Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018IP0345

    Resolutie van het Europees Parlement van 13 september 2018 over Myanmar, met name de zaak van de journalisten Wa Lone en Kyaw Soe Oo (2018/2841(RSP))

    PB C 433 van 23.12.2019, p. 124–127 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    23.12.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 433/124


    P8_TA(2018)0345

    Myanmar, in het bijzonder de zaak van de journalisten Wa Lone en Kyaw Soe Oo

    Resolutie van het Europees Parlement van 13 september 2018 over Myanmar, met name de zaak van de journalisten Wa Lone en Kyaw Soe Oo (2018/2841(RSP))

    (2019/C 433/15)

    Het Europees Parlement,

    gezien zijn eerdere resoluties over Myanmar en over de situatie van de Rohingya, met name de resoluties die zijn aangenomen op 14 juni 2018 (1), 14 december 2017 (2), 14 september 2017 (3), 7 juli 2016 (4) en 15 december 2016 (5),

    gezien de verklaring van de woordvoerder van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) van 3 september 2018 over de veroordeling van Wa Lone en Kyaw Soe Oo in Myanmar en die van 9 juli 2018 over de vervolging van twee journalisten van Reuters in Myanmar,

    gezien de conclusies van de Raad van 16 oktober 2017 en 26 februari 2018 over Myanmar,

    gezien de Besluiten (GBVB) van de Raad 2018/655 van 26 april 2018 (6) en 2018/900 van 25 juni 2018 (7), waarbij verdere beperkende maatregelen zijn opgelegd aan Myanmar, met een verscherpt EU-wapenembargo en maatregelen gericht tegen specifieke functionarissen van het leger- en de grenswachtpolitie van Myanmar,

    gezien het verslag van de onafhankelijke internationale onderzoeksmissie in Myanmar van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties van 24 augustus 2018, dat zal worden voorgesteld tijdens de 39e zitting van de VN-Mensenrechtenraad van 10 tot en met 28 september 2018,

    gezien de verklaring van 3 september 2018 van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten, Michelle Bachelet,

    gezien het eindrapport en de aanbevelingen van de door Kofi Annan geleide Adviescommissie inzake de deelstaat Rakhine,

    gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966,

    gezien het internationaal humanitair recht, de Verdragen van Genève en de protocollen daarbij en het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (ICC),

    gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) van 1948,

    gezien het Handvest van de Associatie van Zuidoost-Aziatische Staten (ASEAN),

    gezien het verslag van de secretaris-generaal aan de VN-Veiligheidsraad over conflictgerelateerd seksueel geweld van 23 maart 2018,

    gezien de beslissing van de Eerste Kamer van vooronderzoek van het ICC van 6 september 2018,

    gezien artikel 135, lid 5, en artikel 123, lid 4, van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat twee journalisten, Wa Lone en Kyaw Soe Oo, op 12 december 2017 willekeurig zijn gearresteerd en gevangen worden gehouden op beschuldiging van het bekendmaken van ernstige mensenrechtenschendingen door de Tatmadaw (het leger van Myanmar) in de deelstaat Rakhine;

    B.

    overwegende dat de journalisten Wa Lone en Kyaw Soe Oo vervolgens in staat van beschuldiging werden gesteld op grond van de Wet inzake staatsgeheimen van 1923; overwegende dat zij op 3 september 2018 door een rechtbank in Myanmar tot zeven jaar gevangenisstraf zijn veroordeeld; overwegende dat deze richtinggevende zaak de vrijheid van meningsuiting, de democratie en de rechtsstaat in Myanmar verder ondermijnt;

    C.

    overwegende dat diplomaten van de Europese Unie en de EU-lidstaten tot de vele internationale waarnemers behoorden die bij elke rechtszitting sinds de arrestatie van de journalisten op 12 december 2017 aanwezig waren en deze kwestie voortdurend bij de regering van Myanmar hebben aangekaart;

    D.

    overwegende dat actoren uit het maatschappelijk middenveld naar verluidt willekeurig worden gearresteerd, vastgehouden of geïntimideerd, waarbij het onder meer gaat om journalisten, advocaten en mensenrechtenactivisten die kritische standpunten innemen met betrekking tot de autoriteiten van Myanmar, met name de Tatmadaw en andere veiligheidstroepen van Myanmar, en de door hen in de deelstaat Rakhine gepleegde feiten; overwegende dat de media-aandacht voor het geweld in de deelstaat Rakhine strikt wordt gecontroleerd door het leger en de overheid;

    E.

