Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017XC0902(02)

    Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

    PB C 292 van 2.9.2017, p. 7–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    2.9.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 292/7


    Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

    (2017/C 292/09)

    Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

    ENIG DOCUMENT

    „SLAVONSKI MED”

    EU-nr.: PDO-HR-02187 — 26.9.2016

    BOB ( X ) BGA ( )

    1.   Naam/namen

    „Slavonski med”

    2.   Lidstaat of derde land

    Kroatië

    3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

    3.1.   Productcategorie

    Categorie 1.4 Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, diverse zuivelproducten met uitzondering van boter enz.)

    3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

    „Slavonski med” is honing die door inheemse grijze bijen (Apis mellifera carnica, Pannonisch subtype) wordt bereid uit de nectar van drachtplanten of de afscheidingsproducten van levende plantendelen of uitscheidingsproducten van plantensapzuigende insecten op de levende plantendelen, welke grondstoffen door de bijen worden vergaard, vermengd met eigen specifieke stoffen, gedeponeerd, gedehydreerd en in de honingraatcellen opgeslagen om te rijpen binnen het in punt 4 bedoelde geografische gebied.

    Al naargelang de wijze van productie komt „Slavonski med” voor als raathoning, brokhoning of raatbrokken in honing en slingerhoning. „Slavonski med” is:

    1.

    acaciahoning,

    2.

    lindehoning,

    3.

    koolzaadhoning,

    4.

    zonnebloemhoning,

    5.

    kastanjehoning,

    6.

    bloesemhoning,

    7.

    honingdauwhoning van de Hongaarse eik.

    De gemeenschappelijke karakteristieke eigenschappen van „Slavonski med” die van invloed zijn op de kwaliteit van het product, zijn het watergehalte en het gehalte aan hydroxymethylfurfural (HMF). „Slavonski med” bevat ten hoogste 18,3 % water en een maximaal HMF-gehalte van 16,5 mg/kg. Voorts is voor „Slavonski med” ook specifiek kenmerkend dat de honing pollen bevat van plantensoorten van de familie Brassicaceae, van de soort Robinia spp., en van de familie Rosaceae, hetzij als bijkomende pollen (ten minste 16 %) of beperkte pollen (ten hoogste 15 %). Het sacharosegehalte in „Slavonski med” ligt lager dan de voorgeschreven waarden.

    Onderstaande tabellen tonen de fysisch-chemische, organoleptische en melissopalinologische eigenschappen voor verschillende soorten honing:

    Honing

    Water

    (%)

    HMF

    (mg/kg)

    Melissopalinologische eigenschappen

    (%)

    Elektrisch geleidingsvermogen

    (mS/cm)

    Diastaseindex

    (Schadeschaal)

    Sacharosegehalte

    (g/100 g)

