EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017IR6048

Advies van het Europees Comité van de Regio’s over versterking van de Europese identiteit door onderwijs en cultuur

COR 2017/06048

PB C 361 van 5.10.2018, p. 19–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

5.10.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 361/19


Advies van het Europees Comité van de Regio’s over versterking van de Europese identiteit door onderwijs en cultuur

(2018/C 361/05)

Rapporteur:

Tanya HRISTOVA (BG/EVP), burgemeester van Gabrovo

Referentiedocumenten:

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur — Bijdrage van de Europese Commissie aan de bijeenkomst van de leiders in Göteborg op 17 november 2017

COM(2017) 673 final

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven

COM(2018) 23 final

I.   AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN

Wijzigingsvoorstel 1

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

(2)

Geïnspireerd door deze waarden is de Unie erin geslaagd om mensen, gemeenschappen en landen samen te brengen in een uniek politiek project dat heeft geleid tot de langste periode van vrede in Europa, wat op zijn beurt heeft geleid tot sociale stabiliteit en economische welvaart. Doordat alle lidstaten de in het Verdrag vastgelegde waarden hebben aangenomen, is er een gemeenschappelijke basis die de Europese manier van leven en de Europese identiteit typeert en de Unie haar eigen plaats geeft op het wereldtoneel.

(2)

Geïnspireerd door deze waarden is de Unie erin geslaagd om mensen, gemeenschappen en landen evenals hun regio’s, steden en plattelandsgebieden samen te brengen in een uniek politiek project dat heeft geleid tot de langste periode van vrede in Europa, wat op zijn beurt heeft geleid tot sociale stabiliteit en economische welvaart. Doordat alle lidstaten de in het Verdrag vastgelegde waarden hebben aangenomen, is er een gemeenschappelijke basis die de Europese manier van leven en de Europese identiteit typeert en de Unie haar eigen plaats geeft op het wereldtoneel.

Motivering

Spreekt voor zich.

Wijzigingsvoorstel 2

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

(3)

De Unie en haar lidstaten worden geconfronteerd met uiteenlopende uitdagingen zoals populisme, xenofobie, polariserend nationalisme, discriminatie, de verspreiding van nepnieuws en desinformatie, evenals radicalisering. Deze verschijnselen kunnen niet alleen een ernstige bedreiging vormen voor de fundamenten van onze democratieën, maar ook het vertrouwen in de rechtsstaat en de democratische instellingen ondermijnen en het gevoel van samenhorigheid in en tussen onze Europese samenlevingen schaden.

(3)

De Unie, haar lidstaten en lokale en regionale overheden worden geconfronteerd met uiteenlopende uitdagingen zoals populisme, xenofobie, polariserend nationalisme, discriminatie, de verspreiding van nepnieuws en desinformatie, evenals radicalisering. Deze verschijnselen kunnen niet alleen een ernstige bedreiging vormen voor de fundamenten van onze democratieën op alle bestuursniveaus , maar ook het vertrouwen in de rechtsstaat en de democratische instellingen ondermijnen en het gevoel van samenhorigheid in en tussen onze Europese samenlevingen schaden.

Motivering

Spreekt voor zich.

Wijzigingsvoorstel 3

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

(5)

Aangezien de lokale en regionale overheden dicht bij de Europese burgers staan en dus worden beschouwd als het bestuursniveau dat nauwe voeling heeft met de praktijk, is voor hen een sleutelrol weggelegd in het onderwijs- en cultuurbeleid. Zij moeten daarom ook in de toekomst een centrale rol blijven spelen bij de uitvoering en aanpassing van de voorgestelde maatregelen en hervormingen, en vroegtijdig betrokken worden bij de besluitvorming om te waarborgen dat efficiënte en adequate maatregelen worden vastgesteld en het Europese onderwijs- en cultuurbeleid in de praktijk echt meerwaarde oplevert.

Motivering

Spreekt voor zich.

Wijzigingsvoorstel 4

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

(13)

In dit verband is het ook van cruciaal belang dat er bij de hervorming van de onderwijs- en opleidingsstelsels oog is voor regionale verschillen en de economische en sociale impact van het tekort aan bepaalde vaardigheden en de discrepantie in de EU tussen vraag en aanbod op het gebied van vaardigheden.

Motivering

Spreekt voor zich.

Wijzigingsvoorstel 5

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

(13)

Tegen deze achtergrond is het van essentieel belang dat de lidstaten hun inspanningen opvoeren om alle doelstellingen van de Verklaring van Parijs van 2015 te verwezenlijken. Het is vooral ook belangrijk om gemeenschappelijke waarden te blijven bevorderen als katalysator voor samenhang en inclusie, alsook de ontwikkeling van participatieve leeromgevingen op alle niveaus van onderwijs aan te moedigen, de opleiding van leerkrachten inzake burgerschap en diversiteit te verbeteren en de mediageletterdheid en het kritisch denkvermogen van alle leerlingen te stimuleren.

