EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 1.6.2016
COM(2016) 359 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO´S
Europa investeert weer
Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen
1.Inleiding
Werkgelegenheid, groei en investeringen is één van de 10 topprioriteiten van de Commissie Juncker. Met het investeringsplan voor Europa, dat op 26 november 2014 werd voorgesteld, zijn met de steun van de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF) (samen de EIB-groep) gecoördineerde en gerichte maatregelen op touw gezet om de financiering van investeringen te stimuleren, als onderdeel van de heilzame driehoek van structurele hervormingen, verantwoordelijk budgettair beleid en investeringen. Het doel hiervan is drieledig: ervoor zorgen dat schaarse overheidsmiddelen worden aangewend om private investeringen op doeltreffende wijze in te zetten ten aanzien van markttekortkomingen door particulier kapitaal aan te spreken, zodat de investeringen de reële economie bereiken en het investeringsklimaat verbeteren zowel op Europees niveau als op het niveau van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Raad heeft het investeringsplan en alle onderdelen daarvan in december 2014 goedgekeurd en heeft opgeroepen om snel resultaten te boeken. De EIB-groep heeft aan de oproep van de Europese Raad gehoor gegeven en is begonnen met investeringsactiviteiten in het kader van het plan van januari 2015. Het Europees Parlement en de Raad hebben vervolgens het nodige wetsvoorstel met uitzonderlijke snelheid in juli 2015 goedgekeurd. De tijd is nu rijp om een balans op te maken en een blik in de toekomst te werpen.
In de achttien maanden sinds de indiening van het investeringsplan zijn de voorwaarden voor het opnemen van investeringen verbeterd en is het vertrouwen in de Europese economie en groei aan het terugkeren. De Europese Unie (EU) is nu in haar vierde jaar van bescheiden herstel, met een bbp-groei van 2 % in 2015. Terwijl het investeringsniveau in de EU sterk was gedaald als gevolg van de financiële crisis, zijn er vroege tekenen van herstel ondanks mondiale en interne risico’s voor de groei. De omvangrijke inspanningen die met het investeringsplan zijn ingezet, leveren al concrete resultaten op, zelfs al kunnen de macro-economische gevolgen van grotere investeringsprojecten niet onmiddellijk zijn. De investeringen blijven naar verwachting geleidelijk stijgen in de loop van 2016 en 2017 maar liggen nog steeds onder historisch duurzame niveaus (zie grafiek 1).
Grafiek 1. Trends in investeringen in de EU
Noot: Reële bruto-investeringen in vaste activa (BIVA), uitgangssituatie- en historische norm, EU, in prijzen van 2013, miljard EUR
|
Deze positieve dynamiek moet in stand worden gehouden en de inspanningen moeten worden voortgezet om in de investeringen weer een duurzame langetermijntrend op gang te brengen. De mechanismen van het investeringsplan werken en moeten verder worden versterkt om particuliere investeringen te blijven aantrekken in sectoren die van cruciaal belang zijn voor de toekomst van Europa en waar markttekortkomingen bestaan. Het gaat om investeringen op het gebied van energie, milieu en klimaat, maatschappelijk en menselijk kapitaal en de daarmee gerelateerde infrastructuur, gezondheidszorg, onderzoek en innovatie, grensoverschrijdend en duurzaam vervoer en de digitale transformatie. De EU beschikt over duidelijke en unieke troeven die cruciaal zijn voor investeringen: de interne markt, de best geschoolde bevolking ter wereld, een hoog niveau van sociale bescherming en milieubescherming, alsmede een stabiel, voorspelbaar, efficiënt en transparant rechtsstelsel. Hoewel er geen wondermiddel is om ervoor te zorgen dat het volledige potentieel voor EU-investeringen wordt benut in slechts enkele maanden tijd, vormen de bemoedigende resultaten die in korte tijd zijn geboekt, een solide grondslag voor toekomstige beleidsinitiatieven wat betreft het gebruik van de EU-begroting en het regelgevingskader.
2.Een model voor de toekomst
a.Een snelle en brede opzet
Het investeringsplan heeft al tastbare resultaten opgeleverd dankzij de snelle uitbouw van alle onderdelen:
Het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), dat door de EIB-groep ten uitvoer wordt gelegd en wordt medegefinancierd, is goed op weg in de richting van zijn doelstelling, namelijk het mobiliseren van ten minste 315 miljard EUR aan extra investeringen in de reële economie tegen medio 2018. Het opnemen van middelen door de markt is bijzonder snel verlopen in het kmo-onderdeel (voor kleine en middelgrote ondernemingen) waar de prestaties van het EFSI de verwachtingen ruimschoots overtreffen.
De Commissie heeft in richtsnoeren toegelicht hoe de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) met het EFSI kunnen worden gecombineerd om extra investeringen te ondersteunen. Een eerste reeks projecten wordt ontwikkeld en toont hoe deze combinatie in de praktijk werkt. Daarmee wordt ook de in het investeringsplan genoemde doelstelling ondersteund om meer gebruik te maken van financiële instrumenten in het kader van de ESI-fondsen.
De Europese investeringsadvieshub (EIAH), een gezamenlijk initiatief van de Commissie en de EIB, verstrekt allround technische bijstand en adviesdiensten en heeft reeds meer dan 160 verzoeken behandeld. Dit is een veelbelovende start maar toch zijn stappen ondernomen om de adviesdiensten dichter bij de uiteindelijke begunstigden te brengen en de EIAH-diensten te versterken in specifieke gebieden met onvervulde behoeften (met name grensoverschrijdende projecten).