    ROBINIA/VALSE ACACIA

    ≤ 18,3

    ≤ 16,5

    ≥ 20

    ≤ 0,2

    ≥ 8

    ≤ 9

    LINDE

    ≤ 18,3

    ≤ 16,5

    ≥ 25

    ≥ 0,5

    ≥ 8

    ≤ 4

    KOOLZAAD

    ≤ 18,3

    ≤ 16,5

    ≥ 61

    ≤ 0,3

    ≥ 8

    ≤ 4

    ZONNEBLOEM

    ≤ 18,3

    ≤ 16,5

    ≥ 45

    ≤ 0,6

    ≥ 8

    ≤ 4

    KASTANJE

    ≤ 18,3

    ≤ 16,5

    ≥ 86

    ≤ 0,8

    ≥ 8

    ≤ 4

    BLOESEM

    ≤ 18,3

    ≤ 16,5

    x

    ≤ 0,8

    ≥ 8

    ≤ 4

    HONINGDAUWHONING VAN DE HONGAARSE EIK

    ≤ 18,3

    ≤ 16,5

    x

    ≤ 0,8

    ≥ 8

    ≤ 4


    Honing

    ORGANOLEPTISCHE EIGENSCHAPPEN VAN HONING

    Kleur

    Smaak

    Aroma

    ROBINIA/VALSE ACACIA

    geel tot lichtgeel

    aangename smaak van valse acacia

    onuitgesproken, zwak aroma

    LINDE

    lichtgeel tot lichtgroenachtig

    aangename, licht bittere smaak

    uitgesproken aroma van lindebloessem

    KOOLZAAD

    lichtgeel tot strogeel

    matig zoet tot licht zuur

    kruidig en uitgesproken

    ZONNEBLOEM

    amberkleurig

    zoete tot licht scherpe smaak

    licht aroma van zonnebloem

    KASTANJE

    bruin

    bittere, licht zure smaak

    sterk penetrant aroma van overrijpe appelen

    BLOESEM

    geel met roodachtige tot donkerdere tinten

    aangename en licht bittere smaak

    licht tot zeer intens

    HONINGDAUWHONING VAN DE HONGAARSE EIK

    uitgesproken donker, bijna zwart

    matig zoet

    aroma van boshoning


    Honing

    Plantensoort (overheersende, bijkomende en beperkte pollen)

    Robinia/valse acacia

    Robinia pseudoacacia (valse acacia) min. 20 %, Brassicaceae, Rosaceae

    Linde

    Tilia (linde) min. 25 %, Robinia spp. (valse acacia)

    Koolzaad

    Brassica napus (koolzaad) min. 61 %, Rosaceae, Salix spp. (wilg)

    Zonnebloem

    Helianthus annuus (zonnebloem) min. 45 %, Brassicaceae

    Kastanje

    Castanea sativa (tamme kastanje) min. 86 %

    Bloesem

    Brassicaceae, Rosaceae, Salix spp. (wilg)

    Honingdauwhoning van de Hongaarse eik

    elementen van honingdauw (sporen en hyfen), Castanea sativa (tamme kastanje)

    3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

    Bijen mogen worden bijgevoederd buiten de foerageerperiode (in het begin van de lente en aan het einde van de herfst, al naargelang de weersomstandigheden). De bijen mogen met suiker worden gevoederd, die uitsluitend is geproduceerd binnen het in punt 4 genoemde afgebakende geografische gebied. De honing mag niet in de handel worden gebracht als „Slavonski med” indien niet aan de voorwaarden in verband met het bijvoederen is voldaan en indien het bijvoederen de enige voedselbron is voor de bijen.

    3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

    Alle onderdelen van de productie en winning van „Slavonski med” moeten plaatsvinden in het in punt 4 genoemde afgebakende geografische gebied.

    3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

    „Slavonski med” moet binnen het in punt 4 genoemde afgebakende geografische gebied worden verpakt, teneinde de authenticiteit en kwaliteit van „Slavonski med” beter te beschermen en de traceerbaarheid van en het toezicht op het product te waarborgen.

    Alleen op die manier is het mogelijk om de kwaliteit te behouden en kunnen eventuele veranderingen aan de fysisch-chemische en organoleptische eigenschappen worden voorkomen. Het vervoer van de goederen naar een nieuwe locatie gaat gepaard met veranderingen in temperatuur en vochtigheid en de opname van vreemde geuren, alsook met een verhoging van het HMF- en diastasegehalte.

    Door „Slavonski med” in het in punt 4 genoemde gebied te verpakken, daalt het risico dat het product wordt vermengd met honing die afkomstig is van buiten dit gebied.

    3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

    Op elke verpakking die in de handel wordt gebracht, moet het hieronder afgebeelde logo worden aangebracht. Alle gebruikers van de benaming die het product op de markt brengen overeenkomstig het productdossier ervan, hebben het recht het logo te gebruiken onder dezelfde voorwaarden. Het logo is bruin-zwart van kleur, versierd met een Kroatisch vlechtpatroon, en in de linkerbovenhoek staat een bij afgebeeld. Links in het logo is een kaart van Kroatië te zien en rechts het jaar „1879” en het oude wapen van Slavonië. In het midden van het logo bevindt zich een gevlochten bijenkorf. Bovenaan wordt de naam „Slavonski med” vermeld en onderaan staan drie eikenbladeren afgebeeld.