    overwegende dat de Rohingya-mensenrechtenactiviste Wai Nu, die vanaf haar achttiende tot haar vijfentwintigste in de gevangenis zat, nog steeds een van de vele voorbeelden is van activisten die door de autoriteiten van Myanmar worden geviseerd;

    F.

    overwegende dat voormalig kindsoldaat Aung Ko Htwe een gevangenisstraf uitzit van twee jaar en zes maanden in verband met een media-interview dat hij gaf over zijn ervaringen in het leger van Myanmar; overwegende dat hij in staat van beschuldiging is gesteld op grond van artikel 505, onder b), van het wetboek van strafrecht van Myanmar, een vaag geformuleerde bepaling die vaak is gebruikt om de vrijheid van meningsuiting in te perken;

    G.

    overwegende dat naar verluidt tientallen journalisten zijn gearresteerd en vastgehouden sinds 2016; overwegende dat de autoriteiten van Myanmar gebruikmaken van een aantal repressieve wetten, waaronder de Wet inzake staatsgeheimen, om actoren uit het maatschappelijk middenveld, journalisten, advocaten en mensenrechtenactivisten die kritische standpunten innemen met betrekking tot de regering of de veiligheidstroepen van Myanmar, te arresteren, vast te houden, te doen zwijgen of te intimideren; overwegende dat Myanmar in het klassement van Freedom House voor de persvrijheid van 2017 van 198 landen de 159e plaats bekleedt;

    H.

    overwegende dat in het verslag van de onafhankelijke internationale onderzoeksmissie van de VN in Myanmar van 24 augustus 2018 wordt geconcludeerd dat de meest ernstige schendingen van de mensenrechten en de ernstigste misdrijven naar internationaal recht, waaronder genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden, zijn begaan in de deelstaten Kachin, Rakhine en Shan door de Tatmadaw, de politiediensten van Myanmar, Nasaka (vroeger het hoofdkwartier voor immigratiecontrole in het grensgebied), de grenswachtpolitie van Myanmar en niet-statelijke gewapende groeperingen; overwegende dat in het verslag voorts wordt vermeld dat het Arakan Rohingya Salvation Army gecoördineerde aanvallen op een militaire basis heeft uitgevoerd en in het Noorden van de deelstaat Rakhine verscheidene buitenposten van de veiligheidstroepen heeft opgezet om de druk op de Rohingya-gemeenschappen op te voeren; overwegende dat er in het verslag voorts toe wordt opgeroepen onderzoek te verrichten naar hooggeplaatste militaire bevelhebbers in Myanmar en de personen die verantwoordelijk zijn voor de gruweldaden tegen de Rohingya en hen internationaal te vervolgen; overwegende dat Myanmar deze bevindingen heeft verworpen;

    I.

    overwegende dat in het verslag van de onafhankelijke internationale onderzoeksmissie in Myanmar wordt opgemerkt dat de staatsadviseur van Myanmar, winnares van de Nobelprijs voor de Vrede en van de Sacharovprijs, Aung San Suu Kyi, geen gebruik heeft gemaakt van haar feitelijke positie als regeringsleider of van haar moreel gezag om de ontwikkelingen in de deelstaat Rakhine te voorkomen of te doen stoppen; overwegende dat de civiele autoriteiten door hun handelingen en nalatigheden ook hebben bijgedragen tot het begaan van gruweldaden, in het bijzonder door valse berichtgeving te verspreiden, het wangedrag van de Tatmadaw te ontkennen, onafhankelijk onderzoek te belemmeren en de vernietiging van bewijsmateriaal niet te voorkomen;

    J.

    overwegende dat het ICC op 8 september 2018 heeft bevestigd dat het zich kan uitspreken over de vermeende deportatie van Rohingya uit Myanmar naar Bangladesh;

    K.

    overwegende dat in Myanmar socialemediaplatforms zijn gebruikt om lastercampagnes en samenzweringstheorieën tegen de Rohingya en moslims in het land te verspreiden;

    L.

    overwegende dat de Rohingya het grootste deel van de moslims in Myanmar uitmaken en dat de meerderheid van hen in de deelstaat Rakhine woont; overwegende dat het dodental volgens voorzichtige schattingen 10 000 mensen bedraagt; overwegende dat sinds augustus 2017 meer dan 700 000 Rohingya naar Bangladesh zijn gevlucht om zichzelf in veiligheid te brengen, onder wie ongeveer 500 000 kinderen, die vaak alleen moesten reizen omdat hun ouders waren gedood of omdat zij van hun familie waren gescheiden;

    1.

