EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017AR2776

Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de rechtshandelingen die verwijzen naar de regelgevingsprocedure met toetsing

PB C 164 van 8.5.2018, p. 82–83 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

8.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 164/82


Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de rechtshandelingen die verwijzen naar de regelgevingsprocedure met toetsing

(2018/C 164/14)

Rapporteur:

François Decoster (FR/ALDE), lid van de regioraad van Nord-Pas-de-Calais

Referentiedocument:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen die verwijzen naar de regelgevingsprocedure met toetsing, aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

COM(2016) 799 final — 2016/0400 (COD)

BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S,

1.

is van mening dat de Europese Unie moet beschikken over uitvoeringsbevoegdheid om de wetgever te helpen met de meer technische aspecten waardoor een snelle en eenvormige toepassing van de EU-wetgeving gestalte krijgt.

2.

Benadrukt zij wel dat die bevoegdheid beperkt moet blijven tot de niet-essentiële elementen van wetgevingshandelingen en dient te worden gebruikt met de grootst mogelijke transparantie en onder toezicht van de wetgever, het Europees Parlement en de Raad, de lidstaten en de lokale en regionale overheden.

3.

De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Europese wetgeving en dat geschiedt zeer vaak op lokaal en regionaal niveau. Daarom is het een democratische en praktische noodzaak dat die autoriteiten ook hun zegje kunnen doen.

4.

Het Comité herhaalt zijn steun voor de hervorming van het comitologiesysteem van het Verdrag van Lissabon en voor de twee regelingen inzake gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen (de artikelen 290 en 291 VWEU). De gedelegeerde handelingen dienen daarbij als vervanging van de voormalige „regelgevingsprocedure met toetsing” (RPT), die betrekking had op politiek gevoelige gebieden als het milieu, de landbouw, de financiële diensten en de volksgezondheid.

5.

Het ondersteunt de wijziging van bestaande basishandelingen als bedoeld in het voorstel om de verwijzingen naar de regelgevingsprocedure met toetsing te vervangen door te refereren aan de artikelen 290 en 291 VWEU.

6.

Hetzelfde geldt voor deze aanpak van de Commissie in vergelijking met haar voorstel van 2013. Zij wil niet meer dat in basishandelingen constant de RPT wordt genoemd als verwijzing naar artikel 290 of 291 VWEU. Als gevolg van die aanpak zou elke basishandeling dus altijd moeten worden gelezen in samenhang met de desbetreffende, goedgekeurde, regeling. Het verdient inderdaad de voorkeur om elke betrokken basishandeling afzonderlijk te wijzigen.

7.

In het nieuwe voorstel stelt de Commissie terecht dat een bevoegdheidsdelegatie voor onbepaalde tijd gerechtvaardigd is aangezien de wetgever die delegatie in alle gevallen en te allen tijde kan intrekken. Bovendien zou de Commissie administratief zwaar worden belast als de delegatie slechts vijf jaar zou gelden en zij over alle handelingen die in dit voorstel zijn opgenomen vijf jaar na de goedkeuring ervan verslag zou moeten uitbrengen alvorens de delegatie automatisch kan worden verlengd.

Gezamenlijk Akkoord over gedelegeerde handelingen

8.

Het Comité is verheugd over de ondertekening van een akkoord over de gedelegeerde handelingen door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, dat is bijgevoegd bij het Interinstitutioneel Akkoord „Beter wetgeven” (1), en waarin een kader wordt vastgelegd voor de definitie van de doelstellingen, het toepassingsgebied, de duur en de voorwaarden van de delegatie.

9.

Het herinnert er wel aan dat de criteria en de procedure voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen zeer duidelijk moeten worden gedefinieerd en naar behoren begrensd moeten worden om geen afbreuk te doen aan de rol van wetgever.

10.

Het verzoekt daarom dat, in geval van twijfel over het wezenlijke karakter van een onderdeel van een ontwerp voor een gedelegeerde handeling, de Commissie zich terugtrekt en dat de regels volgens de gewone wetgevingsprocedure worden goedgekeurd.

11.

De duidelijke systematische raadpleging van nationale deskundigen bij de voorbereiding en de redactie van gedelegeerde handelingen verdient bijval, maar niet zeker is dat deze raadpleging voldoende gedefinieerd, transparant en bindend is.

12.

De versterking van het toezicht van het Europees Parlement op gedelegeerde handelingen verdient echter bijval.

13.

Wel valt te betreuren dat hier nog niet is voorzien in raadpleging van vertegenwoordigers van lokale en regionale overheden. Zulks ondanks het feit dat zij ten zeerste betrokken zijn bij de implementatie van die handelingen.

14.

De inbreng van die overheden bij dit toezicht is namelijk essentieel, omdat ze de bestuurslaag vormen die het grootste deel van de EU-wetgeving uitvoeren.

15.

Daarom moet het Comité alle documenten, waaronder de ontwerpen van gedelegeerde handelingen, op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten ontvangen. En ook moet het vlot toegang hebben tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die de gedelegeerde handelingen voorbereiden.

16.

Wel is het ingenomen met de oprichting door de Commissie, het Europees Parlement en de Raad van een gemeenschappelijk functioneel register van gedelegeerde handelingen, uiterlijk eind 2017. Dat kan leiden tot meer toezicht op de uitvoering door de Commissie van de aan haar gedelegeerde bevoegdheden en daarmee samenhangende transparantie, planning en traceerbaarheid in alle levensstadia van een gedelegeerde handeling.

Subsidiariteits- en evenredigheidsanalyse

17.

De ontwerpverordening strijdt niet met het subsidiariteitsbeginsel: het gaat namelijk om delegatie van bevoegdheden tussen de verschillende instellingen van de Unie.

18.

De verordening is geschikt om de doelstellingen te verwezenlijken en een aantal basishandelingen aan de artikelen 290 en 291 VWEU aan te passen, en zij gaat niet verder dan wat noodzakelijk is.

19.

Wel moet het belang van subsidiariteit en evenredigheid voor ogen worden gehouden en ook moet worden beseft dat die beginselen niet alleen bij de redactie en de goedkeuring van EU-wetgeving maar ook bij de uitvoering ervan moeten gelden.

20.

De bevoegdheidsdelegatie ex artikel 290 VWEU, een bevoegdheidsoverdracht van de Uniewetgever naar de Commissie, belichaamt in beginsel een evenredigheidsprobleem: die delegatie is namelijk het resultaat van een afweging aangaande reguleringsintensiviteit, maar laat de verdeling van de bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten onverlet.

21.

Omgekeerd bestaat uitvoering krachtens artikel 291 VWEU uit uitoefening door de instellingen van de Unie van bevoegdheden van de lidstaten, en dat kan subsidiariteitsproblemen opleveren.

22.

Daarom moet de Commissie voortdurend toezien op de naleving van deze beginselen, met name bij de vaststelling van uitvoeringshandelingen.

Brussel, 1 december 2017.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Karl-Heinz LAMBERTZ


(1)  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.


Top