    Afbeelding: Logo van „Slavonski med”

    Image

    4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

    „Slavonski med” wordt in Slavonië geproduceerd binnen de administratieve grenzen van de steden en gemeenten in de volgende provincies: de volledige provincies Vukovar-Srijem, Osijek-Baranja, Brod-Posavina, Požega-Slavonia, Bjelovar-Bilogora en Virovitica-Podravina en de steden en dorpen Novska, Lipovljani en Jasenovac in de provincie Sisak-Moslavina.

    5.   Verband met het geografische gebied

    5.1.   Bijzonderheden over het geografische gebied

    Natuurlijke factoren

    De regio Slavonië wordt begrensd door de waterlopen van drie grote laaglandrivieren: de Drava in het noorden, de Donau in het oosten en de Sava in het zuiden. De belangrijkste bepalende milieufactor in deze regio is het verschil in reliëf en geomorfologische kenmerken tussen het bergachtige westen en het voornamelijk vlakke oosten van het gebied. Het laagste punt (78 meter boven zeeniveau) ligt in de uiterste zuidoostelijke hoek van de streek, in Spačva.

    Slavonië heeft een oppervlakte van 1 248 600 ha en bestaat voor 52 % uit akkerland (655 468 ha), voor 29 % uit bossen (359 605 ha), voor 4,2 % uit grasland en voor 1,2 % uit weideland.

    Door deze indeling van het landgebruik en de uitgesproken verschillen in klimaatomstandigheden, de vorm van het reliëf en de kenmerken van de vegetatie aldaar zijn de omstandigheden in Slavonië ideaal voor de productie van „Slavonski med”, die kan worden verkregen uit acaciahoning, lindehoning, koolzaadhoning, zonnebloemhoning, kastanjehoning, bloesemhoning en honingdauwhoning van de Hongaarse eik.

    Als erkenning voor de unieke specifieke kenmerken van het klimaat, de bodem en het water in Slavonië en voor de rijke Slavonische flora en fauna heeft de Republiek Kroatië drie gebieden in Slavonië onder bescherming gesteld en tot natuurparken uitgeroepen, namelijk: Kopački Rit, Papuk en Lonjsko Polje.

    De factoren die de grootste invloed hebben op het Slavonische weer en klimaat, zijn de geringe hoogte, de ligging in de Pannonische vlakte en de blootstelling aan het Europese binnenland. Het grootste deel van de winter krijgt het gebied heel wat koude lucht over zich heen, maar 's zomers wordt het er zeer warm. Hoe meer oostwaarts men gaat, hoe hoger de temperatuur in de zomer en hoe minder neerslag.

    De temperaturen zijn doorheen de vier seizoenen gunstig voor de groei en de ontwikkeling van drachtplanten. De gemiddelde temperatuur in de lente is 11,8 °C, in de zomer 21,1 °C, in de herfst 11,3 °C en in de winter 1,0 °C. De gemiddelde temperatuur in het groeiseizoen (april tot september) is 18,3 °C.

    Het jaarlijkse neerslagpatroon en de jaarlijkse neerslagverdeling zijn gunstig voor de productie van planten en de bijenhouderij. Er valt 104 tot 160 dagen per jaar neerslag.

    De gemiddelde maandelijkse windsnelheid is het hoogst in de lente (maart en april) en het laagst aan het einde van de zomer en het begin van de herfst (augustus en september). De wind waait het vaakst vanuit noordwestelijke en zuidoostelijke richting, gevolgd door de zuidwestelijke en noordoostelijke richtingen.

    De drachtplanten die in het afgebakende geografische gebied in Slavonië groeien, bloeien op verschillende tijdstippen (tussen maart en november), waardoor bijen steeds honing kunnen puren uit verschillende nectar- en pollenbronnen.