Het Europees investeringsprojectenportaal (EIPP), een onlineplatform waar Europese projectontwikkelaars en investeerders uit de EU en daarbuiten worden samengebracht, is van start gegaan en vergroot de zichtbaarheid en de financieringsmogelijkheden voor investeringsprojecten in heel Europa.
Ten slotte heeft de Commissie al een aantal initiatieven ter ondersteuning van investeringen en ter bevordering van de financiering van de economie voorgesteld, waaronder de verlaging van de kapitaalvereisten voor verzekeraars en herverzekeraars ten aanzien van investeringen in infrastructuur en de goedkeuring van praktische richtsnoeren voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van overheidsfinanciering van infrastructuur en publiek-private partnerschappen (ppp’s). Daarnaast bevatten de strategieën in het kader van de energie-unie, de kapitaalmarktenunie, de interne markt en de digitale eengemaakte markt, en het pakket circulaire economie allemaal specifieke maatregelen die, indien zij volledig ten uitvoer worden gelegd, concrete belemmeringen zullen wegnemen en het klimaat voor investeringen verder zullen verbeteren. De Commissie is ook een gestructureerde dialoog met de lidstaten aangegaan om hen te helpen bij het wegwerken van nationale belemmeringen voor investeringen in het kader van het Europees semester op gebieden zoals insolventie, overheidsopdrachten, justitiële stelsels en de efficiëntie van overheidsdiensten of sectorale regelgeving.
b.Het Europees Fonds voor strategische investeringen: efficiëntere aanwending van schaarse hulpbronnen
Concrete en tastbare resultaten
Het EFSI ondersteunt reeds bijkomende investeringen van de EIB-groep op gebieden die essentieel zijn voor duurzame groei. Ongeveer 250 transacties werden in het kader van het EFSI goedgekeurd in 26 EU-lidstaten, die naar verwachting een totaal van 100 miljard EUR zullen uittrekken voor investeringen, wat neerkomt op ongeveer 32 % van de totale doelstelling van 315 miljard EUR aan nieuwe investeringen over een periode van drie jaar. Het is erin geslaagd aanzienlijke extra financiering (85 % van het totale ingezette investeringsbedrag) van particuliere en publieke investeerders aan te trekken. De lijsten van projecten in het kader van beide EFSI-onderdelen zijn toegankelijk voor het publiek. Het EFSI levert met zijn steun aan projecten een bijdrage om bestaande vormen van marktfalen en suboptimale investeringssituaties te verhelpen en om een groot aantal van onze meest dringende maatschappelijke problemen aan te pakken.
Additionaliteit is een fundamentele eigenschap van de EFSI-garantie die moet worden versterkt bij de selectie van projecten. EIB-projecten die begrotingssteun ontvangen via het EFSI, moeten „additioneel” zijn in die zin dat zij gericht moeten zijn op marktfalen of suboptimale investeringssituaties en daarom — in beginsel — in dezelfde periode geen EIB-financiering zonder EFSI-steun mogen hebben ontvangen, of niet in dezelfde mate. Te dien einde worden door de EIB en het investeringscomité een aantal indicatoren en leidende beginselen gehanteerd bij de beoordeling van de subsidiabiliteitscriteria. Het risiconiveau is een essentieel element wanneer het erom gaat de additionaliteit van door de EFSI-garantie gedekte projecten te beoordelen. Alle tot dusver door de EIB goedgekeurde transacties dragen een risico dat overeenstemt met de zogenoemde speciale activiteiten van de EIB. Ten gevolge daarvan is de EIB in staat geweest de omvang van haar portefeuille van hoogriskante/speciale activiteiten te vergroten, namelijk van ongeveer 4 miljard EUR jaarlijks tot ruim 20 miljard EUR vandaag. De EIB-groep is ook nieuwe producten aan het ontwikkelen die gericht zijn op nieuwe manieren van samenwerking met nationale stimuleringsinstellingen, investeringsplatformen en nieuwe types begunstigden om tegemoet te komen aan hun financieringsbehoeften in een breed scala van sectoren.
De geografische en sectorale dekking moet worden verbeterd. Hoewel het EFSI niet werkt met quota, moet de huidige sectorale en geografische dekking (zie grafiek 2) verder worden ontwikkeld naargelang het fonds verder wordt geïmplementeerd. De combinatie van het EFSI met andere EU-fondsen en de oprichting van investeringsplatformen moeten leiden tot een daadwerkelijk evenwichtige geografische spreiding. De EIAH kan eveneens een doeltreffend middel zijn om geleidelijk de vereiste deskundigheid te mobiliseren en om betere projecten te helpen ontwikkelen, met name voor regio’s of sectoren waar extra voorlichting en technische capaciteit nodig kunnen zijn.
Het EFSI ondersteunt het Europees Investeringsfonds (EIF) om uitzonderlijke aantallen Europese kmo's te helpen bij hun toegang tot financiering. De kmo-component van het EFSI heeft een bijzonder vlotte start gemaakt, die de verwachtingen overstijgt en de grote vraag op de markt bevestigt. In één jaar tijd heeft het EFSI EIF-transacties ondersteund waarin naar verwachting investeringsbedragen met een waarde van in totaal 49 miljard EUR zullen worden gemobiliseerd, hetgeen al meer is dan 65 % van het over een periode van drie jaar te bereiken streefcijfer van 75 miljard EUR. Vandaag zullen naar verwachting meer dan 140 000 kmo’s en midcap-ondernemingen in 26 lidstaten profiteren van het EFSI.