(13)

Tegen deze achtergrond is het van essentieel belang dat de lidstaten hun inspanningen opvoeren om alle doelstellingen van de Verklaring van Parijs van 2015 te verwezenlijken en de lokale en regionale overheden uitrusten met de nodige instrumenten om een adequate implementatie in de praktijk te garanderen . Het is vooral ook belangrijk om gemeenschappelijke waarden te blijven bevorderen als katalysator voor samenhang en inclusie, alsook de ontwikkeling van participatieve leeromgevingen op alle niveaus van onderwijs aan te moedigen, de opleiding van leerkrachten inzake burgerschap en diversiteit te verbeteren en de mediageletterdheid en het kritisch denkvermogen van alle leerlingen te stimuleren.

Motivering

Spreekt voor zich.

Wijzigingsvoorstel 6

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

(15)

Het Erasmus+-programma illustreert dat mobiliteit en grensoverschrijdende contacten de meest efficiënte manier zijn om zich bewust te worden van de Europese identiteit. Het is van essentieel belang dat alle categorieën lerenden in gelijke mate gebruikmaken van de mogelijkheden die worden geboden door het programma, met name via schooluitwisselingen tussen de lidstaten. Virtuele mobiliteit, bijvoorbeeld via e-twinning, is een uitstekend instrument om directe contacten te leggen tussen leerlingen, en zal in de komende jaren op grotere schaal worden ontwikkeld, samen met fysieke mobiliteit.

(15)

Het Erasmus+-programma illustreert dat mobiliteit en grensoverschrijdende contacten de meest efficiënte manier zijn om zich bewust te worden van de Europese identiteit. Het is van essentieel belang dat alle categorieën lerenden in gelijke mate gebruikmaken van de mogelijkheden die worden geboden door het programma, met name via schooluitwisselingen tussen en binnen de lidstaten. Virtuele mobiliteit, bijvoorbeeld via e-twinning, is een uitstekend instrument om directe contacten te leggen tussen leerlingen en studenten , en zal in de komende jaren op grotere schaal worden ontwikkeld, samen met fysieke mobiliteit. In dit verband moeten ook de maatregelen op het vlak van culturele mobiliteit uitgebreid worden en moeten er nieuwe mogelijkheden komen.

Motivering

Spreekt voor zich.

Wijzigingsvoorstel 7

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven

Artikel 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

3.     het gebruikmaken van het feit dat de lokale en regionale overheden dicht bij de burgers staan en strategisch gezien in de beste positie verkeren om de specifieke behoeften van de verschillende culturele groepen op hun grondgebied in kaart te brengen en daarop in te spelen, de basis te leggen voor een doeltreffende interculturele dialoog en gemeenschappelijke waarden te bevorderen.

Motivering

Spreekt voor zich.

Wijzigingsvoorstel 8

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven

Artikel 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Verstrekking van inclusief onderwijs

Verstrekking van inclusief onderwijs

4.   inclusief onderwijs voor alle leerlingen bevorderen, met name door:

4.   inclusief onderwijs voor alle leerlingen bevorderen, met name door:

a)

alle leerlingen van jongs af aan kwalitatief hoogwaardig onderwijs te laten volgen;

a)

alle leerlingen van jongs af aan kwalitatief hoogwaardig onderwijs te laten volgen en gelijke kansen en gelijke toegang tot onderwijs te waarborgen voor alle leerlingen en studenten, met inbegrip van hen die om taal-, religieuze, etnische of andere redenen tot minderheden behoren ;

b)

leerlingen en studenten, waaronder leerlingen en studenten uit sociaal-economisch achtergestelde milieus, met een migratieachtergrond, met speciale onderwijsbehoeften of met uitzonderlijke talenten, de nodige steun te bieden in overeenstemming met hun behoeften;

b)

leerlingen en studenten, waaronder leerlingen en studenten uit sociaal-economisch achtergestelde milieus, met een migratieachtergrond, inclusief vluchtelingen die zich willen integreren en EU-burger willen worden, met speciale onderwijsbehoeften of met uitzonderlijke prestaties , de nodige steun en begeleiding te bieden in overeenstemming met hun behoeften;

c)

de overgang tussen de verschillende onderwijsniveaus te vergemakkelijken en adequate onderwijs- en loopbaanbegeleiding te bevorderen;

c)

in te spelen op de specifieke behoeften van leerlingen in EU-regio’s met problemen op geografisch en demografisch gebied, inclusief leerlingen uit ultraperifere regio’s;

 

d)

de overgang tussen de verschillende onderwijsniveaus te vergemakkelijken en adequate onderwijs- en loopbaanbegeleiding te bevorderen, alsook alle mogelijkheden op het vlak van een leven lang leren ; daarnaast moet alle leerlingen steun worden geboden voor onderwijs en opleiding gedurende het hele leven ;

