EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017DC0615

NOTA VAN WIJZIGINGEN NR. 1 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2018 houdende een bijwerking van de geraamde behoeften voor landbouwuitgaven en andere aanpassingen (reserve voor het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, agentschappen en administratieve uitgaven)

COM/2017/0615 final

Brussel, 16.10.2017

COM(2017) 615 final

NOTA VAN WIJZIGINGEN NR. 1 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2018

houdende een bijwerking van de geraamde behoeften voor landbouwuitgaven en andere aanpassingen (reserve voor het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, agentschappen en administratieve uitgaven)


Gezien:

het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie 1 , en met name artikel 39,

het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018, zoals goedgekeurd door de Commissie op 18 juli 2017 2 ,

dient de Europese Commissie, om de in de toelichting vermelde redenen, bij het Europees Parlement en de Raad nota van wijzigingen nr. 1 bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018 in.

WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

De wijzigingen in de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex: ( http://eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl.htm ). Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in de staat van ontvangsten als budgettaire bijlage bijgevoegd.

INHOUD

1.     Inleiding    

2.     Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)    

2.1 2.1 Overzicht

2.2 2.2 Gedetailleerde toelichting

2.3 2.3 Gecombineerd effect op OB 2018

3.     Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU)    

4.     Agentschappen    

4.1 4.1 Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

4.2 4.2 Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

4.3 4.3 Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

5.     Administratie    

5.1 5.1 Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

5.2 5.2 Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

5.3 5.3 De Europese Dienst voor extern optreden (EDEO)

5.3.1 5.3.1 Toekomstig engagement van de EU met Afghanistan na afloop van het mandaat van de speciaal vertegenwoordiger van de EU voor Afghanistan met dubbele functie

5.3.2 5.3.2 Overdracht van sommige taken inzake monitoring, begeleiding en advies (mba) van EULEX Kosovo aan het kantoor van de EU in Kosovo

5.3.3 5.3.3 Afzonderlijk begrotingsonderdeel voor de bijdrage aan de Europese scholen

5.3.4 5.3.4 Gecombineerd effect op OB 2018

6.     Samenvatting per MFK-rubriek    

1.Inleiding

Deze nota van wijzigingen nr. 1 bij de ontwerpbegroting voor 2018 (NvW 1/2018) heeft betrekking op:

¾de actualisering van de geraamde behoeften, bestemmingsontvangsten en kredieten voor de landbouwuitgaven. In NvW 1/2018 wordt niet alleen rekening gehouden met veranderende marktfactoren, maar ook met de impact van de besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de voorstelling van de OB 2018 in mei 2017, alsmede met andere voorstellen die naar verwachting tijdens het begrotingsjaar een aanzienlijk effect zullen sorteren. Het algemene effect op de het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) is relatief beperkt en komt neer op een verlaging van de vastleggings- en betalingskredieten met 53,9 miljoen EUR;

¾de verlaging van de kredieten in de reserve voor het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU) in verband met de vervroegde beschikbaarstelling waartoe onlangs door het Europees Parlement en de Raad is besloten bij het SFEU-besluit voor Italië naar aanleiding van een reeks aardbevingen die tussen augustus 2016 en januari 2017 hebben plaatsgevonden in de regio’s Abruzzo, Lazio, Marche en Umbrië;

¾de actualisering van de kredieten en de personeelsformatie van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) naar aanleiding van het laatste voorstel van de Commissie;

¾de aanpassing van de personeelsformatie van de Europese stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound);

¾de creatie van de begrotingsstructuur voor de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA) in verband met de oprichting van het voorgestelde Europees solidariteitskorps;

¾de aanpassing van een aantal administratieve uitgaven.

2.Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)

De Commissie stelt voor de uitgavenramingen voor landbouw met -53,9 miljoen EUR te actualiseren in vergelijking met de OB 2018. Er wordt voorgesteld in NvW 1/2018 43 464,4 miljoen EUR aan kredieten op te nemen voor landbouwuitgaven die uit het ELGF worden gefinancierd, wat minder is dan het nettosaldo van 44 162,4 miljoen EUR 3 dat voor 2018 beschikbaar is voor ELGF-uitgaven (“nettosubmaximum”). Ondanks een nettotoename van de behoeften voor het ELGF van 188,1 miljoen EUR kunnen de ELGF-kredieten verlaagd worden ten opzichte van de OB 2018, aangezien deze toename meer dan gecompenseerd wordt door de extra bestemmingsontvangsten voor het ELGF (+242,0 miljoen EUR).

De totale gevraagde vastleggingskredieten voor rubriek 2 in OB 2018, inclusief NvW 1/2018, worden bijgevolg geraamd op 59 499,6 miljoen EUR. Hierdoor blijft een marge van 767,4 miljoen EUR aan vastleggingskredieten onder het niveau van het overeenkomstige MFK-maximum over. De betalingskredieten voor rubriek 2 bedragen 56 305,9 EUR na vermindering met hetzelfde bedrag (53,9 miljoen EUR) als de vastleggingskredieten ten opzichte van de OB 2018.

