Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016DP0124

    Besluit van het Europees Parlement om geen bezwaar te maken tegen de Gedelegeerde Verordening van de Commissie van 5 april 2016 tot correctie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels ter verduidelijking van een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (C(2016)01934 — 2016/2639(DEA))

    PB C 58 van 15.2.2018, p. 250–251 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    15.2.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 58/250


    P8_TA(2016)0124

    Besluit om geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling: nadere regels ter verduidelijking van een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie

    Besluit van het Europees Parlement om geen bezwaar te maken tegen de Gedelegeerde Verordening van de Commissie van 5 april 2016 tot correctie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels ter verduidelijking van een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (C(2016)01934 — 2016/2639(DEA))

    (2018/C 058/39)

    Het Europees Parlement,

    gezien de gedelegeerde verordening van de Commissie (C(2016)01934),

    gezien de brief van de Commissie van 11 maart 2016 met het verzoek aan het Parlement om te verklaren geen bezwaar te zullen maken tegen de gedelegeerde verordening,

    gezien het schrijven van de Commissie interne markt en consumentenbescherming aan de voorzitter van de Conferentie van commissievoorzitters van 7 april 2016,

    gezien artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot invoering van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 160 en artikel 284, lid 5,

    gezien de aanbeveling voor een besluit van de Commissie interne markt en consumentenbescherming,

    gezien artikel 105, lid 6, van zijn Reglement,

    gezien er geen bezwaar werd gemaakt binnen de in artikel 105, lid 6, derde en vierde streepje, van zijn Reglement gestelde termijn, die op 13 april 2016 verstreek,

    A.

    overwegende dat er na publicatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (2) twee fouten in werden ontdekt;

    B.

    overwegende dat de eerste fout betrekking heeft op het vermoeden van douaneaangifte in artikel 139 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 voor bepaalde soorten goederen als genoemd in artikel 136, lid 1, van die gedelegeerde verordening; overwegende dat de volgorde van de in artikel 136 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 opgesomde goederen bij de laatste herziening vóór de vaststelling van deze gedelegeerde verordening werd gewijzigd, maar dat de verwijzingen naar die goederen in artikel 139 van die gedelegeerde verordening bij vergissing niet dienovereenkomstig werden aangepast; zodat de betrokken verwijzingen moeten worden gecorrigeerd;

    C.

    overwegende dat de tweede fout betrekking heeft op artikel 141, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446; overwegende dat het thans nog geldende artikel 233, lid 1, onder b) van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (3), op grond waarvan in een beperkt aantal zeer specifieke gevallen de overschrijding van de grens geacht kan worden een aangifte voor tijdelijke invoer, uitvoer of heruitvoer in te houden, bij vergissing niet in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 werd overgenomen, zodat er geen mogelijkheid bestaat bepaalde goederen aan te geven door enkele overschrijding van de grens van het Unie-douanegebied; overwegende dat artikel 141, lid 1, van de Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 daarom moet worden gecorrigeerd;

    D.

    overwegende dat deze twee fouten het handelsverkeer zullen hinderen en een zeer ongunstige uitwerking zullen hebben op de douanediensten en de handel als zij niet worden gecorrigeerd vóór 1 mei 2016, de datum waarop de relevante bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 in werking zullen treden;

    E.

    overwegende dat de gedelegeerde verordening aan het einde van de aan Parlement en Raad toegekende toetsingstermijn alleen in werking kan treden als Parlement noch Raad daartegen bezwaar heeft aangetekend of als zowel het Parlement als de Raad voor het verstrijken van deze periode de Commissie hebben meegedeeld daartegen geen bezwaar te zullen maken; overwegende dat de toetsingstermijn overeenkomstig artikel 284, lid 5, van Verordening (EU) nr. 952/2013 is vastgesteld op twee maanden vanaf de datum van kennisgeving, d.w.z. durend tot 5 juni 2016, en met twee maanden kan worden verlengd;

    F.

    overwegende dat de Commissie op 11 maart 2016 het Europees Parlement spoedshalve om een vervroegde bekrachtiging heeft gevraagd van de gedelegeerde verordening, en wel vóór 1 mei 2016;

    1.

    verklaart geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening;

    2.

    verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


    (1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

    (2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).

    (3)  Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).


    Top