 

e)

de nodige steun te verlenen zodat al in de programma’s van lagere scholen meer belang kan worden gehecht aan taalonderwijs, omdat taalverwerving niet alleen zeer doeltreffend is bij jonge kinderen maar ook omdat gebrekkige talenkennis een van de grootste belemmeringen is voor het vrije verkeer van personen en de vorming van een beroepsbevolking die relevant is voor de behoeften van de Europese economie;

 

f)

ervoor te zorgen dat jongeren via formeel en niet-formeel leren aanvullende vaardigheden kunnen verwerven, daar dit niet alleen hun inzetbaarheid verhoogt wanneer hun vaardigheden beter op de behoeften van de arbeidsmarkt zijn afgestemd, maar zij aldus ook actiever kunnen bijdragen aan solidariteitsprojecten en de vormgeving van de toekomst van Europa  (1) .

Motivering

Verdere toespitsing op bepaalde aspecten van specifieke onderwijsbehoeften en gelijke kansen en verwijzing naar opleiding en begeleiding een leven lang, aangezien onderwijs niet beperkt mag blijven tot leerlingen van een bepaalde leeftijd.

Wijzigingsvoorstel 9

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven

Artikel 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Bevordering van de Europese dimensie in lesgeven

Bevordering van de Europese dimensie in lesgeven

6.   een Europese dimensie in lesgeven bevorderen, met name door het stimuleren van:

6.   een Europese dimensie in lesgeven bevorderen, met name door het stimuleren van:

a)

de kennis van de Europese context en het gemeenschappelijk erfgoed en het besef van de verscheidenheid van de lidstaten van de Unie;

a)

de kennis van de Europese context en het gemeenschappelijk erfgoed en het besef van de verscheidenheid van de lidstaten van de Unie , waaronder de rijke diversiteit van hun subnationale structuren, zodat de kennis over het gemeenschappelijk Europees cultureel erfgoed wordt vergroot;

b)

de kennis van het ontstaan en de werking van de Unie;

b)

de kennis van het ontstaan en de werking van de Unie , waaronder de rechten die EU-burgers genieten ;

c)

de deelname van studenten en leerkrachten aan het e-twinning-netwerk en grensoverschrijdende mobiliteit, met name voor scholen;

c)

de deelname van studenten en leerkrachten aan het e-twinning-netwerk en grensoverschrijdende mobiliteit, met name voor scholen;

d)

plaatselijke projecten in onderwijsinstellingen die de kennis van de Europese Unie bevorderen, met name via rechtstreekse interactie met jongeren.

d)

plaatselijke projecten in onderwijsinstellingen die de kennis van de Europese Unie bevorderen, met name via rechtstreekse interactie met jongeren op de het dichtst bij hen staande lokale en regionale bestuursniveaus;

 

e)

een positieve houding ten aanzien van levenslang leren, hetgeen onder meer volwassenenonderwijs omvat en een onderzoekende geest en een hang naar kennis en excellentie stimuleert, die al tijdens het basisonderwijs (of voorschoolse onderwijs) kunnen worden gecultiveerd en in alle stadia van het onderwijs moeten worden geïntegreerd;

 

f)

de aandacht voor thema’s die verband houden met de digitalisering van de Europese samenleving, om zo leerlingen vertrouwd te maken met de beginselen van coderen en hun vaardigheden aan te leren op het gebied van cyberbeveiliging en mediageletterdheid;

 

g)

het voornemen om elke student in Europa ten minste één keer ervaring te laten opdoen in een onderneming, om onderwijs in ondernemerschap en project- en onderzoekgebaseerd leren in zowel het formeel als het informeel onderwijs te bevorderen .

Motivering

De diversiteit van de subnationale structuren van de lidstaten is een essentieel aspect van het politieke en culturele erfgoed van de EU en vormt een van de hoekstenen voor de ontwikkeling van actief burgerschap op basis van de Europese burgerrechten.

Wijzigingsvoorstel 10

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven

Artikel 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Ondersteuning van leerkrachten en lesgeven

Ondersteuning van leerkrachten en lesgeven

7.   leerkrachten, schoolhoofden en academisch personeel helpen om gemeenschappelijke waarden te bevorderen en inclusief onderwijs aan te bieden, door:

