Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016XC1021(02)

    Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

    PB C 388 van 21.10.2016, p. 6–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.10.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 388/6


    Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

    (2016/C 388/06)

    Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EG) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.

    AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE GEGARANDEERDE TRADITIONELE SPECIALITEITEN

    Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1151/2012

    „OVČÍ HRUDKOVÝ SYR — SALAŠNÍCKY”

    EU-NR.: TSG-SK-02135 — 14.4.2016

    1.   Aanvragende groepering en rechtmatig belang

    Naam van de groepering

    :

    Družstvo — Cech výrobcov ovčieho syra v Turci

    Adres

    :

    Poľnohospodárske družstvo

    Turčianske Kľačany 271

    038 61 Vrútky

    SLOVENSKO/SLOVAKIA

    Telefoonnummer

    :

    +421 4343085213

    E-mailadres

    :

    tas_sro@stonline.sk

    De aanvragende groepering voor de wijziging is dezelfde groepering die de aanvraag heeft ingediend tot registratie van „Ovčí hrudkový syr — salašnícky”.

    2.   Lidstaat of derde land

    Slowaakse Republiek

    3.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft

    Naam van het product

    Beschrijving van het product

    Werkwijze voor het verkrijgen van het product

    Overige [nader aan te geven]

    Registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit zonder reservering van de naam die wordt vervangen door de registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit met reservering van de naam.

    4.   Aard van de wijziging

    Wijziging van een productdossier van een geregistreerde GTS die overeenkomstig artikel 53, lid 2, vierde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

    5.   Wijziging(en)

    1.

    Registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit zonder reservering van de naam die wordt vervangen door de registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit met reservering van de naam.

    Deze wijziging wordt voorgesteld om de registratie van de betrokken productnaam te vrijwaren aangezien de keuze voor de registratie van namen van landbouwproducten en levensmiddelen als gegarandeerde traditionele specialiteiten zonder reservering van de naam is afgeschaft, en onder artikel 25, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad mogen namen die overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad (2), met inbegrip van de namen die geregistreerd zijn in overeenstemming met artikel 58, lid 1, tweede alinea, van deze Verordening (gegarandeerde traditionele specialiteiten zonder reservering van de naam) slechts tot 4 januari 2023 verder worden gebruikt onder de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 509/2006.

    PRODUCTDOSSIER VAN EEN GEGARANDEERDE TRADITIONELE SPECIALITEIT

    „OVČÍ HRUDKOVÝ SYR — SALAŠNÍCKY”

    EU-NR.: TSG-SK-02135 — 14.4.2016

    Slowaakse Republiek

    1.   Naam/namen waarvoor de registratie wordt aangevraagd

    „Ovčí hrudkový syr - salašnícky”

    2.   Productcategorie (zie bijlage XI)

    1.3.

    Kaas

    3.   Grond voor registratie

    3.1.   Het product is

    het resultaat van een productiewijze, verwerkingswijze of samenstelling die in overeenstemming is met de traditionele gebruiken voor dat product of dat levensmiddel;

    vervaardigd uit de traditioneel gebruikte grondstoffen of ingrediënten.

    Het product wordt al eeuwen vervaardigd. Het wordt slechts in de lente en zomer traditioneel met de hand vervaardigd in een herdershut (salaš) door middel van een traditionele methode voor het manueel verwerken van wrongel.

    3.2.   De naam

    wordt van oudsher gebruikt om het specifieke product aan te duiden;

    is een verwijzing naar het traditionele karakter of de specificiteit van het product.

    Het specifieke karakter wordt bepaald door de aard van de grondstof, i.e. rauwe schapenmelk en de traditionele verwerkingswijze in een herdershut. Het begrip „salašnícky” in de naam drukt de specifieke aard van het product uit en is afgeleid van het woord „salaš”, dat verwijst naar de herdershut waar de kaas wordt gemaakt en drukt zo een verband uit met de plaats waar het product wordt vervaardigd.

    4.   Beschrijving

    4.1.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is, met inbegrip van de belangrijkste fysieke, chemische, microbiologische of organoleptische kenmerken die het specifieke karakter van het product aantonen (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

    „Ovčí hrudkový syr — salašnícky” is kaas die in herdershutten van verse schapenmelk wordt bereid en die zijn karakteristieke smaak dankt aan de traditionele gistingstechniek en het feit dat hij met de hand tot een klomp wordt gevormd.