Grafiek 2. Belangrijkste EFSI-cijfers van eind mei 2016
Sectorale dekking van EFSI (% van de door EIB-groep in het kader van EFSI goedgekeurde financieringen)
Geografische dekking van EFSI
|
Met het oog op de toekomst
Het potentieel van het EFSI om een nog krachtiger rol voor duurzame financiering te spelen moet ten volle worden benut. Europa heeft behoefte aan aanzienlijke nieuwe langetermijninvesteringen en duurzame investeringen om zijn productiviteit te verhogen en de overgang naar een koolstofarme en hulpbronnenefficiënte economie te maken. Dit omvat ook steun voor de markt van groene/duurzame obligaties, waarin de EIB ’s werelds grootste emittent van obligaties vormt. Het EFSI, ook in combinatie met andere Europese fondsen, en in het kader van de kapitaalmarktenunie, geeft een nieuw elan aan deze overschakeling door middel van meer en omvangrijkere duurzame projecten die in overeenstemming met de ambitieuze doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs worden gefinancierd. Technische bijstand kan ook een belangrijke rol spelen in deze en andere sectoren zoals digitale infrastructuur.
Voortbouwend op het succes van het kmo-loket worden nieuwe financiële instrumenten ontwikkeld ter ondersteuning van een breder scala van innovatieve kmo’s en midcap-ondernemingen, met inbegrip van een eigenvermogensinstrument om de toegang tot aandelenfinanciering voor innovatieve en snelgroeiende kmo’s en midcap-ondernemingen te verbeteren. In dit verband werkt de Commissie ook met het EIF samen om een pan-Europees paraplufonds voor durfkapitaal op te richten dat overheidsfinanciering zal combineren met grotere volumes particulier kapitaal, met het oog op bijkomende schaalvoordelen en als stimulans ter ondersteuning van de meestbelovende startende ondernemingen, waarbij bestaande acties door het EIF worden aangevuld. Dit paraplufonds zal onder commerciële voorwaarden opereren en wil een antwoord bieden op de fragmentatie en de beperkte omvang die momenteel de ontwikkeling van een Europese activaklasse voor durfkapitaal belemmeren. Overeenkomstig de Europese agenda voor sociale zaken en vaardigheden zullen andere nieuwe instrumenten doelgericht afgestemd worden om sociale ondernemingen en microfinanciering te ondersteunen. Verder zullen er producten worden ontwikkeld ter ondersteuning van securitisatietransacties waarin aanvullende financiering voor kmo's wordt gemobiliseerd, en ter verbetering van de toegang tot financiering voor innovatieve kmo’s en kleine midcap-ondernemingen door middel van garanties voor niet door zekerheden gedekte leningen.
Het gebruik van het EFSI-model om investeringen te mobiliseren in ontwikkelingslanden moet worden onderzocht. Het toepassingsgebied van de EFSI-investeringen is krachtens Verordening (EU) nr. 2015/1017 beperkt tot de EU-lidstaten en tot grensoverschrijdende investeringen met aangrenzende landen. Een onderscheiden maar gelijksoortige regeling kan echter ook nuttig blijken voor de externe samenwerkingsprogramma’s van de EU. De Commissie zal onderzoeken welke mogelijkheden er bestaan om voor investeringen in derde landen een model van het EFSI-type te gebruiken, namelijk volgens een regeling waarin internationale financiële instellingen specifieke knelpunten voor investeringen op zodanige wijze kunnen aanpakken dat particuliere actoren worden aangetrokken. Ook kan voor verschillende internationale financiële instellingen de mogelijkheid worden gecreëerd om hun investeringsactiviteit uit te breiden tot moeilijker werkterreinen, zoals zwakke landen en landen die een conflictsituatie hebben doorgemaakt of voor projecten op het gebied van migratie. Bij haar beoordeling zal de Commissie rekening houden met de werking van en de complementariteit met de bestaande investeringsprogramma’s op EU-niveau (zoals de door de EIB beheerde investeringsfaciliteit voor landen in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan, de die door de Europese Commissie beheerde investeringsfaciliteiten en het leningen-/ garantieprogramma van de EIB).
c.Complementariteit op alle niveaus om extra investeringen aan te trekken
Complementariteit
Complementariteit tussen het EFSI en andere EU-fondsen vormt een essentieel onderdeel van het algemene streven van de Commissie naar een beter gebruik van EU-middelen op alle beleidsterreinen. De combinatie van EFSI-steun en andere bronnen van EU-financiering kan verschillende soorten risico’s van een bepaald project dekken, zodat meer beleggers kunnen worden betrokken. Mede-investering in EFSI-projecten kan plaatsvinden op projectniveau of op het niveau van een investeringsplatform. Deze platforms kunnen bijdragen aan de financiering van kleinere projecten en kunnen middelen uit verschillende bronnen bundelen om gediversifieerde investeringen met een geografische of thematische focus mogelijk te maken. Zij kunnen eveneens kleinere of lokale investeringskansen financieel aantrekkelijk maken voor nieuwe beleggersgroepen, zoals pensioenfondsen en buitenlandse institutionele beleggers. Tot de eerste voorbeelden van platformen behoort een fonds dat in 2015 is opgericht voor de bevordering van productieve investeringen in Frankrijk. Dit fonds heeft tot doel samen met particuliere partners en fondsen van de Franse overheid nieuw opgerichte ondernemingen te ondersteunen om de transitie naar de industrialiseringsfase van nieuwe technologieën en nieuwe sectoren te financieren. De doelstelling is de ontwikkeling van nieuwe industriële kansen te bevorderen, het concurrentievermogen te versterken en de ontwikkeling van industriële clusters te ondersteunen, met name op het gebied van de ecologische en energietransitie. Andere EFSI-investeringsplatformen zijn in voorbereiding.
