het verzamelen van de benodigde informatie.

(20)Om regelmatige monitoring en rapportering te garanderen, moet worden voorzien in een passend kader voor toezicht op de resultaten die worden bereikt door het Instrument en de acties in het kader daarvan. Deze monitoring en rapportage moeten worden gebaseerd op indicatoren waarbij de gevolgen van de acties in het kader van het Instrument worden gemeten. Evenredige rapporteringseisen moeten bepaalde minimuminformatie bevatten over douanecontroleapparatuur boven een bepaalde kostendrempel.

(21)Overeenkomstig de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016 28 moet dit Instrument worden geëvalueerd op basis van informatie die verzameld is aan de hand van specifieke monitoringvoorschriften, waarbij echter overregulering en administratieve lasten, in het bijzonder voor de lidstaten, worden vermeden. Voor zover van toepassing kunnen deze eisen meetbare indicatoren bevatten, als basis voor de evaluatie van de effecten van het Instrument op het terrein.

(22)Om op passende wijze te kunnen reageren op veranderende beleidsprioriteiten, bedreigingen en technologieën, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden gedelegeerd aan de Commissie, zodat zij de lijst van voorwerpen van douanecontroles kan wijzigen voor acties die in aanmerking komen voor steun uit hoofde van het Instrument, alsook de lijst van indicatoren om de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen te meten. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(23)Overeenkomstig het Financieel Reglement, Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad 29 , Verordening (Euratom, EG) nr. 2988/95 van de Raad 30 , Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad 31 en Verordening (EU) 2017/1939 32 moeten de financiële belangen van de Unie worden beschermd aan de hand van evenredige maatregelen, daaronder begrepen voorkoming, opsporing, correctie en onderzoek van onregelmatigheden en fraude, terugvordering van verloren gegane, onverschuldigd betaalde of onjuist bestede financiële middelen alsmede, in voorkomend geval, oplegging van administratieve sancties. Overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 kan OLAF onderzoeken verrichten, met inbegrip van controles en inspecties ter plaatse, om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie zijn geschaad. Overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad kan het Europees Openbaar Ministerie overgaan tot onderzoek en vervolging van fraude en andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad in de zin van Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad 33 . Personen of entiteiten die middelen van de Unie ontvangen, moeten overeenkomstig het Financieel Reglement ten volle meewerken aan de bescherming van de financiële belangen van de Unie, de nodige rechten en toegang verlenen aan de Commissie, OLAF, het EMO en de Europese Rekenkamer alsmede ervoor zorgen dat derden die betrokken zijn bij de uitvoering van middelen van de Unie gelijkwaardige rechten verlenen.

(24)Horizontale financiële regels die door het Europees Parlement en de Raad zijn vastgesteld op basis van artikel 322 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zijn van toepassing op deze verordening. Deze regels zijn neergelegd in het Financieel Reglement en bepalen met name de procedure voor het opstellen en uitvoeren van de begroting door middel van subsidies, overheidsopdrachten, prijzen, indirecte uitvoering, en voorzien in controles op de verantwoordelijkheid van financiële actoren. De op basis van artikel 322 VWEU vastgestelde regels hebben ook betrekking op de bescherming van de begroting van de Unie in geval van algemene tekortkomingen ten aanzien van de rechtsstaat in de lidstaten, aangezien de eerbiediging van de rechtsstaat een essentiële basisvoorwaarde is voor een goed financieel beheer en effectieve EU-financiering.

(25)De soorten financiering en de uitvoeringsmethoden in het kader van deze verordening worden gekozen op grond van hun vermogen om de specifieke doelstelling van de acties te verwezenlijken en resultaten op te leveren, met name rekening houdend met de controlekosten, de administratieve lasten en het verwachte risico van niet-naleving. Dit houdt mede in dat het gebruik van vaste bedragen, forfaits en eenheidskosten moet worden overwogen, alsmede financiering die niet gekoppeld is aan de kosten die bedoeld zijn in artikel 125, lid 1, van het Financieel Reglement.

(26)Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van een instrument ter bevordering van de douane-unie en de douaneautoriteiten, ten gevolge van geografische verschillen onvoldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen, maar dankzij het gelijkwaardige niveau en de gelijkwaardige kwaliteit van douanecontroles die tot stand komen door een gecoördineerde aanpak en gecentraliseerde financiering, beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie vastgestelde subsidiariteitsbeginsel Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat de verordening niet verder dan nodig is om dit doel te verwezenlijken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

1.Bij deze verordening wordt het Instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur ("het Instrument") opgezet, als onderdeel van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer ("het Fonds"), teneinde financiële steun te verlenen voor de aankoop, het onderhoud en de modernisering van douanecontroleapparatuur.

2.Samen met Verordening (EU) [2018/XXX] waarbij, als onderdeel van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa 34 wordt opgezet, wordt bij deze verordening het Fonds opgezet.

3.In deze verordening worden de doelstellingen van het Instrument, de begroting voor de periode 2021-2027, de vormen van financiering door de Unie en de regels voor het verstrekken van dergelijke financiering vastgesteld.