2.1    Overzicht

Met NvW 1/2018 wordt beoogd de raming van de landbouwuitgaven te baseren op de meest actuele economische gegevens en de meest actuele stand van de regelgeving. Uiterlijk in september 2017 beschikt de Commissie over een eerste indicatie omtrent de omvang van de productie in 2017 en de vooruitzichten voor de landbouwmarkten, en daarmee over de basisinformatie die nodig is om een geactualiseerde raming van de budgettaire behoeften in 2018 te maken.

Behalve met marktfactoren houdt deze NvW 1/2018 ook rekening met de impact van wetgevingsbesluiten in de landbouwsector die zijn genomen sinds de opstelling van de OB 2018 in juni 2017 en van sommige die nog in behandeling zijn maar binnenkort zullen worden aangenomen.

De totale behoeften voor het ELGF in 2018 (rekening houdend met de ELGF-bepalingen inzake "financiële discipline") worden thans geraamd op 44 710,4 miljoen EUR 4 , ofwel 188,1 miljoen EUR meer dan in de OB 2018. Deze stijging is grotendeels het gevolg van de extra uitgaven voor uitzonderlijke steunmaatregelen in de sectoren groenten en fruit en varkensvlees en pluimvee, en rentebetalingen met betrekking tot een arrest van het Hof van Justitie over de voormalige productieheffingen op suiker. Daarnaast zijn er een aantal kleinere verschillen wat betreft de gewone marktmaatregelen en de uitgaven in verband met besluiten tot boekhoudkundige en conformiteitsgoedkeuring overeenkomstig hoofdstuk 05 07 Audit van uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde landbouwuitgaven, die ook zijn verwerkt in NvW 1/2018. De behoeften voor hoofdstuk 05 03 Rechtstreekse betalingen om bij te dragen tot de landbouwinkomens, de variabiliteit daarvan te beperken en aan milieu- en klimaatdoelstellingen te voldoen blijven nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van OB 2018.

De bestemmingsontvangsten waarover naar verwachting in 2018 kan worden beschikt, stijgen van 1 004 miljoen EUR in OB 2018 tot 1 246 miljoen EUR (+242 miljoen EUR) en dekken volledig de extra behoeften. De bijwerking van de ramingen betreft bedragen afkomstig van besluiten tot goedkeuring van de rekeningen (+ 104,9 miljoen EUR) en onregelmatigheden (-13 miljoen EUR). Voorts is in NvW 1/2018 een voorziene overdracht van bestemmingsontvangsten van 2017 naar 2018 voor een bedrag van 400,1 miljoen EUR opgenomen (verwacht “overschot” van het ELGF) 5 , waarvan 250 miljoen EUR reeds was opgenomen in de OB 2018. Het geraamde overschot omvat niet de ongebruikte kredieten (450,5 miljoen EUR) van de landbouwcrisisreserve 2017, die niet zal worden aangesproken. Deze ongebruikte kredieten worden overgedragen voor betalingen aan producenten, met inachtneming van de financiële discipline, in 2018.

Als gevolg van deze actualiseringen is 43 464,4 miljoen EUR aan vastleggingskredieten nodig, waarvan 459,5 miljoen EUR voor de Reserve voor crisissituaties in de landbouwsector, om de ELGF-behoeften voor 2018 te dekken. Dit totaalbedrag blijft onder het netto-submaximum voor het ELGF van 44 162,4 miljoen EUR. Dit betekent dat het mechanisme voor financiële discipline uitsluitend zal worden toegepast om de crisisreserve voor de landbouw voor het begrotingsjaar 2018 te bepalen 6 .

2.2    Gedetailleerde toelichting

05 02 Verbetering van het concurrentievermogen van de landbouwsector door interventies op de landbouwmarkten (kredieten + 81,8 miljoen EUR)

(in miljoen EUR, afgeronde cijfers tegen lopende prijzen)

Interventies op de landbouwmarkten

Ontwerpbegroting 2018

Nota van wijziging
nr. 1/2018

Ontwerpbegroting 2018
(incl. NvW 1/2018)

Behoeften

2 676,3

+81,8

2 758,1

-Naar raming in 2017 beschikbare bestemmingsontvangsten

400,0

+0,0

400,0

Gevraagde kredieten

2 276,3

+81,8

2 358,1

De totale behoeften voor interventiemaatregelen op de landbouwmarkten nemen toe met 81,8 miljoen EUR in vergelijking met de OB 2018. De in NvW 1/2018 gevraagde kredieten vertonen eenzelfde stijging, aangezien de bestemmingsontvangsten die naar verwachting beschikbaar zullen zijn voor hoofdstuk 05 02 (400,0 miljoen EUR) ongewijzigd blijven ten opzichte van de OB 2018.

Voor groenten en fruit houdt de voorgestelde verhoging met 12,8 miljoen EUR verband met de geraamde extra uitgaven voor de recente wijziging van de uitzonderlijke maatregelen voor het uit de markt nemen met betrekking tot perziken en nectarines 7 .

Er wordt voorgesteld de kredieten voor de wijnsector op begrotingspost 05 02 09 08 voor de financiering van de nationale steunprogramma's te verhogen met 7,0 miljoen EUR, overeenkomstig de meest recente uitvoeringscijfers.