    Fysieke kenmerken:

    bolvormige klompkaas

    afmeting: gewicht maximaal 5 kg

    Chemische kenmerken:

    droge stof: tenminste 40 % gewichtspercenten

    vetgehalte in de droge stof: tenminste 50 % gewichtspercenten

    Microbiologische kenmerken:

    Bevat een aantal micro-organismen, waaronder met name:

    Acidogene micro-organismen — Streptococcus lactis, Leuconostos mesenteroides, Lactobacillus casei, Lactobacillus plantarum; gisten en schimmels — Torulopsis candida, Geotrichum candidum, Geotrichum casei

    Organoleptische kenmerken:

    uiterlijk aspect: droog, intact, smetteloze buitenkant, dunne korst zichtbaar bij dwarsdoorsnede met hier en daar kleine gaten en barsten

    kleur: witte tot gelige buitenkant; bij dwarsdoorsnede wit zuivel met een lichtgelige toets

    smaak en geur: milde, zurige, zuivere smaak, typisch voor producten op basis van schapenmelk

    consistentie: vast en soepel

    zuurheidsgraad: pH 5,2-4,9

    4.2.   Beschrijving van de productiemethode van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is, die door de producenten moet worden gevolgd, met inbegrip van, in voorkomend geval, de aard en de kenmerken van de gebruikte grondstoffen of ingrediënten, en de manier waarop het product wordt bereid (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

    Ophaling van de schapenmelk:

    de melk voor de bereiding van de kaas wordt verkregen van gezonde schapen (van schapenrassen die in berggebieden of aan de voet van gebergten worden gehouden) die manueel worden gemolken in een melkhok (strunga) dat in de vrije natuur staat.

    De melk wordt opgevangen in een roestvrije melkemmer met filter (de melk werd vroeger in houten melkemmers opgevangen). Wanneer de emmer (geleta) vol is, wordt de inhoud in een melkbus overgebracht aan de hand van een zeef met een katoenen filter (de melk kan ook mechanisch worden opgevangen in een mobiele of vaste melkruimte);

    de in melkbussen verzamelde melk wordt overgebracht naar de productieplaats — een herdershut (salaš-koliba).

    Verwerking van de melk tot kaas - bereiding van de klompkaas van schapenmelk:

    De verzamelde verse melk wordt onmiddellijk na het melken, nadat ze is overgebracht naar de herdershut waar ze wordt verwerkt, uit de melkbus in een putera — een kaasbak — gegoten en verwerkt; hierbij wordt opnieuw gebruikgemaakt van een katoenen filter. Voor de bereiding van de kaas wordt gebruikgemaakt van een houten kaasbak (putera) of een edelstalen kaasbak met dubbele bodem.

    De melk wordt verwarmd tot 30-32 °C door heet drinkwater (met een temperatuur van 50 °C) rechtstreeks aan de melk toe te voegen, of door de melk met heet drinkwater au bain-marie in een putera te verwarmen, of door er gekookte, zure schapenmelkwei aan toe te voegen.

    Wanneer de temperatuur van 30-32 °C is bereikt, wordt per 100 l melk 40 ml vloeibaar microbieel stremsel (op basis van de met zout gestabiliseerde schimmel Rhizomucor miehei) onder voortdurend roeren toegevoegd (de hoeveelheid stremsel wordt door de kaasmaker bepaald op basis van de sterkte). De gebruikte hoeveelheid stremsel is ook afhankelijk van het tijdstip in de lactatieperiode (i.e. de kwaliteit van de melk verandert in de loop van een lactatieperiode). De melk stremt ongeveer 30-45 minuten nadat het stremsel is toegevoegd.

    De wrongel die op deze wijze ontstaat, wordt omgeroerd en gesneden met een wrongelmes tot een korrelgrootte van 0,5-1 cm is bereikt.

    Gekookt drinkwater dat tot 65 °C is afgekoeld, wordt aan de gesneden wrongel toegevoegd zodat deze tot 32-35 °C wordt verwarmd, een temperatuur die bevorderlijk is voor het uitlekken van de wei. De wrongel wordt flink omgeroerd en mag nadien rusten. Tijdens de productie van de klompkaas van schapenmelk mag de temperatuur van de melk en de wei niet onder de 29 °C dalen.

    De wrongel wordt na ongeveer 10 minuten met de hand samengedrukt en met behulp van een kaasdoek tot een klomp gevormd.

    Hangend aan een haak lekt de klomp uit gedurende ongeveer twee uur.

    Na het uitlekken wordt de kaas voor gisting overgebracht naar een warme opslagplaats — het rijpingslokaal. De kaas die met gebruikmaking van een kaasdoek tot een klomp is gevormd, wordt aan een haak gehangen en later op een rek geplaatst dat zodanig is ontworpen dat de wei kan weglekken.

    De temperatuur in het rijpingslokaal mag tijdens de gisting niet lager zijn dan 18-22 °C. Onder die omstandigheden gist de kaas gedurende twee, maximaal drie dagen. Tijdens de gisting wordt de temperatuur gecontroleerd.