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

(1)"douaneautoriteiten": de in artikel 5, punt 1), van Verordening (EU) nr. 952/2013 gedefinieerde autoriteiten;

(2)"douanecontroles": de in artikel 5, punt 3), van Verordening (EU) nr. 952/2013 gedefinieerde specifieke handelingen;

(3)"douanecontroleapparatuur": apparatuur die in de eerste plaats bestemd is voor het uitvoeren van douanecontroles;

(4)"mobiele douanecontroleapparatuur": elk vervoermiddel dat, naast zijn mobiele capaciteiten, bestemd is om zelf een stuk douanecontroleapparatuur te vormen of volledig is uitgerust met douanecontroleapparatuur;

(5)"onderhoud": preventieve, corrigerende en voorspellende ingrepen - inclusief operationele en functionele controles, periodiek onderhoud, herstelling en revisie, maar exclusief modernisering - die nodig zijn om de werkingstoestand van een stuk douanecontroleapparatuur in stand te houden of te herstellen, zodat het zijn maximale nuttige levensduur kan bereiken;

(6)"modernisering": evolutieve ingrepen die nodig zijn om een verouderd stuk douanecontroleapparatuur naar een specifieke state-of-the-art werkingstoestand te brengen.

Artikel 3

Doelstellingen van het Instrument

1.Als onderdeel van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, is de algemene doelstelling van het Instrument de douane-unie en de douaneautoriteiten te ondersteunen bij het beschermen van de financiële en economische belangen van de Unie, de beveiliging en veiligheid in de Unie te garanderen, de Unie te beschermen tegen oneerlijke en illegale handel, en tegelijk legitieme bedrijfsactiviteiten te faciliteren.

2.De concrete doelstelling van het Instrument is bij te dragen tot passende en gelijkwaardige douanecontroles door de aankoop, het onderhoud en de modernisering van relevante, state-of-the-art en betrouwbare douanecontroleapparatuur.

Artikel 4

Begroting

1.De financiële middelen voor de uitvoering van het Instrument voor de periode 2021 tot en met 2027 bedragen 1 300 000 000 euro in lopende prijzen.

2.Het in lid 1 vermelde bedrag kan ook de uitgaven omvatten voor voorbereiding, monitoring, controle, audit, evaluatie en andere activiteiten voor het beheer van het Instrument en de evaluatie van de mate waarin de doelstellingen worden bereikt. Het kan voorts ook de uitgaven omvatten met betrekking tot studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en communicatieacties, voor zover deze verband houden met de doelstellingen van het Instrument, alsmede uitgaven in verband met informatietechnologienetwerken voor informatieverwerking en -uitwisseling, daaronder begrepen institutionele informatietechnologie-instrumenten, en andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die nodig zijn voor het beheer van het Instrument.

Artikel 5

Tenuitvoerlegging en vormen van EU-financiering

1.Het Instrument wordt ten uitvoer gelegd via direct beheer, overeenkomstig het Financieel Reglement.

2.In het kader van het Instrument kan financiering worden verstrekt in een van de vormen die zijn vastgesteld in het Financieel Reglement, en met name via subsidies.

3.Als de ondersteunde actie betrekking heeft op de aankoop of modernisering van apparatuur, zet de Commissie een coördinatiemechanisme op teneinde de efficiëntie en interoperabiliteit te waarborgen tussen alle apparatuur die met steun van programma's en instrumenten van de Unie wordt aangekocht.

HOOFDSTUK II

SUBSIDIABILITEIT

Artikel 6

In aanmerking komende acties

1.Om in aanmerking te komen voor financiering in het kader van dit Instrument moeten acties aan de volgende eisen voldoen:

(a)de in artikel 3 bedoelde doelstellingen ten uitvoer leggen;

(b)steun verlenen voor de aankoop, het onderhoud en de modernisering van douanecontroleapparatuur die voor een of meer van de volgende doeleinden kan worden gebruikt:

(1)niet-intrusieve inspectie;

(2)opsporen van verborgen voorwerpen op mensen;

(3)stralingsdetectie en nuclide-identificatie;

(4)analyse van monsters in laboratoria;

(5)monsterneming en analyse van monsters op het terrein;

(6)visitaties met handapparatuur.

Bijlage 1 bevat een indicatieve lijst van douanecontroleapparatuur die gebruikt kan worden om de in de punten 1 tot en met 6 vermelde doelstellingen op het gebied van douanecontrole te verwezenlijken.

2.Bij wijze van uitzondering op lid 1 mogen de acties in gerechtvaardigde gevallen ook betrekking hebben op de aankoop, het onderhoud en de modernisering van douanecontroleapparatuur voor het testen van nieuwe onderdelen of nieuwe functies in operationele omstandigheden.

3.De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 14 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de in lid 1, onder b), en in bijlage 1 vermelde lijst van voorwerpen van douanecontrole, als dit noodzakelijk wordt geacht.

4.Douanecontroleapparatuur die in het kader van dit Instrument wordt gefinancierd, mag nog voor andere doeleinden dan douanecontroles worden gebruikt, zoals controles van personen ter ondersteuning van de nationale autoriteiten voor grensbeheer en onderzoeksdoeleinden.

Artikel 7

In aanmerking komende entiteiten

Bij wijze van uitzondering op artikel 197 van het Financieel Reglement zijn de douaneautoriteiten van de lidstaten de in aanmerking komende entiteiten, voor zover zij de informatie verstrekken die nodig is voor de in artikel 11, lid 3, bedoelde behoeftenevaluatie.

Artikel 8

Medefinancieringspercentage

1.In het kader van het Instrument kan tot 80 % van de totale subsidiabele kosten van een actie worden gefinancierd.

2.Financiering boven dit maximumpercentage wordt alleen in naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke omstandigheden verleend.