De kredieten voor de zuivelsector (begrotingsartikel 05 02 12) stijgen met 2,0 miljoen EUR als gevolg van geactualiseerde ramingen van de opslagkosten met betrekking tot mageremelkpoeder waarvoor de grotere dan oorspronkelijk geraamde hoeveelheden zich nog steeds in openbare interventievoorraden bevinden.

De belangrijkste wijzigingen die in NvW 1/2018 worden voorgesteld voor marktmaatregelen, betreffen de sectoren varkensvlees en pluimvee (begrotingsartikel 05 02 15) en een verhoging met 60,0 miljoen EUR voor specifieke, uitzonderlijke maatregelen ten behoeve van producenten naar aanleiding van uitbraken van Afrikaanse varkenspest 8 en vogelpest.

05 03 Rechtstreekse betalingen om bij te dragen tot de landbouwinkomens, de variabiliteit daarvan te beperken en aan milieu- en klimaatdoelstellingen te voldoen (kredieten -244,5 miljoen EUR)

(in miljoen EUR, afgeronde cijfers tegen lopende prijzen)

Rechtstreekse betalingen

Ontwerpbegroting 2018

Nota van wijziging
nr. 1/2018

Ontwerpbegroting 2018
(incl. NvW 1/2018)

Na toepassing van de financiële discipline (inclusief kredieten voor de "Reserve voor crisissituaties in de landbouwsector")

Behoeften

41 747,1

-2,5

41 744,6

-Naar raming in 2017 beschikbare bestemmingsontvangsten

604,0

+242,0

846,0

Gevraagde kredieten

41 143,1

-244,5

40 898,6

In vergelijking met de OB 2018 worden de voor hoofdstuk 05 03 gevraagde kredieten met 244,5 miljoen EUR naar beneden bijgesteld. Deze herziening is voornamelijk het gevolg van de hogere bestemmingsontvangsten (+ 242,0 miljoen EUR) voor post 05 03 01 10 Basisbetalingsregeling (BBR). In totaal wordt op basis van de meest recente gegevens over de uitvoering slechts een kleine wijziging van de behoeften (-2,5 miljoen EUR) voor rechtstreekse betalingen voorgesteld. Er zijn enkele verschuivingen tussen de begrotingsonderdelen voor rechtstreekse betalingen, in verband met geactualiseerde informatie over implementatiekeuzes van de lidstaten. De belangrijkste daarvan in NvW 1/2018 heeft betrekking op de „vergroeningsbetaling” (+ 95,0 miljoen EUR voor post 05 03 01 11), de betaling voor jonge landbouwers (+ 34,0 miljoen EUR voor post 05 03 01 13), de herverdelingsbetaling (+ 14,0 miljoen EUR voor post 05 03 01 07) en de regeling voor kleine landbouwers (-110,0 miljoen EUR voor post 05 03 02 61).

Andere uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde landbouwuitgaven (kredieten +108,8 miljoen EUR)

De kredieten voor begrotingsposten 05 07 01 06 Financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten tot boekhoudkundige goedkeuring en 05 07 01 07 Financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van conformiteitsgoedkeuringsbeschikkingen moet worden verhoogd met respectievelijk 1,4 miljoen EUR en 5,2 miljoen EUR in verband met de financiële impact van besluiten van de Commissie tot aanpassing van de financiële correcties voor eerdere jaren. De kredieten voor begrotingsartikel 05 07 02 Beslechting van geschillen moeten worden verhoogd met 102,2 miljoen EUR, als gevolg van een arrest van het Hof van Justitie over de voormalige productieheffingen op suiker.



Het bedrag betreft de geraamde kostprijs van rentebetalingen als gevolg van het arrest inzake de zaak Tiense Suiker (C-585/15) betreffende de verkoopseizoenen voor suiker 1999/2000 en 2000/2001 9 .

2.3    Gecombineerd effect op OB 2018

(in EUR)

Begrotingsonderdeel

Naam

Vastleggingskredieten

Betalingskredieten

Afdeling 3 — Europese Commissie

05 02 08 03

Werkingsmiddelen voor producentenorganisaties

12 000 000

12 000 000

05 02 08 99

Overige maatregelen (groenten en fruit)

800 000

800 000

05 02 09 08

Nationale steunprogramma's voor de wijnsector

7 000 000

7 000 000

05 02 12 02

Opslagmaatregelen voor mageremelkpoeder

2 000 000

2 000 000

05 02 15 99

Overige maatregelen (varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten)

60 000 000

60 000 000

05 03 01 02

Regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB)

2 000 000

2 000 000

05 03 01 07

Herverdelingsbetaling

14 000 000

14 000 000

05 03 01 10

Basisbetalingsregeling (BBR)

-275 000 000

-275 000 000

05 03 01 11

Betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken

95 000 000

95 000 000

05 03 01 13

Betaling voor jonge landbouwers

34 000 000

34 000 000

05 03 01 99

Andere (ontkoppelde rechtstreekse betalingen)

500 000

500 000

05 03 02 40

Gewasspecifieke betaling voor katoen

-4 000 000

-4 000 000

05 03 02 44

Specifieke steun (artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009) — Gekoppelde rechtstreekse betalingen