Combinatie van EU-middelen met de EFSI-ondersteuning
De Commissie zal verder actie ondernemen om ervoor te zorgen dat EU-fondsen en EFSI-steun vlotter kunnen worden gecombineerd. Dergelijke combinaties, met name in het geval van ESI-fondsen, kunnen bijzonder nuttig blijken om een ruime geografische spreiding van het EFSI te verzekeren. De Commissie heeft reeds concrete richtsnoeren over dit onderwerp gepubliceerd en zal blijven werken aan een vereenvoudiging van het algemene kader voor de ontwikkeling van dergelijke combinaties. Zo werkt de Commissie aan voorstellen tot wijziging van de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen die de combinatie van ESI-fondsen met het EFSI regelt, om het gebruik ervan in EFSI-investeringsplatformen, de combinatie van ESI-fondsen en het EFSI in gemengde instrumenten te vergemakkelijken, en het gebruik van financiële instrumenten aan te moedigen. De oprichting van slimme specialisatieplatformen (bv. voor industriële modernisering) zal dit verder stimuleren.
Buiten de ESI-fondsen onderzoekt de Commissie, in samenwerking met de EIB-groep en de EIAH ook hoe het vermengen en combineren van in andere EU-programma’s beschikbaar gestelde middelen (zoals de Connecting Europe Facility (CEF) of Horizon 2020) en door het EFSI geboden mogelijkheden kan worden vereenvoudigd om extra investeringen aan te trekken. Deze combinatie en vermenging kan met name leiden tot bijkomende investeringen via investeringsplatformen, risicodelingsinstrumenten voor kmo's en projecten met een hoge toegevoegde waarde voor de EU.
Het mobiliseren van medefinanciering van lidstaten
In partnerschap met de EIB-groep spelen nationale stimuleringsbanken (NPB’s) een sleutelrol bij de uitvoering van het plan gelet op hun complementaire productgamma’s, hun lokale kennis en hun geografisch bereik. Negen lidstaten hebben tot op heden toegezegd projecten te medefinancieren in het kader van het EFSI, meestal via hun nationale stimuleringsbanken voor een totaal van 42.5 miljard EUR.
In het kmo-loket werkt het EIF werkt momenteel aan de ontwikkeling van aanvullende modellen voor samenwerking met de nationale stimuleringsbanken op het gebied van kapitaalinvesteringen en kmo-securitisatie, met het oog op een verdere versterking van de rol van deze banken bij de verwezenlijking van de EFSI-doelstellingen.
Ruimte voor instroom van kapitaal in Europa
Het EFSI is een onderdeel van de open economie van de EU en staat open voor mede-investeringen door derden (zowel op het niveau van projecten of van investeringsplatforms) onder niet-exclusieve voorwaarden, mits de beginselen en het wettelijk kader volledig worden nageleefd. De Commissie en de EIB hebben technische opties ontwikkeld om ruimte te maken voor mede-investeringen van staatsinvesteringsfondsen. De Volksrepubliek China was het eerste niet-EU-land dat zich bereid heeft verklaard bij dragen aan het investeringsplan en dat voornemens is daarvoor een mede-investeringsstructuur te gebruiken. De Commissie staat open voor het ontwikkelen van soortgelijke opties voor andere overheidsbeleggers.
3.Investeringen in de reële economie realiseren met een stabiele pijplijn van sterkere projecten
a.Versterkte en meer gerichte technische bijstand om investeringen te realiseren
De Europese investeringsadvieshub (EIAH/advieshub) is een gezamenlijk initiatief van de Commissie en de EIB dat voorziet in een enkel contactpunt voor adviesverlening - kosteloos voor overheden - voor de aanwijzing, voorbereiding en ontwikkeling van investeringsprojecten in alle sectoren en regio’s in Europa.
Het aantal verzoeken aan de advieshub neemt toe: eind mei 2016 waren meer dan 160 verzoeken binnen vanuit 26 lidstaten; ongeveer twee derde is afkomstig van de particuliere sector. De advieshub is online vlot toegankelijk en treedt proactief op in prioritaire gebieden zoals energie-efficiëntie, kleine en middelgrote ondernemingen, opkomende gebieden als smart cities of elektromobiliteit en breedband. De advieshub besteedt bijzondere aandacht aan publiek-private partnerschappen en grensoverschrijdende projecten.
Grafiek 3. Verzoeken aan de EIAH tot einde mei
Aantal verzoeken per land
Projectspecifieke verzoeken per sector
|
Om de diensten van de advieshub op nationaal niveau op te zetten zijn de EIB en de Commissie een nauwe samenwerking aangegaan met nationale stimuleringsbanken en andere internationale partners zoals de Europese Bank voor Wederopbouw en ontwikkeling en de Wereldbank, zowel ter versterking van de aanwezigheid in het veld als om ondersteunend advies te verstrekken ter aanvulling van die gebieden die momenteel niet door de EIB worden gedekt. De EIB bouwt haar netwerk van lokale externe kantoren uit met het oog op een vlottere informatieverspreiding, om meer op maat gesneden technische ondersteuning op lokaal niveau te verstrekken alsook voor de implementatie van geschikte EFSI-producten.
De EIB en de Commissie zullen ook onderzoeken of de EIAH mogelijk advies aan de lidstaten kan verlenen bij het ontwikkelen van lokale programma's voor technische bijstand aan kleinere projecten, die eventueel door ESI-fondsen kunnen worden ondersteund. De Commissie zal samen met belangstellende lidstaten de mogelijkheid onderzoeken om het EIAH-netwerk te versterken met bijdragen uit hun toewijzingen van de ESI-fondsen.
