This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52016TA1216(06)
Report on the annual accounts of the Fuel Cells and Hydrogen Joint Undertaking for the financial year 2015, together with the Joint Undertaking’s reply
Verslag over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de gemeenschappelijke onderneming
Verslag over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de gemeenschappelijke onderneming
PB C 473 van 16.12.2016, p. 47–56
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
16.12.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 473/47 |
VERSLAG
over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de gemeenschappelijke onderneming
(2016/C 473/06)
INHOUD
|
Paragraaf |
Blz. |
INLEIDING |
1–5 |
48 |
TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING |
6 |
48 |
BETROUWBAARHEIDSVERKLARING |
7–14 |
49 |
Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen |
12 |
50 |
Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen |
13 |
50 |
OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGS- EN FINANCIEEL BEHEER |
15–23 |
50 |
Presentatie van de rekeningen |
15–17 |
50 |
Uitvoering van de begroting 2015 |
18–19 |
50 |
Meerjarige begrotingsuitvoering van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH in het kader van KP7 |
20–21 |
50 |
Meerjarige begrotingsuitvoering van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH in het kader van Horizon 2020 |
22–23 |
51 |
ANDERE AANGELEGENHEDEN |
24–28 |
51 |
Essentiële controles en toezichtsystemen |
24 |
51 |
Fraudebestrijdingsstrategie |
25–27 |
51 |
De dienst Interne Audit van de Commissie (DIA) |
28 |
51 |
FOLLOW-UP VAN EERDERE OPMERKINGEN |
29–30 |
52 |
Monitoring en rapportage van projectonderzoeksresultaten |
29 |
52 |
Belangenconflicten |
30 |
52 |
BIJLAGE |
53 |
INLEIDING
1. |
De gemeenschappelijke onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief voor brandstofcellen en waterstof (de Gemeenschappelijke Onderneming FCH), gevestigd te Brussel, werd in mei 2008 (1) opgericht voor de periode tot 31 december 2017 en werd financieel autonoom op 15 november 2010. In mei 2014 (2) heeft de Raad de oorspronkelijke verordening ingetrokken en de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming, nu met de naam „Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2” (Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2) (3), verlengd tot 31 december 2024 binnen het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie Horizon 2020 (4). |
2. |
De Gemeenschappelijke Onderneming FCH heeft onder meer tot doel, in overleg met de industrie en onderzoeksorganisaties, onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratieactiviteiten in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma voor onderzoek (KP7) (5) geassocieerde landen te ondersteunen en zich daarbij te richten op de ontwikkeling van markttoepassingen en daardoor extra inspanningen van de industrie te vergemakkelijken voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën. Binnen Horizon 2020 heeft de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 tot doel bij te dragen tot de realisatie van de maatschappelijke uitdagingen van veilige, schone en efficiënte energie en van slim, groen en geïntegreerd vervoer en tot de doelstellingen van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake brandstofcellen en waterstof door de ontwikkeling van een sterke, duurzame en wereldwijd concurrerende brandstofcel- en waterstofsector in de Unie (6). |
3. |
De leden van de gemeenschappelijke onderneming zijn de Europese Unie (EU), vertegenwoordigd door de Europese Commissie, de industriegroepering (Hydrogen Europe (7)) en de onderzoeksgroepering (New European Research Grouping on Fuel Cells and Hydrogen (N.ERGHY)). |
4. |
De maximale EU-bijdrage in het kader van KP7 aan de activiteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH bedraagt 470 miljoen euro (met een maximum van 20 miljoen euro voor administratieve kosten), die moet worden aangevuld met een gelijke bijdrage van de industrie- en onderzoeksgroeperingen. |
5. |
De maximale EU-bijdrage in het kader van Horizon 2020 tot de activiteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 bedraagt 665 miljoen euro (waarvan de administratieve kosten niet hoger mogen zijn dan 19 miljoen euro (8)). Van de industrie- en onderzoeksgroeperingen wordt verwacht dat zij minimaal evenveel bijdragen als de EU door middel van bijdragen in natura (9) aan de door de Gemeenschappelijke Onderneming FCH gefinancierde projecten en aanvullende activiteiten (10), waarbij het minimum een bedrag van 380 miljoen euro is, waarvan ten minste 285 miljoen euro verband moet houden met aanvullende activiteiten. |
TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
6. |