-3 000 000

-3 000 000

05 03 02 60

Vrijwillige regeling voor gekoppelde steun

4 000 000

4 000 000

05 03 02 61

Regeling voor kleine landbouwbedrijven

-110 000 000

-110 000 000

05 03 02 99

Andere (rechtstreekse betalingen)

-2 000 000

-2 000 000

05 07 01 06

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake boekhoudkundige vereffening betreffende voorgaande begrotingsjaren

1 400 000

1 400 000

05 07 01 07

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren

5 200 000

5 200 000

05 07 02

Regeling van geschillen

102 200 000

102 200 000

Totaal    

-53 900 000

-53 900 000



3.Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU)

Op 26 juni 2017 10 heeft de Commissie voorgesteld een bedrag van 1 196,8 miljoen EUR uit het Soldariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU) ter beschikking te stellen voor bijstand aan Italië naar aanleiding van een reeks aardbevingen die zich tussen augustus 2016 en januari 2017 in de regio's Abruzzen, Lazio, Marche en Umbrië hebben voorgedaan. Deze beschikbaarstelling van middelen gaat vergezeld van ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 4/2017 11 , waarmee wordt beoogd de nodige vastleggings- en betalingskredieten in de algemene begroting 2017 op te nemen, na aftrek van het reeds in 2016 betaalde voorschot.

Het bedrag dat op dat moment van 2017 kon worden vrijgemaakt, bedroeg 902,8 miljoen EUR, zijnde het totaal beschikbare bedrag voor de beschikbaarstelling van middelen uit het SFEU aan het begin van 2017 (1 115,1 miljoen EUR), minus de vorige beschikbaarstelling 12 (71,5 miljoen EUR), minus 140,8 miljoen EUR ingehouden om te voldoen aan de verplichting om 25 % van de jaarlijkse toewijzing voor 2017 tot en met 1 oktober 2017 in reserve te houden, zoals bepaald in artikel 10, lid 1, van de MFK-verordening 13 .

Dat bedrag was bijgevolg ontoereikend om de volledige beschikbaarstelling van SFEU-middelen voor Italië te dekken. De Commissie was echter van mening dat aan de voorwaarden van artikel 10, lid 2, van de MFK-verordening was voldaan en heeft voorgesteld het verschil van 294,0 miljoen EUR te financieren uit het in 2018 beschikbare jaarlijkse bedrag.

Zowel het besluit over de beschikbaarstelling als OGB nr. 4/2017 is door het Europees Parlement definitief aangenomen op 13 september 2017.

Vanwege deze uitzonderlijke vervroegde beschikbaarstelling in 2017 is het nodig het als reserve in OB 2018 opgevoerde bedrag dienovereenkomstig te verlagen, zowel inzake vastleggings- als betalingskredieten. Deze reserve is bedoeld om de beschikbaarstelling van middelen uit het SFEU via kredietoverschrijvingen tegelijk met het besluit tot beschikbaarstelling van het Europees Parlement en de Raad mogelijk te maken. Een dergelijke werkwijze maakt minder gewijzigde begrotingen nodig, wat de procedure voor de beschikbaarstelling van middelen uit het SFEU versnelt.

(in EUR)

Begrotingsonderdeel

Naam

Vastleggingskredieten

Betalingskredieten

Afdeling 3 — Europese Commissie

40 02 44

Reserve voor het Solidariteitsfonds van de Europese Unie

-293 628 245

-112 000 000

Totaal    

-293 628 245

-112 000 000

4.Agentschappen

4.1    Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

Op 13 juni 2017 heeft de Commissie een voorstel goedgekeurd voor een verordening 14 wat betreft de procedures en betrokken autoriteiten voor de vergunningverlening aan centrale tegenpartijen (CTP’s) en de vereisten voor de erkenning van CTP’s uit derde landen.

Momenteel zijn er 17 in de EU gevestigde CTP’s die gemachtigd zijn hun diensten aan te bieden in de Unie. Nog eens 28 CTP’s uit derde landen zijn erkend, zodat zij in staat zijn hun diensten aan te bieden in de EU. Nog eens 12 CTP’s uit 10 jurisdicties hebben de erkenning aangevraagd en zijn in afwachting van een besluit van de Commissie. Voorts wordt een aanzienlijk volume van in euro luidende derivatentransacties (en andere transacties die onder de clearingverplichting vallen) momenteel gecleard door in het Verenigd Koninkrijk gevestigde CTP’s.

Gezien de toename van het aantal CTP’s uit derde landen stelt de Commissie voor de Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM) te machtigen om een breder gamma van toezichthoudende taken met betrekking tot deze CTP’s uit te oefenen. De verwachting is dat de verordening medio 2018 in werking zal treden. De ESMA zal extra personele en financiële middelen nodig hebben om de nieuwe taken uit hoofde van de CTP-verordening uit te voeren; er wordt een infaseringsperiode 2018-2020 voorzien.