Artikel 9

In aanmerking komende kosten

De volgende kosten komen niet in aanmerking voor financiering in het kader van het instrument:

(a)kosten die verband houden met de aankoop van grond;

(b)kosten die verband houden met infrastructuur, zoals gebouwen of buitenvoorzieningen, en met meubilair;

(c)kosten die verband houden met elektronische systemen, met uitzondering van software die rechtstreeks noodzakelijk is om de douanecontroleapparatuur te gebruiken;

(d)kosten voor netwerken, zoals beveiligde of onbeveiligde communicatiekanalen, of abonnementen;

(e)kosten voor vervoersmiddelen, zoals voertuigen, luchtvaartuigen of schepen, met uitzondering van mobiele douanecontroleapparatuur;

(f)kosten van verbruiksgoederen, daaronder begrepen referentie- of kalibreringsmateriaal, voor douanecontroleapparatuur;

(g)kosten in verband met persoonlijke beschermingsmiddelen.

HOOFDSTUK III

SUBSIDIES

Artikel 10

Toekenning, complementariteit en gecombineerde financiering

1.De toekenning en het beheer van subsidies uit hoofde van het Instrument geschieden overeenkomstig titel VIII van het Financieel Reglement.

2.Overeenkomstig artikel 195, onder f), van het Financieel Reglement worden de subsidies zonder oproep tot het indienen van voorstellen toegekend aan de in artikel 7 bedoelde in aanmerking komende entiteiten.

3.Bij wijze van uitzondering op artikel 191 van het Financieel Reglement, kan een actie die een bijdrage heeft ontvangen uit het bij Verordening (EU) [2018/XXX 35 ] opgezette Douane-programma voor samenwerking op douanegebied of uit elk ander programma van de Unie eveneens een bijdrage krijgen uit het Instrument, voor zover de bijdragen niet dezelfde kosten dekken. De regels van elk programma van de Unie dat een bijdrage verstrekt, zijn van toepassing op de respectieve bijdragen van dat programma tot de actie. De cumulatieve financiering bedraagt niet meer dan de totale in aanmerking komende kosten van de actie, en de ondersteuning vanuit de verschillende programma's van de Unie kan pro rata worden berekend overeenkomstig de documenten waarin de voorwaarden voor ondersteuning zijn vastgelegd.

HOOFDSTUK IV

PROGRAMMERING, MONITORING EN EVALUATIE

Artikel 11

Werkprogramma

1.Het Instrument wordt ten uitvoer gelegd door middel van de werkprogramma's waarvan sprake in artikel 110, lid 2, van het Financieel Reglement.

2.De werkprogramma's worden door de Commissie vastgesteld via een uitvoeringshandeling. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 15 bedoelde onderzoeksprocedure.

3.De in lid 1 vermelde werkprogramma's worden gebaseerd op een behoeftenevaluatie die minstens bestaat uit:

(a)een gemeenschappelijke classificatie van grensovergangen;

(b)een uitputtende inventaris van de beschikbare douanecontroleapparatuur;

(c)een gemeenschappelijke definitie van een minimum- en een optimale norm voor douanecontroleapparatuur, per categorie grensovergang; en

(d)een gedetailleerde raming van de financiële behoeften.

De behoeftenevaluatie is gebaseerd op acties die zijn uitgevoerd in het kader van het bij Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad 36 vastgestelde Douane 2020-programma of het bij Verordening (EU) [2018/XXX] 37 opgerichte Douane-programma voor samenwerking op douanegebied, en wordt regelmatig, en minstens om de drie jaar, geactualiseerd.

Artikel 12

Monitoring en rapportage

1.Bijlage 2 bij dit voorstel bevat indicatoren voor de rapportage over de voortgang van het Instrument bij de verwezenlijking van de in artikel 3 genoemde algemene en specifieke doelstellingen.

2.Om een doeltreffende beoordeling van de voortgang op weg naar de verwezenlijking van de doelstellingen van het Instrument te waarborgen, wordt de Commissie gemachtigd om overeenkomstig artikel 14 gedelegeerde handelingen vast te stellen om bijlage 2 te wijzigen, teneinde de indicatoren indien nodig te herzien of aan te vullen en teneinde deze verordening aan te vullen met bepalingen inzake de vaststelling van een monitoring- en evaluatiekader. 

3.Het systeem voor de rapportage van de evaluaties moet garanderen dat de gegevens voor monitoring van de tenuitvoerlegging en de resultaten van het Instrument efficiënt, doeltreffend en tijdig worden verzameld. Te dien einde moeten evenredige rapportagevereisten worden opgelegd aan de ontvangers van middelen van de Unie.

4.De in lid 3 bedoelde rapportage-eisen schrijven minstens voor dat de onderstaande informatie aan de Commissie moet worden meegedeeld wanneer de kosten van een stuk douanecontroleapparatuur hoger zijn dan 10 000 euro, belastingen niet inbegrepen:

(a)inbedrijfstelling en buitenbedrijfstelling van de douanecontroleapparatuur;

(b)statistieken over het gebruik van de douanecontroleapparatuur;

(c)informatie over de resultaten van het gebruik van de douanecontroleapparatuur.

Artikel 13

Evaluatie

1.De evaluaties moeten tijdig worden verricht, zodat zij in de besluitvorming kunnen worden meegenomen.

2.De tussentijdse evaluatie van het Instrument wordt uitgevoerd zodra voldoende informatie over de uitvoering van het Instrument beschikbaar is, maar uiterlijk vier jaar nadat met de uitvoering van het Instrument is begonnen.

3.Aan het einde van de uitvoering van het Instrument, maar uiterlijk vier jaar na afloop van de in artikel 1 genoemde periode, voert de Commissie een eindevaluatie van het Instrument uit.