7.   leerkrachten, schoolhoofden en academisch personeel helpen om gemeenschappelijke waarden te bevorderen en inclusief onderwijs aan te bieden, door:

a)

maatregelen om leerkrachten, schoolhoofden en academisch personeel in staat te stellen om niet alleen gemeenschappelijke waarden over te brengen en actief burgerschap te bevorderen, maar ook een gevoel van samenhorigheid uit te dragen en in te spelen op de uiteenlopende behoeften van lerenden, alsook

a)

maatregelen om leerkrachten, schoolhoofden en academisch personeel in staat te stellen om niet alleen gemeenschappelijke waarden over te brengen en actief burgerschap te bevorderen, maar ook een gevoel van samenhorigheid uit te dragen en in te spelen op de uiteenlopende behoeften van lerenden,

b)

programma’s voor uitwisselingen en collegiaal leren, evenals begeleiding en mentoring voor docenten en wetenschappelijk personeel te bevorderen.

b)

programma’s voor uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden en collegiaal leren, evenals begeleiding en mentoring voor docenten en wetenschappelijk personeel en mobiliteit via het Erasmus+-programma te bevorderen  (1) , alsook

c)

maatregelen om de betrekkingen tussen leraars en ouders of verzorgers te bevorderen om zo de banden tussen school en het gezin of de thuisomgeving aan te halen en een permanente dialoog op gang te houden, wat cruciaal is voor een geslaagde integratie van de leerlingen in de schoolomgeving en voor hun algemene socialisatie.

Motivering

Wijzigingsvoorstel 11

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven

Artikel 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

12.     ervoor zorgen dat alle overheidsinstanties, scholen en onderwijsinstellingen in de EU beschikken over de noodzakelijke snelle breedbandinfrastructuur en digitale uitrusting, met name als ze zich bevinden in gebieden die kampen met geografische, demografische of sociale problemen, om te voorkomen dat de culturele en onderwijskloof in het digitale tijdperk groter wordt.

Motivering

Spreekt voor zich.

Wijzigingsvoorstel 12

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven

Artikel 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

15.   de maatregelen die ingevolge deze aanbeveling zijn genomen evalueren en beoordelen, met name in het kader van ET 2020, met inbegrip van de Onderwijs- en opleidingsmonitor.

15.   de maatregelen die ingevolge deze aanbeveling zijn genomen jaarlijks via het Europees Semester en in het kader van ET 2020 evalueren en beoordelen, met inbegrip van de Onderwijs- en opleidingsmonitor.

Motivering

Opname in het Europees Semester maakt een efficiënte monitoring en evaluatie van de vorderingen op dit gebied mogelijk.

II.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

Algemene opmerkingen

1.

staat achter de algemene visie op een Europese onderwijsruimte en is het ermee eens dat onderwijs en cultuur in de huidige context van toenemende globalisering en in het licht van de geopolitieke ontwikkelingen cruciaal zijn om Europa veerkrachtiger te maken.

2.

Het Comité kan zich er ook in vinden dat de steun voor de reeks waarden waarop de EU is gegrondvest en die alle lidstaten bij hun toetreding hebben onderschreven, moet worden bevorderd. In dit verband is het van belang dat zij zich er samen voor blijven inspannen om deze waarden hoog in het vaandel te houden, omdat ze een fundamenteel aspect van de Europese identiteit vormen. Dat vereist een in de culturele diversiteit geworteld actief Europees burgerschap.

3.

Onderwijs en cultuur hebben op alle gebieden een grote impact en kunnen met name helpen de samenleving sterker te maken; zij zijn met andere woorden de drijvende kracht achter culturele integratie tussen Europeanen, en daarmee ook achter sociale integratie. Burgerschapseducatie is in dit verband essentieel. Initiatieven op het gebied van bewustmaking van het EU-burgerschap moeten in eerste instantie op jongeren worden gericht (1).

4.

De lidstaten dragen samen met de lokale en regionale overheden de voornaamste verantwoordelijkheid voor onderwijs en cultuur; EU-maatregelen zijn overeenkomstig artikel 6 van het VWEU enkel bedoeld om het optreden van de lidstaten aan te vullen, te ondersteunen of te coördineren en regionale en territoriale samenwerkingsinitiatieven op deze gebieden te bevorderen. Alle EU-maatregelen op dit gebied moeten volledig gerechtvaardigd zijn vanuit het oogpunt van subsidiariteit en evenredigheid.

5.

Cultuur speelt een bepalende rol in de zoektocht naar identiteit; er moet dan ook worden ingezet op de versterking van een Europese identiteit door middel van cultuur, om zo de legitimiteit van de democratische structuren op Europees niveau te ondersteunen; het Comité is dan ook voorstander van acties om de intrinsieke waarde van de artistieke en culturele productie te verspreiden en bekend te maken bij alle Europeanen, teneinde de gemeenschappelijke culturele elementen van onze Europese identiteit te versterken.

6.

Aangezien de lokale en regionale overheden dicht bij de Europese burgers staan is voor hen een sleutelrol weggelegd in het onderwijs- en cultuurbeleid; zij moeten ook in de toekomst een centrale rol blijven spelen bij de uitvoering en aanpassing van de voorgestelde maatregelen en hervormingen.