Voor 2018 worden 20 extra tijdelijke functionarissen (aan te werven in de rang AD7) en 10 gedetacheerde nationale deskundigen gevraagd, vanaf augustus 2018. De hiermee verband houdende uitgaven, met name voor salarissen, kosten van dienstreizen en huur van kantoorruimte, bedragen 4,3 miljoen EUR in 2018 en zullen naar verwachting worden gedekt door vergoedingen van de sector. Aangezien voor de invoering van vergoedingen eerst een gedelegeerde handeling van de Commissie moet worden aangenomen, zullen de kosten in 2018 gefinancierd moeten worden uit de EU-begroting (uit de niet-toegewezen marge onder het uitgavenmaximum van rubriek 1a) en uiterlijk in 2020 aan de EU-begroting moeten worden terugbetaald.

(in EUR)

Begrotingsonderdeel

Naam

Vastleggingskredieten

Betalingskredieten

Afdeling 3 — Europese Commissie

12 02 06

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

4 310 555

4 310 555

Totaal    

4 310 555

4 310 555

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

4.2    Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

De doelstelling inzake personeelsinkrimping voor de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) in Dublin komt neer op een vermindering met twee ambten in 2018, namelijk van 93 in de begroting voor 2017 tot 91 in de ontwerpbegroting 2018, waarvan 49 ambten voorgesteld in de functiegroep van de administrateurs en 42 posten in de functiegroep van assistenten.

Na het vertrek van twee ambtenaren in de functiegroep van de administrateurs heeft het agentschap thans verzocht twee permanente ambten voor functionarissen om te zetten in twee posten voor tijdelijke functionarissen in de functiegroep van de administrateurs. Hierdoor blijft het totale aantal posten in de functiegroep voor administrateurs stabiel op het oorspronkelijk voor 2018 aangevraagde niveau (49). Een en ander heeft geen gevolgen voor de uitgaven.

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

4.3    Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

Overeenkomstig de voorlopige resultaten van de kosten-batenanalyse die zal worden voorgelegd aan het Comité voor de uitvoerende agentschappen in het kader van het komende delegatiepakket, zal de Commissie voorstellen om aan het EACEA uitvoeringstaken toe te vertrouwen in het kader van het nieuwe, op 30 mei 2017 voorgestelde 15 Europese “Solidariteitskorps” (ESC). Deze taken omvatten het uitschrijven en afwikkelen van subsidie- en aanbestedingsprocedures, het toezicht houden op projecten, de financiële controle en boekhouding, het bijdragen aan de evaluatie van het programma en diverse ondersteunende taken.

De Commissie stelt voor om een begrotingspost 15 01 06 03 — Bijdrage van het Europees solidariteitskorps Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur te creëren voor de financiering van de exploitatiekosten die het EACEA zou moeten maken voor het ESC.

Er worden geen kredieten aan de begrotingspost toegewezen in afwachting van de uitkomst van de wetgevingsprocedure en de raadpleging van het Comité voor de uitvoerende agentschappen. De creatie van deze post met de vermelding „pro memorie” (p.m.) zal de Commissie in staat stellen snel de nodige kredieten over te schrijven, conform het Financieel Reglement, zodra de ESC-rechtsgrondslag is aangenomen, zodat de uitvoering van de activiteiten niet wordt vertraagd. Hierdoor zouden jongeren snel gebruik kunnen maken van de mobiliteitskansen in de loop van 2018.

(in EUR)

Begrotingsonderdeel

Naam

Vastleggingskredieten

Betalingskredieten

Afdeling 3 — Europese Commissie

15 01 06 03

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees Solidariteitskorps

p.m.

p.m.

Totaal    

-

-

5.Administratie

5.1    Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

In zijn raming voor het begrotingsjaar 2018 verzocht het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) om in de personeelsformatie van OLAF met ingang van 1 januari 2018 één tijdelijke post (AD15) om te zetten in een vast ambt (AD15).

Wegens de personeelsbesluiten van de Commissie in het kader van de selectieprocedure voor een nieuwe directeur-generaal van OLAF wordt de gevraagde omzetting ingetrokken, zodat de functie tijdelijk blijft.

De wijzigingen zullen geen gevolgen hebben voor de uitgaven van OLAF. De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

5.2    Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP) 

In het kader van de modernisering van de ondersteunende processen en de verbetering van de werkmethoden heeft de Commissie een agenda voor digitale transformatie opgesteld, met name op het gebied van consolidatie van lokale datacentra, ICT-apparatuur en -beveiliging. Als onderdeel hiervan heeft het Publicatiebureau (OP) in nauwe samenwerking met het directoraat-generaal Informatica (DIGIT) op 21 november 2016 besloten een IT-consolidatieproject te lanceren op drie grote terreinen: netwerken en telecommunicatie, de digitale werkplek en kantoorautomatisering, en datacentra.

De consolidatie zal voornamelijk schaalvoordelen opleveren, afkomstig van het proces van industrialisatie.

Om dit project te realiseren zullen 14 ambten (3 AD en 11 AST) die momenteel onder de sectoren IT-infrastructuur en Productie van het OP vallen, moeten worden overgeheveld naar DG DIGIT van de Commissie. Het betreft de middelen die nodig zijn bij de Commissie om voor de continuïteit van de dienstverlening voor de activiteiten van het OP te zorgen.

In dit verband is op 30 mei 2017 een akkoord tussen het Publicatiebureau en DG DIGIT ondertekend waarin wordt toegelicht waarom het niet mogelijk was deze mutaties in OB 2018 op te nemen.