De Commissie zal ook meewerken aan de versterking van de administratieve capaciteit van lidstaten om publiek-private partnerschappen op te zetten en zal hiervoor de uitwisseling van goede praktijken tussen lokale, regionale, nationale en Europese overheden verder bevorderen.
Meer en betere technische bijstand. In de toekomst zal de hub een centrale rol spelen om voor begunstigden een meer gestroomlijnde toegang tot middelen te waarborgen door de onderliggende kredieten voor technische bijstand te vereenvoudigen en te bundelen en rechtstreeks af te stemmen op de steun die het best voldoet aan hun behoeften. Sterkere synergieën tussen de huidige specifieke programma’s op EU-niveau voor technische bijstand (bijvoorbeeld CEF, Horizon 2020, Jaspers, enz.) kunnen leiden tot een betere toegang voor de begunstigden en kunnen uiteindelijk meer financiële flexibiliteit, met meer gerichte adviesverlening en verbeterde bijstand, opleveren. Voorts moet de advieshub verder worden gestroomlijnd om te zorgen voor meer specifieke activiteiten op het gebied van advisering en voorlichting, waardoor de ondersteuning sterker wordt en een groter aantal potentiële projectontwikkelaars bereikt waar de behoeften het grootst zijn. Ook moet er een aanzienlijk onbenut potentieel worden gemobiliseerd voor investeringen in digitale infrastructuren zoals breedbandglasvezelnetwerken en grootschalige demonstratieprojecten. Er kan meer worden gedaan om investeringen te bevorderen in andere innovatieve en duurzame oplossingen die bijdragen tot de ontwikkeling van „slimme steden”, met een betere integratie van ICT-infrastructuur in energie, vervoer, water en afval.
b.Een nieuw portaal voor betere zichtbaarheid van investeringskansen in Europa
Meer zichtbaarheid verlenen aan Europa’s investeringskansen. Om bestaande liquiditeit in de financiële markten en investeringsprojecten in de reële economie op elkaar af te stemmen heeft de Commissie een Europees investeringsprojectenportaal (EIPP) ontwikkeld, waar Europese projectpromotoren de gelegenheid wordt geboden hun projecten sterkere zichtbaarheid te verlenen voor investeerders van overal ter wereld. Dit initiatief speelt in op een van de duidelijk omschreven structurele belemmeringen voor investeringen in de Europese Unie.
Grafiek 4. Verzoeken aan het EIPP tot einde mei
Aantal projecten per land
Belangrijkste sector van projecten op het EIPP
|
Dit initiatief past in het beleidsstreven dat bekrachtigd is op internationale fora zoals het IMF, de G20 en de OESO, waar overal is onderstreept hoe belangrijk het is een transparante, toekomstgerichte pijplijn van projecten te creëren ten behoeve van potentiële investeerders. In de toekomst zal het projectenportaal ook links bevatten naar nationale en regionale pijplijnen voor kleinere projecten.
De Commissie zal nauwlettend rekening houden met de feedback van de markt om de opzet van het portaal geleidelijk te verbeteren en om te zorgen voor samenhang met lopende initiatieven onder auspiciën van de G20.
4.Het investeringsklimaat verbeteren door belemmeringen voor investeringen weg te nemen en zekerheid in de regelgeving te scheppen
Naast de nieuwe aanpak van financiering en verlening van technische bijstand zijn concrete acties op touw gezet om financiële, administratieve en regelgevende belemmeringen voor investeringen weg te nemen en de interne markt te verdiepen. Zorgen voor betere en meer diverse financieringsbronnen is noodzakelijk maar niet voldoende. Europa moet een regelgevingsklimaat scheppen dat voorspelbaar is, administratieve lasten vermindert en investeringen aanmoedigt. Deze inspanningen op EU-niveau gaan hand in hand met de verbintenis van lidstaten tot blijvende hervormingen om administratieve, financiële en sectorspecifieke belemmeringen op nationaal niveau weg te werken, in de context van het Europees semester en daarbuiten.
a.Vooruitgang op EU-niveau: voltooiing van de interne markt en vereenvoudiging van bestaande sectorale regels
Tal van sleutelinitiatieven van de Commissie ondersteunen deze doelstellingen. Vandaag heeft de Commissie heeft een mededeling uitgebracht met een verslag over haar werkzaamheden voor de agenda van de interne markt voor banen, groei en investeringen. De maatregelen die in die mededeling worden aangehaald, zijn van essentieel belang voor de uitvoering en de slaagkansen op lange termijn van de doelstellingen van het investeringsplan voor Europa. Daarnaast beoogt de strategie voor de energie-unie een stabiel marktgebaseerd regelgevingskader tot stand te brengen ter ondersteuning van de transitie naar een koolstofarme economie, die zal leiden tot investeringen met name in flexibele en koolstofarme energieopwekking met een centrale rol voor de EU-consument. De noodzakelijke wettelijke maatregelen ter uitvoering van een stabiel regelgevingskader die deze overgang moeten ondersteunen, zullen in de loop van dit jaar worden voorgesteld. Parallel hiermee wordt in de agenda voor betere regelgeving van de Commissie gestreefd naar een vereenvoudiging van het juridisch kader en naar vermindering van de regeldruk.