7.

De voorgestelde maatregelen lijken geen aanleiding te geven tot bezorgdheid over de naleving van het subsidiariteitsbeginsel. Wel wil het Comité erop wijzen dat ook de hand moet worden gehouden aan het evenredigheidsbeginsel, om nieuwe financiële en administratieve lasten te vermijden. Tegelijkertijd dient in het volgende MFK substantiële financiële steun te worden verleend aan maatregelen en programma’s op het gebied van onderwijs en cultureel erfgoed.

Europese agenda

8.

Het Comité kan zich vinden in de lijst van belangrijke ontwikkelingen, maar wijst erop dat deze niet los van elkaar staan, en dringt erop aan dat wordt nagegaan hoe zij zich tot elkaar verhouden.

9.

In het kader van de kennis en verspreiding van het Europese project moet aandacht worden besteed aan het belang van het Europe Direct-netwerk, dat er onder meer op gericht is de Europese burgers op de hoogte te brengen van diverse aspecten van dit project.

10.

Het Comité steunt het recht op onderwijs in de Europese pijler van sociale rechten als sociaal grondrecht en fundamenteel mensenrecht (2).

Europese identiteit en bewustzijn van het culturele erfgoed

11.

De in het Handvest van de grondrechten verankerde waarden van de EU — menselijke waardigheid, vrijheid, gelijkheid en solidariteit — zijn onmisbaar om het algemeen belang te kunnen behartigen. Daarom pleit het Comité voor meer integratie, respect voor het geestelijke en morele erfgoed van de volkeren van Europa, en erkenning van initiatieven om beter samen te leven.

12.

Het is zaak de nodige aandacht te besteden aan de kennis en verspreiding van de Europese cultuur, geschiedenis en identiteit, en daarvoor de nodige middelen vrij te maken. In dit verband wordt voorgesteld het programma Europa voor de burger uit te breiden, zodat meer initiatieven in dit verband steun kunnen krijgen.

13.

Het Comité wijst op het belang van burgerparticipatie in het politieke beleid van de EU en, zoals uiteengezet in het rapport „De banden aanhalen met de EU-burger — Een nieuwe kans”, op de essentiële rol van „het begrip „gemeenschap”, dat de lokale, regionale, nationale en internationale kaders omvat waarbinnen individuen leven om een gemeenschappelijke publieke ruimte te scheppen, waarbinnen zij samen kunnen handelen op basis van gedeelde fundamentele waarden” (3). De Europese identiteit en gedeelde waarden zouden dan ook een aanvulling moeten vormen op de bestaande regionale en nationale gevoelens van verbondenheid met de Unie, teneinde een meerlagig burgerschap te bevorderen, zoals is vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en in artikel 2 van het Verdrag van Lissabon.

14.

Het Comité wijst nogmaals op het belang van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed 2018 voor de bevordering van het cultureel bewustzijn alsook de rol van cultuur, zowel bij de versterking van de Europese identiteit als bij de ondersteuning van inclusie.

15.

De lidstaten en hun regio’s en steden zouden zich meer moeten inspannen voor de ontwikkeling van een Europese visie en een grotere bekendheid van EU-projecten en -initiatieven, die momenteel vaak onzichtbaar blijven omdat successen worden genationaliseerd of die in een slecht daglicht worden gesteld omdat mislukkingen aan de EU worden toegeschreven, zoals ook Commissievoorzitter Juncker heeft benadrukt in zijn toespraak over de staat van de Unie in 2016.

16.

Het Comité pleit voor specifieke maatregelen om de Europese traditionele kunsten en ambachten en het levend erfgoed en de geschiedenis te beschermen, ontwikkelen en verspreiden, alsook voor andere culturele en artistieke initiatieven en activiteiten die deel uitmaken van de cultuur van de hedendaagse Europese samenleving en die een gemeenschappelijke identiteit ten goede komen, waarbij de nadruk wordt gelegd op „al doende leren” en de culturele betrokkenheid wordt vergroot.

17.

Het zou dan ook graag zien dat het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed 2018 wordt opgenomen in de strategische initiatieven die bedoeld zijn om de regionale culturele ontwikkeling en wederzijdse kennis te ondersteunen en nieuwe mogelijkheden te bieden op het vlak van duurzaam cultureel toerisme. Deze initiatieven zouden kunnen worden gefinancierd via het programma Creatief Europa, om zo de verspreiding van het Europees cultureel erfgoed na 2018 te ondersteunen.

18.

In het kader van dit initiatief om de Europese identiteit te versterken zou gebruik moeten worden gemaakt van het Europees erfgoedlabel; de banden met de regio’s moeten worden aangehaald, de procedures voor de selectie van nieuwe sites die dit label willen krijgen moeten worden verduidelijkt en er moeten doeltreffende maatregelen worden genomen voor de verspreiding ervan.