De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, toetsing van verrichtingen op het niveau van de gemeenschappelijke onderneming en een beoordeling van de essentiële controles van de toezicht- en controlesystemen, inclusief een evaluatie in het kader van de kwaliteitsbewaking van de controles achteraf die door de gemeenschappelijke onderneming (of namens haar door particuliere accountantskantoren) bij de begunstigden werden uitgevoerd. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit relevant werk van andere controleurs en een analyse van de „management representations”. |
BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
De verantwoordelijkheid van de leiding
De verantwoordelijkheid van de controleur
Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen
Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen
|
14. |
De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer. |
OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGS- EN FINANCIEEL BEHEER
Presentatie van de rekeningen
15. |
De andere leden van de gemeenschappelijke onderneming dan de EU moeten jaarlijks uiterlijk op 31 januari aan de raad van bestuur verslag uitbrengen over de waarde van hun bijdragen in natura die in elk van de voorafgaande begrotingsjaren zijn verstrekt (16). Op basis van deze informatie, en volgens de door de Europese Commissie aan de gemeenschappelijke onderneming verstrekte richtsnoeren, moeten de bijdragen in natura van de leden op de rekeningen van de gemeenschappelijke onderneming worden geboekt. |
16. |
Ten tijde van de opstelling van de eindrekeningen had de gemeenschappelijke onderneming niet de benodigde verslagen ontvangen van haar leden die de Horizon 2020-projecten uitvoeren. Het in de rekeningen voor 2015 opgenomen bedrag voor bijdragen in natura voor het Horizon 2020-programma is bijgevolg gebaseerd op door de gemeenschappelijke onderneming gemaakte ramingen van door de leden tot het einde van 2015 gemaakte kosten (17). |
17. |
In de door de Gemeenschappelijke Onderneming FCH uitgebrachte rekeningen ontbreken de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de aansluitingstabel met de economische resultatenrekening. Beide zaken zijn echter bekendgemaakt in het verslag over het begrotings- en financieel beheer voor 2015 van de gemeenschappelijke onderneming, hoewel het niveau van de verstrekte informatie verschilt van dat van de meeste andere gemeenschappelijke ondernemingen, wat aantoont dat er behoefte is aan duidelijke richtsnoeren van de Commissie voor de budgettaire verslaglegging van gemeenschappelijke ondernemingen. |
Uitvoering van de begroting 2015
18. |
De definitieve begroting 2015 die beschikbaar was voor de tenuitvoerlegging, omvatte vastleggingskredieten ad 132,6 miljoen euro en betalingskredieten ad 95,1 miljoen euro. De bestedingsgraad bedroeg 87 % voor de vastleggingskredieten en 83 % voor de betalingskredieten (18). De lager dan verwachte uitvoeringsgraad voor vastleggingskredieten is voornamelijk toe te schrijven aan het resultaat van de oproepen voor 2015. Een aantal projectvoorstellen werd afgewezen, omdat deze niet voldeden aan de vereiste kwaliteit, wat heeft geleid tot ongebruikte vastleggingskredieten ter waarde van 13,7 miljoen euro. |
19. |
Van de totale in 2015 gedane operationele vastleggingen (193,5 miljoen euro) betrof 42,6 % individuele vastleggingen op basis van afgeronde procedures voor de gunning van subsidies en contracten. De resterende 57,3 % omvatte globale vastleggingen waarvoor de gunningsprocedure niet was afgerond. Het hoge niveau van de globale vastleggingen in 2015 is het gevolg van de tijd die nodig is voor de evaluatie- en de onderhandelingsprocedures voor de oproepen tot het indienen van voorstellen voor Horizon 2020-projecten van 2015. |
Meerjarige begrotingsuitvoering van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH in het kader van KP7
20. |
Van het totale budget van 470 miljoen euro voor de door de EU in het kader van KP7 te financieren operationele en administratieve activiteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH had de gemeenschappelijke onderneming eind 2015 voor 453,1 miljoen euro aan operationele vastleggingen gedaan en voor 316 miljoen euro (69,8 % van de operationele vastleggingen) aan betalingen. Volgens het betalingsplan van de gemeenschappelijke onderneming voor lopende KP7-projecten zullen de niet-afgewikkelde operationele betalingen van 137 miljoen euro (30,2 %) vóór het einde van 2019 worden gebruikt. De contante bijdrage van de EU aan de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming bedroeg 9 miljoen euro. |
21. |
Van het totale budget van 470 miljoen euro voor de bijdragen in natura en in contanten van de andere leden ter dekking van operationele en administratieve kosten was op 31 december 2015342,3 miljoen euro aan bijdragen in natura aan operationele activiteiten aan de Gemeenschappelijke Onderneming FCH gerapporteerd, waarvan 185,6 miljoen euro, ofwel 54,2 %, door de raad van bestuur is gevalideerd. Het hoge niveau van bijdragen in natura die nog moeten worden gevalideerd, is te wijten aan de cyclus van kostendeclaratie en -certificering voor KP7-projecten. De contante bijdragen van de andere leden aan de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming bedroegen 13 miljoen euro. |
