This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52017TA1212(02)
Report on the annual accounts of the Bio-based Industries Joint Undertaking for the financial year 2016, together with the Joint Undertaking’s reply
Verslag over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van de gemeenschappelijke onderneming
Verslag over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van de gemeenschappelijke onderneming
PB C 426 van 12.12.2017, p. 8–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
12.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 426/8 |
VERSLAG
over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van de gemeenschappelijke onderneming
(2017/C 426/02)
INHOUD
|
Paragraaf |
Bladzijde |
||
INLEIDING |
1-9 |
9 |
||
Oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI |
1-2 |
9 |
||
Bestuursstructuur |
3-5 |
9 |
||
Doelstellingen |
6 |
9 |
||
Middelen |
7-9 |
9 |
||
OORDEEL |
10-22 |
10 |
||
Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen |
11 |
10 |
||
Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen |
12 |
10 |
||
Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende betalingen bij de rekeningen |
13 |
10 |
||
Verantwoordelijkheden van de leiding en de met governance belaste personen |
14-16 |
10 |
||
Verantwoordelijkheden van de controleur voor de controle van de rekeningen en onderliggende verrichtingen |
17-21 |
11 |
||
BUDGETTAIR EN FINANCIEEL BEHEER |
23-27 |
11 |
||
Uitvoering van de begroting 2016 |
23 |
11 |
||
Meerjarige begrotingsuitvoering in het kader van Horizon 2020 |
24-27 |
11 |
||
INTERNEBEHEERSINGSMAATREGELEN |
28 |
12 |
||
Internebeheersingskader |
28 |
12 |
||
|
13 |
INLEIDING
Oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI
1. |
De Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI), gevestigd te Brussel, werd in mei 2014 (1) opgericht voor een periode van tien jaar en werkt sinds 26 oktober 2015 autonoom. |
2. |
De Gemeenschappelijke Onderneming BBI is een publiek-privaat partnerschap in de sector van biogebaseerde industrieën. De oprichtende leden zijn de Europese Unie (EU), vertegenwoordigd door de Commissie, en de industriële partners die worden vertegenwoordigd door het Bio-based Industries Consortium (BIC). |
Bestuursstructuur
3. |
De bestuursstructuur van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI omvat de raad van bestuur, de uitvoerend directeur, het wetenschappelijk comité en de groep van vertegenwoordigers van de staten. |
4. |
De raad van bestuur bestaat uit vijf vertegenwoordigers van de Commissie namens de Unie, en vijf vertegenwoordigers van andere leden dan de Unie, waarvan ten minste één vertegenwoordiger van het midden- en kleinbedrijf (mkb). De raad van bestuur heeft de eindverantwoordelijkheid voor de strategische richtingbepaling en de werkzaamheden van de Gemeenschappelijke onderneming en houdt toezicht op de uitvoering van haar activiteiten. De uitvoerend directeur is belast met het dagelijks beheer van de Gemeenschappelijke onderneming. |
5. |
Het wetenschappelijk comité en de groep van vertegenwoordigers van de staten vormen adviesorganen. Het wetenschappelijk comité brengt advies uit over de in de jaarlijkse werkplannen van de gemeenschappelijke onderneming op te nemen wetenschappelijke prioriteiten. De groep van vertegenwoordigers van de staten geeft advies over de strategie en het behalen van streefdoelen. |
Doelstellingen
6. |
De doelstelling van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI is de tenuitvoerlegging van een programma voor onderzoeks- en innovatieactiviteiten in Europa dat de beschikbaarheid beoordeelt van hernieuwbare biologische hulpbronnen die gebruikt kunnen worden voor de productie van biogebaseerde materialen en op basis daarvan de verwezenlijking van duurzame biogebaseerde waardeketens ondersteunt. Die activiteiten moeten worden uitgevoerd door middel van samenwerking tussen belanghebbenden in alle schakels van de biogebaseerde waardeketen, met inbegrip van primaire productie- en verwerkingsindustrieën, consumentenmerken, het mkb, centra voor onderzoek en technologie en universiteiten. |
Middelen
7. |
De EU-bijdrage aan de werkzaamheden van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI bedraagt maximaal 975 miljoen euro, die via Horizon 2020 moet worden betaald. De leden afkomstig uit de industrie van de Gemeenschappelijke onderneming moeten gedurende haar looptijd ten minste 2 730 miljoen euro aan middelen bijdragen (2), waarvan ten minste 975 miljoen euro aan bijdragen in natura en in contanten voor operationele activiteiten van de Gemeenschappelijke onderneming (3) en ten minste 1 755 miljoen euro aan bijdragen in natura voor de aanvullende activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming (4). |
8. |
De administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI zijn beperkt tot 58,5 miljoen euro, die gedekt moeten worden door de financiële bijdragen en die op jaarbasis gelijkelijk worden verdeeld tussen de EU en de leden afkomstig uit de industrie (5). |
9. |
In 2016 bedroeg de betalingsbegroting van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI 66 miljoen euro (2015: 21,1 miljoen euro). Op 31 december 2016 had de gemeenschappelijke onderneming 20 personeelsleden in dienst (2015: 13) (6). |
OORDEEL
Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen
Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen
Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende betalingen bij de rekeningen
Verantwoordelijkheden van de leiding en de met governance belaste personen
Verantwoordelijkheden van de controleur voor de controle van de rekeningen en onderliggende verrichtingen