19.

Ook moeten de maatregelen op het vlak van culturele mobiliteit worden uitgebreid en moeten in dit verband nieuwe mogelijkheden worden gecreëerd voor alle regio’s, inclusief de meest afgelegen gebieden zoals de ultraperifere en eilandregio’s.

20.

De lokale en regionale overheden verkeren strategisch gezien in de beste positie om de specifieke behoeften van de verschillende bevolkingsgroepen op hun grondgebied in kaart te brengen en daarop in te spelen, en de basis te leggen voor een doeltreffende interculturele dialoog die de kennis van de gemeenschappelijke Europese cultuur ten goede komt en deze toegankelijker maakt.

21.

Het Comité wijst op het belang van nieuwe gebruiksdoeleinden en toepassingen van het cultureel erfgoed, de ontwikkeling van de culturele en creatieve industrieën en de opleiding en specialisatie van toekomstige professionals in de culturele sector.

22.

Cultuur fungeert als instrument om volkeren nader tot elkaar te brengen, zodat culturele en taalkundige banden kunnen worden aangeknoopt. Daarnaast kan cultuur het wederzijds begrip en vertrouwen en de wederzijdse belangstelling en het respect tussen landen versterken, en zo de politieke en economische dialoog aanzwengelen.

23.

Het is van groot belang dat de Europese cultuur en de bijbehorende waarden worden overgedragen aan de Europese jongeren.

Onderwijs

24.

De digitalisering van de samenleving in Europa zou — ook in het onderwijs — wel eens de meest vernieuwende onderneming van de EU tot nog toe kunnen blijken te zijn. Het gaat om een geleidelijk, multidimensionaal proces dat niet alleen veranderingen moet teweegbrengen in het klassikaal onderricht voor leerlingen van alle leeftijden, maar ook op het vlak van communicatie, evaluatie, bestuur en administratie en verzameling en analyse van gegevens in alle stadia van het onderwijs.

25.

Het is belangrijk om de aandacht te vestigen op de gevolgen van het misbruik van digitale hulpmiddelen, die in de handen van antidemocratische krachten een gevaarlijk propaganda-instrument kunnen worden. Het Comité is dan ook ingenomen met de Commissiemededeling over „Bestrijding van online-desinformatie: een Europese benadering” (4), waarin de vier beginselen centraal staan waarnaar wordt verwezen in het rapport „De banden aanhalen met de EU-burger — Een nieuwe kans”, te weten „transparantie, integriteit, participatie en samenwerking” (5).

26.

Het baart het Comité zorgen dat volgens de Commissie „veel scholen […] nog geen toegang (hebben) tot hogesnelheidsconnectiviteit en digitale uitrusting”. Een en ander wordt nog verergerd door het feit dat veel van de scholen in kwestie gevestigd zijn in regio’s met demografische, geografische en sociale problemen — inclusief de afgelegen, ultraperifere en eilandregio’s —, zodat de verschillen op het gebied van onderwijs groter zullen worden in plaats van kleiner, tenzij er snel wordt ingegrepen.

27.

Het Comité benadrukt dat de digitalisering extra eisen stelt aan leerkrachten op het vlak van vaardigheden en competenties, en dat de sector het onderwijzend personeel hierop tijdig en op de juiste manier moet voorbereiden tijdens onderwijs en opleiding; tegelijk wijst het erop dat de digitalisering kansen kan bieden voor innovatieve lesmethoden en interactie.

28.

Tevens wijst het erop dat de toenemende digitalisering ook het aanvalsoppervlak en de impact van cyberdreigingen vergroot, en dat het gevoelige en private karakter van de gegevens die scholen verzamelen en gebruiken de situatie nog ernstiger maakt.

29.

In het licht van het voorgaande dringt het Comité er met klem op aan dat onderwijsinstellingen erop toezien dat hun educatieve software en alle andere software en databanken die zij gebruiken voldoen aan de eisen van „beveiliging door ontwerp”. Er moeten transparante beleidsmaatregelen worden uitgewerkt voor het verzamelen en opslaan van persoonsgegevens.

30.

Attitudes, waarden en identiteit vinden hun oorsprong grotendeels binnen het gezin en de thuisomgeving in ruimere zin; vandaar de behoefte aan maatregelen om actief samen te werken met de ouders, waarbij de banden tussen ouders en school worden aangehaald en in het algemeen de nadruk wordt gelegd op een „schoolbrede aanpak”.

31.

Het gebrek aan talenkennis is een van de belangrijkste obstakels voor het vrij verkeer van werknemers, en initiatieven op het gebied van levenslang leren en programma’s voor initiële en voortgezette taalopleidingen zorgen ervoor dat de beroepsbevolking en de professionals in de Europese Unie beter beantwoorden aan de behoeften van de arbeidsmarkt.

32.