4.De Commissie deelt de conclusies van de evaluaties samen met haar opmerkingen mee aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s.

HOOFDSTUK V

UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEIDSDELEGATIE EN COMITÉPROCEDURE

Artikel 14

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.De in artikel 6, lid 3, en artikel 12, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend tot 31 december 2028.

3.Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 6, lid 3, en artikel 12, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit wordt van kracht op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een in dat besluit genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016.

5.Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6.Een overeenkomstig artikel 6, lid 3, en artikel 12, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt die termijn met twee maanden verlengd.

Artikel 15

Comitéprocedure

1.De Commissie wordt bijgestaan door het in artikel 18 van Verordening (EU) [2018/XXX] 38 bedoelde comité van het Douane-programma.

2.Wanneer naar deze alinea wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) 182/2011 van toepassing.

HOOFDSTUK VI

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 16

Informatie, communicatie en publiciteit

1.De ontvangers van financiering van de Unie erkennen de oorsprong van en geven zichtbaarheid aan de financiering van de Unie (met name wanneer zij de acties en de resultaten ervan promoten) door meerdere doelgroepen, waaronder de media en het grote publiek, doelgericht en op samenhangende, doeltreffende en evenredige wijze te informeren.

2.De Commissie voert informatie- en communicatieacties uit met betrekking tot het Instrument alsmede de acties en de resultaten ervan. De aan het Instrument toegewezen financiële middelen dragen tevens bij aan de institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de in artikel 3 genoemde doelstellingen.

Artikel 17

Overgangsbepalingen

Zo nodig kunnen voor het beheer van acties die op 31 december 2027 nog niet zijn voltooid, ook na 2027 kredieten ter dekking van de in artikel 4, lid 2, bedoelde uitgaven in de begroting worden opgenomen.

Artikel 18

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

1.4.Doelstelling(en)

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.6.Duur en financiële gevolgen

1.7.Beheersvorm(en)

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven 

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

3.2.5.Bijdragen van derden

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) (programmacluster)

11 Grensbeheer

11.02 Fonds voor geïntegreerd grensbeheer

11.02.11 Instrument voor douanecontroleapparatuur

1.3.Het voorstel/initiatief betreft:

X een nieuwe actie 

 een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie 39  

 de verlenging van een bestaande actie 

 de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie 

1.4.Motivering van het voorstel/initiatief

1.4.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

Het instrument wordt ten uitvoer gelegd via een uitvoeringshandeling tot vaststelling van een werkprogramma. De goedkeuring is gepland voor het eerste kwartaal van 2021, nadat de behoeften zijn geëvalueerd (in het kader van het huidige Douane 2020-programma) en het comité voor het Douane-programma is geraadpleegd. Voor de uitvoering van het werkprogramma worden uiterlijk vanaf het tweede kwartaal van 2021 subsidieovereenkomsten gesloten met de begunstigden.

1.4.2.Toegevoegde waarde van de betrokkenheid van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, o.a. coördinatiewinst, rechtszekerheid, een grotere doeltreffendheid en complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder "toegevoegde waarde van de betrokkenheid van de Unie" verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die zou zijn gecreëerd indien alleen de lidstaat een maatregel had getroffen.

Redenen voor een EU-optreden (vooraf): de Commissie erkent de behoefte om de gelijkwaardigheid van douanecontroles in de lidstaten te verbeteren, om te voorkomen dat goederenstromen via de zwakste punten de EU binnenkomen, en stelt daarom dit nieuwe Instrument voor. Zorgen voor gelijkwaardige douaneapparatuur en -infrastructuur is inderdaad belangrijk om het huidige onevenwicht tussen de lidstaten weg te werken. Dit onevenwicht is gedeeltelijk te wijten aan verschillen in de capaciteiten en middelen die voorhanden zijn in de lidstaten. Of de lidstaten kunnen reageren op uitdagingen ten gevolge van voortdurend evoluerende mondiale bedrijfsmodellen en toeleveringsketens hangt niet alleen af van de menselijke factor, maar ook van de beschikbaarheid van moderne en betrouwbare controleapparatuur. Door de niet-aflatende toename van het goederenvolume en de steeds grotere behoefte aan grenscontroles, moet de traditionele functie van de douane, namelijk douanerechten innen, worden aangevuld met een versterkte controle op de goederen die de EU binnenkomen of verlaten, teneinde de veiligheid en beveiliging te garanderen. Tegelijkertijd mogen deze controles op goederenstromen die de buitengrenzen overschrijden, geen belemmering vormen voor legitieme handel. Ze moeten deze zelfs vergemakkelijken.

Verwachte gegenereerde meerwaarde voor de Unie (achteraf): binnen de douane-unie kan dit alleen worden verwezenlijkt door ervoor te zorgen dat zelfs de zwakste schakel sterk genoeg is om zijn functie te vervullen. Het Instrument zal dus de douane-unie ondersteunen en zal in de eerste plaats een aanvulling vormen op de acties van het Douane-programma.

1.4.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

Niet van toepassing

1.4.4.Verenigbaarheid en eventuele synergie met andere passende instrumenten

Het instrument hangt nauw samen met het nieuwe Douane-programma, dat de behoeftenevaluatie zal ondersteunen. Bovendien zijn er koppelingen met de activiteiten die worden uitgevoerd door het Europees Bureau voor fraudebestrijding OLAF, met name wat betreft de bestrijding van fraude ter bescherming van de financiële belangen van de Unie overeenkomstig artikel 325 VWEU.