Meerjarige begrotingsuitvoering van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH in het kader van Horizon 2020
22. |
Van het totale budget van 665 miljoen euro voor door de EU in het kader van Horizon 2020 te financieren operationele en administratieve activiteiten bedroegen de door de gemeenschappelijke onderneming gedane operationele vastleggingen 83,6 miljoen euro en de betalingen 29,4 miljoen euro (35 % van de operationele vastleggingen). De contante bijdrage van de EU aan de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming bedroeg 781 000 euro. |
23. |
Wat betreft de bijdragen in natura en in contanten van de andere leden, schat de gemeenschappelijke onderneming dat de bijdragen in natura voor operationele activiteiten tot 31 december 20153,9 miljoen euro bedragen, op een totaal budget van 665 miljoen euro. De contante bijdragen van de andere leden aan de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming bedroegen 781 000 euro. |
ANDERE AANGELEGENHEDEN
Essentiële controles en toezichtsystemen
24. |
De Gemeenschappelijke Onderneming FCH heeft procedures voor controles vooraf opgezet die zijn gebaseerd op financiële en operationele controles van stukken, en verricht controles achteraf bij begunstigden van subsidies. Deze controles zijn belangrijke instrumenten om de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen te beoordelen, inclusief de bijdragen in contanten en in natura door haar eigen leden aan de gemeenschappelijke onderneming, met uitzondering van de EU. Het restfoutenpercentage voor controles achteraf dat in 2015 werd gerapporteerd in het jaarlijks activiteitenverslag van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH, bedroeg 0,98 % (19). |
Fraudebestrijdingsstrategie
25. |
Volgens artikel 12 van het financieel reglement van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH moet op de uitvoering van de begroting een doeltreffende en doelmatige interne controle worden uitgeoefend, met inbegrip van preventie, opsporing, correctie en follow-up van fraude en onregelmatigheden. |
26. |
Overeenkomstig de vaststelling door de Europese Commissie van een fraudebestrijdingsstrategie in juni 2011 werd de eerste gemeenschappelijke strategie voor fraudebestrijding bij onderzoek in juli 2012 vastgesteld en in maart 2015 geactualiseerd teneinde rekening te houden met de veranderingen die met Horizon 2020 waren ingevoerd (20). De strategie voor fraudebestrijding bij onderzoek bevat een actieplan dat door de gemeenschappelijke ondernemingen voor onderzoek moet worden uitgevoerd. |
27. |
Bij de Gemeenschappelijke Onderneming FCH bestaan al internecontroleprocedures waarmee de preventie en opsporing van fraude en onregelmatigheden voldoende gewaarborgd kunnen worden (controles vooraf van betalingen, beleid inzake belangenconflicten en controles achteraf bij eindbegunstigden van subsidies). De gemeenschappelijke onderneming is bezig met de uitvoering van de maatregelen in het actieplan, zoals gebruikmaking van de databanken van de Commissie om uitgesloten organisaties of potentiële dubbele financiering op te sporen (21), in overeenstemming met het overeengekomen tijdschema. |
De dienst Interne Audit van de Commissie (DIA)
28. |
De DIA heeft in november 2015 een controle verricht bij de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 van het beoordelings- en selectieproces voor Horizon 2020-subsidievoorstellen. De DIA beval de gemeenschappelijke onderneming aan de duidelijkheid en transparantie van de selectie van haar onderwerpen voor voorstellen te verbeteren. De Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 voert in 2016 verbeterde procedures voor de volgende oproep tot het indienen van voorstellen in 2017. |
FOLLOW-UP VAN EERDERE OPMERKINGEN
Monitoring en rapportage van projectonderzoeksresultaten
29. |
Zoals voorgeschreven door de Horizon 2020-regels (22), heeft de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 specifieke indicatoren betreffende onderzoeksresultaten openbaargemaakt in haar jaarlijks activiteitenverslag (prestatie-indicatoren en indicatoren voor de monitoring van horizontale vraagstukken) (23). |
Belangenconflicten
30. |
In juli 2015 heeft de Commissie voor de gemeenschappelijke ondernemingen richtsnoeren gepubliceerd met betrekking tot regels inzake belangenconflicten, met inbegrip van een gemeenschappelijk model voor de verklaring inzake de afwezigheid van een belangenconflict, dat door de gemeenschappelijke onderneming moet worden opgenomen in haar procedures. |
Dit verslag werd door kamer IV onder leiding van de heer Baudilio TOMÉ MUGURUZA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 oktober 2016.
