EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016XC1018(02)

Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek in verband met de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van garens met een hoge sterktegraad van polyester van oorsprong uit de Volksrepubliek China

C/2016/6515

PB C 384 van 18.10.2016, p. 15–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 384/15


Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek in verband met de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van garens met een hoge sterktegraad van polyester van oorsprong uit de Volksrepubliek China

(2016/C 384/07)

De Europese Commissie („de Commissie”) heeft op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de basisverordening”), een verzoek ontvangen om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Het verzoek om een nieuw onderzoek werd ingediend door Taylor Wessing namens American & Efird (A&E Europe) („de indiener van het verzoek”), een importeur van bepaalde soorten garens met een hoge sterktegraad van polyester van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken land”).

Het nieuwe onderzoek is beperkt tot het onderzoek van de vraag of bepaalde productsoorten, namelijk naaigarens van ongebleekte stoffen, vallen binnen het toepassingsgebied van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van garens met een hoge sterktegraad van polyester van oorsprong uit het betrokken land.

2.   Onderzocht product

Dit nieuwe onderzoek heeft betrekking op garens met een hoge sterktegraad van polyesters (andere dan naaigarens) die niet zijn opgemaakt voor de verkoop in het klein, waaronder monofilamenten van minder dan 67 decitex („het onderzochte product”), en die momenteel zijn ingedeeld onder GN-code 5402 20 00.

3.   Bestaande maatregelen

Momenteel geldt een definitief antidumpingrecht dat werd ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1105/2010 van de Raad (2).

Op 28 november 2015 heeft de Commissie een bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van het antidumpingrecht dat van toepassing is op de invoer van garens met een hoge sterktegraad van polyesters van oorsprong uit de Volksrepubliek China (3), bekendgemaakt. Zolang het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregel niet is afgerond, blijft deze van kracht.

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

De indiener verzoekt om uitsluiting van naaigarens van ongebleekte stoffen van het toepassingsgebied van de bestaande antidumpingmaatregelen en verzoekt de uitsluitingscriteria dienovereenkomstig te wijzigen: „garens met een hoge sterktegraad van polyesters (andere dan draden die volgens een Z-vormig patroon werden gevlochten, klaar zijn om geverfd te worden en een afwerkende behandeling te krijgen, zich op een drager bevinden en (inclusief drager) niet meer dan 2 000 g wegen), niet opgemaakt voor de verkoop in het klein, waaronder monofilamenten van minder dan 67 decitex, momenteel ingedeeld onder GN-code 5402 20 00 en van oorsprong uit de Volksrepubliek China”.

Het verzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening is gebaseerd op door de indiener van het verzoek verstrekt voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de fysieke en technische basiseigenschappen van de uit te sluiten producten wezenlijk verschillen van die van het onderzochte product.

5.   Procedure

Daar de Commissie na kennisgeving aan de lidstaten tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure voor een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek in te leiden, opent zij overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de basisverordening een onderzoek dat uitsluitend de productomschrijving betreft.

Elke verordening die voortvloeit uit dit nieuwe onderzoek, kan terugwerkende kracht hebben tot de datum waarop de bestaande maatregelen zijn ingesteld, of tot een latere datum, bijvoorbeeld de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Alle belanghebbenden, en met name de importeurs, wordt verzocht hun standpunt over deze kwestie uiteen te zetten en met bewijsmateriaal te onderbouwen.

5.1.   Schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie de indiener van het verzoek als importeur een vragenlijst toezenden. Bovendien kan de Commissie vragenlijsten toesturen aan de belanghebbenden die zich kenbaar hebben gemaakt. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.2.   Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

5.3.   Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken, moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die op vertrouwelijke basis door de belanghebbenden worden verstrekt, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (4). Elk verzoek om vertrouwelijke behandeling moet voldoende worden gemotiveerd.

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte inlichtingen. Als een belanghebbende die informatie verstrekt op vertrouwelijke basis, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, zoals bepaald in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2011/june/tradoc_148003.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel, zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het te verzenden document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer CHAR 04/039

1049 Brussel

BELGIË

E-mail: TRADE-R653-HTY-PRODUCT-SCOPE@ec.europa.eu

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken aan de hand van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de bevindingen daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.

Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden beleggen waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere de productomschrijving van de bestaande maatregelen.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening uiterlijk 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

9.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5).


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1105/2010 van de Raad van 29 november 2010 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op garens met een hoge sterktegraad van polyesters van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot beëindiging van de procedure betreffende de invoer van garens met een hoge sterktegraad van polyesters van oorsprong uit de Republiek Korea en Taiwan (PB L 315 van 1.12.2010, blz. 1).

(3)  Bericht van opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van garens met een hoge sterktegraad van polyesters van oorsprong uit de Volksrepubliek China (2015/C 397/05) (PB C 397 van 28.11.2015, blz. 10).

(4)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk behandeld overeenkomstig artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst). Het is ook een beschermd document overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(5)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


Top