Bijgevolg wordt voorgesteld 14 ambten en de bijbehorende kredieten voor salarissen van het OP naar de Commissie over te hevelen met ingang van 1 januari 2018.

Het effect hiervan op de kredieten is neutraal. De voorgestelde bijgewerkte personeelsformaties van de Commissie (administratie) en het OP zijn opgenomen in de budgettaire bijlage.

(in EUR)

Begrotingsonderdeel

Naam

Vastleggingskredieten

Betalingskredieten

Afdeling 3 — Europese Commissie

XX 01 01 01 01

Salarissen en vergoedingen

1 238 000

1 238 000

XX 01 01 01 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

1 000

1 000

XX 01 01 01 03

Aanpassing van de salarissen

12 000

12 000

26 01 09

(A2 01 01)

Publicatiebureau

-1 251 000

-1 251 000

Totaal    

-

-

5.3    De Europese Dienst voor extern optreden (EDEO)

5.3.1        Toekomstig engagement van de EU met Afghanistan na afloop van het mandaat van de speciaal vertegenwoordiger van de EU voor Afghanistan met dubbele functie 

Het mandaat van de speciaal vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor Afghanistan met dubbele functie is op 31 augustus 2017 geëindigd. Gelet op het door het Verdrag van Lissabon aanzienlijk verruimde politieke mandaat van de hoofden van EU-delegaties om de EU op alle vlakken te vertegenwoordigen in derde landen, alsook op de standpunten van het Europees Parlement 16 , heeft de hoge vertegenwoordiger besloten geen benoeming van een nieuwe SVEU voor Afghanistan voor te stellen na het verstrijken van het lopende mandaat. Het toekomstige engagement van de EU met Afghanistan zal steunen op twee entiteiten die de SVEU zullen opvolgen:

-op 1 september 2017 is een in Brussel gevestigde speciaal gezant van de EU benoemd die de taken van de SVEU inzake regionale en internationale coördinatie van het vredes-, stabilisatie- en verzoeningsproces in Afghanistan zal overnemen. De speciaal gezant zal worden bijgestaan door twee politieke adviseurs en een assistent;

-de EU-delegatie in Kabul wordt versterkt met een nieuwe dienst Beleid, Persrelaties en Voorlichting (BPV). Op die manier moet de delegatie ten volle haar rol kunnen spelen, onder andere inzake begeleiding van het alomvattende Afghaanse hervormingsprogramma, uitvoering van de vredesakkoorden, ondersteuning van de economische ontwikkeling en tenuitvoerlegging van de EU-ontwikkelingsbijstand.

Dit concept is voorgelegd aan het Politiek en Veiligheidscomité op 13 juni 2017 en is door de lidstaten van de EU goedgekeurd zonder bezwaren.

Terwijl de werkingskosten van de speciaal gezant bijna volledig zullen worden gedekt door herschikkingen binnen de huidige huishoudelijke begroting van de EDEO, zal een verhoging van de EDEO-begrotingsmiddelen nodig zijn ter dekking van de extra kosten in verband met de oprichting van de nieuwe BPV-dienst bij de EU-delegatie in Kabul en andere administratieve kosten in verband met infrastructuur en veiligheid, die momenteel onder de SVEU vallen.

De verhoging van de administratieve begroting van de EDEO, (rubriek 5, afdeling 10 van de EU-begroting) in 2018, zou 4,5 miljoen EUR bedragen (kosten van één volledig jaar).

De verhoging zal worden gecompenseerd door besparingen in het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB, rubriek 4, afdeling 3 van de EU-begroting) als gevolg van de beëindiging van de SVEU Afghanistan, geraamd op 10,2 miljoen EUR. Er wordt voorgesteld het saldo van 5,7 miljoen EUR in het GBVB-hoofdstuk van de begroting te houden voor eventuele nieuwe acties die niet op voorhand te programmeren zijn.

De voorgestelde transitie vormt eveneens een administratieve vereenvoudiging, aangezien de EDEO niet langer een ingewikkelde parallelle boekhouding zal moeten bijhouden inzake uitgaven voor rekening van de SVEU voor Afghanistan.

5.3.2        Overdracht van sommige taken inzake monitoring, begeleiding en advies (mba) van EULEX Kosovo aan het kantoor van de EU in Kosovo

Naar aanleiding van de strategische evaluatie 2015/2016 en de geleidelijke uitfasering van EULEX Kosovo, heeft de Raad de EDEO gevraagd een overgangsstrategie uit te stippelen.

Een concept voor de transitie van EULEX is op 13 maart 2017 aan het Comité voor de civiele aspecten van crisisbeheersing (Civcom) voorgelegd. Daarin werd voorgesteld sommige mba-taken over te dragen aan het kantoor van de EU, dat derhalve dient te worden versterkt met nieuwe functies van strategisch adviseur voor rechtsstatelijkheid en administratief personeel, te financieren uit de administratieve begrotingsmiddelen van de EDEO.

Op die basis heeft CivCom op 24 april 2017 met dit concept ingestemd en het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) heeft het op 28 april 2017 bekrachtigd, met het verzoek aan de EDEO de overgang voor te bereiden.