1.5.Duur en financiële gevolgen

X beperkte geldigheidsduur

X    geldig van 1.1.2021 tot en met 31.12.2027

X    Financiële gevolgen vanaf 2021 tot en met 2027 voor vastleggingskredieten en vanaf 2021 tot en met 2030 voor betalingskredieten.

 onbeperkte geldigheidsduur

Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.6.Beheersvorm(en) 40  

X Direct beheer door de Commissie

X door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

   door de uitvoerende agentschappen

   gedeeld beheer met de lidstaten

   indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

derde landen of de door hen aangewezen organen;

internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

de EIB en het Europees Investeringsfonds;

de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

publiekrechtelijke organen;

privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

Opmerkingen

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

Zodra voldoende informatie beschikbaar is over de tenuitvoerlegging van het Instrument, maar uiterlijk vier jaar nadat met de tenuitvoerlegging van het Instrument is begonnen, wordt een tussentijdse evaluatie uitgevoerd waarbij wordt gekeken naar de verwezenlijking van de doelstellingen van het Instrument en de efficiëntie en toegevoegde waarde ervan op het niveau van de Unie.

In een eindevaluatie moeten het langetermijneffect en de duurzaamheidseffecten van het Instrument worden behandeld. Deze wordt uitgevoerd aan het einde van de tenuitvoerlegging van het Instrument, maar uiterlijk vier jaar na het einde van de financieringsperiode.

Deze evaluaties moeten onder meer gebaseerd zijn op de indicatoren die zijn vastgesteld voor monitoring en rapportage.

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

Wat de component douanecontroleapparatuur betreft, is de voorkeursoptie direct beheer via het verstrekken van subsidies aan nationale autoriteiten voor de aankoop, het onderhoud en de modernisering van douanecontroleapparatuur.

Het nieuwe EU-optreden heeft tot doel het evenwicht tussen de lidstaten te herstellen en te zorgen voor gelijkwaardige prestaties bij de uitvoering van douanecontroles in de hele Europese Unie. Het is duidelijk dat, om deze doelstelling te bereiken, coördinatie over de nationale grenzen heen nodig is; een gecentraliseerde aanpak via direct beheer is de beste manier om dit te bereiken. Aangezien de nationale autoriteiten - en niet de Unie - eigenaar moeten blijven van de apparatuur die zij gebruiken om hun taken aan de EU-grenzen uit te voeren, neemt het EU-optreden de vorm aan van subsidies aan lidstaten ter ondersteuning van de aankoop, het onderhoud en de modernisering van douanecontroleapparatuur, overeenkomstig vooraf vastgestelde normen per grenstype.

Direct beheer is ook het uitvoeringsmechanisme voor bestaande acties op het gebied van douane, in het kader van het Douane-programma of het Hercules III-programma. Het is een passende aanpak aangezien er in dit geval slechts sprak is van een aantal begunstigden, namelijk de 27 lidstaten; dit maakt het mogelijk gebruik te maken van verscheidene vereenvoudigingen waarin voorzien is bij het Financieel Reglement en de uitvoeringsbepalingen daarvan, met name de uitzonderingen op oproepen tot het indienen van voorstellen.

Om ten volle gebruik te kunnen maken van de kennis en operationele ervaring van de nationale autoriteiten en aldus te kunnen voldoen aan hun daadwerkelijke behoeften, zal de Commissie bij de voorbereidende taken voor het direct beheer worden ondersteund door teams van deskundigen uit de lidstaten (bv. voor de behoeftenevaluatie en de vaststelling van normen voor minimumapparatuur per grenstype). De uiteindelijke beleidsbeslissingen worden genomen door de Commissie, die de fondsen toewijst via subsidies op basis van prioriteiten voor het douanebeleid, bedreigingen en volumes, volgens een comitéprocedure.

Medefinanciering, d.w.z. nationale bijdragen ter aanvulling van het EU-optreden, en ex-antevoorwaarden, zoals het aantonen van passende bestuurlijke capaciteit in termen van personeel en vaardigheden, worden eveneens overwogen. Dit zorgt ervoor dat de aanschaf van douanecontroleapparatuur alleen plaatsvindt met de volle medewerking van de lidstaten en wanneer de voorwaarden zijn vervuld, hetgeen garandeert dat de apparatuur ook echt wordt gebruikt en dat het EU-optreden een tastbaar effect heeft.

Voor subsidies wordt voorfinanciering overwogen, maar dit zou eerder beperkt zijn (ongeveer 20 % - nader te bepalen in het werkprogramma) in het eerste jaar van de subsidieovereenkomst, aangezien de openbare aanschaf van douanecontroleapparatuur door de douaneautoriteiten gewoonlijk een langdurig proces is dat meestal langer duurt dan het eerste jaar van de subsidieovereenkomst.

Saldobetalingen/terugvorderingen van subsidies gebeuren op basis van financiële verslagen, in combinatie met ex-postaudits ter plaatse.

Aangezien dit Instrument een nieuw programma is, zal de controlestrategie waarschijnlijk in de loop van de tijd moeten worden verfijnd in het licht van de eerste resultaten. Concreet wordt hierbij een tweeledige aanpak gevolgd:

de nationale financiële verslagen worden gesloten na een deskreview, gevolgd door de opdracht tot betaling van het saldo/terugvordering (waardoor de vertragingen bij de betaling worden beperkt); deze opdrachten tot betaling van het saldo/terugvordering worden ook gecontroleerd aan de hand van de ex-antecontroles die zijn ingebouwd in de financiële circuits;

de bovenvermelde controles worden onderbouwd door ex-postaudits in de lidstaten; DG TAXUD streeft ernaar om elk jaar in ongeveer de helft van de lidstaten een audit ter plaatse uit te voeren.

