EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018AP0024

P8_TA(2018)0024 Kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 6 februari 2018 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen (COM(2015)0337 — C8-0190/2015 — 2015/0148(COD)) P8_TC1-COD(2015)0148 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 6 februari 2018 met het oog op de vaststelling van Richtlijn (EU) 2018/… van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen en van Besluit (EU) 2015/1814

PB C 463 van 21.12.2018, p. 79–81 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 463/79


P8_TA(2018)0024

Kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 6 februari 2018 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen (COM(2015)0337 — C8-0190/2015 — 2015/0148(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(2018/C 463/18)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2015)0337),

gezien artikel 294, lid 2, en artikel 192, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0190/2015),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 9 december 2015 (1),

gezien het advies van het Comité van de Regio's van 7 april 2016 (2),

gezien het overeenkomstig artikel 69 septies, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissie goedgekeurde voorlopig akkoord en de door de vertegenwoordiger van de Raad bij brief van 22 november 2017 gedane toezegging om het standpunt van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goed te keuren,

gezien artikel 59 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de adviezen van de Commissie industrie, onderzoek en energie en van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A8-0003/2017),

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast (3);

2.

neemt kennis van de verklaringen van de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie zijn gevoegd;

3.

verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1)  PB C 71 van 24.2.2016, blz. 57.

(2)  PB C 240 van 1.7.2016, blz. 62.

(3)  Dit standpunt vervangt de amendementen die zijn aangenomen op 15 februari 2017 (Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0035).


P8_TC1-COD(2015)0148

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 6 februari 2018 met het oog op de vaststelling van Richtlijn (EU) 2018/… van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen en van Besluit (EU) 2015/1814

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Richtlijn (EU) 2018/410.)


BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE

VERKLARINGEN VAN DE COMMISSIE

Lineaire reductiefactor (LRF)

Het emissiehandelssysteem van de EU (EU-ETS) is het voornaamste instrument van de EU om de klimaatdoelstelling te halen dat de mondiale temperatuurstijging moet worden beperkt tot beduidend minder dan 2o C ten opzichte van het pre-industriële niveau, zoals ook is overeengekomen in de context van de Overeenkomst van Parijs. In overeenstemming met deze doelstelling en het beleidskader voor klimaat en energie 2030 zijn de herziening van het EU-ETS en de verhoging van de lineaire reductiefactor van 1,74 % naar 2,2 % de eerste stappen op weg naar de verwezenlijking van de EU-doelstelling om de broeikasgasemissies binnen de EU met ten minste 40 % terug te dringen. De Commissie onderkent dat er verdere inspanningen en meer ambitie nodig zijn om de EU-doelstelling voor broeikasgasemissies in 2050 te halen, d.w.z. de vermindering van de broeikasgasemissies om aan te sluiten bij de langetermijndoelstellingen van de Overeenkomst van Parijs, en in haar effectbeoordeling bij het beleidskader voor klimaat en energie 2030 staat te lezen dat het bereiken van dit niveau een verdere verhoging van de lineaire reductiefactor tot 2050 vergt. Als onderdeel van een eventuele toekomstige herziening van deze richtlijn overweegt de Commissie een verhoging van de lineaire reductiefactor gezien de internationale ontwikkelingen die vragen om striktere beleidsvoering en strengere maatregelen van de Unie.

Maritieme emissies

De Commissie neemt kennis van het voorstel van het Europees Parlement. In april 2018 besluit de IMO naar verwachting over de initiële strategie voor de beperking van broeikasgasemissies voor schepen. De Commissie zal snel een oordeel vellen en uitgebreid verslag uitbrengen over dit besluit, met name over de doelstellingen voor emissiereductie en de lijst van mogelijke maatregelen om die doelstellingen te halen, waaronder het tijdschema voor het nemen van dergelijke maatregelen. Daarbij zal ze bekijken welke volgende stappen passend zijn om een eerlijke bijdrage van de sector te garanderen, zo ook de door het Parlement voorgestelde procedure. In het kader van nieuwe wetgevingsmaatregelen voor maritieme broeikasgasemissies zal de Commissie terdege rekening houden met de amendementen die zijn aangenomen door het Europees Parlement.

Correcte transitie in regio's met steenkool- en koolstofintensieve productie

De Commissie herhaalt haar toezegging om een speciaal initiatief te ontplooien waarmee steun op maat zal worden geboden voor de correcte transitie in regio's met steenkool- en koolstofintensieve productie in de lidstaten in kwestie.

Zij zal daartoe nauw samenwerken met de betrokken partijen in regio's met steenkool- en koolstofintensieve productie, door hun advies te bieden, met name betreffende de toegang tot en het gebruik van de beschikbare fondsen en programma's, en de uitwisseling van goede praktijken te stimuleren, waaronder discussies over industriële stappenplannen en herscholingsbehoeften.

Afvang en gebruik van koolstofdioxide (CCU)

De Commissie neemt kennis van het voorstel van het Europees Parlement om een vrijstelling af te geven voor emissies waarvan is vastgesteld dat ze zijn afgevangen en gebruikt op een manier waarop ze permanent ontheven zijn van inleververplichtingen uit hoofde van het EU-ETS. Dergelijke technologieën zijn momenteel nog niet geavanceerd genoeg om een besluit te nemen over de toekomstige regulering ervan. Met het oog op het technologische potentieel van technologieën op het vlak van afvang en gebruik van koolstofdioxide (CCU) zal de Commissie de regulering daarvan in de loop van de volgende handelsperiode bespreken, om te bekijken of de regelgeving moet worden aangepast bij een toekomstige herziening van de richtlijn. In dit opzicht zal de Commissie terdege rekening houden met het potentieel van dergelijke technologieën om bij te dragen aan aanzienlijke emissiereducties zonder daarbij de ecologische integriteit van het EU-ETS in het gedrang te brengen.


Top