Naar schatting zouden 12 nieuwe posten nodig zijn bij het kantoor van de EU (arbeidscontractanten, nationale deskundigen en plaatselijke functionarissen) om de taken en de daarmee verband houdende administratieve werkzaamheden uit te voeren. Deze nieuwe posten zouden voor de 6,5 maanden in 2018 een verhoging van de administratieve begrotingsmiddelen van de EDEO met 0,5 miljoen EUR met zich meebrengen. De volledige uitgaven op jaarbasis zouden 0,8 miljoen EUR bedragen, wat als uitgangspunt zou dienen voor de begroting 2019 en de jaren daarna.

Volgens de huidige aannames zou de corresponderende vermindering van posten in het kader van de EULEX-missie 41 bedragen, wat neerkomt op een besparing van 1,8 miljoen EUR in 2018 voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid 17 . Er wordt voorgesteld het saldo van 1,3 miljoen EUR in het GBVB-hoofdstuk van de begroting te houden voor eventuele nieuwe acties die niet op voorhand te programmeren zijn.

Verwacht wordt dat na voltooiing van de overdracht van de mba-taken van EULEX nog eens 37 posten (24 internationale en 13 plaatselijke) kunnen worden bespaard, zijnde 78 in totaal; anderzijds zullen ongeveer 10 extra posten moeten worden gefinancierd door de administratieve begrotingsmiddelen van de EDEO op te trekken.

5.3.3        Afzonderlijk begrotingsonderdeel voor de bijdrage aan de Europese scholen

Omwille van de transparantie en de harmonisatie met andere instellingen, wordt voorgesteld om een nieuw begrotingsonderdeel te creëren om de EDEO-bijdragen aan Europese scholen van het type 2 weer te geven.

De uitgaven, 20 000 EUR per jaar, worden momenteel gefinancierd uit een andere post voor personeelsuitgaven, die dienovereenkomstig wordt verminderd. De operatie is dus begrotingsneutraal.

5.3.4        Gecombineerd effect op OB 2018

(in EUR)

Begrotingsonderdeel

Naam

Vastleggingskredieten

Betalingskredieten

Afdeling 3 — Europese Commissie

19 03 01 02

EULEX Kosovo

-1 821 000

-1 821 000

19 03 01 05

Noodmaatregelen

7 001 000

7 001 000

19 03 01 07

Speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

-10 200 000

-10 200 000

Subtotaal afdeling 3

-5 020 000

-5 020 000

Afdeling 10 – Europese Dienst voor extern optreden

1 1 0 2

Statutaire rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

-20 000

-20 000

1 4 0

Missions

75 000

75 000

1 5 0 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen (type II)

20 000

20 000

3 0 0 1

Extern personeel en externe dienstverlening

1 023 000

1 023 000

3 0 0 2

Overige personeelsuitgaven

212 000

212 000

3 0 0 3

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

3 635 000

3 635 000

3 0 0 4

Andere administratieve uitgaven

75 000

75 000

Subtotaal afdeling 10

5 020 000

5 020 000

Totaal

-

-



6.Samenvatting per MFK-rubriek

Rubriek

Ontwerpbegroting 2018

Nota van wijzigingen nr. 1/2018

Ontwerpbegroting 2018

 

(incl. NvW 1/2018)

VK

BK

VK

BK

VK

BK

1.

Slimme en inclusieve groei

77 249 180 217

66 845 867 101

4 310 555

4 310 555

77 253 490 772

66 850 177 656

waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen

891 685 985

 

 

891 685 985

 

Maximum

76 420 000 000

 

 

76 420 000 000

 

Marge

62 505 768

 

 

 

58 195 213

 

1a

Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid

21 841 301 956

20 082 398 844

4 310 555

4 310 555

21 845 612 511

20 086 709 399

waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen

658 352 652

 

 

 

658 352 652

 

Maximum

21 239 000 000

 

 

 

21 239 000 000

 

Marge

56 050 696

 

 

 

51 740 141

 

1b

Economische, sociale en territoriale samenhang

55 407 878 261

46 763 468 257

 

 

55 407 878 261

46 763 468 257

waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen

233 333 333

 

 

 

233 333 333

 

Maximum

55 181 000 000

 

 

 

55 181 000 000

 

Marge

6 455 072

 

 

 

6 455 072

 

2.

Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen

59 553 523 122

56 359 793 633

- 53 900 000

- 53 900 000

59 499 623 122

56 305 893 633

Maximum

60 267 000 000

 

 

 

60 267 000 000

 

Marge

713 476 878

 

 

 

767 376 878

 

Waarvan: Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) - marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen

43 518 316 899

43 472 477 466

- 53 900 000

- 53 900 000

43 464 416 899

43 418 577 466

Submaximum

44 163 000 000

 

 

 

44 163 000 000

 

3.

Veiligheid en burgerschap

3 473 056 199

2 963 847 175

 

 

3 473 056 199

2 963 847 175

Waarvan flexibiliteitsinstrument

817 056 199

 

 

 

817 056 199

 

Maximum

2 656 000 000

 

 

 

2 656 000 000

 

Marge

 

 

 

 

4.

Europa als wereldspeler

9 593 045 411

8 951 045 154

- 5 020 000

- 5 020 000

9 588 025 411

8 946 025 154

Maximum

9 825 000 000

 

 

 

9 825 000 000

 

Marge

231 954 589

 

 

 

236 974 589

 

5.