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico's en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico's te beperken

Er zijn weinig risico's verbonden aan de financiële verrichtingen ter uitvoering van het Instrument, met name omdat:

de douaneautoriteiten van de lidstaten de begunstigden zijn - in dergelijke gevallen is er geen oproep tot het indienen van voorstellen;

aangezien de financiering in het werkprogramma op basis van de behoeftenevaluatie wordt gefocust op specifieke gezamenlijke prioriteiten, zullen de meeste acties gelijkwaardig zijn in alle lidstaten en zullen afwijkingen zichtbaar en gemakkelijk te herkennen zijn;

voor het registreren van de acties en het opstellen van financiële verslagen moet verplicht gebruik worden gemaakt van een elektronisch systeem waarin diverse controles zijn ingebouwd; hierdoor kan gemakkelijker toezicht worden gehouden op de uitgaven;

naar verwachting zal de financiering vooral worden gebruikt voor dure stukken douanecontroleapparatuur; het aantal individuele stukken dat wordt gekocht, onderhouden of gemoderniseerd, zal dus laag zijn, hetgeen de monitoring en controle vergemakkelijkt;

het voorstel voorziet reeds in minimale rapportageverplichtingen, welke nog zullen worden aangevuld in de werkprogramma's en subsidieovereenkomsten om mogelijke risico’s te beperken.

2.2.3.

2.2.4.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting)

De totale jaarlijkse kosten van de controles in het kader van het voormalige Douane-programma zullen naar verwachting eerder beperkt blijven omdat, zoals hierboven al aangegeven, het risico op fouten beperkt is gezien de aard en uitvoeringsmethode van de bijbehorende financiële verrichtingen.

Het algemene interne controlesysteem, dat gebaseerd is op ex-antecontroles die zijn ingebouwd in de financiële circuits, heeft tot doel mogelijke fouten te elimineren vóór de betaling/sluiting. Door de subsidies ex-post ter plaatse te controleren wordt het potentiële risico op fouten bij de betaling/sluiting nog verder beperkt omdat dit een sterk afschrikkend effect heeft.

Ter vergelijking: de toegepaste controlestrategie is effectief en efficiënt gebleken in het kader van het voormalige Douane-programma en de kostprijs van de controle bleek eerder beperkt te zijn. Aangezien dezelfde controlesystemen zullen worden gebruikt voor dit nieuwe Instrument, wordt verwacht dat de kostprijs van de controle en het verwachte foutenrisico bij de betaling/sluiting vergelijkbaar zullen zijn.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

De fraudebestrijdingsstrategie van DG TAXUD (AFS) is gericht op de ontwikkeling van een sterke antifraudecultuur in het DG, via bewustmakingsactiviteiten met betrekking tot potentiële frauderisico's en ethisch gedrag onder het personeel van DG TAXUD. De strategie voorziet ook in actieve samenwerking met OLAF en de integratie van fraudeaspecten in de strategische plannings- en programmeringscyclus van het DG.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek van het meerjarig financieel kader en voorgesteld(e) nieuw(e) begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

Rubriek van het meerjarige financiële kader:

Begrotingsonderdeel

Soort
uitgave

Bijdrage

Nummer

GK/ NGK 41 .

van EVA-landen 42

van potentiële kandidaten 43

van derde landen

in de zin van artikel [21, lid 2, onder b),] van het Financieel Reglement

4

11.01.02 Bijdrage voor uitgaven voor het Instrument voor douanecontroleapparatuur

NGK

NEE

NEE

NEE

NEE

4

11.02.11 Instrument voor douanecontroleapparatuur

GK

NEE

NEE

NEE

NEE

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel
kader

4

"Migratie en grensbeheer"

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Na 2027

TOTAAL

Beleidskredieten 11.02.11

Vastleggingen

(1)

174,903

178,403

181,973

185,614

189,329

193,117

195,961

1 299,300

Betalingen 44

(2)

42,481

129,274

162,474

170,688

175,066

178,602

182,209

258,506

1 299,300

Uit het budget van het instrument gefinancierde administratieve kredieten 45 - 46 11.01.02

Vastleggingen = betalingen

(3)

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,700

Totaal kredieten voor het budget van het instrument

Vastleggingen

=1+3

175,003

178,503

182,073

185,714

189,429

193,217

196,061

1 300,000

Betalingen

=2+3

42,581

129,374

162,574

170,788

175,166

178,702

182,309

258,506

1 300,000





Rubriek van het meerjarig financieel
kader

7

"Administratieve uitgaven"

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Na 2027

TOTAAL

Personele middelen

3,575

3,575

3,575

3,575

3,575

3,575

3,575

25,025

Andere administratieve uitgaven

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,700

TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 7 van het meerjarig financieel kader

(Totaal vastleggingen = totaal betalingen)

3,675

3,675

3,675

3,675

3,675

3,675

3,675

25,725

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Na 2027

TOTAAL

TOTAAL kredieten
voor alle RUBRIEKEN
van het meerjarig financieel kader 

Vastleggingen

178,678

182,178

185,748

189,389

193,104

196,892

199,736

 