Concrete voorbeelden van belemmeringen voor investeringen die in het kader van de kapitaalmarktenunie worden aangepakt, zijn de lagere kapitaalvereisten voor verzekeraars die beleggen in in aanmerking komende infrastructuurprojecten en niet-beursgenoteerde Europese langetermijninvesteringsfondsen (ELTIF’s), waarvoor de nieuwe regels nu reeds van kracht zijn. Verdere wijzigingen in Solvabiliteit II worden overwogen voor beleggingen van verzekeraars in infrastructuurondernemingen. De Commissie zal evalueren of het passend is de kapitaalvereisten van banken op een vergelijkbare manier te verlagen voor blootstellingen met betrekking tot infrastructuur, rekening houdend met de besprekingen die op de desbetreffende internationale fora gewijd worden aan de behandeling van kapitaal in bankblootstellingen. Ter bevordering van durfkapitaalinvesteringen in Europa zal de Commissie, samen met het bovengenoemde initiatief inzake het pan-Europees paraplufonds voor durfkapitaal, ook enkele voorstellen doen om wijzigingen aan te brengen in het regelgevingskader voor durfkapitaal. De voorbereidende werkzaamheden zullen binnenkort van start gaan voor de ontwikkeling van Europese markten voor persoonlijke pensioenproducten, die kunnen uitgroeien tot een belangrijke kapitaalreserve voor de financiering van langetermijninvesteringen. Om in overeenstemming met de sterke toezeggingen die de EU met het klimaatakkoord van Parijs heeft gedaan, duurzame investeringen te stimuleren moet op basis van de lopende internationale werkzaamheden verdere vooruitgang worden geboekt in de reflecties over de ontwikkeling van een algemeen financieel beleidskader ter ondersteuning van groene financiering.
Deze initiatieven zorgen voor duurzamere investeringen, ook in overeenstemming met de noodzaak om, zoals vereist krachtens het akkoord van Parijs, particuliere investeringen te verleggen met het oog op de transitie naar een koolstofarme en klimaatbestendige economie.
De Commissie neemt voorts op een aantal terreinen maatregelen die rechtstreekse gevolgen hebben voor investeringsbeslissingen in Europa:
Ten eerste heeft de Commissie op het gebied van staatssteun verduidelijkt dat EFSI-financiering geen staatssteun is in de zin van het Verdrag en dat financieringen door de EIB-groep in het kader van het EFSI niet door de Commissie hoeven te worden goedgekeurd volgens de EU-staatssteunregels. De door het EFSI ondersteunde projecten kunnen echter ook profiteren van medefinanciering door de lidstaten. Tenzij zij op marktvoorwaarden wordt verleend of onder een groepsvrijstelling valt, vormt die medefinanciering staatssteun die door de Commissie moet worden goedgekeurd. Om te bereiken dat EFSI-steun snel kan worden verleend, heeft de Commissie zich ertoe verbonden cofinanciering door lidstaten prioritair in behandeling te nemen en haar beoordeling te voltooien binnen zes weken na ontvangst van de vereiste informatie. Met het oog op de versterking van de rechtszekerheid voor beleggers met betrekking tot de financiering van infrastructuur heeft de Commissie met een mededeling over het begrip staatssteun praktische richtsnoeren verstrekt over de vraag wat staatssteun vormt. In de mededeling wordt bepaald wanneer overheidsfinanciering van infrastructuur in beginsel uitgesloten wordt van de toepassing van de staatssteunregels.
In de tweede plaats pleegt Eurostat op het gebied van de overheidsboekhouding actief overleg met de lidstaten om ervoor te zorgen dat publiek-private partnerschappen (ppp's) zowel binnen het EFSI en in het algemeen worden ingedeeld volgens de beginselen van de nationale rekeningen die ten grondslag liggen aan de voor het begrotingstoezicht gebruikte gegevens, zodat zij op een zodanige wijze kunnen worden gestructureerd dat een optimale besteding van overheidsmiddelen is gegarandeerd. In samenwerking met de lidstaten heeft Eurostat een statistische methodologie ontwikkeld voor de indeling van dergelijke projecten. Voorts verleent Eurostat op verzoek voorafgaand advies aan de statistische instanties van de lidstaten om te beoordelen of de projecten van ppp's binnen of buiten de overheidsrekeningen moeten worden ingedeeld (er bestaan voorbeelden van beide), indien nodig in samenwerking met de EIB. Dergelijke adviesverlening is openbaar om verdere richtsnoeren te verstrekken.
In de toekomst zullen verdere inspanningen worden geleverd om proactief overleg te plegen met centrale belanghebbenden en ontwikkelaars van publieke projecten, terwijl de onafhankelijkheid van Eurostat gewaarborgd blijft. Met name zal de adviescapaciteit worden versterkt met betrekking tot investeringen met cofinanciering door Europese fondsen waaronder het EFSI. Voorts werkt Eurostat ook samen met het Europees ppp-expertisecentrum van de EIB (EPEC) om bepaalde aspecten van de nationale rekeningen te verduidelijken met betrekking tot de registratie van ppp’s, om de boekhoudkundige regels toe te lichten en om ervaringen met ppp's uit te wisselen met de lidstaten. Specifiek voor belanghebbenden die ppp-contracten opstellen, zullen in de zomer richtsnoeren worden bekendgemaakt. In samenwerking met de andere diensten van de Commissie zal Eurostat nauwlettend toezien op het effect van de boekhoudkundige voorschriften voor de oprichting van ppp’s in verschillende sectoren. Indien nodig zal zij haar richtsnoeren herzien in overleg met de lidstaten, bijvoorbeeld om rekening te houden met de specifieke aspecten van bepaalde contractuele regelingen, zoals energieprestatieovereenkomsten met gegarandeerde besparingen.