|
22. |
De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan onze oordelen. |
BUDGETTAIR EN FINANCIEEL BEHEER
Uitvoering van de begroting 2016
23. |
Indien rekening wordt gehouden met ongebruikte betalingskredieten uit voorgaande jaren (1,2 miljoen euro), omvatte de definitieve begroting van 2016 die voor de uitvoering van Horizon 2020 beschikbaar was, vastleggingskredieten van 194,3 miljoen euro en betalingskredieten van 67,2 miljoen euro. De bestedingsgraad bedroeg 97,1 % voor de vastleggingskredieten en 95,8 % voor de betalingskredieten. De betalingskredieten werden voornamelijk gebruikt voor de voorfinanciering van subsidieovereenkomsten die voortkwamen uit de oproepen tot het indienen van voorstellen in 2014 en 2015. |
Meerjarige begrotingsuitvoering in het kader van Horizon 2020
24. |
Van de 975 miljoen euro aan Horizon 2020-middelen die aan de Gemeenschappelijke Onderneming BBI waren toegewezen, had de Gemeenschappelijke onderneming tegen eind 2016 voor 414,3 miljoen euro (42,5 %) aan vastleggingen en voor 79,5 miljoen euro aan betalingen gedaan (8 % van de toegewezen middelen) voor de uitvoering van de eerste reeks projecten. |
25. |
Van de 975 miljoen euro die de leden afkomstig uit de industrie moesten bijdragen aan de operationele activiteiten en de administratieve kosten van de Gemeenschappelijke onderneming, hadden de leden afkomstig uit de industrie eind 2016 bijdragen in natura ter hoogte van 15,4 miljoen euro voor operationele activiteiten gerapporteerd, en de raad van bestuur had bijdragen in contanten door de leden aan de administratieve kosten van de Gemeenschappelijke onderneming ter hoogte van 3 miljoen euro gevalideerd. Dit lage niveau van bijdragen in natura hangt samen met het feit dat de meeste BBI-projecten zich in 2016 nog in de voorbereidende fase bevonden. |
26. |
Van de 1 755 miljoen euro die leden afkomstig uit de industrie voor aanvullende activiteiten moesten bijdragen, was 294,8 miljoen euro eind 2016 gerapporteerd en gecertificeerd (10). |
27. |
Als gevolg daarvan bedroegen de totale bijdragen van de leden afkomstig uit de industrie eind 2016 313,2 miljoen euro, vergeleken met de EU-bijdrage in contanten van 65 miljoen euro. Het aanzienlijke verschil tussen de bijdragen van de EU en de leden afkomstig uit de industrie is te verklaren door het feit dat de leden afkomstig uit de industrie al een groot bedrag aan bijdragen in natura voor aanvullende activiteiten hadden opgegeven. |
INTERNEBEHEERSINGSMAATREGELEN
Internebeheersingskader
28. |
In 2016 bestonden de meeste betalingen van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI uit prefinanciering van Horizon 2020-projecten, die werden gedaan na de ondertekening van de eerste subsidieovereenkomsten. In 2017 wordt begonnen met door onafhankelijke extern controleurs uitgevoerde controles achteraf van declaraties voor projectkosten. |
Dit verslag werd door kamer IV onder leiding van de heer Baudilio TOMÉ MUGURUZA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 19 september 2017.
Voor de Rekenkamer
Klaus-Heiner LEHNE
President
(1) Verordening (EU) nr. 560/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 130).
(2) Artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) nr. 560/2014.
(3) Volgens Artikel 12, lid 4, van de statuten van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI (bijlage bij Verordening (EU) nr. 560/2014) bedragen de bijdragen in contanten door leden anders dan de Unie ten minste 182,5 miljoen euro.
(4) Zoals bepaald in artikel 4, lid 2, onder b, van Verordening (EU) nr. 560/2014, zijn aanvullende activiteiten bijdragen in natura voor activiteiten die buiten het werkplan en de begroting van de gemeenschappelijke onderneming vallen, maar die bijdragen tot de doelstellingen van het BBI-initiatief. In overeenstemming met artikel 4, lid 4, van dezelfde verordening moeten de kosten van aanvullende activiteiten worden gecertificeerd door een onafhankelijke extern controleur en worden ze niet onderworpen aan een controle door de gemeenschappelijke onderneming, de ERK of een ander EU-orgaan.
(5) Artikel 12, lid 2, van de statuten van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI (bijlage bij Verordening (EU) nr. 560/2014).
(6) Meer informatie over de Gemeenschappelijke Onderneming BBI en haar activiteiten is te vinden op haar website: https://www.bbi-europe.eu
(7) De financiële staten omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, het kasstroomoverzicht en het mutatieoverzicht van de nettoactiva, alsook een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.
(8) De verslagen over de uitvoering van de begroting omvatten de verslagen die een samenvatting zijn van alle begrotingsverrichtingen en de bijbehorende toelichtingen.
(9) Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
(10) Nog een geschat bedrag van 523,8 miljoen euro werd voor 2016 gerapporteerd, maar niet gecertificeerd.
BIJLAGE
Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren
Jaar |
Opmerking van de ERK |
Stand van de corrigerende maatregel (Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.) |
|
Belangenconflicten |
|
2015 |
In juli 2015 heeft de Commissie voor de gemeenschappelijke ondernemingen richtsnoeren gepubliceerd met betrekking tot regels inzake belangenconflicten, met inbegrip van een gemeenschappelijk model voor de verklaring inzake de afwezigheid van een belangenconflict, dat door de gemeenschappelijke onderneming moet worden opgenomen in haar procedures. |
Afgerond |
ANTWOORD VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING
De gemeenschappelijke onderneming heeft kennis genomen van het verslag van de Rekenkamer.