Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017AP0426

    P8_TA(2017)0426 Samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 november 2017 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (COM(2016)0283 — C8-0194/2016 — 2016/0148(COD)) P8_TC1-COD(2016)0148 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 14 november 2017 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2017/… van het Europees Parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004

    PB C 356 van 4.10.2018, p. 145–145 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    4.10.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 356/145


    P8_TA(2017)0426

    Samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming ***I

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 november 2017 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (COM(2016)0283 — C8-0194/2016 — 2016/0148(COD))

    (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

    (2018/C 356/23)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0283),

    gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0194/2016),

    gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn uitgebracht door het Bulgaarse Parlement, de Tsjechische Kamer van Afgevaardigden, de Oostenrijkse Bondsraad en de Zweedse Rijksdag, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

    gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 19 oktober 2016 (1),

    gezien het overeenkomstig artikel 69 septies, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissie goedgekeurde voorlopig akkoord en de door de vertegenwoordiger van de Raad bij brief van 30 juni 2017 gedane toezegging om het standpunt van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goed te keuren,

    gezien artikel 59 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming en het advies van de Commissie juridische zaken (A8-0077/2017),

    1.

    stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

    2.

    verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

    3.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

    (1)  PB C 34 van 2.2.2017, blz. 100.


    P8_TC1-COD(2016)0148

    Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 14 november 2017 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2017/… van het Europees Parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004

    (Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) 2017/2394.)


    Top