Aangezien het leren van talen veel effectiever wordt geacht op jonge leeftijd, zou daaraan meer aandacht moeten worden besteed op de basisschool.

33.

Het bestuursniveau dat verantwoordelijk is voor het onderwijsprogramma van scholen zou extra aandacht moeten vragen voor de culturele en etnografische aspecten van de geschiedenis — wat ook betekent dat een kritische en filosofische analyse van de universele waarden binnen de diversiteit moet worden opgemaakt — alsook lessen over de Europese Unie in het curriculum moeten opnemen, waarbij de rol van de mensenrechten, het ideaal van burgerschap en kosmopolitisme als bouwstenen van de EU centraal moet komen te staan; vandaar dat verder moet worden samengewerkt met lokale actoren op het gebied van cultuur, om bijvoorbeeld een cultuureducatieplan ter versterking van het lesprogramma en een culturele route langs het lokale kunst- en cultuuraanbod uit te werken.

34.

Voorts moet sterker de klemtoon worden gelegd op thema’s die verband houden met de digitalisering van de samenleving, om zo de leerlingen vertrouwd te maken met de beginselen van coderen en hun niet alleen instrumentele maar ook ethische, kritische en reflectieve vaardigheden aan te leren op het gebied van cyberbeveiliging, sociale netwerken en mediageletterdheid.

35.

Het Comité steunt het voornemen om elke student en leerling in Europa ten minste één keer ervaring te laten opdoen in een onderneming, eventueel in een ander EU-land, en pleit voor meer onderwijs in ondernemerschap en meer project- en onderzoekgebaseerd leren in zowel het formeel als het informeel onderwijs, alsook in bedrijven, verenigingen, stichtingen en alle andere openbare en particuliere instellingen, ter bevordering van de creativiteit en de ondernemingsgeest. Daarom pleit het voor meer samenwerking tussen scholen, het bedrijfsleven en instanties uit de tertiaire sector en ook voor de uitwerking van onderwijsprogramma’s die erop zijn gericht de vaardigheden van studenten af te stemmen op de arbeidsmarktbehoeften.

36.

Het Comité staat achter de maatregelen om de ongelijkheid terug te dringen en ervoor te zorgen dat alle studenten en leerlingen gelijke kansen krijgen, en zou graag zien dat diepgaand onderzoek wordt verricht naar de onderliggende oorzaken van deze ongelijkheid, zodat de efficiëntie van Europese initiatieven op dit gebied kan worden verbeterd.

37.

Het Comité adviseert uitdrukkelijk om duidelijk te maken dat „verder gaan dan alleen maar gelijke kansen” moet worden begrepen als „zorgen voor eerlijke kansen”, om op die manier voor inclusie te zorgen; krachtig optreden is in dit verband geboden. Het volstaat niet de gevolgen van kwesties als ongelijkheid, ondervertegenwoordiging en uitsluiting aan te pakken door bepaalde groepen meer onderwijskansen te bieden. In de plaats daarvan zouden overheden hun maatregelen moeten richten op het bestrijden van de onderliggende oorzaken en de getroffen burgers en gemeenschappen moeten helpen die te boven te komen. De lokale en regionale overheden, die het dichtst bij de Europese burgers staan, zouden de bevoegdheden moeten krijgen om zulke maatregelen te onderzoeken, ontwikkelen en implementeren overeenkomstig de specifieke behoeften van de lokale gemeenschappen.

38.

Het is van cruciaal belang dat er bij de hervorming van de onderwijs- en opleidingsstelsels oog is voor de regionale verschillen en dat een gemeenschappelijke grondslag wordt geboden voor de onderwijsstelsels in de EU-lidstaten, zodat wordt voorkomen dat het tekort aan bepaalde vaardigheden en de discrepantie in de EU tussen vraag en aanbod op het gebied van vaardigheden, een economische en sociale impact heeft. Om opnieuw een verbinding tot stand te brengen met organisaties aan de basis, moet de EU de knowhow van vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld ten volle erkennen en benutten (6).

39.

Het is van belang dat er een gezamenlijk kader voor de erkenning van informeel en niet-formeel onderwijs komt om de uitwerking van relevante nationale procedures te vergemakkelijken.

40.

Het Comité is een overtuigd voorstander van de uitbreiding van het Erasmus+-programma met als doel om tegen 2025 het aantal deelnemers te verdubbelen, kansarme groepen bij het programma te betrekken en het toepassingsgebied uit te breiden tot een leven lang leren en mobiliteit van leerkrachten, zodat alle studenten, ook die uit afgelegen, ultraperifere en eilandregio’s, ongeacht hun woonplaats, gelijke kansen krijgen op het gebied van mobiliteit.

41.

