EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 10.8.2016
COM(2016) 506 final
2013/0297(COD)
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT
overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
over het
standpunt van de Raad inzake de vaststelling van een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 91/2003 betreffende de statistieken van het spoorvervoer, wat betreft het verzamelen van gegevens over goederen, reizigers en ongevallen
(Voor de EER relevante tekst)
2013/0297 (COD)
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT
overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
over het
standpunt van de Raad inzake de vaststelling van een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 91/2003 betreffende de statistieken van het spoorvervoer, wat betreft het verzamelen van gegevens over goederen, reizigers en ongevallen
(Voor de EER relevante tekst)
1.Achtergrond
Indiening van het voorstel bij het Europees Parlement en de Raad:
COM(2013) 611 final – 2013/0297 (COD)
|
30 augustus 2013
|
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité:
|
n.v.t.
|
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing:
|
11 maart 2014
|
Indiening van het gewijzigde voorstel:
|
n.v.t.
|
Vaststelling van het standpunt van de Raad:
|
18 juli 2016
|
2.Doel van het voorstel van de Commissie
Het voorstel van de Commissie heeft tot doel Verordening (EG) nr. 91/2003 te wijzigen, teneinde het bestaande rechtskader voor Europese statistieken van het spoorvervoer bij te werken, te vereenvoudigen en te optimaliseren, en om dat rechtskader, wat gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden betreft, af te stemmen op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
Bij de voorgestelde verordening zou de Commissie worden gemachtigd gedelegeerde handelingen vast te stellen met het oog op het aanpassen van de definities en de rapportagedrempels, het wijzigen van de inhoud van de bijlagen en het specificeren van de te verstrekken gegevens.
Aan de Commissie zouden ook uitvoeringsbevoegdheden worden verleend, zodat zij, overeenkomstig de in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 vastgestelde onderzoeksprocedure, uniforme voorwaarden kan waarborgen met betrekking tot de specificatie van de gegevens die moeten worden verstrekt voor het opstellen van de verslagen over de kwaliteit en de vergelijkbaarheid van de resultaten.
3.Opmerkingen over het standpunt van de Raad
3.1.Algemene opmerkingen
Het standpunt van de Raad weerspiegelt enerzijds het akkoord dat de Raad, de Commissie vervoer en toerisme van het Europees Parlement en de Commissie na de trilogen van 24 mei 2016 hebben bereikt en anderzijds het nieuwe Interinstitutioneel Akkoord "Beter wetgeven" van 13 april 2016.
Het belangrijkste obstakel voor het dossier was het bereiken van overeenstemming met het Europees Parlement over het formaliseren van de uitwisseling van gegevens tussen Eurostat, het Europees Spoorwegbureau (ESB) en het directoraat-generaal Mobiliteit en Vervoer (DG MOVE) door middel van een bilateraal memorandum van overeenstemming.
Uiteindelijk is er een consensus bereikt en zijn twee memoranda van overeenstemming ondertekend: één tussen Eurostat en DG MOVE en één tussen Eurostat en het ESB. Daardoor kan het Europees Parlement er zeker van zijn dat de gegevens waarom het verzoekt, zullen worden verwerkt en ter beschikking gesteld.
De tekst bevat geen expliciete verwijzing naar de memoranda van overeenstemming, maar in een overweging wordt verwezen naar "goede afspraken over samenwerking bij het opstellen van statistieken".
De Raad heeft zijn standpunt in eerste lezing op 18 juli 2016 vastgesteld.
Voor de Commissie is het standpunt van de Raad aanvaardbaar.
3.2.Opmerkingen over de amendementen van het Europees Parlement
3.2.1.Amendementen van het Europees Parlement die in eerste lezing geheel, gedeeltelijk of in beginsel zijn opgenomen in het standpunt van de Raad
Op 11 maart 2014 heeft het Europees Parlement een wetgevingsresolutie aangenomen, met 23 amendementen. De Commissie heeft de meeste daarvan verworpen, waaronder de verzoeken om extra parameters. Het Europees Parlement was met name van mening dat er ook gegevens over de spoorinfrastructuur moeten worden verzameld en dat er meer parameters over het personenvervoer moeten worden opgenomen, met name wat betreft grensoverschrijdende verbindingen, die volgens het Parlement de kern van het Europese vervoerbeleid moeten uitmaken.
3.2.2.Amendementen van het Europees Parlement die in eerste lezing niet zijn opgenomen in het standpunt van de Raad
De belangrijkste amendementen met betrekking tot de expliciete opname van nieuwe parameters werden niet opgenomen in het standpunt van de Raad.
3.3.Door de Raad gewijzigde bepalingen en het standpunt van de Commissie
In de nieuwe overweging 3a wordt ingegaan op de kwestie van vergaring van extra gegevens om te voorkomen dat werk twee keer wordt gedaan en om het benutten van bestaande informatie te optimaliseren. Daarnaast wordt gespecificeerd dat "de Commissiediensten en daarvoor in aanmerking komende entiteiten goede afspraken [moeten] maken over samenwerking bij het opstellen van statistieken, ook op internationaal niveau".
Krachtens artikel 3, lid 2, wordt aan de Commissie de exclusieve bevoegdheid verleend om gedelegeerde handelingen vast te stellen met het oog op de aanpassing van bestaande technische definities en de invoering van nieuwe technische definities. Daarnaast wordt gespecificeerd dat de Commissie er bij de uitoefening van deze bevoegdheid op toeziet dat de gedelegeerde handelingen niet leiden tot een aanzienlijke lastenverzwaring voor de lidstaten en de respondenten. Voorts verstrekt de Commissie een deugdelijke motivering voor de in deze gedelegeerde handelingen vastgestelde statistische maatregelen, in voorkomend geval op basis van een kostenefficiëntieanalyse met een evaluatie van de enquêtedruk en de productiekosten overeenkomstig artikel 14, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 223/2009.
Hoewel de Commissie betreurt dat de aan haar verleende bevoegdheid in vergelijking met het oorspronkelijke voorstel slechts beperkt is, vindt zij de huidige bepaling, met het oog op het bereiken van een overeenkomst, aanvaardbaar.
Twee verdere wijzigingen zijn ingevoerd.
Aan artikel 7 is een nieuwe alinea toegevoegd over uitvoeringshandelingen die moeten worden vastgesteld met de regelingen voor de verspreiding van resultaten.
Krachtens het nieuwe artikel 9 over rapportage dient de Commissie uiterlijk op 31 december 2020 en vervolgens om de vier jaar bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 91/2003; dit in plaats van de eenmalige rapportage waarin de huidige verordening voorziet.
De standaardoverweging en artikel 10 over de uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie zijn in overeenstemming met het nieuwe Interinstitutioneel Akkoord "Beter wetgeven".
De Commissie steunt het bovenstaande.
4.Conclusie
De Commissie steunt het bereikte compromis aangezien het nauw aansluit bij haar oorspronkelijke voorstel. Bovendien worden geen extra lasten voor verstrekkers van gegevens veroorzaakt, waardoor het voorstel in overeenstemming is met de doelstelling om het rechtskader voor Europese statistieken van het spoorvervoer te vereenvoudigen. Wat het afstemmen van Verordening (EG) nr. 91/2003 op het VWEU betreft, is met het compromis, ondanks enkele beperkingen, een goed evenwicht bereikt tussen gedelegeerde en uitvoeringshandelingen. De tekst is een voorbeeld van een geslaagde toepassing van het nieuwe Interinstitutioneel Akkoord "Beter wetgeven".