1 325,725

Betalingen

46,256

133,049

166,249

174,463

178,841

182,377

185,984

258,506

1 325,725

3.2.2.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

X    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Jaren

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

TOTAAL

RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen

3,575

3,575

3,575

3,575

3,575

3,575

3,575

25,025

Andere administratieve uitgaven

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,700

Subtotaal RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader

3,675

3,675

3,675

3,675

3,675

3,675

3,675

25,725

buiten RUBRIEK 7 47
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen

Andere uitgaven
van administratieve aard

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,700

Subtotaal
buiten RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,100

0,700

TOTAAL

3,775

3,775

3,775

3,775

3,775

3,775

3,775

26,425

De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

3.2.2.1.Geraamde personeelsbehoeften

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

X    Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

Jaren

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

•Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

Zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie

25

25

25

25

25

25

25

Delegaties

Onderzoek

Extern personeel (in voltijdequivalenten VTE) – AC, AL, END, INT en JPD  48

Rubriek 7

Gefinancierd uit RUBRIEK 7 van het meerjarig financieel kader 

- zetel

- delegaties

Gefinancierd uit het budget van het instrument  49

- zetel

- delegaties

Onderzoek

Andere (specificeren)

TOTAAL

25

25

25

25

25

25

25

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel

Er zal extra personeel nodig zijn om het Instrument en de uitvoering ervan te beheren. Dit zal onder meer de volgende taken omvatten:

- betrokkenheid, toezicht en coördinatie van de behoeftenevaluatie: inventaris, typologie & normen, gapanalyse en raming van de benodigde middelen voor alle types grenzen (land, zee, lucht, posthubs);

- planning: horizontale coördinatie (met name de evaluatie van bedreigingen en volumes), voorbereiding van het werkprogramma en de bijbehorende procedures (comitéprocedure) en voorbereiding van en onderhandelingen over subsidieovereenkomsten;

- uitvoering: de uitvoering door de douaneautoriteiten (bv. gezamenlijke aankoop) monitoren en ondersteunen;

- rapportage & controle/audit

Extern personeel

Niet van toepassing

3.2.3.Bijdragen van derden

Het voorstel/initiatief:

X    voorziet niet in medefinanciering door derden

   voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Jaren

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

TOTAAL

Medefinancieringsbron 

TOTAAL medegefinancierde kredieten

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

   Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

X    Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

X        voor de eigen middelen

   voor de overige ontvangsten

Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven    

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Gevolgen van het voorstel/initiatief 50

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Artikel ………….

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Niet van toepassing

Andere opmerkingen (bijv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).

Het Instrument zal indirect gevolgen hebben voor de traditionele eigen middelen van de Unie omdat efficiëntere douanecontroles naar verwachting tot een stijging van de inkomsten uit douanerechten zullen leiden. Dit gevolg is evenwel niet kwantificeerbaar.

(1)    COM(2018) 322 final.
(2)    Het douaneprogramma is in 1991 opgericht bij de beschikking van de Raad van 20 juni 1991 tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor de beroepsopleiding van douaneambtenaren (Mattheus-programma); het werd later vervangen door de reeks douaneprogramma's die zijn opgericht bij Beschikking nr. 210/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap ("Douane 2000") en de vervolgprogramma's die zijn opgericht bij Beschikkingen nr. 105/2000/EG, nr. 253/2003/EG, nr. 624/2007/EG en Verordening (EU) nr. 1294/2013.
(3)    Verordening (EU) nr. 250/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een programma voor de bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie (programma "Hercules III") en tot intrekking van Besluit nr. 804/2004/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 6).
(4)    Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).
(5)     https://ec.europa.eu/info/funding-tenders/funding-opportunities/funding-programmes/overview-funding-programmes/european-structural-and-investment-funds_nl  
(6)     https://www.consilium.europa.eu/media/22301/st09581en17-vf.pdf en http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-7586-2017-INIT/nl/pdf  
(7)    De Groep douanebeleid is een deskundigengroep die door de Commissie is opgericht om advies te verstrekken over kwesties die verband houden met strategische punten van het douanebeleid, om toezicht te houden op de ontwikkeling van diverse aspecten van het douanebeleid en om de uitwisseling van standpunten tussen de lidstaten te faciliteren. Voor nadere informatie zie: http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/index.cfm?do=groupDetail.groupDetail&groupID=944 .
(8)    COM(2016) 813 final.
(9)    Zie bijvoorbeeld: Resolutie van het Europees Parlement over de aanpak van de uitdagingen rond de tenuitvoerlegging van het EU-douanewetboek (2016/3024(RSP))
(10)    Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 1).
(11)    In het Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (COM(2018) 325 final) wordt voorgesteld de door de lidstaten ingehouden inningskosten te verlagen van 20 % tot hun oorspronkelijke niveau van 10 %.
(12)     https://ec.europa.eu/taxation_customs/expert-teams-europa_en  
(13)    Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie van 13 april 2016 over beter wetgeven (PBL 123 van 12.5.2016, blz. 1).
(14)    COM(2018) 473.
(15)    COM(2018) 442.
(16)    PB C van , blz. .
(17)    Bijlage bij het verslag over de prestaties van de douane-unie in 2016: https://ec.europa.eu/info/publications/annual-activity-report-2016-taxation-and-customs-union_en .
(18)     https://www.consilium.europa.eu/media/22301/st09581en17-vf.pdf en http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-7586-2017-INIT/nl/pdf  
(19)    Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
(20)    COM(2018) 473.
(21)    Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).
(22)    COM(2016) 605.
(23)    COM(2018) 442.
(24)    COM(2018) 435.
(25)    COM(2018) 473.
(26)    Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 1).
(27)    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(28)    Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie van 13 april 2016 over beter wetgeven (PBL 123 van 12.5.2016, blz. 1).
(29)    Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
(30)    Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1).
(31)    Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
(32)    Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie ("EOM") (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1.).
(33)    Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PB L 198 van 28.7.2017, blz. 29).
(34)    COM(2018) 473.
(35)    COM(2018) 442.
(36)    Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209).
(37)    COM(2018) 442.
(38)    COM(2018) 442.
(39)    Zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
(40)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
(41)    GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
(42)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(43)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan.
(44)    Het betalingsprofiel voor dit nieuwe programma onder het meerjarig financieel kader 2021-2027 bouwt voort op extrapolatie van de historische betalingsprofielen voor de periode 2007-2017 van programma's met soortgelijke uitvoeringsmechanismen op vergelijkbare beleidsterreinen, met name douane, belastingen en fraudebestrijding.
(45)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(46)    Voorbeelden: vertalingen, IT-netwerken en systemen voor het beheer van het instrument (ABAC, eGrants, AGM…)
(47)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(48)    AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Jeune Professionnel en Délégation (jonge professional in delegaties).
(49)    Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
(50)    Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van de inningskosten.
Top