Administratie

9 682 398 486

9 684 953 486

5 020 000

5 020 000

9 687 418 486

9 689 973 486

Maximum

10 346 000 000

 

 

 

10 346 000 000

 

Waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven

- 570 000 000

 

 

 

- 570 000 000

 

Marge

93 601 514

 

 

 

88 581 514

 

Waarvan: administratieve uitgaven van de instellingen

7 591 229 286

7 593 784 286

5 020 000

5 020 000

7 596 249 286

7 598 804 286

Submaximum

8 360 000 000

 

 

 

8 360 000 000

 

Waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven

- 570 000 000

 

 

 

- 570 000 000

 

Marge

198 770 714

 

 

 

193 750 714

 

Totaal

159 551 203 435

144 805 506 549

- 49 589 445

- 49 589 445

159 501 613 990

144 755 917 104

Waarvan flexibiliteitsinstrument

817 056 199

667 152 692

 

817 056 199

667 152 692

waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen

891 685 985

 

 

891 685 985

 

Maximum

159 514 000 000

154 565 000 000

 

159 514 000 000

154 565 000 000

Waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven

- 570 000 000

 

 

- 570 000 000

 

Marge

1 101 538 749

10 426 646 143

 

 

1 151 128 194

10 476 235 588

 

Andere speciale instrumenten

1 090 902 000

619 600 000

- 293 628 245

- 112 000 000

797 273 755

507 600 000

Algemeen totaal

160 642 105 435

145 425 106 549

- 343 217 690

- 161 589 445

160 298 887 745

145 263 517 104

(1) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(2) COM(2017) 400 van 29.6.2017.
(3)  In het MFK 2014-2020 bedroeg het initiële submaximum voor het ELGF voor 2018 44 889 miljoen EUR. Na verrekening van een naar Plattelandsontwikkeling over te dragen bedrag van 726,7 miljoen EUR bedraagt het voor 2018 netto beschikbare bedrag voor het ELGF (nettosubmaximum) 44 162,4 miljoen EUR. De behoeften van het ELGF voor 2018 worden getoetst aan dit "nettosubmaximum" voor het ELGF.
(4)  De behoeften bedragen 43 464,4 miljoen EUR aan verse kredieten plus 1 246,0 miljoen EUR aan bestemmingsontvangsten.
(5)  Deze raming is gebaseerd op de aangiften van de werkelijke uitgaven van de lidstaten ontvangen tot en met augustus 2017, aangevuld met prognoses voor de periode 01.09.2017 tot en met 15.10.2017. Volledige informatie over de werkelijke uitgaven voor deze resterende periode zal beschikbaar zijn eind oktober/begin november 2017.
(6)  Het aanpassingspercentage voor rechtstreekse betalingen in verband met het mechanisme voor financiële discipline voor het kalenderjaar 2017 is vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1236 van de Commissie. In het licht van het kleine wijzigingen voor de rechtstreekse betalingen die in deze NvW 1/2018 worden voorgesteld, is geen aanpassing van het reeds vastgestelde percentage nodig.
(7)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1533 van 8 september 2017 van de Commissie tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1165 wat betreft de tijdelijke buitengewone maatregelen ter ondersteuning van producenten van perziken en nectarines in Griekenland, Spanje en Italië.
(8)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1536 van de Commissie van 11 september 2017 betreffende een noodmaatregel in de vorm van steun aan bedrijven met niet meer dan 50 varkens in bepaalde gebieden van Polen in geval van beëindiging van de productie van varkensvlees als gevolg van nieuwe eisen in verband met Afrikaanse varkenspest.
(9)  Een afzonderlijke mededeling van de Commissie aan de Raad, vergezeld van een voorstel tot vaststelling van nieuwe productieheffingen en van de coëfficiënt voor de berekening van de aanvullende heffing in de sector suiker voor de verkoopseizoenen 1999/2000 en 2000/2001 van 2, is momenteel in voorbereiding. Zij zal vergelijkbaar zijn met de eerdere mededeling van de Commissie aan de Raad (COM(2013) 526 def.) van 17.7.2013 na het arrest van het Hof in de zaak “Jülich e.a.”) in 2012.
(10)  COM(2017) 540 van 26.6.2017.
(11) COM(2017) 541 van 26.6.2017.
(12) Besluit (EU) 2017/741 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor bijstand aan het Verenigd Koninkrijk, Cyprus en Portugal (PB L 111 van 24.4.2017, blz. 6) en de daarvan vergezeld gaande gewijzigde begroting nr. 1/2017 (PB L 136 van 24.5.2017, blz. 1).
(13)  Verordening 2013/1311 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
(14)  COM(2017) 331 van 13.6.2017.
(15)

     COM(2017) 262 van 30.5.2017.

(16) Met name punt 101 van zijn resolutie van 16 februari 2017 over de verbetering van de werking van de Europese Unie.
(17)  Deze besparingen worden geraamd op basis van een volledig jaar, omdat de jaarlijkse begrotingen van missies in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid volledig worden vastgelegd bij de verlenging van elk mandaat.
Top