Om desinformatiecampagnes en populair nepnieuws aan te pakken, zouden de Europese instellingen moeten worden aangemoedigd en geholpen om daarop snel te reageren en proactief en in een begrijpelijke vorm relevante gegevens te verstrekken. Ook met behulp van moderne webtechnologieën kunnen betere instrumenten worden ontwikkeld om in te gaan op vragen en zorgen van burgers.

42.

Om de Erasmus+-middelen voor alle Europese burgers in gelijke mate toegankelijk te maken, zouden zij allemaal gelijke toegang moeten hebben tot informatie en ondersteuning. Dat vraagt om speciale maatregelen om mensen uit kansarme milieus te bereiken. Door de lokale en regionale overheden de mogelijkheid te geven burgers en organisaties uit hun gemeenschappen te helpen aan het programma deel te nemen, kan de basis van Erasmus+ op een blijvende en adequate manier worden verbreed.

43.

Er zouden activiteiten moeten worden opgezet om de administratieve capaciteit van de bestaande Erasmus+-bureaus te vergroten, zoals kortdurende personeelsuitwisselingen, administratieve informatiedagen en andere activiteiten die nodig worden geacht. Zo kunnen de vaardighedentekorten van Erasmus+-medewerkers in onderwijsinstellingen worden verkleind, die ertoe leiden dat studenten van die instellingen geen gelijke kansen hebben.

44.

Activiteiten op het vlak van burgerwetenschap en de daarmee verbonden filosofische overwegingen zouden kunnen worden opgenomen in Erasmus+: zij zijn immers relevant voor een leven lang leren, kunnen sterke rolmodellen onder peers ontwikkelen en spelen een belangrijke rol bij het promoten van geestes- en sociale wetenschappen en STEM-vakken.

45.

Volwassenenonderwijs valt onder een leven lang leren, maar de twee begrippen mogen niet op één lijn worden gesteld. Het volwassenenonderwijs richt zich op onderwijsbehoeften van de steeds grotere groep volwassenen wier werk ingrijpende veranderingen ondergaat, en op de verwerving van nieuwe kennis en maatschappelijke vaardigheden in de context van een leven lang leren. Voorwaarden voor een leven lang leren zijn een onderzoekende geest en een hang naar kennis en excellentie, die al tijdens het basisonderwijs (of voorschoolse onderwijs) kunnen worden gecultiveerd en in alle stadia van het onderwijs moeten worden geïntegreerd.

46.

Voor de promotie van Erasmus+ moeten meer middelen worden uitgetrokken en moeten de procedures worden vereenvoudigd, dit met het oog op de te bereiken doelstellingen; aangezien het Verenigd Koninkrijk momenteel een belangrijke deelnemer aan het programma is roepen we de onderhandelaars op om de lokale en regionale overheden van het Verenigd Koninkrijk de kans te geven na 2020 te blijven deelnemen aan Europese samenwerkingsprogramma’s, zoals ook andere niet-EU-lidstaten reeds doen.

47.

Het CvdR is een groot voorstander van prioritaire maatregelen om inclusieve en onderling verbonden hogeronderwijsstelsels op te zetten en dringt erop aan dat bijzondere aandacht wordt besteed aan perifere en ultraperifere universiteiten en grensoverschrijdende samenwerking. Uitgangspunt moet zijn dat geen enkele universiteit perifeer is en dat alle universiteiten ook regionaal van aard zijn of moeten zijn.

Cruciaal beleid

48.

Het CvdR is in het algemeen ingenomen met de belangrijkste beleidsvoorstellen van de Europese Commissie en onderstreept dat het belangrijk is om de hele Europese samenleving, en met name jongeren, te betrekken bij de hervormingen van het onderwijs- en cultuurbeleid en naar hen te luisteren.

49.

De versterking van de Europese dimensie van Euronews is een eerste stap in de goede richting, maar dat kan alleen maar gebeuren als onderdeel van een bredere beleidsaanpak en strategie gericht op media en informatie, die inspeelt op de recente maatschappelijke en geopolitieke ontwikkelingen.

Brussel, 17 mei 2018.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Karl-Heinz LAMBERTZ


(1)   CDR 851/2017 — Investeren in de jongeren van Europa en een Europees solidariteitskorps

(1)   COR-2017-03139 — SEDEC-VI/029: Modernisering van scholen en het hoger onderwijs

(1)  CDR 1319/2017.

(2)  CDR 3141/2017.

(3)  „De banden aanhalen met de EU-burger — Een nieuwe kans” (blz. 10), door Luc Van den Brande, CvdR-lid en speciaal adviseur van Commissievoorzitter Juncker wat het bereiken van de burger betreft (https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/reaching-out-to-citizens-report_nl.pdf).

(4)  COM(2018) 236 final.

(5)  https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/reaching-out-to-citizens-report_nl.pdf

(6)  Van den Brande, „De banden aanhalen met de EU-burger — Een nieuwe kans”, blz. 14.


Top