Ten derde werd voor overheidsopdrachten, die een omvangrijke markt in de EU vertegenwoordigen en een potentiële bron voor aanzienlijke besparingen in de schatkist opleveren, in 2014 een nieuw EU-kader goedgekeurd, dat uiterlijk op 18 april 2016 in nationaal recht moet zijn omgezet. Het gewijzigde kader, dat meer ruimte voor onderhandeling biedt en duidelijker regels bevat met betrekking tot contractwijzigingen tijdens de uitvoering van de opdracht alsook regels voor grensoverschrijdende projecten, zal bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van projecten, met name voor projecten met EU-financiering. De nieuwe regels zullen de termijn die nodig is om de EU-financiering rond te krijgen maar ook het risico op weigering van betaling verminderen. De Commissie moedigt ook een intensiever gebruik van groene overheidsopdrachten aan om de overheidsuitgaven af te stemmen op doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling. Verder bestaat het voornemen in de toekomst om uiterlijk in oktober 2017 een vrijwillig voorafgaand raadplegingsmechanisme op te zetten als ondersteuning voor aanbestedende diensten om optimaal gebruik te maken van het kader voor overheidsopdrachten.
Ten vierde en meer in het algemeen vergt het ontwerp en de goedkeuring van investeringsprojecten vaak de inzet van verscheidene diensten van de Commissie, die het project vanuit verschillende hoeken bekijken — bijvoorbeeld EU-financiering, voorschriften inzake overheidsboekhouding, controle van staatssteun, milieuvergunningen en overheidsopdrachten. In de toekomst zal de Commissie zich buigen over de gepercipieerde complexiteit van de regels en procedures door te streven naar een sterkere convergentie van de termijnen voor de verschillende procedures. Hiertoe zal zij een „one-stop-shop” voor grote infrastructuurprojecten oprichten waar de controles gelijktijdig verlopen naar een gemeenschappelijke datum van goedkeuring, en de bevoegde diensten van de Commissie worden samengebracht in een enkel team voor investeringsbeleid. Een dergelijke aanpak, die tot op zekere hoogte reeds wordt gevolgd op het gebied van energie voor projecten van gemeenschappelijk belang, moet worden uitgebreid tot belangrijke investeringsplatformen met inbreng van nationale medefinanciering en tot grote infrastructuurprojecten met Europese toegevoegde waarde in andere economische sectoren zoals vervoer, met inbegrip van de door het EFSI gesteunde projecten. De doelstelling van vermindering van buitensporige administratieve lasten en termijnen voor het verkrijgen van de vereiste goedkeuringen en evaluaties zal eveneens worden nagestreefd in het kader van de lopende geschiktheidstests van de Europese regelgeving en de nieuwe mechanismen voor samenwerking met de lidstaten. In dezelfde geest zal de Commissie onderzoeken of het mogelijk is een enkel kader voor EU-machtiging op te stellen dat rechtstreeks van toepassing zou zijn op grote grensoverschrijdende projecten of grote investeringsplatformen met nationale medefinanciering, ter vervanging van een hele reeks vergunningsprocedures op EU- en nationaal niveau of investeringsplatforms met nationale medefinanciering.
b.Vooruitgang op nationaal niveau: het aanpakken van belemmeringen voor investeringen in het kader van het Europees semester
De lidstaten kunnen ook meer doen om de raamvoorwaarden voor investeringen op nationaal niveau te verbeteren. De mededeling van 18 mei 2016 bevat een overzicht van de voornaamste doelstellingen van de landspecifieke aanbevelingen van 2016. Voor zover beschikbaar dienen de lidstaten gebruik te maken van hun budgettaire ruimte om overheidsinvesteringen te verhogen op gebieden die bevorderlijk zijn voor de groei, zoals infrastructuur, gezondheidszorg, onderwijs en onderzoek. Tegelijkertijd zijn verdere maatregelen nodig om particuliere investeringen te bevorderen en worden de lidstaten aangemoedigd om de invoering van structurele hervormingen te bespoedigen en knelpunten in de investeringen aan te pakken, zoals regelgevende en administratieve belemmeringen en omslachtige en langdurige goedkeuringsprocedures. In sommige lidstaten blijven nog een aantal tekortkomingen bestaan op het gebied van overheidsaanbestedingen, belastingregelingen, justitiële stelsels en insolventiekaders. Vooruitgang betekent ook dat een stabiele pijplijn van projecten wordt omschreven en dat gezorgd wordt voor coördinatie en planning door alle nationale bestuursniveaus. In dezelfde geest zal de Commissie, samen met de lidstaten, een verdere inventaris opmaken en blijven werken aan het opruimen van ongerechtvaardigde nationale belemmeringen voor het vrije verkeer van kapitaal die een goed werkende kapitaalmarktenunie in de weg staan. Een verslag wordt eind 2016 gepubliceerd.
Op 1 juli 2015 heeft de Europese Commissie de ondersteuningsdienst voor structurele hervormingen (SRSS) opgericht om de lidstaten technische ondersteuning te bieden, waaronder ondersteuning van capaciteitsopbouw voor groeibevorderende administratieve en structurele hervormingen. De dienst onderhandelt met een aantal lidstaten over concrete projecten voor technische bijstand om belemmeringen voor investeringen op te sporen en weg te nemen.
Een sterkere band tussen EU-fondsen en verdere uitvoering van hervormingen. Om ESI-fondsen nog meer te richten op ondersteuning van belangrijke economische en sociale hervormingen in de programmeringsperiode 2014-2020, is de Commissie voornemens een sterkere link te leggen naar de belangrijkste prioriteiten in de landspecifieke aanbevelingen. De goedkeuring van de ESI-fondsen is onderworpen aan de uitvoering van een aantal hervormingen (ex-antevoorwaarden) ter bevordering van het gebruik en de doeltreffendheid van de fondsen. Het rechtskader voor de ESI-fondsen vereist dat door deze fondsen medegefinancierde programma’s rekening houden met alle relevante landspecifieke aanbevelingen. De Commissie zal toezicht houden op en verslag uitbrengen over de voortgang naar de overeengekomen doelstellingen voor 2017.