    Wanneer het productieproces is voltooid, mag de kaas worden verkocht. Bij de verkoop wordt de kaas verpakt en voorzien van een etiket.

    4.3.   Beschrijving van de belangrijkste elementen die het traditionele karakter van het product bepalen (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

    De term „salašnícky” in de naam van de kaas is afgeleid van de traditionele productieplaats, namelijk een herdershut (salaš). Zijn traditionele karakter dankt de kaas aan zijn traditionele samenstelling, productiemethode en verwerkingswijze.

    Volgens het relaas van P. Huba in zijn boek Zázrivá was de kleinschalige schapenhouderij in het hoogland van Zázrivá toegespitst op de productie van schapenmelk die steeds in de herdershut (salaš) werd verwerkt tot „ovčí hrudkový syr-salašnícky” die door de herder als delicatesse werd aangeboden aan zijn bezoekers. (Martin: Osveta. 1988).

    De traditionele „ovčí hrudkový syr-salašnícky” werd bereid door verse schapenmelk met behulp van natuurlijk stremsel (kľag) bij een gemiddelde temperatuur (van 32 °C) gedurende 10-30 minuten te laten stremmen. De gestremde melk werd eerst geschud; vervolgens liet men haar rusten en tenslotte werd de wrongel op een kaasdoek gelegd en tot een compacte klomp geperst. De kaasdoek met de wrongel werd opgehangen zodat de wei kon uitlekken.

    Nadat de wei was uitgelekt werd de kaas uit de kaasdoek gehaald en ondersteboven op een houten rek (podišiar) geplaatst om gedurende verschillende dagen te drogen en te rijpen. Na de rijping werd de kaas overgebracht van de herdershut naar het huis van de schapenhouder (Podolák Ján: Slovenský národopis 25, 1977).

    In de 20ste eeuw verspreidde de productie van de „ovčí hrudkový syr — salašnícky” en de „ovčí salašnícky údený syr” zich in alle Slowaakse berggebieden waar schapen werden gehouden.

    „Ovčí hrudkový syr-salašnícky” en „Ovčí salašnícky údený syr” behoorden tot de zuivelproducten die door de traditionele schapenhouderij in Walachije werden voortgebracht en de productie van deze kazen was de belangrijkste reden voor het houden van schapen in de Slowaakse berggebieden. Als culinaire specialiteit werd de kaas in verse (vochtrijk — zoet), gefermenteerde, gedroogde of door roken verduurzaamde vorm gebruikt. (Podolák Ján: Slovenský národopis 25, 1977). In een artikel met als titel „Z histórie Ovčieho mliekárstva na Slovensku” schrijft Prokop: „De houtsnijkunst van onze herders heeft de cultuur van Walachije levend gehouden en tot uiting gebracht in de bijzonder fijn uitgesneden schalen (črpáky) die door de herders werden gebruikt.” (Slovenská spoločnosť pre racionálnu výživu, Bratislava, 1969). Uit hout gesneden harten of eenden worden gebruikt om de „ovčí salašnícky údený syr” vorm te geven. Dr. Ján Balko, de auteur van Bryndziarsky priemysel na Slovensku, dat door Osveta in 1968 werd gepubliceerd, schreef het volgende: „We weten niet precies wie hier de eerste klompkaas van schapenmelk bereidde en wanneer dat gebeurde. We kunnen er evenwel vrij zeker van zijn dat het vele eeuwen geleden was aangezien de wijze waarop schapen voor hun melk werden gehouden tot 1914 weinig afweek van de houderijpraktijken ten tijde van de volksverhuizingen.” Uit Ovčie mliekárstvo a syrárstvo po novom citeren we het volgende: „… de kwaliteit van de bryndza is hoofdzakelijk afhankelijk van de kwaliteit van de ovčí hrudkový syr salašnícky” (Edícia Povereníctva SNR pre pôdohospodárstvo, Bratislava, 1966). Van de naam en van de traditionele bereidingsmethode van de „ovčí hrudkový syr-salašnícky” en de „ovčí salašnícky údený syr” werd ook gebruikgemaakt door schaapherders van de gemeente Priechod die in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw in de regio van Turiec in herdershutten werkten (de opmerking komt van Lamper, een herder, en van Ivanič, beiden uit Priechod. P. Jasenský, een herder uit Dolná Jaseň herinnert zich dat „Ovčí hrudkový syr-salašnícky en ovčí salašnícky údený syr al sinds mensenheugenis worden bereid maar slechts in kleine hoeveelheden voor rechtstreekse consumptie in de herdershut of voor verkoop aan bezoekers — wat trouwens nog steeds gebeurt. Het zijn traditionele delicatessen voor die Slowaken die in de bergen of het voorgebergte leven.” (Prehlásenie pána Jasenského, 1999).


    (1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

    (2)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 1.


    Top