    Menselijke factoren

    De traditie van het honing maken in Slavonië is al 130 jaar oud. De honing wordt hoofdzakelijk op kleine schaal geproduceerd en dient als aanvullend inkomen voor familiebedrijven op het platteland. Door deze jarenlange overlevering van de bijenhouderijtraditie in Slavonië werd de vakkennis van het bijenhouden, en met name de praktijken, vaardigheden, vakmanschap en kennis van de mensen, door de jaren heen verfijnd.

    De bijenhouders hebben van hun voorouders de volgende bijenhouderijpraktijken met betrekking tot de productie van „Slavonski med” meegekregen:

    de meeste bijenkorven zijn van hout gemaakt;

    de bijenhouders letten erop dat ze berokers aanwenden die gebruikmaken van droge plantenresten als brandstof en die een milde vorm van rook produceren;

    de bijen mogen nooit worden bijgevoederd tijdens de foerageerperiode;

    de honingraat wordt op traditionele wijze ontzegeld, met behulp van een kam, mes of borstel;

    de honing wordt van de raat gewonnen zonder verhitting;

    de honing wordt niet gepasteuriseerd op het moment van centrifugering;

    de maximale temperatuur waarbij de honing mag worden gedekristalliseerd is 43 °C.

    5.2.   Bijzonderheden over de kwaliteit en kenmerken van het product

    „Slavonski med” onderscheidt zich door het maximale HMF-gehalte van 16,5 mg/kg en een maximaal watergehalte van 18,3 % in verse toestand. „Slavonski med” heeft een pollenspectrum; dit wil zeggen dat de meeste monoflorale en poliflorale honingsoorten pollen van plantensoorten van de families Brassicaceae en Rosaceae en van de soort Robinia spp. bevatten. Hiermee onderscheidt deze honing zich van honing die in andere gebieden wordt geproduceerd. Het sacharosegehalte in „Slavonski med” ligt lager dan de voorgeschreven waarden.

    De kenmerken van „Slavonski med” komen tot uiting in de fysisch-chemische, melissopalinologische en organoleptische kenmerken. Het product mag bij een maximale temperatuur van 43 °C worden gedekristalliseerd. Dit zorgt ervoor dat de kenmerken, afkomstig van de flora die specifiek is voor het afgebakende gebied en de bijen, onveranderd blijven.

    De benaming „Slavonski med” wordt zowel in de handel als in het algemene spraakgebruik gebezigd (recept (2014); dankwoord voor een gift (2015); dankbrief (2015); stempel op de verpakking).

    5.3.   Causaal verband tussen het gebied en de productkenmerken

    Dankzij de gunstige klimaatomstandigheden en bodemtoestand en de overvloed aan drachtplanten in de weiden, graslanden, velden en uitgestrekte bossen van Slavonië en de alluviale moerassen en draslanden langs de rivieren de Sava, de Drava en de Donau kunnen de inheemse grijze bijen (Apis mellifera carnica, Pannonisch subtype) reeds sedert duizenden jaren weiden vinden met een overvloed aan nectar en pollen. Er is een uniek agro-ecologisch gebied tot stand gekomen, waardoor „Slavonski med” uitblinkt als zuivere honingsoort. De honing is dan ook een erkend en gerespecteerd product in de handel.

    De werkzaamheden en omstandigheden in bijenstallen die de honingopbrengsten bepalen, houden rechtstreeks verband met het klimaat, dat in Slavonië bevorderlijk is voor de productie van „Slavonski med”.

    De lentetemperaturen maken dat voorjaarsbloeiende planten, fruitbomen en weiden vroeg en overvloedig groeien, terwijl de zomertemperaturen gunstig zijn voor de rijping van landbouwgewassen, waarvan sommigen honing dragen en cruciaal zijn voor „Slavonski med”.