Straatsburg,12.6.2018

COM(2018) 474 final

BIJLAGEN

bij Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur

{SWD(2018) 347}
{SWD(2018) 348}
{SEC(2018) 315}


BIJLAGE 1

Indicatieve lijst van douanecontroleapparatuur al naargelang het voorwerp van de douanecontrole
als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b)

VOORWERP VAN DE DOUANECONTROLE

DOUANECONTROLEAPPARATUUR

CATEGORIE

TOEPASSING

Niet-intrusieve inspectie

Röntgenscanner - Hoge energie

Containers, vrachtwagens, treinwagons

Röntgenscanner - Lage energie

Pallets, dozen en pakketten

Bagage van passagiers

Röntgenstraalterugverstrooiing

Containers

Vrachtwagens

Voertuigen

Andere

Systemen voor automatische herkenning van nummerplaten / containers

Weegbruggen voor voertuigen

Vorkheftrucks en vergelijkbare mobiele douanecontroleapparatuur

Opsporen van verborgen voorwerpen op mensen 1

Röntgenstraalterugverstrooiing

Voornamelijk gebruikt in luchthavens om verborgen voorwerpen op mensen te detecteren (drugs, explosieven, cash)

lichaamsscanner

Stralingsdetectie en nuclide-identificatie

Radiologische en nucleaire detectie

Persoonlijke stralingsmonitor / -detector (PRM)

Handstralingsdetector

Toestel voor de identificatie van isotopen (RIID)

Stralingsdetectiepoort (RPM)

Spectrometerpoort voor de identificatie van isotopen (SPM)

Analyse van monsters in laboratoria

Identificatie, kwantificering en verificatie van alle mogelijke goederen

Gas- en vloeistofchromatografie (GC, LC, HPLC…)

Spectrometrie en technieken in combinatie met spectrometrie (IR, Raman, UV-VIS, Fluorescentie, GC-MS...)

Röntgenapparatuur (XRF...)

NMR-spectrometrie en analyses van stabiele isotopen

Andere laboratoriumapparatuur (AAS, destillatieanalysetoestel, DSC, elektroforese, microscoop, LSC, rookmachine...)



VOORWERP VAN DE DOUANECONTROLE

DOUANECONTROLEAPPARATUUR

CATEGORIE

TOEPASSING

Monsterneming en veldanalyse van monsters

Sporendetectie op basis van ionenmobiliteitspectrometrie (IMS)

Draagbare apparatuur om sporen van specifieke risicomaterialen op te sporen

Speurhonden

Toegepast op een groot aantal risico’s m.b.t. kleine en grotere voorwerpen

Monstername

Instrumenten om monsters te nemen, afzuigkap, handschoenenkast

Mobiel laboratorium

Voertuig dat volledig is uitgerust met apparatuur voor veldanalyse van monsters

[Analyse van organische materialen, metalen en legeringen] Handdetectoren

Chemische colorimetrische tests

Ramanspectroscopie

Infraroodspectroscopie

Röntgenfluorescentie

Gasdetectoren voor containers

Visitatie met handapparatuur

Handinstrumenten voor personenvisitatie

Zakinstrumenten

Gereedschapskist

Telescopische spiegel

Apparatuur

Endoscoop

Vaste of handmetaaldetector

Camera's om de onderzijde van voertuigen te controleren

Ultrasoon toestel

Densiteitsmeter

Andere

Onderwatervisitatie

BIJLAGE 2

Indicatoren

Specifieke doelstelling: Bijdragen tot gelijkwaardige en passende douanecontroles door de aankoop, het onderhoud en de modernisering van relevante, state-of-the-art en betrouwbare douanecontroleapparatuur

1.Beschikbare apparatuur

(a)Beschikbaarheid van douanecontroleapparatuur die aan overeengekomen normen voldoet aan landgrensovergangen (per type apparatuur)

(b)Beschikbaarheid van douanecontroleapparatuur die aan overeengekomen normen voldoet aan zeegrensovergangen (per type apparatuur)

(c)Beschikbaarheid van douanecontroleapparatuur die aan overeengekomen normen voldoet aan luchtgrensovergangen (per type apparatuur)

(d)Beschikbaarheid van douanecontroleapparatuur die aan overeengekomen normen voldoet in posthubs aan grenzen (per type apparatuur)

(e)Beschikbaarheid van douanecontroleapparatuur die aan overeengekomen normen voldoet aan spoorgrensovergangen (per type apparatuur)

(1)    Met inachtneming van de toepasselijke wettelijke bepalingen en andere aanbevelingen met betrekking tot de gezondheid en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.
Top