Voor de Rekenkamer
Klaus-Heiner LEHNE
President
(1) Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1) zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1183/2011 van de Raad (PB L 302 van 19.11.2011, blz. 3).
(2) Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad van 6 mei 2014 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 108).
(3) In dit verslag wordt „Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof” gebruikt, tenzij onderscheid tussen beide programma’s moet worden gemaakt.
(4) Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).
(5) Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
(6) Ter informatie geeft de bijlage een overzicht van de bevoegdheden, activiteiten en beschikbare middelen van de gemeenschappelijke onderneming.
(7) Voorheen „New Energy World Industry Grouping” (NEW-IG).
(8) De administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 bedragen ten hoogste 38 miljoen euro en worden gedekt door de financiële bijdragen die op jaarbasis gelijkelijk worden verdeeld tussen de Unie en de andere leden.
(9) Artikel 13, lid 3, van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 559/2014 bepaalt: „De exploitatiekosten van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 worden als volgt gedekt: a) een financiële bijdrage van de Unie; b) bijdragen in natura van de samenstellende entiteiten of gelieerde entiteiten van de andere leden dan de Unie die deelnemen aan acties onder contract, bestaande uit de door hen gemaakte kosten bij het uitvoeren van acties onder contract minus de bijdrage van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2, en alle andere bijdragen van de Unie aan die kosten.”
(10) Zoals bepaald in artikel 4, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 559/2014, zijn aanvullende activiteiten bijdragen in natura voor activiteiten die buiten het werkplan en de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming vallen, maar die bijdragen tot de doelstellingen van het gezamenlijke technologie-initiatief FCH. In overeenstemming met artikel 4, lid 4, van diezelfde verordening moeten de kosten van aanvullende activiteiten worden gecertificeerd door een onafhankelijke extern controleur en worden deze niet onderworpen aan een controle door de gemeenschappelijke onderneming of door een orgaan van de Unie.
(11) Deze omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva, een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.
(12) Deze omvatten de verslagen over de uitvoering van de begroting, een overzicht van begrotingsbeginselen en andere toelichtingen.
(13) PB L 38 van 7.2.2014, blz. 2.
(14) De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, waar van toepassing, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.
(15) Artikel 47 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 110/2014.
(16) Artikel 4, leden 3 en 4, van Verordening (EU) nr. 559/2014.
(17) In 2015 bedroegen de op ramingen gebaseerde bijdragen in natura voor Horizon 2020 3,9 miljoen euro. Hoewel de gemeenschappelijke onderneming voor het berekenen van de geraamde bijdragen in natura de meest nauwkeurige beschikbare informatie heeft gebruikt, is dit bedrag niet door onafhankelijke externe controleurs gecertificeerd (artikel 4, lid 4, van Verordening (EU) nr. 559/2014), en evenmin door de uitvoerend directeur van de gemeenschappelijke onderneming gevalideerd.
(18) Jaarlijks activiteitenverslag van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH, blz. 28.
(19) Jaarlijks activiteitenverslag van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH, blz. 41. De gedurende 2015 verrichte controles achteraf omvatten projecten die door de gemeenschappelijke onderneming werden gefinancierd in het kader van KP7. De controleaanpak voor Horizon 2020-projecten wordt uiteengezet in de gemeenschappelijke strategie inzake controles achteraf op het gebied van onderzoek in het kader van Horizon 2020. De controles achteraf van projecten die door de gemeenschappelijke onderneming worden gefinancierd in het kader van Horizon 2020, beginnen in 2016.