    veroordeelt met klem dat de journalisten Wa Lone en Kyaw Soe Oo willekeurig zijn gearresteerd en veroordeeld voor het berichten over de situatie in de deelstaat Rakhine; roept de autoriteiten van Myanmar op tot hun onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating en tot de intrekking van alle aanklachten tegen hen en alle politiek gevangenen, mensenrechtenactivisten, journalisten, mensen die bij de media werken en andere personen die louter op grond van de uitoefening van hun rechten en vrijheden willekeurig worden vastgehouden;

    2.

    veroordeelt elke intimidatie, alle pesterijen en elke beperking van de vrijheid van meningsuiting, met name door het leger en de veiligheidstroepen van Myanmar; benadrukt dat mediavrijheid en kritische journalistiek essentiële pijlers zijn van de democratie en dat deze goed bestuur, transparantie en verantwoordingsplicht bevorderen, en roept de autoriteiten van Myanmar op ervoor te zorgen dat journalisten en mensen die bij de media werken zonder angst voor intimidatie of pesterijen, onrechtmatige aanhouding of vervolging hun werk onder gepaste omstandigheden kunnen doen;

    3.

    herhaalt zijn oproep aan de regering van Myanmar om terug te komen op haar besluit om de samenwerking met de Speciaal Rapporteur van de VN voor de mensenrechtensituatie in Myanmar te staken, om binnenlandse en internationale mediaorganisaties, mensenrechtenactivisten, onafhankelijke waarnemers en humanitaire organisaties, en met name de Speciaal Rapporteur van de VN, volledige en ongehinderde toegang tot de deelstaat Rakhine te verlenen en om de veiligheid en beveiliging te waarborgen van mensen die bij de media werken;

    4.

    spreekt zijn diepe bezorgdheid uit over het misbruik van repressieve wettelijke bepalingen die de vrijheid van meningsuiting beperken; roept de autoriteiten van Myanmar op tot intrekking, herziening of wijziging van alle wetten, met inbegrip van de Wet inzake staatsgeheimen van 1923, die niet in overeenstemming zijn met de internationale normen en die het recht op vrijheid van meningsuiting, vreedzame vergadering en vereniging strafbaar stellen en schenden; roept de regering van Myanmar op ervoor te zorgen dat alle wetgeving in overeenstemming is met de internationale normen en verplichtingen;

    5.

    veroordeelt met klem de wijdverspreide en systematische aanvallen op Rohingya in de deelstaat Rakhine door de Tatmadaw en andere veiligheidstroepen van Myanmar, die volgens de onafhankelijke internationale onderzoeksmissie in Myanmar neerkomen op genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden – de meest ernstige inbreuken op en schendingen van de mensenrechten; maakt zich ernstig zorgen over de toenemende ernst en omvang van de mensenrechtenschendingen die de regering van Myanmar laat plaatsvinden;

    6.

    benadrukt nogmaals zijn onverminderde steun voor de Rohingya; roept de regering en de veiligheidstroepen van Myanmar nogmaals op onmiddellijk een einde te maken aan de aanhoudende schendingen, moorden, vernieling van eigendommen en seksueel geweld tegen Rohingya en etnische minderheden in Noord-Myanmar en zorg te dragen voor veiligheid en de eerbiediging van de rechtsstaat in Myanmar, met name in de deelstaten Rakhine, Kachin en Shan; herinnert de autoriteiten van Myanmar aan hun internationale verplichtingen om een onderzoek in te stellen naar de verantwoordelijken en hen te vervolgen; verzoekt de regering van Myanmar en staatsadviseur Aung San Suu Kyi om elke aansporing tot haat ondubbelzinnig te veroordelen en maatschappelijke discriminatie en vijandelijkheden tegen de Rohingya en andere minderheidsgroepen te bestrijden;

    7.

    neemt kennis van de bevindingen van de onafhankelijke internationale onderzoeksmissie in Myanmar en steunt haar aanbevelingen; is ingenomen met de recente uitspraak dat het ICC bevoegd is ter zake van de vermeende deportatie van Rohingya uit Myanmar naar Bangladesh; onderkent evenwel dat een verwijzing van de VN-Veiligheidsraad naar het ICC voor een onderzoek naar de volledige omvang van de mensenrechtenschendingen nog steeds nodig is; verzoekt de hoofdaanklager van het ICC in dit verband een vooronderzoek te openen; verzoekt de VN-Veiligheidsraad de situatie in Myanmar onverwijld naar het ICC te verwijzen; steunt de oproepen van de onafhankelijke internationale onderzoeksmissie in Myanmar en van de ASEAN-parlementsleden voor mensenrechten (APHR) om een onderzoek in te stellen naar de verantwoordelijke generaals en hen te vervolgen;

    8.