    De klimaatomstandigheden in de herfst zijn geschikt voor de bijen, die zich voorbereiden op hun winterslaap, en de omstandigheden in de winter zijn goed voor de winterslaap en zorgen ervoor dat de bijen goed aan het nieuwe seizoen kunnen beginnen.

    De optimale lente- en zomertemperaturen zijn bevorderlijk voor de afscheiding van nectar uit de meeste planten. Voorjaarsbloeiende planten scheiden nectar af bij lagere temperaturen, terwijl zomerbloeiende planten een hogere nachttemperatuur nodig hebben om nectar in voldoende mate te kunnen blijven afscheiden.

    Er valt jaarlijks minder dan een derde van de dagen regen (maar minstens 104 dagen), wat inhoudt dat er jaarlijks genoeg droge dagen zijn waarop bijen nectar kunnen verzamelen.

    Bijen hebben meer nectar ter beschikking in de lente. Daaruit putten zij energie, zodat zij beter opgewassen zijn tegen de luchtstromen. De aanwezigheid van nectar neemt af naar het einde van de zomer toe, maar dat geldt ook voor de windkracht. Hierdoor hoeven de bijen niet zo veel energie meer te verspillen om te weerstaan aan de wind en kunnen ze de energie gemakkelijker vasthouden ter voorbereiding op hun winterslaap.

    In een verslag van de Đakovo-afdeling dat in 1845 werd bekendgemaakt in de List mesečni horvatsko-slavonskog Gospodarskoga družtva (maandblad van de Kroatische en Slavonische handelsonderneming) staat dat „er geen enkele stad of gemeente in Slavonië is die geen honing van goede kwaliteit produceert”. De Slavonische vereniging van bijenhouders werd in 1879 in Osijek opgericht en is daarmee de eerste en oudste vereniging van haar soort in Zuidoost-Europa. Het blad Slavonska Pčela (Slavonische bij) werd voor het eerst al in maart 1881 gepubliceerd als het bulletin van de Slavonische vereniging van bijenhouders. Nadat het blad het levenslicht zag, vormden er zich al zeer snel afdelingen van de vereniging. De Slavonische vereniging van bijenhouders is actief betrokken bij de bevordering van de bijenhouderij in Slavonië en de verbetering van de kwaliteit van „Slavonski med”. Daartoe moedigt zij leerkrachten in het lager onderwijs aan zich in te zetten voor de ontwikkeling van de bijenhouderij, de bewustmaking rond vorderingen in de bijenhouderij, de verspreiding van het laatste nieuws over de bijenhouderij en van bloei- en bijenkalenders enz. Het belang van hun bijdrage aan de ontwikkeling van de bijenhouderij in Slavonië en in Kroatië in het algemeen blijkt uit het feit dat Bogdan Penjić (1852-1918), oprichter en jarenlang secretaris van deze oude vereniging, en tegelijkertijd redacteur van Slavonska pčela, wordt genoemd als de vader van de moderne bijenhouderij in Kroatië. Hij was verantwoordelijk voor de introductie van de eerste bijenkorven met verstelbare raten (in 1871), de eerste honingslingers en de invoering van kunstraten (in 1879). De eerste tentoonstelling van bijenhouders werd in 1889 in Osijek georganiseerd en in 1903 publiceerde de vereniging van bijenhouders van Vukovar in de krant Gospodarski list een initiatief om een honingmarkt te organiseren.

    De onderlinge wisselwerking van specifieke bodem- en klimaatomstandigheden, de eeuwenoude ervaring met de bijenhouderij van de lokale bevolking en de wederzijdse interactie tussen deze twee factoren beïnvloeden „Slavonski med” zodanig dat de honing een specifieke fysisch-chemische samenstelling en specifieke organoleptische kenmerken heeft waardoor hij onder consumenten erkenning en waardering geniet.

    Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

    (artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

    http://www.mps.hr/UserDocsImages/HRANA/SLAVONSKI%20MED/Izmijenjena%20Specifikacija%20proizvoda-Slavonski%20med%20.pdf


    (1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.


    Top