(20) Bijvoorbeeld de oprichting van een gemeenschappelijk ondersteuningscentrum met een gecentraliseerde auditdienst en geharmoniseerde bedrijfsprocessen voor onderzoeksinstellingen van de EU.
(21) Deze maatregel omvat ook de beoordeling van de gebruikmaking van bronnen buiten de EU om dubbele financiering te voorkomen.
(22) Artikel 31 van Verordening (EU) nr. 1291/2013 en bijlage II van Besluit 2013/743/EU van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).
(23) Jaarlijks activiteitenverslag 2015 van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH, bijlagen 5, 6 en 7, blz. 78-83.
BIJLAGE
Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (Brussel)
Bevoegdheden en activiteiten
Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag (Artikelen 187 en 188 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) |
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 voorziet in publiek-private partnerschappen in de vorm van gezamenlijke technologie-initiatieven die zouden kunnen worden uitgevoerd via gemeenschappelijke ondernemingen in de zin van artikel 187 VWEU en van Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad (Horizon 2020), waarmee wordt gestreefd naar een grotere impact op onderzoek en innovatie door het combineren van middelen uit Horizon 2020 en de particuliere sector met publiek-private partnerschappen op essentiële terreinen waar onderzoek en innovatie kunnen bijdragen tot de bredere doelstellingen van de Unie inzake concurrentievermogen, particuliere investeringen kunnen opleveren en maatschappelijke uitdagingen kunnen helpen aanpakken. Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bevoegdheden van de Gemeenschappelijke Onderneming zoals bepaald in Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad |
Doelstellingen De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 heeft de volgende doelstellingen:
Zij moet met name:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bestuur overeenkomstig Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad |
De organen van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 zijn:
De externe adviesorganen van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 zijn:
De interne en externe controleurs en de kwijtingverlenende autoriteit van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 zijn:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 2015 ter beschikking van de gemeenschappelijke onderneming gestelde middelen Definitieve rekeningen 2015 van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 |
Begroting (vastleggingskredieten) 132,6 miljoen euro Begroting (betalingskredieten) 95,1 miljoen euro Personeelsbestand per 31 december 2015 De lijst van het aantal ambten 2015 omvatte 26 posten (24 tijdelijke functionarissen en 2 arbeidscontractanten) en was volledig bezet aan het einde van 2015; deze personeelsleden verrichtten uitvoerende taken (18 FTE) en administratieve taken (8 FTE). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 2015 verrichte activiteiten en diensten |
Zie het jaarlijks activiteitenverslag 2015 van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 op http://www.fch.europa.eu/page/annual-activity-reports |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bron: Door de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 verstrekte gegevens. |
ANTWOORD VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING
15-16. |
Overeenkomstig de in november 2015 door de raad van bestuur van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2) goedgekeurde methodologie voor bijdragen in natura aan operationele activiteiten in het kader van het programma Horizon 2020, en in lijn met het standpunt van de Europese Commissie van juli 2016, werd het volgende overeengekomen:
Conform de methodologie worden de geschatte bijdragen in natura aan operationele activiteiten in de rekeningen per 31 december 2015 opgevoerd onder passiva. Aangezien de eerste verslaglegging in verband met projecten moet worden gedaan in september 2016, heeft de gemeenschappelijke onderneming in 2015 geen kosten gevalideerd. |
17. |
De Europese Commissie zal een richtsnoer uitbrengen over wat in de uitvoeringsverslagen moet worden opgenomen. De gemeenschappelijke onderneming zal daar in de jaarrekening 2016 rekening mee houden. |
28. |
De procedure voor het selecteren en opstellen van onderwerpen is door de raad van bestuur van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 op 29 juni 2016 goedgekeurd en wordt reeds in 2016 toegepast voor de oproep tot het indienen van voorstellen voor 2017. |
30. |
De goedkeuring van gemeenschappelijke regels voor het personeel op basis van het model van de Europese Commissie is momenteel aan de gang. Evenzo zullen tegen eind 2016 ook regels voor andere organen van de gemeenschappelijke onderneming ter goedkeuring aan de raad van bestuur worden voorgelegd. |