5.Vooruitblik: een versterkt investeringsplan en het EFSI 2.0
Nadat het nog geen jaar volledig operationeel is geweest, heeft het EFSI tastbare resultaten opgeleverd. Projectontwikkelaars hebben gebruik gemaakt van de EIAH om de kwaliteit van hun projecten te verbeteren en investeerders hebben nu toegang tot talrijke investeringskansen op het EIPP. Daarnaast heeft de Commissie een aantal initiatieven genomen om het investeringsklimaat te helpen verbeteren en is zij in overleg getreden met de lidstaten om regelgevende en administratieve belemmeringen voor investeringen uit de weg te ruimen.
Het innovatieve gebruik van EU-middelen begint te renderen dankzij de flexibiliteit van het EFSI, de afwezigheid van bureaucratische rompslomp en de onafhankelijke selectie van projecten op basis van technische bekwaamheid en financiële draagkracht.
Krachtens Verordening (EU) nr. 2015/1017 zal de Commissie tegen januari 2017 het gebruik van de EU-garantie evalueren en uiterlijk in juli 2018 een onafhankelijke evaluatie indienen over de werking van het EFSI, de EIAH en het EIPP. Zoals uiteengezet in deze mededeling kunnen echter reeds een aantal belangrijke eerste lessen worden getrokken.
Tegen deze achtergrond wordt de Europese Raad verzocht zijn goedkeuring te hechten aan de volgende prioriteiten:
Gelet op de bereikte concrete resultaten zal een versterkt EFSI na de eerste driejarige termijn worden voortgezet om de resterende tekortkomingen en lacunes op de markt aan te pakken en om de particuliere sector te blijven mobiliseren voor investeringen die Europa in de toekomst met nog meer additionaliteit moeten ondersteunen met banencreatie, groei en concurrentievermogen. Daarom zal de Commissie in het najaar de passende wetgevingsvoorstellen indienen voor de verlenging van de looptijd van het EFSI, rekening houdend met de beperkte beschikbaarheid van begrotingsmiddelen.
Gelet op zijn succes zal het kmo-loket van het EFSI in het huidige kader snel worden opgewaardeerd ten behoeve van kleine, middelgrote en midcap-ondernemingen in alle lidstaten. De Commissie zal samenwerken met het EFSI-bestuur en gebruikmaken van alle bestaande mogelijkheden in het kader van de EFSI-verordening om dit loket voor deze ondernemingen te versterken.
De Commissie zal nagaan of het mogelijk is een model van het EFSI-type te gebruiken voor investeringen in ontwikkelingslanden.
De combinatie van EFSI-steun en ESI-fondsen zal verder worden vereenvoudigd en wettelijke en andere belemmeringen voor dergelijke combinaties worden opgeheven. Met name zullen wijzigingen in de toepasselijke verordeningen worden onderzocht in het kader van de aanstaande tussentijdse herziening van het meerjarig financieel kader (MFK). De Commissie en de EIB zullen werk maken van een lijst van vlaggenschipprojecten die tegen eind 2016 concrete voorbeelden zullen verschaffen van dergelijke combinaties.
De advieshub zal worden uitgebreid om meer gerichte voorlichting te bieden en de ontwikkeling van adviserende activiteiten op lokaal niveau alsook samenwerking met nationale stimuleringsbanken te ondersteunen. De Commissie zal streven naar synergieën tussen de bestaande Europese budgetten voor technische bijstand om de flexibiliteit van de technische bijstandsverlening te vergroten en snel te kunnen inspelen op de behoeften van de markt.
Het oprichten van investeringsplatformen zal verder worden aangemoedigd, met een sterke betrokkenheid van de Commissie, de EIB-groep, nationale stimuleringsbanken en andere relevante actoren.
Het EFSI zal blijven bijdragen tot de ontwikkeling van de markt voor duurzame/groene projecten, door met name de uitbouw van een markt voor groene obligaties in Europa aan te moedigen en de bestaande inspanningen beter te coördineren.
De Commissie zal verder werken aan de verwezenlijking van de prioriteiten van de interne markt. Samen met Eurostat zal zij zorgen voor meer duidelijkheid en indien nodig voor een herziening van de toepasselijke richtsnoeren over boekhoudkundige aspecten van publiek-private partnerschappen.
De lidstaten moeten ook duidelijke prioriteiten stellen, concrete investeringsprojecten opstellen met de hulp van de advieshub — met name bij grensoverschrijdende projecten — en hun projecten optimaal structureren om een ruimer gebruik van financiële instrumenten te kunnen garanderen. In de context van het Europees semester moeten de lidstaten de landspecifieke aanbevelingen uitvoeren om nationale belemmeringen voor investeringen aan te pakken.
Door regelmatige inventarisering door de Europese Raad, het Europees Parlement en de betrokken Raadsformaties, en samenwerking met het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s zal worden gezorgd voor de nodige politieke inbreng om te garanderen dat deze initiatieven resultaten blijven opleveren. De Commissie en de EIB zullen cruciale belanghebbenden op nationaal en regionaal niveau blijven aanspreken om specifieke follow-upactiviteiten te organiseren waarbij specifieke oplossingen worden besproken en ontwikkeld in antwoord op lokale en regionale behoeften.
De Commissie verzoekt de Europese Raad alle verdere inspanningen in het kader van de tenuitvoerlegging van het investeringsplan voor Europa, zoals uiteengezet in deze mededeling, te bekrachtigen. Zij roept het Europees Parlement en de Raad, als wetgevers van de EU, op spoedig werk te maken van alle wetgevende onderdelen van het plan.