    verzoekt de EDEO en de lidstaten ervoor te zorgen dat de daders van misdaden in Myanmar hiervoor verantwoordelijk worden gesteld in multilaterale fora; roept de EU en de lidstaten op in de VN-Veiligheidsraad het voortouw te nemen wat de vereiste verwijzing van de situatie naar het ICC betreft en ook in de Algemene Vergadering van de VN en tijdens de komende 39e zitting van de VN-Mensenrechtenraad het voortouw te nemen, en hun inspanningen op te voeren om onverwijld te zorgen voor de oprichting van een internationaal, onpartijdig en onafhankelijk verantwoordingsmechanisme ter ondersteuning van onderzoeken naar vermeende gruweldaden en de vervolging van de verantwoordelijken;

    9.

    herhaalt zijn oproep aan de VN-Veiligheidsraad om een mondiaal, alomvattend wapenembargo tegen Myanmar, waarmee elke directe en indirecte levering, verkoop of overdracht, met inbegrip van doorvoer en overlading van alle wapens, munitie en andere militaire en veiligheidsuitrusting, alsmede de verstrekking van opleidingen of andere vormen van bijstand op militair of veiligheidsgebied, wordt opgeschort; dringt er bij de VN-Veiligheidsraad op aan gerichte individuele sancties vast te stellen, waaronder reisverboden en bevriezing van tegoeden, tegen degenen die verantwoordelijk blijken voor ernstige misdrijven naar internationaal recht;

    10.

    verzoekt de Commissie te overwegen een onderzoek in te stellen met behulp van de mechanismen die zijn voorzien in de “Alles behalve wapens”-overeenkomst, met het oog op een herziening van de handelspreferenties waarvan Myanmar gebruik kan maken;

    11.

    is ingenomen met de vaststelling door de Raad op 26 april 2018 van een rechtskader voor gerichte beperkende maatregelen tegen functionarissen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van de mensenrechten en de verscherping van het EU-wapenembargo en met de vaststelling van een eerste lijst van aangewezen functionarissen op 25 juni 2018; dringt er bij de Raad op aan om reisverboden, gerichte financiële sancties en bevriezing van tegoeden op te leggen aan de functionarissen van Myanmar die door de onafhankelijke internationale onderzoeksmissie in Myanmar verantwoordelijk worden geacht voor gruweldaden;

    12.

    herinnert eraan dat duizenden Rohingya, onder wie veel kinderen, intern ontheemd zijn en dringend humanitaire bijstand en bescherming nodig hebben; roept op tot onmiddellijke, ongehinderde en vrije toegang in het hele land voor de verstrekking van humanitaire hulp; benadrukt dat de regering van Myanmar de veilige, vrijwillige en waardige terugkeer, onder volledig VN-toezicht, moet waarborgen van diegenen die naar hun land willen terugkeren;

    13.

    roept de EU, haar lidstaten en de internationale gemeenschap op om tegemoet te komen aan de behoefte aan meer en langdurige humanitaire bijstand van de Rohingya in Bangladesh en hun gastgemeenschappen;

    14.

    herinnert eraan dat de burgerbevolking in de deelstaten Kachin, Rakhine en Shan herhaaldelijk het doelwit van verkrachting en seksueel geweld is geweest; roept de EU, en met name het DG Civiele bescherming en humanitaire hulp van de Commissie (ECHO), en de EU-lidstaten op om te zorgen voor een betere bescherming tegen gendergerelateerd geweld van Rohingya-meisjes en -vrouwen;

    15.

    herinnert eraan dat medische en psychologische ondersteuning moet worden verstrekt in de vluchtelingenkampen, met name gericht op kwetsbare groepen waaronder vrouwen en kinderen; roept op tot betere hulpdiensten voor slachtoffers van verkrachting en aanranding;

    16.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de regering en het parlement van Myanmar, de staatsadviseur Aung San Suu Kyi, de regering en het parlement van Bangladesh, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Commissie, de regeringen en parlementen van de EU-lidstaten, de secretaris-generaal van de ASEAN, de intergouvernementele mensenrechtencommissie van de ASEAN, de Speciaal Rapporteur van de VN voor de mensenrechtensituatie in Myanmar, de Hoge Commissaris van de VN voor vluchtelingen en de VN-Mensenrechtenraad.

    (1)  Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0261.

    (2)  Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0500.

    (3)  Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0351.

    (4)  PB C 101 van 16.3.2018, blz. 134.

    (5)  PB C 238 van 6.7.2018, blz. 112.

    (6)  PB L 108 van 27.4.2018, blz. 29.

    (7)  PB L 160 I van 25.6.2018, blz. 9.


    Top